Ruimte voor Energie - D66...Ruimte‐vaart voor mensen . . . . . Wat echt fascinerend is, wat Wubbo...

Post on 25-Mar-2021

1 views 0 download

Transcript of Ruimte voor Energie - D66...Ruimte‐vaart voor mensen . . . . . Wat echt fascinerend is, wat Wubbo...

Mijn motivatie voor deze dia-serie zijn de nu manifest wordende energie-problemen : voortdurend stijgende prijs en de invloed op het klimaat. En, daarmee samenhangend, wat in de gemeente Bronckhorst onze verantwoordelijkheidvan ons vraagt.Bij diverse contacten in mijn omgeving is mij gebleken hoe weinig idee er bestaat over de unieke situatie waarin wij leven, dat onze voedsel-voorziening en onze rijkdom in essentie te danken is aan een onvoorstelbaar grote fossiele energie-stroom. De eerste dia-beelden pogen daarvan een indruk te geven.We moeten ons realiseren dat die energie-stroom maar een relatief kort-durend verschijnsel is. Dat wordt in de dia-serie toe gelicht. Binnen niet al te lange tijd (zeg: twee decennia) zijn ernstige stagnaties te verwachten, die maatschappelijke ontwrichting kunnen veroorzaken. Om dat beheersbaar te houden moeten wij daar, zo goed als mogelijk is, op voorbereid zijn. Daar is leiderschap voor nodig.

1

NewYork, wat een stad !Probeer je eens voor te stellen wat een gigantische energie-stroom daar naar toe wordt gebracht.Waar komt die energie vandaan ?Nou, gewoon, uit kolen-mijnen, kolen-afgravingen en olie-bronnen. Je stond er eigenlijk nooit bij stil dat zulke dingen, die uit de grond komen, restanten zijn van biologische groei-processen gedurende een paar miljard jaren. Op gespaarde biologische energie. Eindige energie.Nou ja, helemaal eerlijk is dat niet. Biologische groei-processen (ook zonne-energie !) gaan tot op de huidige dag nog steeds gewoon door. Dus die energie groeit wel, en is dus niet eindig. Maarrr. . . dat gaat zo enorm langzaam dat we daar in onze energie-verslindende maatschappij niet veel aan hebben. De voorraad energie die wij aanspreken mag je daarom wel eindig noemen. Over die eindigheid verderop meer.En dan het autoverkeer-plaatje. In alle bewoonde streken van de aarde rijden auto’s, miljoenen en miljoenen auto’s. Die worden alemaal met een energie-stroom in beweging gehouden. Dat is onze wereld.

2

Container‐schepen verplaatsen alles over de hele wereld. En dit is nog maar een klein container‐schip.Enorme olie‐verslinders !  Hoe lang zou dat nog door kunnen gaan ?De toekomst is weer aan de zeil‐vaart. De eerste zeil‐vracht‐schepen zijn al gebouwd, met op afstand bedienbare tuigage. Maar meer dan wat eerste probeersels zijn het op dit moment nog niet.

Ook moderne oorlogen en militaire aktiviteiten zijn energie‐verslinders. Let eens op die twee mannetjes die, op de voorgrond, in dat dok lopen, en laat je verbeelding lopen over de olie die in zo’n schip gaat !

3

Onze industrie . . .  Wij maken van alles, van metalen.  En wat we niet van metalen maken, maken we van aard‐olie en aard‐gas. Ons voedsel komt, via kunstmest‐stoffen, uit aard‐gas !Dat is de dubbele rol van fossiele brand‐stoffen:  we drijven er niet alleen onze machines mee aan (brand‐stoffen), ze zijn ook ons belangrijkste constructie‐materiaal (grond‐stoffen).Zo bezien is energie uit onze zonnepanelen en wind‐turbines maar een armzalig‐eenzijdige stof:  het is alleen maar brand‐stof, geen constructie‐grondstof.We zijn dus eigenlijk ongelofelijk dom bezig om onze constructie‐grondstoffen te verbranden in machines.Wat zouden we dus moeten doen ?Ons machine‐park aandrijven met ‘erneuerbare’ energie, en de laatste resten fossiele brandstoffen zuinig gebruiken, maar uitsluitend als grondstof voor producten.

4

Ruimte‐vaart voor mensen . . . .  .  Wat echt fascinerend is, wat Wubbo Ockels hier over zegt :  “De mens is ongeschikt voor ruimte‐vaart; hij moet dat daarom niet willen. Zijn toekomst en zijn doel moet de aarde zijn, in harmonie met de natuur, niet in uitbuiting van de natuur.”

Grootschalige burger‐luchtvaart heeft daarom geen toekomst, althans, wanneer dat gebeurt met aard‐olie als brandstof; dat brengt zeer vervuilende stoffen hoog in de stratosfeer.  De huidige soort  grootschalige burger‐luchtvaart zou dus niet op het wensen‐lijstje van politici moeten staan, al was het maar omdat de overvloedige toe‐stroom van aard‐olie gaat stagneren.Er is in principe een mogelijkheid om waterstof te gebruiken als vliegtuig‐brandstof.  Wind‐turbines kunnen ingericht worden om hun (eventueel overtollige) elektrische energie via elektrolyse om te zetten in waterstof.  Daarbij moet je niet meer denken aan de omvang van de huidige energie‐stroom. Burger‐luchtvaart zal op zijn best een rand‐verschijnsel worden. Geen vlieg‐vakanties meer. Dan hebben we dus meer gelegenheid om onze eigen omgeving beter te bekijken. 

5

Op dit moment zijn de twee energie‐soorten voor dagelijks gebruik: elektriciteit en aard‐gas.Aard‐gas is de laatste grote fossiele energie‐bron. In de duurzame wereld zal elektriciteit de voornaamste energie‐vorm worden. Alle biologisch geproduceerde stoffen kennen een langzame groei, vereisen veel grond‐oppervlak en hebben een laag instralings‐rendement; bio‐gas als energie‐bron zal dus altijd beperkt beschikbaar zijn.Dat betekent bijvoorbeeld dat het vervoer over land van mensen en goederen elektrisch aangedreven zal zijn. Weg‐verkeer, aan gedreven door energie uit accu’s, zal om meerdere redenen waarschijnlijk altijd maar beperkt mogelijk blijven .Energie‐inductie via een in de weg liggende geleider behoort in principe tot een mogelijkheid.De grootstekans‐hebber is rail‐vervoer, met energie‐toevoer via elektrische geleider en stroom‐afnemer.  Ik zie een dicht light‐rail‐systeem (plus de elektrische fiets) als ons dagelijks vervoer‐middel.

6

Het is eigenlijk nog maar heel kort geleden dat  spier‐kracht van mens en dier de enige energie‐bron was voor industriele aktiviteiten.De enorme explosie van het vrij komen en gebruik van fossiele energie heeft de wereld drastisch veranderd.

7

De beschikbaarheid van een ongeremde hoeveelheid energie is de bestaans‐reden van onze huidige materiële welvaart. Dat wordt goed uit gelegd in ‘Perfect Storm’ ,  rapport nr. 9 van Tullett Prebon (bl 59 ‐64)  één van de grootste ‘money‐brooker’s’  (makelaar in kapitaal‐goederen) ter wereld.  Economie (dat, wat er om gaat in de wereld) is geen monetaire kwestie, maar een energie‐vergelijking. Buitengewoon informatief, zeker lezen !Fossiele brandstoffen hebben een verbazing‐wekkende energie‐dichtheid. Die dichtheid is nodig voor technische toepassingen.Duurzame energie, zoals die zich voor doet in onze atmosfeer (zonlicht, wind, stromend water),  is daar slechts zeer ‘dun’ (diffuus) aanwezig.  De uitdaging waar we voor staan is nu om die diffuse energie‐stroom te verzamelen, op te vangen, en te verdichten tot zulke grote hoeveelheden dat we onze samenleving daarmee kunnen laten ‘draaien’,  enigszins op de manier die we nu gewend zijn.

8

De constatering van Tullett Prebon, dat de beschikbaaheid van energie de welvaart van een samenleving bepaalt, is ook te zien bij voorgaande beschavingen, bij voorbeeld het oude Egypte. Het is wel interessant om te zien hoe die rijkdom daar, aan de hand van een voorval, functioneerde.Een enorm groot beeld, voorstellende een autoriteit zittend op een stoel, is gemaakt in een soort werk‐plaats, en moet nu naar zijn plaats van bestemming worden getransporteerd. Dat gebeurt met behulp van een slede waarop dat beeld is geplaatst (verbazing‐wekkend hoe dat kon !), en met een dik touw stevig is vast gebonden. De slede werd door slaven voort gesleept over een baan, bedekt met een soort steen‐gruis. Om het glijden makkelijker mogelijk te maken werd het steengruis nat gehouden door de man voor op de slede, met een gieter. Op de knie van het beeld staat de commandant die leiding geeft aan de operatie. Aan de rechter kant van de afbeelding zijn de trossen slaven te zien die voor zo’n klus nodig waren: de ‘motoren’ van die tijd.

9

In tijd wat dichter bij onze tijd: het Romeinse imperium, voorzien van energie uit velerlei bronnen. Toen die energie‐bronnen, vaak door verwaarlozing of over‐gebruik, stagnaties gingen vertonen was het af gelopen met de glorie. Dit werd versterkt door een steeds complexer wordende samenleving, wat een steeds groter energie‐verbruik vereiste.Dit effect staat leerzaam beschreven in:‘Revolutie met recht’  door mr. R.H.J. Cox,  bl.11‐23ISBN 978‐90‐817975‐0‐4Uitgave ‘Stichting  Prosperity Foundation’www.revolutiemetrecht.nl

10

In onze tijd zien we een zelfde beeld: het verband tussen de beschikbaarheid van energie en welvaart, hier (voor de VS) uit gedrukt in dollars van het Gross Domestic Product (bij ons genoemd het Bruto Nationaal Product).In vergelijking met voorgaande beschavingen gaat het hier om ongelofelijk veel meer energie, gepaard met een daar mee overeen komende materiële rijkdom.Evenals bij voorgaande beschavingen betreft het ook bij ons biologisch gevormde energie, zij het nu in geconserveerde vorm, het resultaat van enkele miljarden jaren biologisch leven. De voorraad hiervan in onze aardbol is enorm. De mens is in staat om deze voorraad met gemechaniseerde snelheid aan te spreken, wat onze overvloed aan energie verklaart.Die periode begon met de uitvinding van de (verbeterde) stoom‐machine in 1850, gevolgd door de diverse typen explosie‐motoren aan het einde van de zeventiende eeuw.

11

Waar rijkdom en voedsel is groeit de bevolking. Na 1700 werd dit sterk ondersteund door steeds meer medische mogelijkheden en grotere higiène.Deze afbeeldingen komen uit rapport nr. 9 van Tullett Prebon. Er spreekt de verwachting uit dat er een grens is aan het aantal mensen dat onze aardbol kan dragen. De ontwikkeling die de grafiek toont ziet er dus behoorlijk dreigend uit.

12

13

Heel leerzaam om deze grafiek eens goed te bestuderen.Energie uit waterkracht‐centrales heb je vrijwel ‘schoon aan de haak’, vrijwel 100 % opbrengst.In 1930 spoot aard‐olie en aard‐gas zo ongeveer uit de grond;  je was maar een fractie van een procent kwijt aan winnings‐energie.Steenkool  uit mijnen scoort ook goed. Of steenkool uit grote machinale afgravingen, zoals in Queensland in Australië, het ook zo goed doen betwijfel ik zeer.In 1970 zien we de eerste verminderde opbrengsten: ca. 2 % winnings‐verlies. In de decennia daarna worden de opbrengsten geleidelijk steeds minderBij ‘Wind power’ en ‘Photovoltaic solar’ spreekt men meestal over ‘opbrengst‐rendement’; voor de gangbare silicium‐zonne‐panelen is dat ca. 15 %.Olie uit teer‐zand (Canada) en schalie‐brandstoffen leveren nauwelijks nog wat op. Shell en ExxonMobil hebben zich al terug getrokken uit de Amerikaanse schalie‐productie. Enkele kleintjes houden nog vol, maar zullen het waarschijnlijk financiëel niet lang meer kunnen bolwerken.Bio‐brandstoffen zullen het nooit worden, dat is wel duidelijk.  Hun opbrengst is een natuurlijk gegeven : ca 2 %. Voor niche‐producten kan het wel zin hebben, zoals bizondere producten uit algen.

14

Deze grafiek geeft een schatting over de nog beschikbare fossiele energie in de komende jaren, bij het huidige verbruik, omgerekend naar tonnen olie‐equivalent. We bevinden ons op dit moment iets voorbij de top, die peak‐oil wordt genoemd. Dat betekent dat er nu tekorten bezig zijn te ontstaan. Dat proces is al een poosje aan de gang; we merken dat aan de voortdurende stijging van de brandstof‐prijzen. Het meerdere geld dat je kwijt bent aan brandstof kun je niet aan andere zaken besteden, dus, onze welvaart neemt af. Het is, wat de fossiele energie betreft (de enige energie‐vorm die er vandaag de dag nog steeds echt toe doet) een on‐omkeerbare zaak.De oorzaak van het verloop van deze grafiek zit in het feit dat de makkelijk winbare bronnen drastisch minder beginnen te ‘produceren’ en de moeilijker bronnen steeds meer winnings‐energie vergen.

Het is zinvol om ons energie‐verbruik eens op een grotere tijd‐schaal te bekijken(grafiek rechts). Realiseer u, in dit kleine stukje uitzonderlijke tijd leven wij nu. Dat is één‐malig !  U begrijpt welke gigantische taak ons te wachten staat.

15

Het voorgaande wordt nog eens samen gevat in bovenstaande grafiek. Hier wordt het begrip EROEI in gevoerd: de energie die je over houdt, het ‘surplus’,van de energie die nodig was om die energie te verwerven. De grafiek is ge‐extrapoleerd uit een ontwikkeling die al een tijd gaande is; het is een reële kwestie.Duidelijk is dat de ‘afgrond’ aardig dicht bij is gekomen. Het tijdperk van de overvloedige fossiele energie is zo goed als afgelopen.Er zijn twee ontwikkelingen te signaleren die in gelijke mate aan het einde van het fossiele tijdperk bij dragen: sterk afnemend ‘surplus’ en sterke prijs‐stijging van dat ‘surplus’. Logisch natuurlijk: wat schaars is wordt duur.

16

Wat er op komst is kun je je beter voorstellen door nog eens terug te kijken naar de olie‐crisis van 1973. Plotseling werd energie peper‐duur, en sloeg een flink gat in wat je dagelijks te besteden had. Er kwamen auto‐loze zondagen, ik herinner mij dat nog goed. Je kon met de fiets over de grote snelwegen toeren (al mocht dat naturlijk niet !).Toen al discussieerden wij er over of autoloze zondagen wel echt hielp voor brandstof‐besparing. We twijfelden, immers alles wat je eet en gebruikt aan goederen heeft een brandstof‐equivalent. Die brandstof‐besparing komt vanzelf, daar heb je helemaal geen auto‐loze zondagen voor nodig. Voor alles in het dagelijkse leven wordt brandstof gebruikt, dus alles wordt peper‐duur, dus koop je veel minder, dus bespaar je brandstof.  Dat dringt vertraagd door in het hele maatschappelijke leven: de blauwe lijn. De grafiek laat duidelijk zien dat dat welvaarts‐gat lang na‐dreunt.De rode lijn laat zien dat afnemende EROEI een steeds groter beslag legt op het GDP (BNP), een proces dat al aan de gang is sinds 1965, maar in onze dagen uiteindelijk heeft geleid tot (gemiddeld) afnemende welvaart, en voor velen tot toenemende armoede.

17

Bovenstaande plaatjes demonstreren de invloed van afnemende EROEI.Het grijze blok stelt de omvang van de toe gevoerde energie voor.  Een deel van die toe gevoerde energie is nodig voor het in stand houden van die energie‐stroom(donker rode pijl).Wat er dan over blijft (de beide blauwe pijlen samen, het  ‘surplus’) bepaalt onze dagelijkse welvaart.  Die is, om de betekenis daarvan wat duidelijker te maken, in twee delen verdeeld. Het licht‐blauwe deel stelt de energie voor die nodig is voor de essentie van ons bestaan: eten, bijstand, bestuurs‐functies, zorg,  e.d.   Het donker‐blauwe deel is voor investeringen en bestedingen van persoonlijke keuze.De rechter figuur laat zien welke bestedingen het eerst lijden onder de afname van de EROEI. De nu al zeven jaren durende crisis heeft meer oorzaken dan alleen een afnemende EROEI;  rapport nr.9 van Tullett Prebon gaat daar uitvoerig op in. Maar die afnemende EROEI begint nu wel steeds meer invloed te krijgen.  

18

Het energie‐verbruik dat wij zien lezen wij af op enkele meters:‐de gas‐meter,  ‐de elektriciteits‐meter,  ‐de benzine‐meter.Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (het KIVI) publiceerde een interessante brochure ‘De Rekening Voorbij’, in een poging om duidelijk te maken hoe de vork werkelijk aan de steel zit.Onze hele maatschappij, met alles wat daar in gebeurt, draait op energie. En dat is heel veel energie, meer dan we bij benadering vermoeden.

19

Het bovenstaande is precies de kern‐bewering van Tullett Prebon.

20

We moeten er rekening mee houden dat het gevecht om de laatste bronnen van min of meer makkelijk bereikbare fossiele brandstoffen hard zal zijn. De toevoer van energie naar Europa kan door incidenten, maar ook door meer permanente oorzaken, plotseling stagneren.

21

Deze duurzame‐energie‐problemen worden in de volgende dia’s toe gelicht.

22

De belangrijkste bronnen van duurzame energie worden hier aan gestipt.

23

Om de diffuse stromings‐energie te verdichten tot technisch bruikbare vorm is ruimte nodig. Die energie moet letterlijk uit een grote ruimte bij elkaar ‘geveegd’ worden.De engelse hoogleraar David MacKay heeft duidelijk uit gelegd hoe veel ‘veeg’‐ruimte nodig is voor ons huidig energie‐gebruik. Heel veel ruimte is nodig, eigenlijk meer dan wij hebben. Hij waarschuwt dan ook:“Iemand die denkt dat hernieuwbare energie mogelijk is zonder grootschalige, ingrijpende infra‐structurele veranderingen, houdt zichzelf voor de gek”.Hier over meer in volgende dia’s.

24

De twee belangrijkste infra‐structurele eisen, waar aan moet worden voldaan om de spaarzame duurzame energie efficient te kunnen gebruiken, zijn:1. Door het onregelmatige aanbod van stromings‐energie is een voldoende buffering 

nodig.2. Het elektriciteits‐net moet optimaal geschikt zijn voor af‐ en aanvoer van 

stromings‐energie.Ad 1.Val‐meren (meer‐niveau lager dan zee‐niveau, zie afbeelding) zijn al lang bestaande, 

maar nooit uit gevoerde plannen: plan‐Lievense (Marker waard) en een val‐meer‐eiland in de 

Noord‐zee (plan‐KEMA).Een ander, ook al oud, idee is ‘Power‐to‐Gas’  van prof. Michael Sterner (zie bijgaande 

publicatie) : overtollige wind‐energie omzetten in waterstof‐gas. Terecht zegt prof. Sterner dat een 

hiërarchischsysteem van lange‐termijn en korte‐termijn buffering nodig is. Hier ligt nog een 

gigantische klus te wachten.Ad 2.Het huidige elektriciteits‐net is bedoeld voor energie‐transport van centrale naar een 

veelheid van gebruikers. Toekomstige  elektrische energie wordt overal op ‘geveegd’ en in het net 

gedumpt. 

25

Dat kan niet zomaar. De net‐problemen zijn nu al fors. Het net moet totaal anders in gericht 

worden, en gecombineerd worden met verspreide buffering: misschien gelijkspanning i.p.v. 

wisselspanning.Het oude idee  ‘SmartGrid’  is een veel te complex en gebruiks‐onvriendelijk ICT‐

probeersel.

25

In een stijg‐meer is het meer‐niveau hoger dan het zee‐niveau.

26

Er is een uitzondering: de Goldis‐thal buffering in Duitsland, een pomp‐accumulatie buffering.Het is nuttig om hier op te merken dat alle buffering energie kost. Er zijn altijd pompen nodig om de evenwichts‐toestand te herstellen. Het beste kan dat ook weer met wind‐kracht, zoals bij de val‐meren.

Ook buffering met grote en kleine accu‐batterijen kost energie en onderhoud. Over zulke noodzakelijke zaken wordt vaak niet gesproken, bij voorbeeld bij de prijs‐ontwikkeling van stroom uit zonne‐panelen. Bereid u er maar op voor dat betrouwbare duurzame energie voorlopig schaars en duur is.

Buffering is noodzakelijk om duurzame energie werkzaam te maken. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat zo’n technologisch sterk Duitsland deze noodzaak zo verwaarloosd heeft. Bijgaand artikel ‘Zonder buffering van duurzame energie geen besparing’.

27

André Diederen, de schrijver van ‘Global Resource Depletion’,  is wetenschappelijk medewerker van TNO.Hij is eens aan het rekenen geslagen over wat er nodig is aan grondstoffen om alle wind‐turbines en andere machinerieën te bouwen die nodig zouden zijn om onze huidige energie‐behoefte te dekken.Zijn conclusie is simpel: dat kan helemaal niet, zo veel grondstoffen zijn niet bij elkaar te sprokkelen.Het is op dit moment natuurlijk nog niet duidelijk waar dat uiteindelijk toe leidt, maar je kunt er natuurlijk wel een gegrond vermoeden uit afleiden. Dat is, dat de fossiele energie‐overvloed zich niet makkelijk zal herhalen in duurzame vorm.

28

Om van die grondstoffen‐behoefte iets te begrijpen kijken we eens naar het inwendige van een (Nederlandse !) wind‐turbine van Lagerwey, een hyper‐modern tandwiel‐loos exemplaar.De grote cilinder, vlak achter de turbine‐bladen, is de eigenlijke dynamo. De buiten‐ring, waar we tegen aan kijken, is de stator.  Hierin zit een groot aantal spoelen waarin de elektrische stroom wordt geïnduceerd door een rond‐draaiende ring van magneten die vast zit op de turbine‐as.

29

Dit is een fabricage‐hal waar de stator‐ringen worden gemaakt.Daar binnen komt later de ring met magneten te draaien.

30

Dit is een wind‐turbine met een meer klassieke, snel draaiende, dynamo (meestal ‘generator’ genoemd). De dynamo wordt aangedreven met tussen‐schakeling van een tandwiel‐kast op de turbine‐as.Hier is geen kostbare magneten‐ring nodig, maar de nadelen zijn: grotere onderhouds‐gevoeligheid en een wat lager rendement door de tussen‐schakeling van tand‐wielen.

31

Er moet nog heel wat gebeuren in Duitsland voor de grote grijze schijf ook ‘erneurbar’ is gemaakt !

32

We zijn nu toe aan het laatste punt van de problemen waar duurzame energie voor staat:

6. Door de diffuusheid van stromings‐energie is een tekort aan ruimte een wezenlijke beperking 

(prof. David MacKay).

en waar de gemeente Bronckhorst een wezenlijke bijdrage aan kan leveren.Het boek ‘Sustainable Energy without the hot air’ kan dat beter uitleggen dan ik op 

deze plaats.Daarom:

lees dat boek !

33

Het is beter dat een authoriteit zo iets zegt, dan dat ik maar wat roep.

34

Wat doen we in de Achterhoek ?

35

Vast besloten om te werken aan een duurzame energie‐opwekking in de Achterhoek.

36

Oprichting van de AGEM.

37

2011 :  het  ‘Business Plan’  van de AGEM, een degelijke studie van aanpak.

38

Het bovenste deel van deze dia komt uit het  ‘Business Plan’.Het grijze deel daar onder zijn mijn opmerkingen.

De verbruiks‐gegevens zijn afkomstig van Liander, en vormen het uitgangs‐punt van het ‘Business Plan’.

39

Op deze bladzijde van het ‘Business Plan’  ligt de focus op het gemeten elektriciteits‐verbruik.Voor duurzame opwekking van deze energie is een geschatte verdeling gemaakt over PV  ( = PhotoVoltaic  = zonne‐panelen),  wind‐turbines en waterkracht.Rechts daarvan is een daarvoor berekende investering vermeld.

40

De eerste kolom van het voorgaande blad, de verdeling van het elektriciteits‐verbruik over duurzame bronnen,  is hier nog even apart zichtbaar gemaakt.De conclusie lijkt mij duideljk.  En dan praten we alleen nog maar over een hele kleine fractie van het werkelijke energie‐verbruik in de Achterhoek. Ik hoop dat ik duidelijk hebben kunnen maken, hoe gigantisch groot de opdracht is waar wij met zijn allen voor staan.

41

Toelichting overbodig, denk ik.

42

Hoe heet dat jongetje ?

43

De gemeente Bronckhorst.In het bij gevoegde ‘Discussie‐avond Radstake’ heb ik de reactie van burgemeester Aalderink neer gelegd.  Ik wil hier uitdrukkelijk mee delen dat ik deze reactie begrijp.  Het gemeentelijke besluit om geen wind‐turbines toe te staan is een besluit van de gemeenteraad. Burgemeester Aalderink is terecht de beste en de populairste burgemeester van Nederland; we zijn er trots op zo’n Burgemeester in Bronckhorst te hebben.  En een goede burgemeester staat voor 100 % achter de besluiten van zijn gemeenteraad;  die verdedigt hij tot zijn laatste adem‐tocht.

Maar ik blijf toch een probleem houden. Ik denk dat het windturbine‐besluit, met het oog op een toekomst die nu al is in gegaan, niet getuigt van een goede verantwoordelijkheid voor die toekomst.  Ik veronderstel dat het gebrek aan urgentie bij veel bestuurders vooral wordt veroorzaakt door een tekort aan kennis op energie‐gebied. Of misschien is een onderliggend probleem een gebrek aan moed, om een vervelende boodschap met klem onder de aandacht van de achterban te brengen.Hoe het ook zij, op deze wijze kunnen we niet door gaan; er móét wat gebeuren.

44

De eigen zwakte‐analyse van de gemeente Bronckhorst.

45

Ik voeg daar een eigen vermoeden aan toe.

46

Kijk naar haar recente gschiedenis.

47

De Achterhoek was eeuwen lang het ‘Ruhr’‐gebied van Nederland.

48

Eén van de hulp‐bronnen is altijd waterkracht geweest.Hier houdt een door waterkracht aan gedreven blaas‐balg het hoogocen‐vuur brandend.

49

Toen kwamen de stoom‐machines voor fabrieks‐aandrijving en vervoer.Er was geen over het paard getilde bevolking die een verbod op rokende schoorstenen af dwong.

50

Ijzergieteij Vulcaansoord, Terborg, 1915.

51

Vuur, rook en hitte.

52

Symbolen van kracht en macht.

53

Brief‐hoofd DRU 1909.

54

Leer, textiel, ijzer, hout, alle industrieën waren er.

55

Waterkracht in Zutphen.

56

Stoomblekerij  G.J.ten Cate & zonen

57

Stoom‐weverij  Gebroeders Driessen, Aalten, 1904.

58

59

Aan‐ en afvoer van grondstoffen en producten.

60

Schip‐brug Doesburg,  1937

61

Hummelo, 1950.

62

Afladen van huiden in Lochem.

63

Overstap‐punt in Lichtenvoorde.

64

Een dicht net van stoomtram‐lijnen bedekte Oost‐Nederland.

65

Dit is de Achterhoek !

66

Die molens stonden vaak op een belt, en konden behoorlijk hoog zijn.

67

Zoals deze.Meules ku’j  nieh misse !

68

Hermann Scheer, Duits parlementariër en professioneel econoom, is de grondlegger van de Duitse ‘Erneuerbare Energie Gesetz’ (EEG).   Hij heeft veel te hard gewerkt, en overleed op 13 october 2010 aan ernstig hart‐falen. Hij werd door iedereen geroemd om zijn heldere argumenten, zijn visionaire kracht, en zijn charismatische verschijning.Een jaar voor zijn dood werd de EEG enigszins gewijzigd: wind‐turbines op zee kregen een wat hogere kWh‐subsidie dan wind‐turbines op land. Hermann Scheer heeft zich daar, te vergeefs, krachtig tegen verzet. Hij vond dat  wind‐turbines op land ( ‘on shore’ zeggen we tegenwoordig) voorrang moesten hebben, om puur economische redenen. Hij was, en bleef altijd, een ras‐econoom.  En tegelijkertijd was ook zijn kennis betreffende chemie, natuurkunde en elektro‐techniek indrukwekkend.  Hij heeft enkele boeken geschreven die nog steeds tot de standaard‐kennis behoren op dit gebied. Een heel bekend boek is :‘Renewable Energy for a Sustainable Global Future and Energy Authonomy. The Economic, Social  and Technological Case for Renewable Energy’.

69

Hoe pak je dat aan ? Goed kijken hoe Denemarken dat heeft gedaan, het land dat voor zijn elektrische energie volledig onafhankelijk is van ieder buitenland, en zelfs het energie‐buffer‐systeem perfect heeft op gelost.  Er is een Energy Academy op Samsø, waar voor ieder internationaal publiek en groepen cursussen worden gegeven.Het recept is kortweg:   Maak van wind‐turbines trots en eigen‐belang !Hier ligt een grootse taak voor bestuurders.

70

Voor wind‐turbines is vrij veel ruimte nodig. U moet zich voorstellen dat, na het ‘op zuigen’ van energie uit stromende lucht door een bepaalde turbine, er in een ruim gebied rondom die turbine onvoldoende energie is voor zijn buur‐turbines. Een veilge afstand tussen turbines is 10 keer de blad‐diameter. Prof. David MacKay gaat zo ver te stellen dat ruimte de beperkende factor is voor een volledig duurzame energie‐voorziening.

71

Een reken‐voorbeeld.

72

Ieder boven genoemd punt is een harde realiteit.

73

Optimisme is noodzakelijk, anders rukken wij het niet.

74

Hier hoeft niemand iets aan toe te voegen.En nu . . . .   aan het werk !

75

76

Otto Willemsen heeft voor gaande dia’s bekeken en opmerkingen gegeven.Daarvoor dank ik hem zeer.Hij was ook zo vriendelijk om er enkele behartenswaardige dia’s bij te leveren, die in het volgende zijn te zien.

77

78

79

80

81

82

83

84