Renault EASY CONNECT Multimediasystemen NL NX1323-2.pdf · Renault EASY CONNECT -...

Post on 27-Jan-2021

1 views 0 download

Transcript of Renault EASY CONNECT Multimediasystemen NL NX1323-2.pdf · Renault EASY CONNECT -...

  • Renault EASY CONNECT - MultimediasystemenEASY LINK-systeem

    s R a s / lG / R c s n RR si et t

    n e

  • 0.1

    VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS GEBRUIK (1/2)

    U moet de algemene verkoopvoorwaarden aanvaarden voor u het systeem kunt gebruiken.Dit boekje is tot stand gekomen aan de hand van de gegevens die op het moment van samenstelling van dit boekje bekend waren. In het boekje staan alle bestaande functies van de beschreven modellen. De aanwezigheid ervan hangt af van het model van de uitrusting, van de gekozen opties en van het land van aflevering. Ook kunnen er functies zijn opgenomen die pas op een later tijdstip zullen worden toegepast. Schermen weergegeven in de gebruikershandleidingzijn alleen bedoeld ter illustratie. Afhankelijk van het merk en het model van uw telefoon, kunnen sommige functies gedeeltelijk of totaal onverenigbaar zijn met het multimediasysteem van uw auto.Raadpleeg voor meer informatie een merkdealer.

    Voorzorgsmaatregelen betreffende het gebruik van het systeem– De knoppen enkel gebruiken en het scherm enkel raadplegen als de omstandigheden op de weg dat toelaten.– Regel het geluidsvolume niet te hard, zodat u de omgevingsgeluiden nog kunt horen.Voorzorgsmaatregelen betreffende de navigatie

    – Het gebruik van het navigatiesysteem vervangt in geen enkel geval de verantwoordelijkheid noch de oplettendheid van de bestuurder tij-dens het rijden van de auto.

    – Afhankelijk van de geografische zone kan de kaart informatie missen over de veranderingen van het traject. Let goed op. De verkeersregels en de verkeersborden gaan altijd voor de aanwijzingen van het navigatiesysteem.

    Voorzorgsmaatregelen betreffende de apparatuur– Demonteer of wijzig het systeem niet om risico op beschadiging van het materiaal of brand te voorkomen.– Bij een storing en voor alle demontagewerkzaamheden moet u altijd een vertegenwoordiger van de fabrikant raadplegen.– Steek geen vreemde voorwerpen of beschadigde of vuile externe opslagapparatuur (USB-stick, SD-kaart enz.) in de lezer.– Gebruik uitsluitend externe opslagapparatuur (USB-stick, plugaansluiting enz.) die compatibel is met uw systeem.– Reinig het scherm alleen met een microvezeldoekje.– Gebruik geen producten met alcohol en/of spuit vloeistoffen in dit gebied.

    U moet onderstaande voorzorgen opvolgen tijden het gebruik van het systeem om redenen van veiligheid of van de risico’s van materiële schade. Houd u altijd aan de wettelijke voorschriften van het land waar u reist.

  • 0.2

    VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS GEBRUIK (2/2)

    Bescherming van uw persoonlijke gegevensUw gegevens worden verzameld via uw auto. Ze worden door de fabrikant, die werkt als een processor, verwerkt volgens de gel-dende wettelijke voorschriften.Uw persoonlijke gegevens kunnen worden gebruikt voor:

    – verbetering en optimalisering van de auto en de bijbehorende services;– verbetering van de rij- en passagierservaring– verbetering van de veiligheid op de weg en de voorspellende onderhoudssystemen– verbetering van de automatische rijsystemen– aanbod van aanvullende services met betrekking tot de auto.De fabrikant neemt de nodige maatregelen om te zorgen dat uw persoonlijke informatie wordt verwerkt in totale veiligheid. Met uw multimedi-asysteem kunt u uw persoonlijke gegevens verwijderen.Voor meer informatie over het gebruik van uw gegevens en uw rechten, gaat u naar https://easyconnect.renault.com.

  • 0.3

    Algemeen .....................................................................

    Navigatie ......................................................................

    Multimedia ...................................................................

    Telefoon .......................................................................

    Apps - Easy Connect ...................................................

    Auto ..............................................................................

    Systeem .......................................................................

    Index .........................................................................

    Hoofdstuk

    1

    I N H O U D

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

  • 0.4

  • 1.1

    Algemeen

    Algemene beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2Uitleg van de knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.3Gebruiksprincipes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.7Starten/stoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.10Widgets toevoegen en beheren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.11De spraakherkenning gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.13

  • 1.2

    ALGEMENE BESCHRIJVING

    BeginschermenA BuitentemperatuurB Tijd.C Geselecteerd gebruikersprof ie l .

    Raadpleeg het hoofdstuk op “Instellingen” om het gebruikersprofiel te configureren.

    D Bladwijzer: veeg snel over de inhoud om naar een andere bladzijde te gaan.

    E Toegang tot het hoofdmenu.F Startpagina/toegang tot de functies.G Toegang tot de volume-instellingen.

    A

    EE D C

    B

    MenuschermL Afhankelijk van het menu worden hier de

    snelkoppelingen naar de functies die in-geschakeld zijn weergegeven.

    M Submenu.N Afhankelijk van het menu worden hier

    twee tot vijf knoppen weergegeven.P Terug naar de vorige paginaQ Hoofdmenu.

    F

    D

    H Rechtstreekse toegang tot het “Instellingen” menu.

    J Het beginscherm weergeven:– Kort indrukken: toegang tot de eerste

    startpagina;– Lang indrukken: alle startpagina’s weer-

    geven.K Toegang tot de functies:– Lang indrukken: het systeem herstarten;– Kort indrukken: radio/muziek uit zetten,

    scherm sluiten, op stand-by zetten.Let op: u kunt de indeling van de startpa-gina wijzigen. Ga voor meer informatie naar het hoofdstuk “Widgets toevoegen en behe-ren”.

    J H GKMP N

    L

    Open voor meer informatie het instruc-tieboekje van het submenu.

    Q

    ElodieMenu

    Menu

    Navigatie

    Apps

    Radio

    Info

    Media;

    Instellingen

    Telefoon

    Help

  • 1.3

    UITLEG VAN DE KNOPPEN (1/4)Bedieningsknoppen op het scherm

    65432 65432

    11

    Functie

    1 Multimediascherm.

    2Ingedrukt houden (ongeveer 5 seconden): het systeem herstart.Kort drukken: radio/muziek OFF, zet scherm uit, zet in stand-by, aan/uit.

    3 Toegang tot het hoofdmenu.

    4 Toegang tot de startpagina.

    5 Toegang tot het instelmenu.

    6 Instelling van het volume.

    7 Aansluiting USB.

    145

    3

    2 7

    6

  • 1.4

    UITLEG VAN DE KNOPPEN (2/4)Centrale bediening

    34

    5

    8

    Functie

    8Starten/stoppenDraaien:– volume van de ingeschakelde audiobron.

    9 Toegang tot het hoofdmenu.

    10

    Overschakeling:– navigatie binnen de geselecteerde zone;– hoog/laag: zich verplaatsen over de verschillende delen van een menu (balk

    bovenaan, middendeel, balk onderaan);– links/rechts: zich verplaatsen in de verschillende tabs van een menu.Draaien:– zich verplaatsen in de verschillende items van een bepaald deel;– verplaatsen in een lijst;– de schaal van de navigatiekaart wijzigen (ZOOM-modus).Druk:– bevestigen.

    11 Ga naar het Systeemmenu MULTI-SENSE of wijzig de vooraf gedefinieerde voorkeursmodus.

    12 Terug naar het vorige scherm

    12

    4

    9

    10

    11

    Afstandsbedieningen

  • 1.5

    Functie

    13 Selectie van de audiobron.

    14 Het volume van de huidige bron verhogen.

    14 + 15Het geluid van de radio uitschakelen en weer inschakelen.Een audio-track pauzeren en weer afspelen.De synthesizer van de spraakherkenning onderbreken.

    15 Het volume van de huidige bron verlagen.

    16

    Kort drukken: – een handeling bevestigen;Ingedrukt houden: – terugkeren naar het vorige scherm/vorige niveau terwijl u door de menu’s

    gaat;– annuleren van een handeling.

    17Door de lijst van radiostations/audiotracks/playlists bladeren.Door de lijst met nummers bladeren als de telefoon is verbonden met het mul-timediasysteem.

    UITLEG VAN DE KNOPPEN (3/4)

    13 13

    14

    15

    16

    17

    13 13

    14

    15

    16

    Bediening bij het stuurwiel

    17

  • 1.6

    UITLEG VAN DE KNOPPEN (4/4)

    Functie

    18 Opnemen/ophangen.

    19 Blader door de informatie volgens de weergavemodus (audio, kompas, motor-vermogen enz.).

    20 De spraakherkenning van het multimediasysteem in- of uitschakelen.

    Bediening bij het stuurwiel

    1918

    20

    20

  • 1.7

    Interactie door aanraken– Kort drukken: raak een deel van het

    scherm alleen met uw vinger aan en haal uw vinger daarna van het scherm.

    – Lang drukken: raak een deel van het scherm minimaal 1 seconde aan.

    Multimediavoorkant Zich verplaatsen in het menuVia het multimediascherm krijgt u toegang tot de systeemfuncties. Raak het multime-diascherm aan voor het selecteren van één van de menu’s.

    GEBRUIKSPRINCIPES (1/3)

    A

    – Pan (panoramische beweging): houd een vinger op het scherm gedrukt en veeg over het scherm.

    – Snel vegen: vegen met uw vinger snel van links naar rechts om van startpa-gina A naar startpagina B over te scha-kelen

    – Slepen en neerzetten: raak een deel van het scherm gedurende minstens één se-conde aan om een voorwerp te verplaat-sen.

    – Knijpen/spreiden: breng uw twee vingers naar elkaar toe of spreid ze uit op het scherm.

    A B

    Menu

    Menu Nicolas Nicolas

    Navigatie Radio Media;

    Instellingen

    Telefoon

    Help

  • 1.8

    GEBRUIKSPRINCIPES (2/3)

    1Uitleg van de startpagina’sDe beginschermen zijn de standaardscher-men van uw multimediasysteem. Uw sys-teem heeft verschillende instelbare start-pagina’s 1. Schuif uw vinger (“veeg”) horizontaal om naar een andere pagina te gaan.Deze startpagina’s bestaan uit een aantal widgets naar functies zoals het navigatie-systeem, de radio, enz.

    Met deze widgets krijgt u rechtstreeks toe-gang tot het beginscherm van de functie of kunt u ze in bepaalde gevallen rechtstreeks bedienen vanaf een van de beginschermen (bijvoorbeeld van radiostation veranderen).Raadpleeg het hoofdstuk “Algemene om-schrijving” voor een beschrijving van de startpagina.Let op: u kunt de indeling van de startpagina´s wijzigen. Ga voor meer infor-matie naar het hoofdstuk “Widgets toevoe-gen en beheren”.

    1

    De weergave van startpagina’s, functies en informatie kan per land verschillen.

  • 1.9

    GEBRUIKSPRINCIPES (3/3)

    SchuifbalkDe balk 3 geeft aan waar u het huidige scherm vindt op de pagina. Veeg op het mul-timediascherm naar boven of naar beneden om door de lijst te bladeren en u te verplaat-sen op de pagina.

    SubmenuDe meeste menu´s hebben 4 een uitklap-menu dat toegang geeft tot submenu’s (fa-vorieten verwijderen, huidige route wijzigen, instellingen enz.) en tot de gebruikershand-leiding van uw multimediasysteem.

    – “Media”: gebruikt voor het beheren van het afspelen van audiobestanden;

    – “Telefoon”: gebruikt om het systeem te koppelen aan één of meer mobiele tele-foons en om de handsfreemodus te ge-bruiken;

    – “Apps”: gebruikt voor het beheren van foto’s, video´s en apps;

    – “Info”: bevat informatie met betrekking tot het multimediasysteem;

    – “Instellingen”: voor het beheren van be-paalde uitrustingen van de auto, zoals MULTI-SENSE, de rijhulpsystemen, de achteruitrijcamera Driving Eco en om van verschillende instellingen van het multi-mediasysteem aan te passen, bijv. weer-gave, taal enz.);

    – Gebruik ‘Help’ om contact op te nemen met een callcenter in geval van pech, als u of een van uw passagiers onwel wordt, of voor ondersteuning;

    – ...

    Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uit-gevoerd als de auto stilstaat.

    4

    3

    HoofdmenuOm naar het hoofdmenu te gaan, drukt u op 2 op het scherm of op de centrale be-diening.Het systeem kent verschillende menu’s, die allemaal toegankelijk zijn vanuit het hoofd-menu:– “Navigatie”: bevat alle satellietgestuurde

    functies, wegenkaarten en verkeersinfor-matie;

    – “Radio”: gebruikt voor het beheren van het afspelen van de radio en audio;

    2

    Menu

    Navigatie Radio Media;

    InstellingenInfoApps

    Telefoon

    Help

  • 1.10

    STARTEN, STOPPEN

    AanHet multimediasysteem wordt gestart:– bij het starten van de auto;– door op de 1-bediening te tikken in het

    multimediascherm of de centrale bedie-ning.

    UitHet multimediasysteem wordt uitgescha-keld:– door op de 1-bediening te drukken en

    deze ingedrukt te houden in het multime-diascherm of de centrale bediening;

    – door op de 1-bediening te tikken in het multimediascherm of de centrale bedie-ning kunt u:

    – Radio/muziek uitschakelen; – Het scherm uitschakelen; – “Stand-by”.– als de portieren van de auto worden ver-

    grendeld.

    26-06-2018

    Radio/media OFF

    Systeem ON/OFF

    Donker schermStand-by

    Sluiten

    13:3523°

    Klok-/temperatuur-/datumschermDit scherm verschijnt wanneer u de “Stand-by”-functie selecteert.

    11

  • 1.11

    WIDGETS TOEVOEGEN EN BEHEREN (1/2)

    De startpagina´s personaliserenDruk op de startpagina op het multimedia-scherm en houd dit ingedrukt 1 om naar de personaliseringspagina van de startpagina te gaan.

    Grootte van de widgetEr zijn verschillende maten widgets. U kunt de grootte van de widget selecteren via de werkbalk C. Bepaalde applicaties hebben maar één grootte. Het aantal widgets die worden weergegeven op het beginscherm varieert afhankelijk van de indeling van het multimediascherm.

    De beginschermen zijn de standaardscher-men van uw multimediasysteem. Uw sys-teem bestaat uit drie instelbare startpagina's die een aantal widgets bevatten die leiden naar andere functies zoals navigatie, radio enz.U kunt de indeling van de startpagina's wijzi-gen door widgets toe te voegen.Klik op een van de widgets van de startpa-gina om rechtstreeks naar het beginscherm van de functie te gaan of, in bepaalde geval-len, deze rechtstreeks te bedienen via een van de beginschermen (bijvoorbeeld om van radiostation te veranderen).

    Widgetconfiguratie is gekoppeld aan het profiel. Als het profiel verandert, veran-dert de weergave van de widgets ook.

    Een widget toevoegenSelecteer de startpagina A die u wilt perso-naliseren.In zone C selecteert u de grootte van de widget die u wilt laten weergeven.In zone B selecteert u de functie van de widget die u wilt laten weergeven.Sleep de widget van zone B en plaats deze op de gewenste plaats op de startpagina A.Let op: u kunt de widgets ook verplaatsen door het scherm aan te raken (selecteren/positie).Opmerking: sommige widgets kunnen af-hankelijk van hun grootte slechts één keer gebruikt worden.Let op: een widget voor een bepaalde func-tie kan maar één keer worden gebruikt op een pagina).

    1 2

    3

    A

    BC

    Wissen

    Navigatie

    Alle GrootMenu Midden Klein

    Navigatie Navigatie Navigatie

  • 1.12

    WIDGETS TOEVOEGEN EN BEHEREN (2/2)

    Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uit-gevoerd als de auto stilstaat.

    Widgets verwijderenSleep de widget die u wilt wissen naar “Wissen” 2 of sleep de widget naar zone B.Let op: u kunt ook widgets verwijderen door alleen het scherm aan te raken: selecteer/“Wissen” 2.

    SubmenuGa via het submenu 3 naar:– verwijder één of meer widgets van de

    startpagina's;– herstel de standaardconfiguratie van de

    startpagina.

    Favoriete widgets personaliserenDruk op de favoriete widget op het begin-scherm om een nummer uit het telefoon-boek toe te voegen (alleen als uw telefoon is verbonden met het multimediasysteem) of een adres dat u eerder hebt opgeslagen in het multimediasysteem. U kunt dit con-tact rechtstreeks bellen of naar het vermelde adres voor dit contact gaan met behulp van deze snelkoppeling.

    Favoriete widgets personaliserenOp bepaalde bedieningspanelen van mul-timediasystemen is er geen C balk om de grootte van de widget te selecteren.Selecteer de gewenste widget, maak een knijp- of spreidbeweging met uw vingers over de widget om deze aan te passen aan uw behoeften.

    C

    Wissen

    Navigatie

    Titel:Telefoon

    Driving eco

    Media; Radio MULTI-SENCE Telefoon

    A

    B

    2

    3

  • 1.13

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (1/9)PresentatieUw multimediasysteem heeft een spraak-herkenningssysteem , waarmee spraak-commando’s kunnen worden aangestuurd voor bepaalde functies op het multimedia-systeem en op de telefoon. Op die manier kunt u uw handen op het stuur houden ter-wijl u het multimediasysteem of uw telefoon bedient.Opmerking: de plaats van de knop voor spraakherkenning kan variëren. Raadpleeg de handleiding van de auto voor meer infor-matie.

    SpraakbedieningU kunt spraakcommando’s gebruiken om een contact in het telefoonboek te bellen, een bestemming in te voeren, een ander ra-diostation te kiezen enzovoort, zonder het scherm aan te raken. Druk op de toets 1 en volg de gesproken instructies die het sys-teem en het scherm u geven.

    Als u spraakherkenning gebruikt, kunt u de spraaksynthesizer onderbreken, door te drukken op de 1-toets of door uw com-mando in te spreken. Een geluidssignaal geeft aan dat u kunt spreken.

    1

    Voorzorgen betreffende de navigatieHet gebruik van het navigatiesysteem vervangt in geen enkel geval de verant-woordelijkheid noch de oplettendheid van de bestuurder tijdens het rijden van de auto.

    InschakelenOm de spraakherkenning in te schake-len, drukt u op de knop spraakherkenning van uw auto.

    UitschakelenOm het spraakherkenningssysteem uit te schakelen, drukt u op spraakherkennings-toets en houd deze ingedrukt - of u zegt na een geluidssignaal “Afsluiten”.

  • 1.14

    Indicator spraakherkenning ADe indicator van de spraakherkenning A be-staat uit gekleurde markeringen en picto-grammen.– Het 2 pictogram laat u weten dat het

    multimediasysteem luistert: de kleur van het controlelampje A optimaliseert de spraakherkenning.

    – lichtblauwe markering: gemiddelde spraakherkenning;

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (2/9)

    Menu SpraakherkenningVanuit het hoofdmenu van de spraakherken-ning kunt u spraakcommando’s gebruiken om de volgende functies te bedienen:– “Telefoon”;– “Navigatie”;– “Audio”.

    De in het blauw op het scherm weerge-geven functies zijn spraakcommando’s die door het multimediasysteem worden begrepen.

    A2

    3

    4

    Telefoon

    Navigatie

    Audio

    Afsluiten Help

    Bel Nicolas

    Naar het werk gaan

    Afspeelalbum

    Kies nummer van thuisadres Nicolas

    Tankstation zoeken

    Welkom, wat kan ik voor u doen?

    France Info-station

    De spraakherkenning van het multimediasysteem gebruikenBelangrijkste spraakcommando’s van het multimediasysteemZeg “Hoofdscherm” of “Terug” om terug te keren naar het hoofdscherm van de spraak-herkenning.Zeg “Afsluiten” om het spraakherkennings-menu te verlaten.Zeg “Help” om de details van elke systeem-scherm plus de beschikbare functies te horen.Zeg “Volgende pagina”, “Vorige pagina”, “Eerste pagina”, “Laatste pagina” om binnen de spraakherkenningslijsten te navigeren.

    A

  • 1.15

    De navigatie bedienen met behulp van spraakherkenningEr zijn meerdere manieren om een bestem-ming in te voeren met de spraakcomman-do’s van uw multimediasysteem.

    BestemmingVoer een volledig adres met het spraakcom-mando.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Zeg na het tweede geluidssignaal “Ga naar” geef het volledige adres op (straatnaam, huisnummer, plaats/stad van bestemming, omgeving).Het systeem toont het adres dat het heeft verstaan. Daarna kunt u uw bestemming be-vestigen om aan de route te beginnen.

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (3/9)

    Ga naar

    Naar huis gaan

    Zoeken

    Zoeken

    Terug TerugHelp Help

    Avenue des Champs Elysée Technocentre Renault

    Vélizy 2

    Tour Eiffel

    Tankstation

    Restaurant

    Navigatie Favoriete adressen

    Als deze functies grijs zijn, betekent dat dat ze niet beschikbaar zijn of niet aan-gesloten. Het multimediasysteem stelt voor verbinding te maken, ofwel de tele-foon te verbinden.

    – half blauwe markering: goede spraak-herkenning

    – volledig blauwe markering: optimale spraakherkenning

    – rode markering: de stem van de ge-bruiker is te luid en het systeem be-grijpt het commando niet goed.

    – Het 3 pictogram laat u weten dat het mul-timediasysteem uw commando analy-seert;

    – Het 4 pictogram geeft aan dat het multi-mediasysteem reageert.

    Spreek luid genoeg om begrepen te worden. Gebruik de indicator van de spraakherkenning om de spraakherken-ning te optimaliseren.

  • 1.16

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (4/9)“Thuis”Roep uw thuisadres op met het spraakcom-mando.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Na het geluidssignaal zegt u “Naar huis”.Het systeem geeft het thuisadres dat u hebt opgeslagen weer. Bevestig uw bestemming om de routebegeleiding te starten.

    “Werk”Roep uw werkadres op met het spraakcom-mando.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Na het geluidssignaal zegt u “Naar mijn werk”.Het systeem geeft het werkadres dat u hebt opgeslagen weer. Bevestig uw bestemming om de routebegeleiding te starten.

    Geschiedenis van de bestemmingenRoep een al opgeslagen adres op met het spraakcommando.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Zeg na het tweede geluidssignaal “Geschiedenis bestemmingen” en selecteer vervolgens uw bestemming.Het systeem toont het adres dat het heeft verstaan. Daarna kunt u uw bestemming be-vestigen om aan de route te beginnen.Opmerking: bij gebruik van de spraakher-kenning dient u altijd de piel af te wachten voor u de commando’s uitspreekt.Opmerking: als u een adres invoert, kunt u het land van bestemming wijzigen, voor zover het desbetreffende land ondersteund wordt door de taal van het systeem. Het land moet worden gewijzigd, voordat u het adres inspreekt. Na het tweede geluidssignaal, zegt u “Ander land”.

    Opmerking: om de spraakfunctie “Naar huis” of “Naar mijn werk” te kunnen gebrui-ken, moet u eerst een adres opslaan.Als er geen adres is opgeslagen, vraagt het multimediasysteem u een adres in te voeren.Raadpleeg voor meer informatie over het opslaan van een thuis- of werkadres hoofd-stuk: “Navigatie-instellingen”.

  • 1.17

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (5/9)MultimodaliteitDe multimodaliteit van het systeem maakt het mogelijk het spraakcommando te vol-tooien met behulp van het multimedia-scherm.

    De favorieten gebruiken met behulp van spraakherkenningDe opgeslagen adressen kunnen recht-streeks worden opgeroepen met behulp van spraakherkenning.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Zeg na het geluidssignaal “Mijn favorieten weergeven”.Het systeem geeft de opgeslagen favorieten weer.

    “Radio” bedienen met spraakherkenningU kunt media activeren, de radio inschake-len of de golflengte wijzigen met behulp van het spraakcommando op uw multimediasys-teem.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Zeg na het geluidssignaal:– “Radiozender FM”, “Radiozender AM”,

    “Radiozender DR”;of– Waarbij “Radiozender X” X de naam van

    de zender is;of– “Radiozender” gevolgd door de gewenste

    frequentie, bijv. Voor “Radiozender 91.8” zeg “Radiozender 91 punt 8”.

    “Uit Favorieten”Gebruik het spraakcommando om een in uw favorieten opgeslagen adres op te roepen.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Zeg na het geluidssignaal “Uit Favorieten” en selecteer vervolgens uw bestemming.Het systeem toont het adres dat het heeft verstaan. Daarna kunt u uw bestemming be-vestigen om aan de route te beginnen.

    “Point of interest”Zoek naar een POI met behulp van het spraakcommando.Zeg na het geluidssignaal “Zoek tankstation” of “Zoek hotel”.Raadpleeg het hoofdstuk “Een bestemming invoeren” voor meer informatie over het ge-bruik van nuttige plaatsen (POI).

  • 1.18

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (6/9)

    Media bedienen met spraakherkenningU kunt een audiobron (een track, playlists ...) ook starten met behulp van de ingebouwde spraakcommando’s van uw multimediasys-teem. De mogelijke aux-audiobronnen zijn:– “USB” (USB-poort);– “AUX” (plugaansluiting).

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Spreek na het geluidssignaal één van de volgende commando´s uit:– “Afspelen artiest” gevolgd door de naam

    van de artiest;of– “Afspelen track” gevolgd door de naam

    van de track;of– “Afspelen album” gevolgd door de naam

    van het album;of– “Afspelen genre” gevolgd door de genre;of– “Afspeellijst” gevolgd door de naam van

    de afspeellijst.Afhankelijk van de geselecteerde bron kunt u:– het volgende/vorige nummer afspelen;of– alle titels afspelen/de muzieklijst tonen.

    “Audiobron wijzigen”Vanuit het hoofdmenu kunt u de audiobron wijzigen.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Zeg na het geluidssignaal “Afspelen” ge-volgd door de bronnaam:– “Afspelen USB”;of– “Afspelen FM”;of– “Afspelen Bluetooth”.

    Telefoon

    Navigatie

    Audio

    Afsluiten Help

    Bel Nicolas

    Naar het werk gaan

    Afspeelalbum

    Kies nummer van thuisadres Nicolas

    Tankstation zoeken

    Menu Spraakherkenning

    France Info-station

  • 1.19

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (7/9)“Help”Voor meer informatie over de spraakherken-ning:– druk op de toets voor spraakcommando’s

    en zeg vervolgens “help”.Het systeem toont verschillende categorieën hulpmiddelen op het scherm.– Selecteer de gewenste functie.De functie “Help” is altijd beschikbaar. Als u bijvoorbeeld de functie “Telefoon” op het scherm wilt en u zegt “Help”, dan helpt de computerstem u bij het gebruik van de func-tie.

    Een telefoon met spraakherkenning gebruikenU kunt u een nummer of een contact bellen via de spraakcommando’s van uw multime-diasysteem.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Spreek na het geluidssignaal één van de volgende commando´s uit:– “Bel” gevolgd door de naam van de con-

    tactpersoon die u wilt bellen;of– “Kies” gevolgd door het telefoonnummer

    dat u wenst te bellen.Opmerking: wij adviseren u de nummers met een of twee tegelijk te dicteren.Het systeem geeft het nummer weer, zeg “Kies” om het nummer te bellen of “Corrigeer”/”Terug” om een ander telefoon-nummer in te spreken.

    Spraakcommando’s kunnen ook worden ge-bruikt om de oproepgeschiedenis te raad-plegen en een SMS te lezen.

    Druk op de spraakherkenningstoets om het hoofdmenu van de spraakherkenning weer te geven.Spreek na het geluidssignaal één van de volgende commando´s uit:– “Belgeschiedenis” of “Recente oproe-

    pen”;of– “Lezen SMS” of “Weergeven SMS”.Opmerking: alleen de “SMS” ontvangen tij-dens het rijden kan worden gelezen.

    Afsluiten Help

    Kiezen

    Telefoonnummer

    Nageleefd

    Terug

  • 1.20

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (8/9)De spraakherkenning van de telefoon met het multimediasysteem gebruikenHet spraakherkenningssysteem van uw tele-foon gebruiken via het multimediasysteem:– Verbind uw telefoon met het multime-

    diasysteem (raadpleeg de paragraaf “Verbinden, verbinding verbreken van een telefoon”);

    – Controleer of uw telefoon over een spraakherkenningsfunctie beschikt die compatibel is met het multimediasys-teem.

    Opmerking: als de spraakherkenning van uw telefoon compatibel is met het multimedi-asysteem, verschijnt het pictogram 5 van het menu “Lijst met BT-apparaten”.Zie voor meer informatie “Telefoonverbinding maken/verbreken”.

    N.b.: als u de spraakherkenning van uw te-lefoon via het multimediasysteem wilt ge-bruiken, zorg er dan voor dat het gebied door het netwerk wordt gedekt.U activeert de spraakherkenning op uw te-lefoon via het multimediasysteem door de spraakherkenningstoets ingedrukt te houden.Het multimediascherm biedt het hoofdmenu van de spraakherkenning van uw telefoon op het scherm B.

    U schakelt de spraakherkenning op uw tele-foon weer in via het multimediasysteem door kort te drukken op de spraakherkennings-toets of het scherm B.U deactiveert de spraakherkenning op uw telefoon via het multimediasysteem door de spraakherkenningstoets ingedrukt te houden.

    5

    B

    Telefoon

    Geannuleerd

  • 1.21

    Vanuit het hoofdmenu van de spraakher-kenning kunt u met spraakcommando´s be-paalde functies van uw telefoon bedienen.De spraakherkenning is uitgeschakeld:– tijdens het achteruit rijden;– tijdens een oproep.N.b.: de spraakherkenning wordt na enkele seconden niet gebruikt te zijn, uitgescha-keld.

    Wanneer u de spraakherkenningsfunc-tie van uw telefoon via het multimedia-systeem gebruikt, is het mogelijk dat de overdracht van mobiele gegevens om dit systeem te gebruiken bijkomende kosten oproept die niet uw telefooncon-tract zijn opgenomen.

    SPRAAKHERKENNING GEBRUIKEN (9/9)De One Shotfunctie gebruikenDe One Shot- functie maakt het mogelijk een nauwkeuriger en directer spraakcom-mando te geven om te voorkomen dat u door de “Telefoon”, ”Contact”, ”Navigatie”, ”Bestemming”-menu’s moet gaan.Voor het gebruik van de telefoonfunctie kunt u rechtstreeks een commando geven:– “Bel Manuel”;– “Bel kantoor”;– ...Voor het gebruik van de navigatiefunctie kunt u rechtstreeks een commando geven:– “Ga naar Champs Elysée”;– “Naar huis”;– ...Voor de multimedia kunt u rechtstreeks een commando geven:– “Zender Classique”;– “Afspelen Bluetooth”;– ...

    Voor het gebruik van deze functie, drukt u op de spraakherkenningstoets , wacht dan op het geluidssignaal en spreek uw com-mando in.

  • 1.22

  • 2.1

    Navigatie

    Card . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2Een bestemming invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.7Verkeersinfo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.20Instellingen navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.22

  • 2.2

    KAART (1/5)

    Card

    Klik op het beginscherm op de knop “Menu” en vervolgens op “Navigatie” om naar de kaart te gaan.U kunt ook naar de kaart gaan vanuit de “Navigatie”-widget.De kaart geeft uw huidige positie weer en de informatie die u hebt ingesteld (toon NP’s, weer, verkeer enz.).

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

    F E

    B

    CG

    HJ

    K

    “Kaart” schermA Informatie over uw reis zoals uw aan-

    komsttijd, de extra tijd vanwege de ver-keersomstandigheden en de totale reste-rende afstand. Druk op de zone A om de huidige route te bekijken.

    B Informatie over de verkeerssituatie voor de volgende paar kilometers. Druk op deze zone om de lijst met verkeerspro-blemen op de huidige route te bekijken.

    C Submenu: – “Route annuleren”; – “Navigatiestem”; – “Route details”; – “Instellingen”.

    D Weergaven/zoomen: – druk op de knop “±” om de zoomknop-

    pen vooraan en achteraan weer te geven;

    – druk op de knop ‘Weergaven’ om de weergave 3D/2D/2D Noord of Verkeer te tonen.

    Opmerking: afhankelijk van het multimedia-scherm kunnen deze functies zijn geschei-den: – L Zoomen “±”; – M Weergaven.E Weergave van de positie van de auto.

    Hiermee kunt u ook toegang krijgen tot andere opties.

    F Navigatiemenu.

    DF

    B

    CG

    HJ

    K

    LM

    A

    A

    E

  • 2.3

    KAART (2/5) Als een route wel actief is, kunt u met

    deze functie terugkeren naar de actieve route nadat u zich over de kaart hebt ver-plaatst.

    R Zoomen: knoppen voor in- en uitzoomen.S SubmenuT Afhankelijk van het uitvoeringsniveau:

    “Visuele feedback” van het bestemmings-punt.

    U Druk op de “Start”-toets om de geselec-teerde route te starten.

    StartVisuele

    feedback

    Snlst route Avenue des Champs-Elysées

    P Q

    R

    STU

    N

    G Terug naar het vorige scherm of terug naar het navigatiemenu.

    H waarschuwing voor snelheidscontroles of flitspalen

    J Paneel met controlelampje voor maxi-mumsnelheid.

    K Informatie over de komende bochten en de naam van de volgende straat.

    Raak de eenheid aan om het submenu voor het aanpassen van het volume van de gesproken begeleiding te openen en om de voorgaande aanwijzing te herha-len.

    “Routeberekening” schermN Informatie over uw reis zoals uw aan-

    komsttijd, de extra tijd vanwege de ver-keersomstandigheden en de afstand.

    P Informatie over de verschillende etappes van de route zoals snelwegen, tolwegen, veerboten enz.

    Q Als een route niet actief is, kunt u met deze functie terugkeren naar de positie van de cursor nadat u zich over de kaart hebt verplaatst.

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

  • 2.4

    KAART (3/5)– “Automatische suggestie voor begelei-

    ding”;– “Bestemmingen die zijn gedeeld met

    andere apparaten”;– “Wegen met tijdbeperking gebruiken”;– “Wegen met toltijdvakken (“vignet”) toe-

    staan”;– “Te vermijden gebied”;– “Onverharde weg toestaan”.

    Submenu met een actieve routeDruk op het submenu 1 om naar de vol-gende menu’s te gaan:– “Route annuleren”;– “Navigatiestem”;– “Route details”;– “Instellingen”.

    “Route annuleren”Deze functie wordt gebruikt om de navigatie te stoppen.

    Submenu zonder actieve route:Druk op het submenu 1 om “Instellingen” te openen.U hebt nu toegang tot de instellingen onder het routetabblad:– “Routetype”;– “Verkeersomleiding gebruiken”;– “Tolwegen toestaan”;– “Snelwegen toestaan”;– “Veerboten toestaan”;– “Autotrein toestaan”;

    1

    “Verkeer” schermV Kaart met verkeersproblemen of lijst met

    verkeersproblemen.W Tijdens een actieve route kunt u met deze

    functie de gehele route bekijken nadat u zich over de kaart hebt verplaatst.

    X Druk op de “Alle omleiden”-toets om alle files te vermijden.

    X

    W

    V

    Alle omleiden

  • 2.5

    “Navigatiestem”Vanuit het submenu kunt u het “Navigatiestem”-niveau aanpassen:– druk op de knoppen 3 en 4 om het stem-

    niveau van de gesproken routebegelei-ding te verhogen of te verlagen;

    – druk op de knop 2 om de gesproken rou-tebegeleiding in of uit te schakelen.

    Opmerking: het controlelampje 5 voor het niveau dat ter informatie wordt weergege-ven. U kunt hiermee het volume niet rege-len.

    3 4 52

    KAART (4/5)Als u deze functie uitschakelt, krijgt u geen gesproken route-instructies meer van het multimediasysteem.U kunt de intensiteit van “Navigatiestem” ook aanpassen met behulp van de draai-knop op de centrale bediening, of via de stuurkolombediening als “Navigatiestem” is geactiveerd.

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

    “Route details”Met deze functie kunt u de details van de huidige route bekijken.Op het tabblad “Samenvatting” ziet u de aankomsttijd, het bestemmings- en vertrek-adres en de routeopties (snelweg, veerboot enz.).Op het tabblad “Stratenlijst” kunt u de rich-ting, het adres, de afstand, de tijd en de aankomsttijd voor elke etappe van de route weergeven.Op het tabblad Etappes kunt u de totale afstand tussen vertrek- en aankomstpunt, reistijdinformatie en de aankomsttijd zien.

  • 2.6

    KAART (5/5)“Instellingen”Op het tabblad “Route” vindt u de volgende instellingen:– “Routetype”;– “Verkeersomleiding gebruiken”;– “Tolwegen toestaan”;– “Snelwegen toestaan”;– “Veerboten toestaan”;– “Autotrein toestaan”;– “Automatische suggestie voor begelei-

    ding”;– “Bestemmingen die zijn gedeeld met

    andere apparaten”;– “Wegen met tijdbeperking gebruiken”;– “Wegen met toltijdvakken (“vignet”) toe-

    staan”;– “Te vermijden gebied”;– “Onverharde weg toestaan.

    Op het tabblad “Kaart” vindt u de volgende instellingen:– “Kaartkleur”;– “Tijdweergave”;– “Weergaven 3D/2D/2D Noord en Verkeer”;– “Verkeerssituaties weergeven”;– “Verkeersbordherkenning”;– “Autozoom”;– “Mijn auto”;– “Kruising weergeven”;– “POI weergeven”;– “Weer weergeven”.

  • 2.7

    EEN BESTEMMING INVOEREN (1/13)

    1Gebruik het navigatiemenu 1 voor toegang tot de volgende functies:– “Een adres vinden”;– “Bellijst”;– “Uit Favorieten”;– “Point of interest”;– “Coördinaten”;– “Route”;– “Verkeer”;– “Navigatie-instellingen”.

    Navigatiemenu

    Klik op het beginscherm op de kaart of op “Menu” en vervolgens op “Navigatie”.

    De spraakherkenning gebruiken om een adres in te voerenAls u in het “Navigatie”-menu bent, gebruik dan de knop voor spraakherkenning: na het geluidssignaal kunt u een stad, een nummer en/of de straatnaam en/of het gebied inspre-ken.

    Een adres vinden

    Coördinaten

    Bellijst

    Route

    Uit Favorieten

    Verkeer

    Point of interest

    Navigatie-instellingen

    Voorzorgen betreffende de navigatieHet gebruik van het naviga-tiesysteem vervangt in geen

    enkel geval de verantwoordelijkheid noch de oplettendheid van de bestuur-der tijdens het rijden van de auto.

  • 2.8

    One Line SearchGebruik de One Line Search-functie voor snel en nauwkeurig zoekenZodra u de eerste letters invoert in het 2 zoekveld, stelt het multimediasysteem een vergelijkbare straatnaam, stad of NP voor.Druk op de 3-toets voor de volledige lijst met voorstellen.

    Een adres vinden

    Coördinaten

    Bellijst

    Route

    Uit Favorieten

    Verkeer

    Point of interest

    Navigatie-instellingen

    2

    Bijvoorbeeld: “Rouen".Opmerking: aanvullende informatie van uw multimediasysteem kan variëren afhankelijk van het type verbinding.

    Huidige positieIn een stad

    3 4 5

    EEN BESTEMMING INVOEREN (2/13)

    U kunt de voorstellen weergeven in een lijst 4 of op de kaart 5.De kaartweergave 5 toont de geografische positie van elk voorstel.

  • 2.9

    EEN BESTEMMING INVOEREN (3/13)

    Voer vanuit het zoekmenu 6 een straatnaam in.Wanneer u letters begint in te voeren, stelt het systeem stadsnamen voor die beginnen met de ingevoerde letters. U kunt:– druk op de naam van de stad die ver-

    schijnt om uw keuze te bevestigen;– Ga naar de complete lijst 7 die overeen-

    komt met uw zoekopdracht.N.B.: Het systeem bewaart de laatste inge-voerde steden in zijn geheugen.N.B.: alleen de adressen die het systeem kent op de digitale kaart zijn toegelaten.

    Ga via het submenu 8 naar:– sla het geselecteerde adres op in uw fa-

    vorieten;– voer de bestemmingslocatie in (waarden

    voor breedte- en lengtegraad).

    “Een adres vinden”

    In dit menu kunt u een compleet of gedeel-telijk adres invoeren: land, stad, postcode, straatnaam, huisnummer enz. Bij het eerste gebruik vraagt het systeem u om het land van bestemming te kiezen. Voer de naam van de gezochte stad of de postcode in met behulp van het numerieke toetsenbord.

    AdresLandPlaats

    Straat

    Huisnummer

    Kruising invoeren

    Rue Ernest Lacoste

    Ern_

    Rue Ernest Lavisse

    Rue Ernest Léfébure

    France

    Paris

    6 7

    8

  • 2.10

    EEN BESTEMMING INVOEREN (4/13)

    “Bellijst”

    Gebruik dit menu om een bestemming te selecteren in de lijst met de laatst gebruikte adressen. Dit opslaan gebeurt automatisch.Vanuit het “Adres” 12 hebt u toegang tot de opgeslagen bestemmingsgeschiedenis.Selecteer een bestemming om de routebe-geleiding te starten.

    Gebruik het tabblad “Route” 11 om naar de routegeschiedenis te gaan. Selecteer een route om de routebegeleiding te starten.Gebruik het vergrootglas 9 om naar een adres of een in de routegeschiedenis op-geslagen adres te zoeken of om een nieuw adres in te voeren via het toetsenbord.Vanuit het submenu kunt 10 toegang krijgen tot de tabbladen “Adres” 12 en “Route” 11 om:– één of meer van de geselecteerde adres-

    sen “Wissen”;– “Alles wissen”;– “Sort. op datum”;– “Sort. op naam”;– “Opslaan onder favorieten”.

    Tijdens de begeleiding, als u het zoeken van een nieuwe bestemming start, kunt u deze instellen als:– een tussenstop;– een nieuwe bestemming.

    9

    1112 10

    Bellijst

    RouteAdres

    Tankstation Paris Saint-Quentin 11-09-2018

    07-09-2018

    25-08-2018

    24-08-2018

    Technocentre Guyancourt

    Centre commercial Vélisy-Villacoublay

    Champs Elysée Paris

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

  • 2.11

    15

    20 21

    EEN BESTEMMING INVOEREN (5/13)

    “Uit Favorieten”

    Via het tabblad “Adres” 17 kunt u:– “Nieuw adres toevoegen”;– de navigatie naar uw “Thuis” of “Werk”

    starten.Via het tabblad “Route” 16 kunt u:– “Nieuwe route toevoegen”;– een route in de lijst met favoriete be-

    stemmingen starten.

    Gebruik het vergrootglas 13 om naar een adres of een in de routegeschiedenis op-geslagen adres te zoeken of om een nieuw adres in te voeren via het toetsenbord.Wanneer u “Thuis” 19 of “Werk” 18 voor het eerst selecteert, vraagt het systeem u een adres te registreren.Opmerking: er kan maar één “Thuis”-adres en “Werk”-adres in het multimediasysteem worden opgeslagen.

    13 14

    1918

    17 16

    Klik in het menu “Adres” 17 op “Nieuw adres toevoegen” 14:– “Naam” 20 uw nieuwe favoriete bestem-

    ming een naam geven;– “Adres” 21 voor toegang tot de volgende

    zoekfuncties: – “Een adres vinden”; – “Bellijst”; – “Point of interest”; – “Coördinaten”; – “Op de kaart”.Druk op het “Route”-tabblad 16 op “Nieuwe route toevoegen”:– “Naam” om uw nieuwe favoriete route

    een naam te geven;– “Route” voor toegang tot de volgende

    zoekfuncties: – “Als tussenstop toevoegen”; – “Als bestemming toevoegen”.U kunt zoeken met behulp van de volgende functies: – “Een adres vinden”; – “Bellijst”; – “Point of interest”.

  • 2.12

    EEN BESTEMMING INVOEREN (6/13)Ga via het submenu 15 naar:– “Bewerken”: – “Naam” 20 van de favoriete bestem-

    ming; – “Adres” 21 of “Route” van de favoriete

    bestemmingen volgens het geselec-teerde tabblad;

    – “Wissen” (selecteer één of meer adres-sen):

    – “Alles wissen”;– “Sort. op naam”.

    “Point of interest”

    Een nuttige plaats (NP) is een service, een gebouw of een toeristische plek, dichtbij een plaats (het vertrekpunt, de stad van bestem-ming, onderweg, enz.).De nuttige plaatsen zijn gerangschikt op ca-tegorie: tankstations, parkeerplaatsen, res-taurants, onderdak/overnachtingsmogelijk-heden enz.Selecteer het menu “Navigatie” en vervol-gens “Point of interest” om een bestemming te selecteren vanuit de nuttige plaatsen.Om veiligheidsredenen mogen

    deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

    22

    “Zoeken op naam”Voer in het 22 zoekscherm een NP-categorie, naam van een restaurant of winkel enz. inSelecteer de gewenste NP in de lijst met re-sultaten 23.Ga via het submenu 24 naar:– display “Online-resultaten”:– “Resetten” de zoekopdracht.

    Total Relais GuyancourtTotal

    Total Saint Cyr10 avenue de l’Europe, 78280 Guyancourt

    21 avenue Pompidou, 78210 Yveline

    23

    24

  • 2.13

    EEN BESTEMMING INVOEREN (7/13)“Zoeken op categorie”Het navigatiesysteem stelt verschillende NP’s in de geselecteerde categorie voor, af-hankelijk van het gekozen tabblad:– geen route actief: – “Huidige positie”; – “In een stad” (plaatsnaam invoeren).– als er een route actief is: – “Langs route”; – “Bestemming”; – “Huidige positie”; – “In een stad” (plaatsnaam invoeren).Ga via het submenu 24 naar:– display “Online-resultaten”:– “Sort. op prijs” (afhankelijk van de NP);– “Sort. op afs.”.

    Start Bellen

    Selecteer de gewenste NP in de lijst met treffers 23.Afhankelijk van de uitrusting kan het multi-mediasysteem worden gebruikt om:– u kunt rechtstreeks contact opnemen met

    sommige NP’s (om een reservering te maken of om informatie te vragen) door te drukken op “Bellen”;

    – de navigatie naar de geselecteerde NP te starten, door te drukken op “Start”;

    – de plaats van bestemming vooraf bekij-ken via de display 25.

    In het submenu kunt u het adres toevoegen aan uw favorieten.

    25

    BrandstofprijzenDe “Tankstation” NP geeft de tankstations rond uw positie weer, evenals de prijzen van de brandstof voor uw auto.De brandstofprijs is gekoppeld aan een be-paalde kleur van het controlelampje:– Groen: tankstations met de laagste prij-

    zen;– Oranje: tankstations met gemiddelde prij-

    zen;– Rood: tankstations met de hoogste prij-

    zen.

  • 2.14

    U kunt de gebieden selecteren en vervol-gens de “breedtegraad” en “lengtegraad” in-voeren met behulp van het numerieke toet-senbord.Wanneer u de coördinaten hebt ingevoerd, drukt u op “Start” om rechtstreeks naar deze bestemming te gaan of drukt u op”Kaart” om de details op de kaart weer te geven.Vanuit het submenu 26 drukt u op:– “UTM” om de coördinaten in te voeren in

    UTM-indeling;– “Eenheden en formaten”: decimale

    graden; decimale graden en minuten; de-cimale graden, minuten en seconden;

    – “Opslaan onder favorieten”.

    “Coördinaten”

    Vanuit het navigatiemenu drukt u op “Coördinaten”.Gebruik dit menu om een bestemming te zoeken door de coördinaten ervan in te voeren.

    26

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

    EEN BESTEMMING INVOEREN (8/13)

  • 2.15

    EEN BESTEMMING INVOEREN (9/13)

    “Route”

    Gebruik deze functie om een bestemming met bijbehorende stops te beheren. Druk in het hoofdmenu op “Navigatie”, selecteer het navigatiemenu en druk vervolgens op “Route” om toegang te krijgen tot de route-menu’s:

    “Route aanpassen”Gebruik deze functie om uw huidige route te wijzigen.U kunt de route wijzigen:– “Als tussenstop toevoegen”;– “Als bestemming toevoegen”.Selecteer de gewenste functie:– “Een adres vinden”;– “Bellijst”;– “Uit Favorieten”;– “Point of interest”;– “Coördinaten”;– “Op de kaart”.

    Als er een route actief is:– “Route annuleren”;– “Route aanpassen”;– “Te vermijden gebied”;– “Overzicht”;– “Route details”;– “Route simulatie”.Geen route actief:– “Route maken”;– “Te vermijden gebied”.

    “Route annuleren”Gebruik deze functie om de huidige route te annuleren.

    Route an-nuleren

    Route

    Route details

    Route maken

    Route simu-latie

    Te ver-mijden gebied

    Overzicht

  • 2.16

    EEN BESTEMMING INVOEREN (10/13)

    Druk op de knop “Tekenen” 30 om een “Te vermijden gebied” te maken.Druk kort op de kaart om de “Te vermijden gebied” 31 weer te geven.Maak een knijp- of spreidbeweging met uw vingers om het geselecteerde oppervlak te verkleinen of te vergroten.Druk op de knop “Opslaan” 32 om het gese-lecteerde gebied toe te voegen aan de lijst met te vermijden gebieden.Als u een “Te vermijden gebied” wilt wijzigen, selecteert u deze in de lijst met te vermijden gebieden en drukt u op de knop “Bewerken” op de kaart.

    32 34

    33

    Bordeaux, France

    Paris, France

    Nieuw te vermijden geb. toev.

    Opslaan

    Te vermijden gebiedTe vermijden gebied

    Druk in het submenu 34 van het menu “Te vermijden gebied” op:– “Wissen” (selecteer één of meer te ver-

    mijden gebieden);– “Alles wissen”.door te klikken op het vergrootglas 33 kunt u zoeken naar eerder opgeslagen te vermij-den gebieden.

    “Te vermijden gebied”Gebruik deze functie om een ingestelde of vaste geografische zone te vermijden.Druk in het menu “Te vermijden gebied” op “Nieuw te vermijden geb. toev.” of se-lecteer eerder opgeslagen zones. Druk op “Naam” 27 om deze te wijzigen met het nu-merieke toetsenbord.Als u bepaalde delen van snelwegen wilt vermijden, gebruikt u de knop 28.Druk in het 29 submenu op “Plaats select.” om handmatig het land en de plaats in te voeren.

    30

    28

    29

    27

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

    31

  • 2.17

    EEN BESTEMMING INVOEREN (11/13)Gebruik het submenu 37 voor toegang tot de volgende functies:– “Route annuleren”;– “Navigatiestem”;– “Alternat. routes”;– “Route details”;– “Instellingen”.

    “Route details”Met deze functie kunt u, met behulp van ver-schillende tabs, delen van de route in detail bekijken:– “Samenvatting”;– “Stratenlijst”;– “Stappen”.“Overzicht”

    Gebruik deze functie om uw route volledig op de kaart weer te geven.Als u deze functie wilt gebruiken, start u de navigatie en klikt u op “Route” in het naviga-tiemenu en vervolgens op “Overzicht”.Gebruik de 36-toets voor een “Visuele feed-back” van de plaats van bestemming.Opmerking: beschikbaar afhankelijk van de uitrusting.Druk op de knop “Annuleren” 35 om de hui-dige route te annuleren.

    35 37Annuleren Visuele feedback

    Snlst route

    Als een route actief is, gebruik dan de 38-schakelaar om terug te keren naar de cursorpositie nadat u zich over de kaart hebt verplaatst.Als er geen route actief is, gebruik dan de 38-schakelaar om de volledige rit te be-kijken nadat u zich over de navigatiekaart hebt verplaatst.

    38

    36

  • 2.18

    EEN BESTEMMING INVOEREN (12/13)

    39

    45

    druk op één van de etappes van de route 43 om de geselecteerde etappe weer te geven op de kaart met de mogelijkheid om terug te keren naar vorige etappes of naar voren te gaan naar volgende etappes met behulp van de pijlen 47.Op de balk 45 wordt informatie over elke etappe weergegeven (afstand, tijdsduur van de etappe en aankomsttijd).Als door bepaalde gebeurtenissen één van de etappes in uw route wordt verstoord, drukt u op de knop “Omleiding” om uw navi-gatiesysteem een omleiding 46 te laten be-rekenen.

    4643

    Omleiding

    Route detailsRue de Toul

    75m 00:10 00:05

    Op het “Stratenlijst”-tabblad 44 kunt u de route in detail bekijken.“Stappen”In de lijst met etappes 43 vindt u verschil-lende richtingen, straatnamen, de afgelegde afstand op elk moment van de route en de totale reistijd.

    43

    44

    Samenvatting

    Av. Daumesnil

    Rue Picpus

    Rue L. Braille

    Rue de Toul

    Porte Dorée

    300m

    125m

    200m

    75m

    350m

    00:00

    00:02

    00:09

    00:01

    00:04

    00:05

    00:07

    00:18

    00:19

    00:23

    Stratenlijst Stappen

    Route details

    “Route details”Op het tabblad “Samenvatting” 40 kunt u het volgende bekijken:– “Startpositie” 39;– “Aankomstpunt” 42;– “Genomen wegen” 41 (tolweg, veerboot,

    autoslaaptrein enz.).

    39

    42 41 40

    Startpositie

    Aankomstpunt

    Gekozen wegen

    Route details

    Samenvatting Stratenlijst Stappen

    47

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

  • 2.19

    EEN BESTEMMING INVOEREN (13/13)U kunt de snelheid van de simulatie wijzigen door op de knop 51 te drukken.Tijdens de simulatie, kunt u de ingestelde maximumsnelheid 54 evenals details in het 50-gedeelte (resterende afstand, aan-komsttijd en reistijd).Door op het gebied 50 te drukken wordt de simulatie uitgevoerd terwijl het overzicht van de route zichtbaar blijft.

    “Route simulatie”Gebruik deze functie om de af te leggen route tot aan de bestemming te simuleren.Druk op de toets 52 om de simulatie te stop-pen of te starten.Druk op de knop 53 om terug te keren naar het begin van de routesimulatie.

    54

    53

    50

    51

    52

    Technocentre

    Op het “Stappen” 49 kunt een samenvatting van de reis (afstand, reistijd aankomsttijd) bekijken.Als u op één van de etappes in de 48-lijst drukt, krijgt u de foto, naam, het volledige adres en de coördinaten van de locatie te zien.

    Samenvatting Stratenlijst Stappen

    Route details

    Huidige positie

    Av. Daumesnil

    Rue Picpus

    300m

    125m

    00:00

    00:00

    00:05

    00:05

    49

    48

  • 2.20

    VERKEER (1/2)

    3

    Voorzorgen betreffende de navigatieHet gebruik van het naviga-tiesysteem vervangt in geen

    enkel geval de verantwoordelijkheid noch de oplettendheid van de bestuur-der tijdens het rijden van de auto.

    2

    Druk in het beginscherm op “Menu”, “Navigatie”, daarna op het navigatiemenu 3 en vervolgens op “Verkeer” om toegang te krijgen tot de meest recente verkeersinfor-matie.De verkeersinformatiebalk op uw route 1 informeert u over verkeersproblemen in de vorm van punten op de kaart en geeft de be-langrijkste wegen aan.Via het submenu 2 hebt u toegang tot “Navigatie-instellingen”.Opmerking: de beschikbaarheid van de “Verkeer”-diensten kan variëren.

    “Verkeer”

    De “Verkeer”-functie maakt gebruik van real time online informatie.

    1

  • 2.21

    VERKEER (2/2)

    In het submenu 8 vindt u verschillende navi-gatie-instellingen. Zie hoofdstuk: “Navigatie-instellingen”.Gebruik “Alle omleiden” 9 om verkeersop-stoppingen te vermijden.

    Lijst met verkeersproblemen.Via de lijst met verkeersproblemen 5 hebt u toegang tot de details van de gebeurtenis-sen op uw route.Selecteer één van de problemen op de lijst 10 om dit in detail op de kaart weer te geven.

    Details van de verkeersmeldingTik op een van de items in de lijst met pro-blemen om de details te bekijken en het be-treffende deel van de route weer te geven op de kaart A.U kunt door verkeersproblemen bladeren met behulp van de pijlen 12 en u kunt het systeem instrueren om een geselecteerd probleem te vermijden door te drukken op de knop “Omleiding” 11.

    A

    5

    10

    11

    “Verkeer” schermKaart met verkeersproblemen 4 of lijst met verkeersproblemen 5.Als een route actief is, kunt u met het picto-gram 6 de route als een geheel centreren.Als een route niet actief is, kunt u met het pictogram 6 terugkeren naar de positie van de cursor nadat u zich over de kaart hebt verplaatst.Druk op de knoppen in- of uitzoomen 7 om de kaart aan te passen.

    89

    4 5

    Alle omleiden

    File 300m

    Voorzichtig 750m

    Werkzaamheden 1200m

    Ongevallen 2500m

    Verkeerskaart File

    Rue de Rivolis - 300m

    M° Saint Antoine - M° Tuilerie

    12

    Omleiding

    Alle omleiden

    7

    9 8

    6

  • 2.22

    NAVIGATIE-INSTELLINGEN (1/4)

    Menu “Navigatie-instellingen”

    Druk in het beginscherm op de kaart of druk in het hoofdmenu op “Navigatie”.Druk op het navigatiemenu en vervolgens op “Navigatie-instellingen”.

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

    “Route”Op het tabblad “Route” 1 vindt u de volgende instellingen:– “Soort route”;– “Alternatieve route inschakelen”;– “Verkeersomleiding gebruiken”;– “Tolwegen toestaan”;– “Snelwegen toestaan”;– “Veerboten toestaan”;– “Autotrein toestaan”;– “Automatische suggestie voor begelei-

    ding”;– “Downloadbare bestemmingen”;– “Wegen met tijdbeperking gebruiken”;– “Wegen met toltijdvakken (“vignet”) toe-

    staan”;– “Te vermijden gebied”;– “Onverharde weg toestaan”.

    “Soort route”Deze instelling geeft u de mogelijkheid tot een “Snel”-, “Eco”- of een “Kort”-route.“Alternatieve route inschakelen”U kunt een alternatieve route toestaan/blok-keren door op “ON” of “OFF” te drukken.“Verkeersomleiding gebruiken”U kunt omleidingen instellen en daarbij kunt u kiezen uit “Atlijd”, “Vragen” of “Nooit”.“Tolwegen toestaan”Met deze instelling kunt u het gebruik van tolwegen regelen en kunt u “Atlijd”, “Vragen” of “Nooit” instellen.21

    Route

    Navigatie-instellingen

    Verkeersomleiding ge-bruiken

    Atlijd

    Eco

    Vragen Nooit

    Soort route

    Alternatieve route inschakelen

    Kaart

    Snel Kort

  • 2.23

    “Wegen met tijdbeperking gebruiken”Met deze optie kunt u het gebruik van wegen die in de tijd beperkt zijn regelen en kunt u “Atlijd”, “Indien open” of “Nooit” instellen.“Wegen met toltijdvakken (“vignet”) toe-staan”Het gebruik van toegestane wegen op de route toestaan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.“Te vermijden gebied”De te vermijden gebieden toestaan/blokke-ren door op “ON” of op “OFF” te drukken.“Onverharde weg toestaan”Het gebruik van wegen die niet geschikt zijn voor auto’s op de route toestaan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.

    SubmenuVia het submenu 2 kunt u “Navigatie-instellingen” resetten.

    U hebt toegang tot de volgende instellingen:– Het programmeren van de navigatie toe-

    staan door te drukken op “ON” of “OFF”– “Automatische suggestie voor begelei-

    ding” door te drukken op “ON” of “OFF”– Verwijder het overzicht van de trajecten.“Bestemmingen downloaden”Vanaf uw telefoon kunt u een reis plannen en deze delen met het multimediasysteem. Raadpleeg het hoofdstuk over MY Renault voor meer informatie over de speciale app.Bij het starten van de auto informeert de multimediasystemen u over “U hebt een route op uw smartphone gepland”.U hebt de keuze tussen:– “Start”;– “Opslaan onder favorieten”;– “Negeren”.Bestemming delen toestaan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.

    NAVIGATIE-INSTELLINGEN (2/4)“Snelwegen toestaan”Het gebruik van snelwegen op de route toe-staan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.“Veerboten toestaan”Het gebruik van veerboten op de route toe-staan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.“Autotrein toestaan”Het gebruik van de autoslaaptrein op de route toestaan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.

    “Automatische suggestie voor begeleiding”Gebruik deze programmeerfunctie voor de navigatie om de vertrouwelijkheidsparame-ters die zijn gekoppeld aan uw navigatiege-gevens te programmeren.Het multimediasysteem analyseert uw da-gelijkse reizen en reistijden om een be-stemming voor te stellen zonder deze te configureren bij het starten van het multime-diasysteem. Bijvoorbeeld, thuis, werk, enz.

  • 2.24

    Deze toestaan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.Druk op de knop “Resetten” op het submenu om alle instellingen “ON” in te schakelen.“Autozoom”“Autozoom” toestaan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.

    NAVIGATIE-INSTELLINGEN (3/4)“Kaartkleur”Gebruik deze optie om de kaartkleuren voor “Auto”, “Dag” of “Nacht” in te stellen.“Tijdweergave”Gebruik deze optie om “Aankomsttijd be-stemming” of “Tijd tot bestemming” weer te geven.“Verkeerssituaties weergeven”Verkeer weergeven toestaan/blokkeren door op “ON” of “OFF” te drukken.“Verkeersbordherkenning”Dit menu verzorgt de volgende functies:– “Verkeersbordherkenning”;– “Snelheidswaarschuwing”;– “Weergave gevarenzone”;– “Waarschuwingsgeluid gevarenzone”.

    “Kaart”Op het tabblad “Kaart” 3 vindt u de volgende instellingen:– “Kaartkleur”;– “Tijdweergave”;– “Verkeerssituaties weergeven”;– “Verkeersbordherkenning”;– “Autozoom”;– “Mijn auto”;– “Kruising weergeven”;– “POI weergeven”;– “Weer weergeven”.

    Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitge-voerd worden als de auto stil-staat.

    3 4

    Route

    Navigatie-instellingen

    Kaartkleur Auto Dag Nacht

    Tijdweergave

    Verkeerssituaties weergeven

    Kruising weergeven

    Weer weergeven

    Kaart

  • 2.25

    “POI weergeven”Activeer/deactiveer de weergave van NP’s op de kaart:– “Tankstation”;– “Parkeerterrein”;– “Restaurant”;– “Accommodatie”;– “Reizen en een reis”;– “Winkelen”;– “Ziekenhuis”;– ...U kunt de NP rechtstreeks selecteren op de kaart. Het multimediasysteem stelt meer-dere mogelijkheden voor:– “Start”;– “Bellen”.Zie voor meer informatie “Nuttige plaatsen” in het hoofdstuk “Een bestemming invoe-ren”.

    NAVIGATIE-INSTELLINGEN (4/4)

    “Mijn auto”Als u het cursortype wilt wijzigen, drukt u op de pijl-links/pijl-rechts 6 en selecteert u het gewenste model.Als u uw selectie wilt bevestigen, blijft u bij het gewenste model staan en drukt u op de knop pijl-terug 5.“Kruising weergeven”Overzicht van het knooppunt toestaan/blok-keren door op “ON” of “OFF” te drukken.

    5 6

    Voertuig

    “Weer weergeven”De weergave voor het weer toestaan/blok-keren door op “ON” of “OFF” te drukken.

    SubmenuVia het submenu 4 kunt u “Navigatie-instellingen” resetten.

  • 2.26

  • 3.1

    Multimedia

    Media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2Foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4Video . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6De radio beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.8

  • 3.2

    MEDIA (1/2)

    Media-menu

    Druk in het hoofdmenu op “Media, of druk op snelkoppeling A in de meeste menu’s om naar de bronnen die op dat moment zijn in-geschakeld te gaan.Gebruik dit menu om muziek vanaf een ex-terne bron beluisteren (USB, AUX enz.). Kies een invoerbron verbonden met het sys-teem uit de volgende lijst:– “USB-1” (USB-poort);– “USB-2” (USB-poort);– “Bluetooth”;– “AUX” (plugaansluiting).Let op: de muziekbronnen zoals hierboven beschreven kunnen variëren afhankelijk van de configuratie.NB: u kunt enkel de beschikbare bronnen selecteren. De niet-beschikbare bronnen worden niet op het scherm weergegeven.

    Afspeelmodus B Informatie over de audiotrack die op

    die moment is wordt afgespeeld (titel van het nummer, naam van de artiest, albumtitel en afbeelding van de hoes als geladen van de bron).

    1 Sneltoets voor menu “Navigatie”. 2 Sneltoets voor menu “Telefoon”. 3 Naam van de bron die op dit moment

    wordt afgespeeld. 4 Snelkoppeling naar de afspeellijst ge-

    rangschikt op categorie.

    2 3

    B

    A

    6812 913 1011 7

    1

    1415 4

    5

    5 De lengte van de huidige audiotrack. 6 Toegang tot het submenu. 7 Herhalen van de track of afspeellijst

    aan/uit. 8 De huidige afspeellijst bekijken. 9 Kort drukken: volgende audiotrack af-

    spelen. Ingedrukt houden: snel vooruit. 10 Schuifbalk van huidige audiotrack. 11 De audiotrack onderbreken/hervat-

    ten. 12 Kort drukken (minder dan 3 secon-

    den): afspelen van de vorige audio-track.

    Kort drukken (langer dan 3 seconden): terugkeren naar het begin van de ac-tuele audio-track.

    Ingedrukt houden: snel achteruit. 13 In willekeurige volgorde afspelen van

    de audiotracks aan/uit. 14 Afspeeltijd van huidige audiotrack. 15 De audio-bronnen openen.

  • 3.3

    MEDIA (2/2)

    Vanaf het “Zoeken” menu hebt u toegang tot de afspeellijsten gerangschikt op cate-gorie (“Afspeellijsten”, “Artiesten”, “Albums”, “Podcasts”).NB: u kunt enkel de beschikbare bronnen selecteren. De niet-beschikbare bronnen worden niet op het scherm weergegeven.

    U kunt het afspelen sorteren op cate-gorie (“Afspeellijsten”, “Artiesten”, “Albums”, “Podcasts”).Tijdens het beluisteren van een track kunt u:– de huidige afspeellijst bekijken 8;– Ga naar de volgende track door op de

    toets 9 te drukken, of houd deze inge-drukt om snel vooruit te spoelen door de huidige track;

    – pauzeren door op 11 te drukken;– Ga naar de vorige track door op de

    toets 12 te drukken, of houd deze inge-drukt om snel terug te spoelen door de huidige track;

    – de schuifbalk 10 weergeven en deze ge-bruiken om het mediatype te selecteren.

    Opmerking: de weergave op het multime-diascherm kan variëren afhankelijk van de aangesloten invoerbron.

    U kunt wisselen tussen media met behulp van de knop op de bediening bij het stuurwiel.

    Modus “Lijst”Druk op de knop van de lijst om naar de hui-dige afspeellijst te gaan.NB: het systeem speelt standaard alle tracks af.Opmerking: de hierboven beschreven afspeellijsten variëren afhankelijk van de aangesloten invoerbron.

    Submenu 6Druk in het submenu 6 op de Audio-instellingen om naar de geluidsinstellingen (bas, balance, volume/snelheid enz.) te gaan.

  • 3.4

    – de foto laten roteren door op de toets 5 te drukken;

    – de diavoorstelling beginnen door op de toets 4 te drukken;

    – Druk op 6 om de wijzigingen op te slaan en naar het vorige scherm te gaan.

    FOTO (1/2)

    Menu “Foto”

    Druk in het hoofdmenu op “Apps” en daarna op de tab “Foto”.Kies een aangesloten invoerbron. Als de verschillende bronnen verbonden zijn, selecteert u één van de invoerbron-nen uit de volgende lijst om naar de foto’s te gaan:– “USB-1" (USB-poort);– “USB-2” (USB-poort).NB: het systeem kan sommige formaten niet lezen.Opmerking: de gebruikte USB-stick moet in FAT32-formaat geformatteerd zijn en moet een minimale capaciteit van 8GB en een maximale capaciteit van 64GB hebben.

    U kunt enkel foto’s tonen als de auto stil-staat.

    3SpelerU kunt ofwel alle foto’s in een slideshow be-kijken of slechts één foto bekijken.Tijdens het bekijken van de foto’s kunt u:– Naar de vorige of de volgende foto gaan

    door snel vegen van de voorvertoningsaf-beelding 1;

    – Overschakelen van normale modus (af-stellen) naar volledig scherm door te drukken op de 3 toets of door twee keer op de voorvertoningsafbeelding 1 te klik-ken;

    11

    256 4 3

  • 3.5

    FOTO (2/2)InformatieIn dit menu vindt u informatie over de foto’s (titel, type, toegangspad, formaat, resolutie).Opmerking: voor meer informatie over de compatibele fotoformaten raadpleegt u best een merkdealer.

    Selecteer profielIn dit menu kunt u de profielafbeelding wij-zigen. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.

    “Instellingen”In dit menu hebt u toegang tot de instellin-gen van de diavoorstelling:– de weergavetijd van elke foto in de slide-

    show wijzigen;– het animatie-effect tussen elke foto van

    de slideshow in te schakelen/uit te scha-kelen.

    Let op: het animatie-effect in de slideshow is standaard ingeschakeld.

    SubmenuDruk in het fotoweergavescherm op de toets 2 om:– gedetailleerde informatie krijgen over

    de foto (titel, bestandstype, datum, pad enz.);

    – de foto als foto voor het gebruikersprofiel te gebruiken;

    – naar de instellingen te gaan.

    26

  • 3.6

    Menu “Video”

    Druk in het hoofdmenu op “Apps” en daarna op het menu “Video”.Kies een aangesloten invoerbron. Als de verschillende bronnen verbonden zijn, selecteert u één van de invoerbronnen uit de volgende lijst om naar de video’s te gaan:– “USB-1" (USB-poort);– “USB-2” (USB-poort).Let op: sommige audioformaten en resolu-ties zijn incompatibel met het multimedia-systeem.Opmerking: de gebruikte USB-stick moet in FAT32-formaat geformatteerd zijn en moet een minimale capaciteit van 8GB en een maximale capaciteit van 64GB hebben.

    VIDEO (1/2)

    – pauzeren door op 6 te drukken;– Naar de volgende video gaan door op 5

    te drukken;– Klik twee keer op de voorvertoningsaf-

    beelding 1 om over te schakelen naar volledig scherm;

    – Druk op 9 om terug te keren naar het vorige scherm.

    Let op: bepaalde functies zijn uitsluitend beschikbaar op volledig scherm.Let op: de knoppen afspelen verdwijnen automatisch na 10 seconden tijdens het be-luisteren van een video op volledig scherm.

    Het afspelen van video’s is alleen moge-lijk bij stilstaande auto. Tijdens het rijden blijft alleen de soundtrack van de huidige video actief.

    1

    45679 8

    “Video”Tijdens het afspelen van een video kunt u:– Stel de helderheid af door te drukken op

    de 2 sleutel;– Stel het laadniveau van de weergave af

    door te drukken op de 3 knop;– Toegang tot het submenu 4;– Ga naar de vorige video door te drukken

    op 7 als de speelduur niet meer dan 3 se-conden is. Na 3 seconden start de video weer vanaf het begin;

    – Gebruik de schuifbalk 8;

    2 3

    4567

    98

    1

    2 3

  • 3.7

    VIDEO (2/2)InformatieIn dit menu vindt u informatie over de video (titel, type tijd, resolutie).NB: voor meer informatie over de compa-tibele bestandsformaten raadpleegt u best een merkdealer.

    “Instellingen”In het menu “Instellingen” kunt u de weerga-vemodus kiezen:– Normaal (afstellen);– volledig scherm.

    4

    Submenu Met het submenu 4, kunt u:– gedetailleerde informatie over de video

    (titel, bestandstype, datum, pad enz.) krij-gen;

    – naar de instellingen te gaan.

  • 3.8

    DE RADIO BELUISTEREN (1/5)

    9 610

    U kunt een opgeslagen station kiezen, de radiostations doorzoeken op frequen-tie of op lijst afhankelijk van de gekozen modus met behulp van de toets op het stuur.

    11

    1 2

    5

    34

    87 78

    A

    6 Toegang tot het submenu. 7 Toegang tot de volgende of vorige

    station. 8 Toegang tot de volgende of vorige fre-

    quentie. 9 Frequentie keuzebalk. 10 Terug naar het vorige scherm. 11 Het menu audio-bronnen openen.Let op: de beschikbare informatie hangt af van het gekozen station of de gekozen fre-quentieband.

    Menu “Radio”

    Klik in het hoofdmenu op “Radio”. Als er al een radiostation wordt afgespeeld, drukt u op de snelkoppeling zone A van een aantal de pagina’s op de “Navigatie” of “Telefoon” menu’s.

    “Radio” scherm 1 Logo van het radiostation dat nu

    wordt afgespeeld. 2 De naam van het huidige station en

    de frequentie. Tekstinformatie (artiest, nummer enz.).

    3 Indicatie van het inschakelen van de verkeersinformatie en stationvolg-functies.

    4 Toegang tot de handmatige invoer van de gewenste frequentie.

    5 Het station dat nu wordt afgespeeld opslaan “Voorkeuzes”.

    153

    11

    2

    A

    4

  • 3.9

    DE RADIO BELUISTEREN (2/5)

    Selecteer een frequentiebandSelecteer FM, AM of DR (digitale radio) door te drukken op “Bron” 11 op het multimedia-scherm.U kunt de frequentieband ook kiezen met behulp van de toets op de stuurkolom.

    Een radiostation opslaan via voorkeuzetoetsenGebruik deze functie voor het opslaan van het station dat nu wordt afgespeeld.Druk In modus “Frequentie” op de 5-knop of druk op het logo 1 van het huidige station en houdt dit ingedrukt. Selecteer een loca-tie (op één van de drie pagina´s 12) door te drukken op de locatie tot u een piep hoort.U kunt maximaal 27 radiozenders opslaan.

    12

    modus “Frequentie”Gebruik deze modus voor het selecteren van de radiostations of -frequenties in de huidige frequentieband. Om het golfbereik af te zoeken, hebt u twee mogelijkheden:– Zoeken op frequentie: de frequenties (in

    stappen van 0,5 Hz) zoeken door het achter elkaar drukken op de 8 knoppen of door de cursor op de keuzebalk 9 te ver-plaatsen;

    – automatisch zoeken op station: ga naar het vorige of het volgende station door op de 7-knoppen te drukken.

    9

    11

    8 87 7

  • 3.10

    DE RADIO BELUISTEREN (3/5)

    14

    Bron

    Als radiostations geen gebruikmaken van RDS of als de auto in een gebied is met slechte radio-ontvangst, worden de naam en het logo niet op het scherm weergege-ven. Alleen hun frequenties worden boven aan de lijst weergegeven.Let op: de beschikbare informatie hangt af van het gekozen station of de gekozen fre-quentieband.

    modus “Voorkeuzes”Geeft toegang tot de eerder opgesla-gen radiostations. Raadpleeg hoofdstuk “Voorkeuze opslaan” voor meer informatie.Druk op één van de 14-toetsen om het sta-tion te selecteren waarnaar u wilt luisteren.

    Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uit-gevoerd als de auto stilstaat.

    modus “Lijst”In deze stand kunt u een radiostation waar-van u de naam kent, gemakkelijk terugvin-den in een alfabetisch gerangschikte lijst.Doorloop snel de lijst om alle stations voorbij te laten komen. Het radiostation 13 waarop u bent gestopt, wordt aangezet. U kunt ook op een radiostation uit de lijst drukken.

    13

  • 3.11

    DE RADIO BELUISTEREN (4/5)

    Instellingen radio

    Radiotekst

    Regio´s

    I-verkeer

    “Radio-instellingen”Vanaf de instellingen kunt u de volgende items desgewenst in- of uitschakelen:– “Radiotekst”;– “Regio”;– TA/I-Traffic“Radiotekst”(Tekstinformatie)Sommige FM-radiostations FM zenden tekstinformatie uit over het beluisterde pro-gramma (bijvoorbeeld de titel van een lied). Activeer deze functie als u deze details zien.NB: deze informatie is enkel op bepaalde ra-diostations beschikbaar.“Regio”De frequentie van een FM-radiostation kan veranderen naargelang de geografische zone.Om tijdens het rijden naar eenzelfde radio-station te kunnen blijven luisteren, activeert u deze functie. Het audiosysteem volgt au-tomatisch alle frequentieveranderingen, zonder onderbrekingen.

    Submenu 6Gebruik het submenu 6 in een willekeurige modus om naar instellingen te gaan en de volgende radiofuncties in te stellen:– “Radio-instellingen”– Instellingen van het geluidsbeeld– “Geluidsinstellingen”– Open het instructieboekje van uw multi-

    mediasysteem.Zie voor meer informatie het hoofdstuk “Instellingen”.

    Wanneer de regiomodus wordt uitgescha-keld, als de signaalkwaliteit daalt, schakelt de radio over op een nieuwe frequentie die kan werken als een relais voor het station waar u naar luisterde.Opmerking: stations in eenzelfde regio kunnen andere programma’s uitzenden of andere namen gebruiken voor de service-programma’s.TA/I-Traffic(verkeersinformatie)Naargelang van het land, zorgt het audio-systeem als deze functie actief is voor het automatisch zoeken en luisteren naar ver-keersinformatie zodra deze door bepaalde FMradiostations uitgezonden wordt.Daarna moet u de frequentie van het sta-tion dat verkeersinformatie uitzendt selecte-ren. Als een andere bron wordt afgespeeld (USB, Bluetooth), zal deze automatisch worden onderbroken wanneer er verkeers-informatie is.

  • 3.12

    DE RADIO BELUISTEREN (5/5)“Geluidsinstellingen”In dit menu kunt u de volgende items instel-len:– “Bass-boost”: gebruik deze functie om de

    lage tonen te versterken/verminderen.– “Laag/Midden/Hoog”: gebruik deze func-

    tie om de lage tonen, middentonen of hoge tonen te versterken/verminderen.

    – Snelheidsafhankelijk volume: als deze functie is ingeschakeld, varieert het volume van het audiosysteem, afhanke-lijk van de snelheid van de auto. U kunt de gevoeligheid aanpassen of uitschake-len.

    Zie voor meer informatie het hoofdstuk “Instellingen”.

    Instellingen van het geluidsbeeldVanaf de instellingen kunt u de volgende items desgewenst in- of uitschakelen:– “Naturel”;– “Live”;– “Club”;– “Lounge”;– ...Let op: de lijst van de omgeving kan varië-ren afhankelijk van de uitrusting.

    Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uit-gevoerd als de auto stilstaat.

  • 4.1

    Telefoon

    Een telefoon koppelen, ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2Een telefoon verbinden, verbinding verbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.5Telefonische oproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.8Telefoonboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.11Oproepgeschiedenis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.13Een nummer samenstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.14SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.15Instellingen telefoon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.17Draadloze oplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.19

  • 4.2

    EEN TELEFOON KOPPELEN, ONTKOPPELEN (1/3) 8 Submenu. 9 Ga naar het menu “Data” 10 Naar het “Services”-menu gaan. 11 Naar het WIFI-menu gaan. 12 Naar het Bluetooth®-menu gaan. 13 Terug naar het vorige scherm.Let op: de beschikbaarheid van de internet-verbinding van de telefoon 5 hangt af van de uitrusting van de auto en kan alleen voor compatibele modellen worden ingescha-keld.

    Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uit-gevoerd als de auto stilstaat.

    Koppelen, met scherm verbinden 1 Lijst met gekoppelde apparaten. 2 Spraakherkenning telefoon. 3 Inschakelen/uitschakelen van de

    Bluetooth®-verbinding. 4 Een nieuw apparaat toevoegen. 5 Inschakelen/uitschakelen van de in-

    ternetverbinding van de telefoon. 6 Inschakelen/uitschakelen van de me-

    diafunctie. 7 Inschakelen/uitschakelen van de

    “Telefoon”-mediafunctie.

    Telefoonmenu

    Druk vanuit het beginscherm op “Telefoon” of (als er al een telefoon is verbonden) druk op de snelkoppeling A als het “Telefoon”-menu verschijnt. Met deze functie kunt u uw tele-foon koppelen aan het multimediasysteem.NB: als er geen telefoon met het multime-diasysteem is verbonden, worden bepaalde menu's uitgeschakeld.

    Op de site https://easyconnect.renault.com vindt u een lijst met compatibele te-lefoons.

    8910111213

    1 32

    4567

    A

  • 4.3

    EEN TELEFOON KOPPELEN, ONTKOPPELEN (2/3)

    Vanaf het hoofdmenu van uw multimedia-systeem:– Druk op “Telefoon”. Op het scherm ver-

    schijnt een bericht waarin u wordt ge-vraagd om een telefoon aan het systeem te koppelen;

    – druk op “Ja”. Het multimediasysteem zoekt in de buurt naar telefoons waarvan Bluetooth® is ingeschakeld;

    – kies uw telefoon in de lijst.

    Op de site https://easyconnect.renault.com vindt u een lijst met compatibele te-lefoons.

    Een telefoon koppelenVoor het eerste gebruik van uw handsfree systeem moet u uw Bluetooth® mobiele telefoon koppelen aan het multimediasys-teem. Controleer of de Bluetooth® van uw mobiele telefoon is ingeschakeld en stel de status in op “zichtbaar”.Raadpleeg voor meer informatie over het zichtbaar maken van uw telefoon het in-structieboekje van uw telefoon.Geef, naargelang van het model en als dit wordt gevraagd, de code Bluetooth® in op uw telefoon om deze te koppelen aan het multimediasysteem, of bevestig het koppe-lingsverzoek.Uw telefoon kan u vragen om het delen van uw contacten, oproeplogs en media toe te staan. Accepteer het delen om deze ge-gevens in het multimediasysteem terug te vinden.

    – Selecteer de te koppelen functies op de telefoon;

    – “Telefoon”-functie : toegang tot het tele-foonboek, oproepen doen en ontvan-gen, toegang tot de oproepgeschie-denis enz.;

    – Mediafunctie: toegang tot de muziek; – Hotspotfunctie: toegang tot het

    Internet via de telefoon.– druk op “OK” om te bevestigen.Opmerking: het pictogram van de functie geeft aan of deze functie is geactiveerd.Uw telefoon is gekoppeld aan het multime-diasysteem.NB: het multimediasysteem kan tot zes tele-foons onthouden.

    De telefoon verbinden ...

    Annuleren OK

    Selecteer de diensten die u wilt gebruiken

    Eerder gebruikte diensten zullen automatisch worden ontkoppeld

  • 4.4

    EEN TELEFOON KOPPELEN, ONTKOPPELEN (3/3)Een nieuwe telefoon koppelenNieuwe telefoon koppelen aan het multime-diasysteem:– Schakel de Bluetooth®-verbinding op uw

    telefoon in en stel de status in op “zicht-baar”;

    – kies in het hoofdmenu “Telefoon”, het submenu, “Lijst met BT-apparaten”, “Nieuw apparaat toevoegen”;

    – selecteer de te koppelen functies op de telefoon;

    – druk op “OK” om te bevestigen.Opmerking: het pictogram van de functie geeft aan of deze functie is geactiveerd.Uw telefoon is gekoppeld aan het multime-diasysteem.U kunt zes telefoons tegelijk koppelen.

    Submenu 8Ga via het submenu 8 naar:– gekoppeld apparaat verwijderen;– alle gekoppelde apparaten verwijderen;– toegang tot de goedgekeurde apparaten

    (waardoor u Renault aangesloten dien-sten kunt gebruiken).

    Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uit-gevoerd als de auto stilstaat.

    Een telefoon ontkoppelenOm uw telefoon van het multimediasysteem te ontkoppelen:– selecteer in het hoofdmenu “Telefoon”,

    submenu daarna “Lijst met BT-apparaten” en selecteer de te ontkoppelen telefoon;

    – selecteer in het hoofdmenu “Instellingen”, “Systeeminstellingen”, “Apparaten” en de te ontkoppelen telefoon.

  • 4.5

    Automatische verbindingZodra het multimediasysteem ingeschakeld is, zoekt het handsfree telefoonsysteem de gekoppelde telefoons met Bluetooth® geac-tiveerd in de buurt. Het systeem downloadt automatisch de gegevens van de laatst aan-gesloten telefoon (telefoonboek, muziek...).Opmerking: bij het automatisch verbinden van uw telefoon met het multimediasysteem worden enkel gegevens gedownload (tele-foonboek, muziek, contactpersonen ...) als u bij het koppelen van uw telefoon aan het multimediasysteem de toestemming hebt gegeven voor het delen van gegevens. Zie “Een telefoon koppelen, ontkoppelen” voor meer informatie.

    EEN TELEFOON VERBINDEN, VERBINDING VERBREKEN (1/3)Een telefoon verbindenEen telefoon kan geen verbinding maken met het handsfree telefoonsysteem als het niet eerst daaraan is gekoppeld. Zie “Een telefoon koppelen, ontkoppelen” voor meer informatie.Uw telefoon moet verbonden zijn met het handsfree telefoonsysteem om toegang te kunnen hebben tot alle functies.

    Handmatig verbindenIn menu “Telefoon” - submenu “Lijst met BT-apparaten” verschijnt een lijst met gekop-pelde telefoons.Selecteer de telefoon die u wilt koppelen en controleer of Bluetooth® is ingeschakeld en ingesteld op “Zichtbaar”.Opmerking: als er een telefoongesprek gaande is tijdens de aansluiting van de te-lefoon, wordt dit automatisch overgezet naar de luidsprekers van de auto.

    Op de site https://easyconnect.renault.com vindt u een lijst met compatibele te-lefoons.

    Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uit-gevoerd als de auto stilstaat.

  • 4.6

    EEN TELEFOON VERBINDEN, VERBINDING VERBREKEN (2/3)Selecteer uw telefoon in de getoonde lijst en selecteer vervolgens de functies van de te-lefoon die u wilt aansluiten: – “Telefoon” 1; – Media 2; – Internetverbinding 3 voor telefoon.Opmerking: de beschikbaarheid van de te-lefoon-internetverbinding 3 hangt af van de uitrusting van de auto en kan alleen voor compatibele modellen worden ingescha-keld.Opmerking: het pictogram van de functie geeft aan of deze functie is geactiveerd.NB: bij sommige telefoons kunnen de gege-vens automatisch worden overgezet.Opmerking: bij sommige telefoons wordt de mediafunctie niet geactiveerd tenzij de tele-foon minstens één muziekbestand bevat.

    Een gekoppelde telefoon wijzigenVia menu “Telefoon”, submenu 4,“ Lijst met BT-apparaten”:– Deselecteer de functies die u wilt uitscha-

    kelen voor de telefoon die u momenteel gebruikt;

    – selecteer de functies die u wilt inschake-len op een andere telefoon die al is ge-koppeld en in de lijst staat.

    Selecteer de te verbinden telefoon via “Instellingen”, “Systeeminstellingen, Apparaten”.Opmerking: om een andere telefoon te ver-binden, dient u eerst meerdere telefoons te hebben gekoppeld.

    321

    4

    Een telefoon verbindenVoor rechtstreekse toegang tot uw tele-foonboek, muziek en internetverbinding van uw telefoon via het multimediasysteem, moet u het delen van gegevens toestaan in menu “Telefoon”, submenu “Lijst met BT-apparaten” Bluetooth®.De lijst met gekoppelde telefoons verschijnt.

  • 4.7

    Verbinding met een telefoon verbrekenVia