~Pu; six little dear ones~ update 4.

Post on 05-Dec-2014

296 views 0 download

description

 

Transcript of ~Pu; six little dear ones~ update 4.

“Hee allemaal.” fluistert de jongen ons toe. “Ik ben Nils Montac.” Het is vijf uur 's ochtends, bedenken we ons nu. Hij is vroeg wakker. “Hebben jullie zin om een dag in mijn leven te zien? Mijn ochtend begint bijna altijd hetzelfde. Ik word wakker, bijna tegelijk met mijn zus.”

We lopen met Nils mee naar de kamer van zijn zus. “Hee Lynn.” mompelt hij dan. “Morge Nils.” glimlacht Lynn terug, en ze geeft hem een knuffel als begroeting. “Bezoek?” vraagt ze, en ze knikt naar ons. “Ja, pap en mam kunnen ze blijkbaar niet zien, dus heb ik ze maar binnengelaten.” We staan er een beetje bedremmeld bij te kijken. “Ik maak muffins.” meld Nils dan ineens enthousiast. “Willen jullie ook?” vraagt hij dan aan ons. “Nee, hoor, we hebben net ontbeten, doe maar alsof we er niet zijn.” is het commentaar.

Op het kleine speelgoedoventje in de keuken (dat blijkbaar echt werkt) maakt Nils beslag klaar, proeft het en zet het in de oven. Al snel heeft hij twee muffins op tafels staan. Grote muffins. Echt grote muffins.

Vrolijk beginnen ze aan hun ontbijt. Ze hoeven niet te haasten, het is zaterdag. Plotseling -ze schrikken meteen op- klinkt er gehuil uit een van de slaapkamers. “En goedemorgen Fons.” mompelt Lynn, die, zo hebben we door Nils toevertrouwd gekregen, soms last heeft van en ochtend humeur. Hij glimlacht om zijn chagrijnige zus.

Bijna onmiddellijk na de start van het gehuil komt een jonge vrouw, Brooke, uit een slaapkamer vlak bij de keuken gelopen. “Morge jongens.” begroet ze Lynn en Nils vrolijk. Ze loopt meteen door naar wat waarschijnlijk de kinderkamer is.

Vrij snel komt ze terug met Fons op haar arm. Terwijl ze hem op één arm balanceert maakt ze de koelkast open, pakt er een flesje uit en schopt voor het gemak met haar voet de koelkastdeur dicht. “Hebben jullie al voor jullie eigen eten gezorgd?” vraagt Brooke terwijl ze Fons zijn fles geeft. (een ware moeder, zo goed is ze in multitasking, vinden we.) Lynn knikt. “Ja, Nils heeft muffins gemaakt. Lekker zijn ze joh!” Nils bloost. “Och, het is makkelijk...”

Voor Brooke nog iets kan zeggen gaat de slaapkamerdeur weer open, en Nick komt naar buiten. Hij gaapt zijn mond wijd open en sloft richting de badkamer. “Moggûh.” begroet hij zijn familie slaperig. Nils en Lynn kunnen het niet laten te giechelen, en ook Brooke houdt haar lachen maar met moeite in. Nick is niet echt een ochtend-mens.

Brooke gooit Fons' flesje in de prullenbak, verschoont zijn luier en legt hem op zijn matje. Onmiddellijk begint Fons vrolijk te spelen met de hangers boven de mat. Buiten klinkt getoeter. “Fuck!” gilt Brooke, zo gestrest dat Fons beledigd opkijkt van zijn speelgoed. Brooke, nog in pyjama rent naar de badkamer en komt even later met haar borstel nog in haar haren, maar aangekleed. Ze gooit de borstel op de bank en loopt naar buiten.

Daarna snelt ze naar de deur en stapt in de auto die nu al een kwartier voor de deur staat te wachten en er -wonderbaarlijk genoeg- nog mopperend staat te wachten. De auto rijd weg zodra Brooke de deur achter zich sluit.

Nick komt, aangekleed en wel, met een kommetje havermout bij de tweeling aan tafel zitten. Hij gaapt nog lichtelijk, maar hij ziet er toch wakkerder uit dan net. “Moeten jullie je niet aan gaan kleden zo langzamerhand?” Nils schud zijn hoofd en Lynn grinnikt zachtjes.

Nick kijkt zijn kinderen raar aan. Nils vangt zijn blik op en verklaart: “Pap. Het is zaterdag.” Nick bloost. “Wist ik wel.” Daarna dringt het pas echt tot hem door. Vloekend stormt hij naar de telefoon om een oppasser te bellen.

Maar als de carpool er al geruime tijd staat, is er nog geen enkel teken van de oppasser. Nick staat inmiddels ongeduldig te wachten, zelfs al is de carpool er al.

Als de carpool al bijna een half uur weg is, en er nog steeds geen oppasser aan is komen rijden, loopt Nick met een zucht naar binnen. Hij zal zich ziek moeten melden. Alweer.

Maar Nick heeft echt een pechdag. Als hij net een kwartier zit te lezen, omdat hij zich ziek heeft gemeld, komt de oppasser tóch de straat in rijden!

Leentje stapt zonder commentaar uit zoals ze dat altijd doet, en loopt zonder excuus langs Nick naar binnen. Nick vloekt binnensmonds, maar besluit pas tegen haar uit te varen als hij weer thuis komt van zijn werk. Nu kan hij nog snel naar het werk om wat te verdienen.

We lopen terug naar de tweeling, die vanachter het hek van de tuin het hele gebeuren gevolgd hebben. Lynn ademt de frisse zomerlucht in en voelt zachte vleugels van vlinders langs haar armen gaan.

Als Lynn de kamer binnenkomt om iets te drinken te halen ziet ze dat Leentje in elk geval wel Fons gevoerd heeft...

...en het flesje op de grond heeft gegooid. Lynn zucht. Nils en zei hebben haar nooit echt gemogen, maar dit is een gewoonte waar Lynn echt van baalt. Zo veel werk is het toch niet om gewoon een flesje in de prullenbak te gooien?! Lynn zucht nogmaals en stopt het flesje in de prullenbak voordat ze weer naar buiten loopt.

Buiten komt de blauwe lucht haar snel weer tegemoet. Nils begroet haar vrolijk. “Weet je waar ik zin in heb?” vraagt hij. Lynn antwoord niet. “Boompje klimmen!” Lynn schud haar hoofd. “Straks. Ik wil even bij Fons kijken.” Nils kijkt haar raar aan. “Hoezo? Leentje is er toch?” Maar niemand zou de twijfel in zijn stem kunnen ontkennen. Als Lynn naar Leentje knikt die buiten aan de schaaktafel is gaan zitten, word alle twijfel weggenomen en lopen ze naar Fons' slaapkamer.

Nils balt zijn vuisten als hij zijn broertje spartelend en zachtjes huilend half onder de wieg ziet liggen. Hij is boos, nee, woedend. Hij haat het dat hij als klein kind niet kan helpen, het gehuil klinkt als een marteling. En dan, zomaar vanuit het niets, slaakt hij een harde kreet, die wonderbaarlijk genoeg iets weg heeft van babygehuil. Fons kijkt hem verbaasd aan en is meteen stil. “Wegwezen.” sist Nils tegen Lynn, die het hele tafereel met een wit gezicht heeft aangekeken.

Nils krijgt gelijk. Leentje kán buiten het gehuil niet ontkennen en loopt de kamer binnen, waar ze Fons luid gapend op de grond ziet. Ze pakt hem mopperend op en legt hem in de wieg.

Zo zit de tweeling even later zelfvoldaan in de enige boom in de tuin. Het is een beetje, of nee, érg krapjes, maar de twee trekken zich er niets van aan. Lynn zit half bij Nils op schoot en Nils... zit eigenlijk best wel lekker.

Lynn ademt diep in en staart tussen de blaadjes door naar de blauwe hemel. Ze houdt van de natuur. Ook Nils houdt van het uitzicht. Ze wonen in Wenswijk, vlak naast Rivierbloessemheuvel, de buurt die bekend staat als buurt van de natuur. Als je heel goed kijkt kun je landerijen en boomgaarden vanaf hier al zien.

“Wij redden ons wel.” glimlacht hij. Lynn knikt. Waarom ze nou zo nodig een oppasser moeten hebben blijft voor haar een raadsel. Oke, ja, voor Fons, maar over drie weken worden ze tiener en dan is het helemaal niet meer nodig. Tegen die tijd is Fons trouwens ook al (bijna?) kind.

Nils knijpt nog één keer zijn ogen genietend dicht. “Laten we maar naar beneden gaan, Papa komt zo thuis.” Lynn knikt “Misschien is dat beter ja. Hij heeft het er nooit zo op als we in de boom zitten. Bovendien kunnen we misschien beter in een goed blaadje zitten als we hem willen overtuigen dat de oppasser niets is.”

In één grote sprong springt Lynn naar beneden en land precies op haar voeten. Nils daarentegen kijkt als een kat in een boom bang naar beneden. “Kom schijterd, springen!” spoort Lynn hem aan. Nils heeft het er toch niet op en klimt voorzichtig langs de stam naar beneden. Zo gezegd, zo gedaan, ze gaan aan de schaaktafel zitten.

En al vrij snel vallen dikke druppels uit de hemel. Nils kijkt even boos naar boven, maar ze onderbreken hun spel niet.

En dan, plotseling, komt er een carpool de straat in rijden. De druppels spatten uiteen op het dak en de motorkap. Nick stapt, 4 uur te vroeg voor zijn normale aankomst, uit. Zijn gezicht staat op onweer. Ontslagen.

Nick bijt op zijn lip en denkt terug aan het gesprek van net. Zijn baas had hem naar zijn kantoor geroepen nadat hij net een uur bezig was met zijn werk. Toen hij het grauwe kantoor binnenstapte en zijn baas achteloos zijn hand richting een stoel in de andere kant van de kamer zwaaide, wist Nick dat het mis was. Hij had zich óf niet ziek moeten melden, óf dan niet naar het werk moeten komen.

“Ik dacht dat jij ziek was Montaq.” had hij gezegd. “Maar Petersen zag je gewoon piano's stemmen in de zaak zoals je dat altijd moet doen. Alleen een uur te laat.” Nick had op zijn lip gebeten, ziende waar het gesprek hem heen leidde. “Mensen zoals jij kunnen we hier niet gebruiken Nick Montaq, het spijt me, je bent ontslagen.” Hij had het nog geprobeerd uit te leggen, geprobeerd te vertellen wáárom het zo was. Maar ja, ergens diep van binnen wist hij dat het de waarheid was.

Nick zucht, zet zijn vrolijkste gezicht op en zwaait naar zijn kinderen. Dan loopt hij naar binnen. Nils schud zijn hoofd. Het is de tweeling niet ontgaan hoe 'vrolijk' Nick de carpool uitstapte. Daarentegen zien ze ook de voordelen. Leentje verwacht nooit een ouder eerder thuis.

Als Nick de woonkamer binnenkomt en rond kijkt kan hij zijn ogen niet geloven. De kostbare geldboom, volledig vetgemest en vandaag rijp voor de oogst... Leeg. Leentje, op de bank, voor de tv en in de verte hoort hij Fons huilen. De tweeling had gelijk.

Nick raapt al zijn woede bijeen, duwt zijn teleurstelling weg, en roept met zijn meest bedwongen stem: “Leentje?” De vrouw draait zich geschrokken om en komt naar haar toe. “Leentje, je bent ontslagen. Je hebt niet gedaan waarvoor je bent aangenomen. Juíst niet.” vervolgt hij, met bedwongen stem. Leentje's gezicht betrekt, maar zonder commentaar loopt ze de deur uit.

Nick schud zijn hoofd en kijkt de oppasser na. Hij gaat op de bank zitten en ondersteunt zijn hoofd met zijn handen. Het is echt niet zijn dag.

Lynn kijkt door het raam en stopt de schaakstukken weg. “We moeten pap even opvrolijken geloof ik.” Nils kijkt langs Lynn naar zijn vader en knikt. Hij ziet er niet echt vrolijk uit.

Ze lopen naar binnen en gaan naast hem zitten. “Wat is er gebeurd pap? Iets op het werk?” vraagt Nils, zijn nieuwsgierigheid bedwingend om serieus te klinken. Nick knikt. “Ik ben ontslagen.” Lynn legt een hand op zijn bovenbeen. “We dachten al zoiets.”

Nick glimlacht voorzichtig. “Ben ik er zo slecht in om dat te verbergen?” Lynn knikt heftig. “Pap?” vraagt Nils, “Kun je niet gewoon opbellen en het alsnog uitleggen? Als het lukt heb je je baan terug, en zo niet, dan heb je het toch geprobeerd.” Lynn knikt goedkeurend naar Nils. Haar ogen spreken voor zich: 'Goedzo.'

“Maar dat doet hij toen nooit jongens.” mompelt Nick onzeker. Lynn schud haar hoofd. Samen met Nils trekt ze hem omhoog, richting de telefoon. Nick glimlacht waterig en toetst dan toch het nummer in.

“Wij staan achter je pap.” fluistert Nils. “Ja pap, vertel hem de waarheid!” is Lynn's mening.

“...?”“Met Nick Montaq meneer.”“...?!”“Ik bel om de situatie uit te leggen.”Zijn baas slaakt een zucht. “...”Stotterend legt Nick uit was er die dag gebeurd is.“Snapt u?”“...”“Ja.”

“...”“Ja, dat begrijp ik.”“...!”“Oke, het spijt me u te storen.” mompelt Nick knarsetandend.“...”Nick hangt op. Mislukt.

Nick ploft neer aan de keukentafel. “En pap?” vraagt Lynn nieuwsgierig. “Hij zei dat hij iemand die liegt echt niet kan gebruiken.” verzucht Nick, de details achterwege latend.

“Je hebt het tenminste geprobeerd pap.” vind Nils. Lynn knikt. “Je zoekt gewoon een andere baan, daar wil je niet eens meer werken! Desnoods werk je thuis.” Nick glimlacht. Er klinkt getoeter van de carpool. “En daar is mama.”

Brooke komt inderdaad even later vrolijk de woonkamer in lopen. Ze kust Nick op zijn voorhoofd en zwaait naar de tweeling. “Hee allemaal.” groet ze. “Wat is er Nick?” vraagt ze, als ze zijn gezicht ziet. “Ontslagen.” mompelt Nick.

Brooke loopt naar de kinderkamer en komt terug met Fons op haar arm. “Misschien kan dit jochie je opvrolijken?” vraagt ze met een glimlach. Fons brabbelt vrolijk en grijpt naar haar haren. Nick glimlacht. “Dit jochie, die kinderen, en deze prachtige vrouw.” hij kust haar zachtjes.

Tot de volgende keer!Tot de volgende keer!