Post on 30-Jan-2021
Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen
in de huisartsenzorg
Versie 1.4
10 februari 2015
Pagina 2 van 27
Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen
in de huisartsenzorg
Versie 1.4
TR. van Althuis, M. Bouma, NHG
Pagina 3 van 27
Inhoudsopgave
Wijzigingen in versie 1.1 ........................................................................................................... 4 Wijzigingen in versie 1.2 ........................................................................................................... 4 Wijzigingen in versie 1.3 ........................................................................................................... 4 Wijzigingen in versie 1.4 ........................................................................................................... 5
Inleiding ..................................................................................................................................... 6 Leeswijzer .............................................................................................................................. 6 Achtergrond ............................................................................................................................ 7 Werkwijze .............................................................................................................................. 7 Indicatoren, waarde en beperkingen ....................................................................................... 8
Beheer ..................................................................................................................................... 9
Beschrijving van indicatoren Astma bij Volwassenen ............................................................. 10
Literatuur .................................................................................................................................. 13 Bijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicator ....................................................... 14 Bijlage 2, Rapportages ............................................................................................................. 18 Bijlage 3, Registratie aanwijzing voor de huisarts ................................................................... 19 Bijlage 4, Berekening leeftijd, duur inschrijving en duur hoofdbehandelaar .......................... 21
1. Indicatoren en leeftijden ................................................................................................ 21 2. Duur inschrijving ........................................................................................................... 23
3. Duur hoofdbehandelaar huisarts .................................................................................... 23 Bijlage 5, Specificaties Uitspoelformaat Indicatoren “Astma bij Volwassenen” .................... 24
Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1 ............................................................ 25 Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2 ............................................................ 26
Pagina 4 van 27
Wijzigingen in versie 1.1
De indicatoren 1-3 worden nu omschreven als percentage ten opzichte van de gehele praktijkpopulatie in plaats van een percentage ten opzichte van een deelpopulatie.
Hierdoor verbetert de consistentie met andere indicatorensets.
16 jaar valt binnen de inclusie criteria van deze set
Indicator 7 zoekt nu op meerdere vormen van een reversibiliteitstest bij spirometrie (post broncho-dilatator of post-steroïd)
Indicator 8 omschrijving codes van antistof testen in bloed en huidpriktesten. De testen voor huisstofmijtallergie worden representatief geacht voor het standaardpakket
Indicator 9 bij de controle dient een volledige spirometrie verricht te worden, dus inclusief beoordeling reversibiliteit post bronchodilatatie.
Indicator 10 zoekt nu ook naar de ATC codes van combinatie preparaten
Toegevoegd: indicator 13 met betrekking tot het saneringsadvies
Toegevoegd: bijlage 4, Registratie aanwijzing voor de huisarts
Toegevoegd: bijlage 5, Uitspoel specificaties
Wijzigingen in versie 1.2
28 juli 2011
Unieke identificatie nummers toegevoegd uit tabel diagnostische bepalingen
Indicator 4, % patiënten waarvan rookgedrag bekend is, kende twee varianten in de specificaties voor de berekening. Dit is nu beperkt tot één uniforme berekening.
Indicator 4: in de formule ‘en’ vervangen door ‘of’
Indicator 9: noemer in de formulering toegevoegd
Niet genummerde parameter voor indicator 10: formule aangepast, selectie op ATC code R03A
Indicator 10, formule gewijzigd, teller is R03A en R03B
Bepaalde tekst en opmerkingen verwijderd die niet meer relevant of actueel waren.
Wijzigingen in versie 1.3
22 januari 2014
Tekstueel op pagina 10 bij onderscheid intermitterend en persisterend astma: intermitterend ≤ 2 symptomen per week
Toegevoegd: toelichting dat wanneer een ICPC-code is aangeduid op rubrieksniveau, de onderliggende ICPC-subcodes zijn geïncludeerd
Hoofdbehandelaar aangescherpt: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer (≥ 12 maanden)
Indicator 10: % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders én minimaal één voorschrift inhalatiecorticosteroïden in de groep patiënten met chronisch
gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen 12 maanden: formule
aangepast zodat beter rekening wordt gehouden met combinatiepreparaten;
noemer, luchtwegverwijders: R03A (≥ 3 voorschriften)
teller, inhalatie corticosteroïden en luchtwegverwijders: (R03BA of R03AK06 of
R03AK07 (1 voorschrift)) en R03A (≥ 3 voorschriften);
Waar van toepassing is chronisch gebruik van medicatie nader gespecificeerd als 3 of meer voorschriften
Pagina 5 van 27
Indicator 7, % patiënten waarbij ooit een diagnostische spirometrie is uitgevoerd: vervalt.
indicator 8, % patiënten waarbij ooit onderzoek is gedaan naar allergie: formulering van de betreffende bepalingen herzien.
Indicator 9: het aantal metingen om vast te stellen dat er een adequate spirometrie is uitgevoerd is uitgebreid.
Indicator 11: influenza vaccinatie: ATC-code J07BB toegevoegd als alternatief voor het vaststellen van influenza vaccinatie
Indicator 14, nieuw: % patiënten waarbij zich in de afgelopen 12 maanden 2 of meer (nieuwe) exacerbaties hebben voorgedaan (3014, COEX RQ)
Indicator 15, nieuw (pilot): % patiënten waarbij in de afgelopen 12 maanden 2 of meer corticosteroid stootkuren zijn voorgeschreven
Toegevoegd: bijlage toegevoegd met definities en instructies over oa. leeftijden, inschrijvingsduur
Aankondiging: in de volgende versie wordt overwogen om de bepaling ‘geen geregelde zorg (astma)’, 1788, te gebruiken om patiënten te excluderen die om
medische redenen niet in aanmerking komen voor een geprotocolleerd zorgaanbod.
Kolom toegevoegd in de overzichten met indicatoren. Hierin wordt aangegeven of het een vastgestelde indicator is of een aanvullende indicator met een voorlopig of
experimenteel karakter. Deze aanvullende indicatoren zijn toegevoegd in overleg met
betrokken partijen en zijn bedoeld om (variaties in) uitkomsten nader uit te diepen en
voor intern gebruik.
Wijzigingen in versie 1.4
10 februari 2015
Bij indicator 11, influenza vaccinatie, is voor de ICPC code R44 toegevoegd: op E- of P-regel
Aanpassingen volgens de nieuwe NHG Standaard Astma bij volwassenen volgen in de
komende versie van de indicatoren.
Pagina 6 van 27
Inleiding
Dit document beschrijft de indicatoren voor astma bij volwassenen in de huisartsenzorg zoals
vastgesteld door de besturen van het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Landelijke
Huisartsen Vereniging op 29 mei 2008.
NHG en LHV zijn van mening dat deze indicatoren geschikt zijn voor het in beeld brengen
van de zorg voor patiënten met astma voor intern gebruik en ook geschikt zijn voor
rapportage aan derden over de zorg in de huisartsenpraktijk.
Leeswijzer
Achtereenvolgens komen kort aan de orde de achtergrond voor het samenstellen van deze
indicatorenset en de gevolgde werkwijze. Vervolgens wordt ingegaan op de waarde en
beperkingen van indicatoren. Hierna wordt het verdere beheer van de set indicatoren
aangestipt. Het document besluit met het overzicht van de indicatoren voor astma bij
volwassenen in de huisartsenzorg. Het overzicht geeft een beschrijving van de indicatoren,
geeft het type indicator aan en duidt per indicator aan uit welke bron deze indicator afkomstig
is dan wel overeenkomt met indicatoren zoals voorkomen in deze bronnen.
In een aantal bijlagen vindt u de volgende informatie.
Bijlage 1 Beschrijving van benodigde data per indicator
Bijlage 2 Rapportages
Bijlage 3 Registratieaanwijzingen voor huisarts
Bijlage 4 Uitspoel specificaties
Pagina 7 van 27
Achtergrond
Deze set van indicatoren is een uitwerking van het Project Uniforme Rapportage. In dit
project worden indicatoren die door verschillende partijen zijn ontwikkeld geharmoniseerd en
nader geoperationaliseerd. Het gaat hierbij alleen om díe indicatoren waarvoor de gegevens
om deze indicatoren samen te stellen afkomstig zijn uit het Elektronisch Patiënten Dossier
(EPD) zoals de huisarts dat bijhoudt en beheert in een huisartsinformatiesysteem (HIS). De
indicatoren waarvoor gegevens uit het EPD worden gebruikt hebben veelal betrekking op het
medisch handelen of de kwaliteit daarvan. Naast deze indicatoren zijn er echter ook andere
indicatoren die kwaliteiten beschrijven van de (huisartsen)zorg, zoals bij voorbeeld
patiënttevredenheid en allerlei aspecten van de praktijkvoering. Deze indicatoren worden
echter niet nader beschouwd in het kader van het project Uniforme Rapportage.
Het project Uniforme Rapportage is een uitwerking van het Convenant Dataverzameling
Huisartsen, getekend in december 2005 door NHG, LHV, VWS en IGZ. Eén van de doelen
van het Convenant is om te komen tot één landelijke set van indicatoren huisartsenzorg. Dit is
met name van belang voor indicatoren waarvan de benodigde gegevens afkomstig zijn uit het
EPD, aangezien er een reeks van afhankelijkheden is, voordat een huisarts dergelijke
indicatoren kan samenstellen en rapporteren.
Werkwijze
Uit de volgende bronnen is door de NHG werkgroep Uniforme Rapportage een overzicht
samengesteld van indicatoren die betrekking hebben op het medisch handelen bij astma bij
volwassenen:
- IGZ, Indicator Monitor Huisartsenzorg (IMH), april 2006 - Nivel, Prestaties huisartsenzorg, advies voor een basisset van indicatoren voor VWS,
april 2004
- Indicatoren ontwikkeld door de WOK in opdracht van het NHG op basis van de NHG Standaard Astma bij Volwassenen, oktober 2007
In een tweetal bijeenkomsten (november-december 2007) zijn de voorstellen doorgenomen
met vertegenwoordigers van Gebruikersverenigingen en de CaHAG, leidend tot
overeenstemming over de set van noodzakelijke indicatoren en hun precieze omschrijving.
Waar noodzakelijk zijn de betreffende NHG Standaard als ook de bijbehorende NHG
Praktijkwijzer geraadpleegd.
Vervolgens is de lijst van indicatoren ter commentaar verstuurd naar diverse belanghebbende
of geïnteresseerde partijen, waaronder CaHAG, Gebruikersverenigingen, VWS, IGZ, LHV,
Nivel, WOK, ZN, NPCF en LVG. Binnengekomen commentaar is beoordeeld en waar
mogelijk en relevant verwerkt.
Tenslotte is de lijst van indicatoren ter definitieve vaststelling aangeboden aan het NHG
management team.
Pagina 8 van 27
Indicatoren, waarde en beperkingen
Indicatoren zijn bedoeld als signalering om een toestand of verandering in beeld te brengen.
Veelal wordt een beperkte selectie gemaakt uit alle denkbare en mogelijke meetbare aspecten
van het proces of de situatie waarover men geïnformeerd wil zijn. Wanneer de uitslag van een
indicator daar aanleiding toe geeft zal altijd nader onderzoek nodig zijn om onderliggende
oorzaken van afwijkingen van het gemiddelde of van de norm te verhelderen.
Kwaliteit van zorg is een abstract begrip. Men probeert daar grip op te krijgen door meetbare
aspecten te benoemen die naar men aanneemt iets zeggen over “kwaliteit” en over “zorg”. Het
gaat hierbij deels om procesindicatoren: wat is er gebeurd; en deels om zogenaamde
uitkomstindicatoren: wat is het effect.
Met name voor de uitkomstindicatoren gelden bij de interpretatie beperkingen. Ten eerste zal
het bij bepaalde uitkomstindicatoren gaan om percentages die zijn berekend op kleine
aantallen. Dat betekent dat de betrouwbaarheid van zo’n percentage betrekkelijk laag is1. Ten
tweede zijn er verschillen tussen de patiëntenpopulaties van praktijken die niet in de definitie
van de indicatoren zijn verdisconteerd, de zogenaamde case mix. Het kan hierbij gaan om
aspecten als de leeftijdsopbouw of de sociale samenstelling van de praktijkpopulatie. Om
deze twee redenen valt het aan te bevelen om alle indicatoren te interpreteren met een zekere
marge. Wat die marge precies moet zijn kan proefondervindelijk vastgesteld worden wanneer
meer gegevens beschikbaar komen. Ten derde wil het NHG opmerken dat er geen
rechtstreeks causaal verband kan zijn tussen de uitkomst van een specifieke uitkomstindicator
en het handelen van een huisarts of de kwaliteit van de huisartsenzorg in een
huisartsenpraktijk. De uitkomst op een specifieke indicator is vrijwel altijd multifactorieel
bepaald. Het is dus altijd zaak om per indicator of combinatie van indicatoren te bezien wat er
aan de hand is en te bepalen of en hoe de huisarts of de huisartsenpraktijk een bijdrage kan
leveren om verbetering te realiseren.
Een vierde factor die van belang is bij de interpretatie van indicatoren heeft betrekking op
registratie-artefacten. Om deze indicatoren te kunnen samenstellen dienen eerst een aantal
stappen doorlopen te worden:
1. softwareleveranciers dienen faciliteiten te bieden aan praktijkmedewerkers om de onderliggende gegevens op een redelijk eenvoudige wijze te kunnen vastleggen;
2. praktijkmedewerkers dienen deze faciliteiten te gaan gebruiken (scholing en monitoring)
3. softwareleveranciers dienen faciliteiten te bieden om uit het totaal aan patiëntengegevens de indicatoren samenstellen en te rapporteren, alsmede
instrumenten om te controleren of de resultaten ook kloppen en waar nodig te
corrigeren.
Het valt te verwachten dat het enige tijd zal duren voordat een huisartsenpraktijk een hele
cyclus van registratie en rapportage heeft kunnen doorlopen, waarin kinderziektes in systemen
kunnen worden gecorrigeerd en medewerkers en systeem op elkaar ingespeeld raken.
1 Bij een noemer met 60 patiënten varieert, afhankelijk van de uitslag van de indicator, het 95%
betrouwbaarheidsinterval van ruim 2 tot ruim 6 procentpunt.
Pagina 9 van 27
Beheer
Het NHG zal deze set van indicatoren beheren als uitwerking van het Convenant
Dataverzameling Huisartsen van december 2005. Verzoeken tot verduidelijking, wijziging of
aanvulling kunt u richten aan het NHG.
Pagina 10 van 27
Beschrijving van indicatoren Astma bij Volwassenen
Definities:
Astma: de diagnose astma wordt gesteld bij patiënten die periodiek klachten hebben van dyspnoe, piepen op de borst en/of (productief) hoesten.
Reversibiliteit na bronchusverwijding ondersteunt de diagnose en is obligaat voor de diagnose bij patiënten met periodiek hoesten zonder
dyspnoe of piepen op de borst.
Intermitterend astma: symptomen ≤ 2 keer per week
Persisterend astma: symptomen > 2 keer per week
Deze indicatoren zijn van toepassing op patiënten met een leeftijd van 16 jaar en ouder (≥ 16 jaar).
Bij onderstaande indicatoren (1- 3) wordt in de teller het aantal patiënten gevraagd dat aan een bepaalde voorwaarde voldoet. De noemer bestaat
uit de omvang van de (praktijk)populatie aan het einde van de rapportageperiode.
Indicator 2 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is
hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) in de praktijkpopulatie
Indicator 3 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is
hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) dat 12 maanden of langer is ingeschreven. Dit is de deelpopulatie waarover in de daaropvolgende
indicatoren wordt gerapporteerd.
Wanneer een ICPC-code is aangeduid op rubrieksniveau dan zijn de onderliggende ICPC-subcodes geïncludeerd, tenzij anders aangegeven.
Indicatoren over de gehele patiëntenpopulatie.
nr status omschrijving type
1 % patiënten bekend met astma (eerste en tweede lijn) van 16 jaar en ouder in de praktijkpopulatie aan het einde
van de rapportageperiode
structuur
Pagina 11 van 27
nr status omschrijving type
2 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is
hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode
structuur
3 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is
hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie
aan het einde van de rapportageperiode
structuur
Bij indicatoren 4 t/m 15 is de noemer van de indicator gelijk aan “alle patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder van wie de
huisarts hoofdbehandelaar is voor 12 maanden of meer en die 12 maanden of meer zijn ingeschreven”, tenzij anders aangegeven
(specifieke subgroep). De teller is gelijk aan het aantal patiënten dat voldoet aan één of meer criteria en verder vallende binnen de
criteria van de noemer.
De genummerde omschrijvingen betreffen de indicatoren. De ongenummerde parameters zijn vermeld voor de definiëring van bepaalde
subgroepen waar sommige indicatoren betrekking op hebben.
nr status Omschrijving type Opmerking
Risico
4 % patiënten waarvan het rookgedrag bekend is proces
5 % patiënten die roken in de groep patiënten waarvan het rookgedrag bekend is uitkomst NB. subgroep; tevens
weer
noemer voor volgende
indicator
6 % patiënten die de afgelopen 12 maanden een advies kregen om te stoppen met roken, in de
groep patiënten die roken
proces
13 % patiënten dat ooit een saneringsadvies heeft gekregen proces
Pagina 12 van 27
nr status Omschrijving type Opmerking
Onderzoek
8 % patiënten waarbij ooit onderzoek naar allergie gedaan is. proces
Behandeling en monitoring
- % patiënten met persisterend astma óf die roken
noemer voor volgende
indicator
9 % patiënten met persisterend astma óf die roken (zie voorgaande omschrijving) waarbij een
volledige spirometrie is gedaan in de afgelopen 12 maanden in de groep patiënten met
persisterend astma of die roken
proces
- % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen 12
maanden
noemer voor volgende
indicator
10 % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders én minimaal één
voorschrift inhalatiecorticosteroïden in de groep patiënten met chronisch gebruik van
inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen 12 maanden
proces
11 % patiënten dat gevaccineerd is tegen influenza de voorafgaande 12 maanden proces
- % patiënten dat chronisch inhalatiemedicatie gebruikt in de afgelopen 12 maanden noemer voor volgende
indicator
12 % patiënten waarbij de inhalatietechniek is gecontroleerd de afgelopen 12 maanden in de
groep patiënten die chronisch inhalatiemedicatie gebruikt
proces
14 % patiënten waarbij zich in de afgelopen 12 maanden 2 of meer (nieuwe) exacerbaties
hebben voorgedaan
uitkomst
15 intern % patiënten waarbij in de afgelopen 12 maanden 2 of meer corticosteroid stootkuren zijn
voorgeschreven
uitkomst
Pagina 13 van 27
Literatuur
NHG Standaard Astma bij Volwassenen, oktober 2007
NHG, Praktijkwijzer Astma en COPD, mei 2008
Nivel, Prestaties huisartsenzorg, advies voor een basisset van indicatoren voor VWS, april 2004
IGZ, Indicator Monitor Huisartsenzorg (IMH), april 2006
KPMG, Praktijkplan Eerstelijnszorg, maart 2005
Inview, Adapter ontwikkeling voor Huisarts Informatie Systemen (HIS), december 2006
WHO, Health Programme Evaluation, Guiding Principles, Geneva, 1981
WHO, Development of Indicators for Monitoring Progress, Geneva, 1981
LAN, Zorgstandaard Astma, december 2012
Pagina 14 van 27
Bijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicator
nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting
Bij de indicatoren 1 – 3 wordt de noemer gevormd door de praktijkpopulatie
1 % patiënten bekend met astma (eerste en tweede lijn) van 16 jaar en
ouder, in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode
ICPC
R96
laatste bepaling ooit
2 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, die in de eerste lijn
worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12
maanden of meer) in de praktijkpopulatie aan het einde van de
rapportageperiode
ICPC
diagn. bep.
R96 en
2406, ASHB RZ
2406, ASHB RZ = 48,
‘huisarts’,
laatste bepaling ooit
3 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, die in de eerste lijn
worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12
maanden of meer) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de
praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode
ICPC
diagn. bep.
R96 en
2406, ASHB RZ
2406, ASHB RZ = 48,
‘huisarts’,
laatste bepaling ooit
inschrijfdatum < (peildatum
– 1 jaar)
Bij volgende indicatoren wordt de selectie uit ‘3’ als noemer gebruikt (tenzij anders vermeld), aangevuld met de gespecificeerde criteria
Risico
4 % patiënten waarvan het rookgedrag bekend is
NB. Alleen voor ex-rokers en rokers moet jaarlijks de rookstatus
worden geactualiseerd
diagn. bep. 1739, ROOK AQ 3, ”nooit”, laatste bepaling
ooit of (4, ”voorheen” of 1,
“ja”, laatste waarde in
afgelopen 12 maanden)
5 % patiënten die roken in de groep patiënten waarvan het rookgedrag
bekend is.
diagn. bep. 1739, ROOK AQ 1, ‘ja’; laatste meting in
afgelopen 12 maanden
NB: subgroep
Pagina 15 van 27
nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting
6 % patiënten die de afgelopen 12 maanden een advies kregen om te
stoppen met roken, in de groep patiënten die roken
Diagn. Bep. 1739, ROOK AQ
en
1814, ADMI AQ
1814, ADMI AQ, 1, ‘ja’,
laatste meting in afgelopen
12 maanden
NB: subgroep
13 % patiënten dat ooit een saneringsadvies heeft gekregen diagn. bep. 1825, ADSA ZQ 1825, ADSA ZQ, 1, ‘ja’,
laatste bepaling ooit
Onderzoek
8 % patiënten waarbij ooit onderzoek naar allergie gedaan is. diagn. bep. 852, PHAD B
SR of
906, Q001 B of
907, Q002 B of
908, Q003 B of
2612, H002 SA
of
2613, H003 SA
Multi-rast (Phadiatop);
Specifieke antistof testen in
het bloed of huidpriktesten,
laatste bepaling ooit
Behandeling en Monitoring
- % patiënten met persisterend astma óf die roken
(noemer voor volgende indicator)
diagn. bep. 1822, ASER RQ
of
1739, ROOK AQ
1822, ASER RQ = 307
“persisterend astma”,
laatste bepaling ooit;
1739, ROOK AQ = 1, “ja”,
laatste meting in afgelopen
12 maanden
Pagina 16 van 27
nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting
9 % patiënten met persisterend astma óf die roken (zie voorgaande
omschrijving) waarbij een volledige spirometrie is gedaan in de
afgelopen 12 maanden in de groep patiënten met persisterend astma of
die roken
diagn. bep. 1681, FVPB RL
en
1672, FCPB RL
en
1675, FRBP RL
MI en
1677, FVNB RL
en
1864, FCNB RL
en
1866, FRNB RL
MI en
1686, FVRV RL
subgroep;
laatste bepalingen in
voorgaande 12 maanden
- % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in
de afgelopen 12 maanden
ATC R03A
definiëring subgroep voor
volgende indicator;
drie of meer (≥ 3)
prescripties in afgelopen 12
maanden
10 % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders én
minimaal één voorschrift inhalatiecorticosteroïden in de groep patiënten
met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen
12 maanden
ATC (R03BA of
R03AK06 of
R03AK07) en
R03A
teller: R03BA of R03AK06
of R03AK07: minimaal 1
prescriptie in de afgelopen
12 maanden;
R03A: drie of meer (≥ 3)
prescripties in afgelopen 12
maanden
noemer: R03A, drie of
meer (≥ 3) prescripties in
afgelopen 12 maanden
Pagina 17 van 27
nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting
11 % patiënten dat gevaccineerd is tegen influenza de voorafgaande 12
maanden
ICPC R44 of
J07BB
laatste meting in afgelopen
12 maanden
ICPC-code R44 op E- of P-
regel of
ATC-code J07BB bij
voorschriften
- % patiënten dat chronisch inhalatiemedicatie gebruikt in de afgelopen
12 maanden
ATC R03A of
R03B
definiëring subgroep voor
volgende indicator, noemer
voor volgende indicator;
drie of meer (≥ 3)
prescripties in afgelopen 12
maanden
12 % patiënten waarbij de inhalatietechniek is gecontroleerd de afgelopen
12 maanden in de groep patiënten die chronisch inhalatiemedicatie
gebruikt
diagn. bep. 1608, ASIT RQ subgroep;
laatste meting in afgelopen
12 maanden
14 % patiënten waarbij zich in de afgelopen 12 maanden 2 of meer
(nieuwe) exacerbaties hebben voorgedaan
diagn. bep. 3014, COEX RQ 3014, COEX RX: meting
komt ≥ 2 voor in afgelopen
12 maanden
15 intern % patiënten waarbij in de afgelopen 12 maanden 2 of meer
corticosteroid stootkuren zijn voorgeschreven
ATC H02AB06 of
H02AB07
≥ 2 voorschriften in
afgelopen 12 maanden
Pagina 18 van 27
Bijlage 2, Rapportages
1. Als overzicht van indicatoren met teller, noemer en percentage, op beeldscherm en als afdruk.
Voorbeeld
indicator teller noemer percentage
% patiënten bekend met astma 25 1800 1,4 %
% patiënten bekend met astma onder behandeling bij huisarts 23 1800 1,3 %
% patiënten bekend met astma, onder behandeling bij huisarts
en > 12 maanden ingeschreven
22 1800 1,2 %
2. Als exportbestand. Voor geautomatiseerde export wordt gekozen voor een csv bestand, zie verder de bijlage exportformaat. Voor andere doeleinden (bv verwerking in verslag) is er
plaats voor uitvoer in een Excel bestand (xls). Bij voorkeur ook voorzien van indeling en
opmaak.
3. Voor de huisarts: Als lijst met patiëntnummer, patiëntnaam (achternaam), relevante ICPC codes en relevante
diagn. bepalingen (ook ontbrekende gegevens) (evt. meerdere lijsten met 1 of meer
relevante bepalingen of ontbrekende bepalingen) en bv. te sorteren; op beeldscherm en als
afdruk.
Voorbeeld
patiënt rookgedrag diag-spiro allergie spiro < 12 m
A - - datum -
B - - datum datum
C nooit datum - datum
D ja datum - -
Pagina 19 van 27
Bijlage 3, Registratie aanwijzing voor de huisarts
De rapportage faciliteit rond astma levert getalsmatige informatie aan die door de zorggroep
kan worden verwerkt tot statistische gegevens en ‘benchmarking’.
Om de juiste resultaten te verkrijgen is het belangrijk dat informatie correct is ingevoerd en dat
de huisarts inzicht heeft in hóe deze rapportagemodule telt.
De gemakkelijkste manier van invoeren is gebruik te maken van voorzieningen in het HIS zoals
een protocollaire invoerhulp of gestandaardiseerd formulier.
Astma patiënt
Bij systemen met Episode Gewijze Registratie (EGR) maakt u een episodetitel aan met de
ICPC-code R96 (ongeacht of de patiënt in de eerste of in de tweede lijn wordt begeleid).
Het al of niet toekennen van de probleemstatus aan de episode maakt voor de tellingen niet uit.
Het is dus van belang om, voorafgaand aan het werken met indicatoren, tot een goede patiënten
selectie en registratie te komen. Dit kan gebeuren op grond van een selectie op medicatie,
ruiters, en ICPC-coderingen. Deze grove selectie dient opgeschoond te worden en leidt tot een
definitieve lijst die wordt voorzien van een episode (of probleem) met ICPC code astma.
Het gebruik van de code R96(.0x) in journaalregels leidt niet tot een selectie voor deze
indicatorset. Het is dus essentieel om de codering in episodelijst op te nemen (volgens richtlijn
ADEPD)
Gebruik deze code nog niet als u slechts de diagnose overweegt of bij patiënten met een
éémalige episode van bronchospasme. Zie voor diagnostische criteria de NHG Standaard
Astma bij volwassenen. M27 2e herziening (oktober 2007).
Bij een aantal patiënten is er sprake van een mengbeeld astma / copd. Zie voor richtlijnen
www.cahag.nl : Veelgestelde vragen
Wie is hoofdbehandelaar
Vastleggen met diagnostische code (ASHB RZ). Belangrijk gegeven; dit moet bij elke
astmapatiënt ingevuld zijn.
Ernst vd astma: Vastleggen met diagnostische code (ASER RQ B )
[1]Intermitterend astma: (nr 57) ten hoogste 2 maal per week (≤ 2) klachten.
[2]Persisterend astma: (nr 307) meer dan 2 maal per week (>2) klachten.
[3]Onduidelijk (nr 8)
Risico
Rookgedrag, stopadvies: Vastleggen met diagnostische code (resp ROOK QA en ADMI AQ)
met datum.
Spirometrie: Vastleggen met diagnostische codes (FVPB RL en FCPB RL en FRBP RL MI en
FVNB RL en FCNB RL en FRNB RL MI en FVRV RL) voor spirometrie uitslagen.
allergie-onderzoek: Vastleggen met multiRAST (PHADB SR), antistof bepaling in het bloed
of huidtestcodes
Allergeen Antistof test (bloed) Huidpriktest
Huisstofmijt Q001 B H002 SA
http://www.cahag.nl/
Pagina 20 van 27
Q002 B
Q003 B
H003 SA
De bepalingen Q001 B en Q002 B zullen de meest gebruikelijke zijn. Q001 B heeft een
duidelijke kruisreaktie met Q003 B, zodat de laatste bepaling alleen in specifieke gevallen
gebruikt zal worden.
Er wordt alleen naar de bepaling voor huisstofmijt gezocht. De premisse is dat deze bepaling
onderdeel is van een vastgesteld basispakket van allergie testen en dus indicatief voor het
verrichten van een compleet allergie onderzoek
controle inhalatie techniek: Vastleggen met ASIT RQ
[1]voldoende (nr 17)
[2]onvoldoende (nr 18)
[3]onduidelijk (nr 8)
U kunt de inhalatietechniek controleren aan de hand van een checklist inhalatorgebruik. Deze
worden o.a. uitgegeven door het Nederlands Astma Fonds
Influenzavaccinatie: Het is raadzaam om de influenza vaccinatie te coderen met ICPC code
(datum) R44 of via de HIS-eigen registratie voorziening. In diverse HIS’en wordt de
griepvaccinatie als voorschrift vastgelegd met ATC-code J07BB. Beide registratiewijzen zij
toegestaan.
Saneringsadvies: Een saneringsadvies slaapkamer/huis bevat, afhankelijk van de prikkels
waarop de patiënt regareert, de volgende onderdelen: het bestrijden van de huisstofmijt,
eventueel weg doen van huisdieren, niet in huis roken en het tegengaan van (andere)
aspecifieke prikkels. Dit wordt geregistreerd met de diagnostische bepaling: ADSA ZQ
Medicatie:
Gegevens over geneesmiddelengebruik worden afgeleid uit het voorschriftenarchief. Het is dus
belangrijk om geneesmiddelen voor te schrijven via de receptmodule of het
voorschriftenscherm van het huisartsinformatiesysteem en ook, waar mogelijk en van
toepassing, vast te leggen dat een geneesmiddel is gestopt (dat wil zeggen, alleen indien de
termijn van het voorschrift nog niet is verstreken). De term chronisch inhalatie middelen
gebruik wordt gereserveerd voor meer dan 2 (dus 3 of meer) voorschriften in 12 maanden.
Exacerbaties
Exacerbaties kunnen worden geregistreerd met de bepaling ‘nieuwe exacerbatie COPD/astma,
COEX RQ. U dient deze bepaling te gebruiken wanneer er sprake is van een verergering van de
klachten die leiden tot het voorschrijven van een stootkuur prednison/prednisolon eventueel in
combinatie met antibiotica. Ook bij opname (ontslagbericht) in het ziekenhuis vanwege een
exacerbatie kunt u deze bepaling gebruiken om de exacerbatie te registreren.
Deze bepaling komt onder andere voor in de clusters (sets van samenhangende bepalingen)
voor indicatoren bij astma en exacerbatie bij astma.
Pagina 21 van 27
Bijlage 4, Berekening leeftijd, duur inschrijving en duur hoofdbehandelaar
In alle indicatorensets komen selectiecriteria voor die betrekking hebben op leeftijd, duur van
de inschrijving en duur van het hoofdbehandelaarschap. Soms roept dit vragen op, met name bij
leeftijd: wanneer voldoet een persoon aan het gestelde criterium in relatie tot de
geboortedatum? In deze bijlage wordt hier nader op in gegaan en worden een aantal definities
en formules gegeven.
NB. De uitwerking van de formules bij leeftijden is gebaseerd op jaren omdat bij de export van
gegevens het geboortejaar wordt geëxporteerd en niet de geboortedatum.
1. Indicatoren en leeftijden 2. Duur inschrijving 3. Duur hoofdbehandelaar huisarts
1. Indicatoren en leeftijden
Voorbeelden:
bv. astma: ≥ 16 jaar (> 15)
bv. COPD: > 40 jaar
bv. DM: < 70 jaar of < 81 jaar
Definities:
leeftijd(start_periode_jaar): de leeftijd bij de start van de rapportageperiode
start_periode_jaar: het jaar waarin de start van de rapportageperiode valt
geboortejaar: jaar van geboorte
leeftijd(eind_periode_jaar): de leeftijd bij het afsluiten van de rapportageperiode
eind_periode_jaar: het jaar waarin de afsluiting van de rapportageperiode valt
rapportage periode: periode waarover gerapporteerd wordt
Uitgangspunt
Iemand moet gedurende de gehele rapportageperiode voldoen aan het leeftijdscriterium om
geïncludeerd te kunnen worden.
Formule
Bij een leeftijdscriterium groter dan N (> 15, > 40)
Leeftijd(start_periode_jaar) > N
Leeftijd(start_periode_jaar) = start_periode_jaar – geboortejaar
Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > N
Let op: er wordt in de formule één (1) jaar afgetrokken van leeftijd(start_periode_jaar).
Let op: bij een groter dan expressie (>) wordt in de formule gewerkt met de startdatum van de
rapportageperiode.
Voorbeelden
Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1933 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en
leeftijdscriterium > 40 jaar:
Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 40
2013 – 1933 – 1 > 40
Pagina 22 van 27
79 > 40: geselecteerd voor rapportage
Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1933 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en
leeftijdscriterium > 80:
Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 80
2013 – 1933 – 1 > 80
79 > 80: niet in selectie voor rapportage
Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1932 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en
leeftijdscriterium > 80:
Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 80
2013 – 1932 – 1 > 80
80 > 80: niet in selectie voor rapportage
Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1931 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en
leeftijdscriterium > 80:
Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 80
2013 – 1931 – 1 > 80
81 > 80: geselecteerd voor rapportage
Formule
Bij leeftijdscriterium kleiner dan N (< 70, < 80)
Leeftijd(eind_periode_jaar) < N
Leeftijd(eind_periode_jaar) = eind_periode_jaar – geboortejaar
Eind_periode_jaar – geboortejaar – 1 < N
Let op: er wordt in de formule één (1) jaar afgetrokken van leeftijd(eind_periode_jaar).
Let op: bij een kleiner dan expressie (
Pagina 23 van 27
2. Duur inschrijving
Voorbeeld Meestal 12 maanden of meer ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de
rapportageperiode
Definities
Eind_periode_datum: datum van de laatste dag die wordt geïncludeerd bij de rapportage
Inschrijfdatum: datum van inschrijving in de praktijk als vaste patiënt
Formule
Inschrijfdatum – eind_periode_datum ≥ 12 maanden
3. Duur hoofdbehandelaar huisarts
Voorbeeld
Meestal huisarts is hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer
Definities
Eind_periode_datum: datum van de laatste dag die wordt geïncludeerd bij de rapportage
Datum(diagnostische bepaling hoofdbehandelaar = huisarts): datum waarop de betreffende
diagnostische bepaling is geregistreerd met als resultaat huisarts
Formule
Datum(diagnostische bepaling hoofdbehandelaar = huisarts) – eind_periode_datum ≥ 12
maanden
Pagina 24 van 27
Bijlage 5, Specificaties Uitspoelformaat Indicatoren “Astma bij Volwassenen”
Voor het uitspoelformaat wordt verwezen naar het Generiek UitspoelFormaat voor
indicatorsets.
Deze bijlage beschrijft de technische uitwerking van het aanmaken van de vereiste
exportbestanden ten behoeve van de Astma Indicatoren.
Er is gekozen voor een selectieproces in drie stappen:
1. Een geautomatiseerd selectiemechanisme zoekt (breed) naar patiënten met astma op grond van ICPC of ATC codes
2. Handmatige controle: de huisarts controleert de lijst en bepaalt of alle patiënten die in stap 1 gevonden zijn daadwerkelijk astma patiënten zijn. In deze fase zijn bepaalde
patiënten alsnog uit te sluiten.
3. De ingesloten patiënten worden voorzien van een episode / probleem met ICPC codering astma
Opmerkingen
Bij het aanmaken van de bestanden moet begin- en einddatum van de gewenste periode kunnen
worden opgegeven. In de praktijk zal dit dikwijls een kalenderjaar zijn, maar dit is zeker niet
verplicht.
De indicatoren zijn zodanig opgezet dat ook informatie van andere perioden dan een heel jaar,
danwel een jaarperiode die niet op 1 januari begint, zinvolle informatie kan opleveren.
Voor het aanleveren van vergelijkbare gegevens tussen praktijken is het echter noodzakelijk om
altijd een periode van 12 maanden te beschouwen.
Bekend met astma
Zoals in de inleiding aangegeven is het concept ‘bekend met astma’ niet compleet te
automatiseren. De exportmodule van het HIS doet een geautomatiseerd voorstel. De huisarts
krijgt deze lijst met patiënten te zien en kan daar desgewenst nog patiënten van verwijderen of
aan toevoegen. Pas als dit gebeurd is staat de groep ‘patiënten met astma’ vast en wordt het
exportbestand gemaakt.
De geautomatiseerde stap wordt gebaseerd op het vóórkomen van de diagnose R96 (inclusief
alle varianten R96.01, R96.02) in de episodelijst (bij systemen met Episodegewijze Registratie)
of de probleemlijst (bij systemen met Probleemgeoriënteerde Registratie). Er is geen
tijdscriterium. Als ooit op de episodelijst of de probleemlijst een code R96(.0x) is gesteld, dan
komt de patiënt op de lijst van (potentiële) astmapatiënten. (Als de episode of het probleem is
afgesloten dan telt deze patiënt niet mee).
Bemerk dat wanneer de huisarts de diagnose R96 noch op de probleemlijst, noch op de
episodelijst heeft vermeld, de patiënt niet herkend zal worden. (We kijken dus niet in journaal
of correspondentie en zoeken niet naar medicatie bij astma). Voor een adequate registratie is
het vereist dat de diagnose R96.0x tenminste op episodelijst of probleemlijst vermeld staat.
Het veld DiagnType wordt gevuld met de gevonden code R96, R96.01 of R96.02. Indien op
episode- of probleemlijst meerdere codes R96 gevonden worden, die niet aan elkaar gelijk zijn,
dan wordt hier de meest recente gemeld.
Pagina 25 van 27
Bij het formuleren van de indicatoren is geen rekening gehouden met de situatie dat bij een
patiënt met astma die langer dan 12 maanden in de praktijk staat ingeschreven, gedurende het
rapportagejaar het hoofdbehandelaarschap kan wijzigen. Dit betekent dat een dergelijke patiënt
waarbij de huisarts gedurende de rapportageperiode het hoofdbehandelaarschap overneemt
meetelt bij het berekenen van de diverse indicatoren en dat de gegevens van zo’n patiënt mede
worden uitgespoeld. Anders gezegd: vooralsnog is het criterium “hoofdbehandelaar is huisarts”
niet gebonden aan een bepaalde duur van het hoofdbehandelaarschap.
Bij het formuleren van de indicatoren is geen rekening gehouden met het feit dat bij een patiënt
die langer dan 12 maanden staat ingeschreven, gedurende het rapportagejaar astma wordt
vastgesteld (nieuw geval in de praktijkpopulatie). De datum van het stellen van de diagnose is
dus geen apart selectiecriterium. De reden hiervoor is dat datum van diagnose (vooralsnog)
geen gestandaardiseerd element is in de HIS’en.
Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1
Tabel 1
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1
Tabel 2
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1
Tabel 3A
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1.
De selectie bestaat uit patiënten met de ICPC codes R96 of R96.01 of R96.02 op episode- of
probleemlijst én die 16 jaar of ouder zijn.
Tabel 3B
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1.
De selectie bestaat uit patiënten met de hierboven genoemde ICPC-codes en het
leeftijdscriterium én het criterium dat zij langer dan 12 maanden zijn ingeschreven in de
huisartsenpraktijk én het criterium dat de huisarts hoofdbehandelaar is (ASHB RZ = 48)
Tabel 4
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1.
Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ICPC codes
uitspoelen: R44 voor griepvaccinatie.
Tabel 5
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1
Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante
diagnostische bepalingen uitspoelen.
Tabel 6
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1
Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ATC codes
uitspoelen. Indien gevraagd wordt in de indicator naar 3 of meer voorschriften, minimaal de
laatste relevante voorschriften tot 3 in de rapportageperiode uitspoelen.
Pagina 26 van 27
Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2
Tabel 1
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2
Veldnaam Omschrijving
1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk
2 DatSpoel Datum aanmaken van de exportbestanden - eejjmmdd
3 StartDat Datum begin van de rapportage periode - eejjmmdd
4 EndDat Datum einde van de rapportage periode - eejjmmdd
5 Onderwerp ASTV
6A VersieIndicatorMajor 1
6B VersieIndicatorMinor hetgeen van toepassing is. Momenteel 0, 1, 2 of 3
7 VersieFormaat hetgeen van toepassing is. Momenteel 2 (in versie 1
van het uitspoelformaat ontbreekt dit veld)
Tabel 2
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2
Veldnaam Omschrijving
1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk
2 HuisartsNo AGB nummer van de huisarts waarbij patiënt is
ingeschreven
2 PatNum HIS patiëntnummer
3 GebJaar Geboortejaar in 4 cijfers
4 Geslacht M of V
Tabel 3A
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1
De selectie bestaat uit patiënten met de ICPC codes R96 of R96.01 of R96.02 op episode- of
probleemlijst én die 16 jaar of ouder zijn.
Veldnaam Omschrijving
1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk
2 PatNum HIS-Patientnummer
3 DiagnType ICPC code (op episode- of probleemlijst)
4 Behandelaar resultaat van code 2406, ASHB RZ uit tabel diagnotische
bepalingen
Tabel 3B
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2
De selectie bestaat uit patiënten met de hierboven genoemde ICPC-codes en het
leeftijdscriterium én het criterium dat zij langer dan 12 maanden zijn ingeschreven in de
huisartsenpraktijk én het criterium dat de huisarts hoofdbehandelaar is (2406, ASHB RZ = 48)
Pagina 27 van 27
Veldnaam Omschrijving
1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk
2 PatNum HIS-Patientnummer
3 DiagnType ICPC code (episode of probleemlijst)
4 Behandelaar resultaat van code 2406, ASHB RZ uit tabel diagnotische
bepalingen = 48
Tabel 4
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2.
Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ICPC codes
uitspoelen: R44 voor griepvaccinatie.
Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1
Tabel 5
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2
Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante
diagnostische bepalingen uitspoelen.
Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1
Tabel 6
Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2
Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ATC codes
uitspoelen. Indien gevraagd wordt in de indicator naar 3 of meer voorschriften, minimaal de
laatste relevante voorschriften tot 3 in de rapportageperiode uitspoelen.
Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1
Wijzigingen in versie 1.1Wijzigingen in versie 1.2Wijzigingen in versie 1.3Wijzigingen in versie 1.4InleidingLeeswijzerAchtergrondWerkwijzeIndicatoren, waarde en beperkingenBeheer
Beschrijving van indicatoren Astma bij VolwassenenLiteratuurBijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicatorBijlage 2, RapportagesBijlage 3, Registratie aanwijzing voor de huisartsBijlage 4, Berekening leeftijd, duur inschrijving en duur hoofdbehandelaar1. Indicatoren en leeftijden2. Duur inschrijving3. Duur hoofdbehandelaar huisarts
Bijlage 5, Specificaties Uitspoelformaat Indicatoren “Astma bij Volwassenen”Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2