Ouder worden met een beperking, volgens mensen zelf en hun familie ( M.Cardol en T. Meulenkamp)

Post on 05-Jan-2016

39 views 0 download

description

Ouder worden met een beperking, volgens mensen zelf en hun familie ( M.Cardol en T. Meulenkamp). Mathias Nulens 1BaO B2.2. Inleiding. Ouderenbeleid in de verstandelijk gehandicapten sector Ouder worden of zijn is nog niet vaak onderdeel van het zorgplan . - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Ouder worden met een beperking, volgens mensen zelf en hun familie ( M.Cardol en T. Meulenkamp)

Ouder worden met een beperking, volgens mensen zelf en hun familie (M.Cardol en T. Meulenkamp)

Mathias Nulens 1BaO B2.2

Inleiding• Ouderenbeleid in de verstandelijk gehandicapten

sector

• Ouder worden of zijn is nog niet vaak onderdeel van het zorgplan.

• Zorgbeleid zorginstellingen vooral gericht op mensen met een matige verstandelijke beperking

• In 2011 gaf 60% van deze zorginstellingen aan dat zij bezig zijn met ouderenbeleid, maar nog vooral in de oriëntatiefase (VGN, 2011)

Inleiding• De vragen die we beantwoorden in dit artikel zijn:

• • I. Hoe beoordelen ouderen met lichte of matige verstandelijke beperkingen hun gezondheid en hoe beoordelen familieleden de gezondheid van hun naaste?

• • II. Waaraan merken mensen met beperkingen dat zij ouder worden, wat zeggen familieleden hier over en waar praten zij samen over?

• • III. En wat betekent dit voor het ouderenbeleid in de VG-sector?

Inleiding• Gezondheid en ouder worden: wat is er bekend?

• Levensverwachting voor ieder persoon bijna gelijk met dank aan de verbeterde medische zorg

• Mensen met het syndroom van Down, Prader-Willi of een ernstige verstandelijke beperking een lagere levensverwachting

• Mensen met een verst. bep. zijn vroeger kwetsbaar dan de normale bevolking (nl. vanaf hun 50j)

Inleiding• De mening van mensen zelf: buitenlandse

studies.

• Uit studies blijkt dat de mensen met een verst. bep. Volgende zaken belangrijk vinden bij het ouder worden: sociaal actief blijven, oud?stoppen met werken, en ook willen ze oud worden op de plaats waar ze altijd verbleven.

• Onderzoek van Lifshitz (2002) jongeren zien ouder worden negatief, vooral gericht op de lich. ongemakken,

Methodes• Participanten

• Onderzoek van 2 metingen onder de leden van het Panel Samen Leven

• Het Panel Samen Leven bestaat uit: - 500 mensen met licht – matige verst. bep.

- 400 naasten (familieleden)

• Interview in hun thuissituatie over hun gezondheid en ouder worden

Methode• Procedure• Oriënterende vragen over gezondheid en ouder worden

van de panelleden

• Vragenlijst vr mensen met verst. bep. zowel gesloten als open vragen• Vragenlijst vr de naasten vooral gesloten vragen

• Antwoorden bij gesloten vragen weergegeven in afgeronde percentages

Resultaten• Kenmerken onderzoeksgroep• 87% van de naasten is familie• 61% spreekt/ ziet hun naasten met bep. 1 of meerder

keren per week• 3% ziet hun naasten met bep. Minder dan een keer per

maand

• Beoordeling van de (eigen) gezondheid• Meer mensen met matige bep. dan lichte bep. gaven aan

dat ze zich gezond voelen• 82% van de naasten schatte de gezondheid van hun

naasten met bep. onder de 60 jaar in als goed en de naasten boven de 60 jaar zo een 57%

Ideeën over ouder worden• 62% van de panelleden met een beperking boven

40j merkten dat ze ouder worden• 35% merkte dit niet

• De zaken waaraan ze het merkten waren: - verminderde lichamelijke fitheid - verminderde geestelijke fitheid - veranderingen in het uiterlijk - veranderingen in activiteiten - een andere beleving

Praten over ouder worden• 79% heeft geen behoefte om meer te weten over

ouder worden

• 10% heeft hier wel behoefte aan

• 10% weet niet of ze er behoefte aanhebben of niet

Conclusies en discussie• ‘De oudere bestaat niet, ook niet bij mensen met

verst. bep.’

• Het ouderenbeleid is gebaseerd op mensen met ernstige bep.

• Mensen met een bep. die zelfstandig of bij familie wonen zijn een aandachtspunt in het ouderenbeleid.

• De zaken die werden aangehaald in het onderzoek zijn ook van belang bij het maken of aanpassen van ondersteuningsplannen en ouderenbeleid.