Post on 29-Jul-2018
PUBLICATIEREEKS
GEVAARLIJKE STOFFEN
Opslag van verpakte gevaarlijkestoffen
15
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 1 VAN 125
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 2 VAN 125
Inhoudelijke wijzigingen versie 1.1
Deze publicatie is inhoudelijk gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke versie. Na de publicatie in 2011 bleek PGS 15 op een aantal punten niet correct.
Ten opzicht van PGS 15:2011 versie 1.0 (december 2011) is deze versie gewijzigd op de volgende punten:
Paragraaf 0.2.5 ‘Gebruiksbesluit’ is verwijderd aangezien deze niet meer bestaat;
de verwijzing in tabel 1.1 ‘Toepassingsgebied PGS 15’ in de onderste regel is gewijzigd naar artikel 2a (niet meer naar artikel 18) van de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en biociden;
in tabel 1.1 en toelichting van vs 3.1.1 stonden UN 3082 en UN 3077 foutief gekoppeld aan classificatiecodes M6 en M7;
foutieve verwijzingen in 4.8.2 zijn hersteld;
in de toelichting op vs 6.1.1 is de verwijzing naar het Arbeidsomstandighedenbesluit beleidsregel 4.4-6 gewijzigd in beleidsregel 4.4-9;
in bijlage A is de definitie van ‘bedrijfsbrandweer’ toegevoegd. De definitie ‘categorie 1 bedrijfsbrandweer’ en ‘categorie 2 bedrijfsbrandweer’ zijn geschrapt;
in bijlage A is de definitie van ‘CMR-stoffen’ gewijzigd. Door veranderingen van de categorieën in de regelgeving was er een onterechte verzwaring opgetreden;
in bijlage A is in de definitie van ‘uitgangspuntendocument’ de verwijzing naar vs 4.8.3 gecorrigeerd;
in bijlage F1.4 is het woord ‘noodzakelijk’ toegevoegd in de eerste zin, de zin was niet compleet;
de tekst in F 2.8 kenmerk f en in F 2.9 kenmerk g is vervangen.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 3 VAN 125
Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen
Richtlijn voor opslag en tijdelijke opslag met betrekking tot brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid
Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15:2011 versie 1.1 (december 2012)
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 4 VAN 125
OPSLA
PGS 1
Te
De Ptransvergude teDezede bregelregelop inen br
De rigelijk
De Pgedevan h
De indoor VereBrand(VNO
De Pvan d
Meerwww
Een relevconte
De vo
Gerri
dece
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
n geleid
Publicatiereeksporteren, opunningverleninechniek weer e publicatiereeedrijven, en s en het toegeving naar P
ntegrale wijze randveiligheid
chtlijnen zijn dkwaardigheid v
PGS 15 uit eeltelijk herziehet bedrijfsleve
nhoud van devertegenwoo
niging Nederladweerzorg en
O/NCW en MK
Publicatiereeksde PGS progra
r informatie .publicatieree
overzicht vanante wet-en r
ext Publicatier
oorzitter van d
t J. van Tonge
mber 2012
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
de
ks is een hapslaan of gng en het toezen daar waa
eks is het refekan gebruikt ezicht op be
PGS publicatieaandacht bes.
dusdanig gefovoor andere m
2005 en de n door PGS-ten en de over
e publicatie isordigers vanuandse Gemee
n RampenbesKB Nederland)
s wordt actueammaraad.
over de PGksgevaarlijkes
n het werkveregelgeving ereeks Gevaarli
de PGS Progra
eren
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
andreiking voogebruiken enzicht op deze
ar relevant woerentiekader, t
worden bij vedrijven. Hoe es staat beschsteed aan arb
ormuleerd dat maatregelen ka
daarop volgteam 15. Dit trheid. De lede
s vastgesteld uit de overhenten (VNG), strijding (NVBR) en werkneme
eel gehouden
GS en de mstoffen.nl.
ld van de Puen de betrokkeijke Stoffen'. D
ammaraad,
NA 5 VAN 125
or bedrijven n voor overe bedrijven. Deordt verwezenter invulling vavergunningver
om te gaanhreven in parabeidsveiligheid
in voorkomenan kiezen.
gend gepublicteam is samen van het team
door de PGSheden (het ArbeidsinspecR) en het Minersorganisatie
door de PGS
meest recen
ublicatiereeks en partijen is Deze is te dow
die gevaarlijkrheden die e publicatiereen naar regelgan de eigen velening, het opn met verwijzgraaf 1.1. In d
d, milieuveiligh
nde gevallen e
ceerde erratangesteld uit inm zijn opgeno
S ProgrammarInterprovinciaactie, de Nedernisterie van I es.
S-beheerorgan
te publicaties
met daarin oopgenomen
wnloaden via g
ke stoffen przijn belast
eks geeft de geving en vooerantwoordelijpstellen van zingen vanuitde publicatiereheid, transpor
een bedrijf op
a zijn geïntegnhoudelijk de
omen in bijlage
raad. Deze isal Overleg (rlandse Veren& M), het be
nisatie onder a
s zijn te vi
ook een ovein de notitie
genoemde we
roduceren, met de
stand van orschriften. jkheid van algemene t wet- en eeks wordt rtveiligheid
basis van
greerd en skundigen e I.
s gevormd (IPO), de
niging voor drijfsleven
aansturing
nden op:
rzicht van 'juridische bsite.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 6 VAN 125
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 7 VAN 125
Inhoud
Inhoudelijke wijzigingen versie 1.1 2
Ten geleide 5
Inhoud 7
Leeswijzer 10
0 Inleiding 12 0.1 Aanleiding voor actualisatie 12 0.2 Relatie met wet- en regelgeving 12 0.3 Betrokken overheidsinstanties 17
1 Toepassing van de publicatie 19 1.1 Algemeen 19 1.2 Doelstelling 19 1.3 Toepassingsgebied 19 1.4 Gelijkwaardigheidsbeginsel 22 1.5 Gebruik van normen en richtlijnen 22 1.6 Gemotiveerd afwijken 22 1.7 Gebruik van eenheden 23
2 Systematiek 24
3 Algemeen 25 3.1 Het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen Wabo, AI 25 3.2 Bouwkundige eisen aan een opslagvoorziening (m.u.v.
brandveiligheidsopslagkasten) Wabo 27 3.3 Kwaliteit vloeren Wabo 33 3.4 Stellingen Wabo, AI 34 3.5 Aarding en bliksembeveiliging AI 35 3.6 Explosieveiligheid AI 35 3.7 Vrijkomende dampen van verpakte gevaarlijke stoffen AI 36 3.8 Voorkomen van verontreinigd hemelwater Wabo 36 3.9 Productopvang Wabo, AI 37 3.10 Brandveiligheidsopslagkasten Wabo, AI 37 3.11 Verpakking en etikettering Wabo, AI 38 3.12 Onverenigbare combinaties Wabo, AI 39 3.13 Gebruik opslagvoorziening Wabo, AI 40 3.14 Incidenten met gemorste gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen Wabo, AI 40 3.15 Rook- en vuurverbod, blustoestellen Wabo, AI 41 3.16 Veiligheidheidsignalering, veiligheidsinformatiebladen, instructies Wabo, AI 41 3.17 Vakbekwaamheid Wabo, AI 42 3.18 Journaal en registratie Wabo, AI 42 3.19 Intern noodplan Wabo, AI 43 3.20 Toegankelijkheid voor onbevoegden Wabo, AI 44 3.21 Toegangsdeuren en vluchtroutes Wabo, AI 44 3.22 Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding AI 44 3.23 Verwarming Wabo, AI 44
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 8 VAN 125
3.24 Nooddouche en oogspoelvoorziening AI 45 3.25 Persoonlijke beschermingsmaatregelen AI 45 3.26 Bedrijfshulpverlening (BHV) AI 46 3.27 Hygiëne, 'good housekeeping' AI 46
4 Opslagvoorzieningen groter dan 10 000 kg 47 4.1 Inleiding 47 4.2 Bereikbaarheid opslagvoorziening Wabo 47 4.3 Scheiding tussen de vakken Wabo, AI 48 4.4 Vakindeling en maximale oppervlakte opslagvoorziening Wabo, AI 48 4.5 Beschermingsniveaus Wabo, AI 49 4.6 Bluswateropvangvoorzieningen Wabo 50 4.7 Productopvang Wabo 51 4.8 Brandbeveiligingsinstallaties Wabo, AI 52
5 Voorschriften voor de opslag van (tank)containers geladen met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen 57 5.1 Inleiding 57 5.2 Algemeen Wabo, AI 57 5.3 Blusleidingen en brandkranen Wabo 58 5.4 Bereikbaarheid terrein Wabo 59 5.5 Middelen en maatregelen in geval van calamiteiten Wabo, AI 59 5.6 De opslag van (tank)containers met gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen Wabo, AI 61 5.7 Maatregelen ter voorkoming van verontreiniging van het oppervlaktewater en ter
bescherming van het riool Wabo 63 5.8 Opstelplaatsen voor voertuigen met verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-
stoffen Wabo, AI 63
6 Opslag van gasflessen 64 6.1 Inleiding 64 6.2 Voorschriften voor de opslag van gasflessen Wabo, AI 66 6.3 Opslag van gasflessen in een brandveiligheidsopslagkast Wabo, AI 70
7 Opslag van spuitbussen en gaspatronen 72 7.1 Inleiding 72 7.2 Bepaling grenswaarden voor vaststellen beschermingsniveau Wabo, AI 73 7.3 Algemene opslagvoorschriften Wabo, AI 73 7.4 Het opslaan van maximaal 10 000 kg spuitbussen of gaspatronen, met of zonder
de gezamenlijke opslag met andere gevaarlijke stoffen Wabo, AI 75 7.5 Het opslaan van meer dan 10 000 kg spuitbussen of gaspatronen, met of zonder
de gezamenlijke opslag met andere (gevaarlijke) stoffen Wabo, AI 75
8 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen klasse 4.1, 4.2 en 4.3 76 8.1 Inleiding 76 8.2 Brandgevaarlijke vaste stoffen (klasse 4.1) 77 8.3 Voor zelfontbranding vatbare stoffen (klasse 4.2) 77 8.4 Stoffen met gevaar van ontwikkeling van brandbare gassen in contact met water
(klasse 4.3) 78 8.5 Voorschriften voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen klasse 4.1, 4.2 en
4.3 Wabo, AI 78
9 Opslag van een beperkte hoeveelheid organische peroxiden 82 9.1 Inleiding 82 9.2 Voorschriften Wabo, AI 83
10 Voorzieningen voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen 85
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 9 VAN 125
10.1 Inleiding 85 10.2 Toepassingsgebied 85 10.3 Systematiek 86 10.4 Algemene voorschriften voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen
en/of CMR-stoffen Wabo 86 10.5 Tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen, ten hoogste
10 000 kg per brandcompartiment 88 10.6 Tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen, ten hoogste
10 000 kg per brandcompartiment, uitsluitend tijdens aanwezigheid van deskundig personeel Wabo 89
10.7 Tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen, ten hoogste 30 000 kg per brandcompartiment, uitsluitend tijdens aanwezigheid van deskundig personeel Wm 90
Bijlage A Begrippenlijst 91
Bijlage B Normen 100
Bijlage C Borden ten behoeve van de veiligheidsignalering 102
Bijlage D Voorkomen van onverenigbare combinaties door stoffenscheiding 105
Bijlage E Eisen aan brandveiligheidsopslagkasten 108
Bijlage F Brandbeveiligingsinstallaties: kenmerken en parameters 109
Bijlage G Overzicht normen brandbestrijdingsinstallaties 120
Bijlage H Overzicht van veel voorkomende gassen (niet limitatief) 123
Bijlage I Samenstelling PGS-team 125
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 10 VAN 125
Leeswijzer
In deze leeswijzer staat beschreven hoe PGS 15 is opgebouwd en wat de wijzigingen zijn ten opzichte van PGS 15:2005. Bovendien geeft de leeswijzer instructies hoe om te gaan met eenheden en met de voorschriften.
In hoofdstuk 0 wordt ingegaan op de aanleiding van de herziening van PGS 15:2005 naar PGS 15:2011. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de relatie met de belangrijkste wet- en regelgeving en de betrokken overheidsinstanties voor vergunningverlening en toezicht.
Hoofdstuk 1 bevat informatie over de doelstelling en toepassing van deze richtlijn. In dit hoofdstuk zijn twee tabellen opgenomen waarin wordt bepaald welke stoffenklassen in het toepassingsgebied van PGS 15 vallen en welke ondergrenzen hierbij van toepassing zijn. Daarnaast wordt kort ingegaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel en het gebruik van normen en richtlijnen.
Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de systematiek die is gebruikt bij deze richtlijn.
Hoofdstuk 3 bevat algemene voorschriften. De algemene voorschriften zijn van toepassing voor alle opslagvoorzieningen voor verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Het betreft het basisvoorzieningenniveau waarin de bepalingen die aanvullend zijn op het Bouwbesluit m.b.t. de brandwerendheid van bouwconstructies en de algemene bepalingen die voortvloeien uit arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving zijn opgenomen. Daarnaast zijn onder meer voorschriften opgenomen voor het veilig inrichten en gebruik van opslagvoorzieningen en zijn voorzieningen en maatregelen voorgeschreven voor het omgaan met incidenten met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Indien opslagvoorzieningen met een opslagcapaciteit tot ten hoogste 10 000 kg aan de van toepassing zijnde voorschriften uit hoofdstuk 3 voldoen, is een toereikend beschermingsniveau bereikt.
In hoofdstuk 4 zijn voorschriften opgenomen die gelden voor opslagvoorzieningen met een opslagcapaciteit groter dan 10 000 kg. Voor de zeer giftige stoffen (ADR-klasse 6.1 verpakkingsgroep I of stoffen van klasse 8, verpakkingsgroep I, met aanvullend etiket modelnr. 6.1) geldt dit hoofdstuk vanaf 1 000 kg. De algemene voorschriften uit hoofdstuk 3 zijn eveneens van toepassing op deze opslagvoorzieningen.
Hoofdstuk 5 bevat voorschriften voor opslagplaatsen voor containers met verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Dit hoofdstuk bevat tevens een inleiding waarin het soort bedrijven is beschreven waar dergelijke activiteiten met containers plaatsvinden. De voorschriften die voortvloeien uit arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving en de voorgeschreven voorzieningen en maatregelen voor het omgaan met incidenten met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen uit hoofdstuk 3 zijn eveneens van toepassing. In de inleiding in hoofdstuk 5 is aangegeven om welke paragrafen van hoofdstuk 3 het gaat.
Hoofdstuk 6 beschrijft opslagvoorzieningen voor gasflessen. Het gaat hierbij om de meest voorkomende situaties, zowel qua opslagvoorzieningen als qua soorten gassen. Het basisvoorzieningenniveau met de bepalingen die aanvullend zijn op het Bouwbesluit m.b.t. de brandwerendheid van bouwconstructies en de algemene bepalingen die voortvloeien uit arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving uit hoofdstuk 3 zijn eveneens van toepassing op de
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 11 VAN 125
opslag van gasflessen. In de inleiding in hoofdstuk 6 is aangegeven om welke paragrafen van hoofdstuk 3 het gaat.
In hoofdstuk 7 zijn de voorschriften voor de opslag van spuitbussen opgenomen. Hier worden zowel de situatie beschreven dat spuitbussen tezamen met andere verpakte gevaarlijke stoffen worden opgeslagen als de situatie dat een opslagvoorziening uitsluitend voor de opslag van spuitbussen is bestemd. De relatie met hoofdstuk 3 is in de inleiding van hoofdstuk 7 behandeld.
In de hoofdstukken 8 en 9 is een aantal bijzondere klassen gevaarlijke stoffen behandeld. Het gaat in hoofdstuk 8 om klassen 4.1 (brandbare vaste stoffen), 4.2 (voor zelfontbranding vatbare stoffen) en 4.3 (stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen) en in hoofdstuk 9 om klasse 5.2 tot 1 000 kg (organische peroxiden). In het algemeen kunnen deze stoffen tezamen met andere verpakte gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. Hoofdstuk 3 is tevens van toepassing.
Hoofdstuk 10 is een nieuw hoofdstuk dat is bedoeld voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen die voorafgaand of aansluitend aan transport buiten een opslagvoorziening conform de hoofdstukken 3 t.m 9 verblijven. Er is daarbij onderscheid gemaakt naar tijdelijke opslag tot 10 000 kg onder werktijd en buiten werktijd, en de opslag tot 30 000 kg onder werktijd. Voor bedrijven die buiten werktijd meer dan 10 000 kg willen opslaan gelden de ‘normale’ voorschriften uit voorgaande hoofdstukken.
In bijlage A zijn alle definities en afkortingen behandeld.
In deze PGS publicatie zijn de voorschriften genummerd en in blauwe kaders weergegeven.
In deze richtlijn zijn paragrafen met voorschriften van een codering voorzien. Deze codering geeft aan welke overheidsdiscipline in de uitvoering, vergunningverlening, toezicht of advisering van het desbetreffende voorschrift voorziet. De volgende codes zijn gehanteerd: Wabo (Wet algemene bepaling omgevingsrecht); AI (Arbeidsinspectie).
Op de website is een document opgenomen waarin de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de voorgaande PGS 15 versie (2005) zijn omschreven.
0
0
0.2
0.2
0.2.2
OPSLA
PGS 1
0 In
0.1 Aan
De SrichtlrichtlPubliuitgeInfoM
In 20iedergewijvervazoalsmogede ni
0.2 Rel
Intro2.1
Een wordvolgemogedie u
In dit
Voor te raa
Alge2.2
2.1 Wet
Per gewoMinisBor) inrich
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
leidin
nleiding v
Sandoz-ramp iijnen voor deijnen zijn in 2catiereeks Gbracht en zijn
Mil Helpdesk.
009 heeft de Pr geval de erjzigde wet- enallen Wet mills die naar voreelijk weg te neeuwe PGS-hu
atie met w
oductie
groot deel vaen gesteld, zi
en rechtstreekelijke beschrijvit wet- en rege
overzicht is e
algemeen;
bedrijfsvoerin
eisen aan rui
ADR.
de meest actadplegen.
emeen
t algemene
1 oktober 20orden, met hsteriële regelinzijn ruim 30 0
hting. Dit word
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
g
oor actua
n Basel in 198e opslag van2005 in geact
Gevaarlijke Steen behoorlij
PGS Programrata te integr
n regelgevinglieugevaarlijkeen komen uit demen. Deze huisstijl.
wet- en re
n de eisen dajn vastgelegd
ks uit Europesving te gevenelgeving voort
een onderverd
ng;
imtelijke conte
tuele versie va
e Bepalinge
010 is de Wehet bijbehorenng omgevings000 bedrijven vdt aangeduid
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
alisatie
86 is de aanlen verpakte gtualiseerde votoffen, PGS jk aantal vrage
maraad besloreren in de p(o.a. Activiteit
e stoffen en nde vele vrageherziening is t
egelgevin
anwel voorschd in wetgevingse verordeninn van de wijzetvloeien.
deling gemaak
ext;
an de wet- en
en Omgevin
et algemene nde Besluit srecht (Mor). Overgunningpliin de omgev
NA 12 VAN 125
eiding geweestgevaarlijke stoorm samenge15:2005. Da
en en opmerk
oten tot een publicatie, deztenbesluit ter nieuwe stellin
en en opmerkintevens aangeg
ng
hriften die aang, al dan niet ggen. De PGSe waarop bed
kt in de volgen
n regelgeving
ngsrecht (W
bepalingen omgevingsrecOp basis van chtig voor het
vingsvergunnin
t voor de ontwoffen, de CPevoegd in eenaaropvolgend ingen over PG
artiële herziene in lijn te brvervanging vagen-norm) enngen die zijn bgrepen om PG
n het gebruik gebaseerd op
S-publicaties brijven kunnen
de categorieë
adviseren wij
Wabo)
omgevingsreccht (Bor) en
de Wabo (dat oprichten en ng, tot 1 okto
wikkeling van ePR 15-richtlijnn nieuwe rich
is een tienGS 15 neerge
ning van PGSrengen met nan enkele 8.4n om onduidebinnengekomeGS 15 over te
van gevaarlijp Europese ricbeogen een zn voldoen aan
ën:
u de website
cht (Wabo) vmet de bijb
anwel bijlage het verander
ober 2010 wa
een aantal nen. Deze htlijn in de ntal errata legd bij de
S 15 om in nieuwe en 0 AMvB’s, elijkheden, en, zoveel e zetten in
ke stoffen chtlijnen of zo volledig n de eisen
e wetten.nl
van kracht behorende 1 van het
ren van de as dat een
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 13 VAN 125
vergunning Wet milieubeheer. Wanneer bij een inrichting sprake is (of zal zijn) van activiteiten die vallen binnen de reikwijdte van een PGS-publicatie, zijn de voorschriften van de PGS-richtlijn het uitgangspunt voor de vaststelling van vergunningvoorschriften.
0.2.2.2 Beste beschikbare techniek
Volgens artikel 9.2 van de Regeling omgevingsrecht (Mor) moet het bevoegde gezag voor het verlenen van een vergunning rekening houden met de voor de inrichting in aanmerking komende Beste Beschikbare Technieken (BBT). In tabel 2, bijlage 1 Aanwijzing BBT documenten van het Mor staan de PGS-publicaties die zijn aangemerkt als Nederlandse BBT-informatiedocumenten.
0.2.2.3 Activiteitenbesluit
Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim ofwel Activiteitenbesluit) geeft algemene milieuregels voor bedrijven die niet vergunningplichtig zijn. Daarnaast bevat het besluit voor bepaalde activiteiten voorschriften, die ook van toepassing zijn op vergunningplichtige inrichtingen. Bij ministeriële regeling verwijst de wetgever voor bepaalde activiteiten naar specifieke PGS-voorschriften.
In het Activiteitenbesluit wordt onderscheid gemaakt in drie typen inrichtingen: A, B en C. Type A- en type B-inrichtingen vallen volledig onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit, waarbij voor type A-inrichtingen, vanwege hun geringe milieubelasting, het 'lichte regime' en geen meldingsplicht geldt. Type B-inrichtingen zijn inrichtingen waarvoor de vergunningplicht wordt opgeheven maar die wel meldingsplichtig zijn. Type C-inrichtingen moeten beschikken over een vergunning, waarbij voor bepaalde activiteiten de voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit en enkele andere voorschriften van het Activiteitenbesluit rechtstreeks van toepassing zijn en daarom niet in de vergunning hoeven te worden opgenomen.
0.2.2.4 Wet bodembescherming
De Wet bodembescherming (Wbb) bevat algemene regels om bodemverontreiniging te voorkomen. De wet bestaat (in hoofdlijnen) uit een drietal regelingen, te weten, een regeling voor:
de bescherming van de bodem, met daarin opgenomen de plicht voor veroorzakers alles wat zij toegevoegd hebben aan verontreiniging te verwijderen;
de aanpak van overige bodemverontreiniging op land;
de aanpak van overige bodemverontreiniging in de waterbodem.
0.2.2.4.1 Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB)
De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) heeft als uitgangspunt een verwaarloosbaar bodemrisico te realiseren door een combinatie van maatregelen en voorzieningen.
0.2.2.5 REACH
REACH is een Europese verordening voor chemische stoffen. De afkorting staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen. De kern van REACH is dat een bedrijf in principe van alle stoffen die het produceert, verwerkt of doorgeeft aan klanten de risico's moet kennen en maatregelen moet benoemen (en voor het eigen bedrijf ook moet nemen) om die risico's te beheersen. Met de invoering van REACH is de verantwoordelijkheid voor een adequate risicobeheersing van chemische stoffen naar het bedrijfsleven verschoven.
0.2.2
0.2
0.2.3
0.2.3
OPSLA
PGS 1
Het dveiligindusbescvan down
2.6 CLP
De Cwerktverpaprepaclassaantavervovan dkankeCMRclassverorvrach
Bed2.3
3.1 Wet
ATEXvan ede AArbe
ATEXcreërNedeverpl
De wmaatRisic
3.2 Bes
Het BSevegevaals oBrzo-bedririsicobove
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
doel van REAgheidsniveau tstrie behoudehikbaar komede producen
nstream).
P-verordeni
CLP-Verordenititel EU-GHSakking. Deze araten genoemsificatie en etial stoffen waoer wordt wel de gevarenclaerverwekkend
R-stoffen geldtsificatie kan wrdening EG 1htbrief.
drijfsvoering
tgeving exp
X (ATmosphèexplosiegevaaATEX 137 ricidsomstandigh
X 137 beschrijren voor weerland zijn dezicht de volgen
het ontstaan
het vermijden
het beperken
werkgever moetregelen getroo-inventarisat
luit risico’s
Besluit risico’seso II-richtlijn. arlijke stoffen
op de bedrijfsv-bedrijf moet ejfsvoering wa
o’s van zwarendien een vei
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ACH is bij dete waarborgenen blijft of vn over gebruik
nt tot en me
ng (Classif
ing EG 1272/2aangeduid, geldt voor
md) geldt een kettering in varvoor dat ninagestreefd.
assificatie is hd, mutagene et de indeling vworden achter
272/2008, he
g
plosieve atm
re EXplosiblear. Binnen bedchtlijn (Richtlhedenbesluit v
jft de minimumrknemers dieze richtlijnen onde maatregel
van explosiev
n van de ontst
n van de schad
et de risico’s offen zijn. Dit ie en -evaluat
zware ong
s zware ongeHet bevat ei
. Deze eisen voeringsaspeceen samenhaaarborgt. Eene ongevallen iligheidsrappo
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
e productie en voor mens everbetert. Omkte stoffen en et de eindge
fication, La
2008 (Classifigeeft nieuwestoffen vanaf overgangster
veel gevallen iet het geval Dat proces z
het ADR leideen reprotoxisvolgens Bijlagrhaald via o.aet UN-numme
mosferen (A
) is het synondrijven waar elijn 1999/92/Evastgelegd.
m veiligheidsee door exploopgenomen inlen te treffen:
ve atmosferen
teking van exp
delijke gevolg
in een explosexplosieveilig
tie (RI&E) op g
gevallen 19
evallen vormt isen aan bedhebben zowe
cten zoals veingend veilighn specificatieis gegeven i
ortage hebben
NA 14 VAN 125
en het gebruien milieu, terw
m dit te realizal de commubruiker word
belling en P
ication, Labelle Europese rf 1 decembermijn tot 1 junovereenkomt is; Verdere
zal nog een aend voor die sche (CMR) s
ge I van de va. het veiligheer op de verp
ATEX 137)
niem voor tweexplosiegevaaEG). Deze v
eisen om een osieve atmosn de ARBO w
n zo veel moge
plosieve atmo
en van een ex
sieveiligheidsdgheidsdocumegrond van de A
999 (Brzo 1
een belangrijkrijven die wer
el betrekking oiligheidsbeleideidsmanagem
e van een vn NTA 8620.
n, met daarin
k van chemiswijl het concurseren zal dounicatie over den verbeterd
Packaging)
ling en Packaegels voor in
er 2010. Vooi 2015. Hoewemet het ADRharmonisatie
aantal jaren dusituaties waarstoffen. Voor erordening EG
eidsinformatiebpakking (verm
)
ee Europese rar bestaat, moerplichting is
gezonde en vferen gevaar
wet- en regelg
elijk voorkome
sferen;
xplosie.
document bescent mag ondeArbeidsomsta
999)
k deel van derken met subop de techniscd, procedures mentsysteem iveiligheidsman. De grotere een identificat
sche stoffen rrentievermogoor REACH deze stoffen in
d (zowel ups
)
aging) in Nedendeling, etikeor mengsels el de CLP/EUR, zijn er ook
van CLP/EUuren. Voor herbij het niet gade classificatG 1272/2008.blad, Bijlage V
melding verplic
richtlijnen op hoet worden vos in Nederlan
veilige werkomr kunnen lopgeving. Werkg
en;
chrijven alsmerdeel uitmakeandighedenwe
e implementatbstantiële hoevche kant van en communi
nvoeren dat enagementsysteBrzo-bedrijvetie van gevare
een hoog en van de informatie
n de keten tream als
erland met ttering en (voorheen -GHS qua
k nog een U-GHS en et bepalen aat om de tie van de De juiste VI van de cht) of de
het gebied oldaan aan nd in het
mgeving te pen. Voor gevers zijn
ede welke en van de et.
tie van de veelheden veiligheid, catie. Een een veilige eem voor
en moeten en en een
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 15 VAN 125
beschrijving van de risicobeheersing op het gebied van interne veiligheid, externe veiligheid, milieuveiligheid en rampenhulpverlening. Daarnaast moeten de grotere Brzo-bedrijven ook een intern noodplan opstellen. Bovendien kunnen de vergunningverlenende en handhavende overheden van deze grotere bedrijven een kwantitatieve risicoanalyse eisen.
0.2.3.3 ARIE-regeling
Bedrijven waar een bepaalde hoeveelheid gevaarlijke stoffen in installaties aanwezig is of kan worden gevormd (ongeacht beoogde handelingen), moeten een Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) uitvoeren gericht op het voorkomen van zware ongevallen en op basis daarvan een pakket maatregelen nemen.
0.2.3.4 Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)
Elk bedrijf met personeel moet (laten) onderzoeken of het werk gevaar kan opleveren of schade kan veroorzaken aan de gezondheid van de werknemers. Dit onderzoek heet een RI&E en moet schriftelijk worden vastgelegd.
0.2.3.5 Arbeidsomstandigheden
De Arbeidsomstandighedenwet geeft de rechten en plichten aan van zowel werkgever als werknemer op het gebied van arbeidsomstandigheden. De Arbeidsomstandighedenwet geldt overal waar arbeid wordt verricht. Niet alleen bij bedrijven, maar ook bij verenigingen of stichtingen.
In het Arbeidsomstandighedenbesluit, een uitwerking van de Arbeidsomstandighedenwet, staan nadere regels waaraan zowel werkgever als werknemer zich moet houden om arbeidsrisico's tegen te gaan (doelvoorschriften). Er staan ook afwijkende en aanvullende regels voor een aantal sectoren en categorieën werknemers in.
Werkgevers en werknemers hebben in de in 2007 hernieuwde Arbowet meer ruimte en verantwoordelijkheid gekregen om zelf invulling te geven aan de wijze waarop zij binnen de eigen branche aan de wet voldoen. Dit heeft als voordeel dat in ondernemingen arbobeleid kan worden gevoerd dat rekening houdt met de specifieke kenmerken van de sector.
De overheid zorgt via de Arbeidsomstandighedenwet voor een helder wettelijk kader (doelvoorschriften) met zo min mogelijk regels en administratieve lasten. Werkgevers en werknemers maken samen afspraken over de wijze waarop zij aan de door de overheid gestelde voorschriften kunnen voldoen. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in zogenoemde arbocatalogi.
Hierin staan de verschillende methoden en oplossingen beschreven die werkgevers en werknemers samen hebben afgesproken om aan de doelvoorschriften die de overheid stelt te voldoen. Bijvoorbeeld met beschrijvingen van technieken en methoden, goede praktijken, normen en praktische handleidingen.
Indien een branche geen initiatief neemt om een Arbocatalogus voor de desbetreffende branche op te stellen, kan de AI het initiatief nemen om een Arbobranche brochure op te stellen.
Conform de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit moet elke organisatie beschikken over een deskundige bedrijfshulpverleningsorganisatie.
0.2
0.2.4
0.2.4
OPSLA
PGS 1
Eise2.4
Naasverlainsta
4.1 Bou
In hebrandbepamethbepa
4.2 Bes
Door de exde inblootte bevan ontw(plaaregelhoudmoetde rebedrivorm
Het B
Indie
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
en aan ruim
st de technischdingsinstallatillatie te beoor
uwbesluit
et Bouwbesluitddoorslag. Vo
alingen in de oden voor re
alen van de vu
luit externe
r het Bevi - gexterne veilighe
nrichting. Het gesteld door
eperken. Door vergunningenikkelingen (me
atsgebonden ring (Regelingen afstanden
t de aan te hoekenregels gejven die dooren voor perso
Bevi op hoofdl
het Bevi regebuiten een be
het Bevi legt veiligheidsafs
het Bevi legt gemeenten e
wanneer bedveiligheidsmabedrijf laten v
n een inrichtin
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
mtelijke con
he integriteit ees van beladelen en de ri
t zijn algemenoor regels ovnormen NEN
ekenkundige burbelasting ve
e veiligheid
koppeld aan deid van bedrijvBevi heeft totactiviteiten mehet Bevi is he
n in het kadet name besterisico en groeg externe veilin voorgeschreouden afstandnoemd in het r gebruik, ops
onen buiten he
ijnen:
elt hoe een geedrijf met geva
het plaatsgebstanden rond
een verantwoen provincies v
drijven te dichtaatregelen noverplaatsen of
ng onder het B
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ntext
en de bedrijfsvng om de gisico’s te behe
ne regels opgver bestaandeN 6068 en NEbepaling bescerwijst het Bou
inrichtinge
de Wet milieuven met spect doel de risicet gevaarlijkeet bevoegde gder van de emmingsplannepsrisico). Opigheid inrichtineven. Voor ded met een risic
Bevi. Indirectslag, transpoet bedrijfsterre
emeente of proaarlijke stoffen
bonden risico vrisicobedrijven
oordingsplicht veiligheidsafst
t bij bijvoorbeeodig. In het uitef woningen lat
Bevi valt, is he
NA 16 VAN 125
voering is ook gevaren die zeersen.
enomen voor e gebouwen wEN 6069, voochreven in Nuwbesluit naar
en (Bevi)
beheer - kunncifieke risico's o's waaraan b stoffen in inr
gezag sinds oWet milieub
nen) rekeningp grond van hngen) voor eee overige becoberekening t worden hiermrt of producti
ein.
ovincie moet on verblijven;
vast. Daarmeen bepalen;
op voor het gtanden rond ri
eld woningen serste geval kuten slopen.
et een type C-i
de ruimtelijkezijn verbonde
brandwerendwordt verwezor nieuwbouwEN 6071, 60r NEN 6090. Z
nen nadere eisvoor personeburgers in hunrichtingen tot ektober 2004 v
beheer en bite houden m
het Bevi worden aantal beddrijven, bijvoote worden be
mee veiligheide van gevaar
omgaan met ri
e kunnen gem
roepsrisico. Dsicobedrijven
staan, zijn extnnen gemeen
nrichting uit h
e context van oen aan een
dheid, brandovzen naar expew wordt verwe072 en 6073. Zie verder 3.2
sen worden geen buiten het tn leefomgevineen vastgeste
verplicht bij heij relevante
met de externeden in een mdrijfssectoren orbeeld Brzo-
epaald aan dedsnormen opgrlijke stoffen
isico's voor me
meenten en pro
Daarmee kunnbepalen;
tra nten en provin
het Activiteiten
opslag- en dergelijke
verslag en erimentele ezen naar
Voor het .
esteld aan terrein van ng worden elde grens et verlenen ruimtelijke veiligheid
ministeriële de aan te -bedrijven, hand van
gelegd aan een risico
ensen die
ovincies
en
cies een
besluit.
0.2
0
0.3
OPSLA
PGS 1
ADR2.5
In Arbevan vvan gevaoveredangdeze
Tabe
ADR
1
2
3
4.1
4.2
4.3
5.1
5.2
6.1
6.2
7
8
9
0.3 Bet
De vogeva
Gem3.1
Voor zijn vmilieuvan h
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
R
PGS 15 zidsomstandighverpakte gevagevaarlijke starlijke stoffeneenkomst ADereuses par r klassen omsc
el 0.1 — ADR-k
R-klasse Om
Ont
Gas
Bra
Brastofexp
Voo
Stogas
Oxi
Org
Gift
Infe
Rad
Bijt
Div
trokken ov
olgende overharlijke stoffen
meente en
de meeste bvoor de meesubelasting hethet bevoegde
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
zijn de uithedenwet- enarlijke stoffen toffen met uit
n. De classificDR (Accord Eroute). Het ADchreven en vo
klassen van ge
mschrijving
tplofbare stoffen
ssen
andbare vloeisto
andbare vaste stffen en vaste on
plosieve toestan
or zelfontbrandi
offen die in contassen ontwikkele
derende stoffen
ganische peroxi
tige stoffen
ectueuze stoffen
dioactieve stoffe
ende stoffen
verse gevaarlijke
verheidsin
heidsinstanties.
Provincie
bedrijven is deste grotere ent bevoegde gegezag gebruik
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
tgangspunten n regelgeving
worden verbotzondering va
catie van gevaEuropéen relaDR kent dertieoorzien van vo
evaarlijke sto
n en voorwerpe
offen
toffen, zelfontlentplofbare stoffend
ng vatbare stoff
act met water ben
n
den
n (besmettelijke
en
e stoffen en voo
nstanties
s zijn onder m
e gemeente hn vaak risicovezag. Er kan k te maken va
NA 17 VAN 125
geïntegreeen aanvullendonden. In PGSan CMR-stoffeaarlijke stoffenatif au transpen klassen vanoorbeelden.
ffen
V
n Zv
Pk(
Bh
edende vaste en in niet
W
fen F
randbare M
K
D
C
e stoffen) Bz
U
N
orwerpen Pag
meer betrokken
et bevoegde vollere bedrijvworden gekoz
an een regiona
rd die vand op het BouwS 15 is voor deen aangesloten vindt plaats
port internation gevaarlijke s
Voorbeelden
Zwart buskruit, svuurwerk
Propaan, zuurstkooldioxide, ace(spuitbussen)
Bepaalde oplosmharsoplossingen
Wrijvingslucifers
Fosfor (wit of ge
Magnesiumpoed
Kaliumpermang
Dicumyl peroxid
Chloroform, arse
Bacteriën, virussziekenhuisafval
Uranium-238, ko
Natriumhydroxid
Polychloorfenoleaquatoxische stogemodificeerde
n bij de op- en
gezag voor dven of bedrijvezen om voor dale uitvoerings
nuit de Wwbesluit aan e indeling en den bij de Wes conform de onal des marstoffen. In tab
springstoffen, o
tof, stikstof, argoetyleen, aerosol
middelen, inkten, aardolieprodu
s, zwavel, meta
eel), diethylzink
der, natrium, ca
ganaat, natriumc
de, di-propionyl
een, kaliumcya
sen, parasieten
obalt-60
de, zwavelzuur,
en, lithiumbattetoffen, genetischorganismen
n overslag van
de Wabo. De en met een zde uitvoering sdienst (RUD)
Wabo, de de opslag definiëring et vervoer Europese
rchandises bel 0.1 zijn
ntstekers,
on, en
n, ucten
alpoeders
alciumcarbide
chloraat
peroxide
nide
n, schimmels,
zoutzuur
rijen, h
n verpakte
provincies zwaardere van taken .
0.3
0.3
0.3
OPSLA
PGS 1
Bran3.2
Met brand
In hezijn. bedri(voorvastsomge
Daaroptremaatvoorb
Arbe3.3
Het mregelnalev
Insp3.4
De Invan hop- eclass
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
ndweer/vei
komst vandweerkorpsen
et kader van dTen eerste vajf dat onder
rheen de gemstellen van eevingsvergunn
rnaast is de beden. Om te tregelen zijn bereiden en du
eidsinspect
ministerie vangeving met b
ving van deze
pectie verke
nspectie Verkhet vervoer vaen overslagbesificatie van ve
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ligheidsreg
n de Veilign en gaan zij, a
e brandveilighanuit haar wehet Brzo 19eentelijke braeisen aan bningen kunnen
brandweer ookunnen optrgetroffen. Teus op de hoog
tie
n Sociale Zakbetrekking tot regelgeving.
eer en wate
eer en Wateran gevaarlijkedrijven. Bove
erpakte gevaa
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
gio
heidsregio’s als onderdeel
heid kan de veettelijke advie999 en/of hetandweer) doorbrandpreventien worden vast
ok betrokken reden, moeteen slotte zal gte moeten zij
ken en Werkt arbeidsomst
erstaat
rstaat ziet toe e stoffen en vondien zijn zij rlijke stoffen.
NA 18 VAN 125
verdwijnen brandweer, o
eiligheidsregiostaak in de s
Bevi valt. Tr het bevoegdeeve en brantgelegd.
als dé hulpdn er een aade brandwe
n van de situa
kgelegenheid tandigheden.
op de nalevioeren regelmaaangewezen
de gemeenp in deze veili
o vanuit twee isituatie waarbiTen tweede ke gezag wordedrepressieve
dienst die bij antal voor deer voor het
atie.
(SZW) is verDe Arbeidsin
ng van de voatig broncontroom toezicht te
ntelijke en igheidsregio’s
invalshoeken ij er sprake is
kan de veilighen geraadplee
voorzieninge
incidenten zae brandweer
optreden zic
rantwoordelijk nspectie ziet t
oorschriften teoles uit bij vete houden op
regionale .
betrokken s van een heidsregio egd bij het en die in
al moeten bestemde h moeten
voor alle toe op de
en aanzien rladers en een juiste
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 19 VAN 125
1 Toepassing van de publicatie
1.1 Algemeen
Toezicht, handhaving en vergunningverlening zijn geregeld in de betreffende wetgeving. Bedrijven moeten aan de beschreven stand der techniek voldoen, wanneer vanuit een bindend document wordt verwezen naar de PGS. Een bindend document is bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit of een omgevingsvergunning. Voor de werknemersbescherming kan de beschreven stand der techniek in een Arbocatalogus zijn opgenomen, waarmee het voor de betreffende branche (of doelgroep) het referentiepunt voor toezicht is. Een andere mogelijkheid is dat PGS voorschriften via een eis tot naleving door de Arbeidsinspectie worden opgelegd aan een bedrijf.
Voor de toepassing van een geactualiseerde PGS voor vergunningverlening in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kunnen we onderscheid maken tussen de volgende situaties:
nieuw op te richten bedrijf;
uitbreiding resp. wijziging van een bestaand bedrijf;
bestaand bedrijf.
Voor een aantal vragen over de toepassing van een geactualiseerde PGS in bestaande situaties of bij een uitbreiding resp. wijziging van een bestaand bedrijf kunt u terecht bij de ‘Vragen en antwoorden’ op www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
1.2 Doelstelling
In de publicatie zijn de regels opgenomen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de bepaling van het vereiste beschermingsniveau is uitgegaan van de huidige stand der techniek die geldt voor de bouwkundige uitvoering van opslagvoorzieningen, brandbestrijdingssystemen en arbeidsmiddelen.
1.3 Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied van PGS 15 heeft betrekking op een groot aantal ADR-klassen (zie tabel 0.1). Voor een aantal ADR-klassen is de opslag echter in separate wet- en regelgeving ondergebracht en is de onderliggende publicatie niet van toepassing. In de onderstaande tabel 1.1 is de werkingssfeer van de publicatie verduidelijkt.
Tabel 1.1 — Toepassingsgebied PGS 15
Omschrijving stof of ADR klasse
Wel in toepassingsgebied PGS 15
Niet in toepassingsgebied PGS 15
1 Alle stoffen
2 - spuitbussen - gaspatronen - aanstekers
Gasflessen met giftige of bijtende inhoud (behoudens ammoniak en ethyleenoxide)
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 20 VAN 125
- gasflessen met verstikkende, oxiderende, of brandbare stoffen en ammoniak en ethyleenoxide
3 Alle stoffen, m.u.v. hiernaast genoemde stoffen
- Alcoholhoudende dranken in consumentenverpakking - Dieselolie, gasolie of lichte stookolie met een vlampunt tussen 60 ºC en 100 ºC - Stoffen met UN-nummer 3256 (verwarmde brandbare vloeistof) - Niet-giftige, niet-bijtende en niet- milieugevaarlijke viskeuze oplossingen en homogene mengsels met een vlampunt van 23°C en hoger, die niet zijn onderworpen aan de voorschriften van het ADR (ADR 2.2.3.1.5) (zie bijlage A Begrippenlijst: viscositeitsregel ADR).
4.1 Alle stoffen
4.2 Alle stoffen
4.3 Alle stoffen
5.1 Alle stoffen m.u.v. vaste minerale anorganische meststoffen
Vaste minerale anorganische meststoffen (PGS 7)
5.2 LQ verpakkingen die stoffen bevatten met UN-nummer 3103 t.m. UN nummer 3110 (type C t.m F zonder temperatuurbeheersing) tot maximaal 1000 kg (zie hfst 9)
Overige stoffen (PGS 8)
6.1 Alle stoffen
6.2 Classificatiecode I3 en I4 (UN 3291, UN 3373)
Overige stoffen
7 Alle stoffen
8 Alle stoffen
9 Milieugevaarlijke stoffen, in ieder geval classificatiecode M6 & M7 (UN 3082, UN 3077) m.u.v. genetische gemodificeerde organismen
Genetisch gemodificeerde organismen, overige stoffen
CMR-stoffen Alle stoffen
Afvalstoffen Met dezelfde chemische of fysische eigenschappen als bovengenoemde gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen
Overige afvalstoffen
Gewasbeschermingsmiddelen en biociden
≥ 400 kg indien valt onder één van bovengenoemde criteria
< 400 kg ((valt onder de zorgplichtbepaling, artikel 2a van de wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden))
PGS 15 heeft naast ADR geclassificeerde stoffen tevens betrekking op CMR-stoffen. Deze bevatten bepaalde gevaaraspecten.
In de paragraaf Informatie t.b.v. het vervoer van een veiligheidsinformatieblad (VIB) wordt doorgaans aangegeven of de desbetreffende stof aan de viscositeitsregel voldoet. Stoffen die
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 21 VAN 125
onder de hiervoor genoemde viscositeitsregel van het ADR vallen worden in deze publicatie als niet-ADR geclassificeerde stoffen beschouwd.
Ondergrenzen Ten behoeve van de werkingssfeer van PGS 15 zijn ondergrenzen vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met zowel de gevaaraspecten die bepaalde stoffen kunnen bezitten als wel de hoeveelheid verpakte gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen die voor een goede bedrijfsvoering als werkvoorraad mag worden beschouwd. In tabel 1.2 zijn de te hanteren ondergrenzen genoemd. Het hangt van het karakter en de grootte van het bedrijf af of de ondergrenzen per inrichting, gebouw, opslagvoorziening of anderszins gelden. Zie hiervoor ook de toelichting op voorschrift 3.1.2.
Tabel 1.2 — Te hanteren ondergrenzen en vrijstellingen
Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar b
Verpakkingsgroep Ondergrens/vrijstelling kg of l a
Alle klassen I 1
CMR-stoffen n.v.t. 1
2 (UN 1950 Spuitbussen en UN 2037 Houders, klein, gas)
n.v.t. 50
3 II 25
3 III 50
4.1, 4.2, 4.3 II en III 50
5.1 II en III 50
5.2 LQ verpakkingen die stoffen bevatten met UN-nummer 3103 t.m. UN nummer 3110 (type C t.m F zonder temperatuurbeheersing)
30c
6.1 II en III 50
6.2 categorie I3, I4 II en III 50
8 II en III 250
9 II en III 250
Totaal - 50 voor klasse 8 en 9: 250 d
2 (Gasflessen) n.v.t. 125 l waterinhoud
a Voor de interpretatie van kg of l, zie paragraaf 1.7. Bij overschrijding is PGS 15 van toepassing. Voor verpakking(en) die onder het regime van gelimiteerde hoeveelheden (LQ, zie paragraaf 3.4 van het ADR) of vrijgestelde hoeveelheden (E, zie paragraaf 3.5 van het ADR) vallen geldt een aanvullende vrijstelling tot in totaal de dubbele hoeveelheid van de in tabel 1.2 genoemde hoeveelheid. Deze aanvullende vrijstelling geldt alleen indien de stoffen in de transportverpakking zijn opgeslagen.
b Voor stoffen met een bijkomend gevaar is de laagste ondergrens/vrijstelling bepalend. c Hiermee wordt aangesloten op de in PGS 8 gehanteerde ondergrens. d Indien er sprake is van verschillende stoffen waarvoor verschillende ondergrenzen gelden,
wordt de ondergrens overschreden wanneer de uitkomst (U) van de volgende formule gelijk is aan of groter is dan 1.
....Q
q
Q
q
Q
q
Q
qU
4
4
3
3
2
2
1
1
waarin:
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 22 VAN 125
qx is de hoeveelheid van een bepaalde klasse in de desbetreffende verpakkingsgroep, conform de indeling in de eerste twee kolommen van Q tabel 1.2;
Q is de bij die klasse/verpakkingsgroep vermelde ondergrens conform derde kolom van tabel 1.2.
Opgemerkt wordt dat hoeveelheden van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen die de voornoemde ondergrenzen niet overschrijden wel verantwoord moeten worden opgeslagen. Dat wil zeggen dat opslag niet op de werkvloer mag plaatsvinden tenzij het gaat om een hoeveelheid die als werkvoorraad kan worden aangeduid.
1.4 Gelijkwaardigheidsbeginsel
Voor de toepassing van PGS 15 geldt het gelijkwaardigheidsbeginsel. Dit houdt in dat andere maatregelen kunnen worden getroffen dan in de voorschriften van PGS 15 zijn opgenomen. In de praktijk betekent dit dat tijdens het vooroverleg of in de vergunningaanvraag gegevens moeten worden overgelegd waaruit blijkt dat minimaal een gelijkwaardige bescherming van het milieu, arbeidsbescherming of brandveiligheid kan worden bereikt. Het bevoegd gezag beoordeelt in het kader van de vergunningverlening uiteindelijk of met de toepassing van het andere middel een gelijkwaardige bescherming kan worden bereikt. De AI beoordeelt dit bij inspecties in het kader van de handhaving van de Arbeidsomstandighedenwetgeving.
1.5 Gebruik van normen en richtlijnen
Daar waar naar andere normen en richtlijnen (bijv. NEN, ISO, BRL) wordt verwezen, geldt die versie die ten tijde van publicatie van deze PGS van kracht is.
1.6 Gemotiveerd afwijken
In deze PGS zijn in voorschriften eisen opgenomen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Deze voorschriften zijn voor het merendeel van de situaties toepasbaar. Er zijn echter situaties waarbij deze algemene eisen niet toepasbaar zijn omdat er sprake is van een specifieke situatie en deze situatie zich moeilijk in eenduidige regels laat beschrijven. Voorbeeld is het opslaan op een verdieping van meer dan 500 kg (vs. 3.2.10). In sommige gevallen is bij het voorschrift aangegeven dat er ‘gemotiveerd kan worden afgeweken. In dat geval kan met het bevoegd gezag worden besloten tot gemotiveerd afwijken en worden vervolgens de eventuele extra voorschriften en beperkingen duidelijk vastgelegd (bijv. in de omgevingsvergunning). Vanzelfsprekend moet het niveau van veiligheid geborgd blijven.
NB. ‘Gemotiveerd afwijken’ moet niet worden verward met het ‘gelijkwaardigheidsbeginsel’. Bij het gelijkwaardigheidsbeginsel wordt er aan het vereiste niveau van bescherming voldaan (gelijkwaardig), alleen wordt er in de uitvoering een andere manier gekozen.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 23 VAN 125
1.7 Gebruik van eenheden
Bij het vaststellen van hoeveelheden, grenzen en dergelijke kan voor het gebruik van inhoud- of gewichtseenheden aangesloten worden bij de terminologie van het ADR. Dat betekent:
voor vaste stoffen, vloeibaar gemaakte gassen, sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen en onder druk opgeloste gassen, de nettomassa in kg;
voor vloeistoffen en samengeperste gassen, de nominale inhoud van houders in l.
Indien de aanduidingen op of aan de verpakking afwijken van bovengenoemde regel uit het ADR dan mogen de aanduidingen (voor gewicht of inhoud) op of aan de verpakking worden gevolgd.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 24 VAN 125
2 Systematiek
In PGS 15 zijn regels opgenomen om tot een aanvaardbaar beschermingsniveau te komen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Daarbij is een onderscheid gemaakt in kleine opslagen van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen tot en met 10 000 kg en grote opslagen van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen vanaf 10 000 kg.
Voor opslagvoorzieningen waar tot en met 10 000 kg verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen wordt opgeslagen kan met een basisvoorzieningenniveau worden volstaan. In bepaalde opslagsituaties wordt vanaf een opslaghoeveelheid van 2 500 kg een branddetectiesysteem met doormelding geëist. Bij opslagvoorzieningen waar meer dan 10 000 kg verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen wordt opgeslagen wordt het te hanteren beschermingsniveau bepaald door de gevaaraspecten van de stoffen die worden opgeslagen en het soort verpakkingsmateriaal van die stoffen. In de regels van deze publicatie worden daartoe voor opslagen vanaf 10 000 kg drie verschillende beschermingsniveaus onderscheiden. Naarmate de brandbaarheid van een stof toeneemt, is een zwaarder beschermingsniveau noodzakelijk. In de regels van deze publicatie is dit onder meer vertaald in de eisen die aan de aanwezigheid en uitvoering van branddetectie, bluswateropvang, brandbestrijding- en brandbeveiligingssystemen moeten worden gesteld.
Om tot een aanvaardbaar beschermingsniveau te komen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen zijn in deze publicatie voorschriften opgenomen. Van deze voorschriften kan men afwijken. Voor dergelijke gevallen geldt het gelijkwaardigheidsbeginsel zoals behandeld in paragraaf 1.4. De regels met betrekking tot brandpreventieve bouwkundige voorzieningen vloeien voort uit het Bouwbesluit.
3
OPSLA
PGS 1
3 Al
3.1 HetWabo
vs 3.1
ToeliOndeADR aan bgezaof meafgewzijn d
De mclassklassspuitb5.2 tohet vziekevergugeschinpan
vs 3.1
ToeliAfhangenodenkgevain samvoors
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
geme
t opslaano, AI
Verpakte g1.1noodzakelopslagvoostoffen wouitsluitendde verpakt9 ten hooggescheideaparte opsde boveng • klasse • klasse • klasse
ichting: er aanverwantvallen. Deze
bij gevaarlijke menlijk met geet behoud vanweken. In eendie op enigerle
milieugevaarlijksificatiecode Mse 2 wordt verwbussen en gaot een hoevee
verbod om stofenhuisafval enunning aandacheiden opslagndig als uitpan
Voorschrif1.2niet worde
ichting: nkelijk van he
oemde ondergkbaar dat in bearlijke stoffen menhang metschrift 3.1.3 w
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
een
n van ver
gevaarlijke stoflijke werkvoorrorziening. In deorden opgeslagd de milieugevate gevaarlijke sgste 1 000 kg wen van overige slagvoorzieningenoemde ops
1 (ontplofbare 6.2 (infectueuz7 (radioactieve
te stoffen wordaanverwante stoffen en/of evaarlijke stof
n het veiligheid opslagvoorzie
ei wijze het risi
ke stoffen van M6 (UN 3082) wezen naar hospatronen van
elheid van 1 00ffen van klass
n diagnostischecht wordt bestg, veiligheidssindig zijn gesitu
ft 3.1.1 is niet ven overschrede
t karakter en drenzen per inr
epaalde situatien/of CMR-st
t het begrip wewordt beoogd d
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
rpakte ge
ffen en CMR-sraad, worden oe opslagvoorzigen. Van de veaarlijke stoffenstoffen van kla
worden opgeslagevaarlijke sto
ng. De volgendelagvoorziening
e stoffen en vooze stoffen) mete stoffen).
den grondstofstoffen sluitenCMR-stoffen. ffen en/of CMRdsniveau van iening mogen ico van de ops
klasse 9 betren M7 (UN 30oofdstuk 6 Opn deze richtlijn00 kg wordt ve
se 6.2 op te slae monsters. Inteed aan de wignalering en ueerd, en zow
van toepassingen.
de grootte vanrichting, per gies beperkte htoffen verspreerkvoorraad (vdat niet te grot
NA 25 VAN 125
evaarlijke
toffen moeten,opgeslagen in eening mogen d
erpakte gevaarln in een opslagasse 5.2 mag oagen. Gasflessoffen en CMR-se klassen verpg aanwezig zijn
orwerpen); t uitzondering v
ffen of chemicn bijv. qua verpIndien de wen
R-stoffen op tedit voorschrift in ieder gevalslag verhogen
reffen in ieder 077). Voor de pslag van gasfn. Voor de opserwezen naar aan wordt eenn dat geval be
wijze van opslahulpmiddelen
wel bouwkundig
g indien de in t
n het bedrijf zaebouw, per af
hoeveelheden id over het bevoorschrift 3.1te hoeveelhed
stoffen e
, met uitzondereen daarvoor bdaarnaast uitsllijke stoffen vagvoorziening wnder de voorw
sen (zie hoofdsstoffen, wordenakte gevaarlijk
n:
van categorie I
aliën verstaanpakking en toens bestaat ande slaan, behoogemotiveerd k
l geen stoffen n.
geval de stoffopslag van stoflessen en hooslag van stoffehoofdstuk 9 v
n uitzondering hoort te worde
ag, bijv. met be. Een opslagvg als prefab zij
tabel 1.2 genoe
al moeten worfdeling of ande(beneden de drijf worden o.3) te worden
den verpakte g
en CMR-
ring van de bestemde luitend aanverw
an klasse 9 moeworden opgeslawaarden van hostuk 6) moetenn opgeslagen ke stoffen mog
I3 en I4;
n, die niet ondepassingsgebdere goederenort te worden kan worden of producten
fen van klassetoffen behorenofdstuk 7 Opsen behorende van deze richtlgemaakt voor
den nagegaan etrekking tot
voorziening kaijn uitgevoerd.
emde hoeveelh
rden bepaald oerszins geldenondergrens) v
opgeslagen. D beoordeeld. M
gevaarlijke sto
stoffen
wante eten agen. Van oofdstuk , in een
gen niet in
der het bied wel n nagegaan
aanwezig
e 9 met nde tot slag van tot klasse lijn. Voor r of in de
n zowel .
heden
of n. Het is verpakte
Dit behoort Met
offen en/of
OPSLA
PGS 1
CMRbedrijverpafunct
vs 3.1
ToeliDe wevenzelfs opslagrensverpahoog
De wopslagrotebedrijbeoo
De rais hetoxiscventil
Een l
vs 3.1
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
R-stoffen in weijf naast de noakte gevaarlijktionaliteit hierv
Onder een1.3voorschrifstoffen weproductier • De wer• Per gev zijn, plu• De wer transpo• De wer• Gevaar werkru deugde• Indien verpakk kan wo betreffe vloeisto vereist. Het bevoegebruik vastoffen, of
ichting: werkvoorraad m
wel niet zodanwekenlang in
ag’. Deze eenhs ligt is moeilijakte gevaarlijkguit enkele wek
werkvoorraad hagruimte (en ver dan van de ijven heeft de
ordeeld wat ve
atio van de eist verkleinen vache of brandblatie.
laskar met gas
In een ops1.4bestrijdingplaatsvindverpakking
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
erkruimtes woroodzakelijke wke stoffen en/ovan moeten ku
n werkvoorraadft 3.1.1 wordt velke ten behoevruimte/werkrui
rkvoorraad moevaarlijke stof mus één reserverkvoorraad magortmiddelen; rkvoorraad magrlijke stoffen enimte of nabij ee
elijke verpakkinde werkvoorraking zijn gepla
orden afgewekeende productieoffen is echter .
gd gezag kan nan de werkvoorf brand- en exp
moet zodanig nig groot zijn d een werkruimheden behorejk aan te geveke stoffen en/oken) inderdaa
hoeft niet aan vice versa aanstationaire wewerkvoorraadreist is voor e
s van een lekban het verdamare stoffen is
sflessen kan o
slagvoorzieningg van een lekkaden. Ompakwerg niet wordt ge
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
rden neergezewerkvoorradenof CMR-stoffenunnen worden
d verpakte gevverstaan de voove van de bedrmte of nabij ee
et strikt noodzmag ten hoogste; g zich niet bev
g het vluchten n/of CMR-stoffen procesinstang, die bestandaad bestaat uit aatst boven eenen als (het dese/werkruimte te
altijd een lekb
nadere voorscrraad, teneinde
plosiegevaar te
zijn dat de prodat meerdere
mte of dergelijken dan te worden. Het is aan of CMR-stoffenad zullen word
het eind van in het begin vanerkvoorraad. Bd deels een doeen goede pro
bak bij een hoempingsoppervl
het mogelijk d
ook als werkvo
g mogen, met age of calamiterkzaamheden meopend.
NA 26 VAN 125
et en zo een vop meerdere
n beneden den aangetoond.
vaarlijke stoffenorraad verpaktrijfsvoering/proen procesinsta
zakelijk zijn; te één aangebr
vinden in een ri
niet belemmerfen die als werkallatie aanwezid is tegen de deen hoeveelhe
n lekbak of eenbetreffende deen minste vloebak of een ande
chriften opneme blootstelling egen te gaan.
oductie normaniet-geopend
ke verblijven. den bewaard inhet bedrijf omn binnen een
den gebruikt in
iedere dag won een werkdagBij batchgewijzoorstroomkaracesvoering.
eveelheid vanlak in geval vadat aanvullend
oorraad worde
uitzondering teeit, geen aftap-mogen slechts
verkapte opslalocaties in he ondergrenzen
n en/of CMR-stte gevaarlijke soductie in een llatie of afvulin
roken verpakki
jroute van vork
ren; kvoorraad in eeg zijn, moeten esbetreffende
eid van meer dan gelijkwaardigeel van) de vloeistofkerend is. ere gelijkwaard
en met betrekkaan gevaarlijk
aal doorgang ke eenheden oDan zou er spn een opslagru
m aannemelijk tredelijke tijd (ehet productie
orden overgebg): de risico’s ze productie enakter en moet p
meer dan 50 an een lekkagede eisen nodig
en beschouwd
en behoeve va- of overtapwers plaatsvinden
ag ontstaat. Indet bedrijf hoeven opslaat, zal
toffen als genostoffen en/of C
nstallatie is op
ingseenheid aa
rkheftrucks of a
en productie- oworden bewaagevaarlijke stoan 50 l dan mo
ge voorziening.er van de des- Voor brandba
dige voorzienin
king tot het veike stoffen en/of
kan vinden. Deonnodig dagenprake zijn van ruimte. Waar ete maken dat
(enkele dagen eproces.
bracht naar eevan transport n bij volcontinper situatie wo
0 liter brandbare. Bij het werkg zijn zoals ve
d.
an monsternamrkzaamheden indien de prim
dien een eelheden de
oemd in MR-
gesteld.
anwezig
andere
of ard in of; oet de . Hiervan
are ng
ilig f CMR-
eze moet nlang of ‘verkapte
exact de de of
n zijn
nu-orden
re stoffen ken met rhoogde
me en ter
maire
3
3.2
OPSLA
PGS 1
ToeliIndieof ovsprakdergeaanvbrand
vs 3.1
ToeliDit vohet Adesbschudhiermdampwerkgewe
3.2 Boubra
Ligg2.1
Er winpanbouwEen en-klgesc
Met o
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
ichting: n in een ruimt
vertapwerkzaake meer van eelijke situaties
vullend behoredgevaar en on
Lege, ong1.5voorschrifmaatregeluitgeslotestof van to
ichting: oorschrift sluit
ADR. Een verpetreffende stodden, schrape
mee echter nogpen die achter
kwijze af te sprenst te formali
uwkundigndveiligh
ging van de
wordt onderschndige opslagvwwerk zijn geluitpandige opaar opslagsyhakeld opslag
onderstaande
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
te zowel opslamheden van g
een opslagvoos kunnen voorsen extra voorscngevallenrisico
ereinigde verpften van dit hooen zijn genomen indien gesch
oepassing zijnd
t aan op de depakking is leegof en verpakkinen, of een comg niet alle gevrblijven in de vreken met het seren (in de v
e eisen aeidsopsla
e opslagvoo
heid gemaaktvoorzieningenegen. Ook ka
pslagvoorzieniysteem, een ggebouw.
figuur wordt e
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ag van verpakgevaarlijke sto
orziening. In Prschriften voor chriften in verbo’s te worden
pakking moet wofdstuk (met uen om mogelij
hikte maatregede gevaren van
efinitie en bepag wanneer de ng gebruikelijk
mbinatie van dvaren weggenoverpakking. Hebevoegd geza
vergunning of
aan een oagkasten)
orziening
t tussen inpan worden allant en klare ong is bijv. eenvrijstaand op
een en ander v
NA 27 VAN 125
te gevaarlijke offen en/of CM
PGS 15 is hiermr een deel worrband met mogoverwogen.
worden opgeslauitzondering vake gevaren uit len zijn genomn ADR- klassen
alingen rond leinhoud is verw
ke technieken,deze techniekeomen, bijv. in et verdient aanag over het uidoor maatwer
pslagvoo) Wabo
ndige en uitple voorzienin
opslagsystemen vatenpark, epslaggebouw
verduidelijkt.
stoffen en/of CMR-stoffen plaamee geen rekeden ontleend gelijke blootste
agen overeenkan paragraaf 3.9
te sluiten. Dezmen om alle voon 1 t.m. 9 op te
ege ongereinigwijderd met be, bijv. gieten, pen. In voorkomgeval van expnbeveling om itsluiten van derk aan te vrage
rziening (
pandige opslagen verstaan
en kunnen inpeen in de buitof een met
CMR-stoffen aatsvinden, is e
kening gehoudaan PGS 15, elling, verhoog
komstig de 9), tenzij gesch
ze gevaren zijnor de desbetree heffen.
igde verpakkinehulp van de vpompen, zuige
mende gevalleplosieve of gifteen specifiek
de gevaren en en).
(m.u.v.
agvoorzieningen die in eepandig wordentenlucht geplaeen ander
als aftap- er geen
den. In
gd
hikte n ffende
ngen in voor de en,
en zijn ftige ke dit indien
en. Onder n (ander) n gebruikt. aatst kant-bouwwerk
3.2
OPSLA
PGS 1
I = in
Figuu
Voor
Rela2.2
Een die vBouwen/ofbrandmeesconstomgevoorsActiv
De ex
a) db) dc) d
Ad a
Het Bniet opslaDaarmatedoor de robrand
Ad b
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
pandig
ur 3.1 — Sche
(de eisen m.b
atie met bo
opslagvoorzievalt onder de bwbesluit zijn ef CMR-stoffendweer, van incstal voor een tructies. Omdevingsvergunnschrift aan eeiteitenbesluit)
xtra eisen die
de beperking vde beperking vde beperking v
Beperkin
Bouwbesluit bniet-brandgev
agvoorzieningerom wordt vooeriaal, bepaald
een onverhoeook van een odend bouwwe
b Beperkin
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
II = uitpandig
ematische wee
b.t.) brandveili
ouwregelge
ening voor verbouwtechniscchter niet toen. Daardoor cidenten met defensieve a
dat het (kortning af te wijen omgevingsmoeten word
worden geste
van het ontstavan ontwikkelivan uitbreiding
ng van het on
biedt voor somvaarlijk hoeft en van verpaorgeschreven d conform NENedse aanrakinpen haard of rk.
ng van ontwik
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ergave van ee
igheidskasten
ving
rpakte gevaarhe voorschrift
ereikend voor zijn aanvullegevaarlijke sto
aanpak zal wotweg) juridiscjken van het svergunning oen voorgesch
eld, hebben be
aan van een bing van brandg van brand.
ntstaan van ee
mmige situatiete worden
akte gevaarlijdat het dak
N 6063. Dit isng met vuur in
in geval van e
kkeling van b
NA 28 VAN 125
n inpandige e
wordt verwez
rlijke stoffen eten van het Bde veilige ops
ende eisen noffen en/of CM
orden gekozench niet moge
Bouwbesluit of rechtstreeksreven.
etrekking op:
randgevaarlijk;
en brandgeva
s de mogelijkuitgevoerd. Hjke stoffen emoet zijn gec om te voorkobrand vliegt.
een vonkenre
brand
en uitpandige
zen naar parag
en/of CMR-stoouwbesluit. Dslag van verpodig. Ook de
MR-stoffen is n. Ook stelt delijk is om in
zullen deze s werkend via
ke situatie;
aarlijke situat
heid dat een Het is niet wn/of CMR-stoconstrueerd vomen dat het Het gaat hierbgen, afkomstig
opslag
graaf 3.10.
offen is een cDe voorschriftepakte gevaarlije bestrijding,risicovoller wa
dit hogere eisen het kader extra maatrea een AMvB
tie
dak van een wenselijk datoffen ook zovan niet-branddak van een bij om vliegvug van een na
constructie en van het jke stoffen door de aardoor er en aan de
van een gelen (als zoals het
bouwwerk t dit voor u mogen. dgevaarlijk bouwwerk ur zoals in bijgelegen
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 29 VAN 125
Eigenschappen toegepaste materialen in de gebouwconstructie
Het Bouwbesluit biedt de mogelijkheid dat brandwerende constructies worden opgebouwd uit brandbare materialen. Omdat dit voor de opslag van bepaalde klassen verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen niet veilig is, worden in deze PGS aanvullende eisen gesteld aan het gebruik van bouwmaterialen en bouwkundige constructies.
Ad c Beperking van uitbreiding van brand
Compartimentering
De doelstelling van het Bouwbesluit met betrekking tot het beperken van uitbreiding van brand (brandcompartimentering) is om een brand te kunnen beheersen. Dit kan door de oppervlakte van dit compartiment te maximaliseren of een gevaarlijke activiteit te isoleren. Gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen zijn echter niet specifiek gedefinieerd in het Bouwbesluit. Een opslagvoorziening wordt in beginsel gelijkgesteld met een brandcompartiment als bedoeld in het Bouwbesluit.
Het Bouwbesluit schrijft in beginsel (voor nieuwbouw) voor dat industriegebouwen moeten zijn ingedeeld in brandcompartimenten met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 1 000 m². Over het algemeen is de gebruiksoppervlakte van opslagen tot 10 000 kg kleiner dan 1 000 m2, en hoeft gelijkwaardige veiligheid niet te worden aangetoond.
Voor opslagvoorzieningen met een opslagcapaciteit van meer dan 10 000 kg en een gebruiksoppervlakte van meer dan 1 000 m2 is de gelijkwaardige veiligheid vastgelegd in hoofdstuk 4 van PGS 15 en is ook geen onderzoeksrapport volgens genoemde methodiek nodig.
Uitvoering weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van een opslagvoorziening
De WBDBO moet conform het Bouwbesluit worden bepaald overeenkomstig NEN 6068, een rekenmethode waarbij als ingangsgegevens onder meer worden gebruikt de oppervlakte van het compartiment en de warmte-inhoud (vuurlast) van de in dat compartiment aanwezige stoffen. Een brandcompartiment moet worden gezien als een kubus die 'rondom' (wanden, gevels en afdekking) dezelfde WBDBO heeft. Deze eis geldt van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. Het begrip WBDBO bevat twee aspecten; de weerstand tegen branddoorslag (WBD) en de weerstand tegen brandoverslag (WBO). Branddoorslag houdt in dat (na een kortere of langere tijd) een brand zich doorzet door een scheidende constructie bijv. een wand of een deur. Bij brandoverslag zet een brand zich via de atmosfeer door naar een ander compartiment, bijv. via een dak. Beide waarden (WBD en WBO) mogen in voorkomende gevallen (bijvoorbeeld een wand in combinatie met een vrije afstand) bij elkaar opgeteld worden (zie ook voorschrift 3.2.8).
a) De weerstand tegen branddoorslag volgens NEN 6068 wordt bepaald door de brandwerendheid van alle onderdelen van de scheidingsconstructie. Het traject tussen twee ruimtes met de minste brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie (de weg met de minste weerstand) bepaalt de weerstand tegen branddoorslag tussen deze twee ruimtes. De brandwerendheid van een constructiedeel als een wand, deur of doorvoering kan experimenteel worden bepaald volgens NEN 6069 of berekend volgens NEN-EN 1992-2, NEN-EN 1993-2, NEN-EN 1994-2, NEN-EN 1995-2, NEN-EN 1996-2 of NVN-ENV 1999-2. De brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie is niet groter dan de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van de scheidingsconstructie. NEN 6069 kent de volgende criteria:
R = bezwijken;
3.2
OPSLA
PGS 1
Het onvobrand
In afwbescmin m
b) DrwmW
Hoewaan Ntegeneen a
ToeliDe EBouwbouwafgegde bokwali
Voo2.3
Voors
vs 3.2
ToeliDit vovliegv
vs 3.2
ToeliDit voopsla
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
E = vlam
I = thermdeuren is
W = ther
brandgedrag ldoende zijn.dwerende gor
wijking van pahouwd als demaar lager dan
De weerstandruimten. Om teworden gemaamet betrekkingWBDBO:
in de bui30 min;
in de bui60 min.
wel er in sommNEN 6068 won branddoorslafwijkende pra
ichting: Europese Richwbesluit: Indiewproduct of bogeven op basiouw, is aan deiteitsverklaring
orschriften v
schriften voor
Het dak va2.1
ichting: oorschrift is opvuur) als gevo
De vloer v2.2(hoofd)draopslagvoomateriaal, afdekking,13501-1.
ichting: oorschrift voorag worden geb
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
mdichtheid betr
mische isolatie s er ondersche
rmische isolati
van gevaarlij. Dit komt dijn-/doekcons
aragraaf 7.2.1e brandwerendn de WBDBO-
tegen brandoe voorkomen akt, is voor hog tot de mate w
tenlucht word
tenlucht word
mige situatiesordt voldaan, wag en brando
aktische benad
tlijn Bouwprodn bij of krachte
ouwproces en is van een dooe betreffende eg is toegepast.
voor opslag
opslagvoorzie
an een opslagv
pgenomen omolg van een br
van een opslagvaagconstructieorziening van w
beoordeeld ov, dat ten minst
rkomt dat er bbruikt.
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
rokken op de
betrokken opeid tussen I1
ie betrokken o
ijke stoffen ismet name vstructies.
1 van NEN 60dheid met bet-eis.
overslag wordtdat bij elke op
orizontale branwaarin de afs
t een afstand
t een afstand
s door toepaswordt toch ge
overslag te zijndering die is w
ducten regelt etens dit besluitdaarvoor een
or Onze Miniseis voldaan int.
gvoorzienin
eningen m.u.v
voorziening ma
m te voorkomerand in de omg
voorziening, ee, alsmede de awanden en dakver de gehele dte voldoet aan
brandbare mat
NA 30 VAN 125
afdichting;
p de temperatuen I2);
op warmtestra
s echter andvoor bij een
068 moet eentrekking tot de
t praktisch gezpslagvoorzienindoverslag eetand tussen ru
van 5 m gelijk
van 10 m geli
sing van dezeeacht in alle ren verkregen. Vweergegeven i
erkende kwalit een eis is geop die eis toe
ter erkend stendien dat produ
ngen
v. brandveiligh
ag niet brandge
en dat een dakgeving.
en eventueel nafdekking aan dk (voor zover aadikte of ten minEuroklasse A1
terialen in de c
uur (voor somm
ling.
ers, waardooaantal deu
geveldeel alse scheidende
zien bereikt dong een volledn praktische buimten kan bijd
kgesteld aan e
jkgesteld aan
e praktische bedelijkheid eeVoor de opslain vs 6.2.5 van
teitsverklaringsteld ten aanz
egesneden kwelsel van kwaliuct, of dat pro
heidsopslagka
evaarlijk zijn co
k gemakkelijk i
noodzakelijke ade binnenzijdeanwezig) moetnste de eerste (onbrandbaar
constructie, wa
mige producte
or de criteria rconstructies,
s semi-openine functie hoge
oor afstand tuige berekenin
benadering te dragen aan de
een WBDBO v
een WBDBO
benadering nien voldoende wag van gasflesn hoofdstuk 6
gen, zie ook arzien van een
waliteitsverklariteitsverklaring
oces overeenk
asten, zie 3.10
onform NEN 60
in brand raakt
afdekking van e van de ten zijn vervaa10 mm van die
r) conform NEN
wanden en dak
en zoals
W en I2 glas en
ng worden r is dan 5
ssen g moet hanteren e
van
van
et letterlijk weerstand ssen geldt
rtikel 1.7
ring is gen voor komstig de
.
063.
t (door
de
rdigd van e N-EN
k van de
OPSLA
PGS 1
vs 3.2
ToeliDit vovoors(uitga
vs 3.2
vs 3.2
ToeliVoor Ad. c
vs 3.2
vs 3.2
vs 3.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Een opsla2.31 000 m².
ichting: oorschrift is onschrift afgeweave 2007).
De WBDBO2.4andere opmin bedrarookluiken
Voor de br2.5criteria va • R voor • REI voo• RE voo• EI voor• EI1 voo
ichting: r een toelichtinc.
Indien mee2.6maatregelandere op
Indien een2.7in deze comag uitsludie in geva
Voor uitpa2.8met afstan • indien bouww bedraag opslagv leidingd vereiste• indien bouww bedraag draagco• en dat brandg waarlan
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
gvoorziening i
ntleend aan heken. Zie ook h
O tussen een oslagvoorzieningen in beide ri
n in deze const
randwerendhen NEN 6069, w
draagconstrucor dragende wa
or daken r niet-dragendeor deuren.
ng op de criter
erdere opslagven worden genslagvoorzienin
n constructie monstructie aanguitend in geopeal van brand de
andige opslagend:
de afstand vanwerk dat tot de i
gt, de brandwevoorziening tendoorvoeren of e brandwerendde afstand van
werk dat tot de igt er ten aanzieonstructie geebinnen deze afevaarlijke activngs een brand
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
is een brandco
et Bouwbesluihet onderzoek
opslagvoorzienng, veelal aangichtingen. Deutructie mogen
id met betrekkworden aangeh
cties zowel ondanden en vloer
e wanden;
ria van NEN 6
voorzieningen nomen om te vng kan verplaa
met een bepaalgebrachte deurende stand zijne deur automa
en geldt dat: de
n de opslagvooinrichting behoerendheid van n minste 30 mirookluiken in
dheid; n de opslagvooinrichting behoen van de bran
en eis van toepfstanden geen viteiten plaatsvzich kan voort
NA 31 VAN 125
ompartiment m
it. In bepaaldeksrapport ‘Meth
ning en een angeduid als gescren, ventilatieogeen afbreuk d
king tot de scheouden:
der, boven als ren;
069, zie de inl
naast elkaar zvoorkomen dat tsen, bijv. t.g.v
de brandwerenr zelfsluitend zn vastgezet, indatisch sluit.
e WBDBO van
orziening tot deoort, of anderede wanden, hein moet bedragdeze construct
orziening tot deoort, of anderendwerendheid assing is; opslag van br
vinden die eentplanten naar d
et een oppervl
e gevallen worhode Beheers
dere ruimte (wchakelde loodsopeningen, leiddoen aan de ve
eidende functie
ten behoeve v
leiding van de
ijn gelegen, moeen incident z
v. een uitstrom
ndheid moet zijijn uitgevoerd.dien een voorz
60 minuten oo
e inrichtingsgr brandbare obj
et dak en de drgen. Deuren, vetie mogen geen
e inrichtingsgr brandbare objvan de wanden
andbare stoffe brand kunnen
de opslagvoorz
lakte van maxi
rdt in deze PGsbaarheid van
waaronder ook sen) moet ten mdingdoorvoereereiste WBDBO
e moeten de vo
van de opslag z
eze paragraaf
oeten tevens zich van de ene
mende vloeistof
jn uitgevoerd, . Een dergelijkeziening is aang
ok behaald kan
rens, een andebjecten, ten minraagconstructieentilatieopeninn afbreuk doen
rens, een andebjecten, ten minn, het dak en d
en dan wel n veroorzaken ziening.
maal
GS van dit Brand
een minste 60 n of
O.
olgende
zelf;
onder
e naar de f.
moet een e deur
gebracht
worden
r nste 5 m e van de ngen, n aan de
r nste 10 m de
of
OPSLA
PGS 1
ToeliDit be(mits in eeafvaléén zuitge
vs 3.2
ToeliDe beopsla
vs 3.2
ToeliMet dverwavoornwerkpspelebrandtoetsde IBBrand
vs 3.2
ToeliAan een IIIgevaword
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
ichting: etekent dat in
s ze het vluchten stalen fietsecontainers en zijde tegen eevoerd. Binnen
In een inpa2.9 • 2 500 k gemotiv 10 000 beperk afhanke Hiervoo tabellen overeen in ieder Of • 10 000 of III, zo
ichting: eperkingen toagvoorzieninge
Op een ve2.10stoffen enverdiepingafwijken ingrond vangemotiveevoorzieninpersoneel
ichting: dit voorschrift
wachting is dat namelijk om g
kprocedures voen ook de staadveiligheidska
sing en borgingBB (Integrale BdweerKennisN
Voorschrif2.11verpakte ggevaar wo
ichting: een ruimte waI, kunnen deelarlijke stoffen
den opgeslage
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
de praktijk hieen en de bran
enhok en een stapels hout en ander bouw
n een straal va
andige opslagv
kg verpakte gevveerd afwijkenkg) indien zoning van de risicelijk van de hoor kan aansluitn 4.1 en 4.2. Eenkomstig NEN r geval aan.
kg verpakte geonder bijkomen
t respectievelien die niet zijn
rdieping van e/of CMR-stoffe
g beschouwd en de omgeving
n de Wm, kan herde afwijken angen of brandd
dat binnen de
wordt onder vdit bij een beprote en comploor arbeids- enat van onderhoasten, maar oog van de voorsBrandveiligheidNet (http://www
ften 3.2.1, 3.2.4gevaarlijke stoforden opgeslag
aarin uitsluitenls lichtere eiseen CMR-stoffn van klasse 8
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
er wel materiandbestrijding nhouten hekje,e.d. wel. Prak
wwerk aanstaaan tien meter v
voorziening m
vaarlijke stoffen kan een groteodig extra maaco’s. De aanvu
oeveelheden opting worden geen gecertificee 2535 met doo
evaarlijke stoffnd gevaar aanw
lijk 2 500 kg enn uitgevoerd m
een gebouw maen worden opgen de begane ggsvergunning ohiervan wordenaanvullende eisdetectie en de ae inrichting aan
voorwaarden rperkt aantal belexe bedrijvenn milieuveilighoud van het gok de installatirschriften kan bid Bouwwerkew.brandweerk
4, 3.2.5, 3.2.8 effen van klassegen.
nd stoffen worden worden gesfen worden op8, verpakkings
NA 32 VAN 125
alen kunnen voniet belemmere geen problem
ktisch gezien mat aan drie zijdvan de vierde
ag ten hoogste
en en/of CMR-sere hoeveelheidatregelen of voullend te treffenpgeslagen stofezocht bij de mrde brandmeldrmelding naar
fen van uitsluitwezig zijn.
n 10 000 kg gmet voorzienin
ag maximaal 50eslagen. Hierb
grond van een of bij bedrijvenn afgeweken. Dsen worden geaanwezigheid vnwezig moet zij
ruimte gebodeedrijven van to
n waar men geheid. Bij de beebouw, de braies en organisbijv. worden an). Het IBB is
kennisnet.nl, z
n 3.2.10 zijn nie 8, verpakking
den opgeslagesteld dan aan pgeslagen. Vosgroep II en II
oorkomen die en). Zo zullen
men opleverenmoet een opsladen en het dak
zijde geldt ee
e:
toffen aanwezd worden toege
oorzieningen zin maatregelen fen, de brandbethodiek en gr
dinstallatie een 24-uurs be
tend klasse 8, v
elden voor inpngen als bedoe
00 kg of 500 l vbij wordt een kegebouw niet. D waarvoor alge
De voorwaarde steld aan de brvan opgeleid ejn.
en om gemotivoepassing zal
ewend is te weoordeling van
andcompartimsatie van het bangesloten bijte vinden op d
zoekterm:IBB).
et van toepassgsgroep II of III
en van klasse ruimten waarior ruimten wa
II gelden geen
niet brandbaa bijv. fietsen, a
n maar voertuilagvoorzieningk brandwerenden gebruiksbep
zig zijn. Door estaan (tot maijn aangebrachof voorziening
baarheid, giftigrenswaarden in
ezette post vol
verpakkingsgr
pandig gesitueeld in hoofdstu
verpakte gevaaelder wel als eeDoor gemotiveemene regels gis dat m.b.v. hrandwerende
en getraind des
veerd af te wijkl zijn. Het gaaterken met inten gemotiveerd menten, de lossbedrijf een rol.ij de ontwikkelde website va.
sing indien uitsI, zonder bijkom
e 8, verpakkingin ook andere
aarin uitsluitenn WBDBO-eise
ar zijn al dan niet igen, g die aan d zijn perking.
ximaal ht ter gen zijn heid enz. n de
ldoet hier
roep II
eerde uk 4.
arlijke en erd gelden op
het
skundig
ken. De t rne afwijken
se Voor de
lingen van an
sluitend mend
gsgroep II
nd stoffen en met
3
OPSLA
PGS 1
betrescheiopgebetekzondruimt
vs 3.2
3.3 Kwa
vs 3.3
ToeliHet v
a) evb
b) iezw(Iptom
Voor conve
vs 3.3
ToeliIn geCertif
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
ekking tot andeidingen (wand
eslagen zondekent dat deze
der dat er een te. Daarbij gel
het gedeelte benut;
dit duidelijk mzoals gaas o
onverkort de van toepassi
Een opsla2.12belemmer
aliteit vloe
Binnen ee3.1hoofdstukdie in comRichtlijn Bopslagvooof kunnen
ichting: verwaarloosba
een vloeistofdvoorziening opbedrijfsinterneindien gebruiken/of lekbak mzorg en facilitewordt alleen b(inspectie, ondIncidentenmanpersoneel. Dittoepassen vanopgeruimd en mogelijk bepe
r de volledighevenanten spec
Indien een3.2onder certmoet dezeovereenko
ichting: eval van certificficaat (BAOC)
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ere ruimten c.qden e.d.). Dat r dat de wandstoffen kunnebrandwerendedt alsnog dat:
waar opslag p
moet zijn aangf hekwerk;
eisen gelden ing) de andere
gvoorziening men.
eren Wabo
n opslagvoorzk 10 moeten bombinatie leiden Bodembescherorziening moge worden gebra
aar bodemrisic
dichte vloer of p grond van dee inspecties, ok wordt gemaamet de daarbij eiten en persobereikt als naaderhoud, repanagement is ht wordt toegepn incidentmanverholpen. Hirkt.
eid wordt nog oifieke afsprake
n vloer of verhatificaat zijn aane vloer of verhaomstig het Bes
catie verstrekt) op basis van
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
q. eisen met bbetekent dat d
den, plafond enen worden opge scheiding is :
plaatsvindt, al
gegeven met g
zoals producte eisen zoals g
mag niet in een
ziening of bij eeodembescherm
tot een verwaarming bedrijfsmen zich geen oacht met een ri
co behoort te w
verharding, vode CUR/PBV-aof; akt van de juisbehorende m
oneel zoals geast het gebruikaratie), invullinhet overkoepepast als een lenagement wordiermee wordt
opgemerkt daen zijn gemaa
arding vloeistongelegd of hersarding als vloesluit bodemkwa
t de aannemen BRL 2319, B
NA 33 VAN 125
betrekking tot deze stoffen inn vloer een W
geslagen in eetussen het op
lleen voor de o
gevaarspictogr
topvang, onvegeformuleerd
n vluchtroute z
en overslag- ofmende voorzien
arloosbaar bodmatige activiteipeningen beviolering of met
worden gerea
oorzien van eeaanbeveling 44
ste en geslotenmaatregelen. Mesteld in de NRk en in stand hg wordt gegevlende begrip v
ekkage of morsden geconstatverspreiding n
at het mogelijk akt over voorzi
ofdicht is uitgevsteld overeenkistofdicht zijn aliteit.
er bij opleverinBRL 2362, BRL
de brandweren een aparte r
WBDBO hebbeen deel van eepslaggedeelte
opslag van die
rammen en ee
erenigbare comin de paragraf
zijn gelegen en
f laad- en losgeningen en maatdemrisico conften (NRB). In dnden die in dirhet oppervlakt
liseerd door:
en verklaring v4, met de daar
n verpakking, Maatregelen beRB. Verwaarlohouden van goven aan incidevan algemenesing wordt gecteerde morsinnaar de bodem
is dat in bepaieningen en m
voerd, moet dekomstig het Besbeoordeeld na
g een Bewijs L 2371 of BRL
endheid van deruimte kunnenen van 60 minuen grotere ruimen de rest va
e stoffen mag
en fysieke afs
mbinaties en (fen van hoofd
n mag het vluch
edeelte als bedtregelen zijn geform de Nederlde vloer van eerecte verbindintewater.
vloeistofdichterbij behorende
een kerende estaan uit alge
oosbaar bodemoede voorzienentenmanageme zorg en faciliconstateerd. D
ngen en lekkagm voorkomen
aalde doelgroemaatregelen.
eze vloer of veesluit bodemkwa een inspectie
van Aanleg OL 2372. In gev
e n worden uten. Het mte, n die
worden
cheiding
(voorzover dstuk 3.
hten niet
doeld in etroffen landse en ng staan
e e
vloer emene mrisico ingen ment. iteiten en Door ges of zoveel
ep
rharding waliteit, of
Onder val van
3
OPSLA
PGS 1
inspeVoorz
vs 3.3
ToeliDe prvloeismogeaanwoverzhand
3.4 Ste
vs 3.4
ToeliVerkegeva
In deheftrunaar
Toepstora
De NProjeoverz NPR perioconc
vs 3.4
ToeliIndiegeenvolledkunngangen st
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
ectie verstrekt rziening (VVV)
Indien een3.3geïnspecteHiertoe mo
ichting: rocedure incidstofkerende vlelijk te maken.
wezigheid van zicht van uitge
delingen indien
ellingen Wa
Een stellin4.1stabiel zijnis. De gesc
ichting: eerd ontwerp,arlijke stoffen
e praktijk zijn vucks, het meebijvoorbeeld:
NEN-EN 155Principles for
NEN 5056 Npalletstellinge
passing van Nage systems: N
Nederlandse prectspecificatiezichtelijke wijz
5055-1:2009 odieke inspectireet invulling a
Een stellin4.2aanrijdbes(zie NEN-E
ichting: n in een maga
n zin. Maar ookdig tegen aanen afzetten en
g-zijdige stellintellingconfigura
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
de deskundig) op basis van
n vloer vloeistoeerd en moet hoet binnen de i
dentenmanageloeren en vloe. Aandacht moabsorptiemate
evoerde en uit n een vloer nie
abo, AI
ng moet bestann. Een stelling chiktheid van e
montage of gleiden.
vooral de stelliest kritisch. Vo
512 Steel staticr structural des
iet-verrijdbareen.
EN-EN 15512NEN-EN 1562
raktijkrichtlijn ’ in samenhan
ze NEN-EN 15
Magazijnstelliie op juist gebaan de eisen v
ng moet zonodschermers zijn EN 15635).
azijn geen bewk in magazijnerijdingen kunnn uitnemen. A
ngstaanders teatie conform N
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
g inspecteur bin CUR/PBV-aa
ofkerend is uitghet opruimen vinrichting een
ement moet geistofdichte lekoet zijn besteeterialen (op wet te voeren peret meer vloeis
nd zijn tegen dmag niet zwaaeen stelling mo
gebruik van ste
ngen voor de oor het constru
c storage systsign met daar
e stalen opslag
2 is gebaseerd20 ‘Application
NPR 5054:20ng met ‘Verkla5620, NEN-EN
lingen - Arbovebruik en staat vvan borging va
dig tegen aanrij dan vereist op
wegingen meten waar wel benen worden befhankelijk van
e voorzien vanNEN-EN 1562
NA 34 VAN 125
ij goedkeuringanbeveling 44.
gevoerd, moet van gelekte of gprocedure inc
geschikt zijn omkbakken die bed aan instrucelke locaties briodieke visuetofkerend of e
e opgeslagen varder worden boet kunnen wo
ellingen kan to
opslag van pauctief ontwerp
tems - Adjustarbij behorend;
gsystemen - C
d op drie ande and maintena
06 Palletstellinaring van toegeN 15629 en NE
erantwoordelijvan onderhouan veilig gebru
jden zijn beveip hoeken van s
t een heftruck ewegingen plaeveiligd. Immen de gebruiksitn een vrijstaan20 in combinat
g een verklarin.
de vloer periodgemorste stoffidentenmanage
m ingrijpen bij innen de inrich
cties van het pbinnen de inricle inspecties,
een lekbak nie
verpakte gevaabelast dan waarorden aangetoo
ot incidenten o
allets, die wordvan palletstel
able pallet rac
Constructief on
re normen uit ance of storag
ng - Bedieningelaten gebruikEN-EN 15635.
jkheden en cod - Deel 1: Pauik zoals vere
ligd. Vrijstaandstellinggangen
plaatsvinden,aatsvinden, zaers, men zal altuatie kan wornde aanrijdbestie met goed o
ng Vloeistofdic
diek visueel wfen zijn gewaarement aanwez
j incidenten bijchting aanwezipersoneel, chting aanwez
en de te treffeet meer vloeist
arlijke stoffen rvoor deze ontond.
of calamiteiten
rden bediend mlingen wordt v
cking systems
ntwerp van ve
de serie Steege equipment’
g door magazk behandelt op.
ontrolelijsten valletstellingen eist in NEN-EN
de, afdoende en -onderdoo
hebben beveal een stelling ltijd pallets morden overwogescherming. Eeopgeleide en
chte
orden rborgd. zig zijn.
j alle ig zijn
ig), en tofdicht is.
en tworpen
n met
met verwezen
-
rstelbare
el static .
ijntrucks - p een
voor de geeft
N 15635.
rgangen
eiligingen nooit
oeten en om alle
en lay-out
3
3
OPSLA
PGS 1
geïnsklein
vs 3.4
ToeliVoorbbescheen sstaan
vs 3.4
vs 3.4
ToeliMet dmoetin ste
3.5 Aar
Voor besc
3.6 Exp
vs 3.6
ToeliIn ar137) bijvoobepa
UN-gPGS met daaroDezehoev
Verpavervoword
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
strueerde heftzal zijn.
Indien tijd4.3moeten onopnieuw inof gerepar
ichting: rbeeld van eenhadigd, moet staaf van het jnder onmiddel
De stelling4.4eventuele worden ge
De regels 4.5toepassing
ichting: dit voorschrift t worden voorkellingen zijn ge
rding en b
aarding en bhikbaar is geld
plosieveili
In een ops6.1acht wordregelgevin
ichting: rtikel 3.5a t.m
opgenomen. orbeeld de N
alingen uit PGS
gekeurde verp15 hoeven niuitsluitend opom geen maae uitzonderingveelheden (LQ
akkingen die olgens deels den beschouwd
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ruckchauffeur
ens het gebruinmiddellijk pasn gebruik wordreerd.
n passende mdeze onmiddejukvakwerk is llijk vrij van op
gconstructie mbeschadiginge
eregistreerd en
met betrekkingg op de opslag
wordt beoogdkomen. Dus seplaatst.
bliksembe
bliksembeveiligdt deze ook vo
gheid AI
slagvoorzieningen genomen. D
ng. Een gevare
m. 3.5f van heVoor een ge
NPR 7910-1 S 15, wordt sto
pakkingen voiet als secundapslag van braatregelen noog geldt ook
Q, zie paragraa
worden geogevuld worde
d.
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
rs scheppen d
ik van een stelssende maatredt genomen, m
maatregel in geellijk vrij wordebeschadigd, m
pslag worden g
moet ten minsteen worden geïn
n minimaal vijf
g tot gescheideg in een stelling
d dat ook in vestoffen die met
eveiliging
ging wordt eeoor PGS 15.
g moeten de wDeze eisen zijnenzone-indeling
et Arbeidsomsevarenzone-inworden toeg
tofexplosiegev
oor brandbaredaire gevarenbandbare stoff
odzakelijk ter bvoor verpakk
af 3.4 van het
opend om deen teruggepla
NA 35 VAN 125
de randvoorwa
ling een stellingelen worden
moeten beschad
eval van een pen gemaakt vamoeten de ligggemaakt.
e jaarlijks visuenspecteerd. Dejaar worden be
en opslag uit pg.
erticale zin opst elkaar kunne
AI
n apart docum
wettelijke eisenn opgenomen ing kan hiervan o
standighedenbndeling met beepast. Wanne
vaar bij norma
e stoffen in obron te wordenfen in dergelijbeperking vankingen die oADR) vallen.
e inhoud te aatst in de o
aarde dat de ka
ngonderdeel blgenomen. Alvodigde onderdel
palletstelling: inan opslag. Indgers aan weer
eel op doelmate resultaten vaewaard.
paragraaf 3.12 z
slag van onveren reageren m
ment opgestel
ten aanzien van de Arbeidsomonderdeel uitm
besluit is richtetrekking tot eer wordt voal bedrijf uitge
opslagvoorzien beschouwd. ijke UN-gekeun explosiegevonder het reg
gebruiken in opslag moeten
kans op aanrijd
ijvend is vervoorens de stellinlen worden ve
ndien een liggdien een staanrszijden van d
tigheid, juist gean de inspectie
zijn eveneens
renigbare commogen niet bov
ld. Zodra het
an explosieveimstandighede
maken.
tlijn 1999/92/Egasexplosieg
oldaan aan desloten.
eningen als bIn opslagvoor
urde verpakkvaar bij normagime van ge
n de procesvn wel als ge
dingen
ormd, ng rvangen
ger is nder of de
ebruik en moeten
van
mbinaties ven elkaar
document
ligheid in nwet- en
EG (ATEX evaar kan
de overige
bedoeld in rzieningen
kingen zijn aal bedrijf. elimiteerde
voering en varenbron
3
3
OPSLA
PGS 1
In alle
is evgevaword
Overexplo
3.7 Vrij
vs 3.7
ToeliHet isonbegebruatmona tegenoHet bArbeiondenemeopslagezovoor (zie 3De AmaatverpaDit vobrandDe mverrevan e
3.8 Voo
vs 3.8
ToeliHet deen abeha
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
e andere vorm
aanstekers;
IBC-verpakki
andere niet g
veneens sprarenzone, en
den getroffen.
rigens is het osieveiligheid,
komende
Als er noo7.1moeten do
ichting: s mogelijk dat
edoeld dampenuikers van de
osfeer. Dit moee gaan of er scomen. bepalen van didsomstandigh
erzocht en, inden van maatreagvoorziening.ndheid van wehet nemen va
3.6). Arbeidsinspecttregelen om eeakkingen en voorschrift gelddveiligheidsop
milieurelevantieeweg de meesemissie naar d
orkomen v
Een in de 8.1hemelwatehemelwate
ichting: doel van dit voafdak worden andeling).
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
men van opsla
ingen die buite
gekeurde verp
ke van secunde daaruit
mogelijk datzoals de inze
e dampen
odzaak is om vroeltreffende ma
t bij normaal gn kunnen vrijkopslagvoorzie
et worden voochadelijke dam
e noodzaak ohedenbesluit,
dien noodzakeegelen kan bijv. Het nemen verknemers is g
an maatregele
ie heeft haar sen explosieve
verpakkingen odt voor bouwkupslagkasten. e van de vrijkoste situaties erde lucht op gro
van veron
buitenlucht geer niet op de vler regelmatig v
oorschrift is begerealiseerd,
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ag van brandb
en de beproev
pakkingen.
ndaire gevarevoortvloeiend
t bij calamiteet van geschik
van verp
rijkomende daaatregelen wor
gebruik van vekomen, die schening of eventorkomen. Het impen kunnen v
om na te gaan waarin is aan
elijk, maatregev. worden gedvan maatregelgeregeld in he
en ter voorkom
standpunt gepe atmosfeer te onder het LQ-rundige opslag
omende dampr geen noodzaond van de Ne
ntreinigd
esitueerde opslloer van de opvan de vloer ka
eheersing van maar ook op
NA 36 VAN 125
are stoffen, zo
vingstermijn w
enbronnen. Dde noodzakeli
eiten aanvullekt materieel, no
pakte gev
mpen af te voerden genomen
erpakte gevaarhadelijk kunnetueel zelfs kunis aan de eigevrijkomen en w
of er dampenngegeven dat relen moeten wdacht aan het len ter voorkomet Arbeidsoms
ming of beperki
publiceerd ovevoorkomen b
regime. gvoorzieningen
pen is zeer bepaak is om maaederlandse em
hemelwat
lagvoorzieningslagvoorzienin
an worden verw
het, potentieeandere wijze
oals de opslag
worden gebruik
Deze bronnenijke veiligheid
ende maatregoodzakelijk zijn
aarlijke st
eren uit een op.
rlijke stoffen een zijn voor dennen zorgen vonaar van de owelke maatreg
n kunnen vrijkorisicobronnen
worden genomeventileren vanming van de astandighedenbing van een ex
er de noodzaaij de opslag va
n en losse
perkt. De verwatregelen te nemissierichtlijn L
ter Wabo
g moet zodanigng kan gerakenwijderd.
el vervuilde, re(opvang, afvo
g van:
kt;
n zullen leidedsmaatregelen
gelen ten aanjn.
toffen AI
pslagvoorzienin
en CMR-stoffee gezondheid voor een exploopslagvoorziengelen moeten
omen is gelegmoeten worden (RI&E). Von een aantasting vanbesluit. Dit gelxplosieve omg
ak voor het neman UN-gekeur
wachting is daemen ter voorkLucht (NeR).
g zijn geconstrn dan wel dat
egenwater. Ditoer, controle, lo
en tot een n moeten
nzien van
ng,
n er van
osieve ning om worden
en in het den oor het
n de ldt ook geving
men van rde
t in koming
ueerd dat
t kan door ozing,
3
3.
OPSLA
PGS 1
3.9 Pro
vs 3.9
ToeliDe opdaarb
10 Bra
Voor opste
vs 3.1
ToeliNEN-en 90wordverscverpabrand
vs 3.1
ToeliZoweaan w
Overzichtb
a) db) gc) gd) d
ie) d
Teve
f) ng) th) m
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
oductopva
Een opsla9.1gevaarlijkeopslagvoode grootstde verpakopgeslage
ichting: pvangcapacitebij niet mee.
andveiligh
de eisen die elling van deze
Een brand10.1januari 200waarvan hNEN 2678.voldaan aa
ichting: -EN-14470-1 0 min. Afhanke
den voor een bchillende eisenakte gevaarlijkdwerendheid n
Binnen de10.2heeft plaatdat de bra
ichting: el voor de gebwelke brandve
reenkomstig Nbare plaats de
deuren sluitengevaarsymboogevaarsymboode van toepass NEN-EN 14de brandwere
ens moet in of
naam of merk typenummer emaximale toeg
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ang Wabo, A
gvoorziening me vloeistof redeorziening een ote verpakking, kingen tezame
en stoffen.
eit geldt alleen
eidsopsla
worden geste kasten binne
dveiligheidsops06, moet aan N
het eerste gebr. Bij het gebruian de eisen va
kent vier categelijk van de to
bepaalde veilign die bij de deke stoffen en/oniet geschikt.
e inrichting motsgevonden nandveiligheidso
bruiker als vooeiligheidsnorm
NEN-EN-14470e volgende info
n (wanneer kasol 'Vuur, open ol 'Brandgevaassing zijnde no4470-1 van toendheidspresta
op de kast de
van de produen jaar van progelaten embal
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
AI
moet zodanig zelijkerwijs niet
opvangcapacitdoch (als dat m
en. De opvangv
n voor vloeisto
agkasten
teld aan een ben de inrichtin
slagkast, waarvNEN-EN-14470-ruik dateert vanik van de brandn bijlage E.
gorieën van boepassing vangheidsklasse (esbetreffende of CMR-stoffen
et voor de brana 1 januari 2006opslagkast vol
or de toezichthm de kast voldo
0-1 moet op dformatie zijn aa
st niet wordt g vlam, roken varlijke stoffen'orm, voor kastepassing; atie van de ka
e volgende info
ucent; oductie; llage;
NA 37 VAN 125
zijn geconstruet uit de voorzieeit hebben vanméér is) ten mivoorziening mo
offen. Lege on
Wabo, AI
brandveiligheing wordt verwe
van het eerste -1 voldoen. Eenn vóór die datudveiligheidsop
brandwerendheeen brandvei
(30, 60 of 90).veiligheidsklasn die onder P
ndveiligheidso6 een productcdoet aan de no
houdende instaoet alsook aan
e voorkant (buangebracht:
gebruikt); verboden' ove' overeenkomsten die na 1 ja
st, aangegeve
ormatie zijn aa
eerd dat gelektning kan strom
n ten minste 11inste 10 % vanoet voldoende
ngereinigde ve
dsopslagkast ezen naar para
gebruik heeft n brandveilighe
um moet ten mipslagkasten mo
eid, te weten 1iligheidsopslag In bijlage E isssen behorenGS 15 vallen i
opslagkast waacertificaat aanworm als bedoel
anties moet dun welke presta
uitenkant) van
reenkomstig bstig bijlage C;
anuari 2006 in
en in type 30,
angebracht:
te of gemorstemen. Daartoe m10 % van de inhn de totale inho
bestand zijn te
erpakkingen te
voor gasflessragraaf 6.3.
plaatsgevondeeidsopslagkasinste voldoen oet tevens wor
15 min, 30 mingkast moet ges ingegaan op
n. Voor de opsis het type me
arvan het eerstwezig zijn, waad in voorschrif
uidelijk zichtbaatie.
n de kast op e
bijlage C;
gebruik zijn g
60 of 90.
moet de houd van
oud van egen de
ellen
sen en de
en na 1 st aan
rden
n, 60 min ekozen p de lag van
et 15 min
te gebruik aruit blijkt ft 3.10.1.
aar zijn
en goed
genomen
3.
OPSLA
PGS 1
i) m
vs 3.1
ToeliAls omeerbrandbranden/ofverpavoorsterwij
vs 3.1
ToeliDe veziekegewebeoovan hinstalvoorsBrand
vs 3.1
11 Ver
vs 3.1
ToeliOverzich iverpaLQ) ostoffegevavrijkowaar
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
maximale bela
Op een ve10.3brandveiliindien uitsbijkomend
ichting: op een verdiepr dan twee bradcompartimendveiligheidsopf CMR-stoffenakte gevaarlijkschrift 3.10.3 iijl de deur(en)
Het is mog10.4m.b.v. voovoorzienindeskundig
ichting: erwachting is
enhuizen) van end is om te wordeling van vohet gebouw, dllaties en orgaschriften kan bdveiligheid Bo
Een brand10.5vluchten n
rpakking e
De verpak11.1en/of CMR • niets va• het mat worden kan aan• de verp
ichting: r het algemeenin de zogenoeakt conform heof vrijgestelde en zijn samengarlijke stof aan
omen ten opzicrop deze hoev
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
asting van het
rdieping mogegheidsopslagk
sluitend gevaard gevaar worde
ping meerdereandveiligheidsnten zijn gereapslagkasten te. Hiermee is h
ke stoffen en/ois echter de (bvan een bran
gelijk gemotiveorschriften aanngen of branddg personeel dat
dat dit bij een toepassing za
werken met inteoorschriften bijde brandcompaanisatie van hebijv. worden aaouwwerken).
dveiligheidsopsniet belemmere
en etikette
kking van de in R-stoffen moet
an de inhoud uteriaal van de v
n aangetast, dangaan dan wel pakking tegen
n bevinden geemde UN-gekeet regime van hoeveelhede
gesteld. In deznwezig dat er chte van regu
veelheden moe
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
t legbord.
en per brandcokasten wordenrlijke stoffen ven opgeslagen
e brandcomparsopslagkasten aliseerd, is hete gebruiken vohet mogelijk daof CMR-stoffenbeperkte) faalkndveiligheidsop
eerd af te wijkenvullende eisendetectie en/of dt binnen de inr
n beperkt aantaal zijn. Het gaaterne werkprocij het gemotiveartimenten deet bedrijf een rangesloten bij
slagkast mag nen.
ering Wabo
een opslagvozodanig zijn d
uit de verpakkiverpakking nie
an wel met die een verbindinnormale behan
evaarlijke stoffeurde verpakkde zogenoem
en (excepted qze verpakkingslechts een b
uliere verpakkineten worden b
NA 38 VAN 125
ompartiment m opgesteld. Dit
van klasse 8, ve.
rtimenten zijn te gebruiken.
t toegestaan ooor de opslag at er op een vn wordt opgeskans meegenopslagkast op d
en van voorschn worden gestede aanwezigherichting aanwe
al bedrijven (mat dan voornacedures voor aeerd afwijken
e losse brandvrol. Voor de toj de ontwikkeli
niet in een vluc
o, AI
orziening aanwat:
ng onvoorzienet door gevaarlgevaarlijke stog kan vormen;ndeling bestan
fen en/of CMRking. Daarnaasmde gelimiteerquantities/E) vagen is een dermbeperkter risicongen. De LQ ebehandeld en
aximaal twee t voorschrift iserpakkingsgroe
gerealiseerd, Als er bijv. vie
om acht van verpakte gerdieping meeslagen (zie vooomen dat er eedat moment op
hrift 3.10.3. De veld aan de branid van opgeleidzig moet zijn.
met name labomelijk om bedarbeids- en mspelen ook de
veiligheidsopsloetsing en boringen van de I
chtroute zijn ge
wezige gevaarl
kan ontsnappijke stoffen en
offen en/of CMR d is.
R-stoffen in eenst zijn er omverde hoeveelhean de wetgevimate geringe o ontstaat indien E-regelingewelke vrijstelli
s niet van toepaep II of III, zond
is het toegesier
gevaarlijke stoer dan 500 kg orschrift 3.2.1en calamiteit open staat (n).
voorwaarde isndwerende d en getraind
oratoria en drijven waar m
milieuveiligheide staat van onlagkasten, marging van de IBB (Integrale
elegen en mag
ijke stoffen
pen; n/of CMR-stoffeR-stoffen een r
n opslagvoorzerpakkingen d
eden (limited qing vervoer gehoeveelheid ien deze hoeven beschrijvenlingen daarvoo
assing der
taan om
offen of 500 l 0). In ontstaat
dat
men d. Bij de derhoud
aar ook de
e
het
en kan reactie
ziening die zijn quantities / evaarlijke
veelheden n de wijze or gelden.
3.
OPSLA
PGS 1
De reADR vrijste
Breekconfosubse
vs 3.1
ToeliConfo(paragevagelimvan dsprak(LQ),gelimgekegevamoetverorwerkpafvals
vs 3.1
vs 3.1
12 Onv
vs 3.1
ToeliHet dvrijkogroteverwawordbehaopgehoev
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
egelingen zijn behandelen d
ellingen daarv
kbare verpakkorm de vervoeecties 1.2.1 en
De etikette11.2stoffen mouiting kom
ichting: form de wetgeagraaf 5.2) morenetiket(ten)
miteerde (LQ) ode gevarenklake is van same, dan moet de
miteerde hoevenmerkt met eearetiket van dten gebruiksverdening EG 12
kpleketiketten cstoffen.
De verpak11.3moet best
Voorzienin11.4gevolge va
verenigba
Verpakte g12.1aangaan wkunnen onvan de gevvan elkaarvallen ond(E) (resp. p
ichting: doel van het gomen van de ser (vervolg)effe
wacht kan wordden gerealiseeandelde categoenomen voor dveelheden betr
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
van toepassinde wijze waarovoor gelden).
king moet in eersregelgevingn 4.1.1.5 van
ering van de inoet zodanig zijn
men.
ving vervoer goet elk collo (b
en UN-stofnuof vrijgesteldesse zoals vermengestelde veverpakking zij
eelheden. Verpen label E en
de gevarenklaserpakkingen z272/2008 of, inconform de Ar
kking van in de and zijn tegen
ngen moeten zan transportac
are combi
gevaarlijke stofwaarbij sterke vntstaan die giftvaarlijkste stofr worden opgesder het regime paragraaf 3.4 e
escheiden opsstof uit de verpect ontstaat daden. In bijlage rd. In de hoofdorieën verpaktde gezamenlijkreffen kleine v
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ng op land-, zeop deze hoeve
een opslagvoog worden opgehet ADR).
n een opslagvon dat de gevaa
gevaarlijke stobuitenverpakkiummer voorafge hoeveelhedermeld in de weerpakkingen mijn voorzien varpakkingen medaarin vermelsse. Zie Bijlagzijn voorzien vandien het voorrbeidsomstand
buitenlucht opalle mogelijke
zijn getroffen octiviteiten te vo
inaties Wa
ffen en CMR-sverhoging van tiger of brandbf van de opgesslagen. Dit voovan gelimiteer
en 3.5 van het A
slaan van gevpakking voorkan op grond vaD is weergeg
fdstukken 6, 7,te gevaarlijke ke opslag metverpakkingen m
NA 39 VAN 125
ee- en luchtveeelheden moe
rziening (m.u.eslagen als sa
oorziening aanwarsaspecten va
offen UN-regeling) voor het vgegaan door den (E) zijn niet etgeving vervomet gelimiteerdan de kenmerket vrijgestelde ld het nummer
ge C.3 voor dean gevaaraanr intern gebruidighedenwet.
pgeslagen geve weersinvloed
m beschadiginoorkomen.
abo, AI
toffen die met temperatuur o
baarder zijn danslagen stoffen iorschrift is nietrde hoeveelhedADR).
vaarlijke stoffeomen wordt dan de eigensc
geven hoe in p, 8 en 9 zijn vostoffen en/of
t andere gevamet een tweed
ervoer. (sectieseten worden b
v. de werkvooamengestelde
wezige gevaarlan de gevaarlijk
lgeving, respevervoer zijn vode letters 'UN'.
gekenmerkt moer gevaarlijke de hoeveelhedking voor het vhoeveelhedenr van het eers kenmerking vduidingen op ik is, zijn voorzDit geldt uiter
vaarlijke stoffenen.
ng van verpakk
elkaar gevaarlof druk optreedn op grond vanis te verwachtet van toepassinden (LQ) of vrij
n en/of CMR-dat door de vrijchappen van draktische zin door de in dezeCMR-stoffen barlijke stoffen.de (om)verpak
s 3.4 en 3.5 vbehandeld en w
orraad) zoveelverpakking (z
lijke stoffen enke stof duidelij
ectievelijk het Aoorzien van '. Verpakkingemet een gevare stoffen. Indieden gevaarlijkevervoer van n (E) worden
ste of enige van LQ en E. grond van CLzien van raard niet voor
n en/of CMR-st
kingmateriaal t
lijke reacties kdt of waarbij gan de eigenschaen, moeten gesng voor stoffenjgestelde hoev
-stoffen is dat jgekomen stofde desbetreffedeze doelstell
e hoofdstukkenbijzondere bep. Gelimiteerdekking. Bij een
van het welke
l mogelijk zie
n/of CMR-jk tot
ADR
en met renetiket
en er e stoffen
Tevens LP-
r
toffen
ten
unnen assen appen scheiden n die
veelheden
bij het f een ende stof ling kan n palingen e lekkage
3.
3.
OPSLA
PGS 1
komt reacthoev
13 Geb
vs 3.1
vs 3.1
vs 3.1
vs 3.1
ToeliHet sCMRgaat in ee
vs 3.1
14 InciWabo
vs 3.1
vs 3.1
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
t er een kleinetie met een an
veelheden geld
bruik ops
Indien ver13.1de verpaksterkte va
Pallets me13.2een deugdgewicht en
Breekbare13.3
In een ops13.4anders da
ichting: stallen van vor
R-stoffen wordtom een vorkhn apart vak w
De opslag13.5beschadig
identen mo, AI
Gemorste 14.1zijn vrijgekde opslagvneutraliseafgestemdstoffen, endeze lekkavaten te pstoffen of beperking
Ten behoe14.2instructie gevaarlijkeactueel ho
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
hoeveelheid nder product isdt alleen indien
lagvoorzi
pakte gevaarlijking op veiligen de verpakkin
et verpakte gevdelijke construn sterkte van d
e (glazen) enke
slagvoorzieningn ten behoeve
rkheftrucks in t beschouwd a
heftruck die vowordt gestald, k
voorziening mging van de aan
met gemo
of gelekte gevkomen moetenvoorziening mren of te absor
d op de aard enn de grootte vaage onmiddellijlaatsen. Bij lekstankstoffen to van verspreid
eve van de veilaanwezig zijn e stoffen en/of
ouden en werkn
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
vrij, die weinigs dan minder wn de stoffen in
ening Wab
jke stoffen en/e wijze gestapeng.
vaarlijke stoffectie zijn. Voor
de verpakking e
elvoudige verpa
g mogen geen van en slechts
een opslagvoals een activitolledig aan de kan van dit vo
moet regelmatignwezige verpa
orste geva
vaarlijke stoffenn zo snel mogeaterialen aanwrberen. De aardn hoeveelheid van de aanwezigjk worden verh
kkage moet ontot een minimu
ding van de vlo
ligheid van de die de te neme
f CMR-stoffen bnemers hierov
NA 40 VAN 125
g vervolgschawaarschijnlijk.n de transportv
bo, AI
of CMR-stoffeneld zijn, waarbij
n en/of CMR-stiedere wijze vaeen maximale s
akking mag nie
gemotoriseerds gedurende d
oorziening vooeit waardoor hATEX-richtlijnorschrift word
g worden gecokkingen.
aarlijke st
n en/of CMR-stelijk worden opwezig zijn om dd en hoeveelhevan de opgesla
ge verpakkingeholpen, bijv. dotwikkeling en vm worden bep
oeistof en snell
werknemers men maatregelenbeschrijft. De b
ver inlichten.
de kan aanrichDe uitzonderi
verpakking zijn
n gestapeld woj rekening wor
toffen die zijn gan verpakking stapeling word
et worden gest
de transportmie tijd van het la
r verpakte gevhet risico toenen voldoet, of inden afgeweken
ntroleerd op le
toffen en/
toffen die in eepgeruimd. Daareze stoffen te ieid van deze magen gevaarlijk
en. Indien een voor lekkende vaverspreiding vaerkt door doele opname doo
moet binnen den bij een lekkagbedrijfsleiding
chten; een escring voor gelimjn opgeslagen
orden opgeslagrdt gehouden m
gestapeld, momoet afhankel
den vastgesteld
tapeld.
iddelen aanweaden en lossen
vaarlijke stoffeeemt. Indien h
ndien een vorkn.
ekkages of
/of CMR-
en opslagvoorzrtoe moeten in immobiliseren
materialen moetke stoffen en/overpakking lek
vaten in overmaan giftige of exmatige ventila
or absorptiema
e inrichting eenge of een incidmoet deze ins
calerende miteerde n.
gen, moet met de
eten van lijk van d.
ezig zijn, n.
en en/of het echter kheftruck
stoffen
ziening of nabij , te ten zijn
of CMR-kt, moet aatse xplosieve tie, teriaal.
n dent met tructie
3.
3.
OPSLA
PGS 1
ToeliIndiebijzon
vs 3.1
15 Roo
vs 3.1
vs 3.1
16 Veiinst
vs 3.1
ToeliBij alaangnadeIndieopge
ToeliDe EC zijngebru
vs 3.1
ToeliREACvoor beste
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
ichting: n het gevaarlijnder aandach
Op een du14.3duidelijk levan een cawaarmee i
ok- en vu
Binnen ee15.1worden geopslagvoopictogram
Voor elke 15.2draagbaarHet blustoblustoesteopgeslage
ligheidhetructies W
Aan de bu16.1duidelijk zvan de opggeschikte het ADR ovan chemiPackaging
ichting: lle opslagvoorgebracht. In plaer omschrevenn in een open
eslagen, volsta
ichting: Europese CLP-n voorbeeldenuikt moeten w
Voor stoff16.2veiligheidsverordenin
ichting: CH verplicht hde volgende m
emd: geneesm
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ijke stoffen vant worden best
uidelijk zichtbaeesbare instrualamiteit. Dezein het geval va
urverbod,
n opslagvoorzerookt en mag orziening moet
m overeenkoms
200 m2 vloeropr blustoestel aaoestel moet tegel moet zodanigen stoffen te bl
idsignaleabo, AI
uitenzijde van ezichtbare plaatsgeslagen gevaplaatsen moet
of de Europese ische stoffen eg: CLP).
rzieningen moeaats van bove
n in paragraafn opslagvoorziaat het om per
-Verordening n weergegevenworden.
fen waarvoor Rsinformatieblang nr. 1907/200
het binnen de mengsels in a
middelen voor
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
n klasse 6.2 (teed aan het ti
re plaats bij dectie zijn aange
e instructie moen een calamite
, blustoes
ziening en tevegeen open vuu
t op daartoe gestig NEN 3011 z
ppervlakte vananwezig zijn mgen weersinvlog zijn dat dezelussen.
ring, veili
een opslagvoosen waarschuw
aarlijke stoffen ten de desbetr CLP- Verorde
en mengsels, E
et het verbodsengenoemde s5.3.1 van het
iening verschilr vak, cluster o
dient ter implen van de geva
REACH dit verpden beschikba06 (REACH).
inrichting aanafgewerkte vor
menselijk en
NA 41 VAN 125
(uitsluitend catijdig inschakel
e toegang tot debracht over deet gegevens be
eit contact moe
stellen Wab
ens binnen eenur aanwezig zijeschikte plaatszijn aangebrac
n een opslagvomet een vulling oeden zijn besce geschikt is om
gheidsinf
rziening, nabij wingsborden wen/of CMR-stoeffende gevaarning over de in
EG 1272/2008 (C
sbord 'vuur, opsymbolen mogADR) wordenllende stoffen of sectie het g
ementatie vanaarsymbolen d
plicht, heeft de aar. De VIB’s m
wezig zijn vanrm die voor dediergeneesku
tegorie I3 of I4len van ter zak
de inrichting ofe te nemen maaevatten van inset worden opge
bo, AI
afstand van 2 jn. Aan de buiten met betrekkht.
orziening moevan ten minste
chermd. De keum een beginnen
ormatiebl
de toegangsdeworden geplaatoffen aanduidersymbolen zijnndeling, etikettClassification,
pen vlam en rogen ook de 'grn geplaatst.
in vakken, cluevarensymbo
GHS binnen die voor de vei
inrichting de bmoeten voldoen
n VIB’s o.a niee eindgebruikendig gebruik,
4) betreft, moeke deskundige
f bij de portier atregelen in hestanties of persenomen.
2 m daarbuiten tenzijde van deking tot dit ver
et ten minste éée 6 kg of 6 l bluuze van het typnde brand van
laden,
eur(en) moetetst, welke het g
en. Op daartoe n aangebracht tering en verpaLabelling and
roken verboderote etiketten'
usters, of sectool aan te bren
de lidstaten. Iiligheidssigna
bijgeleverde n aan bijlage II
et voor afvalstoer zijn cosmetische
et in het en.
moet een et geval sonen
mag niet e rbod een
én usstof. pe n de
n op gevaar
conform akking
en' zijn (zoals
ties zijn ngen.
In bijlage lering
van EG-
offen en
3.
3.
OPSLA
PGS 1
produVeiligdigita
17 Vak
vs 3.1
ToeliDe vagevo
18 Jou
vs 3.1
ToeliHet johoevis eeneen vkg vewordgegevolge
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
ucten, in levengheidsinformaaal in de inrich
kbekwaam
Indien in e17.1worden opstoffen enaangesteldop het gebvan calamvakbekwa
ichting: akbekwaamhelgde relevante
urnaal en
Indien in e18.1worden opstoffen diejournaal mplaats ter journaal m • de juist benami ADR of• de hoev• de verp• het UN- conform• CMR-st vermeld Het journaaangegeve • de lay-o• de plaa• de plaa• een no telefoo een cal
ichting: ournaal heeft
veelheid en locn voorbeeld (bvergunning kaerpakte gevaaden opgeslageevens te verlanende aandach
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
nsmiddel of vetiebladen (ook
hting beschikb
mheid Wab
een inrichting mpgeslagen, mo/of CMR-stoffede deskundigebied van het om
miteiten met gevamheid van de
eid van de dese opleidingen
registratie
een inrichting mpgeslagen, moe in de inrichtin
moet van een dinzage liggen,
moet ten minste
te vervoersnaaing (zie 3.1.2 Af de IMDG-codeveelheid van d
pakkingsgroep-nummer van dm art. 5.2 van htoffen moeten ding CMR.
aal moet tevensen:
out van de inriats van de geboats waar de verordpijl. Het jounnummers vanamiteit contac
als doel hulpdcatie van opgebijv. voor de tran worden opgrlijke stoffen en, is het niet z
ngen. Ten behtspunten word
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
eevoeder. Dit ik wel genoem
baar zijn.
bo, AI
meer dan 2 500et tijdens het v
en in een opslae in de inrichtinmgaan met gevvaarlijke stoffee deskundige m
skundige moeof certificaten
e Wabo, AI
meer dan 2 500et van de opslng aanwezig ziatum zijn voordie direct toeg
e de volgende
am, aangevuld ADR/IMDG-codee; de stof; p (indien toegewde stof als medhet ADR; in het journaa
s een actuele t
chting; ouwen en de terpakte gevaarliurnaal moet zijn personen wact kunnen opne
diensten in geeslagen gevaaransportsectorgenomen. Indien/of CMR-stozinvol om in hehoeve van hetden genoemd
NA 42 VAN 125
is precies omsmd 'material sa
0 kg verpakte gverrichten van agvoorziening mng aanwezig zijvaarlijke stoffeen en/of CMR-smoet binnen de
et aantoonbaar. In de RI&E m
0 kg verpakte gag van verpaktijn een actueelrzien. Het journgankelijk is vooonderdelen be
met, zover vane) en de klasse
wezen); de de modelnu
l zijn opgenom
tekening bevat
e onderscheideijke stoffen en/n voorzien vanarmee hulpver
emen.
val van een caarlijke stoffen er) van de wijzeien bijv. in eenoffen aanweziget journaal pert formuleren va:
schreven in arfety data shee
gevaarlijke stofwerkzaamhedeminimaal één djn, met voldoenn en/of CMR-st
stoffen. Informae inrichting aan
r zijn, bijv. aanmoet hier aand
gevaarlijke stofte gevaarlijke sjournaal word
naal moet in deor hulpverlenenevatten:
n toepassing, de van de stof zo
mmers van de
men met hun ch
ten waarop het
en activiteiten;/of CMR-stoffenn een instructierlenende diens
alamiteit inzichen/of CMR-stoe waarop de jon inrichting weg zijn, maar der kast de in hean de journaal
rtikel 2 lid 6 REets', MSDS) m
ffen en/of CMRen met gevaardoor het bedrijnde vakbekwa
stoffen en het batie over de nwezig zijn.
n de hand vandacht aan zijn
ffen en/of CMRstoffen en/of C
den bijgehoudee inrichting op nde diensten.
de technische oals vermeld in
e gevaarsetiket
hemische naam
et volgende is
; n zijn opgeslage met de namesten in het geva
ht te geven in offen. Voorschournaalverplic
eliswaar meer eze uitsluitendet voorschrift glverplichting k
EACH. mogen ook
R-stoffen lijke jf
aamheid bestrijden
n n besteed.
R-stoffen CMR-en. Het een Het
n het
t(ten)
m en de
gen; n en al van
soort, hrift 3.18.1 chting in dan 2 500
d in kasten genoemde kunnen de
3.
OPSLA
PGS 1
a) iw
b) ibw
c) ia
d) ies
e) dvopb
f) dtg
g) igi(goj
h) idn
19 Inte
vs 3.1
ToeliIn hoverstgasfle
vs 3.1
ToeliIndienoodbepro
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
indien in de inworden vermeindien meerdebinnen de inricwelke gevarenin overleg metandere vorm vinrichtingen dieen stoffenlijssluiten en geede verplichtingverpakte gevaom ook bij kleplaatsvindt vabestemmingendoor de modete nemen zijn gevaar 6.1, daindien ADR-klgevaarlijke stoinrichting) kan(bijv. het gevagevaarlijke stoopslagvoorziejournaal dagelindien een actdiensten, is henemen.
ern noodp
Indien in d19.1worden opVerpakkininhoud meinrichting organisatoverwachtelijst met te
ichting: oofdstuk 6 vantikkende en bressen met am
Ten minst19.2en zonodigzich in de
ichting: n een intern n
dplan conform oeving is in ov
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
richting (tank)eld; ere opslagvoorchting aanweznklassen per ot het Wm-bevovan het journaie onder Brzo t bij te houden
en separaat joug een journaalaarlijke stoffeninere opslaghn bijv. zeer toxn of oppervlaklnummers vanalle relevante
an moet vermeasse, UN-numoffen en/of CMn eventueel woaarlijke stoffenof en de plaatsning stoffen qlijks worden gtueel intern noet niet nodig o
plan Wabo, A
de inrichting mpgeslagen, meegsgroep I) wor
et een totale waeen actueel int
orische en techen ongeval of inelefoonnumme
deze richtlijn randbare gassmmoniak en et
e eenmaal per g gewijzigd. Biinrichting heb
noodplan als bde ARIE, wor
vereenstemmi
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
)containers aa
rzieningen elkzig zijn, moet popslagvoorzienoegd gezag enaal worden gek1999 vallen e
n; het advies isurnaal te verlal bij te houden
n en/of CMR-soeveelheden xische stoffen
ktewater; n een gevaars
e gevaren van eld worden 3 +
mmer, verpakkMR-stoffen nieorden volstaanoverzicht uit ds van opslag (qua soort en hogeactualiseerdoodplan aanweom een tekenin
AI
meer dan 10 000er dan 1 000 kgrden opgeslagaterinhoud vantern noodplan hnische maatrencident zijn om
ers opgenomen
wordt aandacsen is dit hoofdthyleenoxide.
drie jaar moetij de evaluatie ben voorgedaa
bedoeld in artikrdt aan dit vooing met het Br
NA 43 VAN 125
anwezig zijn, m
k met een capper opslagvooning aanwezign op advies vakozen;
en VR-plichtig s om in de omangen; n geldt vanaf etoffen per inriceen journaal v
n of de inrichtin
setiket conformeen stof beke
+ 6.1); kingsgroep ent frequent wijzn met een eende omgevingsv(bijv. een tekenoeveelheid da
d; ezig en beschng en persoon
0 kg verpakte gg zeer giftige ven of gasflessen meer dan 250aanwezig zijn,
egelen ter bestmschreven. In hn zijn voor geb
cht besteed aadstuk ook van
t het intern noowordt rekeningan, en met nieu
kel 22 van hetorschrift voldaarzo 1999.
moeten deze o
aciteit van meorziening inzicg zijn; an de brandwe
zijn, hebben amgevingsvergu
een hoeveelhechting; het kanvoor te schrijvng in de nabijh
m 5.2 van het Aend (bijv. een k
hoeveelheid zigen (niet-vernmalige lijst vavergunning-aaning). Indien in
agelijks drastis
ikbaar is voor nsgegevens in
gevaarlijke stofverpakte stoffenen met giftig/b0 l worden opg, waarin de gettrijding van eenhet noodplan mruik bij inciden
an de opslag vtoepassing op
odplan wordeng gehouden meuwe kennis en
t Brzo 1999 is an. De frequen
ook in het jour
eer dan 10 000cht worden geg
weer kan voor e
al de verplichtiunning hierbij a
eid van 2 500 n echter wens
ven, bijv. als erheid ligt van k
ADR in het jouklasse 3 met b
van de opgesrvoergebondenan de maximaanvraag), de sin een sch wijzigen, m
r hulpverlenenn het logboek o
ffen of CMR-stn (ADR-klasse
bijtende of giftiggeslagen, moettroffen n redelijkerwijsmoet onder andnten.
van gasflessenop de opslag v
n geëvalueerd, et veranderinginzichten.
s opgesteld of ntie voor evalu
rnaal
0 kg geven
een
ing om aan te
kg selijk zijn r opslag wetsbare
urnaal op bijkomend
slagen n le opslag soort
moet het
nde op te
toffen 6.1 ge t in de
s te dere een
n. Naast van
beproefd gen die
een uatie en
3.2
3.2
3.2
3.2
OPSLA
PGS 1
20 Toe
vs 3.2
21 Toe
vs 3.2
ToeliDoelmwerknaanwis, aabouw
22 Noo
vs 3.2
ToeliIn kledeze
23 Ver
vs 3.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
egankelijk
Een open 20.1onbevoegmuren (geIndien dit afgeschermateriaal
egangsde
Een toega21.1en sleutel zonder sledeskundigtoegangsd Een opslamogelijk inafstand vadeur wordEen noodd
ichting: matige maatre
knemer, indienwezig is, zich sangezien het bwbesluit.
odverlicht
Een betree22.1vluchtrout
ichting: eine besloten r eis worden a
rwarming
Indien verw23.1verwarminkan wordestaan met waarbij aaverwarmin
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
kheid voo
opslagvoorzieden. Hieraan is
ebouwen), hekkniet het geval imd door een vmet ten minste
euren en v
ngsdeur tot eeof op een ande
eutel kunnen wg personeel terdeur verbinding
gvoorziening mn tegenoverstean het verst geden volstaan. Ddeur kan geen
egelen moeten een toestand
snel via de korbouwkundige v
ting en vlu
edbare opslagvteverlichting co
ruimten en bij fgeweken.
Wabo, AI
warming plaatsngstoestellen wen gebracht medeze plaats ge
anraking van dengstoestel dat v
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
r onbevoe
ening mag niet s voldaan als hken, sloten vanis moet het toe
vast en ten mine twee toegang
vluchtrout
en betreedbareere gelijkwaard
worden geopenr plaatse van dg geeft met ee
moet met ten melde zijden zijnlegen punt tot
Deuren in deze schuifdeur zijn
n zijn genomed ontstaat waartst mogelijke voorschriften z
uchtroute
voorziening monform NEN-E
j overzichtelijk
tsvindt, moet dwaarvan de veret de opslagvoeen hogere oppe opgeslagen svoldoet aan NE
NA 44 VAN 125
egden Wab
ongecontroleehet terrein als gn voldoende bregankelijke deenste 1,8 m hooggsdeuren.
tes Wabo, A
e opslagvoorziedige wijze afslu
nd. Een toegange opslagvoorzn aanmaak-, ve
minste twee vlun gesitueerd zij
de deur mindevluchtroute drn.
en teneinde hearin direct gevaweg in veilighzijn, zoveel m
eaanduidin
oet zijn voorzieN 1838.
ke opslagvoorz
dit door een cenrbrandingsruim
oorziening en wpervlaktetempstoffen met dezEN 1078 en aan
bo, AI
erd toegankelijgeheel afdoendreedte en dergeel van de opslag hek- of gaasw
I
ening moet vanuitbaar zijn, dogsdeur moet biening zijn afgeerwerkings- of
uchtroutes hebn. Indien in een
er bedraagt danraaien niet tege
et mogelijk te maar voor zijn veid kan stellenogelijk aanges
ng AI
en van adequa
zieningen in de
ntrale verwarmmte niet in openwaarvan de deleeratuur hebbenze delen is uitgn NPR 3378-23
jk zijn voor de is afgescheelijke. agvoorziening werk van onbra
n buitenaf met och van binnenbij afwezigheid esloten, tenzij
f verkoopruimte
bben, die zoveen opslagvoorzn 15 m, kan meen de vluchtric
maken dat eenveiligheid of gen. Met de termsloten bij het
ate noodverlich
de buitenlucht,
mingsinstallatien verbinding sen, die in direcn dan 250 °C, egesloten of doo
3 (nl).
rmd door
zijn andbaar
een slot nuit
van de e.
el als ziening de et één chting in.
n ezondheid minologie
hting en
kan van
e of taat of
ct contact en or een
3.2
3.2
OPSLA
PGS 1
24 Noo
vs 3.2
ToeliDe rieen noogspoogd
25 Per
vs 3.2
ToeliPersoonvobeschverpabeschbereikiezebeooomva
a) ew
b) ebmv
c) ebk
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
oddouche
Indien sto24.1verpakte gvorkheftrueen nooddbereikbaavoldoende • voldoe• eenvou• zodanig worden• zodanig gereinig
ichting: chtwaarde voonooddouche n
spoelvoorzienindouche.
rsoonlijke
Indien in e25.1werknemeblootstaanbeschikbaaanleidingworden on
ichting: oonlijke beschorziene voorvhermingsmiddakking vermelhermingsmiddikbaar en vooren maakt de wordeling van deat:
een inventarisworden vermeeen omschrijvbezitten om demet eventuelevormen; een inventarisbeschermingskenmerken.
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
e en oogs
ffen behorendegevaarlijke stofucks worden gedouche en een r zijn. Een nooe capaciteit heb
nde snel bereiudig bedienbaag zijn uitgevoe
n; g zijn uitgevoegd, maar niet w
or de capaciteniet noodzakelng kan worden
bescherm
een opslagvoorer aanwezig is on of kunnen bloaar zijn en moeg is, die middelnderhouden, ge
hermingsmiddvallen en incidedelen welke aade houdbaarhdelen moeten r direct gebrui
werkgever, in he uitrusting die
satie en evaluaeden; ving van de kee hierboven ve
e gevaarsbron
satie en evaluasmiddelen die
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
spoelvoorz
e tot verpakkinffen worden opebruikt, moete oogspoelvoor
oddouche moetbben. Een oog
kbaar zijn in gear zijn; erd dat zonodig
erd dat indien dworden bescha
eit van een nolijk is, kan vann gerealiseerd
mingsma
rziening gevaaof kan ontstaaootstaan perso
et ervoor wordelen gebruiken. erepareerd en
delen zijn medeenten met veran een houdbheidsdatum niete allen tijde v
ik gereed zijn.het kader van e hij voorneme
atie van de ge
enmerken die dermelde geva
nnen die de pe
atie van de kebeschikbaar z
NA 45 VAN 125
ziening AI
ngsgroep I worpgeslagen of inn in of nabij eerziening aanwet zijn aangeslo
gspoelvoorzien
eval van een o
g beide ogen v
de ogen wordeadigd.
oddouche is 8n dit voorschrifd door een op
atregelen
ar voor de veilin, moeten voo
oonlijke bescheen gezorgd datPersoonlijke bhygiënisch wo
e bedoeld omrpakkingen. Bijaarheidsdatumet overschredvoor een iederAlvorens eende risico-invenens is ter besc
evaren die niet
de persoonlijkren te kunnen
ersoonlijke bes
enmerken van zijn, vergeleke
rden opgeslagendien in de opsen betreedbareezig zijn die te aten op het wating moet:
ngeval;
oldoende lang
n gespoeld, de
80 l/min. Indienft worden afgede waterleidin
n AI
gheid of de gezr werknemers ermingsmiddet werknemers, beschermingsmorden gehoude
personen te bij persoonlijke m zijn gerelateen worden. Per duidelijk zichn persoonlijk bntarisatie en echikking te ste
t met andere m
ke bescherminn ondervangenschermingsmid
de desbetreffeen met de ond
en, meer dan 2slagvoorzienine opslagvoorzieallen tijde goe
terleidingnet en
gespoeld kun
eze wel snel wo
n uit de RI&E eweken. Een ng aangeslote
ezondheid van die aan dat ge
elen in voldoenindien daartoe
middelen moeten.
beschermen b
eerd mag de oersoonlijke
htbaar, gemakbeschermingsmevaluatie, een ellen. Deze be
middelen kunn
ngsmiddelen mn, rekening hoiddelen zelf ku
fende persoonder b bedoelde
2 500 kg ng ening d n
nen
orden
blijkt dat
en
een evaar de aantal
e ten
bij
op de
kkelijk middel te
oordeling
nen
moeten oudend unnen
nlijke e
3.2
3.2
OPSLA
PGS 1
26 Bed
vs 3.2
27 Hyg
vs 3.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
drijfshulpv
Conform d26.1organisatiHet verlenelk geval i a. het veb. het b ongevc. het in persod. het al de in De bedrijfsuitrusting,naar beho
giëne, 'go
De werkge27.1stoffen enmedewerkprocedure(werkkledistoffen enen/of CMRordelijkheopslagruimniet geroo
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
verlening
de Arbeidsomse beschikken o
nen van deskunn:
erlenen van eeeperken en hetvallen; n noodsituatiesonen in het bedlarmeren van ede onderdelen
shulpverleners, zijn zodanig iren kunnen ve
ood house
ever stelt regel/of CMR-stoffe
kers zich moetees en regels. Deing) aan werkn/of CMR-stoffe
R-stoffen aanweid in acht genomten worden z
okt, gegeten of
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
(BHV) AI
standighedenwover een deskundige bijstand
erste hulp bij ot bestrijden va
s alarmeren endrijf of de inrichen samenwerken a t.m. c bedoe
s beschikken on aantal en zod
ervullen.
ekeeping'
ls en proceduren, reiniging vaen houden. Dee werkgever ri
nemers voor eeen aanwezig zijezig zijn, wordomen en er is szo schoon mog
gedronken en
NA 46 VAN 125
wet en het Arbeundige bedrijfsop het gebied
ngevallen; an brand en het
n evacueren vahting; en met hulpverelde bijstand.
over een zodandanig georgan
AI
es vast voor hean de werkplek werkgever ziecht voorzienin
en optimale hyjn. Indien op de
dt de grootst msprake van 'gogelijk gehouden geen voedsel
eidsomstandighshulpverleningvan bedrijfshu
t voorkomen en
n alle werknem
rleningsorgani
ige deskundigiseerd dat zij d
et omgaan metk en persoonlijket toe op de nalgen in en verstgiëne op plaatse arbeidsplaatsogelijke zorgvuod housekeepin. In werk- en obewaard.
hedenbesluit mgsorganisatie. ulpverlening ho
n beperken va
mers en andere
isaties in verba
gheid, ervaring de voornoemde
t verpakte gevke hygiëne waleving van dez
strekt middelensen waar gevas gevaarlijke suldigheid en ing'. Werk- en opslagruimten
moet elke
oudt in
n
e
and met
en e taken
aarlijke araan de
ze n aarlijke toffen
wordt
4
4
OPSLA
PGS 1
4 Op10
4.1 Inle
In diten/ofAlgem(ADRaanvopge(tankspuithoofd
Het bandevolstabrandvoorzvan b
De vbrandbesc
a) Be
b) Bmg
c) Bwwwb
vs 4.1
4.2 Ber
vs 4.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
pslagv0 000
eiding
t hoofdstuk zijf CMR-stoffenmeen zijn ev
R-klasse 6.1 ullend etiket
eslagen in eek)containers mbussen en gadstuk 8) en kla
belangrijkste verzijds die vooaan met bouwdpreventieve zieningen noobluswater en o
voorschriften dpreventie hermingsnivea
Beschermingseen blussing dBij bescherminmogelijk zijn dgeaccepteerd Beschermingswordt geacht. worden dan niworden met mbeschermings
De voorsc1.1voor de op10 000 kg.
reikbaarh
De opslag2.1bestrijdingaansluitpu
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
voorzkg
jn voorschrifte in hoeveelheeneens van tverpakkingsgmodelnr. 6.
en opslagvoomet verpakte gaspatronen (zasse 5.2 (zie h
verschil tusser opslagen grwkundige voomaatregelen.
odzakelijk metorganisatorisch
voor opslagen bluswataus:
sniveau 1 kenmdie binnen korngsniveau 2 m
door een goeddat de blusac
sniveau 3 betrVerdergaandeiet als een red
maatregelen in sniveaus 1 en
chriften van hopslag van geva
eid opsla
voorziening mg van calamiteiunten voor blus
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ziening
en opgenomeeden van meetoepassing opgroep I of s1) moeten vrziening zoal
gevaarlijke stozie hoofdstuk hoofdstuk 9) v
en enerzijds droter dan 10 0orzieningen, g
Bij opslagent betrekking tohe maatregele
ghoeveelhedeteropvang
merkt zich doorte tijd (semi-)amoet evenzeer voorbereide b
ctie niet ‘automreft situaties we eisen met b
delijkerwijs te v de preventiev2.
ofdstuk 3 zijn aarlijke stoffen
gvoorzien
moet goed bereiten. Toegangsssystemen mo
NA 47 VAN 125
gen g
n voor de opser dan 10 000p deze opsla
stoffen van kvanaf een hos beschreven
offen (zie hoof6 en 7), de o
vallen niet ond
de voorschrift000 kg, is dat vgescheiden opn groter dan ot brandbestren.
n groter danzijn onderv
or een doelmaautomatisch wr een beheersblusactie. In d
matisch’ wordtwaarin de kans
etrekking tot bverlangen mave sfeer, welke
eveneens van en/of CMR sto
ning Wabo
ikbaar zijn voosdeuren tot eenoeten te allen ti
roter
slag van verpkg. De voors
agvoorzieningeklasse 8, veroeveelheid van in dit hooffdstuk 5), de opslag van stoer hoofdstuk 4
en voor opslavoor de eerstepvangfaciliteite10 000 kg zijijding, met be
n 10 000 kverdeeld in
atige detectie iwordt ingezet. ing en blussineze situaties wingezet.
s op een (omvabrandpreventieatregel besche overigens oo
toepassing opoffen in hoevee
or voertuigen ten opslagvoorzijde vrij worden
dan
pakte gevaarlijschriften uit hoen. Zeer giftigrpakkingsgroean 1 000 kfdstuk. De opopslag van goffen van klas4.
agen tot 10 0e categorie katen (productopjn veelal verd
etrekking tot d
kg met betredrie zog
in geval van b
ng van een brawordt echter
angrijke) brane en bluswateouwd. Volstaaok gelden voo
p opslagvoorzieelheden groter
en behoeve vaiening en evenn gehouden.
jke stoffen oofdstuk 3 ge stoffen ep I, met g worden pslag van asflessen, sse 4 (zie
000 kg en an worden pvang) en dergaande de opvang
ekking tot genoemde
brand en
and
nd klein eropvang an kan or de
eningen dan
n de ntuele
4
4
OPSLA
PGS 1
4.3 Sch
vs 4.3
ToeliIn hogereawaar
vs 4.3
ToeliNaasontwAfvoebranduitgagedim
4.4 Vak
vs 4.4
vs 4.4
ToeliHet BingedBij opmee voor gemeverkrBehegrootomge
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
heiding tu
De in een 3.1moeten in • een gan• een sch Indien eengevaarlijkebovenranden/of CMR
ichting: oogstapelmagaaliseerd, beparop deze zijn v
Indien in e3.2vlampunt voorzieninnaar naast
ichting: st het voorkom
worpen en uitgeervoorzieningedend buiten eengspunten vomensioneerd o
kindeling
De grootte4.1300 m² bed
In afwijkin4.2zoals bedo
ichting: Bouwbesluit scdeeld in brandpslagvoorzienworden gehouwat betreft de
eentelijk bevoeregen als met eersbaarheid vt brandcompaevingsvergunn
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ssen de v
opslagvoorzievakken zijn op
ngpad van ten heidingsconstr
n scheidingscoe stoffen en/of d van een sche
R-stoffen niet w
azijnen wordt aald door de ovastgelegd in h
een vak stoffentussen 60 °C e
ngen zijn getrotgelegen vakke
men van brandevoerd dat leken moeten zoden opslagvoorldoet, moetenop basis van d
en maxim
e van een overedragen.
ng van voorschoeld in dit hoof
chrijft in begindcompartimentingen met eenuden dat in hee veiligheid vanegd gezag mohet Bouwbesl
van Brand 200rtiment kan eening.
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
vakken W
ning aanwezigpgeslagen. Sch
minste 3,5 m, ructie met een
onstructie tussf CMR-stoffen neidingsconstruworden opgesla
de maximale ontwerpeisen vhet uitgangspu
n van klasse 3 en 100 °C in nieoffen om te vooen.
doverslag naarkvloeistof en bdanig zijn ontwrziening kan b
n voorzieningede totale oppe
male oppe
eenkomstig vo
hrift 3.2.3 geldt fdstuk ten hoo
nsel (voor nieuten met een gn gebruiksoppet kader van dn het grote braoet worden aaluit is beoogd.07. Voor wat ben dergelijk on
NA 48 VAN 125
abo, AI
ge verpakte gevheiding tussen
of; brandwerendh
en twee vakkeniet hoger wor
uctie. Bovendieagen binnen 0,
vakgrootte envan de automauntendocumen
in niet-metalenet-metalen verporkomen dat pr
r een ander vabluswater niet nworpen dat ee
begeven. Indieen voor producervlakte van ee
ervlakte o
oorschrift 4.3.1
dat de vloeropogste 2 500 m²
uwbouw) voor gebruiksoppervpervlakte van mde omgevingsvrandcompartimangetoond dat . Dit kan door betreft de milienderzoek ook
vaarlijke stoffen vakken kan pl
heid van ten m
n is aangebracden gestapeld
en mogen verpa5 m van de op
n de wijze waaatische blusinsnt (UPD), zie 4
n verpakking, opakking zijn oproduct of blusw
ak moet een vnaar een ande
en brandende en een vak niect- en bluswateen opslagvoor
pslagvoo
afgescheiden
ppervlakte van mag bedragen
dat industriegvlakte van nietmeer dan 1 00vergunning of ment ten genoe
een gelijkwaahet onderzoek
euaspecten bijworden verlan
en en/of CMR-slaatsvinden do
minste 30 min.
cht, mogen verdan tot 0,5 m
pakte gevaarlijkpen zijde van he
arop vakken wstallatie en de4.8.2.
of vloeistoffen pgeslagen, moewater kan uitst
vak zodanig zijer vak kan uitsvloeistof zich
et aan deze teropvang worrziening.
orziening W
vak mag ten h
een opslagvon.
gebouwen moet meer dan 1
00 m² moet er de gebruiksveegen van het ardige veiligheksrapport Metij een brand inngd in het kad
stoffen oor:
rpakte onder de
ke stoffen et vak.
worden e wijze
met een eten romen
ijn stromen. niet
rden
Wabo, AI
hoogste
orziening
eten zijn 000 m².
r rekening ergunning
eid is thode een
der van de
4
OPSLA
PGS 1
4.5 Bes
vs 4.5
Tabeen/of
Brand
Gek
bijk
a
b
c
(-)
ToeliIndieeigenbeschvan dstoffenood
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
scherming
In een ops5.1gevaarlijkeopgeslage
el 4.1 — Vereisf CMR-stoffen
dbaarheid
evaar conform dklasse zonder komend gevaar
3
5.1
6.1
8
9
CMR-stoffen
In deze gevaeen opslagvoverpakkingsghet bevoegd grotere bluswvan de vuurbmiddel en inz Voor stoffen mde desbetreffenz.) genoemmetalen verpverpakkingen
Stoffen die vobeschermingsstoffen moete- gevaar co- vlampunt - bij de bep deel III, su van de tot- in de uitloo uitlooptijdh
De horizontalgevaarsklass
ichting: n in een opsla
nschappen zijnhermingsniveade opgeslagenen in metalen dzakelijke besc
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
gsniveaus
slagvoorzieninge stoffen en/of en stoffen, een
ste beschermi
e
rb
Vlampu60˚ C
1/1 of 2
-
1/1
1/1 of 2
-
1/1
llen mag bescheoorziening wordtgroep II of III betgezag en de lok
wateropvang, heelasting in geva
zetbaarheid loka
met een bijkomefende stof geldt
md. Het eerste gakkingen. Het tw
n.
oldoen aan alle sniveau ingedeeen voldoen aan:nform klasse 9;van 23 ˚ C en hroeving van afs
ubsectie 32.5.1)ale hoogte; opbeker cornforhebben van >40
le streepjes in de en brandbaar
agvoorziening n opgeslagen,au zijn gebasen stoffen. Indieverpakking alschermingsnive
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
s Wabo, AI
g moet, afhankf CMR-stoffen, bepaald besch
ingsniveaus v
unt≤ C
Vlamp60˚ C
100
2/2a -
-
1/
2/2a 2/
1/
1/
ermingsniveau t opgeslagen. Dtreft. Daarnaastkale brandweer et grotere indirecal van brand vooale brandweer.
end gevaar moehet zwaarste b
getal betreft het weede getal be
onderstaande veld als klasse 9: ;
hoger; scheiding van op) de hoogte van
rm ISO 2431:190 sec en niet me
de tabel betekenrheid niet voorko
gevaarlijke st, moet het oveeerd op de coen een opslagls in niet-metaeau zijn gebas
NA 49 VAN 125
kelijk van de eihet verpakkinghermingsnivea
voor de opslag
punt> en ≤
0˚ C
Vlamp100
- -
- -
/2 2/
/2 2/
/2 2/
/2 2/
2 worden toegeDeze uitzonderint zal deze uitzonop onder meer
cte ruimtebeslaor de omgeving
et ook het bijkomeschermingsnivvereiste beschetreft het vereiste
voorwaarden wo9, brandbare vas
plosmiddel (zie de afgescheide
993 bij 23 ˚C eeeer dan 60 % st
nen dat de desbomen.
toffen en/of CMereenkomstig mbinatie van
gvoorziening zlen verpakkingseerd op niet-m
genschappen gsmateriaal enau zijn gerealis
g van verpakte
punt>˚ C
Branvaste
-
-
/3 2
/3 3
/3 3/
/3 2
epast indien minng geldt voor klandering kritisch w
aspecten als dg op grond van , opslaglocatie v
mend gevaar woveau. Per vak zijermingsniveau ve beschermings
orden voor het bste stoffen. De v
het Handboek ben laag oplosmi
n uitlooptijd hebtoffen van klass
betreffende com
MR-stoffen mevoorschrift 4.5de grootste geowel gevaarlijg aanwezig is,metalen verpa
van de opgesln de hoeveelheseerd conform
e gevaarlijke s
ndbare stoffen
Onbs
(vast
-
-
2/3
3/3
3/3c
2/3
nder dan 100 00asse 3 alleen inworden beoorde
de noodzakelijkehet BEVI, de gevan schuimvorm
worden beoordeeijn twee cijfers (voor stoffen in nsniveau voor me
bepalen van hevoorwaarden zij
beproevingen eddel kleiner is d
bben van >60 sese 3 bevatten.
mbinaties van
et verschillend5.1 vastgestelevaarseigenscjke stoffen en/
s, moet het akking. Indien
agen id tabel 4.1.
stoffen
brandbare stoffen t,vloeibaar, gas)
-
3/3
3/3
3/3
3/3
3/3
00 kg in dien het eeld door e veel evolgen
mend
eld. Voor (1/1, 2/3 niet-etalen
t vereiste jn dat de
n criteria, dan 3 %
ec of een
de lde chappen /of CMR-
in een
4
OPSLA
PGS 1
opsladeze tenzij
vs 4.5
Tabe
Gevaklassbijkom
3
-
-
5.1
6.1
8
9
a
ToeliMet dvoor
4.6 Blu
vs 4.6
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
agvoorziening stoffen ook wj de desbetref
Bij het vas5.2de in tabeof verpakkvan een bi
el 4.2 — grensw
ar conform se zonder mend gevaar a
Voor stoffen mde desbetreff
ichting: dit voorschrift die stof noodz
swaterop
Indien in e6.1zijn gerealbehulp vaIndien stohebben, stvan de bluopvangcagrootte vacapaciteit.bluswateroAfhankelijveiligheids
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
niet ADR-gecworden meegeffende stoffen
ststellen van hel 4.2 genoemdekingsmateriaal ijkomend geva
waarden voor
Omschrijvin
Brandbare v
Brandbare v100 ºC
Brandbare v100 ºC
Brandbare v
Totale hoeve
Oxiderende
Giftige stoffe
Bijtende stof
Milieugevaar
CMR-stoffen
Totale hoevestoffen en C
Gevaarlijke s
met een bijkomefende stof geldt
wordt voorkomzakelijke besc
pvangvoor
een opslagvoorliseerd, moet dn de in bijlage ffen zijn opgestoffen van klas
uswateropvangpaciteit (100 %
an de bluswate. Indien stoffenopvangvoorziek van de wijze sfactor worden
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
classificeerde ewogen bij het
in een apart v
et vereiste bese grenswaarde rekening moe
aar het gevaar m
r het vaststelle
ng en specifica
vloeistoffen met
vloeistoffen met
vloeistoffen met
vaste stoffen
eelheid brandba
stoffen
en
ffen
rlijke stoffen
n
eelheid giftige, bMR-stoffen
stoffen in niet-m
end gevaar moede laagste gren
men dat een bchermingsnive
rzieninge
rziening confode nominale bluF vermelde pa
slagen van klassse 9 (milieugegvoorziening te
%). Indien stoffeeropvangvoorzin van klasse 3 ening ten minse waarop een van gehanteerd (z
NA 50 VAN 125
stoffen aanwet vaststellen vavak zijn opges
schermingsniveen zijn aangehoet worden gehomet de laagste
en van een be
atie
een vlampunt to
een vlampunt t
een vlampunt g
are stoffen (vast
bijtende en milie
metalen verpakk
et ook het bijkomnswaarde.
beperkte hoeveau.
n Wabo
orm voorschriftuswateropvang
arameters. sse 6.1 of een
evaarlijk) of CMen minste gelijen zijn opgeslaiening ten minszijn opgeslage
ste 25 % bedragak is gescheidzie bijlage F).
ezig zijn, moetan het vereisteslagen.
eau, moeten peouden, waarboouden, waarbij e grenswaarde
eschermingsn
ot 60 ºC
ussen 60 ºC en
groter dan
t en vloeibaar)
eugevaarlijke
kingen
mend gevaar wo
veelheid van ee
t 4.5.1 beschergcapaciteit wo
overeenkomstMR-stoffen, moe
k zijn aan de nagen van klassste 50 % bedra
en, moet de wegen van de nomen van andere
t de brandbaae bescherming
er opslagvoorzoven met een s
geldt dat in hebepalend is.
niveau
Grenswaardkg
400
n 1 000
2 500
2 500
2 500
2 500
2 500
2 500
2 500
2 500
2 500
2 500
worden beoordee
en stof al leidt
rmingsniveau 1orden bepaald m
tig bijkomend get de werkelijk
nominale se 8, moet de wagen van de noerkelijke groottminale capacit
e vakken moet e
arheid van gsniveau,
ziening tofklasse
et geval
de
eld. Voor
t tot het
1 moet met
gevaar ke grootte
werkelijke ominale e van de eit. een
4
OPSLA
PGS 1
vs 4.6
Indieopgeoverewerkeopvagrootopva
vs 4.6
4.7 Pro
vs 4.7
Tabe
Besch
Besch
Besch
ToeliDe tobluswzijn g
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Indien in e6.2zijn gerealhand van Indien de opvangcais, bedraagAfhankelijveiligheids
n in een opslaeslagen van keenkomstig belijke grootte ngcapaciteit (tte van de bngcapaciteit.
Indien de 6.3centrale ogrootste oopslagvoo
oductopva
In de opsla7.1tabel 4.3.
el 4.3 — Produ
hermingsniveau
hermingsniveau
hermingsniveau
ichting: otaal benodigdwateropvangcagerealiseerd.
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
een opslagvoorliseerd, moet dinzettijd van debrandweer aanpaciteit 0,5 m3/gt de nominalek van de wijze sfactor worden
agvoorzieningklasse 3 of eeijkomend gevvan de blusw
(100 %). Indiebluswateropva
bluswaterafvoepvangvoorzien
opslagvoorzienorziening zelf is
ang Wabo
agvoorziening
uctopvangcapa
u 1
u 2
u 3
de opvangcapapaciteit en pr
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
rziening confode nominale blue lokale brandwntoonbaar binn/ m2 vak. Indiene opvangcapace waarop een van gehanteerd (z
g waar bescheen overeenko
vaar, van klaswateropvangvoen stoffen vangvoorziening
er van meerdening kan de opning. Dit geldt ns gerealiseerd.
moet de produ
aciteit per bes
Vlampunt ≤ 60
100 % van de vloeistoffen in 10 % indien devloeistoffen zicmetalen verpa
100 % van de vloeistoffen in opslagvoorzien
n.v.t.
paciteit wordt broductopvang
NA 51 VAN 125
orm voorschriftuswateropvangweer of bedrijfnen 15 min inzen de brandweeciteit 0,3 m3/m2
ak is gescheidzie bijlage F).
ermingsniveauomstig bijkomsse 9 (milieugoorziening tenan klasse 8 zg ten minste
re opslagvoorzpvangcapaciteitniet indien de b.
uctopvangcapa
schermingsniv
0 ºC
aanwezige het grootste vak
e aanwezige ch uitsluitend in kking bevinden
aanwezige de ning
bepaald door dgcapaciteit. Dit
t 4.5.1 beschergcapaciteit wosbrandweer. etbaar is, bedraer aantoonbaar
vak. en van andere
2 moet zijn gend gevaar, gevaarlijk) of n minste gelijkzijn opgeslage
50 % bedra
zieningen is aat worden gedimbluswateropva
aciteit zijn bere
veau
Vlampun
k,
10 % vanvloeistoff
10 % vanvloeistoffopslagvo
10 % vanvloeistoff
de som van t mag in dezelf
rmingsniveau 2orden berekend
aagt de nominr binnen 6 min
e vakken moet e
gerealiseerd, svan klasse 6CMR-stoffen
k zijn aan deen moet de
agen van de
angesloten op mensioneerd oangvoorziening
ekend aan de h
nt > 60 ºC
n de aanwezigeffen in het groot
n de aanwezigeffen in de oorziening
n de aanwezigeffen in het groot
lfde opvangvo
2 moet d aan de
ale inzetbaar
een
stoffen zijn 6.1 of een , moet de nominale werkelijke nominale
één op de g in de
hand van
e ste vak
e
e ste vak
oorziening
4
4.8
OPSLA
PGS 1
4.8 Bra
Alge8.1
vs 4.8
ToeliIn bijlzijn in
vs 4.8
Tabebesc
Hoevvloeis
ToeliTabeopslabelanbetrebrandhet vverpaopsla
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
andbeveili
emeen
Indien ove8.1moet zijn gbedrijfsge
ichting: lage F is een n deze bijlage
Indien ove8.2moet zijn gbedrijfsge • in de o• de loka inrichti• in de o aangeb• in de in middel toepass• de in ta vakgroo
el 4.4 — Maximhermingsnive
veelheid brandbstoffen in kg
≤ 2 500
> 2 500
ichting: el 4.4 geeft samagvoorziening ng hoe groot deft met een vladbare vloeisto
vlampunt van dakking wordenagvoorziening
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
gingsinst
ereenkomstig vgerealiseerd, mreed is.
overzicht gege belangrijke ke
ereenkomstig vgerealiseerd, mreed is en die t
pslagvoorzienale brandweer mng moet een bpslagvoorzien
bracht; nrichting moet aanwezig zijn
sing van schuiabel 4.4 genoemotte moeten wo
male oppervlakeau 2
bare Maxima opslag
Niet me(vakgro
≤ 6
1
8
menvattend wmag zijn die i
de maximale hampunt hoger offen in metalede brandbare n opgeslagen, worden toege
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
tallaties W
voorschrift 4.5.moet een gesch
even van de gkenmerken van
voorschrift 4.5.moet een brandten minste bes
ing moet een smoet binnen 1
bedrijfsbrandweing moet een r
nabij de opslaomdat bij een
im; mde maximaleorden gehante
kten opslagvo
aal toegelatengvoorziening b
etaal ootte maximaal
60 ºC
500
800
weer wat het mis uitgevoerd bhoeveelheid brof lager dan 6
en of in niet-mvloeistoffen ho mogen groter
epast.
NA 52 VAN 125
abo, AI
.1 in een opslahikte brandbev
gangbare brann deze brandb
.1 in een opsladbeveiligingsinstaat uit de vol
snel branddete5 min inzetbaaeer aanwezig zrook- en warmt
agvoorziening emogelijke blus
oppervlakten eerd.
oorziening en
oppervlakte inbij bescherming
100 m²) M(
> 60 ºC
1 500
800
maximale vloerbij bescherminrandbare vloe60 ºC. Vervolgetalen verpakoger is, en indre vakken en g
gvoorziening bveiligingsinstal
ndbeveiligingsbeveiligingsins
gvoorziening bnstallatie aanwgende voorzie
ctiesysteem ziar zijn, dan wel zijn; teafvoerinstalla
een voorraad sssing moet wo
voor opslagvo
vakgrootte bij
n m² van degsniveau 2
Metaal (vakgrootte max
≤ 60 ºC
1 500
800
roppervlakte vngsniveau 2. Tistoffen is en o
gens is het vanking worden o
dien deze vloegrote vloeropp
beschermingsllatie aanwezig
sinstallaties. Bstallaties besc
beschermingswezig zijn die eningen en maa
ijn geïnstalleer binnen de
atie (RWA) zijn
schuimvormenorden uitgegaan
oorziening en
ij
ximaal 300 m²)
> 6
2
1
van een Ten eerste is hof het vloeiston belang of deopgeslagen. Neistoffen in mepervlakten van
niveau 1 g zijn die
ovendien hreven.
niveau 2
atregelen:
rd;
n
nd n van
60 ºC
500
.500
het van offen eze Naarmate etalen n de
4.8
OPSLA
PGS 1
Beo8.2
vs 4.8
ToeliHet u
1. h2. w
a3. v4. v
o
Ad 1.en wi(stelli
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
oordeling, c
Indien in e8.3waarin coneen brandvergunninbelang zijnwerking vaminste zijn 1. inform stoffe2. de res brand voors3. een o brand besch4. de kw instal5. de wij bouw brand De onderdwerking vainstelling. in overeengeldende obeoordelinStichting RNEN-EN-ISinclusief hdoor het bwordt begde inspect Elke vijf jabetrekkingworden bebeoordelinuitgangsphuidige mdoorgevoe
ichting: uitgangspunte
herleidbaar mweergave vanandere gekozevastlegging vavastleggen vaontworpen, aa
. informatie ovwijze van opsla
ingen/gestape
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ertificatie e
een opslagvoornform voorschbeveiligingsins
nghouder beschnde gegevens an de brandbevn opgenomen:
matie over het en en de wijze vsultaten van eedbeveiligingsinschriften); opsomming vandbeveiligingsmhikbaar moeten
waliteitscriteriallatietechnischjze waarop en
wkundige, instadbeveiligingsm
delen van het uan de brandveiBij deze beoor
nstemming is montwerpnorm. ngen en inspecRaad voor AccSO/IEC 17020 ahet bewijs van bevoegd gezagonnen. Het uittie-instelling m
aar moeten de og hebben op deeoordeeld doorng bestaat in ieunten en normoment te hanteerde wijziginge
ndocument he
aken van risicn de argumenen brandbevean de afsprakean de normenangelegd, beh
ver opgeslageg valt te denk
eld/hoogte), m
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
en goedkeu
rziening voor vhrift 4.5.1 beschstallatie 2.2, 2.hikken over eezijn opgenomeveiligingsinsta
gebruik van devan opslag; en risicoafwegnstallatie (onde
n de bouwkundmaatregelen dien zijn;
a, de prestatie-ehe en organisat
de frequentie wallatietechnischmaatregelen vo
uitgangspunteniligheidsinstallrdeling moet wmet de voor deDeze inspectie
cties van brandcreditatie confoals type A inspbeoordeling do
g, voordat met dtgangspuntend
moet binnen de
onderdelen vae goede werkinr een inspectieeder geval uit e
men in het uitgaeren uitgangspen.
eeft de volgen
coafweging enntatie voor de
eiligingsoplossen over de bran op basis w
heerd en onder
en stoffen: watken aan aspecmaximale eenh
NA 53 VAN 125
uring van br
verpakte gevaahermingsnivea.3, 2.4, 2.6 of 2.en uitgangspunen ten behoeveallatie. In het ui
e opslagvoorzi
ging die ten groer vermelding v
dige, installatiee tijdens het ge
eisen en ontwetorische brandwaarin de verghe en organisaldoen aan de g
ndocument dielatie moeten zi
worden nagegae desbetreffende-instelling modbeveiligingsinorm pectie-instellingoor de inspectde aanleg van
document, alsm inrichting aan
n het goedgekng van de brane-instelling als een beoordelinangspuntendopunten en norm
nde belangrijke
n maatregelkeue keuze van singen; andbeveiliging
waarvan de brrhouden.
t betreft informcten als verpakheidsgrootte, w
randbeveili
arlijke stoffen eau 1 moet zijn g.7 uit bijlage F ntendocument e van een goeditgangspunten
ening, de soor
ondslag ligt aanvan de gebruik
etechnische enebruik van de o
erpnormen voobeveiligingsma
gunninghoudertorische
gestelde kwalit
e betrekking hejn beoordeeld
aan of het uitgade brandbeveilioet voor het uitnstallaties geac
g. Het uitgangsie-instelling, mde brandbevei
mede het bewijsnwezig zijn.
keurde uitgangsdbeveiligingsiin de vorige al
ng van de gehacument in relat
men en in relati
e functies:
uze; de brandbeve
gsmaatregelenrandbeveiligin
matie over soorkking, logistiekwelke stoffen in
igingsinstal
en/of CMR-stofgerealiseerd, eis toegepast, m(UPD), waarin
d ontwerp en endocument moe
rt opgeslagen
n het te kiezenkte normen en
n organisatorisopslagvoorzien
or de bouwkunaatregelen; r aantoont dat
teitscriteria.
ebben op de godoor een insp
angspuntendocigingsinstallattvoeren van ccrediteerd zij
spuntendocummoet zijn goedgiligingsinstallas van beoorde
spuntendocuminstallatie op alinea bedoeld.
anteerde atie tot de op heie tot eventuel
veiligingsinstall
n in de inrichtinngsmaatregele
rt opgeslagenk systeem in welke ruimte
llaties
ffen en waarbij moet de alle van en goede eten ten
n
sche ning
ndige,
de
oede ectie-cument ie
n door de
ment, gekeurd atie(s) eling door
ment die ctualiteit De
et e
latie(s) en
ng; en worden
stoffen
e e.d.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 54 VAN 125
Ad 2. risicoafweging: Het gaat bij deze risico-afweging niet om een daadwerkelijke QRA, maar met name om de navolgbaarheid van de stappen die tot de uiteindelijke keuze voor een bepaalde brandbeveiligingsinstallatie hebben geleid. Uit de risico-afweging moet vast komen te staan dat de gekozen installatie daadwerkelijk een brand in een opslagvoorziening kan beheersen of blussen.
Ad 3. opsomming van maatregelen: in het uitgangspuntendocument behoren de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen te worden benoemd die t.b.v. de brandbeveiligingsinstallatie worden getroffen. De samenhang van deze drie categorieën maatregelen bepaalt immers de effectiviteit van de brandbeveiliging. Onder organisatorische maatregelen behoren in ieder geval te worden begrepen:
het beheer en onderhoud van de brandbeveiligingsinstallatie (een en ander conform de norm die op die installatie van toepassing is);
vakindeling- en vakgrootte;
per opslagruimte de soort stoffen die er (kunnen) worden opgeslagen.
Ad 4. Bij de risicoafweging en het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van brandbeveiligingsinstallaties behoort dezelfde norm te worden aangehouden. Voorbeeld: indien een automatische blusinstallatie wordt ontworpen en aangelegd conform de normen van NFPA, moet ook de risicoafweging plaatsvinden conform de NFPA-methodiek, en moet de installatie worden beheerd en onderhouden conform NFPA. Het zonder onderbouwing combineren van verschillende normen leidt tot brandbeveiligingsoplossingen waarvan niet is zekergesteld dat deze in de gegeven omstandigheden passen bij het risico.
Het uitgangspuntendocument en de bepalingen in de vergunning moeten op elkaar aansluiten. Het gestelde in de vergunning over de uitgangspunten voor de brandbeveiliging in de inrichting is leidend.
Doelstelling van de vijfjaarlijkse beoordeling door de inspectie-instelling van het uitgangspuntendocument is de beoordeling van de actualiteit van het uitgangspuntendocument, met name voor wat betreft de in het uitgangspuntendocument gehanteerde uitgangspunten en normen. Het beoordelingsrapport bevat een overzicht van de wijzigingen die in de periode van vijf jaar in uitgangspunten en normen zijn doorgevoerd. De inspectie-instelling geeft een oordeel over de betekenis van de wijzigingen voor de doelmatigheid van de brandbeveiliging. Het is aan de vergunninghouder of het bevoegd gezag om op basis van de rapportage beslissingen te nemen over eventuele aanpassing van de brandbeveiliging van de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. In dat geval moet een nieuw uitgangspunten document worden opgesteld.
De vijfjaarlijkse beoordeling kan ook worden aangewend om bestaande Programma’s van Eisen (PvE’s) of andere vormen van uitgangspuntendocumenten te beoordelen en waar nodig aan te passen aan de in 4.8.3 genoemde criteria. Het is niet zo dat alle bestaande en goedwerkende uitgangspuntendocumenten moeten worden aangepast. In de praktijk rijzen vaak vragen over de herbeoordeling van bestaande installaties, indien in de tussentijd normen e.d. zijn veranderd. In paragraaf 1.1 en de daar genoemde ‘vragen en antwoorden (F.A.Q.’s) wordt hier in algemene zin op ingegaan.
Ter informatie is er een voorbeeld-document beschikbaar voor een uitgangspuntendocument voor opslag van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen waarop PGS 15 van toepassing is. Dit voorbeeld-document is te vinden op de website van het CCV: www.hetccv.nl.
Naast het voorbeeld-document is het ook mogelijk om op andere wijze in een uitgangspuntendocument de essentiële punten te beschrijven voor het goed functioneren van de brandbeveiligingsinstallatie(s). Net als voor bovengenoemd voorbeeld-document geldt voor dergelijke alternatieve uitgangspuntendocumenten dat ze moeten voldoen aan het gestelde in
OPSLA
PGS 1
paraggoed
vs 4.8
ToeliDe vovs 4.gezavast confo
vs 4.8
1 Of dstaatminst
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
graaf 4.8, moedgekeurd door
Indien in e8.4waarin coneen brandvergunninontwerp egoedkeurevastgelegd 1. inform stoffe2. de res brand voors3. een o brand besch4. de kw instal5. de wij bouw brand Elke vijf jauitgangspnodig wor
ichting: orm waarin de8.4 vastlegt isg worden aante leggen in borm het Beslui
Een opsla8.5conform vbrandbeveeerder in gvoor deze certificaat geaccreditvan NEN-EUit het goebrandbevegezag goeinspectier
door een accr die partij is bite een gelijkw
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
eten worden br het bevoegd
een opslagvoornform voorschbeveiligingssy
nghouder alle vn/of een goedeen door het bevd:
matie over het en en de wijze vsultaten van eedbeveiligingsinschriften); opsomming vandbeveiligingsmhikbaar moeten
waliteitscriteriallatietechnischjze waarop en
wkundige, instadbeveiligingsm
aar, of bij signifunten door de
rden geactualis
e vergunninghs vrij. Als dezengeboden. De ijvoorbeeld eeit risico’s zwar
gvoorziening vvoorschrift 4.5.eiligingsinstallgebruik wordenverrichting gedoor een daar
teerde certificaEN-ISO/IEC 170edkeurend inspeiligingsinstalledgekeurde uitapport of het c
editatie-instellij de overeenk
waardig niveau
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
beoordeeld dogezag, en vijfj
rziening voor vhrift 4.5.1 beschysteem 2.5, 2.8van belang zijne werking van voegd gezag. D
gebruik van devan opslag; en risicoafwegnstallatie (onde
n de bouwkundmaatregelen dien zijn;
a, de prestatie-ehe en organisat
de frequentie wallatietechnischmaatregelen vo
ficante wijzigin vergunningho
seerd.
houder de uitgae maar vastgel
vergunninghoen bedrijfsbranre ongevallen
voor verpakte g1 beschermingatie 2.2, 2.3, 2.n genomen da
eaccrediteerde rtoe op basis vatie-instelling i020 zijn geaccrpectierapport oatie is aangele
tgangspunten acertificaat moe
ling in een andkomst inzake du voldoet.
NA 55 VAN 125
or een inspecfjaarlijks op ac
verpakte gevaahermingsnivea, of 2.9 uit bijlade uitgangspuhet brandbeveDe volgende u
e opslagvoorzi
ging die ten groer vermelding v
dige, installatiee tijdens het ge
eisen en ontwetorische brandwaarin de verghe en organisaldoen aan de g
ngen binnen deouder op actua
angspunten zlegd zijn en teouder kan er vndweerrappor1999.
gevaarlijke stogsniveau 1 moe4, 2.6 of 2.7 uitn nadat een goinspectie A-in
van NEN-EN 45s afgegeven. Drediteerd door of het certifica
egd en opgelevals bedoeld in t binnen de inr
dere lidstaat vde Europese E
tie-instelling, mctualiteit moete
arlijke stoffen eau 1 moet zijn gage F is toegepunten ten behoeiligingssysteemitgangspunten
ening, de soor
ondslag ligt aanvan de gebruik
etechnische enebruik van de o
erpnormen voobeveiligingsma
gunninghoudertorische
gestelde kwalit
e inrichting moliteit worden b
oals bedoeld ir goedkeuring
voor kiezen omtage of in een
offen en/of CMRet zijn gerealist bijlage F is tooedkeurend insstelling is afge011 door de Ra
De inspectie-inde Stichting Rat moet blijken
verd conform dvoorschrift 4.8
richting aanwe
van de EuropeEconomische
moeten wordeen worden beo
en/of CMR-stofgerealiseerd, epast, moet de eve van een gom vastleggen e
n moeten ten m
rt opgeslagen
n het te kiezenkte normen en
n organisatorisopslagvoorzien
or de bouwkunaatregelen; r aantoont dat
teitscriteria.
oeten de beoordeeld en w
in g aan het bevom de uitgangspn veiligheidsrap
R-stoffen waarseerd, en waarboegepast, mag spectierapportegeven of nadaaad voor Accre
nstelling moet oRaad voor Accrn dat de de door het bev8.3. Het goedkeezig zijn.
ese Unie dan wRuimte, en di
en oordeeld.
ffen en waarbij
oed en laten
minste zijn
n
sche ning
ndige,
de
waar
oegd punten pport
in bij een niet
t door een at een editatie1 op basis reditatie.
voegd eurend
wel in een e aan ten
OPSLA
PGS 1
vs 4.8
ToeliDe innoodbijvoovaak en eebedrijdaarojaarlijgepleuitvoeis, davastg
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Iedere twa8.6voorschrifworden beconform dinspectiergebruik zijvoldoet aavoorschrifinrichting
ichting: nspectietermijndzakelijk makeorbeeld de ge
k de leverancieen medewerkeijfsleven veel eom aantoonbajkse inspectie eegd en of datert. Als het bean zal deze nogelegd in het U
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
aalf maanden nft 4.8.5 moet doeoordeeld of dede door het bevapporten zijn bjn indien uit ee
an de door het ft 4.8.3. Het goeaanwezig zijn.
n is één keer pen, of er in het hanteerde nor
ers van de inster van het bedextra kosten mare redenen te
vaststellen dat het bedrijf ze
evoegd gezag oodzaak door UPD of de ver
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
na aanleg van eoor een inspece brandbeveiligvoegd gezag gbinnen de inricen inspectierapbevoegd gezaedkeurend ins.
per jaar tenzij t UPD een hogrm(en). Omdatallatie ( blusindrijf aanwezig met zich mee. e zijn. Aantoonat er aan de inelf geen of vee
van mening ishet bevoegd g
rgunning.
NA 56 VAN 125
een brandbevectie-instelling agingsinstallatieoedgekeurde u
chting aanwezipport blijkt dat g goedgekeurdpectierapport
er aanwijzinggere frequentieat bij een inspenstallatie, detemoeten zijn bVoor een freq
nbare redenennstallatie geenel te weinig (vos dat een hoggezag moeten
iligingsinstallaals bedoeld in ve functioneert uitgangspunteng. Een opslagveen brandbeve
de uitgangspunof het certifica
en zijn die eene is opgenomeectie naast heectiesysteem, brengen frequequentere inspen zijn bijvoorben of onvoldoenoorgeschrevenere inspectiefr
n worden gemo
atie zoals bedovoorschrift 4.8en is onderhon. De voorziening ma
veiligingsinstalnten zoals bed
aat moet binnen
n frequentere en als gevolg
et inspectieburwatervoorzien
ente inspectieectie dan 1 jaaeeld: “Het tijdende onderhoudn) periodieke frequentie noo
motiveerd en ve
oeld in .5 uden
ag niet in latie niet
doeld in n de
inspectie van
reau ook ning e.d.) s voor het ar dienen ens de d wordt controles
odzakelijk ervolgens
5
5
OPSLA
PGS 1
5 Vo(tagesto
5.1 Inle
Dit hstatiobehacontavolge
a) ce
b) Rw
c) rtw
d) i(
Same
vs 5.1
5.2 Alg
vs 5.2
vs 5.2
ToeliHet borgan
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
oorschank)coevaarloffen
eiding
hoofdstuk hanonaire opslag andelt de tijdelainer bevindeende typen be
containertermen waar uitwisRoRo-terminaworden geladerailservices cetrailers en (tanwegvervoer); nland termina(tank)containe
enhang met h
De paragra1.1toepassingCMR-stoff
emeen Wa
In de inric2.1opgeslagetoegelaten
(Tank)con2.2bescherm
ichting: betreft hier bijvnisatorische m
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
hriftenontainlijke s
ndelt over hetvan gevaarlij
ijke opslag van. Hoofdstuk drijven:
inals (bedrijvesseling plaatsvals (bedrijven wen en gelost; hentra (railservink)containers,
als (inland termers, eventueel
oofdstuk 3:
afen 3.6, 3.17 tg op opslagplafen.
abo, AI
hting mogen uen, die krachtenn.
tainers met ged door organis
v. technische mmaatregelen al
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
n voorners gstoffen
t zogenoemdjke stoffen en
an gevaarlijke 5 beperkt zi
en waar (tank)vindt tussen ewaar trailers ehet gaat bij deces centra zijn eventueel op
minals zijn gesop chassis, tu
t.m. 3.20 en 3.2aatsen voor (ta
uitsluitend verpns de Wet verv
evaarlijke stoffesatorische of fy
maatregelen als routering va
NA 57 VAN 125
r de ogeladen en/o
e 'nederleggen/of CMR-stofstoffen en/of
ich tot de ac
containers vaen of meer ve
en (tank)contaeze bedrijven vn gespecialise
p chassis, van
specialiseerd iussen binnenv
24 t.m. 3.26 vanank)containers
pakte gevaarlijkvoer gevaarlijk
en of CMR-stofysieke maatreg
als aanrijdbesan voertuigen
opslagen meof CMR
en tijdens traffen in een cCMR-stoffen tiviteiten met
n en op schepervoersmodalitiners op chassveelal om shoeerd in het ladtreinen op and
n de overslagvaart, weg of s
n hoofdstuk 3 zgeladen met g
ke stoffen en/oe stoffen voor
ffen moeten tegelen.
cherming op rbinnen de inri
g van et R-
ansport' en nicontainer. Hoo
die niet zich n(tank)contain
pen worden geteiten); sis van en op
ort-sea vervoeden en lossen dere treinen o
g van trailers espoor).
zijn eveneens vgevaarlijke stof
of CMR-stoffenhet vervoer zij
egen aanrijding
risicovolle plaaichting.
iet om de ofdstuk 10 niet in een ners in de
eplaatst
schepen r); van
of het
en
van ffen of
n worden jn
g zijn
atsen of
5
OPSLA
PGS 1
vs 5.2
vs 5.2
ToeliVoor arbei
5.3 Blu
vs 5.3
Toeli
a) itb
b) cv
vs 5.3
vs 5.3
ToeliBij ve
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
In de inric2.3onderwerphandboek in het han• de voo milieu; • een ove transpo stoffen • taken, b• het inte• het uitv
Materieel v2.4onderhoudvoldoende
ichting: r kranen en allidsomstandigh
sleidinge
In de inric3.1brandkranbrandkranhoogste 8een ander 3 000 l perwaterlever100 kPa co
ichting:
in het operatiotoegepast; nabbrandweer oocombineren vavereiste afstan
De bluslei3.2moeten aaleidingbreOndergron
Ondergron3.3brandkran14384:200voldoen aa
ichting: ervanging (al o
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
hting moet eenpen moeten zijmoet actueel w
dboek zijn opgrschriften van
erzicht van oplortmaterieel, de
en/of CMR-stobevoegdhedenerne noodplan;voeren van bed
voor het vervoden en wordene is gewaarbor
e hijsmiddelenhedenwet- en
n en bran
hting moeten bnen onderling mnen opstallen b0 m bedragen.gelijkwaardig
r min bedragenring per brandkonstant verzek
onele gebied mbij kantoren kuk eventueel onan lichtmastennden tussen d
dingen moetenanwezig zijn omuk te kunnen andse stalen blu
ndse brandkranen die na 1 ma5. Bovengrondan DIN 3222 of
of niet als gev
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
n actueel handn uitgewerkt inworden gehougenomen: de omgevings
leidingen en tre voorbereidinoffen; n en verantwoo; drijfsinterne in
oeren van (tankn gebruikt, dat rgd.
n gelden de veregelgeving.
ndkranen
blusleidingen emag ten hoogsbevinden of go. Een brandkrawatertoevoers
n, zodat bij gelikraan van 1 50
kerd is. Een bra
moeten bij voounnen door hendergrondse hn en brandkrade brandkrane
n volledig als em delen van heafsluiten zodanuswaterleiding
nen moeten voaart 2008 worddse brandkranef NEN-EN 1438
volg van onder
NA 58 VAN 125
dboek aanwezign concrete procden. De volgen
svergunning(en
rainingen op heng op noodsitu
ordelijkheden;
specties.
k)containers moeen veilige beh
erplichtingen i
Wabo
en brandkraneste 200 m bedraederen aanwezan moet zijn aa
systeem. De toijktijdig gebrui
00 l per min bij andkraan moet
orkeur bovenget Wm-bevoeghydranten wornen heeft de v
en onderling.
een ringleidinget bluswaternetnig dat het blus
gen moeten cor
oldoen aan NEden geïnstalleeen welke zijn g4:2005.
rhoud) van een
g zijn. De te oncedures of wernde onderwerp
n) op het gebie
et gebied van haties, de kenni
oet zodanig zijhandeling van
in het kader va
n aanwezig zijnagen. Indien zizig zijn, moet dangesloten op evoercapaciteik van twee braeen minimale dt te allen tijde v
grondse brandkgd gezag en orden toegelatevoorkeur mits
worden aanget bij storingen,swaternet altijdrrosievast zijn
N -EN 14439. Brd moeten vold
geïnstalleerd vó
n bovengrond
nderscheiden rkinstructies. Hpen moeten ten
ed van de activ
het bedienen vis van gevaarli
jn ontworpen, (tank)containe
an de
n. De afstand tch tussen de
deze afstand teeen waterleidiit moet ten min
andkranen een dynamische dvrij gehouden w
dkranen wordeop advies van en; wordt voldaan
elegd. Blokafsl, onderhoud ofd kan worden guitgevoerd.
Bovengrondse doen aan NEN-óór deze datum
dse brandkraa
Het n minste
viteit
van jke
ers
tussen de
en ing of nste
ruk van worden.
en de lokale
n aan de
luiters f gebruikt.
-EN m moeten
n na 1
5
5
OPSLA
PGS 1
maarNEN-
vs 5.3
5.4 Ber
vs 5.4
5.5 Mid
vs 5.5
vs 5.5
vs 5.5
ToeliSoorblijke
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
rt 2008, moet -EN 14384:20
Brandkran3.4vereiste wuitgevoerdresultatenrapport moondergron
reikbaarh
Het terrein4.1allen tijde toegangsw
ddelen en
Bij de toeg5.1aangebracen een ala
Het person5.2de gevaarsnemen made hoogte
In de inric5.3met gevaamiddelen w • onafha ademlu• besche• overma verpakk• vatensl• reparat• materia• een vat (bescha• voldoe
ichting: rt, hoeveelheiden uit de RI&E
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
een brandkraa005.
nen moeten elkwaterdruk en wad in overleg me en bijzonderhoet in de inrich
ndse leidingen
eid terrein
n van de inrichttoegankelijk z
wegen moet 3,5
maatreg
gangspoort vancht met betrekkarmregeling.
neel dat toegansaspecten van
aatregelen bij o zijn van het in
hting moeten varlijke stoffen owordt onder m
nkelijke en afhuchttoestellen mermende kledinaatse vaten of kingen (niet zijleutels en bondtiemiddelen, zoaal om rioolputtenpomp met sadigd) vat kan nde absorptiem
d en geschikthE.
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
an worden ge
ke drie jaar dooateropbrengst.et de gemeente
heden van de mhting ter inzagetweemaal per
n Wabo
ting moet via tzijn voor hulpve5 m zijn. Het te
elen in ge
n de inrichtingking tot de veil
ng heeft tot den de opgeslageonregelmatighenterne noodpla
voldoende midonmiddellijk de
meer begrepen:
hankelijke ademmet bijbehorenng, veiligheidsbbergingsverpajnde tankcontadels, bezem enoals kunstharstten af te dekkeslangen, waarmworden overg
middelen.
heid van de pe
NA 59 VAN 125
ïnstalleerd die
or een deskund. De meetmethelijke brandwe
meting moet eee liggen. Bovenjaar worden do
twee zover mogerlenende dienerrein moet ont
eval van c
g moet een duidligheidshandel
e inrichting moeen gevaarlijke seden. Deze per
an.
ddelen voorhane nodige maatr
mbeschermingnde uitrusting ebrillen, rubbere
akkingen afgesainers), ten minn schop; pasta, kleefbanen; mee op eenvouepompt;
ersoonlijke bes
e voldoet aan
dige worden geode moet voorer worden vastn rapport wordndien moeten doorgespoeld.
gelijk uit elkaansten. De minimtoegankelijk zij
calamiteit
delijk leesbare ingen, de eers
et op de hoogtstoffen en/of CMrsonen moeten
nden zijn om inregelen te kunn
(ten minste twen aangepasteen of plastic hatemd op de gro
nste twee stuks
nd en plastic z
udige wijze de i
schermingsmid
econtroleerd ordat de meting
stgesteld. Van dden opgemaakde brandkrane
ar gelegen zijdemale breedte vjn voor onbevo
ten Wabo, A
e instructie zijnste hulp bij ong
te zijn van de aMR-stoffen en
n tevens voldoe
n geval van eennen nemen. On
wee e filterbussen);andschoen en
rootste aanwezs;
zakken;
inhoud van een
iddelen zal mo
op de wordt
de kt. Dit en en de
en te an de oegden.
I
gevallen
aard en de te
ende op
n incident nder deze
laarzen;
zige
n
oeten
OPSLA
PGS 1
vs 5.5
ToeliOok deze contate wo
vs 5.5
ToeliEen loverp
vs 5.5
vs 5.5
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
In de inric5.4geconstatterreinged • duidelij• altijd g• conform bestand moeten stoffen geraken
ichting: een wasplaats in geval van eainer behoort orden gehoude
Op de cala5.5vrijgehoud(tank)contRondom dbereikbaagezag wor
ichting: locatie voor twpakken van la
Indien een5.6bodembed(tank)contbehandeligewaarbo
In de inric5.7lekkende (opvangba • vloeisto• zijn voo• voldoe• zijn voo Deze afslu • de opva produc
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
hting moet teneerd dat daar l
deelte aanwezig
jk zijn gemarkeoed bereikbaarm voorschrift 3d zijn tegen de
n zijn getroffenin de bodem,
n.
s of vergelijkbeen calamiteitvoor wat betreen met de eige
amiteitenplaatsden, zodat in gtainer voor verdeze locatie morheid. De locatrden vastgeste
wee (tank)contding vanuit ee
n (tank)containdreigende stofftainer direct opng of reparatiergd.
hting moet een(tank)containerk moet:
ofdicht zijn uitgorzien van eennde groot zijn orzien van een
uiter wordt rege
angbak moet ntresten meer in
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
n behoeve van lekkende verpag zijn. Deze ca
eerd of duidelijr zijn; 3.3.1 als bodeme aanwezige gen om te voorkomin de openbare
bare voorzienint voldoende sneft het gebruikenschappen v
s moet voor twgeval van een lerdere behandeloet een ruimte tie van de calameld.
tainers is nooden lekkende (t
ner die is beladfen lekt of er ep de calamiteitee op voorwaard
n verrijdbare or naar de calam
gevoerd; n opstaande ran
voor een 45 von afsluiter om h
elmatig onderh
na ieder gebruin de bak aanw
NA 60 VAN 125
(tank)containeakking aanwezlamiteitenplaat
jk door borden
mbeschermendevaarlijke stoffemen dat gemoe riolering of in
ng kan dienst nel kan wordek van persoonlvan de in de c
wee 45 voets-(taekkage of een ing op de calavan 2 m wordemiteitenplaats
dzakelijk i.v.mtank)container
en met gevaaren vermoedenenplaats wordede dat veilig int
pvangbak aanwmiteitenplaats
nd van ten minoets-(tank)conthemelwater uit
houden en ten
ik grondig worwezig zijn.
ers of voertuigezig is, een daarvts moet:
n zijn aangegev
de voorziening en en/of CMR-srste gevaarlijken het oppervlak
doen als een en vrijgemaaktlijke beschermontainer vervo
ank)containersbeschadiging miteitenplaats en vrijgehoudemoet in overle
m. het eventueer.
lijke stoffen ofhiervoor besta
en geplaatst votern vervoer ka
wezig zijn, waakan worden ve
nste 30 cm; tainer; de opvangbak
minste eenma
den gereinigd,
en, waarvan wrvoor speciaal
ven;
zijn uitgevoerstoffen. Voorzie stoffen en/ofktewater kunne
calamiteitenpt. Bij het opene
mingsmiddelenoerde stoffen.
s ruimte wordede desbetreffe kan worden g
en voor de eg met het bev
el overpompe
f CMR-stoffen oaat, moet dezeoor verdere an worden
arin een beschervoerd. Deze
k te kunnen ver
aal per half jaar
, zodat geen
ordt ingericht
rd en ieningen f CMR- en
laats, mits en van de n rekening
n ende eplaatst.
oegd
n of
of e
hadigde of
rwijderen.
r getest;
5
OPSLA
PGS 1
vs 5.5
5.6 De stof
vs 5.6
ToeliVoor Om topslaexploexplobeste
vs 5.6
vs 5.6
vs 5.6
vs 5.6
ToeliDe ruinspevan +
vs 5.6
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
In de inric5.8gezag goeleiding vangevaarlijkeadequate onregelmaveiligheidsde grootte
opslag vaffen Wabo, A
In de inric6.1stoffen wo
ichting: r de opslag vantegenstrijdigheag van klasse osieven (klassosieven zich keed.
(Tank)con6.2een voor dinrichting.
De vloer v6.3stoffen womoet vold
Open-top 6.4stoffen be
(Tank)con6.5opgesteldde calamit
ichting: uimte aan de dectie van een c+ 0,5 m zeker
Op een op6.6containersindien verstapeling
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
hting moet eenedgekeurde intn een deskunde stoffen of CMmaatregelen kaatigheden te besmiddelen oefe
e van het bedrij
an (tank)cAI
hting mogen gorden opgeslag
n radioactieveeden met een 7 in deze verg
se 1) valt niet okan voordoen,
tainers met gede opslag van (.
van het terreingorden opgeslagoende stabilite
containers waavinden moeten
tainers met ge, dat ze altijd vteitenplaats.
deurzijde van container te anoodzakelijk.
pen-topcontains door twistlocplaatsing van eplaatsvindt on
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
n calamiteitenpterne noodplandig persoon staMR-stoffen, zoaan treffen, die eperken. De caenen. De grootjf.
container
gevaarlijke stofgen.
e stoffen (klassvergunning kr
gunning niet nonder de werkmoet hier in d
evaarlijke stoffe(tank)containe
gedeelte waar (gen, moet zijn eit bieden en g
arin zich niet-wn tegen inregen
evaarlijke stoffevoor inspectie b
een containerallen tijde mog
ner mag geen acks worden gekeen container der een brugkr
NA 61 VAN 125
ploeg aanwezign anders aangeaan die te allenals lekkages, mer op gericht z
alamiteitenploette van de cala
rs met gev
ffen uit de ADR
se 7) is de minrachtens de K
nadrukkelijk uikingssfeer vande vergunning
en of CMR-stofers bestemd de
(tank)containevervaardigd vaeëgaliseerd zij
waterdicht verpnen zijn besch
en en/of CMR-sbereikbaar zijn
r behoort zodaelijk is. Voor e
andere (tank)cokoppeld. Dit voten gevolge varaan of in een a
g zijn, tenzij heeeft. De calamitn tijde bij onregmorsingen en fuzijn de gevolgeeg moet regelmmiteitenploeg
vaarlijke s
R/IMDG-code kl
nister van I&MKernenergiewetgezonderd. D
n PGS 15. Indinadrukkelijk a
ffen moeten woeel van het ope
rs met gevaarlan onbrandbaajn.
pakte gevaarlijkermd.
stoffen moetenn en kunnen wo
anig te zijn bemeen eventuele
ontainer wordeoorschrift is niean stoten niet mautomatische s
et door het bevteitenploeg mogelmatighedenustbreuk, direc
en van deze matig met de
moet afgestem
stoffen of
lasse 2 t.m. 9 e
M het bevoegdet te voorkomeDe opslag van ien opslag vanaandacht aan
orden opgeslaen terrein van d
ijke stoffen of ar materiaal. Ee
ke stoffen en/o
n zodanig zijn orden afgevoe
meten dat uitwinspectie is e
en gestapeld, teet van toepassmogelijk is, bijvstack.
voegd oet onder met ct
md zijn op
f CMR-
en CMR-
de gezag. en is de
n worden
gen op de
CMR-en vloer
of CMR-
rd naar
wendige en ruimte
enzij de sing v. indien
OPSLA
PGS 1
vs 5.6
ToeliDe doverpavoorslading
vs 5.6
ToeliDe plof 5.2niet deen cplaattoege
vs 5.6
ToeliDit volossin
vs 5.6
vs 5.6
vs 5.6
ToeliHet bbroomuit IM
vs 5.6
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
(Tank)con6.7van de sta
ichting: oelstelling vanakte gevaarlijkschrift wordt gg beoogd.
Voor (tank6.8volgende. mogen boVoornoemniet boven
ichting: laatsing van (t2 behoort dusddirect naast elcontainerbreedtsen van (tank)elaten.
Voordat (t6.9worden gemogelijke
ichting: oorschrift is ning al is geïnsp
Lege onge6.10zijn, moete
(Tank)con6.11zichtbaar
Een tankc6.12tankcontamoet op h
ichting: betreft onder mm (klasse 8). I
MDG-klasse 8
Tankconta6.13moeten temet een vl
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
tainers met geapeling zijn gep
n dit voorschrike stoffen en/ogeen scheiding
k)containers geVoornoemde (ven elkaar wor
mde (tank)contan elkaar worden
tank)containerdanig te zijn, dkaar staan. Nidte (2,5 m) va
k)containers, g
ank)containerseplaatst, moeteonregelmatigh
iet van toepaspecteerd.
ereinigde tankcen worden beh
tainers moetenblijft.
ontainer die isiner van klasseet maaiveld wo
meer ammoniaIn het ADR, taaanvullend m
ainers geladen n minste 5 m vlampunt lager
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
evaarlijke stoffeplaatst.
ift is het realiseof CMR-stoffeng tussen (tank)
evuld met stoff(tank)containerden gestapeldainers gevuld mn gestapeld of
rs, beladen mdat deze (tank
Niet direct naasan elkaar gescgevuld met ver
s met gevaarlijen zij aan de buheden zoals lek
ssing als aan d
containers waahandeld als gev
n zodanig word
s voorzien van e 8 die ook moorden geplaats
ak, chloor en zabel 3.2 kolom
moet worden ge
met gevaarlijkverwijderd blijvdan 60 °C, alsm
NA 62 VAN 125
en en/of CMR-s
eren van beren t.b.v. het ing
k)containers m
fen van de ADRrs gevuld met
d en direct naamet stoffen vanf direct naast e
met een gevaark)containers ost elkaar betekcheiden. Het srpakte gevaarl
jke stoffen en/ouitenkant visuekkages vast te
de landzijde bi
arin gevaarlijkevulde tankcont
den geplaatst d
een etiket modoet zijn voorziest.
zwaveldioxidem 5, is bepaaldeëtiketteerd m
ke stoffen, zoalven van (tank)cmede van (tank
stoffen moeten
eikbaarheid vagrijpen bij een
met gevaarlijke
R-klassen 3, 5.stoffen van dest elkaar worden verschillendelkaar worden g
rlijke stof van dnderling niet b
kent minimaal tapelen en/of lijke stoffen va
of CMR-stoffeneel worden geïstellen.
ij binnenkoms
e stoffen en/of tainers.
dat minimaal é
delnummer 2.3 n van een etike
(klasse 2) end welke (tank)cmet een etiket m
ls genoemd in containers metk)containers m
n in de buitens
an (tank)contacalamiteit. Me en ongevaarl
1 en 5.2 geldt ezelfde ADR-klaen geplaatst. e ADR-klassengeplaatst.
de ADR-klassboven elkaar e(horizontaal gdirect naast e
an dezelfde kl
n in de stapelinïnspecteerd om
st en aan de ze
CMR-stoffen v
één gevaarsetik
3 van het ADR eet modelnumm
n fluorwaterstocontainers memodel 6.1.
voorschrift 5.6t brandbare vlo
met brandbare g
te rijen
iners met et dit lijke
het asse
n mogen
se 3 of 5.1 en ook gemeten) elkaar lasse, is
ng m
eezijde bij
vervoerd
ket
en een mer 6.1,
of en et stoffen
6.12, oeistoffen gassen.
5
5
OPSLA
PGS 1
vs 5.6
ToeliAfstavuurw
5.7 Maaopp
vs 5.7
ToeliIn gehemeorganrioolpvoorz
5.8 Opsen/o
De vopstevoorsaanmverst
vs 5.8
ToeliAan dstoffelading
vs 5.8
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
De afstand6.14container boxcontaimoet ten m
ichting: anden tot vuurwerk.
atregelenpervlaktew
Er moeten7.1gelekte vlo
ichting: eval van nieuwelwater op hetnisatorische mputten af te diczieningen beh
stelplaatsof CMR-s
voorschriften ellen van voeschriften zijn
melden of andaan trailers of
Rond elk, 8.1stoffen enzijn. Dit ge
ichting: dit voorschrift en en/of CMR-g.
De voertui8.2dat deze te
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
d van een tankmet stoffen vaner met verpak
minste 25 m be
rwerk zijn vast
n ter vowater en t
n maatregelen woeistof in het o
w te bouwen int oppervlaktew
maatregelen techten. De in doren direct be
sen voor vstoffen Wab
voor het parertuigen met niet van toe
dere formaliteif opleggers zo
op het open te/of CMR-stoffe
eldt niet voor v
kan bijv. word-stoffen afwiss
igen met gevaae allen tijde uit
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
kcontainer metan klasse 7 mokte gevaarlijkeedragen.
tgelegd in De h
oorkomingter besch
worden genomoppervlaktewat
nrichtingen kanwater wordt gee worden getrode organisatorieschikbaar te z
voertuigebo, AI
rkeren van vogevaarlijke
epassing vooiten (aanmeld
onder trekker.
errein van de inen is beladen, mvoertuigen met
den voldaan dselend op te s
arlijke stoffen et de opstelplaa
NA 63 VAN 125
gevaarlijke stoet ten minste 5 stoffen tot een
handreiking vo
g van verming va
men om, in gevater of het riool
n dit door afslueloosd. Bij besoffen (instructiische maatregzijn.
n met ver
oertuigen geldstoffen en/ofr het opstelle
den, douane e
nrichting geparmoet, horizontat een lading uit
door voertuigenstellen met voe
en/of CMR-stofats kunnen wor
offen en/of CMR50 m bedragenn container me
oor nederlegg
verontreinan het rio
al van lekkagegeraakt.
uiters aan te bstaande bedrijvies) om in gevgelen voorgesc
rpakte ge
den uitsluitenf CMR-stoffenen van voertenz.). Onder
rkeerd voertuigaal gemeten eedezelfde geva
n beladen metertuigen met e
ffen moeten zorden weggered
R-stoffen tot e. De afstand va
et stoffen van k
gen tijdens ver
niging vaool Wab
e, te voorkomen
brengen daar jven behoren val van lekkagchreven techn
evaarlijke
nd bij het pan zonder toetuigen in vervoertuigen wo
g, dat met gevaen ruimte van 2
arenklasse.
t verpakte geveen ongevaarl
odanig zijn gepden.
en an een klasse 7
rvoer voor
an het bo
n dat
waar het
e nische
stoffen
rkeren en ezicht. De rband met orden ook
aarlijke 2 m vrij
vaarlijke lijke
parkeerd,
6
6.1
OPSLA
PGS 1
6 Op
6.1 Inle
Dit hvoorsde op
Hoew(hoofaf vagevevoorsweg toepavallen
De odrukgcalamvoor
Toe1.1
De vhebbgasfletoegeSpuithoofd
In veaanggeldehoofd
Dit ho
De vohet o
a) vb) oc) b
Verde
d) se) a
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
pslag
eiding
hoofdstuk heeschriften voor pslag van gasf
wel uniformitefdstuk 3) zoveanwege het sl. Voor dergeschriften zijn g(ADR). De claassing op hetn bijv. gebruik
opslag van gagolven, die bmiteit, vermedhulpdiensten.
passingsge
voorschriften zben betrekkingessen, gasfleelaten. Deze wtbussen vallendstuk 7).
eel situaties isesloten in rui
en voor de gdstuk.
oofdstuk is oo
oorschriften hom de gassen
verstikkend; oxiderend; brandbaar.
er betreft het d
samengeperstammoniak (gif
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
van g
ft betrekking de opslag vaflessen in een
it met de vooeel mogelijk isspecifieke karaelijke situatiesgebaseerd op assificatie en
opslaan van kers, handelare
sflessen moebij inpandige en. Tevens is
ebied
zijn van toepag op een aassenbatterijenworden in de n hier niet ond
het vanuit rismten waar ooebruikssituatie
ok van toepass
hebben betrekmet als algem
de volgende s
te lucht; ftig/bijtend);
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
gasfle
op de opslagan gasflessen.n brandveilighe
orschriften voos nagestreefd akter. Onder s zijn in dit de systematidefinities zijn gasflessen b
en, distributeu
et bij voorkeuropslag in ee
s een opslag
assing voor dntal hervulba
n en geslotenvoorschriften
der en derhalv
sico-oogpunt tok opslag plae waarvan da
sing op lege g
kking op de mmene gevaarse
specifieke gas
NA 64 VAN 125
essen
g van gasfles Paragraaf 6.eidsopslagkas
or verpakte gwijken de voomeer geldt d
hoofdstuk braek van het veook conform
bij uiteenlopenurs en produce
r in de buitenlen gebouw kvan gasflesse
de opslag vanare verpakking cryohouders
n alle aangeduve ook niet on
toelaatbaar daaatsvindt. Evean formeel sp
asflessen.
eest frequent eigenschappe
ssen:
sen. Paragraa3 bevat specifst.
evaarlijke stoorschriften voodat voor de bandveiligheidsrvoer van gevVLG/ADR. D
nde categorieëenten.
ucht plaatsvinkunnen ontstaen in de buite
n hoeveelhedegen van ADR, die tot het vuid met het vender het berei
at gasflessen ntueel aanvulprake is, zijn
voorkomendeen:
aaf 6.2 bevat fieke voorsch
offen en/of CMor gasflessen
buitenopslag tseisen opgenovaarlijke stoffe
De voorschrifteën bedrijven.
nden. Daarmeaan in geval
enlucht beter b
en groter danR-klasse 2. Dvervoer (VLG/erzamelbegripk van dit hoof
via vaste leidllende voorscniet opgenom
e situaties. Da
algemene riften voor
MR-stoffen enigszins tegen een omen. De en over de en zijn van Hieronder
ee worden van een
bereikbaar
n 125 l en Dat betreft /ADR) zijn p ‘gasfles’. fdstuk (zie
dingen zijn hriften die men in dit
aarbij gaat
6.1
OPSLA
PGS 1
f) kg) e
In bijopsooveri
vs 6.1
ToeliHoreArbeiplaat
Ken1.2
Gasfgassoniet v
vs 6.1
ToeliGevastaaninhou
a) 2'
b) 2c) 2
b
Ook k
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
koelgassen; ethyleenoxide
jlage H is eemming van age gassen zu
Dit hoofds1.1('koolzuurdoelmatighoofdstuk
ichting: cagelegenhedidsinspectie “Vts van de voor
nmerking en
lessen zijn opoort of de gevvoor gasflesse
Gasflesse1.2volgende o a) het Ub) het g gasfle van dc) datum Voor same d) de bee) de legf) de be Voor vloei g) de beh) de wai) de legj) de ma bruto
ichting: aaretiketten (ond vierkant. Dud aan (ADR 5
2.2. Niet-brand'2' in beneden2.1. Brandbare2.3 Giftige gasbenedenhoek.
komen combin
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
(giftig/brandb
en meer gedalle gassen, mllen zo nodig a
stuk is niet vancilinders') bij he drukontlastv
k geldt ook niet
den moeten bijVoorkomen varschriften uit d
n etiketterin
p de schoudervaareigenschaen bestemd vo
n moeten duidopschriften dra
N-nummer en evaarsetiket zoessen mag dit
de fles. Etikettem (jaar) van he
engeperste gas
eproevingsdrukge massa in kgedrijfsdruk in b
ibaar gemaakte
eproevingsdrukaterinhoud in lge massa in kgaximale vulma massa, alles i
ook wel genoeDeze geven d5.2.2). De volg
dbare, niet-gifhoek. e gassen, roossen, wit met s.
naties voor. O
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
baar).
detailleerd ovemaar een oveaanvullende v
n toepassing ophorecagelegenvoorziening bij t voor gasfless
ijvoorbeeld voan verstikking dit hoofdstuk.
ng
r voorzien vanap van het gasoor propaan, b
delijk leesbaar agen:
de juiste vervooals voorgeschetiket aangebr
en mogen elkaaet volgende per
ssen moet bov
k in bar; g; bar.
e gassen:
k in bar; ; g; assa en de eigein kg.
emd veiligheiddoor hun kleugende enkelvo
ftige gassen (v
d met symboosymbool dood
Onderstaande
NA 65 VAN 125
erzicht opgenerzicht van devergunningvoo
p de opslag vaheden, of de odistributiebed
sen die t.b.v. ee
oldoen aan Beof bedwelmin
n een verflaags welke is vasbutaan of koelg
en duurzaam (
oersnaam van hreven in het Vracht zijn op hear gedeeltelijk riodieke onderz
vendien zijn aa
en massa van d
dsetiketten) heur en opschrifoudige etikette
verstikkende g
ol vlam, '2' in bdshoofd met g
combinaties z
omen. Bijlagee meest voorkorschriften moe
an drukhoudersopslag van koo
rijven zoals dren blusgasinst
leidsregel 4.4.g bij toepassin
g. De kleur is stgelegd in NEgassen.
door inslagen
het gas(mengsVLG/ADR, IMDGet niet-cilindrisoverlappen; zoek.
ngegeven:
de houder met
ebben de vormft de gevaarsen komen voo
gassen), groen
benedenhoek.ekruiste been
zijn voorbeelde
e H is geen komende gaseten worden o
s met CO2 olzuurcilinders rankengroothatallatie zijn opg
4.-9 van de ing van kooldio
een verwijzinEN-EN 1089-3
of etiketten) d
sel); G en/of CLP. Bsche deel (scho
uitrustingsdel
rm van een opseigenschappeor:
n met symboo
. nderen, '2' in
en:
complete ssen. Voor opgesteld.
met een ndels. Dit
gesteld.
oxide”, in
ng naar de 3. Dit geldt
e
Bij ouder)
en of de
p zijn punt en van de
ol gasfles,
6.1
6
OPSLA
PGS 1
d) 2s
e) 2ma
f) 2z
Keu1.3
vs 6.1
ToeliIn de
a) Ogdol
b) Nhooikh
Same
vs 6.1
6.2 Voo
vs 6.2
vs 6.2
ToeliEen cis, is
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
2.2 + 5.1. Oxidsymbool vlam 2.3 + 8. Giftigemet symbool taantasten, '8' 2.3 + 2.1. Giftizoals eerder v
urmerken
Elke gasfle1.3eerste ondplaatsgevoonderscheautoriteit iNederlandkenmerk vtoegelaten
ichting: e praktijk kunn
Oudere flessegeweest. Van d.m.v. een etikonderzoek is ieeuw-merk vaNieuwe flessehier is de datuof inslag, van onderzoek. Din Nederland ikeuringsorganhet pi-merk.
enhang met h
De voorsc1.4voor gasfl3.24.
orschriften
Gasflesse2.1uitzonderizijn aangeopslagvoodie voor h
De voorsc2.2
ichting: cilinder zondeer sprake van
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
derende gasseboven een cir
e en bijtende gtwee reageerbin benedenhoige en brandbvermeld.
es moet voorziderzoek en eveonden. Het keueidingsteken oin het land vand is toegelaten.van de onderzon.
en de volgend
en: deze zijn rebelang is de d
ket of inslag angeslagen bij an het Stoomw
en: deze zijn noum(jaar) van hbelang. Het ket is het keurms toegelaten.
nisaties in com
oofdstuk 3:
chriften van hoessen, met uitz
n voor de
n, waarvan de ng van werkvo
esloten aan eenorziening. In eeet beheer van
chriften van ho
er afsluiter is ‘ijn een risico en
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
en, etiket 2.2, irkel, '5.1' in begassen, etiketbuisjes waaruioek. bare gassen, e
ien zijn van eeentuele herkeuurmerk van het
of waarmerk van toekenning is. Het keurmerkoeksinstantie d
de situaties zic
eeds ten minsdatum(jaar) va
aangegeven. Dhet (her)keur
wezen. og niet aan pe
het volgende peurmerk is ing
merk van de onVeelal zijn dit
mbinatie met h
ofdstuk 3 zijn tzondering van
e opslag v
gezamenlijke woorraden, of opn verzamelleidien opslagvoorzde gasflessen
ofdstuk 6 zijn
ijzer’, ofwel gen dus van een
NA 66 VAN 125
groen zoals eenedenhoek. t 2.3, wit zoalsit druppels val
etiket 2.3, wit z
n ingeslagen kringen (periodt eerste onderzn de onderzoe
s geregistreerdk van het perioddie door de bev
ch voordoen:
ste één keer aaan het volgendDe datum(jaarmerk. Het (he
eriodiek onderperiodieke ondgeslagen bij denderzoeksinsta
bekende keuet epsilonteke
eveneens van n de paragrafen
van gasfle
waterinhoud mp een laskar geing, worden opziening mogenniet functione
ook van toepas
een gasfles megasfles.
eerder vermeld
s eerder vermelen die een ha
zoals eerder ve
keurmerk en deiek onderzoek)zoek wordt gevksinstantie die en door de bediek onderzoekvoegde autorite
an periodiek ode periodieke ) van het meer)keurmerk is
rzoek onderwoerzoek, aangee datum(jaar) antie die door rmerken van b
en. Ook kan he
toepassing opn 3.3, 3.8, 3.9, 3
essen Wabo
meer bedraagt deplaatste gasflepgeslagen in ee geen andere gel zijn.
ssing op lege g
eer. Zolang er
d, etiket 5.1, g
eld, etiket 8, zand en metaal
vermeld, etiket
e datum waaro) hebben vormd door hee door de bevoevoegde autorik is het geregiseit in Nederlan
onderzoek ondonderzoek. D
est recente perhet pi-merk o
orpen geweesegeven met evan het eerstde bevoegde buitenlandse et keurmerk b
p opslagvoorzie3.10, 3.12, 3.13,
o, AI
dan 125 l, moeessen of gasfleen daarvoor begoederen aanw
gasflessen.
r een afsluiter
geel met
zwart/wit l
t 2.1, rood
op het
t oegde teit in streerde
nd is
derworpen Deze is riodieke
of het
st. Ook en etiket e autoriteit
bestaan uit
eningen , 3.14 en
eten, met essen die estemde wezig zijn
aanwezig
OPSLA
PGS 1
vs 6.2
vs 6.2
vs 6.2
vs 6.2
Toeli(bij 6een odeze buite
In degelijkdak mafmeheen
Bij eehet p60 m
Een afstawordinrichagrarBij ineen g4.2.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Gasflesse2.3en/of CLP
Indien ops2.4behorend bezitten. Invier metergeldt de e
In afwijkin2.5(half)openinrichting opgeslagetussen de
Van de eis2.6stralingsb
ichting: 6.2.3 t.m. 6.2.6opslag (al dan voorschriftennaf: het risico
e meeste situakwaardige oplomet een bran
etingen hebbenn, tot aan de ga
en te korte afplaatsen van e
minuten te bere
andere - mends-)eisen ge
den dat de strahtingsgrens bvrische bestemterne afstandegeringe warmt
2 aanhef en on
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
n moeten zijn v.
slag van gasflebouwwerk mondien de wandr; indien de wais alleen voor d
ng van voorschn opslagvoorzie
behoren dan wen gasflessen e
opslag en de i
sen in de voorselasting aanto
6) Onder een n niet met eenn is het besvanuit de gas
aties kan wordossing is bij o
ndwerendheid n dat de kortsasflessen alsn
fstand van deeen muur, bijvoeiken.
er algemene eheel of gedealingsbelastingv. voor indien
mming (zoals wen doet zich dte-inhoud hebnder a en b.
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
voorzien van d
essen plaatsvinoet deze wand ed meer dan viernd aan weerszde eerste twee
hrift 3.2.8 geldeening tot de inwel andere braen de brandweinrichtingsgren
schriften 6.2.4 oonbaar niet ho
(half)open opsn dak) met (geschermen vansflessen is nie
den voldaan aopslag tegen e
van 60 minuste afstand vanog minimaal
e opslag tot doorbeeld op d
- gelijkwaardeeltelijk kan wg nimmer hogzich aan de a
weilanden, akkdat bv. voor albben. Voor me
NA 67 VAN 125
de vereiste gev
ndt tegen de geeen brandwerer meter hoog iszijden van de oe meter links en
en de in tabel 6richtingsgrensndbare objecte
erendheid van ens, bouwwerk
en 6.2.5 kan woger kan zijn da
slag wordt vereheel of gedeen de gasfles
et zodanig dat
an de eisen, zeen gevel hetuten (een ‘busn de openingevier resp. twe
e inrichtingsgde inrichtingsg
dige oplossingworden afgewger zal wordenandere zijde eekers en dergels er weliswaaeer achtergron
vaarsetiketten c
evel van een toendheid van tens, geldt deze eipslag verder d
n rechts van de
6.1 genoemde as of tot bouwween, afhankelijk een eventueel of brandbaar o
orden afgewekan 10 kW/m2.
rstaan een opeltelijk) rondomssen tegen wdit een veiligh
zoals genoemt aanbrengen shokje’), dezeen in de wande meter bedra
rens is een grens, om zo a
g houdt in daweken als aann dan 10 kW/en openbaar welijke, niet zijnar brandbare ond wordt verwe
conform ADR,
ot de inrichtingn minste 60 miis alleen voor d
dan 2 meter dooe opslag.
afstanden van erken die tot d van totale hoeaanwezige wa
object.
ken indien de m
pslag tegen eem vrije ruimtewarmte-aanstrheidsafstand v
md in 6.2.4 of van zijmuren
e moeten dand, om die zijmaagt.
gelijkwaardige alsnog een WB
at van (bouwknnemelijk gem/m2. Dit doet zwater of een t
nde bebouwingobjecten zijn, mezen naar PG
IMDG
g inuten de eerste orloopt,
de e
eveelheid nd
maximale
en muur of . Doel van raling van vereist.
6.2.5. Een en/of een zodanige uur of dak
oplossing BDBO van
kundige of maakt kan zich bij de terrein met g) bevindt. maar deze
GS 19, par.
OPSLA
PGS 1
Tabeinrich
Brand
Afstande inricht
Afstanbouwwbrandbinneinricht
vs 6.2
ToeliGasflvastgcilindplaatachtegasflevolda
a) he
b) do
c) dsbh
d) ibt
vs 6.2
vs 6.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
el 6.1 — Afstanhting of brand
Tg
dwerendheid
nd in m tot
tingsgrens
nd in m tot werk of
dbaar object n de ting
Gasflesse2.7
ichting: flessen waarvagezet; dit geldtders met een gtsvindt, moet derwand/muur. essen afdoenaan:
het vak behooeen hoogte wede gasflessenom volledig omde voorzijde vspanband) wabehoeft niet inhet vak plaatsndien in het vbeschermingstransportpallet
De totale w2.8met uitzonklasse 2 d
De vloer v2.9van aangrzijn vervaaafwaterendgeen gas k
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
nden van de odbare objecten
otale waterinhasflessen mind
60 min
0
0
n moeten door
an de construct over het algegrote doorsnedde gasfles metAls gasflessede tegen omv
ort aan drie zijdelke toereiken behoren zo d
mvallen te vooan het vak be
aarmee het omn gebruik te zijvindt; ak gasflessen
sniveau tegen ts voor gasfles
waterinhoud vandering van baie moeten wor
van de opslagvenzende ruimtardigd van onbd zijn uitgevoekan verzamele
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
opslagvoorzien
oud van de opder dan 2 500 l
30 min
1
3
r vastzetten of
ctie zodanig isemeen voor prde. Als de opst behulp van e
en in een vak ovallen bescher
den gesloten tnd is om omvadicht mogelijk orkomen; ehoort te zijn vmvallen van gajn indien er ge
n van verschillomvallen voossen voldoen
an een (gas)fleatterijen bestemrden beperkt to
voorziening maten of van het obrandbaar mateerd. De vloer mn.
NA 68 VAN 125
ning tot de inr
pgeslagen l
Toga
0 min
3
5
anderszins teg
s dat zij stabieropaan/butaanslag van gasfleeen ketting of of compartimermd wanneer a
te zijn door eeallen te voorkobij elkaar en b
voorzien van easflessen wordedurende werk
ende grootte wr alle gasflessaan bovensta
essenbatterij mmd voor het veot een totale in
ag niet lager zijomringende meriaal. Bij een o
moet zodanig zij
richtingsgrens
otale waterinhoasflessen meer
60 min
0
0
gen omvallen z
el staan, behoen cilinders en aessen tegen ebeugel zijn va
ent zijn opgeslaaan de volgen
en muur of eenmen;
bij de wanden
en constructiedt voorkomen;ktijd aan- en af
worden opgessen gelijk te zijaande eisen.
mag niet meer brvoer van giftighoud van 1 000
n gelegen dan aaiveld. Deze vopen opslagvojn uitgevoerd d
s/bouwwerken
oud van de opgr dan 2 500 l
30 min
3
5
zijn beschermd
even niet te wandere (gelas
een achterwanastgezet aan dlagen dan zijn nde voorwaard
n staalconstru
te worden ne
e (ketting, beu; deze voorzie
afvoer van gas
slagen, behoojn. De gebruik
bedragen dan 3ge gassen van0 l waterinhoud
de omliggendvloer moet vlakoorziening moedat zich onder
n van de
geslagen
0 min
5
10
d.
worden ste) nd/muur die
de den wordt
uctie met
ergezet
ugel of ening sflessen in
rt het kelijke
3 000 l, ADR-d.
de vloer, k zijn, en et deze de vloer
OPSLA
PGS 1
vs 6.2
ToeliHet indientledigiOverartikegasflein go
vs 6.2
vs 6.2
ToeliIn afwgesta
vs 6.2
ToeliHet iselkaaopgecalam
vs 6.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
De vergun2.10zijnde gashet inwissgehoudenIndien aangebruiksfrzover de govereenko Het vullen
ichting: n opslag of get zoveel mogeing zo spoedigrschrijding vanel 3: “Intervalses onder normede staat verk
In een ops2.11de opslagduidelijk leVAN AFSLechter toeleidingen zhiervoor g
Het stapel2.12hierin voogasflessenpallets dieeen giftig liggende t
ichting: wijking van ditapeld.
Gasflesse2.13worden op
ichting: s gebruikelijk ar op te slaan.eslagen. Hiermmiteiten effecti
Zichtbaar 2.14waar het u
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
nninghouder msflessen en de selen/omruilen/.
ntoonbaar ten grequentie een ggasflessen ten omstig NEN-EN
van gasflesse
ebruik hebben lijk worden vog als redelijke
n de herkeurins between perimale bedrijfsomkeerd.
slagvoorzieningplaats moet opeesbare lettersLUITERS VAN Ggelaten dat in zijn gekoppeld
genoemde verb
en van gasflesrziet. Bij het stn op elkaar zijne een hogere stof brandbaar goestand op te
t voorschrift m
n met gassen mpgeslagen. Leg
om gasflessen De gasflesse
mee wordt de kief worden opg
beschadigde ouitstromende g
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
moet er op toezibinnen de inric/vullen moet m
gevolg van eengasfles na de hminste zichtba
N 1968 toegest
en na het verst
n van gasflesseoorkomen doorerwijs mogelijkngstermijn is oiodic inspectiomstandighede
g mogen geenp daartoe gescs, hoog ten minGASFLESSEN combinatie me
d aan een instabod tot openen
ssen is alleen ttapelen in staan geplaatst, betapeling toelatgas dat tot vloeslaan of te sta
mogen lege gas
met gelijksoorge gasflessen m
n met gassen en met eenzelfkans op verwisgetreden.
of lekkende gasgas zo weinig m
NA 69 VAN 125
ien dat de herkchting aanwez
met de naderen
n langere gebruherkeuringsteraar in goede staan tot ten hoo
rijken van de h
en waarvan der de vergunnin
k te worden tervereenkomstig
on and testingen wordt opge
afsluiters worhikte plaatsen
nste 5 cm, het VERBODEN' o
et opslag, gasfallatie waar dezn van afsluiters
toegelaten indiande toestand mhoudens wannen. Het is verbeistof is verdicpelen.
sflessen wel in
rtige gevaarseimogen apart w
met overeenkfde verfkleur osseling van ga
sflessen moetemogelijk gevaa
keuringstermijnige gasflessende keuringster
uiksperiode, damijn nog in getaat van onderhogste tweemaa
herkeuringsterm
e herkeuringsnghouder. Gasruggestuurd nag de eisen ges” toegestaan vslagen en/of g
rden geopend. met betrekkin
opschrift zijn aovereenkomstiflessen via eenze gassen words geldt niet voo
en de construcmogen niet meneer gebruik woden gasflesseht of in vloeist
n liggende toe
genschappen mworden opgesla
komstige gevaop de schoudeassoorten verk
en apart worder oplevert.
n van de in gebn niet is verstrermijn rekening
an wel lage ebruik is, wordthoud verkerenal de keuringst
mijn is niet toe
stermijn is verssflessen dieneaar de leveransteld in NEN-Evooropgesteldgebruikt en de
Aan de buiteng tot dit verbo
aangebracht: 'Og NEN 3011. H
n verbinding mden toegepast.or deze gasfles
ctie van de gaseer dan drie lag
wordt gemaakt vsen die zijn gevtof is opgelost,
estand worden
moeten bij elkaagen.
aarseigenschaer worden bij ekleind en kan
en gezet op ee
bruik eken. Bij worden
t dit voor n termijn.
egestaan.
streken en na ncier. EN 1968
d dat de e gasfles
zijde van d met OPENEN
Het is et vaste . Het ssen.
sflessen gen van
vuld met , in
n
aar
appen bij elkaar bij
n locatie
6
OPSLA
PGS 1
vs 6.2
vs 6.2
vs 6.2
vs 6.2
ToeliHet dbuite
6.3 Ops
vs 6.3
vs 6.3
ToeliN.B. brandde op
vs 6.3
ToeliZoweaan w
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Natuurlijke2.15onbrandbavrijgekom
Indien ops2.16lucht zoals5 m tot keriolering egelegen o
In situaties2.17frequente voertuigbe
Van een in2.18waarin zic
ichting: doel van dit vnaf te koelen.
slag van g
De voorsc3.1overeenkobrandveili
Een brand3.2NEN-EN-1
ichting: Conform de gdveiligheidsoppgeslagen gas
Binnen de3.3productceaan de no
ichting: el voor de gebwelke brandve
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
e ventilatie moaar materiaal zen gassen zich
slag plaatsvinds propaan en blderopeningen
en van ten minsp minder dan 1
s waarin gevaavoertuigbeweg
ewegingen pla
npandige opslach ten minste é
voorschrift is
gasflesse
chriften 6.1.4, 6omstige toepasgheidsopslagk
dveiligheidsops4470-2 en een
genoemde norpslagkast ventssen altijd noo
e inrichting moertificaat aanwerm als bedoeld
bruiker als vooeiligheidsnorm
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
oet steeds zijn zijn vervaardigdh daaronder ni
dt van gasflessbutaan, moet en, putten en strste 5 m tot aan1,5 m boven he
ar bestaat op bgingen moet datsvinden, zijn
agvoorziening één deur bevind
de brandwee
en in een
6.2.1, 6.2.2, 6.2.ssing op de opkast.
slagkast voor dbrandwerendh
rm is bij de optilatie (op de bodzakelijk.
et voor de branezig zijn, waarud in voorschrift
or de toezichthm de kast voldo
NA 70 VAN 125
gewaarborgd. d en zodanig zet kunnen oph
sen met brandben afstand wo
raatkolken die inzuigopeningenet maaiveld.
beschadiging vat deel van de
n voorzien van
moet ten minsdt.
er de mogelijk
brandveil
.3 en 6.2.7 tot epslag van gasfle
de opslag van heid hebben va
slag van gasflbuitenlucht) afg
ndveiligheidsouit blijkt dat det 6.3.2.
houdende instaoet alsook aan
Een eventueelijn uitgevoerd
hopen.
bare gassen dierden aangehouin open verbindn van ventilatie
van gasflessen opslagvoorzieeen aanrijdbev
ste één wand ee
kheid te biede
igheidsop
en met 6.2.16 zessen in een
gasflessen moan ten minste 6
lessen in een gestemd op de
opslagkast vooe brandveilighe
anties moet dun welke presta
l dak moet vandat eventueel
e zwaarder zijnuden van ten mding staan meesystemen die
ten gevolge vening waar freqveiliging.
en buitenmuur
en de gasfles
pslagkast
zijn van
oet voldoen aa60 min.
de gevaarsasp
or gasflessen eeidsopslagkast
uidelijk zichtbaatie.
n dan minste t de zijn
an quente
r zijn
s(sen) van
t Wabo, AI
n
ecten van
een t voldoet
aar zijn
OPSLA
PGS 1
vs 6.3
vs 6.3
ToeliDe mde ga
vs 6.3
ToeliDe veziekebedrijmilieude stbrandVoor ontwi
vs 6.3
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Overeenko3.4van de kas a) de clab) deurec) gevaad) gevaae) de vanf) naam og) mode
De opslag3.5 • de bran Op de d bijkome• de bran
ichting: maximale afstaasfles(sen) va
Het is mog3.6voorschrifbranddetebinnen de
ichting: erwachting is
enhuizen) van ijven waar meuveiligheid. Bijtaat van onderdveiligheidsopr de toetsing e
wikkelingen van
Een brand3.7vluchten n
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
omstig de Eurost op een goed
assificatie van dn sluiten;
arsymbool (Vuuarsymbool (gasn toepassing zof merk van delnummer en ja
in een brandv
ndveiligheidsodeur is het gevend gevaar) aandveiligheidso
and tot een bun buitenaf te k
gelijk gemotiveften aanvullend
ectie en/of de ainrichting aan
dat dit bij een toepassing zan gewend is oij de beoordelirhoud van het pslagkasten, mn borging vann de IBB (Integ
dveiligheidsopsniet belemmere
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
opese norm NEd zichtbare plaa
de kast, aange
ur, open vlam, sflessen onderzijnde norm: NEe producent; aar van product
veiligheidsopsl
opslagkast bevvaarsymbool voangebracht; opslagkast bev
uitendeur heefkoelen.
eerd af te wijkede eisen worde
aanwezigheid vnwezig moet zij
n beperkt aantaal zijn. Bij dergom te werken ing van de voot gebouw, de bmaar ook de inn de voorschrifgrale Brandve
slagkast mag nen.
NA 71 VAN 125
EN-EN-14470-2ats de volgend
egeven in type
roken verboder druk); EN-EN-14470-2
tie.
agkast voldoe
indt zich op maoor drukhoude
indt zich niet in
ft als doel de b
en van voorschen gesteld aanvan opgeleid enjn.
al bedrijven (mgelijke bedrijvemet interne worschriften bij brandcompartinstallaties en often kan bijv. weiligheid Bouw
niet in een vluc
2 moet op de vode informatie te
G60 of G90;
en);
2;
t aan de volgen
aximaal 5 m vaers (ADR-klasse
n een kelder, o
brandweer de
hrift 6.3.5. De vde brandwere
n getraind desk
met name laboen gaat het da
werkprocedureshet gemotiveeimenten, de loorganisatie vaworden aange
wwerken).
chtroute zijn ge
oorkant (buitene zijn aangebra
nde eisen:
an een buitendse 2, inclusief
of op een verdie
e mogelijkheid
voorwaarde is dende voorzieninkundig person
oratoria en an voornamelijs voor arbeidserd afwijken sosse an het bedrijf eesloten bij de
elegen en mag
nkant) acht:
eur.
eping.
d te bieden
dat m.b.v. ngen of
neel dat
ijk om s- en spelen ook
een rol.
het
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 72 VAN 125
7 Opslag van spuitbussen en gaspatronen
7.1 Inleiding
Binnen de vervoerswetgeving worden spuitbussen en gaspatronen beschouwd als drukhouders die vallen onder klasse 2.
Er wordt voor de vervoerswetgeving onderscheid gemaakt op grond van de aard van het drijfgas (inert, zeer licht ontvlambaar of licht ontvlambaar) of de te vernevelen stof. Bij zogenoemde samengestelde verpakkingen met gelimiteerde hoeveelheden (LQ) wordt op de omverpakking (doos of krimpfolie) van spuitbussen het LQ-label aangebracht, voor spuitbussen en gaspatronen bestaan er geen vrijgestelde hoeveelheden (E).
Spuitbussen en gaspatronen die betrokken raken bij een brand kunnen gaan rocketeren, ongeacht of de inhoud bestaat uit een inerte of (licht) ontvlambare stof. De spuitbus of het gaspatroon gedraagt zich hierbij als een voortgestuwd projectiel. Inslag van een dergelijke spuitbus of gaspatroon kan leiden tot domino-effecten, wat resulteert in uitbreiding van het oorspronkelijke incident.
De gevolgen van deze effecten zijn te voorkomen of te beperken door organisatorische en technische maatregelen te nemen. De voorschriften die in dit hoofdstuk worden beschreven voor de opslag van spuitbussen en gaspatronen zijn afgeleid van internationaal voorkomende normen en standaarden (o.a. NFPA 30B).
De in dit hoofdstuk beschreven maatregelen zijn van toepassing op de volgende situaties:
a) opslag van spuitbussen en gaspatronen in de zin van het ADR in combinatie met andere gevaarlijke stoffen;
b) opslag van spuitbussen en gaspatronen met een gezamenlijke inhoud van meer dan 50 kg (nettogewicht), waarvan de inhoud (zowel het drijfgas als de stof die verneveld moet worden) conform CLP-verordening EG 1272/2008 aangemerkt moet worden als een zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare, toxische, corrosieve of oxiderende stof.
Het bovenstaande betekent dat indien spuitbussen of gaspatronen gezamenlijk met andere gevaarlijke stoffen worden opgeslagen, er geen onderscheid wordt gemaakt naar inhoud. Het uitgangspunt is dat elke spuitbus of gaspatroon, onafhankelijk van de inhoud, een risico vormt voor de overige gevaarlijke stoffen.
Indien er geen gezamenlijke opslag met andere gevaarlijke stoffen plaatsvindt, is als uitgangspunt gehanteerd dat de inhoud van de spuitbussen en gaspatronen bepalend is voor het van toepassing zijn van opslageisen. In dat geval moeten de spuitbussen dus vanaf de voor die categorie geldende ondergrens in een speciaal daarvoor bestemde opslagvoorziening worden opgeslagen. Dit komt er op neer, dat PGS 15 van toepassing is op de opslag van spuitbussen en gaspatronen met een inhoud (drijfgas dan wel werkzame stof) die is ingedeeld als (zeer) (licht) ontvlambaar, toxisch, corrosief of oxiderend. Daarbij geldt een ondergrens van 50 kg.
7
7
7.3
OPSLA
PGS 1
Bij hbrandopge
Same
vs 7.1
7.2 BepWabo
De vbeschoevstoffe
Voor bescwordVero
Spuitbijkomword(gren
Voor uitsluovere
7.3 Alg
Voo3.1
vs 7.3
ToeliSpuitverwatenzijhoge
vs 7.3
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
het samenstdcompartimen
eslagen in ope
enhang met h
De algeme1.1opslagvooparagrafen
paling greo, AI
voorschriften vhermingsniveaeelheid van men.
het bepalehermingsniveat de spuitbusrdening EG 12
tbussen en gmende gevareen geteld als
nswaarde 400
spuitbussen uitend een aeenkomende k
emene op
orkomen op
Opwarmin3.1of andere
ichting: tbussen of gas
warmingsbronnj de oppervlak
er kan worden
Als in een 3.2worden bedoor verwof kan worverwarmin
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ellen van dnt. Indien er n opslagvoorz
oofdstuk 3:
ene voorschriftorzieningen von 3.3, 3.8, 3.9, 3
enswaard
van hoofdstukau van opslmeer dan 10
en van de au met een ss beoordeeld 272/2008, of h
gaspatronen en) moeten, bADR-klasse 3kg).
en gaspatroandere gevaaklassering zoa
pslagvoor
pwarming v
ng van spuitbusverwarmingsb
spatronen monen (denk ook ktetemperatuudan 60 °C.
opslagvoorzieewaard, mag de
warmingstoesterden gebracht ngstoestel mag
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
de voorschrifsituaties vooziening dan ka
ten van hoofdsor spuitbussen3.10, 3.14 en 3.
en voor v
k 4 zijn van toagvoorziening000 kg, dit a
grenswaardestof rekening m
op basis vahet ADR.
met een brabij het bepalen3 brandbare v
onen waarvanarindeling hebals opgenome
rschriften
van spuitbu
ssen of gaspatbronnen moet w
ogen niet wordaan verlichtin
ur van deze ka
ening spuitbuse verwarming v
ellen waarvan dmet de opslag
g niet hoger wo
NA 73 VAN 125
ften is in arkomen dat san hier gemoti
stuk 3 zijn evenn en gaspatron.24.
vaststellen
oepassing vogen voor spal dan niet in
en waarbovemoet worden an de indeling
andbare inhoun van de grenvloeistoffen me
n de inhoud bben, geldt
en in tabel 4.2
Wabo, AI
ssen of gas
tronen boven dworden uitgesl
den opgeslageng) en niet binnachels, verwar
ssen of gaspatrvan de opslagvde verbrandinggvoorziening. Dorden dan 200
alle situaties spuitbussen oveerd worden
neens van toepnen, met uitzon
n bescher
or het vaststeuitbussen en
n combinatie m
en voor het gehouden (pag van de inh
ud (al dan nswaarden in pet een vlampu
niet is ingedede grenswaavan paragraaf
spatronen t
de 50 °C door (oten.
en boven kachnen een afstanrmingselemen
ronen met een voorziening uit
gsruimte niet inDe oppervlaktet°C.
uitgegaan of gaspatronen afgeweken.
passing op ndering van de
rmingsniv
ellen van het n gaspatronemet andere g
vaststellen aragraaf 4.5, houd conform
niet in combiparagraaf 4.5unt van 60 °C
eeld als branarde behorenf 4.5.
tijdens ops
(directe) zonne
hels of nd van 1 m da
nten of verlicht
brandbare inhtsluitend gescn open verbind
etemperatuur v
van een en worden
e
veau
gewenste n in een gevaarlijke
van het tabel 4.2), de CLP-
natie met tabel 4.2, of minder
ndbaar en nd bij de
slag
estraling
aarvan, ting nooit
houd hieden
ding staat an een
7.3
OPSLA
PGS 1
Ops3.2
vs 7.3
vs 7.3
ToeliDe afplafoconsde nozonnbehode opoplev
vs 7.3
ToeliIn deopslahoogvoors
Indieafstadit heontwebrandVoor of mivan 1overe
N.B. nauwgemaDe dleverde we
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
slagvoorzie
Opslagvoo3.3brandcom
Voor de op3.4ruimte tusm moet be
ichting: fstand geldt vand of de ondetructieonderdeoodzakelijke luestraling. Indi
oren conform ppslag te zijn uiveringsinspect
Voor de op3.53,60 m, indopslagvoobepaald inopleveringparagraaf
ichting: e praktijk is de agvoorzieningegte van de opsschrift 7.3.4) m
n door het trnd kan wordeet geval is kaerp, aanleg, dbeveiligingsineen snelle innder dan 10 015 - 20 palleteenkomt met 1
De vullingsgwkeurige bereaakt van de ddichtheid is vrancier en proerkstof exclus
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ning, gebru
orzieningen vompartiment zijn
pslag van spuissen de opgesledragen.
anaf de buitenerzijde van hetelen niet mee.uchtcirculatie ien een opslag
paragraaf 4.8.2itgewerkt in detie en periodie
pslag van spuidien er geen georzieningen totn de uitgangspgsinspectie en 7.5).
stapelhoogte en zonder ste
slagvoorzieninmoet daarbij in
reffen van maen aangehoudan bijv. wordeonderhoud, b
nstallatie. nschatting van000 kg) kan gts met spuitbu10 000 kg.
graad en de kening van dichtheid van d
vermeld in heducent. De ne
sief blik-spuitko
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
uik, stapelin
oor de opslag vuitgevoerd.
itbussen en galagen goederen
nverpakking vat dak. Hierbij t. Deze ruimte in de opslagvogvoorziening m2 de maatregee uitgangspuneke inspectie v
itbussen en gaebruik wordt gt 10 000 kg; in unten voor ontperiodieke ins
op een palletellingen twee png dit toelaat. Dn acht worden
aatregelen deden, kan van en meegenombeheer, oplev
n de hoeveelhebruik wordenussen / gaspa
netto-inhoud de opgeslagende inhoud als et veiligheidsinetto-inhoud isop-beschermk
NA 74 VAN 125
ng
van spuitbusse
aspatronen in on en de onderz
an de spuitbutellen de dakspbehoort te wooorziening en met een brandelen voor het bnten voor ontwvan de brandb
aspatronen gelgemaakt van stegrotere opslagtwerp, aanleg,
spectie van de
t circa 1,80 m.pallets hoog kaDe afstand tusgenomen.
brandveilighedit voorschriftmen bij de beveringsinspect
heid spuitbussn gemaakt vanatronen en ee
is voor spuitn nettohoevee
alleen het nenformatieblad alles wat wokap.
en en gaspatro
opslagvoorzienzijde van de da
ssen of gaspapanten of vergorden aangehoopwarming va
dbeveiligingsinborgen van de
werp, aanleg, obeveiligingsins
dt een maximaellingen. Dit ge
gvoorzieningenonderhoud, bebrandbeveiligi
Dit betekent dan worden gesssen de verpa
eid is gewaargemotiveerd
epaling van dtie en period
en/gaspatronen een vuistregen hoogte van
tbussen erg velheid gewichtettovolume wo
of kan wordrdt verspoten
onen moeten al
ningen geldt daakplaten ten mi
atronen tot aangelijkbare ouden in verbaan het dak donstallatie is uite brandveilighonderhoud, bestallatie.
ale stapelhoogteldt voor n wordt de stapeheer, ingsinstallatie
dat in stapeld, indien
akking en het d
rborgd en eeworden afgew
de uitgangspudieke inspecti
en in een opsgel dat een hon ca. 1,80 m
verschillend, t moet gebru
ordt vermeld oden opgevraa, dus alleen h
ls
at de inste 0,5
n het
and met or
tgevoerd, heid van eheer,
te van
pelhoogte
(zie ook
n de dak (zie
n kleinere weken. Of
unten voor e van de
slag (meer oeveelheid
ongeveer
Voor een ik worden
op de bus. agd bij de het gas en
7
7
OPSLA
PGS 1
7.4 Hetgasgev
vs 7.4
vs 7.4
7.5 Hetgas(ge
vs 7.5
vs 7.5
ToeliIn paoppeopslaspuitbdat gvan dnagedie e
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
t opslaaspatronenvaarlijke s
De opslag4.1vloeroppeandere ge
Wanneer d4.2 • spuitbu opgesla voldoen (bijv. ha brandc• spuitbu 100 m2. een sep
t opslaaspatronenvaarlijke)
De totale v5.1Ten hoogsgaspatron
Er moet ee5.2van beschaan de vooproductop
ichting: aragraaf 7.5 is ervlakte van 2 agvoorzieningebussen mag w
geval nog spradeze norm is oegaan wat de tffecten te niet
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
n van n, met of zstoffen Wab
van spuitbussrvlakte 100 m2
vaarlijke stoffe
de vloeropperv
ussen of gaspaagen. Gescheidnde sterkte besarmonicagaas ompartiment.ussen of gaspa. Indien de gesparaat brandco
n van mn, met of z stoffen W
vloeroppervlakste 1 900 m2 manen.
en geschikte bhermingsniveauorschriften van
pvang en de be
conform de in500 m2. Hierben, die multifuworden bezet ake kan zijn vaontworpen. In te gebruiken ot doen en over
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
maximaazonder debo, AI
sen of gaspatro2 is of minder, hen.
vlakte van de o
atronen gescheden opslag mostaande uit stavan ten minste
atronen opgesscheiden opslaompartiment is
meer dazonder de
Wabo, AI
kte van de opslag in gebruik z
brandbeveiliginu 1 (zie hoofdsn de paragrafeeoordeling- en
n PGS 15 gehbij is ook rekenunctioneel woris ontleend aa
an het doelmageval van kle
oppervlakte is rige stoffen die
NA 75 VAN 125
al 10 00e gezame
onen in een ophoeft niet te wo
opslagvoorzien
eiden van andeoet plaatsvindeaaldraad met eee 2,9 mm dikte
lagen worden og van spuitbus
s een maximale
an 10 0e gezame
lagvoorzieningzijn voor de op
ngsinstallatie astuk 4 en bijlagn 4.6, 4.7 en 4.goedkeuring v
hanteerde systning gehoudenrden toegepasan de NFPA 3tig functionereinere opslagv- rekening hoe worden opg
00 kg senlijke ops
pslagvoorzieninorden gescheid
ning groter is d
ere gevaarlijke en door een afsen vrije openin) dan wel door
op een oppervssen of gaspate oppervlakte t
00 kg senlijke ops
g mag maximaaslag van spuit
anwezig zijn dge F). Hierbij m8 (bluswaterop
van de brandbe
tematiek gekon met bestaanst. De beperkte0B. NFPA 30B
en van het bluoorzieningen mudende met veslagen.
spuitbussslag met a
ng waarvan deden van de ops
dan 100 m2 moe
e stoffen wordescheiding van ng van maximar opslag in een
vlakte van ten htronen plaatsvitot 300 m2 toeg
spuitbussslag met a
al 2 500 m2 bedtbussen of
ie voldoet aan oet worden vo
pvangvoorzieneveiligingsinst
ozen voor een nde te oppervlakte B geeft aan da
ussysteem dat moet per geva
vuurlast, voorz
sen of andere
e slag van
eten:
en gaas van
aal 5 cm n separaat
hoogste indt in
gelaten.
sen of andere
dragen.
de eisen oldaan ningen, allatie.
maximale
die door at er in t op basis al worden zieningen
8
OPSLA
PGS 1
8 Opkla
8.1 Inle
De geigenin hozoals
In tab
Tabe
Klass
4.1
4.2
4.3
Same
vs 8.1
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
pslag asse 4
eiding
gevaarlijke stonschappen enoofdstuk 3 en s vastgelegd in
bel 8.1 zijn en
el 8.1 — Overz
se Verp
I
II
III
I
II
III
I
II
III
enhang met h
De voorsc1.1voor klassklasse 4.1
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
verpa4.1, 4
offen behorenn gevaarsaspede systematien hoofdstuk 4,
kele voorbeeld
icht klasse 4 m
pakkingsgroep
oofdstuk 3
chriften uit hoosen 4.1, 4.2 en 4, 4.2 of 4.3 in e
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
akte g4.2 en
de tot ADR-kecten waardooek voor het be, niet toereiken
dstoffen uit kla
met enkele vo
Voor
UN 1UN 1UN1UN 3
UN 1UN 1UN 2
UN 1
UN 1UN 2
UN 1UN 1
UN 1UN 3
UN 1UN 1UN 2
UN 2
UN 1UN 1
ofdstuk 3 zijn e4.3. Hoofdstuk
een brandveilig
NA 76 VAN 125
gevaa4.3
klasse 4.1, 4.2or het basisvoepalen van hend zijn.
asse 4 weerge
oorbeeldstoffe
rbeeld
1310 Ammonium1320 Dinitrofeno356 Trinitrotolu
3317 2-Amino- 4
1309 Aluminium1333 Cerium 2989 Loodfosfie
1350 Zwavel
1381 Fosfor wit/2005 Difenylma
1362 (actieve) k1385 Natriumsu
1363 Copra 3174 Titaandisu
1295 Trichloorsi1360 Calciumfo2257 Kalium
2624 Magnesium
1408 Ferrosiliciu1403 Calciumcy
veneens van tok 8 is niet van tgheidsopslagka
arlijke
2 of 4.3 hebboorzieningennet noodzakelijk
egeven.
en
mpikraat bevochol >15 % water een >30 % wate4,6-dinitrofenol
m poeder (gecoa
et (indien losges
/geel gnesium
kool (een beperklfide
ulfide
ilaan sfide
msilicide
um yaanamide
oepassing op ooepassing op ast.
stoffe
ben specifiekeniveau zoals vke beschermi
htigd er >20 % water
at)
stort dan VG III)
kt aantal soorte
opslagvoorzieopslag van sto
en
e fysische vastgelegd ngsniveau
n)
ningen offen van
8
8.2
8
8.3
OPSLA
PGS 1
8.2 Bra
Inde2.1
ADR
a) vb) zc) vd) s
De st
8.3 Voo
Inde3.1
Klass
a) Pvz
b) Viv(
De st
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
andgevaa
eling
klasse 4.1 om
vaste stoffen ezelfontledendevaste ontplofbstoffen, verwa
toffen en voor
F: brandbare
F1: organisch
F2: organisch
F3: anorgani
FO: brandba
FT: brandbar
FT1: organis
FT2: anorgan
FC: brandba
FC1: organis
FC2: anorga
D: ontplofbar
DT: ontplofba
SR: zelfontle
SR1: waarvo
SR2: waarvo
or zelfontb
eling
se 4.2 omvat:
Pyrofore stoffevast), die in cozijn de stoffenVoor zelfverhitnbegrip van mvoor zelfverhit(verscheidene
toffen en voor
S: voor zelfo
S1: organisc
S2: organisc
S3: anorgani
S4: anorgani
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
rlijke vast
mvat:
en voorwerpene vaste stoffen
bare stoffen in ant met zelfont
rwerpen van k
e vaste stoffen
h;
h, gesmolten;
sch;
re vaste stoffe
re vaste stoffe
ch, giftig;
nisch, giftig;
re vaste stoffe
sch, bijtend;
nisch, bijtend;
re stoffen in ni
are stoffen in n
dende stoffen
oor temperatuu
oor temperatuu
branding
en; dit zijn stofontact met luc van klasse 4.tting vatbare s
mengsels en otting vatbaar ze kilogrammen
rwerpen van k
ntbranding va
he stoffen, vlo
he stoffen, vas
sche stoffen,
sche stoffen,
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
te stoffen
n die gemakken of vloeistoffeniet explosiev
tledende stoffe
klasse 4.1 zijn
n, zonder bijko
en, oxiderend;
en, giftig;
en, bijtend;
;
iet-explosieve
niet-explosiev
n;
urbeheersing
urbeheersing
vatbare s
ffen, met inbecht, zelfs in kle.2 die het sterstoffen en voooplossingen, dzijn. Deze stoffn) en na lange
klasse 4.2 zijn
atbare stoffen,
oeibaar;
st;
vloeibaar;
vast;
NA 77 VAN 125
(klasse 4
elijk brandbaaen; ve toestand; en.
als volgt onde
omend gevaar
;
toestand zon
ve toestand, gi
niet is vereist;
is vereist.
stoffen (kl
grip van mengeine hoeveelherkst voor zelfonorwerpen; dit zie in contact mfen kunnen sle tijdsduur (ure
als volgt onde
zonder bijkom
4.1)
ar zijn;
erverdeeld:
;
der bijkomend
ftig;
asse 4.2)
gsels en oploseden binnen 5ntbranding vat
zijn stoffen en met lucht zondechts in grote
en of dagen) o
erverdeeld:
mend gevaar;
d gevaar;
)
ssingen (vloeib5 min ontbrandtbaar zijn. voorwerpen m
der toevoer vahoeveelhede
ontbranden.
baar of den. Dit
met an energie n
8
8.4
8
8.5
OPSLA
PGS 1
8.4 Stocon
Inde4.1
Klassontwstoffeonde
8.5 Vooklas
Alge5.1
Gevageva
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
SW: voor zelontwikkelen;
SO: voor zelf
ST: voor zelf
ST1: organis
ST2: organis
ST3: anorgan
ST4: anorgan
SC: voor zelf
SC1: organis
SC2: organis
SC3: anorga
SC4: anorga
offen met ntact met
eling
se 4.3 omvaikkelen die men van deze erverdeeld:
W: stoffen diegevaar, en vo
W1: vloeistof
W2: vaste sto
W3 voorwerp
WF1: stoffenbrandbaar;
WF2: stoffen
WS: stoffen dvatbaar, vast
WO: stoffen d
WT: stoffen d
WT1: vloeisto
WT2: vaste s
WC: stoffen d
WC1: vloeist
WC2: vaste s
WFC: stoffen
orschriftensse 4.1, 4
emeen
aarlijke stoffenarseigenscha
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
fontbranding v
fontbranding v
fontbranding v
che stoffen, g
che stoffen, g
nische stoffen
nische stoffen
fontbranding v
sche stoffen, b
sche stoffen, b
nische stoffen
nische stoffen
gevaar vwater (kla
t stoffen die met lucht ontp
klasse bevat
e in contact moorwerpen die
ffen;
offen;
pen;
die in contact
die in contact
die in contact t;
die in contact
die in contact
offen;
stoffen;
die in contact
offen;
stoffen;
n die in contac
n voor de4.2 en 4.3
n van klasseppen. Het is d
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
vatbare stoffe
vatbare stoffen
vatbare stoffen
giftig, vloeibaa
giftig, vast;
n, giftig, vloeiba
n, giftig, vast;
vatbare stoffen
bijtend, vloeiba
bijtend, vast;
n, bijtend, vloe
n, bijtend, vast
van ontwiasse 4.3)
als gevolg plofbare mentten. De stoff
met water brane dergelijke sto
t met water br
t met water br
met water bra
met water bra
met water bra
met water bra
ct met water b
e opslag 3 Wabo, AI
n 4.1, 4.2 endaarom meest
NA 78 VAN 125
n die in conta
n, oxiderend;
n, giftig;
r;
aar;
n, bijtend;
aar;
eibaar;
t.
kkeling v
van een reagsels kunnen
fen en voorw
dbare gassenoffen bevatten
randbare gass
randbare gass
andbare gasse
andbare gasse
andbare gasse
andbare gasse
randbare gass
van verp
n 4.3 kennental nodig om g
ct met water b
van brand
actie met wan vormen, alserpen van kla
n ontwikkelen, n;
sen ontwikkele
sen ontwikkele
en ontwikkelen
en ontwikkelen
en ontwikkelen
en ontwikkelen
sen ontwikkele
pakte gev
n een grote vgemotiveerd af
brandbare gas
dbare gas
ater brandbarsmede voorwasse 4.3 zijn
zonder bijkom
en, vloeibaar,
en, vast, brand
n, voor zelfver
n, oxiderend,
n, giftig;
n, bijtend;
en, brandbaar
vaarlijke
variëteit aan af te wijken van
ssen
ssen in
re gassen werpen die n als volgt
mend
dbaar;
rhitting
vast;
r, bijtend.
stoffen
specifieke n de eisen
OPSLA
PGS 1
in degeva
Bij he
a) Hb) H
Met bvoork
Met aanvhiervrisicoopgebrand
vs 8.5
ToeliDe br
Tabe
Kg
< 2 50
2 50010 00
> 10 0
(1) vomet n
(2) Inhet oandegeenaantodat vluiken
(3) Inautommogetoege
(x) In
(xx) word
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
eze PGS waarseigenscha
et opstellen va
Het vereiste vHet (al dan nie
betrekking tot komende situa
betrekking toullende voorsan kan bij ve
overhogend is eslagen stoffendbevorderend
Opslag va5.1plaatsvind
ichting: randweer kan
el 8.2 — Besch
ADR 4.13
VG I
00 Maatwerk
0 - 00
Maatwerk
000 Maatwerk
oor de betekename de voors
plaats van beom stoffen gaaere brandbare grote hoevee
oonbaar bescverpakkingen n/constructies
ndien beschermatisch blusselijk is en er uepast.
n deze opslagv
in deze opslen opgeslage
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
arbij rekeningppen en de (s
an voorschrifte
oorzieningennet) kunnen toe
het eerste aspaties. In vergu
t het tweedeschriften opgeergunningvoor
en dit de bran niet de inze zijn.
n verpakte gevden. Na instem
worden geraa
hermingsnivea
VG II VG
3 3
3+ 3
1 3+
enis van de bschriften in pa
eschermingsnat met de gevmaterialen s
elheden, het mhermd is tegedirect op de
s in het dak aa
rmingsniveau systeem bestauitsluitend dro
voorziening m
agvoorzieningen, tenzij is aa
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
g moet wordsoms lastige) b
en moet onder
niveau. elaten van de
pect zijn in tabunningvoorsch
e aspect zijn enomen m.b.trschrift worde
andbestrijding et vereisen va
vaarlijke stoffeming van het b
adpleegd voor
aus voor opsl
ADR 4
G III VG I
3 (xx)
3+ (xx)
+ 1 (xx)
beschermingsnaragraaf 4.6, 4
iveau 1 kan wvaarsaspecten
staan (een enmoet te blusseen het indringe
vloer staan (anwezig zijn.
1 is voorgesaat (bijv. indoge blusmidde
mogen geen ge
g mogen geeangetoond dat
NA 79 VAN 125
en gehoudenbrandbestrijdin
rscheid gemaa
opslag van an
bel 8.2 algemeriften kan hier
in de paragrt. niet-verenign afgeweken niet belemme
an verschillend
en van klasse 4bevoegd gezag
r advies.
ag van stoffen
.23
VG II V
3 (x)
) 3+ (x)
1 (x)
niveau-indelin4.7 en 4.8.
worden gekozen W2, W3, W
nkele pallet ofen zijn met eenen van vocht. (optrekkend v
schreven en edien blussen elen zijn toeg
evaarlijke stoff
en andere gede risico’s nie
n met de desngsmogelijkhe
akt worden tus
ndere stoffen i
ene eisen opgrvan worden a
afen 8.5.2 t.mgbare combin
indien de geert, met name de blussystem
4.1, 4.2 of 4.3 mg kan hiervan w
n van klasse 4
ADR
VG III VG I
3 (x) 3 (xx
3 (x) 3+ (x
3+ (x) 1 (xx
g wordt verw
en voor beschWT2 of WC2 e
f kartonen don draagbaar bHierbij moet ocht) en er m
er voor de opmet water, sestaan) dan m
fen van klasse
evaarlijke stofet significant v
sbetreffende eden.
ssen twee asp
in de opslagru
genomen voorafgeweken.
m. 8.5.4 (nietaties van sto
ezamenlijke oindien de ver
men en/of niet
moet conform taworden afgewe
4.1, 4.2 en 4.31
R 4.33
VGII
x) 3 (xx)
xx) 3 (xx)
x) 1 (xx)2
wezen naar ho
hermingsniveaen er in de ruoos is toegelablustoestel) en
ook worden umogen geen t
pgeslagen stoschuim en/of moet maatwe
e 3 worden op
ffen en/of CMverhoogd word
specifieke
pecten:
uimten.
r de meest
t-limitatief) offen. Ook opslag niet rschillende t onderling
abel 8.2 eken.
1
VG III
3 (x)
3 (x)
3+ (x)
oofdstuk 4
au 3 indien imte geen
aten, maar de ruimte
uitgesloten te openen
offen geen CO2 niet
rk worden
geslagen.
MR-stoffen den. Denk
8.5
8.5
8.5
OPSLA
PGS 1
hierbcombstoffebrandgehoDaargoedword
(+) bverpasignauitvoesnellehet in
Aan5.2II en
vs 8.5
Aan5.3III
vs 8.5
Aan5.4
vs 8.5
vs 8.5
vs 8.5
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
bij aan de binaties. Dit been, met eendbeveiligingsin
ouden wordenrnaast moet w bereikbaar zen gehouden
eschermingsnakkingsgroepealering en eveering opslagve signalering ncident te bep
nvullende von III
Voor de st5.2geldt dat dworden opandere sto
nvullende vo
In een ops5.34.2 in verpworden opklasse 4.2 aparte vakten minste
nvullende vo
Een hoeve5.4III, uitgezoworden opbescherm
In afwijkin5.5gevaarsasde opslagvde opslagv
In afwijkin5.6van klasseof WC1 wobescherm
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
bereikbaarheetekent in iedenzelfde type nstallatie dat met eventueorden voldaanijn en er moemet eventuele
niveau aangeven geldt, dat hentuele doormvoorziening) bvan een mogeerken) worden
oorschriften
toffen van klasdeze wel met epgeslagen. Stooffen of goeder
oorschriften
slagvoorzieningpakkingsgroep pgeslagen indi
in verpakkingkken van maxime 30 min brand
oorschriften
eelheid van meonderd de stoffpgeslagen in eeingsniveau 3, a
ng van voorschspecten W2, W3voorziening. Dvoorziening ka
ng van voorsche 4.3 in verpakkorden opgeslagingsniveau 1.
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
eid, bestrijdber geval dat e
blusmiddel type blusmidd
ele reacties van aan scheidin
et bij de inschae extra hande
vuld met geschet toepassen
melding) op babeoordeeld moelijk incident en gewaarborg
n voor stof
sse 4.1 verpakklkaar maar nie
offen met het gren worden op
n voor stof
g met meer da III mogen geven deze is uitgsgroep III moemaal 300 m² di
dwerend is uitg
n voor stoff
eer dan 10 000 fen met gevaaren opslagvooraangevuld met
hrift 8.5.4 mag b3, WT2 of WC2
De ventilatie moan geraken.
hrift 8.5.4 moet kingsgroep III gen in een ops
NA 80 VAN 125
aarheid, typeen incident in
bestreden mdel ook gebruan opgeslageng van onvereatting van de
elingen door de
chikte detectievan de aanvu
asis van maatwoet worden. Den de wijze vad.
ffen van kla
kingsgroep II et gelijktijdig mevaarsaspect S
pgeslagen.
ffen van kla
n 10 000 kg veaarlijke stoffen
gevoerd met beeten in een derge aan drie zijde
gevoerd.
fen van kla
kg stoffen vanrsaspecten W1rziening die tent een brand- of
bij opslag van 2 worden volstaoet zodanig zijn
een hoeveelhemet de gevaar
slagvoorziening
e handelingen de opslag, inmoet kunnen uikt wordt (hien stoffen, me
enigbare combverandering v
e opslag van m
e en signalerinullende voorziewerk (o.a. sooDaarbij moet an snel ingrijp
asse 4.1 in
n III met de gevet andere stoffSR2 mogen nie
asse 4.2 in
rpakte gevaarln van klasse 3 veschermingsnivgelijke situatie en zijn omgeve
sse 4.3
n klasse 4.3 in v, WF1, WF2, W
n minste is uitgf gasdetectiesy
uitsluitend stoaan met een don uitgevoerd d
eid van meer dsaspecten W1,g die is uitgevo
en en onvenclusief alle op worden en
erbij moet ooket name bij klbinaties, moet van de risico’smeerdere type
ng; voor alle keningen (deteort stof, hoevehet beoogde pen om de om
verpakking
vaarsaspectenfen of goedereet gelijktijdig m
verpakking
lijke stoffen vaverpakkingsgrveau 1. De sto
e worden opgesen door een mu
verpakkingsgrWS, WT1 of WCgevoerd met ysteem en doo
offen met de oelmatige vent
dat geen hemel
dan 10 000 kg s, WF1, WF2, Woerd met
erenigbare pgeslagen
n bij een k rekening asse 4.3). de opslag
s rekening en stoffen.
klassen en ectie, soort eelheid en doel (een
mvang van
gsgroep
n D of DT n mogen
met
gsgroep
an klasse roep III ffen van slagen in uur die
oep II of 1, moet
rmelding.
tilatie van water in
stoffen WS, WT1
OPSLA
PGS 1
vs 8.5
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
In afwijkin5.7verpakte gklasse 3 vbeschermdergelijke zijden zijn
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ng van voorschgevaarlijke stoferpakkingsgroingsniveau 1. Dsituatie worde omgeven doo
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
hrift 8.5.6 mogeffen van klasse
oep III worden oDe stoffen vanen opgeslagen or een muur die
NA 81 VAN 125
en in een opslae 4.3 in verpakopgeslagen ind klasse 4.3 in vin aparte vakk
e ten minste 30
agvoorziening mkingsgroep III, dien deze is uitverpakkingsgroken van maxim0 min brandwer
met meer dan gevaarlijke stotgevoerd met oep III moeten
maal 300 m² die rend is uitgevo
10 000 kg offen van
in een aan drie
oerd.
9
OPSLA
PGS 1
9 Opho
9.1 Inle
Orgade prook randv
vs 9.1
ToeliGenovrijgeADR)
Orgazij vobasisvallenG woDe vo
N.B.
Hierotoelamet halgem
a) ob) oc) hd) m
Het bDeze
a) ao
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
pslag oevee
eiding
anische peroxiraktijk komt heorganische
voorwaarden w
Een maxim1.1opslagvoo Deze uitzomet UN-nuvoor de gevan het AD
ichting: oemde organiesteld van de ).
anische peroxioor het ADR vs van hun gevn zij conform orden beschouoorschriften va
Wanneer men
onder wordt gten van organhardener of twmeen kunnen
ontledingsreacontledingsreachoge brandsnmoeilijk te onts
beperkt toelate reductie van
alleen thermisopslagvoorzie
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
van eelheid
iden (klasse 5et regelmatig vperoxiden wwaaronder ee
male opslaghoeorziening, onde
ondering is bepummer 3110 (tyenoemde organDR).
ische peroxideisen die vo
den van type rijgesteld van aarseigenschhet ADR niet ouwd als aanvean paragraaf 9
n meer dan 1
gemotiveerd anische peroxidwee-componede gevaren va
ctie bij temperctie kan door celheid; steken (eerst
ten kan wordde gevaren w
sch stabiele peningen toe te
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
een borgan
5.2) moeten wvoor dat naast
worden opgesen dergelijke g
eveelheid van er PGS15-cond
perkt tot de orgype C t.m. F zonische peroxid
den in LQ zijoor transport v
G kunnen woklasse 5.2 (2appen niet in onder de noeerwante stoffe9.1 en 9.2 zijn
000 kg in één
aangegeven wden is bedoel
enten lijm). Oman organische
ratuurverhogincontaminatie (
moet een ontl
den gemotiveewordt bereikt d
eroxiden (geenstaan;
NA 82 VAN 125
eperknische
worden opgest de reguliere slagen. In decombineerde
1 000 kg organdities, is toegel
ganische peroxonder temperatden verpakt als
ijn voor het Avan klasse 5.2
rden vrijgeste.2.5 en 2.1.6 veen ander klamer gevaarlijken is opslag inn voor peroxide
opslagvoorzi
waarom afgewd voor opslag
m deze reden e peroxiden als
ng; (verontreinigin
ledingsreactie
erd door bovedoor:
n Tc) en opsla
kte e pero
lagen conformgevaarlijke sto
dit hoofdstuk e opslag moge
nische peroxidaten.
xiden met UN-nuurbeheersing
s ‘limited quant
ADR vanweg2 van toepass
ld van de richvan het ADR)asse van het Ake stoffen. Omn een opslagven van type G
ening wil opsla
weken kan wog van kleinver
worden voorws volgt worden
ng) worden ve
e in gang word
engenoemde
ag in aparte va
oxiden
m de richtlijn offen en/of CM
is ingegaaelijk is.
den per
nummer 3103 tg) en geldt uitstities’ (LQ) (3.2
ge hun geringsing zijn (3.4.
htlijn PGS 8. T. Indien deze ADR worden i
mdat peroxidenvoorziening to
G niet van toep
aan, dan geld
orden van PGrpakkingen (zowaarden gestn omschreven
eroorzaakt;
den gezet).
gevaren te r
akken of apart
n
PGS 8. In MR-stoffen n op de
tot en sluitend 2.1 en 3.4
ge gevaar .5 van het
Tevens zijn stoffen op ingedeeld, n van type
oegestaan. passing.
dt PGS 8.
GS 8. Het oals tubes eld. In het
n:
reduceren.
te
9
OPSLA
PGS 1
b) re
GenovrijgeADR
Orgazij vobasisvallenG woDe vo
Same
vs 9.1
9.2 Voo
vs 9.2
vs 9.2
ToeliDe recomptotaa
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
reductie van deffecten:
De brandverpakkitoegestais 500 g nummer
De ontleof slecht
oemde organesteld van de ).
anische peroxioor het ADR vs van hun gevn zij conform orden beschouoorschriften va
enhang met h
De voorsc1.2beperkte h
orschriften
In een ops2.1gevaarlijke • opslag andere geslote 0.25 m²• de ops• bij het a
Voor een o2.2geldt dat: • deze ui• deze vo andere • de max gelimite• bij de p• om dru dat dit o
ichting: eden voor het patibiliteitsprobal, is het effect
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
de verpakkings
dsnelheid is afng. De in de P
ane verpakkingvoor vaste sto).
dingssnelheids een langzam
ische peroxideisen die vo
den van type rijgesteld van aarseigenschhet ADR niet ouwd als aanvean paragraaf 9
oofdstuk 3
chriften uit hoohoeveelheid or
n Wabo, AI
slagvoorzieninge stoffen en/of
van organischgevaarlijke sto
en, brandveiligh²; lagvoorzieningaparte vak of o
opslagvoorzien
itpandig moet zoorzien moet zproducten;
ximale toegestaeerd moet zijn peroxide-opslaukopbouw bij oovereenkomt m
aanbrengen vblemen. Vanwvan een pero
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
sgrootte. Redu
fhankelijk vanPGS 8 gehantgsgrootte, vaaoffen en 125 m
d zal worden gme drukopbou
den in LQ zijor transport v
G kunnen woklasse 5.2 (2appen niet in onder de noeerwante stoffe9.1 en 9.2 zijn
ofdstuk 3 zijn erganische pero
g die is uitgevof CMR-stoffen o
he peroxiden poffen en/of CMheidsopslagka
g uitgevoerd zijop de kast het
ning die is uitg
zijn; zijn van een fys
ane hoeveelhetot 10 % van d
ag moet het perontleding te voomet een noodd
van een fysiekwege de geringoxidenontledin
NA 83 VAN 125
uctie van de v
n het type peroteerde brandsnak 50 kg. De mml voor vloeist
geremd. Een lauw veroorzake
jn voor het Avan klasse 5.2
rden vrijgeste.2.5 en 2.1.6 veen ander klamer gevaarlijken is opslag inn voor peroxide
veneens van tooxiden in een o
oerd voor opslovereenkomsti
plaatsvinden inR-stoffen of in
ast die is voorz
jn conform besperoxide-etike
gevoerd voor d
sieke scheiding
id organische de totale opslagroxide-etiket (vorkomen, moe
drukontlasting
ke scheiding isge hoeveelhei
ng of -brand ge
verpakkingsgro
oxide en afhannelheid is die
maximale verpoffen (afhanke
angzame ontleen.
ADR vanweg2 van toepass
ld van de richvan het ADR)asse van het Ake stoffen. Omn een opslagven van type G
oepassing op dpslagvoorzien
lag van meer dg hoofdstuk 4
een apart vak een uitsluiten
zien van een no
schermingsnivt (voor transpo
e opslag van m
g tussen organ
peroxiden in dg in de opslagvvoor transport)t de opslag zodvan 0,25 m².
s het voorkomid peroxiden, mering. De fysie
ootte heeft twe
nkelijk van de voor de maxim
pakkingsgroottelijk van het U
edingsreactie
ge hun geringsing zijn (3.4.
htlijn PGS 8. T. Indien deze ADR worden i
mdat peroxidenvoorziening to
G niet van toep
de opslag van ning.
dan 10 000 kg vmoet:
gescheiden vand daarvoor beooddrukontlas
veau 1; ort) zijn aangeb
minder dan 10
nische peroxid
de opslagvoorzvoorziening; ) zijn aangebradanig geventil
men van eventumaximaal 10 %
eke scheiding
ee
gebruikte male te voor LQ
UN-
zal geen
ge gevaar .5 van het
Tevens zijn stoffen op ingedeeld, n van type
oegestaan. passing.
een
verpakte
an stemde, ting van
bracht.
000 kg
en en
ziening
acht; eerd zijn
uele % van het is
OPSLA
PGS 1
bedovoorkvoork
vs 9.2
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
oeld om de kankomen. Met ankomt is voldoe
Als verwa2.3moet deze
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
ns op een incindere woordeende.
rming in een oe voldoen aan p
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ident als gevoen elke fysieke
opslag noodzakparagraaf 4.1.2
NA 84 VAN 125
lg van contacte scheiding, bij
kelijk is, bijv. te2 van PGS 8.
t van peroxidejv. een aparte
en behoeve van
e met andere se lekbak, die d
n vorstvrije op
stoffen te dit contact
pslag, dan
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 85 VAN 125
10 Voorzieningen voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen
10.1 Inleiding
Dit hoofdstuk is bedoeld voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen die, voorafgaand aan of aansluitend op transport, buiten een reguliere opslagvoorziening conform hoofdstuk 3 t.m. 9 verblijven. In de branche wordt dit ook wel aangeduid als “overslag” of “crossdocking” en heeft doorgaans tot doel om ladingen te hergroeperen voor verder vervolg in de logistieke keten (aansluitend transport, al dan niet onderbroken door reguliere opslag). Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de ontvangst van gevaarlijke stoffen en/of CMR stoffen voor gebruik binnen de eigen inrichting. Hiervoor geldt dat deze stoffen direct kunnen en moeten worden overgebracht naar een geschikte opslagvoorziening conform de overige hoofdstukken van PGS 15. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de (tijdelijke) opslag van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen in (tank)containers. Voorschriften voor de opslag van (tank)containers geladen met gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen zijn opgenomen in hoofdstuk 5.
Een voorziening voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen is een laad-of losgedeelte, vak, `paardenbox’ of ruimte welke conform hoofdstuk 10 van de PGS 15 is uitgevoerd en wordt gebruikt.
10.2 Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen in hoeveelheden van ten hoogste 30 000 kg. Een afzender of tussenschakel in de transportketen kan van deze opslagvorm gebruik maken. Voor bedrijven die meer dan 30 000 kg per brandcompartiment tijdelijk willen opslaan en/of permanent van de voorziening voor de tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen gebruik willen maken in hoeveelheden van meer dan 10 000 kg, moet maatwerk worden toegepast met als basis de uitgangspunten en voorschriften van hoofdstuk 4 van deze PGS. Maatwerk moet ook worden toegepast voor tijdelijke opslag in de buitenlucht.
De tijdelijkheid van de opslag is in 10.5 beperkt door adressering aan derden. In het geval er sprake is van opslag van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen voor de inrichting zelf of een klant, dient de opslag plaats te vinden overeenkomstig de hoofdstukken 3 t.m. 9 van deze PGS.
In 10.6 en 10.7 is de tijdelijkheid geregeld door een link te leggen met de (fysieke) aanwezigheid van deskundig personeel; na het einde van de werkdag of tijdens de sluiting van een bedrijf in het weekeinde of feestdagen kan er geen gebruik worden gemaakt van deze faciliteit en moet alles ‘regulier’ worden opgeslagen overeenkomstig de andere hoofdstukken van deze PGS.
10
10
OPSLA
PGS 1
vs 10
Dit heen gCMRopsla
0.3 Sys
In dbehageva10 0brandbouwin ovvan a
Voor brandbuitewerktwerktwerktzoalsstoffestoffe
In paverpa
0.4 Alggev
vs 10
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Dit hoofds.2.1stoffen me • ADR, v• ADR, k• ADR kl• ADR kl• gasfles Indien er ebevoegd gmoeten woen moetenVoorwaardgevaarlijke
oofdstuk is oogeparkeerd tr
R-stoffen in eagvoorziening
stematiek
it hoofdstuk andeld. Er woarlijke stoffen000 kg en dcompartimen
wbesluit bedoevereenstemminafstand.
de situaties dcompartimenn werktijd detijd gevaarlijketijden kunnentijd verstaan:
s in 10.7 is omen en/of CMRen en/of CMR-
aragraaf 10.4 iakte gevaarlijk
emene vvaarlijke s
De locatie .4.1hulpdiens
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
stuk is in lijn met de volgende
erpakkingsgrolassen 1, 2.3 easse 5.2 (m.u.vasse 6.2, (m.u.
ssen (tenzij de
een behoefte bgezag aan de horden bekekenn deze duidelijkde is steeds dae stoffen en/of
ok niet van toransportmiddeeen reguliereis immers ree
k
wordt een aordt ondersch en/of CMR-sminder dan
nt. Daarbij weld, met een Wng met voorsc
waar mindent aanwezig is tijdelijke opse stoffen en/oper bedrijf ende tijdspanne
mschreven, kuR-stoffen aanw-stoffen moge
s een aantal ake stoffen en/o
oorschriftstoffen en
van een voorzten ten behoev
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
met de overige he gevaareigens
oep I; en 7; v. LQ tot 1 000.v. UN3291 en tijdelijke opsla
bestaat om dezhand van de gen welke eventuk worden vastgat de tijdelijke of CMR-stoffen o
oepassing op el, of de tijdele opslagvoorzeds een optim
aantal verscheid gemaakt
stoffen per bran 30 000 kwordt in dit WBDBO van techrift 3.2.8 va
er dan 10 00s, wordt ondeslag voortduuof CMR-stoffen of periode se waarbinnennnen tijdens wwezig zijn in
en na werktijd
algemene vooof CMR stoffen
ten voor /of CMR-
ziening als bedve van de best
NA 86 VAN 125
hoofdstukken chappen;
kg); UN3373); ag in de buiten
e stoffen tijdelevaareigenschaele extra voorsgelegd (bijv. inopslag van de op een veilige w
verpakte gevijke opslag vaziening confoaal veiligheids
hillende voorztussen voorz
andcompartimkg gevaarlijke
hoofdstuk een minste 60 man deze richtl
00 kg gevaarerscheid gemart (zie 10.5),
en in de voorzsterk verschilln deskundig pwerktijd groterde voorzieninniet meer in d
orschriften opgn.
de tijdelij-stoffen W
doeld in dit hoorijding van cala
van PGS 15 nie
lucht plaats vin
ijk op te slaan appen van de bschriften en be de omgevingsin dit voorschrwijze plaatsvin
vaarlijke stoffean verpakte gorm deze PGsniveau gerea
zieningen voozieningen met
ment en voorzie stoffen enen brandcomminuten. De bijn ook behaa
rlijke stoffen eaakt tussen ven situaties w
ziening aanween. In dit kadpersoneel aanre hoeveelhedng voor tijdelije voorziening
genomen voor
jke opslaabo
ofdstuk is goedamiteiten.
et van toepass
ndt).
zal in overleg betreffende stoeperkingen nodsvergunning). rift genoemde
ndt.
en en/of CMRgevaarlijke stoGS. In een
aliseerd.
or de tijdelijkt maximaal 1ieningen met n/of CMR-sto
mpartiment abenodigde WBald worden do
en/of CMR-svoorzieningen waar uitsluiteezig zijn (zie
der wordt daarnwezig is. Opden verpakte gjke opslag. G
g aanwezig zijn
r de tijdelijke o
ag van ve
d bereikbaar vo
sing op
met het offen dig zijn
-stoffen in offen en/of
reguliere
ke opslag 0 000 kg meer dan offen per ls in het
BDBO mag oor middel
toffen per waar ook
end tijdens 10.6). De
rom onder p de wijze gevaarlijke Gevaarlijke n.
opslag van
erpakte
oor
OPSLA
PGS 1
vs 10
ToeliDit vogevahoevhebb
vs 10
vs 10
vs 10
vs 10
vs 10
vs 10
vs 10
ToeliBij heelk ge
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Binnen ee.4.2maximaal
ichting: oorschrift is evar klasse 3. D
veelheden verpben geen ADR
In de voor.4.3ADR, IMDGCLP zijn avoorschrif
Binnen ee.4.4stoffen peparagrafenper brandc
Indien in e.4.5brandcomvoorkomeverplaatse
Samenges.4.6en/of CMRdaarvoor b
Stoffen mo.4.7gescheide
Voorschrif.4.8uitzonderiovereenkostoffen.
De voorsc.4.9gevaarlijketoegepast
ichting: et bepalen vaneval de volgen
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
n voorziening 2 000 kg/l bran
veneens van tDit voorschrift ipakte gevaarlij
R-etiket numme
rzieningen van G, CMR-stoffenangewezen alsft 10.4.6 aanwe
n inrichting is r brandcompan 10.5 en 10.6, compartiment
een inrichting vmpartimenten aa
n dat een inciden, bijv. als gev
stelde zendingeR-stoffen ook nbestemde voor
oeten conformen aanwezig zij
ft 3.2.9 evenalsng van voorsc
omstig van toe
chriften van dit e stoffen en/of .
n maatwerk tende aspecten
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
als bedoeld inndbare vloeisto
toepassing opis niet van toeijke stoffen (reer 3.
dit hoofdstuk n en stoffen, vos gevaarlijke stezig zijn.
niet meer dan rtiment tijdelijkof niet meer din voorziening
verschillende tanwezig zijn, mdent zich van hvolg van een u
en, bijvoorbeeniet-gevaarlijkerziening als be
m de regels voojn.
s de paragrafechrift 3.16.2) enpassing op de
t hoofdstuk 10 f CMR stoffen i
en behoeve vaeen rol:
NA 87 VAN 125
n paragraaf 10.5offen, voorzien
p stoffen van depassing op geespectievelijk L
mogen uitsluitoorwerpen en tof en samenge
10 000 kg/l aak opgeslagen ian 30 000 kg/l
gen als bedoeld
tijdelijke opslagmoeten maatrehet ene naar heitstromende vl
ld pallets, waae stoffen op staedoeld in dit ho
or het vervoer v
n 3.3, 3.4, 3.6, 3n 3.20 tot en me tijdelijke opsla
zijn niet van ton de buitenluc
an de tijdelijke
5 en 10.6 is eenn van ADR-etike
de andere klaselimiteerde en LQ en E confo
tend gevaarlijkgoederen die iestelde zendin
n gevaarlijke sn voorzieningegevaarlijke sto
d in de paragra
gvoorzieningengelen worden g
et ander brandcloeistof.
r naast verpakaan, moeten evoofdstuk worde
van gevaarlijke
3.8, 3.9, 3.11, 3et 3.27 van dezag van gevaarl
oepassing op dht. Hiervoor m
opslag in de b
n hoeveelheid et nummer 3, a
ssen met als bn of vrijgesteldorm het ADR),
ke stoffen, volgngevolge RID,
ngen als bedoe
stoffen en/of CMen als bedoeldoffen en/of CMaaf 10.7.
n in verschillegenomen om tcompartiment
kte gevaarlijke veneens in eenen geplaatst.
e stoffen van e
3.13 tot en met ze PGS zijn lijke stoffen en
de tijdelijke opsmoet maatwerk
buitenlucht sp
van aanwezig.
bijkomend de , deze
gens IATA en
eld in
MR- d in de R-stoffen
nde te kan
stoffen
lkaar
3.18 (met
n/of CMR-
slag van worden
pelen in
10
OPSLA
PGS 1
0.5 Tijdstof
vs 10
ToeliDe prgeop
vs 10
vs 10
vs 10
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
Gevaarseige
Aanwezighei
Bereikbaarhe
Afstand tot g
Onderlinge a
Aanwezighei
delijke opffen, ten h
In afwijkin.5.1die: • tijdelijk• zijn gea• zich in • voorafg opslagv worden gegevaarlijke
ichting: rimaire verpak
pend.
De voorzie.5.2bedoeld inwordt omgbrandwerebereikt.
Goederen .5.3opgeslagehoogste 5buitenkanen aan de
De afstand.5.4worden ge
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
nschappen en
id van deskun
eid voor hulpd
ebouwen;
afstand tussen
id van hulpmid
pslag vanhoogste 1
ng van voorsch
k worden opgesadresseerd aande ongeopend
gaand of aanslvoorziening ve
eplaatst in een e stoffen en/of
kking dient on
ening voor de tn voorschrift 10geven door waendheid van te
binnen een voen op ten minst0 cm onder det van de voorzopen zijde mo
den in voorschemarkeerd op d
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
n hoeveelheid
ndig personeel
diensten ten be
n de voorzienin
ddelen.
verpakte10 000 kg
hrift 3.1.1 moge
slagen; n derden; de ADR goedgeluitend op tranerblijven;
of meerdere vf CMR-stoffen c
ngeopend te bl
tijdelijke opsla0.5.1 is zodani
anden met een en minste 60 m
oorziening als bte 50 cm van d
e bovenrand vaziening moetenoet 2 m worden
hrift 10.5.3 moede wanden en
NA 88 VAN 125
d van de betref
l;
ehoeve van de
ngen voor tijde
e gevaarg per bran
en verpakte gev
ekeurde verpaksport buiten ee
voorzieningen vconform voors
lijven. De omv
ag van gevaarlijg geconstrueeminimale hoogin ten opzichte
bedoeld in voode open zijde ean de scheidingn binnen een afn vrijgehouden
eten op een voode vloer.
ffende stoffen;
e bestrijding v
elijke opslag;
lijke stoffdcompart
vaarlijke stoffe
kking bevindenen daarvoor be
voor de tijdelijkchrift 10.5.2.
verpakking ma
jke stoffen en/rd dat deze ten
gte van 3 metee van een naas
orschrift 10.5.1 n gestapeld togswand. De wafstand van 1 m .
or een ieder du
n;
van calamiteite
fen en/of rtiment
en en/of CMR-s
n; en estemde
ke opslag van
ag wel worden
/of CMR-stoffenn minste aan d
er en waarmee stgelegen ruim
moeten wordeot een hoogte vanden aan de worden vrijge
uidelijk zichtba
en;
CMR-
stoffen
n
n als drie zijden een te wordt
en van ten
ehouden
are wijze
10
OPSLA
PGS 1
0.6 Tijdstofuits
vs 10
ToeliDe prgeop
vs 10
vs 10
vs 10
vs 10
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
delijke opffen, ten
sluitend tij
In afwijkin.6.1en/of CMR• tijdelijk• zich in • voorafg opslagv• uitsluit verblijv
ichting: rimaire verpak
pend.
Binnen 2 m.6.2stoffen, go
De afstand.6.3zichtbare w
Verpakte g.6.4overeenkopersoneel
In afwijkin.6.5paragraaf stoffen pebrandcom
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
pslag vann hoogstedens aan
ng van voorschR-stoffen die:k worden opgesde ongeopend
gaand of aanslvoorziening veend gedurende
ven worden gep
kking dient on
m rondom het voederen of bra
d van 2 m als bwijze aangedu
gevaarlijke stofomstig voorsch
als bedoeld in
ng van voorscheen maximumr inrichting, in
mpartiment met
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
verpaktee 10 00
nwezighei
hrift 3.1.1 en vo
slagen; de ADR goedgeluitend op tranerblijven en e werktijd in deplaatst binnen
ngeopend te bl
vak als bedoelndbare delen v
bedoeld in vooid op de wand
ffen en/of CMRhrift 10.6.1 aann voorschrift 3.
hrift 10.4.4 geldm van 10 000 kg
dien de tijdelijt een WBDBO v
NA 89 VAN 125
e gevaar00 kg pid van de
oorschrift 10.5.
ekeurde verpaksport buiten ee
e voorziening aeen vak dat op
lijven. De omv
ld in voorschrivan bebouwing
rschrift 10.6.2 en en de vloer
R-stoffen mogenwezig zijn tijde.17.1.
dt voor de tijdeg/l tijdelijk opgeke opslagvoorvan 60 minuten
lijke stoffper branskundig p
1 mogen verpa
kking bevindenen daarvoor be
als bedoeld in p een duidelijk
verpakking ma
ft 10.6.1 mogeng bevinden.
wordt op een v.
en uitsluitend iens de aanwez
lijke opslag zoeslagen gevaarziening niet is
n of hoger.
fen en/of ndcomparpersoneel
akte gevaarlijk
n; estemde
deze paragraake wijze is gem
ag wel worden
n zich geen an
voor eenieder d
n een voorzienzigheid van des
oals bedoeld inrlijke stoffen egesitueerd in
CMR-rtiment, l Wabo
e stoffen
af arkeerd.
n
ndere
duidelijk
ning skundig
n deze n/of CMR een
10
OPSLA
PGS 1
0.7 Tijdstofuits
vs 10
ToeliDe prgeop
vs 10
vs 10
vs 10
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
delijke opffen, ten
sluitend tij
In afwijkin.7.1stoffen en• tijdelijk• zich in • voorafg opslagv brandc geplaat gevaarl gecertif naar ee afvoeri
ichting: rimaire verpak
pend.
De verpak.7.2hoogste 1minste 3,5een WBDB
Verpakte g.7.3een voorzvan desku
Naast de i.7.43.19 van to
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
pslag vann hoogstedens aan
ng van de voors/of CMR-stoffe
k worden opgesde ongeopend
gaand of aanslvoorziening veompartiment etst in een of melijke stoffen enficeerde brand
en 24-uurs bezenstallatie zijn a
kking dient on
kte gevaarlijke s00 m2 die op ee
5 m breedte zijnBO van ten min
gevaarlijke stofiening overeen
undig personee
n voorschrift 1oepassing.
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
verpaktee 30 00
nwezighei
schriften 3.1.1,en die: slagen;
de ADR goedgeluitend op tranerblijven in eenen ten hoogsteeerdere voorzi
n/of CMR-stoffedmeldinstallatieette post. In deaangebracht.
ngeopend te bl
stoffen en/of Cen duidelijke wn gescheiden, nste 30 min.
ffen, CMR-stofnkomstig voorsel als bedoeld i
10.4.8 genoemd
NA 90 VAN 125
e gevaar00 kg pid van de
, 10.5.1 en 10.6
ekeurde verpaksport buiten ee
n hoeveelheid v 30 000 kg/l peeningen voor d
en, indien dezee overeenkomse voorziening m
lijven. De omv
CMR-stoffen mowijze zijn gemaof voorzien zij
ffen of aanverwschrift 10.7.1 ain voorschrift 3
de voorschrifte
lijke stoffper branskundig p
6.1 mogen verp
kking bevindenen daarvoor bevan meer dan 1r brandcompade tijdelijke ope voorziening isstig de NEN 25moet een rook-
verpakking ma
oeten zijn geplrkeerd, en doon van een sche
wante stoffen manwezig zijn tij3.17.1.
en zijn ook de p
fen en/of ndcomparpersoneel
pakte gevaarlijk
n; en estemde 10 000 kg/l per
artiment wordepslag van verpas voorzien van
535 met doorme- en warmte
ag wel worden
laatst in vakkeor gangpaden veidingsconstru
mogen uitsluiteijdens de aanw
paragrafen 3.2
CMR-rtiment, l Wm
ke
n akte n een elding
n
n van ten van ten uctie met
end in wezigheid
2, 3.7 en
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 91 VAN 125
Bijlage A Begrippenlijst
A.1 Afkortingen
ADR Accord européen relatief aux transport internationaux de marchandises dangereuses par route.
AFFF Aqueous Film Forming Foam.
ARIE Aanvullende Risico-Inventarisatie en Evaluatie conform de Arbeidsomstandighedenwet.
BEVI Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.
Brzo 1999 Besluit risico’s zware ongevallen 1999.
CUR/PBV Stichting civieltechnisch centrum uitvoering, research en regelgeving/Projectbureau Plan Bodembeschermende Voorzieningen.
Eural Europese afvalstoffenlijst.
EQ Excepted Quantities, Vrijgestelde hoeveelheden.
ICAO International Civil Aviation Organisation.
IATA International Air Transport Association.
IMDG-code International Maritime Dangerous Goods Code.
LQ Limited Quantities, Gelimiteerde hoeveelheden.
NRB Nederlandse Richtlijn Bodembescherming.
PBZO Preventie Beleid Zware Ongevallen.
PvE Programma van Eisen, zie ook UPD.
QRA Quantitative Risc Analysis (kwantitatieve risicoanalyse).
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 92 VAN 125
RID Règlement international concernant le transport des marchandises dangereuses par chemin de fer (Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen).
R&IE Risico-Inventarisatie en Evaluatie conform de Arbeidsomstandighedenwet.
UN-code United Nations Code for Trade and Transport Locations.
UPD Uitgangspuntendocument.
VLG/ADR VLG staat voor regelement betreffende het vervoer over land van gevaarlijke stoffen, waarin het ADR een bijlage is.
VR Veiligheidsrapport.
VG Verpakkingsgroep.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 93 VAN 125
A.2 Definities
45 voets-(tank)container Container van 13,70 meter lang (en 2,44 m breed).
Bedrijfsbrandweer Een bedrijfsbrandweer conform de aanwijzingsbeschikking artikel 31 van de Wet veiligheidsregio's dan wel een bedrijfsbrandweer welke is vastgesteld op basis van een goedgekeurd bedrijfsbrandweerrapport met daarin de informatie zoals gesteld onder artikel 7.2 lid 1 van het Besluit veiligheidsregio's.
Toelichting: Het merendeel van de bedrijven die gebruik maken van een brandbestrijdingssysteem waarin de bedrijfsbrandweer een rol speelt (F2.8 en F2.9 van bijlage F) betreft bedrijven met een aanwijzingsbeschikking conform artikel 31 Wvr. De veiligheidsregio is toezichthouder. In het enkele geval dat een bedrijfsbrandweer niet is aangewezen, is het wel van belang dat een zelfde benadering wordt gekozen om de kwaliteit van een bedrijfsbrandweer te borgen.. Dit wordt bereikt door het kwaliteitsniveau vast te leggen in de omgevingsvergunning, waarbij van dezelfde werkwijzer gebruik wordt gemaakt. Veiligheidsregio's gebruiken voor het aanwijzen van een bedrijfsbrandweer de Werkwijzer bedrijfsbrandweren van het Landelijk expertisecentrum voor brandweer en Brzo'99. Het bevoegd gezag zal aan de betrokken veiligheidsregio advies moeten vragen om het bedrijfsbrandweerrapport te beoordelen. De veiligheidsregio dient te worden betrokken bij het toezicht op de omgevingsvergunning betreffende dit onderwerp.
Bouwwerk (Modelbouwverordening) Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Toelichting: Hoewel de Woningwet geen definitie geeft van het begrip bouwwerk wordt in de jurisprudentie aangesloten bij de definitie die de Modelbouwverordening geeft.
Brandbare vloeistof (ADR) Een vloeistof die, in verpakte vorm, conform het ADR het etiket model nr. 3 draagt.
Brandbare vaste stof Een vaste stof vallend onder klasse 4.1 van het ADR.
Brandcompartiment (Bouwbesluit) Brandcompartiment als bedoeld in het Bouwbesluit (gedeelte van één of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand).
Brandmeldinstallatie Een samenstelsel van detectoren, bekabeling, een brandmeldcentrale en een doormeldinstallatie, dat nodig is voor ontdekken van een brand, het melden van brand en het geven van stuursignalen ten behoeve van andere installaties.
Brandmeldinstallatie met volledige bewaking Brandmeldinstallatie met automatische melders in alle ruimten met uitzondering van natte ruimten en dergelijke (zie NEN 2535).
Brandwerendheid Brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie bepaald conform NEN 6069.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 94 VAN 125
Brandveiligheidsopslagkast Een zelfstandige niet betreedbare opslagvoorziening voor de opslag van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen.
Bijkomend gevaar Een stof of voorwerp wordt aan de hand van de grootste gevaarseigenschap ingedeeld in een gevarenklasse van het ADR. Heeft die stof of voorwerp nog bijkomende gevaren die van belang kunnen zijn maar niet het grootste gevaar is, dan wordt dit als een bijkomend gevaar benoemd.
Box container Container die is gesloten aan alle kanten, meestal met alleen aan de achterkant deuren.
Wordt ook wel General Purpose, kortweg GP container genoemd, omdat er diverse mogelijkheden met deze containers zijn.
CMR-stoffen Onder de reikwijdte van PGS 15 vallen de stoffen die:
a) In bijlage VI, tabel 3.1 van verordening 1272/2008 zijn vermeld als Kankerverwekkend, Mutageen of ‘Voor de voortplanting giftig’ categorie 1A of 1B; of,
b) Volgens bijlage I, sectie 3.5, 3.6 en 3.7 van verordening 1272/2008 zijn geclassificeerd als Kankerverwekkend, Mutageen of ‘Voor de voortplanting giftig’ categorie 1A of 1B; of
c) In bijlage VI, tabel 3.2 van verordening 1272/2008 zijn vermeld als Kankerverwekkend, Mutageen of ‘Voor de voortplanting giftig’ categorie 1A of 1B.
Mengsels die volgens:
a) Europese Richtlijn 1999/45/EG geclassificeerd zin als Kankerverwekkend, Mutageen of ‘Voor de voortplanting giftig’, categorie 1 of 2; of
b) Bijlage I, sectie 3.5, 3.6, 3.7 van verordening 1272/2008 zijn geclassificeerd als Kankerverwekkend, Mutageen of ‘Voor de voortplanting giftig’, categorie 1A of 1B.
Toelichting: Bijlage VI bevat de geharmoniseerde indeling van CMR-stoffen. D.w.z. deze indeling is op Europees niveau vastgesteld en moet verplicht worden gebruikt.
De H-zinnen die van toepassing zijn op categorie 1A en 1B zijn de volgende:
Voor C-stoffen (kankerverwekkend): H 350 ‘kan kanker veroorzaken’;
voor M-stoffen (mutageen): H 340 ‘kan genetische schade veroorzaken’;
voor R-stoffen (voor de voorplanting giftig): H 360 ‘kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden’.
Daarnaast gelden voor Arbeidsomstandigheden in Nederland ook de SZW-lijsten opgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het gaat hier om aanvullend beleid:
a) SZW-lijst van kankerverwekkende stoffen en processen; b) SZW-lijst van mutagene stoffen; c) Niet-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen.
Deze lijst is ook te vinden op het Arboportaal van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: www.arboportaal.nl/types/wetgeving/Niet-limitatieve-lijst-van-voor-de-voortplanting.html
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 95 VAN 125
Cryo-houder (ADR) Een cryo-houder is een verplaatsbare drukhouder met warmte-isolerende bescherming voor het vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen met een inhoud van ten hoogste 1 000 l.
Drukhouder (ADR) Een drukhouder is een verzamelterm die flessen, grote cilinders, drukvaten, gesloten cryohouders en flessenbatterijen omvat.
Drukvat (ADR) Een gelaste verplaatsbare drukhouder met een waterinhoud van meer dan 150 l en niet meer dan 1 000 l (bijv. cilindervormige houders met rolbanden en bolvormige houders op sleden).
Excepted Quantities (E) In het ADR 2009 zijn naast de gelimiteerde hoeveelheden (LQ) ook uitzonderingen geïntroduceerd voor Excepted Quantities (E), ofwel vrijgestelde hoeveelheden. Zie paragraaf 3.5 van het ADR. Het gaat daarbij om gevaarlijke stoffen in zeer kleine hoeveelheden per binnenverpakking (maximaal 30 ml of g per binnenverpakking en maximaal 1 l of kg per buitenverpakking), afhankelijk van de klasse-indeling.
Gas (ADR) Een stof die bij 50 °C een dampdruk bezit hoger dan 300 kPa (3 bar), of bij 20 °C en de standaarddruk van 101,3 kPa volledig gasvormig is.
(Gas)fles (cilinder) (ADR) Een verplaatsbare drukhouder met een waterinhoud van niet meer dan 150 l.
Toelichting: Een gasfles voor een blusgasinstallatie valt buiten deze definitie. Voor veiligheidsaspecten van blusgasinstallaties wordt verwezen naar het SVI-blad ‘blusgasinstallaties, veiligheidsaspecten’, http://www.syntaxmedia.nl.
(Gas)flessenbatterij (cilinderpakket) (ADR) Een verzameling flessen die aan elkaar zijn bevestigd en onderling door een verzamelleiding zijn verbonden en die als ondeelbare eenheid wordt vervoerd.
Toelichting: De term 'flessenbatterij' kan aanleiding geven tot misverstand. In deze richtlijn en in het ADR wordt hiermee een verpakking bedoeld zoals hier omschreven, vaak ook genoemd cilinderpakket, pakket of palletpakket. In andere publicaties is in het verleden de term 'flessenbatterij' ook gebruikt voor de installatie waarbij één fles (of meer flessen) aangesloten staat (staan) op een aan de wand gemonteerde verzamelleiding met reduceertoestel waarmee een leidingwerk wordt gevoed.
Gaspatroon (ADR) Zie Houder, klein, met gas.
Gebouw (Woningwet) Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Gelimiteerde hoeveelheden (LQ) Dit zijn gevaarlijke goederen in kleine hoeveelheden verpakt in verpakkingen die overeenkomstig hoofdstuk 3.4 van het ADR worden gebruikt.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 96 VAN 125
Toelichting: Waar in de richtlijn melding is gemaakt van uitzonderingen voor gelimiteerde hoeveelheden, geldt dat uitsluitend indien de gelimiteerde hoeveelheden zich in de oorspronkelijke transportverpakking bevinden.
Gesloten container Container die aan alle zijden gesloten is.
Gevaarlijke stof Stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer conform het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de IMDG-Code.
Gevaarlijke afvalstof Afvalstof die als zodanig is aangewezen op grond van de Eural-regelgeving.
Toelichting: De gevaarlijke afvalstoffen zijn in de Eural-lijst aangegeven met een sterretje. Daarnaast zijn er in de Eural nog stoffen met een c achter de code. Dit zijn de complementaire stoffen. Dat betekent dat voor dat specifieke geval bepaald moet worden of het gaat om een gevaarlijke of een niet-gevaarlijke afvalstof. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de VROM-publicatie Handreiking Eural van september 2001. Code: VROM 010014/b/09-01 14264/174.
Groot brandcompartiment (Bouwbesluit) Brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van meer dan 1 000 m², als bedoeld in afdeling 2.22 van het Bouwbesluit.
Grote cilinder ('tube') (klasse 2) (ADR) Een naadloze verplaatsbare drukhouder met een waterinhoud van meer dan 150 l en niet meer dan 3 000 l.
Houder, klein, met gas (gaspatroon) (ADR) Een niet-hervulbare houder, die een gas of gasmengsel onder druk bevat. De houder kan zijn voorzien van een afsluitventiel.
Houder (ADR) Een omhulsel, bestemd om stoffen of voorwerpen op te nemen en te bevatten met inbegrip van alle sluitingsmiddelen. Reservoirs vallen niet onder deze definitie.
Inpandige opslagvoorziening In een (ander) bouwwerk gesitueerde opslagvoorziening.
Intermediate Bulk Container (IBC) (ADR) Een stijve of flexibele verpakking die in paragraaf 6.5 van het ADR is genoemd.
Journaal van gevaarlijke stoffen Een register van de gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen, die in een inrichting aanwezig zijn.
Lege gasfles Gasfles waarvan de druk dusdanig laag is dat de inhoud niet bruikbaar is.
Lege gereinigde verpakking Een verpakking is leeg wanneer de inhoud is verwijderd met behulp van de voor de desbetreffende stof en verpakking gebruikelijke technieken, bijv. gieten, pompen, zuigen, schudden, schrapen, of een combinatie van deze technieken.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 97 VAN 125
Lege ongereinigde verpakking Alle overige lege verpakkingen, niet zijnde lege gereinigde verpakkingen.
Lekbak Vloeistofdichte voorziening met beperkte opvangcapaciteit, waarvan de bodembeschermende werking door gericht toezicht en doelmatig ledigen wordt gewaarborgd. De lekbak moet zodanig zijn uitgevoerd dat deze bestand is tegen de inwerking van vloeistoffen die er boven worden opgeslagen.
NEN-normen Norm uitgegeven door het Nederlandse Normalisatie Instituut. Zie www.nen.nl
Niet brandgevaarlijk Niet brandgevaarlijk, bepaald conform NEN 6063.
Noodplan Een overzicht van de door een bedrijfsorganisatie genomen maatregelen en voorzieningen om effecten van calamiteiten te minimaliseren en te bestrijden.
Onbrandbaar Onbrandbaar, bepaald conform NEN 6064.
Open opslagvoorziening Een open opslagvoorziening is een ruimte welke ten minste aan één zijwand geheel open is (al dan niet afgescheiden door een hek- of gaaswerk) zodat deze in vrij contact staat met de buitenlucht en geen gassen zich kunnen ophopen of zich vlak boven de vloer kunnen verzamelen.
Open-top container Container die aan de bovenzijde open is. Er is geen dak aanwezig (meestal een zeil).
Opslag In deze PGS wordt onder opslag verstaan het bewaren van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen in een daartoe bestemde voorziening, waarbij de verpakking gesloten is.
Zie ook de termen opslagvoorziening, werkvoorraad en tijdelijke opslag.
Opslagvoorziening Vaste ruimte bestemd voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen uitgevoerd als een brandcompartiment conform Bouwbesluit met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van 60 minuten (60 WBDBO). Indien dit expliciet in de voorschriften van deze PGS is vermeld (klasse 8, verpakkingsgroep II en III en tijdelijke opslag hoofdstuk 10) is een lagere WBDBO toegestaan.
Paardenbox Voorziening voor de tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen welke is uitgevoerd en wordt gebruikt overeenkomstig 10.5.
REACH (Registratie en Evaluatie en Autorisatie en beperkingen van chemische stoffen). REACH legt de ondernemingen die chemische stoffen produceren, importeren en gebruiken de verplichting op informatie te verzamelen over de eigenschappen van een stof, de aan het gebruik verbonden risico's te beoordelen en de nodige maatregelen te nemen om de eventuele door hen geconstateerde risico's te beheren.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 98 VAN 125
Snelle detectie (synoniem is snelle branddetectie) Installatie die autonoom een beginnende brand in een dusdanig vroeg stadium kan ontdekken, lokaliseren en signaleren, dat het bestrijden ervan tijdig kan plaatsvinden en maatregelen kunnen worden getroffen om mens, dier, inventaris, gebouw en milieu veilig te stellen, waardoor ongevallen en/of schade wordt beperkt respectievelijk voorkomen.
Spuitbus (aërosol) (ADR) Een niet-hervulbare houder van metaal, glas of kunststof die een samengeperst, vloeibaar gemaakt of opgelost gas bevat, al dan niet met een vloeibare, pasteuze of poedervormige stof, en voorzien van een aftapinrichting die het mogelijk maakt, dat de inhoud wordt uitgestoten in de vorm van een suspensie van vaste of vloeibare deeltjes in een gas, in de vorm van schuim, pasta of poeder of in vloeibare of gasvormige toestand.
Tankcontainer Een container met reservoir en uitrustingdelen conform paragraaf 6.8 van het ADR.
Tijdelijke opslag (Synoniemen zijn: 'overslag', 'cross-docking')
Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen die, voorafgaand aan of aansluitend op transport, buiten een opslagvoorziening conform hoofdstuk 3 t.m. 9 verblijven. De eisen aan de opslagvoorziening voor tijdelijke opslag zijn conform hoofdstuk 10.
Transporttank Een multimodale tank conform paragraaf 6.7 van het ADR.
Toelichting: In de regelgeving van ADR/IMDG-code wordt zowel het begrip tankcontainer als transporttank gebruikt. In de toekomst zal uitsluitend nog het begrip transporttanks worden gebruikt
Transportverpakking (ADR) Verpakking die voldoet aan de algemene voorschriften uit ADR hoofdstuk 4.1 en de specifieke ADR verpakkingsinstructies.
UN-nummer De Verenigde Naties kent aan gevaarlijke stoffen een stofidentificatienummer toe, het zogenaamde UN-nummer. Een complete lijst van al deze stoffen en hun nummers is onder andere te vinden op UN ECE website.
Uitgangspuntendocument (UPD) Document met gegevens voor een goed ontwerp en een goede werking van de brandbeveiligingsinstallatie, dat voldoet aan de eisen zoals gesteld in vs 4.8.3.
Uitpandige opslagvoorziening Een niet in een bouwwerk gesitueerde opslagvoorziening.
Toelichting: Een uitpandige opslagvoorziening kan wel aan een of meer zijden grenzen aan een bouwwerk.
Vak Opslaggedeelte binnen een opslagvoorziening.
Vaste stof (ADR) Een stof met een smeltpunt of een beginsmeltpunt hoger dan 20 °C bij een druk van 101,3 kPa, of een stof die conform de beproevingsmethode ASTM D 4359-90 niet vloeibaar is en die
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 99 VAN 125
conform de criteria van de in paragraaf 2.3.4 van het ADR beschreven beproevingsmethode voor de bepaling van het vloeigedrag (penetrometermethode) dikvloeibaar is.
Verpakking Een verpakking die is toegelaten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, inclusief grote verpakking en IBC.
Verpakkingsgroep Een groep, waarin bepaalde stoffen op grond van hun gevaarlijkheid tijdens het vervoer conform het ADR zijn ingedeeld voor verpakkingsdoeleinden. Verpakkingsgroep I: zeer gevaarlijke stoffen Verpakkingsgroep II: gevaarlijke stoffen Verpakkingsgroep III: minder gevaarlijke stoffen.
Viscositeitsregel ADR De viscositeitsregel in het ADR, onder 2.2.3.1.5. is als volgt: Niet giftige, niet bijtende en niet milieugevaarlijke oplossingen en homogene mengsels met een vlampunt van 23 °C en hoger (viskeuze stoffen, zoals verven en lakken, uitgezonderd stoffen die meer dan 20 % nitrocellulose bevatten) verpakt in houders met een inhoud van ten hoogste 450 l, zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR, indien bij de beproeving van afscheiding van oplosmiddel (zie het Handboek beproevingen en criteria, deel III, subsectie 32.5.1) de hoogte van de afgescheiden laag oplosmiddel kleiner is dan 3 % van de totale hoogte, en indien deze stoffen in de uitloopbeker conform ISO-norm 2431:1993 met een uitloopopening van 6 mm middellijn bij 23 °C een uitlooptijd:
a) van ten minste 60 s, of; b) van ten minste 40 s bezitten en niet meer dan 60 % stoffen van klasse 3 bevatten.
Vlampunt (ADR) De laagste temperatuur van een vloeistof, waarbij de damp daarvan met lucht een ontvlambaar mengsel vormt.
Vloeistof (ADR) Een stof die bij 50 °C een dampdruk heeft van ten hoogste 300 kPa (3 bar), en bij 20 °C en een druk van 101,3 kPa niet volledig gasvormig is, en die a) bij een druk van 101,3 kPa een smeltpunt of beginsmeltpunt heeft van 20 °C of lager, of b) die conform de beproevingsmethode ASTM D 4359-90 vloeibaar is, of c) conform de criteria van de in 2.3.4 van het ADR beschreven beproevingsmethode voor de bepaling van het vloeigedrag (penetrometermethode) niet dikvloeibaar is.
Vloeistofkerende vloer Vloeistofkerende vloer conform de NRB.
WBDBO (Bouwbesluit) Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag in min. Conform NEN 6068.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 100 VAN 125
Bijlage B Normen
NEN 1078:2004 Voorziening voor gas met een werkdruk tot en met 500
mbar - Prestatie-eisen - Nieuwbouw
NEN-EN 1089-3:2004 Verplaatsbare gasflessen - Identificatie van gasflessen
(exclusief LPG) - Deel 3: Kleurcodering
NEN-EN 1838:1999 Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting
NEN-EN 1992-2:2005 Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies
- Bruggen
NEN-EN 1993-2:2007 Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies -
Deel 2: Stalen bruggen
NEN-EN 1994-2:2006 Eurocode 4: Ontwerp en berekening van staal-
betonconstructies - Deel 2: Algemene regels en regels voor
bruggen
NEN-EN 1995-2:2005 Eurocode 5: Ontwerp en berekening van houtconstructies -
Deel 2: Bruggen
NEN-EN 1996-2:2006+NB:2011 Eurocode 6: Ontwerp en berekening van constructies van
metselwerk - Deel 2: Ontwerp, materiaalkeuze en uitvoering
van constructies van metselwerk
NVN-ENV 1999-2:1998 Eurocode 9: Ontwerp en berekening van
aluminiumconstructies - Deel 2: Constructies gevoelig voor
vermoeiing.
NEN 2535:2009 Brandveiligheid van gebouwen - Brandmeldinstallaties -
Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen
NEN 2678:1988 Losse kasten voor de opslag van brandbare vloeistoffen -
Algemene eisen en beproevingsmethode ten aanzien van
het brandgedrag
NEN 3011:2004 Veiligheidskleuren en -tekens in de werkomgeving en in de
openbare ruimte
DIN 3222:1986 Fire hydrants, above ground (10-2005 vervangen door
NEN-EN 14384)
NEN 5056:2011 Niet-verrijdbare stalen opslagsystemen - Verstelbare
palletstellingsystemen - Technische grondslagen voor het
ontwerp - Afwijkingen van en aanvullingen op NEN-EN
15512:2009
NEN 6063:2008 Bepaling van het brandgevaarlijk zijn van daken
NEN 6064:1991 Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen
NEN 6068:2008 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en
brandoverslag tussen ruimten
NEN 6069:2005 Experimentele bepaling van de brandwerendheid van
bouwdelen en bouwproducten en het classificeren daarvan
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 101 VAN 125
NEN-EN 13501-1:2007 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel
1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van
het brandgedrag
NEN-EN 14384:2005 Brandkranen
NEN-EN 14439:2005 Ondergrondse brandkranen
NEN-EN-14470-1 Brandveiligheidsopslagkasten - Deel 1:Veiligheidskasten
voor brandbare vloeistoffen
NEN-EN 14470-2 Brandveiligheidsopslagkasten - Deel 2:
Veiligheidsopslagkasten voor gasflessen onder druk
NEN-EN 15512:2009 Stalen opslagsystemen - Verstelbare pallet
stellingsystemen - Principes voor constructief ontwerpen
NEN-EN 15620:2008 Niet-verrijdbare stalen opslagsystemen - Verstelbare
palletstellingen - Toleranties, vervormingen en
veiligheidsafstanden
NEN-EN 15629:2008 Niet-verrijdbare stalen opslagsystemen - Specificatie van
magazijnstellingen
NEN-EN 15635:2008 Niet-verrijdbare stalen opslagsystemen - Gebruik en
onderhoud van magazijnstellingen
NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004 Algemene criteria voor het functioneren van verschillende
soorten instellingen die keuringen uitvoeren
OPSLA
PGS 1
Bijl
C.1
Intrin
a) rb) z
pb
AG VAN VERPA
15:2011 VERSIE
lage C Bv
Verbods
sieke kenmer
rond; zwart pictograpictogram loopbeslaat ten mi
AKTE GEVAARLIJ
1.1 (DECEMBER
Borden tveilighei
sborden
rken:
am op witte acpt onder een hnste 35 % van
JKE STOFFEN
R 2012) - PAGIN
ten behodsignale
chtergrond, rodhoek van 45° tn de oppervla
NA 102 VAN 125
oeve vanering
de rand en baten opzichte vkte van het bo
n de
lk die van linksvan de horizonord.
s naar rechts ntale lijn. De ro
over het ode kleur
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 103 VAN 125
C.2 Gevaarsymbolen
Bron: http://www.unece.org/trans/danger/publi/ghs/pictograms.html
Hieronder zijn de EU-GHS gevaarsymbolen weergegeven. Deze zijn anders dan de oude ADR symbolen.
Explosief Ontvlambaar Oxiderend
Gassen onder druk Corrosief Giftig
Irriterend, sensibiliserend, lange termijn Gevaarlijk voor het schadelijk gezondheidsgevaarlijk aquatisch milieu
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 104 VAN 125
C.3 Kenmerken voor gelimiteerde (LQ) en vrijgestelde (E) hoeveelheden
Label gelimiteerde hoeveelheden
Land- en zeevracht Luchtvracht
Label vrijgestelde hoeveelheden
Legenda * gevaarsklasse ** naam afzender of geadresseerde
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 105 VAN 125
Bijlage D Voorkomen van onverenigbare combinaties door stoffenscheiding
D.1 Uitgangspunt scheiding van verpakte gevaarlijke stoffen
Indien bij het gelijktijdig vrijkomen van twee gevaarlijke stoffen uit de verpakking er een groter (vervolg) effect ontstaat dan op grond van de eigenschappen van de afzonderlijke stoffen kan worden verwacht, moeten deze stoffen gescheiden worden opgeslagen. Bij deze beoordeling moeten alle eigenschappen van een gevaarlijke stof worden beschouwd, dus ook de bijkomende gevarenlabels conform het ADR.
Het ontstaan van giftige verbrandingsgassen vormt geen onderdeel van dit uitgangspunt. De eigenschappen van een stof zijn immers niet bepalend voor de mate van toxiciteit van de verbrandingsproducten. Indien sprake is van zeer toxische stoffen (klasse 6.1 verpakkingsgroep I) of CMR-stoffen moet wel rekening worden gehouden met onverbrand product dat zich tezamen met de verbrandingsgassen zal verspreiden.
Enkele voorbeelden van het gelijktijdig vrijkomen van twee gevaarlijke stoffen.
a) Een brandbare stof (klasse 3) zal indien deze vrijkomt en bij een brand betrokken raakt:
wel een groter effect opleveren als in hetzelfde vak brandbevorderende stoffen (klasse 5.1 en klasse 5.2) worden opgeslagen → gescheiden opslaan (omdat de onverbrande producten wel een groter effect geven);
geen groter effect optreden als in hetzelfde vak brandbare stoffen (klasse 3) worden opgeslagen → geen gescheiden opslag noodzakelijk;
geen groter effect optreden als in hetzelfde vak natriumcarbonaat/soda (geen ADR-stof) worden opgeslagen → geen gescheiden opslag noodzakelijk.
b) Een bijtende stof (klasse 8, zuur) zal bij vrijkomen:
wel een groter effect opleveren als in hetzelfde vak een bijtende stof (klasse 8, base) worden opgeslagen → gescheiden opslaan;
geen groter effect optreden als in hetzelfde vak milieugevaarlijke stoffen (klasse 9) worden opgeslagen → geen gescheiden opslag noodzakelijk.
D.2 Categorieën gevaarlijke stoffen die gescheiden moeten worden opgeslagen
In onderstaande tabel is weergegeven welke combinaties zich kunnen voordoen, waarbij voor alle ADR-klassen voorbeelden zijn uitgewerkt. Van de tabel kan gemotiveerd worden afgeweken op basis van bijv. veiligheidsinformatiebladen of indien de stoffen chemisch gezien wel kunnen reageren maar ten gevolge van de beperkte concentratie van de stoffen er geen reacties hoeven te worden verwacht met excessieve warmteontwikkeling of andere bijzondere gevaren. Bij de opslag van gewasbeschermingsmiddelen, waarbij veel verschillende producten met verschillende gevaaretiketten per product in kleine verpakkingseenheden worden opgeslagen in een opslagvoorziening die is uitgevoerd op beschermingsniveau 1, is het niet zinvol om deze scheidingsregels te hanteren.
De tabel is niet van toepassing op:
a) klasse 2 (zie hiervoor hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7); b) klasse 4 (zie hoofdstuk 8); c) klasse 5.2 (zie hoofdstuk 9).
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 106 VAN 125
Tabel D.1 — Combinaties klassen in opslag
Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar
Klasse 3
Klasse 5.1 Klasse 6.1 + CMR
Klasse 8
Klasse 9
Overige Chemicaliën (H9 Wm + ongevaarlijk)
Klasse 3 (brandbare vloeistoffen) - V Ba of V B B -
Klasse 5.1 (oxiderende stoffen) V - Ba B B -
Klasse 6.1 (giftige stoffen) CMR-stoffen Ba of V Ba - Ba Ba -a
Klasse 8 (bijtende stoffen) B B Ba B B -
Klasse 9 (alleen de milieugevaarlijke stoffen)
B B Ba B - -
Overige Chemicaliën (H9 Wm + ongevaarlijk)
- - -a - - -
V Opslag van te scheiden stoffen in aparte vakken. B Gescheiden opslag tenzij is beoordeeld dat de stoffen niet met elkaar reageren of dat beide stoffen
als vaste stof zijn ingedeeld. Voor de beoordeling (B) wordt in principe uitgegaan van de informatie zoals die in de Veiligheidsinformatiebladen (VIB, SDS of MSDS) wordt vermeld; voor generieke producten kan ook gebruik worden gemaakt van informatie zoals vermeld in het Chemiekaartenboek.
- Gescheiden opslag niet noodzakelijk.
a Stoffen van klasse 6.1 verpakkingsgroep I moeten in een apart brandcompartiment, of een apart
deel van een brandcompartiment (aan drie zijden afgescheiden met een muur met een brandwerendheid van ten minste 30 min) of met een 5 m vrije zone worden opgeslagen. In afwijking hier van is opslag in aparte vakken toegelaten indien deze stoffen niet hoger dan 1,80 m worden opgeslagen en indien het UN-goedgekeurde verpakking betreft (ADR schrijft voor deze verpakkingsgroep voor dat verpakkingen getest moeten zijn op een valhoogte van 1,80 m en dat de verpakking daarbij geen lekkage mag vertonen) en dat het vak waar deze stoffen zijn opgeslagen zodanig moet zijn gekenmerkt dat de medewerkers zich extra bewust zijn van de gevaren. Voor de overige giftige stoffen is het gewenst om, waar mogelijk, vakscheiding aan te houden met stoffen van klasse 3.
De kans op domino-effecten bij gasflessen is niet uitgesloten, maar de kans hierop is gering. Om die reden is voorschrift 3.12 uitgezonderd voor de opslag van gasflessen en is er ook geen noodzaak voor het plaatsen van gasflessen met verschillende inhoud in gescheiden vakken of compartimenten. Dit is mede gebaseerd op TNO-rapport: 2006-A-R0140/B.
Bij calamiteiten met gasflessen bestaat in principe de mogelijkheid op domino-effecten. Als er sprake is van fragmentatie dan kan elke gassoort een domino-effect veroorzaken tot op relatief grote afstand. Overigens is de trefkans door een fragment van een cilinder gering wat, ook geldt voor het vrijkomen van gevaarlijke stof uit de getroffen cilinder. De domino-effecten worden voornamelijk veroorzaakt door verhitting van naastgelegen gasflessen (wanneer de warmtestraling hoog genoeg is lang genoeg duurt en koeling niet plaatsvindt). Dit kan dus ook bij brandbare gassen onderling. De enige maatregel hiertegen is koeling wat veelal moet geschieden door de brandweer. Hierom gaat de voorkeur uit naar een buitenopslag en moet de locatie goed bereikbaar zijn (paragraaf 6.1).
In voorschrift 6.2.13 is opgenomen dat gasflessen die gevuld zijn met gassen met gelijksoortige eigenschappen, bij elkaar moeten worden opgeslagen. Dit is echter uitsluitend bedoeld om de kans op verwisseling bij gebruik te voorkomen en het bevorderen van het optreden bij calamiteiten en sluit dus niet uit dat verschillende soorten gassen dicht bij elkaar worden opgeslagen.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 107 VAN 125
D.3 Methoden om scheiding van gevaarlijke stoffen te realiseren
In bovenstaande tabel worden drie scheidingsniveaus genoemd.
Opslag van te scheiden stoffen in aparte vakken (V) zal in het algemeen alleen mogelijk zijn indien er sprake is van een opslagvoorziening voor meer dan 10 000 kg. Voor het begrip vak gelden de overeenkomstige voorschriften uit hoofdstuk 4 (maximaal 300 m², onderlinge afstand 3,5 m). Te scheiden stoffen mogen dus wel in dezelfde opslagvoorziening aanwezig zijn, maar moeten in aparte vakken worden opgeslagen. Indien geen vakken kunnen worden gerealiseerd (wat vaak het geval zal zijn bij opslagvoorzieningen kleiner dan 10 000 kg), moet opslag in een apart brandcompartiment plaatsvinden, m.a.w. een aparte opslagvoorziening.
Indien gescheiden opslag noodzakelijk is (B) kan dit worden gerealiseerd door de te scheiden stoffen op te slaan in aparte delen van een vak. Scheiding binnen een vak kan worden gerealiseerd door een vrije afstand van ten minste 2 m of door een opslag een andere klasse gevaarlijke stoffen over een breedte van ten minste 2 m waarmee wel gezamenlijke opslag is toegelaten. Deze vorm van scheiding zal in het algemeen in opslagvoorzieningen voor meer dan 10 000 kg worden toegepast (zie ook voorschrift 4.3.1). Ook kan scheiding worden gerealiseerd door de te scheiden stoffen op te slaan in aparte lekbakken. Deze methode zal in het algemeen worden gerealiseerd in opslagvoorzieningen tot 10 000 kg.
Tenslotte kan scheiding worden gerealiseerd door de te scheiden stoffen op te slaan in aparte brandcompartimenten of door een stof op te slaan in een apart deel van een brandcompartiment dat aan drie zijden is afgescheiden door een muur met een brandwerendheid van ten minste 30 min. Het betreft hier de met een a aangeduide situaties in bovenstaande tabel.
Opmerking: Indien de beoordeling van stoffenscheiding tot onoverkomelijke problemen leidt, kan ook worden gekozen voor het systeem om producten met verschillende gevaarseigenschappen (etiketten) in aparte opslagvoorzieningen op te slaan. Deze systematiek is echter niet mogelijk voor bijtende stoffen met etiket nr. 8 wegens het feit dat die zowel zuur als basisch kunnen reageren; voor deze groep stoffen behoort altijd te worden beoordeeld of ze onderling niet aan de criteria zoals vermeld in paragraaf 3.12 voldoen.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 108 VAN 125
Bijlage E Eisen aan brandveiligheidsopslagkasten
Tabel E.1 — Eisen aan brandveiligheidsopslagkasten
Overeenkomstig NEN 2678 NEN-EN-14470-1 Type 30
NEN-EN-14470-1 Type 60
NEN-EN-14470-1 Type 90
Brandwerendheid 40 min veiligheidsperiode
30 min 60 min 90 min
Max. hoeveelheid (L)
150 150 250 250
Opslag van Gevaarlijke stoffen Behorende tot de ADR-klassen:
2a, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 , 9 en
3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 , 9 en CMR-
2a, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 , 9 en
2a, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 , 9 en
CMR-stoffen CMR-Stoffen CMR-stoffen CMR-stoffen
Klasse 5.2 conform PGS 8 b
Klasse 5.2 conform PGS 8 b
Klasse 5.2 conform PGS 8 b
Klasse 5.2 conform PGS 8 b
Compartimentering Kan plaatsvinden door het plaatsen van de verschillende categorieën stoffen in afzonderlijke lekbakken. Voor iedere te compartimenteren categorie moet er een lekbak aanwezig zijn
Kan plaatsvinden door het plaatsen van de verschillende categorieën stoffen in afzonderlijke lekbakken. Voor iedere te compartimenteren categorie moet er een lekbak aanwezig zijn.
Kan plaatsvinden door het plaatsen van de verschillende categorieën stoffen in afzonderlijke lekbakken. Voor iedere te compartimenteren categorie moet er een lekbak aanwezig zijn.
Kan plaatsvinden door het plaatsen van de verschillende categorieën stoffen in afzonderlijke lekbakken.Voor iedere te compartimenteren categorie moet er een lekbak aanwezig zijn.
a Klasse 2: Voor zover spuitbussen. b Tenzij wordt voldaan aan hoofdstuk 9.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 109 VAN 125
Bijlage F Brandbeveiligingsinstallaties: kenmerken en parameters
F.1 Inleiding
F.1.1 Algemeen
In deze bijlage zijn de brandbeveiligingsinstallaties beschreven die momenteel als stand der techniek worden beschouwd voor opslagvoorzieningen voor verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. In de inleiding zijn de van belang zijnde kenmerken en parameters toegelicht. Niet elk brandbeveiligingsinstallatie is geschikt voor alle categorieën gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Beperkingen in de toepassing zijn in de ontwerpnorm vastgelegd. De brandblussende of brandbeheersende prestaties van dergelijke brandbeveiligingsinstallaties zijn aan de hand van genormaliseerde testmethodieken (bijv. de CEN/ISO/UL-brandproeven) vastgesteld door een daartoe geaccrediteerde certificatie-instelling. Voor brandbeveiligingssystemen zijn dit vooralsnog VdSZ, LPCB, FM, UL. In principe kunnen nieuwe blussystemen of blustechnieken worden geaccepteerd voor toepassing in een opslagvoorziening voor verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen, indien aan navolgende voorwaarden is voldaan:
a) Er moet voor de vaststelling van de blussende werking op specifieke stoffen een genormaliseerde testmethodiek vastgelegd zijn, en de test moet door een daartoe geaccrediteerde instelling zijn uitgevoerd.
b) Er moet voor het systeem een (internationaal) geaccepteerde ontwerpnorm voor de beoogde blustechniek bestaan. Dit kunnen voorschriften zijn van bijv. ISO, CEN, NFPA, FM Global, LPCB/ BRE, VdS of CEA.
c) Berekenings- en ontwerpfactoren moeten door van expliciete testen vastgelegd zijn. d) Van voornoemde testen moeten rapportages beschikbaar zijn.
In PGS 14 zijn de verschillende type installaties verder uitgewerkt. PGS 14 kan als handvat gebruikt worden.
Het systeem 'droog blussysteem met lokale brandweer' is in deze bijlage niet meer behandeld. In het algemeen kan worden gesteld dat met name vanwege de vereiste aanrijtijden voor de brandweer niet meer zonder meer kan worden voldaan aan de randvoorwaarden die voor een dergelijk systeem zouden moeten gelden. In voorkomende gevallen is het van belang dat bevoegd gezag, bedrijf en lokale brandweer in gezamenlijk overleg nagaan of er bijzondere omstandigheden zijn waarmee snelle aanrijtijden gegarandeerd kunnen worden.
F.1.2 Bluswateropvangcapaciteit
Bij de berekening van de bluswateropvangcapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen de nominale bluswateropvangcapaciteit en de werkelijke bluswateropvangcapaciteit. De nominale bluswateropvangcapaciteit is de capaciteit, die op grond van het brandbeveiligingsinstallatie, het blusmiddel en de eventuele vakindeling wordt berekend. De werkelijke bluswateropvangcapaciteit is de vereiste fractie van de nominale bluswateropvangcapaciteit, die afhankelijk is van het beschermingsniveau en de aard van de opgeslagen stoffen en de verpakking. Het type brandbeveiligingsinstallatie bepaalt hoeveel bluswater moet worden opgevangen. De capaciteit moet worden berekend aan de hand van de bij de brandbestrijdingssystemen vermelde parameters, waarbij bij de meeste systemen wordt uitgegaan van een vanuit de PGS 15 opgelegde fictieve blustijd of ruimtevulling, die af kan wijken van de blustijd op basis van de gehanteerde ontwerpnorm van de brandbeveiligingsinstallatie.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 110 VAN 125
F.1.3 Vakindeling en veiligheidsfactoren
Afhankelijk van de wijze waarop vakindeling is uitgevoerd moet voor de oppervlakte waarop de bluswateropvangcapaciteit wordt gedimensioneerd, een veiligheidsfactor worden gehanteerd. De redenen hiervoor zijn dat brandoverslag naar een ander vak niet is uit te sluiten en een blussysteem in een ander vak onnodig in werking kan treden. De veiligheidsfactoren zijn:
a) vak aan vier zijden omgeven door wanden en deur: factor 1; b) vak aan drie zijden omgeven door wanden en aan één zijde een gangpad: factor 2; c) vak aan twee of meer zijden omgeven door gangpaden: factor 3.
De grondslag van de berekening van de nominale bluswateropvangcapaciteit is het vermenigvuldigen van de blustijd met de sproeidichtheid en de te blussen oppervlakte. Afhankelijk van de wijze waarop de vakindeling is gerealiseerd, moet voor de te blussen oppervlakte een veiligheidsfactor in rekening worden gebracht. Zie onderstaande formule.
vos b tn bB
waarin:
Bn is de nominale bluswateropvangcapaciteit;
bt is de blustijd [min] conform PGS 15;
s is de sproeidichtheid of doseersnelheid, in l/min/m2 conform de ontwerpnorm;
ob is de blusoppervlakte, in m2;
v is de veiligheidsfactor indien toepasbaar, afhankelijk van compartimentering.
De formule voor de berekening van de werkelijke bluswateropvangcapaciteit is
niw BfB
waarin:
Bw is de werkelijke bluswateropvangcapaciteit;
fi is de factor afhankelijk van beschermingsniveau en aard van de stof (zie paragraaf 4.6);
Bn is de nominale bluswateropvangcapaciteit.
Opmerking:
a) Voor blusgas, hi-ex installaties en voor het systeem ‘Bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen (binnenaanval)’ geldt een afwijkende bepaling van de bluswateropvangcapaciteit (zie onder kenmerken van deze systemen).
b) Het product ‘ob * v’ bedraagt ten hoogste het maximale sproeivlak van de brandbeveiligingsinstallatie. Het is namelijk niet reëel rekening te houden met een brand groter dan het maximale sproeivlak (dit zou betekenen dat er een verkeerde brandbeveiligingsinstallatie is aangelegd) én boven het maximale sproeivlak is ook de parameter ‘s’ onbepaald.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 111 VAN 125
F.1.4 Detectie en doormelding
Onafhankelijk van de gekozen brandbeveiligingsinstallatie is een doelmatig detectiesysteem alsmede een automatische doormelding naar de alarmcentrale van de overheids- of bedrijfsbrandweer of een daaraan gelijkwaardige voorziening noodzakelijk (zie ook voorschrift 3.2.9). Hierbij wordt opgemerkt dat een doormeldinstallatie, behorende bij een automatische sprinklerinstallatie, wordt beschouwd als doelmatig detectiesysteem.
Een doelmatig detectiesysteem moet een op het object afgestemd ontwerp hebben, daarbij gebruik makend van de specifieke kenmerken van de toe te passen detectietechniek en de te detecteren brandverschijnselen in de geprojecteerde omgeving.
F.1.5 Blustijd
De blustijden die als parameter bij de verschillende systemen zijn genoemd, geven geen indicatie over de werkelijk te verwachten duur van een brand dan wel de effectiviteit van de brandbestrijding. De vermelde blustijden zijn fictief en dienen uitsluitend om de gewenste bluswateropvangcapaciteit te dimensioneren.
Een automatisch werkende brandbeveiligingsinstallatie moet na inwerkingtreding na een bepaalde tijd handmatig worden afgesloten. In de regel zal dit tijdstip worden bepaald door de lokale brandweer. De brandweer moet zich in de ontwerpfase reeds verdiepen in de wijze hoe kan worden geconstateerd of de automatisch blusinstallatie mag worden uitgezet. Met andere woorden of de brand geblust is. Dit kan bijv. bij een hi-ex installatie een inspectieluik zijn in het dak van de opslagvoorziening.
In verband met aanrijtijd en beoordelingstijd is het noodzakelijk, er rekening mee te houden dat alvorens het brandbeveiligingsinstallatie kan worden uitgezet een termijn van 30 min kan verstrijken. De meeste brandbestrijdingssystemen (zoals bijv. sprinkler- en delugesystemen) moeten op basis van de ontwerpnorm al langer dan 30 min continu automatisch kunnen functioneren, zodat hieraan vanzelf wordt voldaan. Bij andere systemen (zoals bijv. de hi-ex systemen) wordt vanuit de ontwerpnorm toegelaten automatisch intermitterend te functioneren gedurende meer dan 30 min, zodat op deze wijze ook invulling wordt gegeven aan het 30 min criterium. Hi-ex installaties vragen om een standtijd van 60 min, te realiseren door bijv. intermitterend schuimen.
F.1.6 Rook en warmte afvoerinstallatie
Een rook- en warmteafvoerinstallatie is een samenstel van apparatuur, dat ertoe dient om in geval van brand vanaf een bepaald tijdstip de afvoer van rook en hete verbrandingsgassen in een bepaalde (aangenomen) hoeveelheid door rook- en warmteafvoer luiken in het dak zeker te stellen.
Bij bepaalde brandbestrijdingssystemen heeft dit een positieve invloed op de effectiviteit van de brandbestrijding hetgeen leidt tot een geringere blustijd. Voor bepaalde brandbestrijdingssystemen is de aanwezigheid van een rook- en warmteafvoerinstallatie zelfs noodzakelijk. Voorwaarde is dat eerst de brandbeveiligingsinstallatie aanspreekt alvorens de rookluiken worden geopend. Er zijn echter ook brandbeveiligingsinstallaties waarbij het gebruik van een rook- en warmteafvoerinstallatie niet is toegelaten.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 112 VAN 125
F.1.7 Buitenopslag
Indien er sprake is van een buitenopslag zonder overkapping, is als detectiesysteem uitsluitend een detectiesysteem op basis van vlammenmelders nog toepasbaar. Hiermee wordt systeem 8 (bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen) uitvoerbaar. Als automatische brandbeveiligingsinstallatie kan daar een delugesysteem aan worden toegevoegd, al zal dit betekenen dat een aanzienlijke hulpconstructie temidden van de buitenopslag noodzakelijk is, om het delugesysteem te kunnen monteren. Hiermee worden de automatische deluge-installatie, automatische monitorinstallatie en bedrijfsbrandweer met handbediende deluge-installatie in principe uitvoerbaar.
Indien er sprake is van een buitenopslag met overkapping, zijn (uiteraard) bovengenoemde systemen eveneens mogelijk. Door de overkapping wordt het ook mogelijk detectie systemen op basis van temperatuurmeting toe te passen. Als brandbeveiligingsinstallatie is het ook mogelijk een automatische sprinklerinstallatie toe te passen. Dit systeem wordt dan als droog of pre-action systeem uitgevoerd, waardoor het leidingnet pas met water (of water/schuim mengsel) wordt gevuld als er daadwerkelijk brand wordt gedetecteerd. Kleine sprinklersystemen mogen ook als antivriessysteem worden uitgevoerd.
Bij het (eventueel) toepassen van schuimvormend middel moet extra aandacht worden besteed aan de opslag, dan wel aan voldoende voorraad op mobiele apparatuur. Schuimvormende vloeistof is afhankelijk van type bestand tegen vorst (meestal tot -15 ºC). Vorstvrije opslag is niet per se noodzakelijk, wel moet aandacht zijn besteed aan watervoerende delen.
Geschiktheid brandbeveiligingsinstallatie voor verschillende categorieën gevaarlijke stoffen
Elke brandbeveiligingsinstallatie moet zodanig worden ontworpen dat een brand van de desbetreffende opgeslagen gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen adequaat kan worden bestreden. Dit vereist speciale aandacht voor het type goederen dat wordt opgeslagen. Geen van de brandbeveiligingsinstallaties is geschikt voor alle categorieën gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. De effectiviteit van brandbestrijding verschilt per systeem en is daarenboven afhankelijk van de soort opgeslagen gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen. Elke ontwerpnorm, behorend bij een bepaalde brandbeveiligingsinstallatie, geeft inzicht en eisen met betrekking tot de opgeslagen goederen en de wijze van opslag. De meeste ontwerpnormen maken hiertoe gebruik van een eigen goederenclassificatie. Het is dus van belang de opgeslagen goederente classificeren op basis van de goederenclassificatie van de desbetreffende ontwerpnorm. Uitsluitend op deze wijze kunnen de ontwerpspecificaties van een brandbeveiligingsinstallatie goed worden vastgesteld. Het is evenzeer van belang deze vertaalslag eenduidig en traceerbaar vast te leggen in het UPD.
Soms is het reëler vast te leggen welke stoffen bij een bepaald brandbeveiligingsinstallatie niet mogen worden opgeslagen. Ook hier geldt dat de ontwerpnorm in nagenoeg alle gevallen daar stringente regels voor bevat en ook dit aspect moet in het UPD eenduidig en traceerbaar worden vastgelegd. Het verdient aanbeveling om dit ook in de vergunning als voorschrift op te nemen. Door deze materie in het UPD vast te leggen en door inspecties de brandbeveiligingsinstallatie en de daarbij behorende opslag van goederen periodiek te toetsen aan dit document, wordt de kwaliteit van de totale brandbeveiliging gewaarborgd.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 113 VAN 125
F.2 Overzicht toepasbare brandbestrijdingssystemen bij beschermingsniveau 1
F.2.1 Algemeen
Bij de keuze van een brandbeveiligingsinstallatie zijn een groot aantal aspecten van belang zoals de aard van de stoffen die zullen worden opgeslagen, de afmetingen van de opslagvoorziening, de wijze van opslag en de opslaghoogte, de locatie van het gebouw, mogelijkheden voor bluswateropvang, benodigde bouwkundige voorzieningen, bestaande voorzieningen, investeringskosten. In het overzicht in deze bijlage wordt een aantal kenmerken van brandbestrijdingssystemen gepresenteerd.
N.B Onder kenmerken van een aantal systemen staat ook een minimale brandwerendheid vermeld. Het aantal minuten dat op die plekken is vermeld wordt minimaal nodig geacht om de werking van het brandbeveiligingsinstallatie te garanderen. De in de voorschriften van PGS 15 opgenomen WBDBO-eisen kunnen leiden tot een hogere brandwerendheid van bouwdelen dan die nodig zijn voor de werking van de installaties. In alle gevallen is de hoogste waarde maatgevend.
F.2.2 Automatische sprinklerinstallatie (gesloten sprinklers)
Principe: Een wijd vertakt met water gevuld en onder druk staand leidingnet is voorzien van sproeikoppen (sprinklers). Elke sprinkler wordt gesloten gehouden door een warmtegevoelig element. Indien dit element te warm wordt, zal het bezwijken, waarna water uit de sprinkler zal stromen.
Beperkingen in toepassing:
a) het systeem is sterk afhankelijk van soort goederen en type opslag; b) er zijn opslagconfiguraties denkbaar ( naar de huidige inzichten) die niet met sprinklers zijn
te blussen (bijv. de combinatie van grote kunststof verpakking en (licht)ontvlambare vloeistoffen);
c) de ontwikkeling in sprinklerbeveiliging wordt bepaald door grootschalige testen. Dit kan in de toekomst leiden tot beperkingen en uitbreidingen van het toepassingsgebied van sprinklerinstallaties.
Kenmerken:
a) te allen tijde temperatuurdetectie; als blusmiddel kan water of water met schuimtoevoeging (middel of zwaar) worden toegepast;
b) maximale oppervlakte van de opslagvoorziening is 2 500 m2; c) het systeem verlangt geen bijzondere bouwkundige voorzieningen ten aanzien van de
WBDBO vanuit de opslagvoorziening naar de omliggende ruimten en de buitenruimte; d) bij inwerkingtreding van de sprinklerinstallatie wordt alleen de oppervlakte onder de door de
brand geactiveerde sprinklers besproeid; e) een automatische rook- en warmteafvoerinstallatie mag niet worden toegepast; f) indien brandbare vloeistoffen worden opgeslagen en geen geschikte vakindeling is
aangebracht, geldt een maximale oppervlakte van de opslagvoorziening van 800 m².
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 114 VAN 125
a) de bluswateropvangcapaciteit moet worden gedimensioneerd op de nominale minimale sproeidichtheid en het maximale sproeivlak, inclusief de nominale capaciteit van eventuele stellingsprinklers conform de ontwerpnorm;
b) de bluswateropvangcapaciteit kan worden gereduceerd door vakindeling; afhankelijk van de wijze van vakindeling moet een veiligheidsfactor worden gehanteerd;
c) zowel voor water als voor schuim geldt een sproeidichtheid zoals vereist in de ontwerpnorm;
d) de bluswateropvangcapaciteit moet worden gedimensioneerd op 60 min; e) met eventuele nablustijd behoeft geen rekening te worden gehouden.
F.2.3 Automatische deluge-installatie
Principe: Een wijd vertakt leidingnet is voorzien van open sproeikoppen (sproeiers). Het leidingnet wordt voorzien van water op basis van een brandalarm van een automatische brandmeldinstallatie, waarna water uit alle sproeiers tegelijk zal stromen. De installatie kan ook van sectie-afsluiters worden voorzien.
Kenmerken:
a) alle detectiemethoden zijn toepasbaar, mits aan de norm wordt voldaan; b) als blusmiddel kan water of schuim (zwaar of AFFF) worden toegepast; c) maximale oppervlakte van de opslagvoorziening is 2 500 m2; d) het systeem verlangt geen bijzondere bouwkundige voorzieningen ten aanzien van de
WBDBO vanuit de opslagvoorziening naar de omliggende ruimten en de buitenruimte; e) bij inwerkingtreding van de installatie wordt een gehele sectie (aantal en grootte afhankelijk
van ontwerp) besproeid, het sproeioppervlak wordt door de grootte van de sectie (vak) bepaald;
f) indien brandbare vloeistoffen worden opgeslagen en geen geschikte vakindeling is aangebracht, geldt een maximale oppervlakte van de opslagvoorziening van 800 m² en moet de bluswateropvangcapaciteit worden gedimensioneerd op het totale oppervlak van de opslagvoorziening.
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
a) de bluswateropvangcapaciteit moet worden gedimensioneerd op de nominale minimale sproeidichtheid en het sproeivlak van de sectie(s);
b) indien een sectie volledig bouwkundig is gescheiden van andere secties, behoeft geen veiligheidsfactor te worden gehanteerd;
c) zowel voor water als voor schuim geldt een sproeidichtheid zoals vereist in de ontwerpnorm;
d) de bluswateropvangcapaciteit moet worden gedimensioneerd op 60 min; e) met eventuele nablustijd behoeft geen rekening te worden gehouden.
F.2.4 Automatische blusgasinstallatie
Principe: Een ruimte wordt gevuld met blusgas op basis van een brandalarm van een automatische brandmeldinstallatie, waardoor de brand dooft door zuurstofverdringing of chemische beïnvloeding van de brandreactie en/of koeling, afhankelijk van het toegepaste blusgas.
Beperkingen in toepassing:
a) de opslagvoorziening moet voldoende gasdicht zijn; b) opgeslagen stoffen dicteren de blusgasconcentratie.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 115 VAN 125
Kenmerken:
a) snelle detectiemethode toepassen; b) als blusmiddel mogen alle blusgassen worden toegepast; c) toepasbaar in ruimten met een oppervlakte van ten hoogste 2 500 m2; d) de brandwerendheid van deuren, wanden en plafonds vanuit de opslagvoorziening naar de
omliggende ruimten en de buitenruimte moet overeenkomen met de WBDBO-eis die in de ontwerpnorm of het UPD is vastgelegd, maar ten minste 30 min bedragen;
e) een rook- en warmteafvoerinstallatie mag niet worden toegepast.
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
bij een blusgassysteem hoort geen bluswateropvang, tenzij het scenario voorziet in nablussing met water, dan gelden de volgende parameters:
a) de benodigde bluswateropvangcapaciteit wordt uitsluitend bepaald door de nablustijd (nabluscapaciteit is 800 l/ min) gedurende 60 min;
b) vakindeling geeft geen reductie op de benodigde bluswateropvangcapaciteit; c) in verband met eventuele kernbranden en daarop mogelijk volgende herontsteking moet
rekening worden gehouden met een nablustijd van ten minste 20 min. De standtijd moet ten minste 30 min bedragen in verband met de aanrijtijd van de brandweer.
F.2.5 (Semi-) Automatische monitorinstallatie
Principe: Vast opgestelde water / schuim kanonnen rondom een in de buitenlucht gesitueerde opslagvoorziening (vatenpark en dergelijke), die in een automatisch heen en weer gaande beweging de opslagvoorziening besproeien met als doel de brand te controleren of te blussen.
Beperkingen in toepassing:
a) opgeslagen stoffen moeten met water of schuim kunnen worden geblust; b) uitsluitend toepasbaar bij een in de buitenlucht gesitueerde opslagvoorziening, waarbij als
criterium voor buitenopslag geldt dat de opslagvoorziening rondom moet kunnen worden aangesproeid;
c) personeel moet getraind zijn in het gebruik van de installatie.
Kenmerken:
a) als detectiemethoden zijn alleen warmtebeeld camera’s of UV/IR melders toepasbaar in combinatie met een 24 uurs bemande controlekamer of volledig geautomatiseerd;
b) als blusmiddel kan water of zwaar schuim worden toegepast; c) maximale oppervlakte van de opslagvoorziening is 2 500 m², sproeipatroon van alle
kanonnen samen bedekt de gehele opslagvoorziening; d) watertoevoer wordt automatisch of handmatig op afstand aangestuurd. Watertoevoer moet
voldoende capaciteit hebben om minimaal twee kanonnen gelijktijdig in werking te hebben; e) de kanonnen sproeien in een automatisch heen en weer gaande beweging van de
kanonnen volgens een vast patroon; f) het systeem verlangt geen bijzondere bouwkundige voorzieningen, afstand tot belendingen
te bepalen met een warmtestralingberekening; g) bij inwerkingtreding van de installatie wordt een sectie (omvang afhankelijk van ontwerp,
doch nooit kleiner dan een vak ) besproeid, het sproeioppervlak is gelijk aan de grootte van de sectie;
h) indien stoffen van klasse 3 worden opgeslagen en geen geschikte vakindeling is aangebracht, geldt een maximale oppervlakte van 800 m² en moet de bluswateropvangcapaciteit worden gedimensioneerd op de totale oppervlakte van de opslagvoorziening.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 116 VAN 125
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
a) de bluswateropvangcapaciteit moet worden gedimensioneerd op de nominale minimale sproeidichtheid en het sproeivlak van een sectie(s);
b) indien een sectie volledig bouwkundig is gescheiden van andere secties, behoeft geen veiligheidsfactor te worden gehanteerd;
c) zowel voor water als voor schuim geldt een sproeidichtheid zoals vereist in de ontwerpnorm;
d) de bluswateropvangcapaciteit moet worden gedimensioneerd op 60 min; e) met eventuele nablustijd behoeft geen rekening te worden gehouden.
F.2.6 Automatische hi-ex outside-air installatie
Principe: Na activering door een automatische brandmeldinstallatie wordt een opslagvoorziening volgeschuimd. De benodigde lucht om schuim te vormen, wordt van buitenaf aangezogen. Om verstikking te bewerkstelligen moet de brand door het schuim kunnen worden ingekapseld.
Beperkingen in toepassing:
a) niet alle stoffen kunnen worden opgeslagen (zie norm); b) ruimte moet voldoende dicht zijn.
Kenmerken:
a) snelle detectiemethode toepassen; b) als blusmiddel wordt licht schuim toegepast, expansievoud 500 tot 1 000; c) maximale oppervlakte van opslagvoorziening is 2 500 m²; d) de brandwerendheid van deuren, wanden en plafonds vanuit de opslagruimte naar de
omliggende ruimten en de buitenruimte moet ten minste 30 min bedragen; e) bij inwerkingtreding van de installatie wordt een gehele ruimte overeenkomstig de
ontwerpnorm binnen de vereiste tijd (vastgesteld in de NFPA 11) tot het vereiste niveau volgeschuimd;
f) de toepassing van een luchtafvoerinstallatie (bijv. dakluiken) is noodzakelijk; g) outside-air-schuimgeneratoren, waarbij de lucht die gebruikt wordt om het schuim te
maken, van buiten het gebouw wordt aangezogen.
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
a) de doseersnelheid van het water/schuimmengsel moet worden bepaald aan de hand van de totale inhoud van de opslagvoorziening en het verschuimingsgetal van de desbetreffende schuimsoort waarbij als uitgangspunt het vereiste schuimniveau in de ruimte overeenkomstig de ontwerpnorm wordt gehanteerd;
b) de bluswateropvangcapaciteit bedraagt drie (ruimte)vullingen (volume berekend vanuit de afmetingen van de opslagvoorziening);
c) vakindeling geeft geen reductie op de benodigde bluswateropvangcapaciteit.
F.2.7 Automatische hi-ex inside-air installatie
Principe: Na activering door een automatische brandmeldinstallatie wordt een opslagvoorziening volgeschuimd. De benodigde lucht om schuim te vormen wordt van binnen aangezogen. Om verstikking te bewerkstelligen moet de brand door het schuim kunnen worden ingekapseld.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 117 VAN 125
Beperkingen in toepassing:
a) niet alle goederen kunnen worden opgeslagen; b) de opslagvoorziening moet voldoende dicht zijn; c) afhankelijk van de gepleegde opslag kan het systeem gevoelig zijn voor
verbrandingsproducten en rook;
de NFPA 11 met bijbehorend memorandum 61 gaat uitvoerig op de beperkingen in.
Testen van de kwaliteit van het schuimvormend middel
Aangetoond moet worden dat het toegepaste schuim kan worden gevormd onder zware condities. De testmethodiek is vastgelegd in brief IBP 31195002 van 31.1.1995 (Ministerie VROM). De testopzet voor deze grootschalige test moet ten minste worden voorgelegd aan onderzoeksinstituten zoals het RIVM (Centrum Externe Veiligheid en Vuurwerk) of het NIBRA. Tevens moet de uitvoering van de test in overleg met deze instanties hebben plaatsgevonden.
Kenmerken:
a) snelle detectiemethode toepassen; b) als blusmiddel wordt een goedgekeurd schuimconcentraat toegepast, expansievoud
conform NFPA 11, dat bestand is tegen zuur en kan worden gevormd met zeer agressieve verbrandingsgassen;
c) maximale oppervlakte van opslagvoorziening is 2 500 m²; d) de brandwerendheid van deuren, wanden en plafonds van de opslagruimte naar de
omliggende ruimten en de buitenruimte moet ten minste 30 min bedragen; e) bij inwerkingtreding van de installatie wordt een gehele ruimte overeenkomstig de
ontwerpnorm binnen de vereiste tijd tot het vereiste niveau volgeschuimd; f) de toepassing van een rook- en warmteafvoerinstallatie is niet toegelaten; g) schuimgeneratoren moeten zijn opgesteld in de te beveiligen ruimte.
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
a) de doseersnelheid van het water/schuimmengsel moet worden bepaald aan de hand van de totale inhoud van de opslagvoorziening en het verschuimingsgetal van de desbetreffende schuimsoort waarbij als uitgangspunt het vereiste schuimniveau in de ruimte overeenkomstig de ontwerpnorm wordt gehanteerd;
b) de bluswateropvangcapaciteit bedraagt drie (ruimte)vullingen (volume berekend vanuit de afmetingen van de opslagvoorziening);
c) vakindeling geeft geen reductie op de benodigde bluswateropvangcapaciteit.
F.2.8 Bedrijfsbrandweer met handbediende deluge-installatie
Principe: Een wijd vertakt leidingnet is voorzien van open sproeikoppen (sproeiers). Het leidingnet wordt door de bedrijfsbrandweer voorzien van water, nadat de bedrijfsbrandweer is gealarmeerd op basis van een brandalarm van een automatische brandmeldinstallatie. Na aansluiting door de bedrijfsbrandweer zal er water uit alle sproeiers tegelijk stromen. De installatie kan ook van sectie afsluiters worden voorzien.
Beperkingen in toepassing:
a) toepassing om grote opslag (tanks) te koelen tegen brand van buitenaf; b) door afhankelijkheid van brandweer is deze uitvoering van een deluge-installatie traag en
daarom niet geschikt voor opslag van brandbare vloeistoffen.
Kenmerken:
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 118 VAN 125
a) alle detectiemethoden zijn toepasbaar, mits aan de norm wordt voldaan; b) als blusmiddel kan water of schuim (middel of zwaar) worden toegepast; c) maximale oppervlakte van opslagvoorziening is 2 500 m²; d) de brandwerendheid van deuren, wanden en plafonds vanuit de opslagvoorziening naar de
omliggende ruimten en de buitenruimte moet 30 min bedragen; e) bij inwerking treden van de installatie wordt een gehele sectie (aantal en grootte afhankelijk
van ontwerp) besproeid, het sproeioppervlak wordt door de grootte van de sectie (vak) bepaald;
f) een bedrijfsbrandweer met de mensen en middelen zoals op basis van het uitgewerkte scenario 'brand in de PGS15 loods' in het bedrijfsbrandweerrapport is vastgesteld;
g) indien brandbare vloeistoffen worden opgeslagen en geen geschikte vakindeling is aangebracht, geldt een maximale oppervlakte van de opslagvoorziening van 600 m², en moet de bluswateropvangcapaciteit worden gedimensioneerd op de totale oppervlakte van de opslagvoorziening.
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
a) de bluswateropvangcapaciteit moet worden gedimensioneerd op de nominale minimale sproeidichtheid en het sproeivlak van de sectie(s);
b) indien een sectie volledig bouwkundig is gescheiden van andere secties, behoeft geen veiligheidsfactor te worden gehanteerd;
c) zowel voor water als voor schuim geldt een sproeidichtheid zoals vereist in de ontwerpnorm;
d) de bluswateropvangcapaciteit worden gedimensioneerd op 40 min; de toepassing van een rook- en warmteafvoerinstallatie geeft een reductie van 5 min op de blustijd;
e) met eventuele nablustijd behoeft geen rekening te worden gehouden.
F.2.9 Bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen (binnenaanval)
Principe: Bedrijfsbrandweer blust zelf, daartoe gealarmeerd door en automatische brandmeldinstallatie.
Beperkingen in toepassing:
Bestrijding is afhankelijk van menselijke inzet. De ruimte moet dus wel bij brand kunnen worden benaderd en betreden, wat beperkingen met betrekking tot aard en omvang van de opslag met zich mee kan brengen.
Kenmerken:
a) een snelle detectiemethode moet worden toegepast (geen temperatuurdetectie); b) als blusmiddel kan water of schuim (middel of zwaar) worden toegepast; c) maximale oppervlakte van opslagvoorziening is 1 500 m²; d) de opslagvoorziening moet zijn verdeeld in vakken van ten hoogste 300 m²; e) de brandwerendheid van deuren, wanden en plafonds vanuit de opslagvoorziening naar de
omliggende ruimten en de buitenruimte moet 60 min bedragen; voor een bestaande opslagvoorziening is 30 min voldoende;
f) de toepassing van een rook- en warmte-afvoerinstallatie is noodzakelijk; g) een bedrijfsbrandweer met de mensen en middelen zoals op basis van het uitgewerkte
scenario 'brand in de PGS15 loods' in het bedrijfsbrandweerrapport is vastgesteld; h) indien brandbare vloeistoffen worden opgeslagen en geen geschikte vakindeling is
aangebracht, geldt een maximale oppervlakte van de opslagvoorziening van 300 m², en moet de bluswateropvangcapaciteit worden gedimensioneerd op de totale oppervlakte van de opslagvoorziening.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 119 VAN 125
Parameters voor het vaststellen van de bluswateropvangcapaciteit:
a) de bluswateropvangcapaciteit in een opslagruimte die kleiner is dan 500 m² moet ten minste 100 m3 bedragen; indien de opslagruimte groter is dan 500 m² moet 10 m3 per 100 m² vloeroppervlakte extra bluswateropvangcapaciteit aanwezig zijn;
b) Toepassing van snellere detectiemethoden geeft 10 % reductie op de bluswateropvangcapaciteit.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 120 VAN 125
Bijlage G Overzicht normen brandbestrijdingsinstallaties
De onderstaande tabel geldt als illustratie en behoort indicatief te worden gehanteerd. Te allen tijde geldt dat normen van onder meer CEN, NEN, ISO, CENELEC en algemeen erkende voorschriften uitgegeven door instituten als NFPA, VdS, LPCB, DIN, CEA en FM kunnen worden gehanteerd. In de door het bevoegd gezag goed te keuren uitgangspunten voor de brandbeveiliging (UPD) moet worden vastgelegd welke normen van toepassing zijn.
Tabel G.1 — Uitleg afkortingen in bijlage G
CEA Comité Européen des Assurances
CEN Comité Européen de Normalisation
CENELEC Comité Européen de Normalisation Electrotechnique
DIN Deutsches Institut für Normung
FM Factory Mutual
ISO International Standard Organisation
LPCB Loss Prevention Certification Board
NEN Nederlands Normalisatie-instituut
NFPA National Fire Protection Association
VdS Vertrauen durch Sicherheit (v.m. Verband der Schadenversicherer)
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 121 VAN 125
Tabel G.2 — Informatieve tabel met normen voor brandbestrijdingssystemen
Brandbestrijdingssystemen Type
NEN(-EN)(-ISO) CEA NFPA standards codes
VdS FM Overige (uitgevende partij)
Automatische brandmeldinstallatie 2535 2095, 2496
Rook- en Warmte afvoerinstallatie (RWA) 6093, 6095,
12101 4020 204 2098
Automatische sprinklerinstallatie (evt met schuimbijmenging)
Ten behoeve van de opslag van standaard (basis) producten
12845, 12259 4001 13 2092 8-9, 2-8(N) VAS (NCP)
Ten behoeve van de opslag van brandgevaarlijke vloeistoffen
12845 30, 16 7-29 VAS (NCP)
Ten behoeve van de opslag van spuitbussen
12845 30B 7-31 VAS (NCP)
Automatische deluge-installatie (evt. schuimbijmenging)
15, 16, 11 2109 4-1(N)
Automatische monitorinstallatie (evt. met schuimbijmenging)
11, 24
Automatische blusgasinstallatie CO2 4007, 4019 12 2093 4-11(N) SVI publicatie ‘blusgasinstallaties, veiligheidsbepalingen’
Chemische blusgas 14520, 12094 2001 2381
Inerte blusgassen 14520, 12094 4008 2001 2380 4-9
Zie vervolg
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 122 VAN 125
Tabel G.2 (einde)
Brandbestrijdingssystemen Type
NEN(-EN)(-ISO) CEA NFPA standards codes
VdS FM Overige (uitgevende partij)
Hi-ex systeem Outside-air 11 4-3(N) Memorandum 48 (NCP)
Inside-air 11 4-3(N) Memorandum 48en 61(NCP),circulaire IBP 31195002 (VROM)
Bedrijfsbrandweer artikel 31 Wet op de veiligheidsregio’s
Opmerking:
a) Schuimvormend middel moet aantoonbaar geschikt zijn voor het betrokken risico. b) Van de toe te passen normen behoort de meest recente uitgave te worden toegepast. c) Waar van toepassing wordt in de meeste ontwerpnormen verwezen naar productnormen en onderhoudsnormen. d) Voor hoge opslag van goederen in verpakking en toepassing van een delugesysteem moet naast NFPA 15 en/of 16 de NFPA 13 en/of 30 worden toegepast.
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 123 VAN 125
Bijlage H Overzicht van veel voorkomende gassen (niet limitatief)
Tabel H.1 geeft geen complete opsomming van alle gassen, maar een overzicht van de meest voorkomende gassen.
Tabel H.1 — Overzicht meest voorkomende gassen
UN
-NU
MM
ER
Ben
am
ing
en
bes
chri
jvin
g
Cla
ssif
icat
iec
od
e
Eti
kett
en
Verpakking
Keu
rin
gsi
nte
rva
l
in ja
ren
Fle
sse
n
Fle
sse
n-
Bat
teri
jen
Cry
oh
ou
der
s
1001 ACETYLEEN, OPGELOST 4F 2.1 X - 10
1006 ARGON, SAMENGEPERST 1A 2.2 X - 10
1072 ZUURSTOF, SAMENGEPERST 1O 2.2 + 5.1 X - 10
1049 WATERSTOF, SAMENGEPERST 1F 2.1 X - 10
1046 HELIUM, SAMENGEPERST 1A 2.2 X - 10
1013 KOOLDIOXIDE (KOOLZUUR) 2A 2.2 X - 10
1066 STIKSTOF, SAMENGEPERST 1A 2.2 X - 10
1070 DISTIKSTOFOXIDE (LACHGAS) 2O 2.2 + 5.1 X - 10
1971 METHAAN, SAMENGEPERST OF AARDGAS SAMENGEPERST (met hoog methaan gehalte)
1F 2.1 X - 10
1962 ETHYLEEN (ETHEEN) 2F 2.1 X - 10
1002 LUCHT, SAMENGEPERST 1A 2.2 X - 10
1060
MENGSELS VAN METHYLACETYLEEN EN PROPADIEEN, GESTABILISEERD (Mapp, Apachi, Tetreen)
2F 2.1 X - 10
1956
SAMENGEPERST GAS, N.E.G. (Argon/koolzuur gasmengsel, Argon/koolzuur/zuurstof gasmengsel, Stikstof/waterstof gasmengsel, Stikstof/koolzuur gasmengsel, Stikstof/argon gasmengsel, Stikstof/zuurstof gasmengsel)
1A 2.2 X - 10
1954
SAMENGEPERST GAS, BRANDBAAR, N.E.G. (Stikstof/waterstof gasmengsel, Argon/waterstof gasmengsel)
1F 2.1 X - 10
Zie vervolg
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 124 VAN 125
Tabel H.1 (einde)
UN
-
NU
MM
ER
Ben
am
ing
en
bes
chri
jvi
ng
Cla
ssif
icat
ieco
de
Eti
kett
en
Verpakking
Keu
rin
gsi
n
terv
al
in ja
ren
1965
MENGSELS VAN KOOLWATERSTOFGASSEN, VLOEIBAAR GEMAAKT, N.E.G. (mengsel C, propaan)
2F 2.1 X - 10/15
1965
MENGSELS VAN KOOLWATERSTOFGASSEN, VLOEIBAAR GEMAAKT, N.E.G. (Mengsel A0, A02, A01 of A, butaan)
2F 2.1 X - 10/15
1005 AMMONIAK, WATERVRIJ 2TC 2.3 + 8 X - 5
1040
ETHYLEENOXIDE OF ETHYLEENOXIDE MET STIKSTOF (tot een druk van ten hoogste 1 Mpa bij 50º C)
2TF 2.3 + 2.1 X - 5
3156 SAMENGEPERST GAS, OXIDEREND, N.E.G. (mengsel zuurstof/lachgas)
1O 2.2 + 5.1 X - 10
1014 MENGSEL VAN ZUURSTOF EN KOOLDIOXIDE, SAMENGEPERST
1O 2.2 + 5.1
X - 10
1033 DIMETHYLETHER (DME) 2F 2.1 X - 10
1977 STIKSTOF, STERK GEKOELD, VLOEIBAAR
3A 2.2 - X 10
1073 ZUURSTOF, STERK GEKOELD, VLOEIBAAR
3O 2.2 + 5.1
- X 10
1951 ARGON, STERK GEKOELD, VLOEIBAAR
3A 2.2 - X 10
3159 1,1,1,2-tetrafluorethaan (koelgas R 134 A)
2A 2.2 X - 10
3337 Pentafluorethaan, 1,1,1-trifluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan (koelgas R 404 A)
2A 2.2 X - 10
1078 1,1,1-trifluorethaan en 1,1,1,2,2-pentafluorethaan (koelgas R 507)
2A 2.2 X - 10
1078 1,1,1,2,2-pentafluorethaan en difluormethaan (koelgas R 410 A)
2A 2.2 X - 10
3340 Difluormethaan en pentafluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan (koelgas R 407 C)
2A 2.2 X - 10
OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN
PGS 15:2011 VERSIE 1.1 (DECEMBER 2012) - PAGINA 125 VAN 125
Bijlage I Samenstelling PGS-team
Deelnemer Organisatie
De heer Eddy Alders VNO-NCW
De heer Marius van Alphen VNCI
De heer Sjaak Beers VKCN
Mevrouw Paula Bohlander PGS projectbureau
De heer Wim Derksen IPO
De heer Rene Entken VNCW
Mevrouw Linda van Gaalen VHCP
De heer Luciën Govaert VNCW
Mevrouw Astrid de Haes TLN
De heer Rikkert Hansler Ministerie van SZW (RIVM)
De heer Louis van der Hoeven MKB-Nederland
De heer Gerrit Jonkers VVVF
Mevrouw Saskia Kamphuis NVBR
De heer Macco Korteweg Maris VNCI
De heer Jeffrey Kruis VNG
De heer Wim Mak, agendalid TNO
De heer Hans Martens VFIG
De heer Dré Mevissen VHCP
De heer Wilco Nellen Gemeente Eindhoven
De heer Walter Oudshoorn Infomil/Agentschap NL
De heer Piet Pasveer Op eigen titel
De heer Robbert Plarina PGS projectbureau
De heer Hans Razenberg, agendalid NVZ
De heer Conno de Ruijter Agrodis
De heer Johan Scholtanus NAV
De heer Peter Stoffer Deltalinqs
De heer Lex Wagemaker Milieudienst DCMR