NRC artikel over stage school Gomarus2

Post on 01-Dec-2015

43 views 3 download

description

Hier kun je nog echt je christelijke zelf zijn

Transcript of NRC artikel over stage school Gomarus2

Hier kun je nog echt je christelijke zelf zijnDoor Monique de Knegt

In het fietsenhok verruilenmeisjes in een handomdraai debroek voor een decente rok.Nog even een laatste blik op de

smartphone en ze kunnen met eengerust hart het schoolgebouw betre-den. De telefoon komt pas weer te-voorschijn na schooltijd. Gebruikenze ’m eerder, dan wordt hij ingeno-men. De eerste keer een dag, de twee-de keer een week en daarna de restvan het schooljaar.

Een groepje meisjes haast zichnaar de toiletten. In razend tempoworden broeken opgeborgen, harengeborsteld en deo’s uitgewisseld.Niemand die een diep uitgesnedentruitje draagt. Dat is om aandachtvragen, vinden de meiden. Onder-weg naar de Gomarus zijn ze soms altwee christelijke scholen voorbij ge-fietst. Geen optie. „Hier ben je geenbuitenbeentje. Iedereen respecteertje. Op een andere middelbare schoolzou ik vanwege mijn rok eerder wor-den uitgescholden voor refo. En alsvriendinnen uitgaan moet ik zeggendat ik niet mag. Hier voel ik methuis”, zegt Nelleke (15).

Weinig meisjes verlangen naar eenbroek. „Een rok hoort. Dan kan debuitenwereld ook zien dat je christenbent.” Ze hebben alleen moeite metde voorgeschreven lengte: op deknie. Bij tijd en wijlen wordt dat ge-controleerd. „Dan staan er overal do-centen en trekken wij snel de rok eenstuk naar beneden. Soms is dat nietgenoeg en moet je een schoolrok aan.

Op middelbares ch o o l

De Gomarus inGorinchem staat

de Bijbel centraal.De identiteit van

de 1.700leerlingen wordt

b e wa a k t ,gekoesterd en

verstevigd. „Eenleven zonder Godis in principe een

heel zwart gat.”

Sommige scholieren moeten meer dan 20 kilometer fietsen naar school. Leerlingen roken na school, net buiten het hek. Op het schoolplein is roken verboden.

Leerlingen van de reformatorische scholengemeenschap Gomarus in Gorinchem, na de pauze op wegnaar de klas. Foto’s Ilvy Njiokiktjien

Hier kun je nog echt je christelijke zelf zijnDat is écht erg.” De laatste rokcontro-le is een half jaar geleden, het textielis zoetjesaan weer opgetrokken tothalverwege het bovenbeen.

Onverwacht lesuitval. Twee leer-lingen rennen de garderobe uit naarbuiten. Op weg naar de moskee, palnaast de school. Hier kunnen ze stie-kem een sigaretje roken en YouTube-filmpjes bekijken. Terwijl de leerlin-gen zich buiten school laven aan degrenzeloze taal van internet, lakt deleescommissie binnen bastaardvloe-ken zoals ‘jeetje’ weg uit de vader-landse literatuur. Richtlijn zijn detien geboden. Boeken met veel seks,vloeken, moord en doodslag komende mediatheek niet in. Wolkers is‘porno’, De ontdekking van de hemel va nMulisch ‘puur godslasterlijk’.

Als een gebod wordt overtreden,maar de thematiek van een roman issterk en het taalgebruik rijk, danwordt het boek soms toch behan-deld. „Soms zijn vloeken functio-neel”, vertelt docente NederlandsJ. Kreijkes. „Maar dan lakken we zewel weg. Ik vind dat zelf ook prettig.Dan word je er tegen beschermd.” Ineen zeldzaam geval knipt de lees-commissie een hele pagina uit eenboek. De censuur is geen dode letter.De vloeken worden oprecht ervaren„als een belediging van God, die zogoed voor ons is”, zegt algemeen di-recteur C. Flikweert.

Hoe dichter bij het heden, hoemeer godslastering en buitensporigeen buitenechtelijke seksualiteit, is deervaring van docente NederlandsJ. de Wildt. De periode na 1945 komt

alleen in de examenklas aan de orde.„Zo hebben we Knielen op een bed violenbesproken toen het in de mode was.De moderne literatuur omvat maareen kleine periode. Zo vernieuwendis die niet in thematiek. Het is meervan hetzelfde.”

Tonio van A.F. Th. van der Heijdenheeft ze na honderd pagina’s dicht-geslagen: „Zo leeg.” Haar collegaC. de Leeuw vindt het daarentegenzo’n meesterwerk qua compositie enstijl, dat ze het 6 vwo niet wil onthou-den. In razend tempo leest ze de leer-lingen de hoofdstukken voor die zevoor hen heeft gekopieerd. „Hetboek staat stampvol vloeken. Bijnaalle geboden worden gebroken. Godbestaat niet of alleen in een vloek. Deschrijver zoekt naar een verklaringvoor de dood van zijn zoon, maarvindt als ongelovige geen troost bijGod. Als je wilt voelen wat niet-chris-tenen voelen, dan moet je dit boek le-zen. Een leven zonder God is in prin-cipe een heel zwart gat.”

Een lesdag begint met gebed, eenbijbeltekst en het zingen van eenpsalmvers. Alle leerlingen van de eer-ste klas vmbo-basis vouwen de han-den en bidden met gesloten ogen. Ie-

Twee tienen

De Gomarusscholengemeen-schap is één van de zeven re-formatorische scholen in hetvoorgezet onderwijs. De Bijbelstaat er centraal. De school telt1.700 leerlingen en gooit hogeogen op de scholenlijst die on-derwijssocioloog Jaap Dron-kers jaarlijks in de Volkskrantpubliceert. Zowel het vwo alsde afdeling vmbo-basis is be-oordeeld met een 10.

De directie ziet hierin Godshand. Zij hoopt niet dat degoede beoordeling leerlingenen docenten van andere ge-zindten zal aantrekken. Alge-meen directeur C. Flikweert:„Deze school heeft geen mis-sionair karakter maar een ge-sloten toelatingsbeleid.” Ou-ders en docenten moeten deDrie Formulieren van Enigheid(de Nederlandse geloofsbelij-denis, de Heidelbergse cate-chismus en de Dordtse Leer-regels) ondersteunen.

Hier weten zij zich veilig, onderelkaar. De jongens en geroktemeisjes reizen dagelijks vanheinde en verre naar de refor-matorische scholengemeen-schap in Gorinchem. Bevlogendocenten, computerfilters, cen-suur en regels houden moder-niteiten zo veel mogelijk buitende deur. Na half vier schakelenveel jongeren moeiteloos overnaar de wereld van popmuziek,televisie en film.

dereen zingt mee. De oude bijbeltek-sten blijven levend doordat docentenze vertalen naar het leven van alle-dag. Docent J. Benschop vertelt overAbraham die meerdere vrouwen had.„Maar mensen maken fouten. Ze zijnzondig .” Hij benadrukt dat een hu-welijk is bedoeld voor één vrouw enéén man. Als door een wesp gestokensteekt Bert zijn hand op. „En hoe zithet dan met homo’s en lesbi’s?” B en-schop: „Het praktiseren van homo-seksualiteit wijzen wij op grond vande Bijbel af, maar de persóón niet.”Bert: „Maar die gevoelens heeft deHeere ze toch gegeven?” B enschop:„Gevoelens van homofilie kunnenaanleg zijn, maar kunnen ook ont-staan door ontwikkeling. Bijvoor-beeld als je opgroeit in een eenouder-gezin.” Directeur Flikweert zegt„dat het hebben van homoseksuelegevoelens een gegeven is en dat hetontstaan ervan niet relevant is. Hetgaat erom dat homoseksuele leerlin-gen zich veilig weten binnen des ch o o l . ”

Wiskunde is wiskunde en Duitsgewoon Duits. Maar in vakken zoalsNederlands, godsdienst en maat-schappijleer wordt de identiteit be-waakt, gekoesterd en verstevigd. Endat is nodig, weet docent godsdienstJ. Grandia. „Ik heb het gevoel dat ersteeds minder begrip is voor hetchristendom en religie in het alge-meen. Kijk naar de koopzondagen,de discussies over ritueel slachten.Ook op microniveau zie ik minderbegrip. Meisjes die worden nageroe-pen omdat ze een rok dragen.”

E en leerling tij dens de les beeldende vorming.

De laatsterokcontrole isalweer een halfjaar geleden

Grandia heeft de taak leerlingenvan de brugklas tot 6 vwo „meer apo-logetisch toe te rusten”. „Je hebt eenboodschap als christen en je ervaarteen kloof met de wereld. Als christenheb je de neiging om in je schulp tekruipen. Ik wil leerlingen kennis envaardigheden geven om zich te ver-weren.”

Leonard (17, 5 havo) voelt zich ge-sterkt door de lessen. „Hier ben iknog onder gelijkgezinden, maar ikwil bij de politie. Dan moet ik goedkunnen uitleggen waar ik voor sta,en waarom. Ik wil ook andere visieskunnen bestrijden. Zo weet ik dat deislam een christelijke dwaling is. OpYouTube bekijk ik nu een serie Ame-rikaanse filmpjes waarin wordt uit-gelegd wat er niet klopt aan de evolu-tietheorie.” De theorie is uitgebreidaan de orde geweest bij biologie. On-der leiding van Grandia bereidenleerlingen van 5 havo zich nu voor opeen ontmoeting met de ‘ongelovigethomassen’ van het plaatselijk gym-nasium verderop in de stad.

Met de begrippenatheïsten en agnostenkunnen de leerlingengoed uit de voeten.

De eerste groep is kortzichtig, demens is te beperkt om zeker te kun-nen weten dat God niet bestaat. Ag-nosten nemen vooral een risico. „Steldat christenen gelijk hebben, dankun je niet tegen God op zijn troonzeggen: sorry, ik heb me vergist. Kanik nog terug om toch te geloven?Je bent dan voor eeuwig verloren.

Geloven is logischer en veiliger.”Tot zover voelen de leerlingen zich

zeker. Het wordt stil als ze in het kortmoeten uitleggen dat er een God is.Grandia biedt de helpende hand:„God is onveranderlijk in tijd, altijdaanwezig, eeuwig en overal. God isonbeperkt, overstijgt mensen. Godweet ook alles.” De klas zucht. „Datgeloven ze nooit.” Kees wordt eenbeetje zenuwachtig voor de ontmoe-ting met de gymnasiasten. „Het ismoeilijk uitleggen als je het zelf nogniet zo begrijpt dat hij overal is. Me-neer, wanneer legt u uit waar Godwas in Auschwitz?”

In de ‘Nacht van de Geschiedenis’heeft de school onlangs een heleavond stilgestaan bij de Holocaust.Volgende week krijgt de klas vanKees les over de verschrikkingen inde Tweede Wereldoorlog, die niet ge-zien worden als straf van God, maarals ‘het werk van de duisternis’.

Een leven zonder God is voor veelleerlingen onvoorstelbaar. Als zetwijfelen, dan is het niet aan het be-staan van God, maar of ze wel of nietbekeerd zijn. Hebben zij hun zondendaadwerkelijk de rug toegekeerd enstaat hun leven nu in het teken vanHem? Dan kan de relatie met God,die sinds de zondeval van Adam enEva is verbroken, weer worden her-steld en wacht een eeuwig leven. „Ikdenk niet dat ik al bekeerd ben”, zegteen 15-jarige leerlinge zorg en wel-zijn. Ze begaat nog wel zonden, zegtze. „Vloeken en roddelen.”

Vervolg G o m a ru s : pagina 26