Naar multidisciplinaire op sterkte gebaseerde strategieën ... · psychiatrische zorg, vb. een...

Post on 21-Jan-2021

3 views 0 download

Transcript of Naar multidisciplinaire op sterkte gebaseerde strategieën ... · psychiatrische zorg, vb. een...

Naar multidisciplinaire

op sterkte gebaseerde strategieën

voor wetsovertreders met een

psychiatrische stoornis

Promotoren:

Tom Vander Beken (RE)

Kurt Audenaert (GE)

Freya Vander Laenen (RE)

Wouter Vanderplasschen (PP)

Stijn Vandevelde (PP)

Eric Broekaert (PP)

Geconcerteerde OnderzoeksActie (GOA)

2

Universiteit Gent, drie faculteiten

1. Faculteit rechtsgeleerdheid – vakgroep strafrecht en criminologie

2. Faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen – vakgroep

orthopedagogiek

3. Faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen – vakgroep psychiatrie en

medische psychologie

Vijf deelstudies, gemeenschappelijke focus

1. Wetsovertreders met een psychiatrische problematiek

2. Sterktegerichte benadering

3

Project A: Capacitate

Rechten en bekwaamheden van

wetsovertreders met een

psychiatrische stoornis

Doctoranda: A.E. (Els) Schipaanboord

Promotor: Prof. dr. Tom Vander Beken

Co-promotor: Prof. dr. Eric Broekaert

Achtergrond• Mentally ill offenders in het strafrecht: mentally ill or

offender?

• Veroordelingen Europees Hof voor de Rechten van de

Mens (EHRM)

• Schendingen van verscheidene mensenrechten

• Dialectiek gedragswetenschappen en rechtsgeleerdheid?

-Medisch versus sociaal model?

-Mentally ill, mentally disabled, psychosocial

disabled, patient?

5

Probleemstelling

• Wijze van omgaan met mentally ill offenders

in het strafrecht?

• Verhouding vigerend beleid ten aanzien van

mensenrechten en patiëntenrechten?

6

Doelstelling

De rechtspositie van wetsovertreders met een

psychiatrische stoornis in overeenstemming

brengen met fundamentele basisrechten en hen

juridisch meer bekwaam maken om te

participeren in beslissingen over henzelf.

7

Centrale onderzoeksvraag

Op welke wijze dient er vanuit Internationaal en

Europees perspectief in het strafrecht om te

worden gegaan met wetsovertreders met een

psychiatrische stoornis in het licht van een

strengths-based benadering?

8

Deelvragen• Juridisch kader: wetgeving, jurisprudentie &

rechtsleer

-Strafrecht

-Mensenrechten

-Patiëntenrechten

• Internationaal & Europees niveau

• Implementatie in België, Nederland, Engeland &

Wales

• Vulnerable defendants9

10

Internationaal & Europees kader

Human Rights Strengths-Based

Mentally ill offenders

Vulnerable defendants Patients’ Rights

Stelsel na implementatie

Interne & externe rechtsvergelijking

BelgiëBelgië NederlandNederlandEngeland &

Wales

Engeland &

Wales

Conclusies en aanbevelingen

11

• Waardige bejegening mentally ill offenders in het

strafrecht

• Conformeren van hun juridische positie aan de

vereisten op Internationaal en Europees niveau

• Juridisch meer bekwaam maken te participeren in

beslissingen over henzelf

• Ontwikkelen werkbare guideline voor de praktijk

Eerste bevindingen

• Toepasselijkheid VN-Verdrag inzake de Rechten

van Personen met een Handicap (VPRH)

• Dialoog gedragswetenschappen en

rechtsgeleerdheid

- Medisch en sociaal model

• Bartlett et al (2007): Mental disability

- Intellectual disabilities

- Difficulties related to mental health12

Eerste bevindingen

Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering

van personen (B.S. 09.07.2014)

“Eindelijk een echte nieuwe en goede wet op de

internering?”

13

Contact SpeakerEls Schipaanboord

t. +32 9 264 97 05

f. +32 9 264 69 71

e. Els.Schipaanboord@UGent.be

Faculteit rechtsgeleerdheid

Vakgroep strafrecht en criminologie

IRCP

Ghent University

Universiteitstraat 4

B – 9000 Ghent

www.ircp.org

14

De ontwikkeling van een strengths-based procedure voor de psychiatrische expertise

Doctoranda: Ciska Wittouck

Promotor: Prof. Dr. Kurt Audenaert

Co-promotor: Prof. dr. Tom Vander Beken

Project B: Assessment

Probleemstelling

• Psychiatrisch deskundigenverslag– Structurele knelpunten

– Inhoudelijk knelpunten(Brand & Diks, 2001; Cosyns & Casselman, 2005; De Clercq & Vander Laenen, 2013; Grondahl, 2005; Vandevelde et al., 2011)

• Invloed op betrokken stakeholders

16

Wetsovertreder• Procedurele rechtvaardigheid (PJ) (Lind & Tyler, 1988; Lind, Kanfer &

Earley, 1990)

– Neutraliteit– Stem– Bevestiging– Respect– Betrokkenheid– Informatie

• Invloed op reactie (Tyler & Blader, 2003)

18

19

Professionelen• Deskundige

– Gebruik gestandaardiseerde risicotaxatie beperkt (Declercq, 2011)

– Zelden gebruik strengths-based instrumenten (Declercq, 2011)

• Actoren CJS & HV– Besluitvorming op basis van mogelijks niet-kwaliteitsvolle

en onvolledige verslagen– Justitieel systeem: interneringsmaatregel en

uitvoeringsmodaliteiten (Cosyns et al., 2008; De Smet, 2009; van Koppen et al., 2002)

– Hulpverlening: doorverwijzing en intakegesprek (forensisch) psychiatrisch zorgcircuit (Brendel & Glezer, 2010; Dillen, 2006)

20

Doelstelling• Toepassing sterkte-perspectief op psychiatrisch

deskundigenverslag• RNR-model (Andrews & Bonta, 2010) - Good Lives Model (Ward & Brown, 2004)

– Responsiviteit• Via concept procedure rechtvaardigheid

– Kwaliteit bejegening• Stem, bevestiging � actieve rol, erkenning

– Kwaliteit ‘beslissing’• Neutraal, respect, betrokkenheid � includeren van beschermende

factoren

21

Onderzoeksvraag 1

• Ervaring wetsovertreders met een psychiatrische problematiek mbt PJ, gevolgen, aanbevelingen?– Interneringsmaatregel

• Gevangenis

• Hulpverlening (ambulant en residentieel)

– Veroordeling• Gevangenis

• Alternatieve afhandeling (ambulant en residentieel)

22

Onderzoeksvraag 2• Deel 1: Ervaring professionelen, gevolgen, aanbevelingen?

– Deskundigen– Rechters– Procureurs– Advocaten– CBM– Hulpverleners

• Deel 2: Invloed inhoud verslag op opdracht en beslissingsproces professionelen?

23

24

Contact SpeakerCiska Wittouck

t. +32 9 264 97 05f. +32 9 264 69 71

e. Ciska.Wittouck@UGent.be

Faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen Vakgroep psychiatrie en medische psychologie

25

Project C: Desist

Desistance bij wetsovertreders met een

psychiatrische problematiek

Doctoranda: Sofie Van Roeyen

Promotor: Prof. dr. Freya Vander Laenen

Co-promotor: Prof. dr. Eric Broekaert

Probleemstelling1) Desistance

= stopproces weg van criminaliteit

a. starten > stoppen (Laub & Sampson, 2001)

bijna iedereen stopt (Blumstein, Cohen, Roth, & Visher, 1986)

factoren ≠ (Shapland, 2014)

b. “daders”

> specifieke groep

~ druggebruikers (Colman & Vander Laenen, 2012)

c. psychiatrische problematiek

desistance + GGZ = 0

complex, chronisch & acuut

≠ beschermende factoren (Bouman, de Ruiter, & Schene, 2010)

sterktes

recovery 27

28

2) Dominante risicobenadering

a. what works en RNR

risicomanagement SRB

gebrek: welzijn & behandelingsnoden daders (Ward & Maruna, 2007)

culture of control (Garland, 2001)

b. tegenwicht: GLM

sterktes (Ward & Maruna, 2007)

desistance centraal

> (strafrechtelijke) interventies (Maruna, Immarigeon, & Lebel, 2004)

c. ! psychiatrische problematiek

gevaarlijkheid (Goethals, 1991)

risico > psychiatrische problematiek

� groot # SRB (Lamb, Weinberger, & Gross, 2004; Vandevelde, Soyez,

Vander Beken, De Smet, Boers, & Broekaert, 2011)

Onderzoeksdoel

29

1) Academische doelstelling

Inzicht verwerven in elementen die wetsovertreders met een psychiatrische

stoornis belangrijk vinden in hun proces van stoppen met plegen van criminaliteit

2) Praktische doelstelling (Maso & Smaling, 2004)

~ academische doelstelling

a. onderzoekspopulatie

stem geven

good practices?

b. werkveld

bevorderen elementen

hervalpreventie (Laub & Sampson, 2001)

desistance-gefocust werken (McNeill, 2003)

ondersteunende HV (Fenton, 2013)

Centrale onderzoeksvragen

30

• Centrale OZ-vraag: Welke elementen identificeren personen met

een psychiatrische problematiek als belangrijk in hun proces waarin

men stopt met het plegen van criminaliteit?

• Welke elementen (micro, meso en macro) worden door de

onderzoekspopulatie geïdentificeerd?

• Hoe vullen zij deze elementen in?

• Welk gewicht kennen zij toe aan die elementen?

• Welke good practices vanuit het strafrechtsysteem, de GGZ, het AWW, …

die bijdragen tot deze elementen identificeren verdachten/daders met

een psychiatrische problematiek?

Uitgangspunten

31

1) Statisch dynamischevent stopproces

resultaat = einde criminele carrière

(Bushway, Piquero, Broidy, Cauffman, & Mazerolle, 2003)

2) Op sterktes gebaseerd

capaciteiten (Farral & Maruna, 2004)

3) Personal desistance

= alternatieve conceptualisering ‘desistance’

traditioneel: sociaal wenselijk

inspiratie: recovery (Slade, Amering, & Oades, 2008; van der Stel, 2013)

32

Recovery Desistance GGZ criminologische

ook niet strafrechtelijke feiten strafrechtelijke feiten

betrokkene definieert … eindpunt = maatschappelijk bepaald

klinische recovery persoonlijke recovery

juridische desistance persoonlijke desistance

= abstinentie van = individueel ervaren en

criminele activiteit beleefd stopproces

~ positieve ervaringen

Strenghts-based

Active agents

Transformatieproces

Onderzoeksdesign

33

• Centraal: MIOvrije keuze (Magyar et al., 2012)

• Belevingsonderzoek subjectieve ervaringen

hoe & waarom desisten (Maruna, 2001)

• Knowledgeable agents (Giddens, 1999)

� Kwalitatief

� Subjecten (Weber, 2003)

• Drie fasen tussenmethoden-triangulatie

betrouwbaarheid ↗ (Flick, 2002)

Drie onderzoeksfasen

34

Mentally ill: wie?

35

A. Geïnterneerden, min 6m geïnterneerd

B. Ex-geïnterneerden, max 1j opgeheven

doelgerichte steekproef ~ heterogeniteit

1. zeven te onderscheiden deelgroepen:

- GI in gevangenis

- GI in FPC

- GI in residentiële FGGZ

- GI in ambulante FGGZ

- GI in residentiële GGZ

- GI in ambulante GGZ

- ex-GI

2. diverse psychiatrische problematieken

3. geslacht

4. leeftijd

Contact speaker & promotorProf. dr. Freya Vander Laenen

t. +32 9 264 69 47

f. +32 9 264 84 23

e. Freya.VanderLaenen@UGent.be

Contact researcherSofie Van Roeyen

t. +32 9 264 97 05

f. +32 9 264 69 71

e. Sofie.VanRoeyen@UGent.be

Faculteit rechtsgeleerdheid

Vakgroep strafrecht en criminologie

IRCP

Ghent University

Universiteitstraat 4

B – 9000 Ghent

www.ircp.org 36

Project D: Recover – Herstel

Evidence-based strategieën voor herstelgerichte

ondersteuning van delictplegers met een

psychiatrische problematiek

Doctoranda: Natalie Aga

Promotor: Prof. dr. Wouter Vanderplasschen

Co-promotor: Prof. dr. Freya Vander Laenen

1. Waarom?

- Beperkte beschikbare gegevens en informatie mbt de situatie

van delictplegers met een psychiatrische problematiek

- Deze groep heeft nood aan adequate behandeling en zorg

- De afwezigheid van de herstelgedachte zoals deze wordt

gedefinieerd vanuit de GGZ

2. Wat?

Conceptualisering van herstel:

2.1. Wat is herstel?

2.2. Herstel van delictplegers met een psychiatrische

problematiek

2.3. Belemmeringen

2.4. Eerste bevindingen

2.1. Wat is herstel?

- Individueel proces

- Veranderlijk in tijd

- Klinisch, functioneel, maatschappelijk en persoonlijk (=

motor) herstel (van der Stel, 2013)

- Sleutelbegrippen: hoop, empowerment, peer-support,

verantwoordelijkheid, belangenbehartiging, zelfbepaling

en levenskwaliteit (e.g. The Scottish Recovery Network, 2008)

- Centraal concept in GGZ-programma’s in UK, US,

Australië (Scott & Wilson, 2010)

- Herstelmodel komt onder druk te staan wanneer men dit

wil toepassen binnen forensisch-psychiatrische zorg

(Henagulph, McIvor, Clarke, 2012; Mezey, Kavuma, Turton, Demetriou & Wright,

2010; Viljoen, Nicholls, Greaves, de Ruiter & Brink, 2011; Dorkins & Adshead, 2011)

2.2. Herstel van delictplegers met een

psychiatrische problematiek

- ‘Offender recovery’:

“The subjective experience of coming to terms with having

offended, perceiving the need to change the personal

qualities that resulted in past offending -which also creates

the future risk of reoffending-, and accepting the social and

personal consequences of having offended.”

(Drennan & Alred, 2012)

- ‘Herstel’ impliceert een bewustzijn van de beschikbare

(post-diagnose) identiteiten, die tegemoet komen aan de

noden van de eigen leefwereld (O’Sullivan, Boulter & Black,

2013)

- ‘Herstel’ impliceert dat delictplegers met een psychiatrische

problematiek primaire actoren zouden moeten worden

binnen hun herstelproces

2.3. Hinderpalen (Mezey, Kavuma, Turton, Demetriou & Wright, 2010)

- Juridisch traject verhindert de mogelijkheid om zelf keuzes

te maken en controle te hebben over behandelings-

modaliteiten

- Binnen forensisch-psychiatrische zorg is het moeilijk om hoop

en optimisme te genereren en zelfzorg, autonomie en

onafhankelijkheid te promoten

- De therapeutische benadering vergt motivatie en confrontatie,

eerder dan het bevestigen of het aanvaarden van

maladaptieve patronen van gedrag en identiteit

- Dubbele stigmatisering: ‘gevaarlijk’ en ‘psychiatrisch

patiënt’

- De perceptie van ‘herstel’ door delictplegers met een

psychiatrische problematiek ~ therapietrouw

→ medicaZe nemen

→ moZvaZe tonen voor psychologisch werk

→ goede relaZe onderhouden met staff en medepaZënten

→ verblijf in een beveiligde omgeving an sich

- Kernelementen van herstel zijn meer problematisch en minder

betekenisvol voor delictplegers met een psychiatrische

problematiek die opgevolgd worden voor het plegen van

ernstige gewelddadige feiten

2.4. Eerste bevindingen

- (Forensisch) herstel vereist een nieuwe visie op forensisch-

psychiatrische zorg, vb. een verschuiving van ‘service-based’ naar

‘user-based care’ (Drennan & Alred, 2012)

- Een liaison tussen het klinische en het justitiële traject –tussen

zorg en controle- zou ontwikkeld moeten worden met het

faciliteren van herstel als doel

3. Evidence-based strategieën voor herstelgerichte

ondersteuning van delictplegers met een

psychiatrische problematiek: hoe identificeren?

1. Door obv een systematische review in de internationale

literatuur effectieve strategieën te identificeren die het

herstelproces initiëren, ondersteunen en behouden

2. Dmv diepte-interviews met geïnterneerden (n=80), ex-

geïnterneerden (n=20) en hun hulpverleners (n=20) nagaan

wat zij percipiëren als effectieve strategieën die herstel

initiëren, bevorderen en behouden

→ Rekrutering en onderzoekspopulatie cf. desistance

49

3. Door de effectiviteit van het Wellness Recovery Action Plan te

evalueren en door in kaart te brengen welk randvoorwaarden

hierbij van belang zijn

WRAP® (Copeland Centre, US): - Evidence-based

- Herstelgericht

- Peer-led

- Self-management

(e.g. Pratt, MacGregor, Reid & Given, 2013; Cook, Copeland, Jonikas, Hamilton, Razzano, Grey, Floyd, Hudson, Macfarlane, Carter &

Boyd, 2012; Scott & Wilson, 2010)

50

A. Kwantitatieve outcome studie: herstel, QoL-, welzijn en

criminologische indicatoren

Pre-meting

Natalie Aga and Sara Rowaert – 09 07 2014- Faculty of Psychology and Educational Sciences - Department of Special Education

WRAP®

n=50

6 maanden

12 maanden

TAU

n=50

6 maanden

12 maanden

B. Kwalitatieve outcome studie:

- Interviews met geïnterneerden die WRAP® (n=15) volgden,

betrokken professionals (n=15)

- Een inventaris maken van:

- ervaringen, percepties en verhalen van

geïnterneerden en het professionele netwerk

- de implementatievoorwaarden van WRAP® obv

deze verhalen en ervaringen

Contact SpeakerNatalie Aga

t. +32 9 331 03 11

e. Natalie.Aga@UGent.be

Faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen

Vakgroep orthopedagogiek

53

Project E: Include

De rol van het sociaal netwerk in het

herstelproces van een delictpleger met een

psychiatrische problematiek

Doctoranda: Sara Rowaert

Promotor: Prof. Dr. Stijn Vandevelde

Co-promotor: Prof. Dr. Kurt Audenaert

1. Theoretische achtergrond

1.1. Sociaal netwerk?

• Verschillende definities (Baars, Uffing, & Dekkers, 1990, p.11; McCann, 1993, p.1883)

• In dit onderzoek:

“alle personen in iemand zijn leven die een belangrijke

ondersteuningsbron zijn voor hem of haar”

• Bijv.: moeder, vader, broer, zus, partner, vrienden, straathoekwerker…

• Literatuur: voornamelijk ‘familie’ ipv sociaal netwerk

1.2 Psychiatrische patiënten: de beleving van het sociaal netwerk

• Objectieve en subjectieve lasten

• Praktische en emotionele stress

• Stigmatisering

• Coping en ondersteuningsbron

• Familiebetrokkenheid

• De rol van professionelen (-)

Negatief (-)(Marsh, & Johnson, 1997; Tsang et al., 2002; Lautenschlager et al.

2012; Schene et al., 2008; Thompson, & Doll, 1982)

Positief (+)(Marsh, & Johnson, 1997; Loukissa, 1995; Ewertzon et al.,

2010)

1.3 Delictplegers met een psychiatrische problematiek: de beleving van het sociaal

netwerk

• Delictplegers met een psychiatrische problematiek (geïnterneerden)

worden:

1) Opgesloten in een veilige omgeving (gevaar voor de maatschappij)

2) Hebben behandeling en zorg nodig (patiënten)

• Ervaren een dubbele last omdat de geïnterneerde (Nordström et al., 2006):

- Gediagnosticeerd is met een psychische problematiek

- Een delict heeft gepleegd

• Sociaal netwerk heeft ondersteuning nodig (Tsang, Pearson, & Yuen, 2002; Redlich et al., 2010)

Coping en ‘familiale’ krachten (Marsh, & Johnson, 1997; Lautenschlager, Kurz, & Cramer, 2013)

Gevolg: beperkte mogelijkheden hebben niet enkel invloed op de geïnterneerde, maar

ook op zijn/haar sociaal netwerk

(Tsang, Pearson, & Yuen, 2002, p.30)

Psychiatrische

problematiek

Delict

+

Rechtsprocedure

Stigma en

media

Gespecialiseerde diensten

In contact

komen met

politie

Symptoom specifieke lasten

Sociale lasten

Financiële lasten

Emotionele

lasten

2. Het onderzoek: hoe en wat?

2.1. Wat leren we uit vorig onderzoek over de noden en behoeften van het sociaal

netwerk van delictplegers met een psychiatrische problematiek?

• Systematisch literatuuronderzoek

• Doel: zoeken naar informatie over de ervaringen, noden en behoeften van

sociaal netwerkleden

• Topics:

- Mentally ill AND offenders

- Family (support, resilience, roles, coping …) OR caregiver

- Social (informal, personal…) network

2.2. Welke invloed heeft de geïnterneerde op zijn sociaal netwerk, wat zijn hun

ervaringen, noden en behoeften en wat is de visie van professionelen over dit

thema?

• Kwalitatieve studie

• Diepte-interviews met sociaal netwerkleden (n = 30 à 40)

• Focusgroepen met sociaal netwerkleden (n = 2)

• Focusgroepen met professionelen (n = 2)

2.3. Experimentele studie: wat is de invloed van een interventie op de

geïnterneerden en het sociaal netwerk?

• Kwantitatieve studie (n = 50/groep)

• Een interventie selecteren:

- Multiple Family Therapy?

- Family WRAP?

- Psycho-educatie sessies?

- …

• Vergelijken met een controlegroep

• Pre- en postmetingen met verschillende uitkomstvariabelen (stress, coping,

stigma…) = afhankelijk van systematisch literatuuronderzoek

• Studie uitwerken aan de hand van resultaten uit vorig onderzoek

2.4. Case studie: Hoe is en wordt het sociaal netwerk betrokken in het herstelproces

van een geïnterneerde?

• Kwalitatieve studie (n = 5 à 10)

• Personen uit de experimentele studie zullen meer intensief worden

gevolgd gedurende de interventieperiode

• Doel:

- Inzicht krijgen in hun dagelijks leven

- Te weten komen welke rol zij spelen in herstelproces

geïnterneerde

• Methode:

- Diepte-interviews

- Zelfregistratie methodieken (observaties en dagboeknotities)

Contact SpeakerSara Rowaert

t. +32 9 331 03 11

e. Sara.Rowaert@UGent.be

Faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen

Vakgroep orthopedagogiek

63