Post on 03-Feb-2022
© Auteursrechten voorbehouden
Technische Universiteit Eindhoven
Capaciteitsgroep Constructief Ontwerpen, sectie integratie
Eindhoven 2004
ISBN 90-6814-159-7
De afgelopen jaren hebben veel steden in Nederland een
nieuw theater of muziektempel laten bouwen. Veelal
noodzakelijk door het niet meer voldoen van de bestaande
accommodatie aan de eisen van deze tijd. Maar ook om het
culturele imago van de stad te versterken.
Een van deze nieuwe muziektempels is het MuziekGebouw
/ BIMhuis in Amsterdam.
Los van de persoonlijke betrokkenheid van ondergetekende
als Projectcoördinator voor de ontwerp- en realisatiefase van
dit project, heeft dit bijzondere gebouw zowel procesmatig
als bouwtechnisch zoveel interessante aspecten, dat het tot
onderwerp van het Projectencollege 2004 werd gekozen.
Het project omvat een bovenbouw met twee concertzalen
en een kantorenblok, die door een publieke hal met elkaar
verbonden worden. Deze bovenbouw is geplaatst op een
plint met facilitaire ruimten zoals repetitieruimten, kleedkamers
en een laad- en losplaats.
Onder het MuziekGebouw / BIMhuis ligt een ondergrondse
parkeergarage die zich uitstrekt over de hele Kop van de
Oostelijke Handelskade.
De architectenselectie vond plaats op basis van een prijsvraag
onder Nederlandse en buitenlandse architecten. Het
winnende ontwerp was van het Deense architectenbureau
3xNielsen uit Arhus, dat op basis hiervan een opdracht heeft
gekregen voor het maken van het architectonisch ontwerp.
Het project is prachtig gelegen op de Kop van de Oostelijke
Handelskade, en fungeert als landmark voor deze
gebiedsontwikkeling. Naast het Muziekgebouw / BIMhuis
komt een hotel, dat met zijn Oostgevel aansluit aan de
Passengers Terminal Amsterdam.
Het project bevat een aantal bijzondere ontwerpaspecten.
Stedenbouwkundig waren aan het ontwerp van het project
bijzondere eisen gesteld vanuit de situatie. De supervisor IJ-
oevers zag toe op de onderlinge samenhang van de
verschil lende gebouwontwerpen op een
gemeenschappelijke plint, en formuleerde randvoorwaarden
voor het exterieur van het ontwerp. Ook de inrichting van de
omgeving werd op plangebied niveau vastgesteld. Dit vereiste
een goede coördinatie tussen de verschillende ontwerpers
die in dit gebied actief waren.
Architectonisch interessant is de wijze waarop de publieke
hal de verschillende bouwvolumen met elkaar verbindt. De
twee concertzalen hebben hun eigen identiteit, zowel qua
interieur als exterieur, maar gaan met elkaar toch een dialoog
aan. De plint en de kap vormen een structurerend element in
de totale compositie. De materiaalkeuze is eerlijk en de
kleurstelling beheerst.
Vanuit de Milieudienst van de gemeente Amsterdam werden
hoge eisen gesteld aan de reductie van de milieubelasting.
Voor de koude en warmte voorziening van de gebouwen op
de Oostelijke Handelskade zijn koude- en warmtebronnen
aangebracht, waarop de lage temperatuur klimaatinstallaties
zijn aangesloten.
Afbouwtechnisch springt als eerste in het oog de bijzondere
glasgevel van de publieke hal. De programmatische ordening
van het gebouw en de structuur is door de ontworpen
glasgevel duidelijk afleesbaar. Het stoere karakter van de
VOORWOORD
art ist impressionart ist impressionart ist impressionart ist impressionart ist impression3xNielsen
schoonbeton wanden contrasteert op een subtiele wijze met
de strakke detaillering en de afwerking van vloeren, trappen
en bordessen.
Tot de constructieve uitdagingen behoort de doos-in-doos
constructie met hoge betonwanden van de concertzaal, de
bijna zwevende doosconstructie van het BIMhuis, en het
alzijdig uitkragende stalen dak.
Bouwfysisch interessant zijn de akoestische eisen gesteld
door de gebruikers van het gebouw (de Ijsbreker en het
BIMhuis). Met name de hoge eis ten aanzien van het maximale
achtergrondniveau van de installaties is uniek voor een
concertzaal: een waarde van 15 dB(A) mocht niet worden
overschreden. Maar ook de ligging langs het IJ en de
nabijheid van spoorwegen en verkeerswegen stelden hoge
eisen aan de geluidwerendheid van de gebouwschil. Dit
leidde tot doos-in-doos constructies voor verschillende
ruimten in het gebouw.
Bij een dergelijk muziekgebouw zijn het niet alleen de
gebouwinstallaties die van belang zijn, maar ook de
theatertechnische installaties. Bijzondere vermelding verdient
de beweegbare vloer in de grote concertzaal: hiermee kan
de zaal van een ‘klassieke’ concertzaal met 750 zitplaatsen
worden omgebouwd tot een muziekruimte met 1200
staanplaatsen. De nagalmtijd van de concertzaal kan
gewijzigd worden door een beweegbaar plafond.
Door de vorm en ligging van het gebouw (beperkt bouwterrein
aan het einde van de Oostelijke Handelskade) werden hoge
eisen gesteld aan de logistiek en veiligheid tijdens het
bouwproces. Daarnaast stelt de uitvoering van een
muziekgebouw, met zoveel partijen, bijzondere eisen aan de
organisatie van het bouwproces.
Het project vormt het dertiende projectencollege, een reeks
waarin tot nu toe het Imax gebouw en het gebouw voor
Nationale Nederlanden in Rotterdam, de uitbreiding van de
Tweede Kamer en het Stadhuis in Den Haag, de uitbreiding
van Schiphol, het hoofdkantoor van de Gasunie in Groningen,
de ArenA, New Metropolis en het hoofdkantoor van de ABN-
Amro bank in Amsterdam, het nieuwe gebouw voor de
faculteit Bouwkunde van de TU/e, het hoofdkantoor van de
ING bank in Amsterdam, en als laatste het Stadhuis Alphen
aan de Rijn zijn voorgegaan. Samen vormen zij een
interessant beeld van de manier waarop in deze tijd wordt
ontwikkeld, ontworpen, georganiseerd en gebouwd.
Bouwen is samenwerken, zowel in de ontwerp- als
uitvoeringsfase. Door de toenemende complexiteit van het
bouwproces en het gebouw zelf zijn diverse disciplines
ontstaan, met specialisten op een bepaald vakgebied:
architectuur, constructies, installaties, bouwfysica,
projectmanagement, uitvoering etc. Voor het tot stand komen
van een goed gebouw is een goede samenwerking van de
disciplines in een team noodzakelijk. Goede samenwerking
betekent: heldere, gemeenschappelijke doelstellingen
formuleren, (pro-)actief en flexibel zijn, wederzijds respect
tonen voor elkaar’s discipline, open en duideli jk
communiceren en een gezamenlijke verantwoordelijkheid
voelen voor het eindresultaat. Goede samenwerking leidt tot
integrale oplossingen en functioneel en kwalitatief goede
gebouwen.
Het Projectencollege laat aan de hand van een in aanbouw
zijnd project zien hoe het ontwerp en de uitvoering tot stand
is gekomen, hoe de samenwerking tussen de verschillende
disciplines is verlopen, hoe theorie en praktijk van elkaar
kunnen verschillen en hoe belangrijk de inbreng van alle
partijen is geweest op het uiteindelijke resultaat: het gebouw.
De kennis en ervaring opgedaan bij het Projectencollege
zullen voor de studenten in hun verdere loopbaan een
belangrijke basis vormen voor het werken in teamverband
aan de toekomstige gebouwde omgeving van Nederland.
De organisatie van het Projectencollege was dit jaar in
handen van Ir. Gerald Lindner. Met steun van student-assistant
Mark v.d. Boorn is hij erin geslaagd om van het
Projectencollege 2004 weer een succesvol project te maken.
Onontbeerlijk daarbij is de belangeloze medewerking van de
gastdocenten die op inspirerende wijze een bijdrage hebben
geleverd in woord en geschrift, en daarmee onze studenten
deelgenoot hebben gemaakt van hun ervaringen bij het
ontwerpen, organiseren, ontwikkelen en uitvoeren van een
project. Waarvoor onze dank.
Prof. Ir. Frans van Herwijnen
Voor meer informatie wordt verwezen naar de internetsite
http://www.bwk.tue.nl/projectencollege
INHOUDSOPGAVE
PROJECTCOÖRDINATIE 13ABT Projectmanagement, Arnheming. Frank Spaen
Inleiding 14Voorlopig Ontwerp 16Voorlopig Ontwerp plus (V.O.+) 18Definitief Ontwerp (D.O.) 20Bouwvoorbereidingsfase (BV) 21Slotopmerking 22Bijlagen 23
DIRECTIEVOERING 31ABT Bouwkunde directievoering, ArnhemIr. P.H.A. Klunder
Algemeen 32Wat is directievoering en toezicht 33Het proces 36De praktijk 41
ARCHITECTURE 473XNielsen A/S, Arhus, DenmarkKim Herforth Nielsen (partner in charge), Palle Holsting (project architect)Rasmus Holm, Torben Østergaard, Ole Østergaard, Uffe Bay-Schmidt, Flemming Christiansen & Eva Hard
Het Muziekgebouw/BIMhuis 48
INTERIEUR BIMHUIS 69De Vries Bouma architecten bv, Amsterdamir. Christian Bouma bnamedewerkers: Flavio Rocha Veras e Silva, Hélène van der Knaap
Interieur Bimhuis 70
CONSTRUCTIE 81ABT Bouwkunde constructie, DelftIr. H. Krijgsman
Inleiding 82Architectonisch ontwerp 84Functioneel ontwerp 84Concertzaal 86BIMhuis 90Kantoren 93De foyer en de gevel 95De luifel 96De parkeergarage 96Fundering 97Stabiliteit 101Brandveiligheid 102De uitvoering 104
THEATERTECHNIEK 109HWP Theateradvies bv, AmsterdamG. Borgdorff
De rol van de theateradviseur 110
INSTALLATIE ADVISEUR 119Royal Haskoning Nederland bv, Installatietechniek, Delfting. H. Besselink
Inleiding 120Installatie omvang 121Energievoorzieningen 121Klimaatregelinstallaties 124Sanitaire installatie 129Brandbeveiliging 130Electronische installaties 130Transportinstallaties 134
UITVOERING 139BAM nbm bouw, BAM Nelissen Van Egteren bv, AmsterdamJ.C.W. van Arnhem
Projectomschrijving 140Van calculatie tot contract 140Organisatie 143Uitvoeringsproces 146Maatvoering 149Uitvoering / Start werk 150Afbouw 158Slotwoord 161
INITIATIEF / GEBRUIKER 163Muziekcentrum de IJsbreker, AmsterdamJ. WolffInterview met Jan Wolff (24 min.) op DVD
BIJLAGEN 1671 locatie2 situatie3 noordgevel4 zuidgevel5 westgevel6 oostgevel7 kelder8 begane grond9 eerste verdieping10 tweede verdieping11 derde verdieping12 vierde verdieping13 vijfde verdieping14 dakplan15 langsdoorsnede16 langsdoorsnede17 doorsnede BIMhuis18 doorsnede BIMhuis19 dwarsdoorsnede20 dwarsdoorsnede21 doorsnede aansluiting BIMhuis22 facts sheet
14
Het MuziekGebouw / BIMHUIS (MGBA) is een uniek project.
Dit op de eerste plaats door de locatie, maar ook de functie
van het gebouw en de architectuur spelen hierbij een rol.
Kortom een project waar je maar eens in je leven mee in
aanraking “mag” komen. Hier zit natuurlijk ook meteen de
uitdaging in voor een dergelijk project. De locatie, een
landmark aan het IJ, is zodanig belangrijk voor Amsterdam
dat er ook een bepaalde uitstraling van het project verwacht
mag worden. Deze uitstraling stelt eisen aan de keuze van
de architect, het belang dat het Gemeentebestuur eraan
geeft, de voorbeeld functie die van een dergelijk project
uitgaat en de complexiteit van de bestemming van het project.
Sinds 1998 is ABT als adviseur van de voormalig gedelegeerd
opdrachtgever AEF bij het MGBA betrokken. In 1999 kreeg
ABT van de huidig gedelegeerd opdrachtgever drs. J.H.
Gerson, directeur van het Gemeentelijk Havenbedrijf
Amsterdam de opdracht om de projectcoördinatie op zich te
nemen.
In dit stuk willen we niet nader ingaan op basisbegrippen ten
aanzien van projectcoördinatie en procesmanagement,
hierover is meer dan voldoende literatuur beschikbaar, maar
meer een opsomming geven van de opgedane ervaringen
binnen het project MGBA. Dit aan de hand van de
processtappen van het initiatief tot de uitvoering. De uitvoering
en directievoering is reeds door andere partijen toegelicht.
Initiatief
Het initiatief om te komen tot een dergelijk project is een
samenloop van omstandigheden geweest. Aan de ene kant
het gemotiveerde zoeken en enthousiasmeren van Jan Wolff
(directeur van De IJsbreker) naar een mogelijkheid om een
centrum voor moderne muziek te kunnen realiseren, de
noodzaak om nieuwe huisvesting te realiseren voor het
BIMHUIS in verband met geluidsoverlast naar de omgeving
op haar huidige locatie aan de Oude Schans en de
ontwikkeling van de Oostelijke Handelskade en specifiek de
kop ervan. Prominent gelegen aan het IJ. Een unieke plek
met een prachtig nautisch uitzicht.
Stedenbouwkundige uitgangspunten
Historisch overzicht
Het IJ-oevergebied ontleent zijn historische betekenis aan
de haven- en transportfuncties die in de loop van de eeuwen
zijn ontwikkeld
Het oudste deel van de Oostelijke Handelskade (deel van
het IJ-oevergebied) is ontstaan in 1828. Vanaf 1883 kwamen
de voornaamste havengebouwen tot stand, waaronder op
de kop het gemeentelijk Gebouw voor Algemene Dienst
(gesloopt in 1975) en verder oostwaarts de door particuliere
handelsondernemingen opgetrokken pakhuizen. De
Zouthaven is het restant van een lange binnenhaven.
Door de aanleg van het Noordzeekanaal en later de Afsluitdijk
zijn de havenfuncties, met uitzondering van de internationale
passagiersterminal (PTA) geleidelijk naar het westen
verschoven. Dit heeft geleid tot een langdurige en bijna
perifere situatie, een stedelijke leegte midden in de stad.
INLEIDING
15Projectcoördinatie
Heden
Wanneer in 1997 de Piet Heintunnel wordt geopend en
Amsterdam er aan de oostzijde een nieuwe stadsentree vanaf
de ringweg (A10) bij krijgt wordt de bereikbaarheid van dit
gebied vergroot. De ontwikkeling van het Oosteli jk
Havengebied tot een stedelijke woonwijk met circa 8.000
woningen vergroot de ontwikkelingskansen en de
ontwikkelingsnoodzaak van de Oostelijke Handelskade. Het
gebied is een schakel geworden tussen het centrum en een
binnenstedelijke woonwijk. Het voornaamste gebruik van de
IJ-haven is thans voor de binnenvaart, de cruisevaart en
eens in de vijf jaar Sail Amsterdam.
Daarnaast zijn op dit moment op de Oostelijke Handelskade
(OHK) al diverse gebouwen in gebruik; zoals pakhuis
Amsterdam, PTA en het kantoorgebouw van de bank
Labouchere direct naast de PTA.
Toekomst
De reeds ingezette stedelijke vernieuwing zal binnen drie tot
vier jaar afgerond zijn. Hiermee is een deel van de oude
pakhuizen verdwenen en de overige pakhuizen zijn ingepast
in de nieuwe stedelijke ontwikkeling.
De westzijde van de OHK, de kop, krijgt als onderdeel van de
oostelijke stadslob, een duidelijke oriëntatie naar de binnenstad
en leidt tot uitbreiding van de stedelijke functies. De kop
moet uitgroeien tot een locatie van (inter)nationale betekenis,
met culture functies en de PTA.
De bereikbaarheid van het gebied zal worden vergroot door
de aanleg van de IJ-tram en vervoersmogelijkheden over het
water.
11111 histor isch beeldhistor isch beeldhistor isch beeldhistor isch beeldhistor isch beeldABT
16
Programma van Eisen
Het eerste Programma van Eisen uit april 1997, opgesteld
door Twijnstra Gudde en adviesbureau Peutz omvatte de
volgende onderdelen;
a. Een globale omschrijving van de gebouwfuncties (15
blz.)
b. De stedenbouwkundige randvoorwaarden (2 blz.)
c. Ruimtelijke eisen (4 blz.) met als bijlage:
begrippen voor oppervlakteberekening (2 blz.)
relatieschema (1 blz., ter informatie als bijlage
toegevoegd)
ruimtebehoefteschema (4 blz)
Op basis van dit boekwerk (circa 30 pagina’s) heeft de
Europese selectie van architecten plaatsgevonden. Hetgeen
heeft geleid tot de keuze van het architectenbureau
3xNielsen uit Denemarken.
Het prijsvraag ontwerp (op basis van bovengenoemd
Programma van Eisen) is aan de hand van het beschikbare
budget vervolgens uitgewerkt tot een Voorlopig Ontwerp.
Een ontwerp dat vergeleken kan worden met het huidige
ontwerp, echter de zogenaamde cap was een bouwlaag
volledig ingericht met o.a. restaurant, kantoren en bibliotheek
en het kantorenblok aan de oostzijde van de cap was nog
niet aanwezig.
Aangezien het Voorlopig Ontwerp niet te realiseren bleek
binnen het beschikbare budget zijn er stringente maatregelen
genomen.
VOORLOPIG ONTWERP
Enkele van de maatregelen zijn;
het niet goedkeuren van het Voorlopig Ontwerp;
het aanstellen van een andere gedelegeerd
opdrachtgever (dhr. drs. J.H. Gerson);
het aanstellen van een projectcoördinator (ABT) welke
rechtstreeks rapporteert aan de gedelegeerd
opdrachtgever. Dit ten aanzien van de projectvoortgang,
de optimale invulling van het ruimtelijk en technisch P.v.E.
en het bewaken van de bouwkosten;
het opstellen van een volledig goedgekeurd programma
van eisen, gebaseerd op reeds aanwezige informatie en
aanvullende gegevens om een goede start van de
volgende fase te maken.
het checken van de bouwkosten aan de hand van het
P.v.E. en het vaststellen van het bouwkostenbudget
binnen de gegeven investeringsraming;
het reguleren van de inbreng van gebruikers, supervisoren
en gemeentelijke diensten;
het aanvullen van het budget t.b.v. de publieke hal.
17Projectcoördinatie
22222 maquette VOmaquette VOmaquette VOmaquette VOmaquette VO3xNielsen
33333 maquette kopmaquette kopmaquette kopmaquette kopmaquette kopO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eABT
18
Nadat de hierboven genoemde voorstellen door ondermeer
de Gemeenteraad waren goedgekeurd is op basis van het
goedgekeurde P.v.E. een start gemaakt met het aangepaste
Voorlopig Ontwerp, het zogenaamde V.O.+.
Hiertoe zijn de diverse contracten met architect en adviseurs
aangepast. Onderdeel van deze contracten waren het P.v.E.,
de planning (als bijlage toegevoegd) van de diverse
ontwerpfasen en het Project Structuur Schema (zie figuur 4).
De overlegstructuur in de ontwerpfase (tot en met het bestek)
kende in beginsel twee soorten vergaderingen:
a. Projectteamvergaderingen
Voorzitter Gedelegeerd Opdrachtgever of de
projectcoördinator.
Deelnemers Gedelegeerd Opdrachtgever,
projectcoördinator, gebruikers
architect, constructeur, adviseur
installaties, adviseur akoestiek,
theateradviseur,Stedenbouw-
kundige en ad hoc diverse overige
adviseurs.
Frequentie 1x per 4 weken.
Onderwerpen opdrachten en contracten,
gebruikerswensen, voortgang
ontwerp, kwaliteit (wijzigingen t.o.v.
P.v.E.) financiën, planning en diverse
zaken voortkomende uit de
omgeving Kop Oostelijke
Handelskade, politiek, vergunningen,
etc.
b. Ontwerpteamvergaderingen
Voorzitter Architect of diens Nederlandse
vertegenwoordiger.
Deelnemers architect, constructeur, adviseur
installaties, adviseur akoestiek,
theateradviseur en ad hoc diverse
overige adviseurs.
Frequentie 1x per 2 weken.
Onderwerpen afstemming van de diverse
ontwerpen (bouwkundig/
constructief, installaties en
theatertechniek, gebruikerswensen,
financiën, planning, vergunningen,
etc.
Naast de bovenstaande besprekingen zijn er nog diverse (ad
hoc) besprekingen geweest, te denken valt hierbij aan:
in het kader van de bouwvergunning, overleg met bouw-
en woning toezicht, brandweer en de supervisoren;
in het kader van de milieuvergunning, overleg met de
milieudienst. Daar er voldaan moest worden aan een
energiescenario welk van toepassing is op alle bouwdelen
van de Oosteli jke Handelskade was een goede
afstemming inzake de vertaling van het P.v.E. en het
energiescenario naar het ontwerp van belang;
coördinatieoverleg Kop Oostelijke Handelskade (OHK),
in deze besprekingen worden alle zaken die
projectoverschrijdend zijn besproken. Dit om de
bouwprojecten op elkaar af te stemmen ten aanzien van
planning, bouwplaats inrichting, veiligheid, etc. (later
overgegaan in het uitvoeringsoverleg Kop OHK), maar
VOORLOPIG ONTWERP PLUS (V.O.+)
19Projectcoördinatie
ook de reeds aanwezige gebruikers van het gebied
hebben hun eisen en wensen t.a.v. voorkomen
bouwhinder, bereikbaarheid en veiligheid. Zo is het van
belang rekening te houden met de aankomst van de
diverse cruiseschepen bij de PTA. Zware heiwerken en
de ligging van een cruiseschip er vlak naast vroeg om
een goede coördinatie. Rederijen hebben diverse malen
aangegeven niet meer naar Amsterdam te zullen komen
wanneer de heiwerkzaamheden om 7.00 zouden starten.
Hetgeen een belangrijke inkomstenderving voor de stad
Amsterdam zou betekenen (zie figuur 3);
het informeren van de politiek (bijvoorbeeld de betrokken
wethouders van Cultuur en IJ-oevers) ten aanzien van
de voortgang en ontwikkelingen van het project;
overleg om te komen tot een exploitant voor het Grand
Café.
44444 pro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rs c h e m as c h e m as c h e m as c h e m as c h e m aABT
20
In augustus 1999 is het Voorlopig Ontwerp + goedgekeurd,
waarna het Definitief Ontwerp kon worden opgestart. Hiertoe
is door de projectcoördinator een startdocument opgesteld.
Dit startdocument bevatte naast de opmerkingen gemaakt
door de gebruikers en de signalering van afwijkingen van het
P.v.E., stedenbouwkundige aandachtspunten, aanpassing
van de planning en het bouwkostenbudget.
Het Voorlopig Ontwerp + wordt tijdens de D.O. fase
uitgewerkt tot een niveau waarbij de plattegronden,
doorsneden en gevels ten aanzien van de layout en
hoofdmaatvoering worden vastgelegd, aangevuld met een
stuk materialisering en de belangrijkste principe details.
Milieuvergunning
De aanvraag van de vergunningen speelde in deze fase ook
een belangrijke rol. Zo moesten er in het kader van de
milieuvergunning een tweetal bijzondere opdrachten verstrekt
worden.
Aan is bureau CREM is een opdracht verstrekt voor het
opstellen van een rapportage over de wijze van inzameling,
opslag en verwijdering van afvalstoffen. Het afvalplan diende
rekening te houden met de wet- en regelgeving. Daarnaast
ging het plan in op preventie en hergebruik van afvalstoffen,
waarbij de volgende doelstelling werd gehanteerd;
Welke afvalstromen kunnen worden verwacht en op welke
manier worden deze zo optimaal mogelijk voorkomen
(preventie), (gescheiden) ingezameld, opgeslagen,
hergebruikt en verwijderd, rekening houdend met de wettelijke
eisen.
Conclusies uit de rapportage van CREM moesten door het
ontwerpteam worden geïmplementeerd in het D.O.
Daarnaast is er een opdracht in het kader van de
milieuvergunning verstrekt aan AVM. Dit bedrijf is verzocht
een vervoerplan op te stellen. Een vervoerplan voor een
organisatie geeft aan hoe het over een bepaalde periode
met vervoermanagement wordt omgegaan. Elementen die
van invloed zijn op het vervoerplan zijn, de omgeving, het
gebouw, de werknemers, de bezoekers en de goederen. Op
basis van deze elementen wordt er gezocht naar mogelijke
maatregelen om het vervoer van en naar het gebouw goed
te reguleren.
EU-aanbesteding
Het MGBA is een project dat door de overheid gefinancierd
wordt. Gezien de omvang van het gebouw (bouwkosten
hoger dan 6 mln euro) is een Europese aanbesteding
noodzakelijk.
In overleg met de gedelegeerd opdrachtgever is er gezocht
naar een mogelijkheid om in een zo vroeg mogelijk stadium
een duidelijk beeld te krijgen van de ontwikkeling van de
bouwkosten. Dit gezien het feit dat we in een periode van
hoogconjunctuur de bouw moesten aanbesteden en zoveel
mogelijk de controle over de ontwikkeling van de bouwkosten
wilden behouden.
Besloten is om op basis van een bestek gebaseerd op het
Definitief Ontwerp de aanbesteding te laten plaats vinden.
Hiertoe is de uitvoering van de werkzaamheden onderverdeeld
in drie percelen.
DEFINITIEF ONTWERP (D.O.)
21Projectcoördinatie
Te weten:
perceel 1: bouwkundige en constructieve
werkzaamheden incl. liften;
perceel 2: werktuigbouwkundige installaties
perceel 3: elektrotechnische installaties
Uit de aanbesteding kwamen als meest economische
aanbieders BAM NVE (perceel 1) en de ULC Groep
(combinatie percelen 2 en 3) naar voren.
Op 31 maart 2000 is het startdocument voor de
bouwvoorbereidingsfase aan de leden van het ontwerpteam
verstrekt. Dit uit 34 pagina’s bestaande document was
opgebouwd uit de volgende stukken;
antwoorden op de vragen en opmerkingen op het D.O.;
wijzigingen ten opzichte van het D.O.;
planning van de BV (als bijlage toegevoegd);
einddocumentenlijst t.b.v. de BV;
schrijven van De Ijsbreker;
schrijven van DSL Advies inzake het BIMHUIS;
schrijven van het BIMHUIS;
schrijven van de Milieudienst met een reactie daarop
van de projectcoördinator.
Demarcaties
Aangezien de aanbesteding van het werk was uitgeschreven
in een algemeen bestek (algemeen gedeelte) en er twee
deelbestekken waren voor de werkbeschrijvingen (de
aanbesteding is namelijk gecombineerd met de prijsvorming
van de parkeergarage onder het MGBA en onder het
naastgelegen hotel) moest er een duidelijke demarcatie
worden gemaakt voor wat betreft de opdrachtverstrekking
en het vervaardigen van de bouwvoorbereidingstukken, zoals
bestekken en tekeningen. Deze demarcatie is in dit stadium
gemaakt op het zogenaamde plintniveau voor wat betreft de
constructieve onderdelen. Dit om er voor te zorgen dat de
bouwkuip onder maaiveld als één geheel kon worden
uitgevoerd. Het heeft veel rekentijd gekost om de precieze
verdeling van de bouwkosten over beide projecten vast te
kunnen stellen.
BOUWVOORBEREIDINGSFASE (BV)
22
Daarnaast was er in het D.O. stadium al een goede
demarcatielijst opgesteld tussen de verschillende disciplines.
Zo was vooraf duidelijk wie welk onderdeel van het gebouw
in zijn bestek zou omschrijven. Hierdoor was te achterhalen
wat tot de theatertechniek of tot inrichting zou behoren
(bekostiging door de gebruiker), etc.
Deze duidelijke demarcatielijst heeft gedurende het hele
project zijn nut bewezen. Later bleek dat er enkele onderdelen
niet benoemd waren of in een later stadium zijn toegevoegd
(bijv. een bar op de foyerdeks) en deze gaven dan direct
aanleiding tot discussie.
Planning BV
De planning van de BV (zie bijlage) was opgebouwd uit twee
fasen. De eerst fase besloeg het vervaardigen van het
definitieve bestek met de bestektekeningen voor de
onderbouw (constructie tot plintniveau). Het geheel moest in
juni 2000 zijn afgerond, zodat aansluitend de uitvoering gestart
zou kunnen worden. Het tweede gedeelte de bouwkundige
afwerking van fase 1 en het gedeelte boven de plint moest in
november 2000 gereed zijn. Dit is uiteindelijk december 2000
geworden.
De uitvoering van het gehele werk is echter later gestart. De
aanneemsommen pasten niet binnen de bouwbudgetten.
Hierdoor zijn aanpassingen binnen het plan benodigd geweest
en is aanvullend krediet bij de gemeente Amsterdam
gevraagd. De goedkeuring hierop wordt gegeven door B&W,
na raadpleging van gemeentelijke commissies en de
Amsterdamse Gemeenteraad.
Uiteindelijk is de bouw van het MGBA gestart op 11 maart
2002.
Een bijzonder aspect is de samenwerking met een
buitenlandse architect. In het blad “Bouw” is van mijn hand
in januari 2003 hierover een artikel gepubliceerd. Dit artikel is
ter als bijlage toegevoegd en geeft enig inzicht in de
problematiek waarmee een project te maken kan krijgen.
SLOTOPMERKING
23Projectcoördinatie
Relatieschema uit eerste Programma van Eisen d.d. april 1997;
Planning MGBA d.d. 03-02-1999 als uitgangspunt bij de start van het V.O.+;
Planning bouwvoorbereidingsfase uit startdocument BV d.d. 31-03-2000;
Publicatie “Bouw” januari 2003, De buitenlandse architect in Nederland.
BIJLAGEN
26
33333 p l a n n i n gp l a n n i n gp l a n n i n gp l a n n i n gp l a n n i n gbouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfase
27Projectcoördinatie
4 a4 a4 a4 a4 a p u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i e‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina 11111
28
4 b4 b4 b4 b4 b p u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i e‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina 22222
29Projectcoördinatie
4 c4 c4 c4 c4 c p u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i e‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina 33333
32
Processen als die voor de totstandkoming van het
MuziekGebouw / BIMHUIS (in de verdere tekst aangegeven
als MGBA - de afgekorte term die tijdens de uitvoering is
gebruikt) zijn vaak langlopende processen. Vanaf de prijsvraag
in 1998 tot de oplevering, die met de huidige stand van het
project is gepland in december 2004, is het 6 jaar. Dat is dan
alleen nog maar de periode dat er bouwadviseurs, architecten
en bouwers bij zijn betrokken. Daarvóór echter is er natuurlijk
ook nog eenzelfde traject te benoemen van eerste idee van
de gebruikers tot het noodzakeli jke draagvlak, van
kostenramingen tot bestuurlijk goedgekeurde budgetten.
Wat maakt de processen van dit soort gebouwen zo
ingewikkeld?
Enerzijds komt dit doordat de "gebruikers" niet de directe
opdrachtgevers zijn. Weliswaar is het gebouw geheel
ontworpen en bedoeld voor de gebruikers maar de budgetten
komen vanuit de Gemeente Amsterdam en vanuit subsidies.
Het gebouw kent dus geen particuliere opdrachtgever met
eigen geld maar een publieke opdrachtgever: er wordt geld
uit algemene middelen aangewend (Cultuurbudgetten). Dit
houdt dus ook in dat de (lokale) politiek op de achtergrond
meekijkt en meebeslist!
Anderzijds is het geen doorsnee gebouw. Er zijn vele adviseurs
bij betrokken, van architect tot projectmanager tot akoestisch
adviseur. Ieder dient haar eigen aandachtsveld te bewaken,
maar toch binnen de context van het totaal. Het gevaar is
aanwezig dat bij dergelijke processen de grote lijn wel eens
uit het oog wordt verloren en er geen "teamprestatie" wordt
neergezet. Daarnaast verandert de grote lijn nog wel eens van
koers doordat het voortschrijdend inzicht na enige jaren zijn
invloed doet gelden.
Tot slot is het zo dat de specificaties voor het gebouw
hoogwaardig zijn:
de eisen t.a.v. de zaalakoestiek bijvoorbeeld zijn erg hoog
en divers. De mate van stilte in het gebouw versus de
directe omgeving met allerlei geluidsgevoelige bronnen
als cruiseschepen, treinen en vliegtuigen;
de toegankelijkheid van het gebouw met publieksfuncties
en specifieke gebruikersfuncties;
de situatie op een landtong aan het IJ met aansluitende
gebouwen die tezamen binnen een bepaald stedelijk
ontwerp met een tweede maaiveld moeten passen;
de gewenste uitstraling van het gebouw ("landmark") met
maar beperkte "Hollandse"budgetten wanneer dit althans
internationaal met soortgelijke muziektempels wordt
vergeleken.
ALGEMEEN
33Directievoering
Projectmanagement
Om duidelijk te kunnen maken wat directievoering precies
inhoudt, wordt eerst nader ingegaan op het onderwerp
projectmanagement. Dit wordt gedaan omdat directievoering
erg veel verwantschap heeft met projectmanagement en daar
eigenlijk een speciale variant van is.
Projectmanagement is een fenomeen waar, zo lijkt het,
niemand meer buiten kan. Elk project en elk proces kent
projectmanagers, of het nu om gebouwen gaat of om de
ontwikkeling van nieuwe software.
Voor de bouwbranche wordt onder projectmanagement
verstaan: het beheersen van het project op basis van de
verschillende aspecten kwaliteit, geld, tijd, organisatie en
informatie/communicatie.
Het goed en gedoseerd kunnen omgaan met deze
zogenaamde beheersfactoren "K,G,T,O,I/C" (door sommige
organisaties ook wel "G,O,T,I,K" genoemd) zijn bepalend voor
het welslagen van het project.
In figuur 1 is aangegeven hoe de beïnvloeding op een proces
zich verhoudt tot de gegenereerde geldstroom. Naarmate
het project vordert is de invloed op het proces steeds kleiner,
terwijl de geldstroom juist steeds groter wordt.
Figuur 2 laat zien dat in die afnemende invloed binnen de
projectvoortgang de 5 beheersfactoren uiteraard op elk
moment meespelen. Het goed kunnen beheersen van het
project betekent dat op elk moment de beheersfactoren in
evenwicht met elkaar moeten zijn ("standlijn recht").
Directievoering
Projectmanagement voor bouwprocessen beginnen - als het
goed is - vóóraan, bij de initiatieffase en lopen helemaal mee
tot het eind (figuur 3). Dat einde is meestal de afronding van
de oplevering maar kan eventueel ook doorlopen in de fase
van de exploitatie (dat is de fase van ingebruikname).
De directievoering is echter vrij afgebakend, nl. vanaf de
gunning van het werk aan de aannemers tot en met de
oplevering en nazorg. Directievoering is specifiek gericht op
het controleren of de uitvoerende partijen (de aannemers) hun
uitvoeringscontract naleven en hun taken en verplichtingen
nakomen. Dit naleven kunnen de uitvoerende partijen echter
alléén wanneer ook de andere projectteamleden (van architect,
adviseurs tot gebruikers) hun verplichtingen óók nakomen.
In de SR 1997,welke vaak wordt gebruikt voor het contract
van de directievoering met de opdrachtgever, wordt een goede
opsomming gegeven van de taken die t i jdens de
uitvoeringsfase verricht moeten worden (zie figuur 6 voor een
pagina uit de SR 1997).
In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan hoe de directievoering
voor dit project in zijn werk is geregeld.
Van belang is dat iedereen weet hoe de verantwoordelijkheden
liggen, immers er worden in de uitvoeringsfase verschillende
contracten afgesloten die alle op elkaar ingrijpen.
Figuur 4 en 5 laten zien hoe de verhouding tussen de
verschillende contractpartijen geregeld is gedurende de
uitvoering. Figuur 4 geeft de (juridische) contractrelaties aan,
figuur 5 de functionele verhoudingen tot elkaar. In hoofdstuk 4
zal blijken waarom het belangrijk is deze contractrelaties van
elkaar te kunnen onderscheiden.
WAT IS DIRECTIEVOERING EN TOEZICHT
11111 beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.geldstroomgeldstroomgeldstroomgeldstroomgeldstroomABT
22222 invloed van de 5invloed van de 5invloed van de 5invloed van de 5invloed van de 5beheersfactorenbeheersfactorenbeheersfactorenbeheersfactorenbeheersfactorenABT
34
33333 projectmanagementprojectmanagementprojectmanagementprojectmanagementprojectmanagementvan initiatief totvan initiatief totvan initiatief totvan initiatief totvan initiatief totopleveringopleveringopleveringopleveringopleveringABT
44444 contractrelatiescontractrelatiescontractrelatiescontractrelatiescontractrelatiesABT
55555 functionele relatiesfunctionele relatiesfunctionele relatiesfunctionele relatiesfunctionele relatiesABT
35Directievoering
66666 pagina uit de SRpagina uit de SRpagina uit de SRpagina uit de SRpagina uit de SRABT
36
Taken en verantwoordelijkheden
Voor het project is ervoor gekozen om de directievoering apart
op te dragen, "rechtstreeks en namens de opdrachtgever",
zoals dat zo mooi heet. In het algemeen kan de directievoering
worden verzorgd door de architect op het werk, hij krijgt dan
een architectenopdracht inclusief de directievoering. In een
aantal gevallen is het echter wenselijk dat de directievoering
niet rechtstreeks vanuit de architect wordt verzorgd maar
separaat wordt opgedragen door de opdrachtgever.
Ook voor dit project is gekozen om de directievoering
rechtstreeks op te dragen. De belangrijkste redenen hiervoor
zijn:
a) dat de architect vanuit zijn eigen (buitenlandse) cultuur
wellicht teveel verstorende invloed zou geven als
aanvoerder van het Nederlandse bouwproces;
b) dat een slagvaardiger en onafhankelijke directie kan
worden gevoerd, omdat alle betrokken ontwerpende
adviseurs gelijke rechten en plichten hebben.
Voor het MuziekGebouw is een buitenlandse architect
gevraagd het gebouw te ontwerpen, nadat hij in een prijsvraag
als beste uit de selectie kwam. Contractueel is door de
opdrachtgever vastgelegd dat hij zich moet laten bijstaan door
een Nederlands bureau (meestal de co-architect genoemd).
De adviesgroep bouwkunde van ABT heeft de facilitaire
bouwkundige advisering verzorgd voor 3xN. Door deze
constructie is geborgd dat het gebouw vanuit de ontworpen
Deense invalshoek tóch op een Nederlandse leest kon worden
geschoeid qua regelgeving, overlegstructuur, er Nederlands
kan worden gesproken, de reguliere terugkoppeling met de
gemeentelijke diensten vlot kan plaatsvinden, etc.
In figuur 6 is reeds aangegeven hoe de functionele lijnen voor
HET PROCES
Toezicht
De directievoerder laat zich voor zijn controlerende taken
bijstaan door de toezichthouders (ook wel opzichters
genoemd). Deze personen zijn de ogen en oren van de
directievoerder "op het werk". De opzichters, bij dit project zijn
er meerdere) controleren en beoordelen het gemaakte werk.
Niet alleen wordt gecontroleerd of het werk wordt verricht
conform bestek en gemaakte afspraken maar ook of alle
technische kwaliteitsnormen en specificaties die van
toepassing zijn worden gehaald. De hoofdopzichter (die het
opzichterteam) aanvoert heeft een periodieke terugkoppeling
met de directievoerder.
37Directievoering
het project l iggen; voor dit specifieke project is het
organisatieschema weergegeven in figuur 7. Dit schema is in
de eerste bouwvergaderingen aan de orde geweest en
vastgelegd.
Het directievoerende en toezichthoudende team dat voor dit
project is gevormd bestaat uit resp. een hoofddirectievoerder
met een assistent-directievoerder en een drietal opzichters.
De hoofdopzichter verzorgt tevens een aantal directievoerende
taken. Voor het toezicht is naast de hoofdopzichter een
constructief opzichter (t i jdens de ruwbouw) en een
afbouwopzichter (tijdens de afbouw) betrokken.
Om aan iedereen duidelijk te maken wie men waarvoor moet
aanspreken, is een overzicht gemaakt met taken en
verantwoordelijkheden van de directie. Dit overzicht is
weergegeven in figuur 8. In de projectkwaliteitsplannen (PKP's)
behorende bij een projectorganisatie, is men gehouden deze
overzichten te verstrekken. Ook de aannemer kent zo'n PKP
met taken en verantwoordelijkheden voor haar eigen
organisatie.
Tot slot nog iets over de aansturing van de andere disciplines
(installaties, theatertechniek, etc).
Om te voorkomen dat er allerlei directievoerende partijen op
de bouw functioneren die het mogelijk oneens kunnen zijn
met elkaar, is afgesproken dat de technisch inhoudelijke
directievoering rechtstreeks vanuit de respectievelijke
adviseurs geschiedt (dus de installatieadviseur voert directie
over de W- en E-installaties, de theatertechnisch adviseur voert
directie over de theatertechnische werkzaamheden, etc.). De
algemene directievoering en de in elkaar gri jpende
procesmatige aspecten worden vanuit de bouwkundige
directievoering verzorgd. Figuur 7 laat dat duidelijk zien: de
lijnen lopen in principe via de bouwkundige directie.
Beheersaspecten
Om de directievoering in reguliere banen te leiden, wordt
gestuurd op de eerdergenoemde beheersaspecten K,G,T,O,I/
C.
Hierbij worden de beheersaspecten K,G en T vooral bepaald
door reeds afgesproken specificaties in de contracten
(bestekken). Immers het bestek is een prestatiecontract waarbij
een bepaalde kwaliteit geleverd moet worden voor een
afgesproken som geld en binnen een bepaalde tijd.
In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de beheersaspecten
"tijd"(de uitvoeringsplanning) en "geld" (stelposten).
De 2 beheersaspecten O en I/C hebben vooral te maken met
hoe aan de andere 3 beheersaspecten wordt voldaan. Immers,
de organisatievorm (zie figuur 7) en de informatie- en
communicatiestroom bepalen in welke mate het kunnen
voldoen aan het contract ook daadwerkelijk soepel zal
verlopen.
Vergadercycli
Voor het project is gekozen voor verschil lende
overlegstructuren. Dat is ook nodig want men wil op
verschillende manieren kunnen communiceren met elkaar.
Onderstaand wat karakteristieken:
De stuurgroepvergadering (frequentie:1 keer per maand):
Vz: opdrachtgever (ambtelijk vertegenwoordiger of
vervanger)
Aanw: opdrachtgever, gebruikers, hoofddirectievoerder
77777 organisatieschemaorganisatieschemaorganisatieschemaorganisatieschemaorganisatieschemaABT
38
88888 taken entaken entaken entaken entaken enverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenABT
39Directievoering
Ad hoc: architect, overige adviseurs
Onderwerpen: opdrachten en contracten, terugkoppeling
vanuit de bouwvergadering, gebruikersvergadering,
beslispunten, stand planning en financiën, externe
invloeden (politiek, gemeentelijk, etc.).
De bouwvergadering (frequentie:1 keer per maand):
Vz: hoofddirectievoerder
Aanw: directievoering, hoofdopzichter, architect,
adviseurs, aannemers (B-, E-, W-, T-, etc.),
vertegenwoordiger opdrachtgever, vertegenwoordiger
gebruiker (als toehoorder)
Onderwerpen: correspondentie, goedkeuring verslagen,
planning en voortgang, gegevensverstrekking, financiën,
kwaliteit, V&G en Arbo, meldingen, etc.
De werkvergadering (frequentie:2 keer per maand):
Vz: bedrijfsleider B-aannemer
Aanw: projectleiders van de diverse adviseurs, architect
en aannemers, opzichter, werkvoorbereiding B-aannemer
Onderwerpen: idem als bouwvergadering waarbij accent
ligt op het technisch inhoudelijke vlak.
Het adviseursoverleg (frequentie:1 keer per maand):
Vz: hoofddirectievoerder
Aanw: directievoering, hoofdopzichter, architect en
adviseurs
Onderwerpen: engineering van diverse ontwerpitems
(zonder aanwezigheid van de uitvoerende partijen)
Het uitvoeringsoverleg (frequentie:2 a 4 keer per maand):
Vz: hoofduitvoerder cq. werkvoorbereiding B-aannemer
Aanw: uitvoerders van de aannemers, evt.
werkvoorbereiding ad hoc
Onderwerpen: wekeli jkse uitvoeringszaken,
uitvoeringsplanning korte termijn
Het gebruikersoverleg (frequentie:1 keer per maand):
Vz: vertegenwoordiger opdrachtgever
Aanw: vertegenwoordiging opdrachtgever, gebruikers,
architect en adviseurs
Onderwerpen: gebruikerszaken en wensen
Individuele "bilateraaltjes":
spreekt voor zich.
Een overzicht van de in elkaar grijpende cycli is weergegeven
in figuur 9. Het is van belang dat de vergadercycli in relatie
staan tot elkaar: de werkvergadering gaat aan de
bouwvergadering vooraf en de stuurgroepvergadering is juist
weer ná de bouwvergadering. Zo kunnen beslissingen, die in
een vergadering uitblijven en moeten worden overgeheveld
naar een opvolgende vergadering, zonder al teveel vertraging
worden genomen.
41Directievoering
Hoe gaat die directievoering nu dagelijks in zijn werk? Om dit
goed te illustreren wordt een drietal cases behandeld die zich
in dit project hebben voorgedaan; elk heeft een directe relatie
met één of meerdere beheersfactoren.
Case gegevensverstrekking
Hoe gaat een "project in voorbereiding" over naar een "project
in uitvoering"? Ofwel: wat gebeurt er precies in de fase nadat
de aanbesteding is afgerond en de gunning aan de
desbetreffende aannemers heeft plaatsgevonden.
Wie er een beetje bekend is met hoe projecten lopen, weet
dat de aanbestedingsfase het omslagmoment is tussen
ontwerp en uitvoering. Daarvóór is het gebouw er alleen op
papier, daarna moet het echt gebouwd worden. Wat eerst een
op papier gecoördineerd en afgestemd project is, moet
worden omgezet naar de werkelijkheid van de bouwers. Om
dit goed te laten plaatsvinden, zullen er bij de start van de
uitvoering goede werkbare stukken moeten liggen waarvan
ook echt gebouwd kan worden.
Voor de adviseurs betekent dit, dat er op de aanwezige
tekeningen informatie moet worden toegevoegd en afgehaald:
"esthetische" informatie eraf, maatvoering erbij, etc.
Gebruikelijk is het dat de architect de eerste informatiedrager
verzorgt, hij dient "zijn" bestektekening om te bouwen tot
onderlegger voor de andere adviseurs. Tegenwoordig wordt
deze tekening daarna digitaal aangeleverd aan alle partijen.
De constructeur moet van die architectenonderlegger een
"vormtekening" gaan maken. Op deze vormtekening, wordt
voor al het betonwerk middels gemaatvoerde plattegronden
en doorsneden aangegeven hoe de hoofdvorm van de
onderdelen (fundatie, vloeren en balken) zal worden. De
aannemer heeft deze informatie als eerste nodig om te kunnen
bepalen hoe bekistingen, wapeningen, etc. moeten worden
gevormd. Hij bouwt zijn betonwerk ook vanaf deze
constructieve vormtekeningen.
Niet alleen de bouwkundig aannemer heeft deze informatie
als eerste nodig, ook de installateurs gaan met die tekeningen
aan de slag om al hun engineering en benodigde sparingen
op aan te geven. Immers, wanneer het beton gestort wordt,
zal niet alleen de betonvorm bekend moeten zijn maar ook
het leidingverloop en doorvoeringen in dat beton. Figuur 10
laat het tekeningenstroomschema zien zoals dat voor het
MGBA is gebruikt: tussen vervaardiging van de eerste
onderlegger door de architect tot aan vrijgeven op de bouw is
de tekening 39 werkdagen onderweg!
Het bovenstaande proces voltrekt zich desondanks in korte
tijd. Tót de aanbesteding is vooral informatie nodig om een
goede prijs te kunnen bepalen voor het werk, wanneer echter
eenmaal de inkt van het contract droog is zullen de aannemers
direct vragen wanneer ze de uitvoeringstekeningen kunnen
meenemen.
Tot zover het reguliere procesverloop. Voor het MGBA is via
de Europese aanbesteding als bouwkundig aannemer BAM
NVE geselecteerd (inmiddels is BAM gefuseerd met HBG).
Echter de prijs voor het werk lag veel te hoog boven
directiebegroting en beschikbaar budget. In een periode van
ongeveer één jaar (!) is een traject ingezet om gezamenlijk
een taakstellende bezuiniging van bijna 10 miljoen gulden te
bereiken. Gedurende dat traject hebben BAM en adviseurs
veelvuldig bij elkaar gezeten om alternatieven door te nemen
DE PRAKTIJK
42
en af te prijzen maar ook om prijzen vanuit de markt te
verkrijgen die wat meer zekerheid konden geven aan diverse
"moeilijke" onderdelen.
In die periode ook is op een aantal cruciale plaatsen in het
ontwerp gesneden om een simpeler gebouw te verkrijgen. Zo
is bv. de kap ingekort en is de glazen Westgevel van de
Publieke Hal rechtop gezet (i.p.v. overhellend). In die periode
is het van belang dat wanneer er op een aantal plaatsen wordt
gewijzigd, dit weer integraal door te voeren op alle
informatiedragers van de verschillende adviseurs.
Helaas is er (te laat) na afronding van die periode
geconstateerd dat er binnen de bouwkundige, constructieve
en installatietechnische discipline de bereikte bezuinigingen
niet in gelijke mate werden doorgevoerd. Ziehier het ontstaan
van de eerste hobbel in het uitvoeringsproces. Zoals hierboven
reeds is toegelicht wordt de architectenonderlegger gebruikt
voor de constructieve vormtekeningen. Vanaf het begin van
de uitvoeringsfase werden verschillen geconstateerd die voor
onduidelijkheid zorgden en de vaart uit de bouwstart haalden.
Was dit proces bouwkundig-constructief met moeite nog wel
te herstellen, in de combinatie met installatietechniek zorgde
dit voor grote problemen. Als eerder aangegeven moeten in
de vormtekening ook allerhande installatie-sparingen worden
opgegeven; wanneer echter eerst het gehele leidingverloop,
schachtmaten, e.d. moeten worden afgestemd geeft dit een
enorme informatievertraging in de gegevensverstrekking.
De les die wij hieruit hebben geleerd is dat je áltijd je tijd moet
nemen om de verschillende informatiedragers op elkaar af te
stemmen, zeker wanneer er een intensieve wijzigingsperiode
aan vooraf is gegaan. De tijd die hiervoor benodigd is, zal
vrijwel altijd worden terugverdiend in de periode daarna.
Case planning
Een andere beheersfactor betreft de tijdsfactor. In het
uitvoeringscontract zal (bijna) altijd sprake zijn van een
bepaalde ti jd die genomen mag worden voor de
aannemersinspanning om het werk te realiseren. Vaak wordt
die tijd uitgedrukt in een vast aantal werkbare werkdagen, te
rekenen vanaf een vastgesteld moment. Het is dan zaak om
snel te bepalen in overleg met de aannemer hoeveel
kalenderdagen er dan werkelijk nodig zijn om een einddatum
te kunnen bepalen.
Het kan echter ook zijn dat er in het bestek een vaste
opleveringsdatum wordt bepaald; die datum zal echter altijd
een zekere samenhang hebben met werkbare werkdagen
omdat de bouwtijd wel realistisch moet zijn. De bouwkundig
aannemer zal, middels zijn contractverplichting om het
"algemeen tijdschema op te stellen" in overleg moeten treden
met de andere aannemers en mogelijke derden teneinde een
hoofdplanning op te kunnen stellen. In die planning dienen
alle betrokken disciplines te zijn opgenomen. Deze
hoofdplanning wordt vervolgens door alle parti jen
gecontroleerd (is iedereen voldoende ruimte gegeven zijn of
haar werkzaamheden te verrichten) en kan daarna worden
vastgesteld in een van de bouwvergaderingen. Zoals het werk
van grof naar fijn gaat, zo gaat het ook met een planning: in
de algemene planning zijn alle werkzaamheden in hoofdlijn
opgenomen, in diverse deelplanningen worden deze
werkzaamheden verder verfijnd. In een latere fase van de bouw
(afbouwfase) kunnen ook de verschillende afbouwstromen
gedetailleerd worden weergegeven.
1010101010 tekeningenstroomtekeningenstroomtekeningenstroomtekeningenstroomtekeningenstroomABT
43Directievoering
Een struikelblok dat bij het MGBA pas in een later stadium
aan het l icht kwam, betrof de werkzaamheden voor
theatertechniek. Als hierboven al genoemd, dient de aannemer
alle werkzaamheden van hemzelf, de nevenaannemers én de
aanwezige derden mee te plannen in het algemeen
tijdschema. Daarvan uitgaande is het tijdschema goedgekeurd
(figuur 11). Toen echter na circa één jaar uitvoering het vanwege
allerlei stagnaties nodig bleek dat er inloopplanningen
moesten worden gemaakt, kwam pas naar boven dat de
theatertechnische werkzaamheden door de bouwkundig
aannemer niet vóór de oplevering waren ingepland.
Juridisch betekent dit: niet ingepland. De bouwkundig
aannemer was er van uitgegaan dat deze theatertechnische
werkzaamheden zouden worden verricht door de
opdrachtgever (lees: andere derden dan in het bestek
genoemd) nadát hij zou zijn vertrokken. Een grote misvatting
die heeft geleid tot nieuwe bouwstagnatie. Het
uitvoeringsproces was al zover heen dat deze noodzakelijke
werkzaamheden niet meer alsnog konden worden ingepland
op een wijze dat de opleveringsdatum hierdoor niet zou
opschuiven.
Aangezien op moment van schrijven deze kwestie onder
arbiters ligt, kan nog niet worden vooruitgelopen op de
uitkomst. Wel staat reeds vast dat de oplevering hierdoor is
opgeschoven met enkele maanden en dat de hiermee gepaard
gaande stagnatiekosten meer dan 1 miljoen Euro bedragen!
Case stelpostinvulling Concertzaal
Tot slot zal in deze paragraaf worden ingegaan op de invulling
van een stelpost.
Allereerst: wat is een stelpost? Zoals de naam al doet
vermoeden gaat het hier om een post die ten tijde van het
afsluiten van het bestekscontract nog nader uitgewerkt moet
worden maar die wel wordt gelimiteerd aan een bepaald
budget, bepaalde tijd of activiteit. In het bestek worden de
stelposten van tevoren aangeduid.
Er kunnen uiteenlopende reden zijn om een stelpost op te
nemen in het bestek. Soms weet de opdrachtgever (of de
architect) nog niet precies hoe hij een bepaald onderdeel
uitgevoerd wil hebben. Soms ook denkt men dat op een later
moment er een betere prijs / kwaliteit verhouding verkregen
kan worden doordat die post in concurrentie wordt
aanbesteed. Veelal verdient het aanbeveling om voor de
uitwerking van een stelpost samen te werken met de
gecontracteerde aannemer en de adviseurs.
Voor de invulling van de stelpost "hang- en sluitwerk"
bijvoorbeeld, zal de opdrachtgever eerst een sluitplan dienen
te overleggen, de architect zal zijn esthetische wensen kenbaar
maken (soort garnituur) en vervolgens kunnen de bouwdirectie
en de bouwkundig aannemer (gezamenlijk of parallel) de markt
op om de beste prijs voor deze post te bedingen, binnen het
in het bestek vastgestelde budget.
Een vrij omvangrijke stelpost voor het MGBA was weggelegd
voor de invulling van de bouwkundige wandafwerking voor
de Concertzaal. Omdat in de besteksfase voor het project nog
niet precies was afgestemd hoe de afwerking van de zaal zou
worden (dit hing af van b.v. de gebruikerskeuze voor de
45Directievoering
interieurarchitect, de akoestische eisen gesteld aan de
wandafwerking, etc.), is besloten om de invulling globaal aan
te geven, te budgetteren en als stelpost in het bestek op te
nemen.
Nadat de interieurarchitectenselectie had plaatsgevonden en
de uitwerking was afgerond, in samenspraak met de
gebruikers en met akoestisch adviseur Peutz, kon op basis
van de beschikbare gegevens de stelpost worden aanbesteed.
In samenspraak met de bouwkundig aannemer werd een vijftal
onderaannemers geselecteerd om een prijs te maken en
tegelijk aan te geven hoe men dacht de logistieke invulling te
waarborgen ti jdens de uitvoering van alle andere
werkzaamheden in de zaal.
Een aantal criteria was van belang: de wandafwerking van de
houten esdoorn latjes, de achterconstructie van golvend
stucwerk, de inpassing van installatietechnische componenten
(indirecte verlichting, luchtuitblaasroosters, etc.), de
bevestiging van de gehele constructie volgens het box-in-box
principe aan de constructieve achterconstructie. Figuur 12
toont een aantal onderdelen van de wandafwerking met de
golvende achterconstructie.
Met de uiteindelijk geselecteerde onderaannemer is
afgesproken dat er een mock-up zou worden gemaakt op
schaal 1:1, die kon dienen voor de uitwerking van de
bevestigingsprincipes, maatvoering en voor de akoestische
test in het laboratorium bij Peutz. Zo is ook gebeurd. Alhoewel
hieruit geen volledige garanties kunnen worden verkregen voor
de uiteindelijke specificaties in de Concertzaal, kan uit de
mock-up en de tests wel informatie worden verkregen over de
stijfheid van het geheel, welke bevestigingsmiddelen moeten
worden toegepast, hoever de latjes van elkaar moeten worden
toegepast, etc.
Op moment van schrijven is de financiële invulling van de
stelpost afgerond, zijn de tests met positief resultaat bij Peutz
uitgevoerd en wordt de laatste hand gelegd aan het tekenwerk
van specifieke detailinvulling. Vóór de zomer zal de opbouw
plaatsvinden binnen de contouren van de Concertzaal.
1212121212 onderdelenonderdelenonderdelenonderdelenonderdelenwandafwerkingwandafwerkingwandafwerkingwandafwerkingwandafwerkingABT
47Architecture
ARCHITECTURE
3XNielsen A/S
Arhus, Denmark
Kim Herforth Nielsen (partner in charge)
Palle Holsting (project architect)
Rasmus Holm, Torben Østergaard, Ole Østergaard, Uffe Bay-Schmidt, Flemming Christiansen & Eva Hard
48
Amsterdam's new centre for modern music combines two
established institutions in Dutch musical life: IJsbreker (modern
classical and improvised music), and a well-known jazz club;
BIMhuis.
The centre will have an exposed location towards the IJ fjord
at the end of a pier close to the historic city centre. It will be
one of several so-called anchor points intended to generate
life and identity in new residential areas in accordance with a
master plan for the waterfront areas of Amsterdam. The pier
'Oostelijke Handelskade' has a cohesive public walking street
well elevated above the quay. It ends at the centre for modern
music in the form of a large stepped plinth that brings the
walking street down to the quay, where there will be a stop for
a water taxi.
The stepped base separates the public and backstage facilities
horizontally, so that the two concert halls can be serviced
unobtrusively. The jazz club has the shape of a 'floating' box
and faces land, and thus the old city, rather than water. The
concert hall has the appearance of a heavy, slightly sloping
volume that cuts through the stepped base, with the foyer
facing the water. The concert hall will be built as a double
shell in concrete cast in situ.
A large roof slab that gives the building gravity as a landmark
towards the fjord unifies the various elements. The centre for
modern music is conceived as an 'urban park' for large-scale
and varied public life - a place for everyone.
The timing for the competition was unusual. Invited firms had
only 14 days to create a 'vision' for the new music centre.
3xNielsen took their inspiration from motifs from several of
their earlier projects. For example, the angle of the roof and
stepped plinth are references from the Oceanarium, and the
pipe profile of the jazz club can be recognized from DGI
headquarters in Vingsted. Since the prize was awarded, the
project has undergone many changes and adaptations, in part
due to the complex variety of users, and thus complex project
financing. Construction did not start until 2001 and is slated
for completion in 2005.
HET MUZIEKGEBOUW/BIMHUIS
49Architecture
11111 locationlocationlocationlocationlocation3xNielsen
22222 situation insituation insituation insituation insituation inAmsterdamAmsterdamAmsterdamAmsterdamAmsterdam3xNielsen
52
4 + 54 + 54 + 54 + 54 + 5 first sketchesfirst sketchesfirst sketchesfirst sketchesfirst sketches3xNielsen
54
77777 sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 19973xNielsen
88888 sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 19973xNielsen
55Architecture
99999 sketch model 1999sketch model 1999sketch model 1999sketch model 1999sketch model 19993xNielsen
1010101010 sketch modelsketch modelsketch modelsketch modelsketch model3xNielsen
60
1818181818 model floor 0model floor 0model floor 0model floor 0model floor 03xNielsen
1919191919 model floor 1model floor 1model floor 1model floor 1model floor 13xNielsen
61Architecture
2020202020 model floor 2model floor 2model floor 2model floor 2model floor 23xNielsen
2121212121 model floor 3model floor 3model floor 3model floor 3model floor 33xNielsen
64
2323232323 floorplan level 0floorplan level 0floorplan level 0floorplan level 0floorplan level 03xNielsen
65Architecture
2424242424 floorplan level 3floorplan level 3floorplan level 3floorplan level 3floorplan level 33xNielsen
66
Het Muziekgebouw/BIMhuis (centre for modern music)
Address:Address:Address:Address:Address: Kop van Oostelijke Handelskade, Amsterdam, NL
Client:Client:Client:Client:Client: Gemeente Amsterdam, NL
YYYYYear of construction:ear of construction:ear of construction:ear of construction:ear of construction: April 2005 - work commenced 2001, 1. prize in international invited competition, 1997
Size:Size:Size:Size:Size: 18.000 m2
Construction sum:Construction sum:Construction sum:Construction sum:Construction sum: 230 mio. DKR
Architects:Architects:Architects:Architects:Architects: 3XNielsen A/S
Architect team:Architect team:Architect team:Architect team:Architect team: Kim Herforth Nielsen (partner in charge), Palle Holsting (project architect), Rasmus Holm, Torben Østergaard,
Ole Østergaard, Uffe Bay-Schmidt, Flemming Christiansen, Eva Hard
Engineer consultant:Engineer consultant:Engineer consultant:Engineer consultant:Engineer consultant: ABT BV, The Netherlands
2525252525 section Asection Asection Asection Asection A3xNielsen
2626262626 section Bsection Bsection Bsection Bsection B3xNielsen
69Interieur BIMhuis
INTERIEUR BIMHUIS
De Vries Bouma architecten bv
Amsterdam
ir. Christian Bouma bna
medewerkers: Flavio Rocha Veras e Silva, Hélène van der Knaap
3D visualisaties: CIIID Cees van Giessen, Amsterdam
70
Keuze interieurarchitect
In 2000 is er een selectie geweest voor de interieurarchitect
voor Het Muziekgebouw en Bimhuis. Voor het Muziekgebouw
is 3xN geselecteerd; voor het BIMhuis is De Vries Bouma
architecten geselecteerd. Reden voor deze selectie is onder
meer het onderscheid in vormgeving dat de gebruikers wilden
ten opzichte van het muziekgebouw.
De opdracht behelst in grote lijnen het vormgeven van de
oppervlakken van vloer, wand en plafond en
interieuronderdelen zoals bar, garderobe, kassa,
theaterstoelen, verlichting, los meubilair. Dit in samenspraak
met opdrachtgever, gebruikers, architect, projectleiding,
theatertechnisch adviseur, installatieadviseurs, akoestisch
adviseur….
Randvoorwaarden
Het gebouw zoals we dat van 3xN “aangeleverd” kregen.
Het programma van eisen en sfeertekening voor het
interieur van het BIMhuis. Uit de sfeertekening: “……mix
tussen concertzaal en club….. een Bimhuisbezoeker
komt misschien voor het concert, maar mogelijk ook alleen
om in het café mensen en/of muziekcollega’s te
ontmoeten om zich vervolgens te laten verleiden toch
van de muziek te genieten. …het zaalontwerp moet deze
“verleiding” ondersteunen…..”
De installaties en theatertechniek dienen in het ontwerp
geïntegreerd te worden.
Het (krappe) budget.
Onderscheidend van rest gebouw; “black box”.
Ontwerp van de ruimte
Bij de vormgeving van het interieur is het belangrijk de
ruimtelijkheid te ondersteunen. In dit geval is het dóórlopen
van de ruimte in de richting van de ‘tunnel’ een aspect waarop
de vormgeving gebaseerd is. Het belangrijkste onderdeel
waarin dat tot uiting komt is de scheiding tussen café en
concertzaal. Hier komen taatsdeuren, zodat er geen kozijnen
zijn. Als de deuren openstaan is er geen wand meer. Dit is
ook belangrijk in verband met de verleiding waarover in de
sfeertekening wordt gesproken.
Het plafondgrid bestaat uit dubbele verzinkte buizen, die in
de langsrichting lopen. Aan dit grid wordt de algemene
verlichting gemonteerd en kunnen waar nodig theaterlampen,
speakers etc. worden gehangen.
Ook de textuur van wand en vloer benadrukken de
lengterichting van de ruimte.
De zogenaamde servicebox – met keuken, bar, toiletten,
installaties, etc – staat los in de ruimte. Dit wordt benadrukt
door dit volume een eigen kleur te geven.
De theaterstoelen worden met pennen in de treden van de
zaal gestoken; de zittingen en leuningen apart, zodat het
mogelijk is om ook alleen de zittingen te gebruiken. Bovendien
is het hierdoor mogelijk om ruimte te sparen bij de opslag. In
de gaten in de vloer kunnen ook tafeltjes gestoken worden,
zodat de sfeer van een club ontstaat.
De uitwerking van het plafond is een hoofdstuk apart, omdat
hier veel aspecten bij elkaar komen.
INTERIEUR BIMHUIS11111 s c h e t ss c h e t ss c h e t ss c h e t ss c h e t ss e r v i c e b o xs e r v i c e b o xs e r v i c e b o xs e r v i c e b o xs e r v i c e b o xde Vries Bouma
71Interieur BIMhuis
22222 s fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ingca féca féca féca féca féde Vries Bouma
33333 s fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ingg a r d e r o b eg a r d e r o b eg a r d e r o b eg a r d e r o b eg a r d e r o b ede Vries Bouma
72
44444 s fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ingz a a lz a a lz a a lz a a lz a a lde Vries Bouma
55555 p r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lde Vries Bouma
66666 u i t w e r k i n gu i t w e r k i n gu i t w e r k i n gu i t w e r k i n gu i t w e r k i n gthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lde Vries Bouma
73Interieur BIMhuis
77777 plattegrond caféplattegrond caféplattegrond caféplattegrond caféplattegrond café+ zaal+ zaal+ zaal+ zaal+ zaalde Vries Bouma
74
88888 l a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d ede Vries Bouma
99999 d w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ede Vries Bouma
75Interieur BIMhuis
Het plafond
De aandachtspunten voor het ontwerp van het plafond zijn
onder meer:
Bouwkundig; hoe hang je het op, hoe zit het met de
maatvoering.
Installaties; luchtafzuiging, kanalen, koelplafond.
Theatertechniek; rekening houden met de trekken en
met bereikbaarheid grid.
Algemene verlichting.
Akoestiek; Demping van lage tonen boven podium en
mogelijkheid voor fijne afstemming (achteraf) van
akoestiek.
Het uiteindelijke ontwerp van het plafond bestaat uit drie
lagen.
1. Eerst zijn de vierkante panelen ontworpen, die een
akoestische functie hadden en tevens de mogelijkheid
gaven om visueel een verband te leggen tussen het
koelplafond in het café en de zaal waar geen koelplafond
is.
2. Daaronder is het dubbele grid getekend, dat de richting
van de ruimte benadrukt en plek geeft voor de algemene
verlichting.
3. Peutz heeft uitgerekend dat de vierkante panelen
akoestisch niet genoeg waren. Daarom is er een derde
laag ontstaan, direct tegen het bouwkundige plafond,
die de verlangde akoestische demping geeft. De panelen
zijn nu gedeeltelijk leeg en kunnen gebruikt worden om
later te vullen met dempend materiaal, zodat de akoestiek
van de zaal nog kan worden geregeld.
Lange tijd is er onzekerheid geweest over de plek en de
precieze afmeting van de luchtinstallaties in het plafond.
Gezien de geringe hoogte van het plafondpakket heeft dit
een grote invloed gehad op het definitieve ontwerp van het
plafond.
1 01 01 01 01 0 schets plafondschets plafondschets plafondschets plafondschets plafondde Vries Bouma
76
1 11 11 11 11 1 opbouw plafond:opbouw plafond:opbouw plafond:opbouw plafond:opbouw plafond:- akoest isch plafond- akoest isch plafond- akoest isch plafond- akoest isch plafond- akoest isch plafond- v ierkante panelen- v ierkante panelen- v ierkante panelen- v ierkante panelen- v ierkante panelen- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ingde Vries Bouma
77Interieur BIMhuis
1 21 21 21 21 2 d e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ep l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pde Vries Bouma
78
1 3 + 1 41 3 + 1 41 3 + 1 41 3 + 1 41 3 + 1 4sfeer impressies zaalsfeer impressies zaalsfeer impressies zaalsfeer impressies zaalsfeer impressies zaalde Vries Bouma
79Interieur BIMhuis
1 5 + 1 61 5 + 1 61 5 + 1 61 5 + 1 61 5 + 1 6sfeer impressies cafésfeer impressies cafésfeer impressies cafésfeer impressies cafésfeer impressies caféde Vries Bouma
82
Het ontwerpproces
Het constructieve ontwerp laat zich net als het bouwkundige
ontwerp niet in een aantal beperkte zinnen beschrijven.
Bestudering van de tekeningen of een bezoek aan de
bouwplaats geeft een veelvoud van gebruikte materialen en
constructieve systemen te zien. Het kortst samengevat kan
het gebouw worden omschreven als hybride. Dit hybride
karakter is terug te vinden in de materialen, in de producten
en de constructiesystemen, maar ook in het gebruik.
De keuzes voor de uiteindelijk toegepaste materialen en
constructiesystemen worden gemaakt in het ontwerp- en
voorbereidingstraject. De factoren die de keuzes beïnvloeden
zijn legio; het resultaat is een uiteindelijk logisch gevolg van
het gevolgde ontwerpproces.
Een goed ontwerp is meer dan de som van de disciplines.
Afstemming is noodzakelijk. Gezamenlijk ontwerpen kan
leiden tot geïntegreerde ontwerpen die meerwaarde voor het
project betekenen en minder kosten door de afgestemde
ontwerpmethodiek. Van meet af aan was duidelijk dat integraal
ontwerpen het uitgangspunt was. Met een veelvoud aan
disciplines, naast architectuur, constructies en
gebouwinstallaties een zware inmenging van de akoestisch
en bouwfysisch adviseur en eveneens de theatertechnisch
adviseur, kan slechts de geïntegreerde ontwerpmethodiek
tot succes leiden.
De samenwerking van de ontwerpers vindt plaats in het
ontwerpteam of adviseuroverleg. Een brede oriëntatie van
de teamleden en respect voor en algemene kennis van
elkaars vakgebied werkt hierbij bevorderend. Bovenstaande
werkwijze is tamelijk ‘klassiek’ te noemen. Het geeft echter
goede resultaten bij een keuze van de goede
ontwerpteamleden en de aanwezige mondigheid van de
projectmanager om beslissingen te nemen.
De gevolgde ontwerpaanpak kan worden omschreven als:
“oplossen is keuzes inzichtelijk maken”. Bij de start van het
project worden de eerste ideeën over het constructief ontwerp
opgezet. Hierbij vertalen we het architectonisch concept in
een aantal constructieve varianten. De verschillende
keuzemogelijkheden als oplossingen van de deelproblemen
worden inzichtelijk gemaakt, inclusief de hierbij horende
consequenties (b.v. kosten of mogelijke risico’s). Op deze
wijze is het mogelijk gericht keuzes te maken. Deze keuzes
worden voorbereid door het ontwerpteam in het
adviseuroverleg en in overleg met het
projectmanagementbureau of de opdrachtgever gemaakt.
Dit proces is in figuur 1 gevisualiseerd.
De keuze tussen varianten vindt plaats na integrale afweging
en risicoanalyse. De bijbehorende ontwerpaspecten zijn o.a.:
constructie;
architectuur;
installatie;
akoestische isolatie;
akoestische eisen (nagalm);
theatertechniek;
gebruikerswensen / invloed ‘derden’: parkeren, Grand
café;
eisen gesteld door de gemeente (energielevering, milieu);
INLEIDING
83Constructie
lokale omstandigheden (bodemopbouw);
planning/ bouwmethodiek/ kosten;
duurzaam bouwen;
onderhoudsaspecten;
flexibiliteit enz.
Vanuit een constructeursvisie zijn (lang) niet alle toegepaste
constructies en systemen in één oogopslag te begrijpen.
Met bovenstaande beschreven ontwerpmethodiek in het
achterhoofd, die ook daadwerkelijk bij de ontwikkeling van
dit gebouw is gevolgd, is echter te begrijpen dat niet altijd is
vastgehouden aan de constructieve logica.
Constructief ontwerp
Binnen de ruimte van dit college zal worden getracht de
lezer duidelijk te maken voor welke keuzes we hebben gestaan
en hoe de uiteindelijke constructie tot stand is gekomen. De
belangrijkste factoren die daarbij het constructieve ontwerp
hebben bepaald, worden in dit dictaat nader toegelicht.
11111 on twe rpp roceson twe rpp roceson twe rpp roceson twe rpp roceson twe rpp rocesABT
84
Het ontwerp kenmerkt zich door ortogonale lijnen, doorsneden
door enkele schuine lijnen. Dit in contrast tot de trend in de
huidige architectuur dat geen lijn meer recht mag zijn en er
zelfs complete gebouwen in vrije vormen worden ontwikkeld
(de zogenaamde blobs). Toch bedriegt hier de schijn en is
het plan niet eenvoudig te ‘lezen’. Pas na een uitvoerige
bestudering van de maquette wordt duidelijk hoe de
gebouwdelen in elkaar grijpen. De vele functies en gebruikers
maken het functionele ontwerp ingewikkeld.
Het materiaalgebruik is in hoofdzaak beton, staal, glas en
hout. Veel beton is in het zicht en krijgt een esthetische
functie. Dit geldt ook voor enkele staalconstructies. De
belangrijkste architectonische elementen zijn het betonnen
omhulsel van de concertzaal, de Plint als publieksruimte, de
publieke hal met de glazen gevel, het grote overstek van de
luifel en het BIMhuis.
ARCHITECTONISCH ONTWERP
Onder een stalen dakconstructie en omhuld door een grote
glasgevel zijn vier bouwdelen samengevoegd. Dit zijn de
concertzaal annex opnamestudio van de voormalige stichting
de ‘IJsbreker’, het jazzcentrum het ‘BIMhuis’ en een
kantorenblok. Alles geplaatst op een uit het maaiveld omhoog
komend bouwdeel van twee verdiepingen, de zogenaamde
Plint. Hieronder bevinden zich allerlei aanvullende functies
als repetitieruimtes, een keuken, opslagruimtes etc.
Door de glazen omhulling ontstaat er een vrij toegankelijke
ruimte, de Publieke Hal. In de hal is een Grand Café
opgenomen. Hiervandaan kan men de verschillende
facil i teiten bezoeken, waaronder ook het Nationaal
Muziekinformatiecentrum en de bibliotheek van Gaudeamus.
Onder het plan bevindt zich een uit loper van de
parkeergarage, die zich onder het gehele plan van de
Oostelijke Handelskade uitstrekt. Aan de westzijde is een
plein voorzien, dat wordt overdekt door de uitkragende
dakconstructie van het MuziekGebouw. Naast enkele
muziekgerelateerde kunstwerken kan men hier vrijelijk
genieten van het uitzicht over het IJ en de stad.
Kengetallen van het gebouw:
gebouwafmetingen:
lengte = 105 m
breedte = 53 m
hoogte = 24,5 m
bruto vloeroppervlak: ca. 16.000 m²
FUNCTIONEEL ONTWERP
85Constructie
22222 p a n o r a m ap a n o r a m ap a n o r a m ap a n o r a m ap a n o r a m aM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wABT
33333 p l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n do n d e r d e l e no n d e r d e l e no n d e r d e l e no n d e r d e l e no n d e r d e l e nABT
86
De extreem hoge eisen voor de isolatie van de concertzaal
en de moeilijke omgevingsfactoren hebben geleid tot een
bijzondere constructie. Er is een zaal ontworpen volgens het
zogenaamde ‘doos-in-doos’ concept. Concreet houdt dit in
dat er een zaal als vrijstaand onderdeel wordt gecreëerd in
een groter betonnen omhulsel. Om luchtgeluid te weren is
massa het meest effectief, vandaar het massieve omhulsel.
Contactgeluiden kunnen echter door de massa heen dringen
en een bron van geluid aan de binnenzijde vormen. Vandaar
dat een onafhankelijke en losgekoppelde, geïsoleerde doos
wordt geplaatst in het inwendige. Deze binnendoos houdt
de eventuele geluiden die doordringen effectief tegen. Dit
concept van doos-in-doos constructies is een aantal malen,
zij het dan in het klein, in het gebouw herhaald voor de
repetitieruimtes. Daarbij is een zwevende vloer op akoestische
trillingsisolatoren aangebracht, waarop kleine staalspantjes
het binnenwerk van de zaal vormen. Zie figuur 5 & 6.
De buitendoos van de concertzaal is qua volume groter dan
de binnendoos, vanwege de buffer. De zaal zoals die beleefd
gaat worden in de binnendoos is veel kleiner van volume dan
de grootte van de binnendoos doet vermoeden. Halverwege
de zaal is een open plafond aangebracht, waaraan
theatertechnische onderdelen en de verlichting wordt
opgehangen. Daarboven is een dicht plafond aanwezig dat
op en neer kan bewegen. Met deze ingreep kan het volume
van de zaal met bijna een factor twee worden vergroot of
verkleind, wat een grote invloed heeft op de nagalmtijd.
De massa-eisen en de doos-in-doos constructies bepalen in
grote mate het ontwerp van de constructie. Zoals
aangegeven, wordt het omhulsel van de concertzaal volledig
in beton opgetrokken. De zijwanden zijn vanaf kelderniveau
circa 25 m hoog en ze zijn 350 mm dik. Boven de Plint zijn ze
uitgevoerd als schoon beton, met een door de architect
bepaald reliëf. De inkassingen van het reliëf komen in grote
mate overeen met de stortnaden. Het beton is tamelijk licht
van kleur. Zie foto 4; op de foto is ook nog een tijdelijke buis
van het steigerwerk te zien.
Om scheurvorming ten gevolge van krimp van het grote
betonoppervlak te beheersen, is bewust gekozen voor een
relatief lage betonsterkteklasse (B 25). Aan de buitenzijde
wordt een horizontale (basis)wapening aangebracht van rond
10-100. Daarmee wordt getracht een fijne gelijkmatig
verdeelde scheurverdeling te bereiken. De wapening is aan
de buitenzijde aangebracht, enerzijds vanwege de effectiviteit
aangaande de scheurvorming, maar ook vanwege de
inkassingen van het reliëf. De verticale wapening kan op
dekking geplaatst worden ten opzichte van de inkassing, de
horizontale wapening ligt dan tussen de horizontale
inkassingen in, zo ver mogelijk aan de buitenzijde.
Zie figuur 7.
Aan de binnenzijde is het beton niet in het zicht en zijn er
geen inkassingen; daar is gekozen voor een traditioneler net
van rond 12-150. De verticale wapening wordt in hoofdzaak
bepaald door de krachtswerking.
Het dak van de concertzaal wordt gevormd door stalen
spanten waarop kanaalplaten zijn gelegd. Een druklaag zorgt
ervoor dat het dak als schijf kan werken. Zodoende ontstaat
CONCERTZAAL44444 d e t a i ld e t a i ld e t a i ld e t a i ld e t a i lb e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n dABT
87Constructie
55555 a k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c hprincipe concertzaalpr incipe concertzaalpr incipe concertzaalpr incipe concertzaalpr incipe concertzaalABT
66666 a k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c hp r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t eABT
77777 d e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gABT
88
een vormvaste doos, die op zichzelf stabiel is. De genoemde
stalen dakspanten overspannen eveneens de Publieke
Ruimte, waar het dak echter met staalplaten is afgedicht,
omdat hier geen massa-eisen zijn gesteld. Tijdens de
uitvoering is het dak uiteraard nog niet aanwezig zolang de
schoenendoos nog niet gesloten is. Bij de wapeningsopgave
is rekening gehouden met het feit dat de wanden op hoogte
zijn, maar nog niet gesteund worden door het dak. Aangezien
de wanden rondom tegelijkertijd op hoogte worden getrokken,
is de stabiliteit van de doos ook tijdens de bouw gewaarborgd.
De binnendoos in de concertzaal wordt gevormd door stalen
spanten die, aan elkaar gekoppeld, een op zichzelf staande
stabiele constructie vormen. De spanten zijn geplaatst op de
funderingsvloer, die rondom met een dilatatie is vrijgehouden
van de betonnen buitenwanden. De vloer ligt net niet in het
grondwater, reden om een rubber dilatatieprofiel in te storten.
De uitvoering hiervan was kritisch, omdat absoluut vermeden
moest worden dat de dilatatie ook open bleef en er geen
contact tussen vloer en wand ontstond door beton dat om
het dilatatieprofiel heen zou lekken. Daarom is in de voeg
een drukvaste foam aangebracht, stijf genoeg om niet
samengedrukt te worden door het beton, maar slap genoeg
om geen geluidslek te vormen. Na gereedkomen zijn de
dilataties nagemeten door de akoestisch adviseur. Zie figuur
8 & 9.
Op het laagste niveau springen de zijwanden naar buiten toe
om plaats te bieden aan zijtonelen. De bovenliggende wand
wordt opgevangen door betonpenanten. Deze penanten
staan in de ruimte van de binnendoos, maar behoren tot de
buitendoos. Om die reden zijn ze losgehouden van de
fundering en apart op een onderheide poer geplaatst. De
penanten worden rondom ingepakt om contactgeluiden te
weren.
De betonwanden op de lange zijden van de zaal vormen
twee enorme, uitkragende wandliggers. In de uitkraging
bevinden zich ook nog eens alle tussenvloeren naast de zaal
en aan de voorzijde liggen ook nog eens de hangende
foyerdekken op. Al met al geeft dit een grote domp op de
voorste penant van de betonwanden. Eronder ligt dan ook
een poer van indrukwekkende afmetingen. Bij de
wapeningsopgave moest ook rekening worden gehouden
dat er al belastingen in het overstek zouden optreden, terwijl
de wandligger nog niet op hoogte was en er dus een kleinere
momentarm gerealiseerd moest worden. Op verschillende
lagen ligt dus langswapening die maar een tijdelijke functie
hebben gehad. Zie figuur 10 & 11.
88888 detai l funder ingdetai l funder ingdetai l funder ingdetai l funder ingdetai l funder ingb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sABT
89Constructie
99999 b i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sABT
1 01 01 01 01 0 w a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tgrote zaalgrote zaalgrote zaalgrote zaalgrote zaalABT
1 11 11 11 11 1 d e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sb e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n dABT
90
Vanaf het prille begin gaf de architect het BIMhuis letterlijk
een aparte plek in het gebouw. Het wordt gevestigd in een
‘doos’ met twee verdiepingen, die aan de voorzijde in het
plan wordt geschoven, hoog boven de grond.
De eis was dat het BIMhuis op zo min mogelijk kolommen
zou worden opgelegd. Daarnaast vergen de zaal en inwendige
ruimtes vrije overspanningen en indeelbaarheid. Om de relatief
grote overspanningen te kunnen realiseren wordt de doos
van het BIMhuis gemaakt van een balkenrooster van
verdiepingshoge stalen vakwerkspanten. De vloeren worden
gevormd door kanaalplaten. Dit balkenrooster is in feite op
vier punten opgelegd. Zie figuur 14 & 15.
Hier gelden minder strenge akoestische eisen dan bij de
concertzaal. Sterker nog, omdat hier veelal versterkte muziek
ten gehore zal worden gebracht, was er in hoofdzaak massa
nodig om de omgeving niet te verstoren (wettelijke eisen)!
Hiertoe zijn de gevelspanten ingevuld met kalkzandsteen en
gipsafwerking en is de druklaag van het dak verdikt tot 100
mm. Zie figuur 16.
Doordat in feite ‘in de lucht’ wordt gebouwd is gekozen voor
een staalframe, dat later werd verzwaard om akoestische
redenen. Om op deze hoogte ‘in het niets’ een betonwand
te storten is praktisch bijna niet uitvoerbaar en leidt tot kostbare
ondersteuningen. Zie figuur 12 & 13.
In eerdere ontwerpen van de architect was het BIMhuis aan
de voorzijde opgelegd op een enorme V-kolom. Het probleem
van zo’n kolom is dat deze in feite alleen stabiel is, als deze
wordt ingeklemd in de fundering. Een probleem daarbij vormt
de ongelijke belastingssituatie; de kolom is daar erg gevoelig
voor en er ontstaan al snel onbeheersbare vervormingen.
Specifiek voor dit onderdeel is er zelfs nog gekeken naar de
eigenfrequentie die daar bij hoort. Het bleek dat de hele zaal
eenvoudig door publiek in beweging te krijgen zou zijn….
Daarom is er uiteindelijk een betonnen frame om de V-kolom
gekomen, waardoor de verticale belasting rechtstreeks
afgevoerd kon worden naar de fundering en de horizontale
krachten door de V-kolom worden opgenomen. Zie figuur 17
& 18.
BIMHUIS
1 2 + 1 31 2 + 1 31 2 + 1 31 2 + 1 31 2 + 1 3 d e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sm o n t a g em o n t a g em o n t a g em o n t a g em o n t a g ev e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nABT
91Constructie
1 41 41 41 41 4 E P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sABT
1 51 51 51 51 5 s taa lcons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i eB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sABT
1 61 61 61 61 6 a k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c hprincipe BIMhuispr incipe BIMhuispr incipe BIMhuispr incipe BIMhuispr incipe BIMhuisABT
92
1 71 71 71 71 7 eigen frequent ieeigen frequent ieeigen frequent ieeigen frequent ieeigen frequent ieVVVVV-kolom BIMhuis-kolom BIMhuis-kolom BIMhuis-kolom BIMhuis-kolom BIMhuisABT
1 81 81 81 81 8 VVVVV- k o l o m- k o l o m- k o l o m- k o l o m- k o l o mABT
93Constructie
Het kantorenblok is geheel gebouwd in een skelet van prefab
balken en kolommen. De gedachte achter de keuze van
prefab was dat dit onderdeel relatief eenvoudig zou worden
om kosten te besparen. Voor publiek, gebruik en architectuur
zijn er geen bijzondere eisen. Dit geldt echter wel voor het
gedeelte op Plint niveau. De architect wilde daar openheid
bewaren, niet geblokkeerd door het kantoorgebouw; dit moest
bijna zweven boven de Plint. Hierdoor ontstonden de
uitkragingen aan weerszijden, die worden gemaakt van staal.
De stabil i teitswanden, in het kantoor van prefab
betonwanden, zijn op dit niveau vervangen door open
staalconstructies. Zie figuur 20.
Het constructieve schema van de uitkragingen is die van het
principe van het ‘melkmeisje’; de uitkragingen houden elkaar
in evenwicht. Nu is de ene uitkraging groter dan de ander.
Bovendien moet altijd rekening worden gehouden met
ongelijkmatige belastingen. Dit leidt ertoe dat een deel van
de horizontaalkracht in de stabiliteitswanden opgenomen
moet worden. Daarnaast moet de trekkracht boven en de
drukkracht onder door de balken en vloeren naar de andere
kant van het gebouw worden geleid. Dit betekent dat alle
prefab balken op de derde verdieping niet alleen op buiging
maar ook op een (zeer grote) drukkracht berekend dienden
te worden, inclusief knikgevaar! De trekkracht is zodanig groot
dat deze door aparte trekstrips wordt opgenomen, die aan
weerszijden naast de prefabbalken in de vloer worden
meegestort. Zie figuur 19.
Een andere architectonische wens leidde tot veel rekenarij
en creatieve constructieve oplossingen, die niet direct aan
het gebouw of het ontwerp zijn af te lezen. De constructielijn
van de kolommen aan de gevel op as 1, de erfgrens, is in de
kantoren ongeveer een meter naar binnen gelegd. Dit om
geen kolommen te krijgen in het gevelvlak. Vanaf de tweede
verdieping, de Plint, tot in de kelder is de constructielijn echter
tegen as 1 aan. Dit betekent dat de verticaalkracht op niveau
2 naar buiten gebracht moet worden. Dit is gedaan door in
breedte verlopende kolommen. Het constructieve schema
daarvan is gelijk aan een schuine kolom. De schuinplaatsing
roept horizontaalkrachten op. Deze krachten worden door
de vorm van de kolommen, waarbij het schuine gedeelte
effectief onder de 1e verdieping begint, opgeroepen op de
1e verdieping en ontmoeten een gelijke maar tegengestelde
kracht op de begane grond. De horizontaalkracht moet echter
van de 1e naar de begane grond worden getransporteerd.
Dit gebeurd via de betonwanden. Om bij de betonwanden te
komen worden de krachten eerst in de vloer gevoerd, waarna
deze als een in het vlak belaste schijf via boogwerking en
trekbanden in de wanden worden gevoerd. Op de begane
grond gebeurd dan het omgekeerde. Zie figuur 21.
Door grote openingen van bijvoorbeeld trappenhuizen e.d.
was het daarnaast ook nog wel eens nodig de trekbanden
middels ophangwapening te verplaatsen. Door de schuinte
van de kolommen wordt al snel ca. 15% van alle verticale
belasting als horizontaalkracht opgeroepen. Het behoeft geen
nader betoog dat een kantoorgebouw van 4 lagen met een
vloeroverspanning van ruim 12 meter aanzienlijke krachten
oproept. Door de sommatie verworden de trekbanden en
ophangwapening tot grote concentraties van wapening, die
uiteindelijk door de druklaag van de kanaalplaten gevoerd
moet worden (40-70mm beton). Dit heeft in de uitvoering
nogal wat hoofdbrekens opgeleverd.
KANTOREN1 91 91 91 91 9 u i t k r a g i n gu i t k r a g i n gu i t k r a g i n gu i t k r a g i n gu i t k r a g i n gkan toorspan tkan toorspan tkan toorspan tkan toorspan tkan toorspan tABT
94
2 02 02 02 02 0 kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,hier nog afgesteundhier nog afgesteundhier nog afgesteundhier nog afgesteundhier nog afgesteundmet hulpkolommenmet hulpkolommenmet hulpkolommenmet hulpkolommenmet hulpkolommenop de pl intop de pl intop de pl intop de pl intop de pl intABT
2 12 12 12 12 1 d o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ekan too rkan too rkan too rkan too rkan too rABT
95Constructie
Aan de voorzijde van de concertzaal zijn in de foyer een drie-
tal vloeren aanwezig, verbonden door trappen. De onderste
ligt op kolommen, de twee bovenste zijn aan één zijde
opgehangen aan het dak en aan de ander zijde liggen ze op
de betonconstructie van de concertzaal. Deze vloeren zijn
eenvoudig gemaakt van kanaalplaten opgelegd op een
randligger.
De gevel is volledig van glas, gesteund door alleen horizontale
regels gemaakt van stalen kokers, die weer afsteunen op de
gevelkolommen. Aan noord- en zuidzijde, langs de
concertzaal, zijn dit IPE500-profielen. Aan de westzijde
moeten de kolommen de volledige 24m hoogte steunen.
Deze zijn daarom gemaakt van stalen vakwerkspanten. De
spanten dragen bovendien het dak. Door de uitkragende
luifel ontstaat een grote dompkracht op de spanten.
De stabiliteit van de gevelvlakken wordt verzekerd door kruisen,
gemaakt van massief ronde staven. Deze
stabiliteitsverbanden geven de kolommen tevens steun voor
knik en kip. Zie figuur 22.
DE FOYER EN DE GEVEL2 22 22 22 22 2 E P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lg e v e lg e v e lg e v e lg e v e lg e v e lABT
96
Beeldbepalend is de grote vrije uitkraging van het dak, ruim
19 meter op een hoogte van 24 meter. Dit wordt gerealiseerd
door uitkragende vakwerkspanten van staal. In de hoeken is
een balkenrooster gemaakt van deze vakwerken, omdat de
hoeken in feite een dubbele uitkraging bezitten.
Met de aannemer is een uitgebreid plan opgezet hoe om te
gaan met zegen e.d. van de spanten, om na montage een
zo vlak mogelijke constructie te verkrijgen. Onder permanente
belastingen zijn zakkingen tot 10cm te verwachten, dus als
we er wat naast zitten dan vertaalt dat zich al snel tot een
zichtbare afwijking. Zie figuur 23.
DE LUIFEL
Onder het plan is een parkeergarage gelegen, die uitloopt in
een kelder gedeelte voor het MuziekGebouw, waar zich enkele
installatie- en traforuimtes bevinden. De parkeergarage hoort
niet bij het MuziekGebouw. Besteksmatig t.b.v. de bouw zijn
deze echter wel bij elkaar gevoegd, waarbij de garage 'geknipt'
is aan de oosteli jke zijde op de grens tussen het
MuziekGebouw en het Hotel (as 1).
De parkeergarage wordt uitgevoerd met betonnen wanden
en vloeren. De keldervloer is ongedilateerd. Vanaf de
keldervloer ter plaatse van de erfgrens is de constructie (de
kelderwanden en het dek van de begane grond) echter
gedilateerd van die van het Hotel.
DE PARKEERGARAGE2 32 32 32 32 3 EPW-model dakEPW-model dakEPW-model dakEPW-model dakEPW-model dakABT
97Constructie
Terrein
Het MuziekGebouw is gelokaliseerd op de Oostelijke
Handelskade. Deze is in het midden van de 19e eeuw
aangelegd in het IJ in verband met de behoefte aan een
havenvoorziening aan diep water in Amsterdam. Het gebied
is feitelijk een kunstmatig aangebrachte ophoging in het IJ.
Het gemiddelde maaiveldpeil bedraagt ca. 1,65 m + NAP.
Dit is ook het bouwpeil van de nieuwbouw (bovenkant
afgewerkte vloer). De freatische grondwaterstand wijkt weinig
af van het peil van het IJ; 0,4 à 0,45 m – NAP.
Langs de IJ-oever van de Oostelijke Handelskade zijn
kademuren aanwezig. Ter plaatse van de kop van de
Oostelijke Handelskade komt nog de oorspronkelijke kademuur
van 1878 voor. Het betreft een gestapelde stenen constructie
die is opgebouwd op een stampbetonnen blok dat
gefundeerd is op houten palen, met aan de voor- en
achterzijde een houten damwand. Achter dit “blok” ligt op
circa 2,5 m – NAP een circa 10 m lange houten ontlastvloer
op regelwerk. Deze vloer is eveneens op houten palen (9
rijen) gefundeerd.
Verder zijn aan de zuidzijde van de Handelskade twee
warmtebronnen aangelegd, die door NUON geëxploiteerd
worden. De mantelbuis (bovenkoker van de bron) is van PVC
en heeft lijmverbindingen. De warmtebronnen worden
gebruikt in de energievoorziening van alle gebouwen aan de
Oostelijke Handelskade.
Tenslotte dienden we rekening te houden met de
aanwezigheid van oude funderingsresten van de vroegere
bebouwing.
FUNDERING
Bodemopbouw
Amsterdam in zijn geheel en het gebied rond het IJ in het
bijzonder, is voor zijn wordingsgeschiedenis sterk bepaald
door de ijstijden uit het Pleistoceen. Met name in het Saalien
breidde het Scandinavische landijs zich sterk uit. Uitvloeiing
van ijstongen veroorzaakte de uitschuring van diepe
zogeheten glaciale bekkens. De onderzochte bouwlocatie
ligt bijna in het hart van de diepe geul bij Amsterdam. Na het
smelten van het landijs werden in de bekkens veelal
smeltwaterafzettingen in de vorm van zeer dikke lagen klei
gesedimenteerd. Deze lagen behoren tot de geologische
formatie van Drente.
In de hierna volgende tussenijstijd, het Eemien geheten,
steeg de zeespiegel sterk. Onder invloed van de zee werden
dikke kleilagen gevormd, in geheel Amsterdam voorkomend
en algemeen bekend als de groene Eemklei.
De laatste ijstijd bereikte het landijs Nederland niet, maar
veroorzaakte wel een sterke daling van de zeespiegel (meer
dan 100 m). Samen met de door de wind afgezette dekzanden
leverde dit een sterke voorbelasting van het gehele
bekkenkleipakket. Deze zandafzettingen (formatie van
Twente) worden tot de 2e zandlaag gerekend.
In het jongste geologische tijdperk tenslotte, het holoceen
geheten, zijn de over het algemeen zeer slappe en slecht
draagkrachtige toplagen van klei en veen gevormd. De
jongste klei- en veenafzettingen zijn grotendeels in de
middeleeuwen weggespoeld door de binnenzee en meer
recentelijk het IJ.
98
Pas in de vorige eeuw zijn er grote gebieden rond het IJ met
meters dikke zandlagen opgehoogd, waaronder ook de
Oostelijke Handelskade. Door deze zandaanvullingen is een
groot deel van de voorbelasting van het Eemkleipakket
opgesoupeerd, dat wil zeggen dat verhoogde belastingen
van deze laag kunnen leiden tot nieuwe zettingen.
Op basis van het uitgevoerde grondonderzoek kan de
bodemopbouw als volgt zeer schematisch worden
weergegeven.
Diepte (m t.o.v. NAP) Omschrijving
tot NAP - 0,5 m zand, veelal ophoogmateriaal.
tot NAP - 3 m klei/veen; een zeer slap pakket
tot NAP - 8 m zand
tot NAP - 12 m klei
tot NAP - 17 m de "eerste" zandlaag, een redelijk
draagkrachtig zandpakket met
conusweerstanden die plaatselijk
kunnen oplopen circa 30 Mpa.
tot NAP - 17,5 à -18 klei, deze slappe laag vormt de
scheiding tussen de eerste en de
tweede zandlaag; plaatselijk is de
dikte van deze laag slechts enkele
decimeters.
tot NAP - 29,5 m de "tweede zandlaag"; het
draagkrachtige zandpakket waarop
tegenwoordig veelal wordt
gefundeerd; vooral in het bovenste
gedeelte van deze laag kan de
conusweerstand zeer hoge waarden
bereiken van 30 tot 40 MPa; in de
tweede zandlaag komen enige
slibrijke tussenlagen voor.
tot NAP - 33 m zandhoudende klei; of afwisselend
zand- en kleilaagjes
tot NAP - 45 m vaste klei
tot NAP - 60,5 m vaste klei, plaatselijk zand- en
veenhoudend
tot NAP - 69,5 m klei, zandhoudend
tot NAP - 74 m zeer vaste klei
vanaf NAP - 74 m de zeer vaste "derde zandlaag"; de
conusweerstand loopt reeds aan de
bovenzijde van dit pakket op tot circa
40 MPa.
Zie figuur 24 & 25.
Opvallend in het grondprofiel is dus "slappe" laag die wordt
aangetroffen tussen circa NAP - 30 m en circa NAP - 74 m;
de zogenaamde "Oer-IJ-geul”, een van oorsprong glaciaal
bekken dat in latere tijden is opgevuld met klei.
Ontwerp van de fundering
Gezien de grondslag, met veel samendrukbare lagen, en de
relatief hoge belastingen ter plaatse van kolommen, komt
alleen een fundering op palen in aanmerking. Gekozen is
voor een geheid systeem, zogenaamde Vibro-palen. Daarbij
wordt een stalen buis met afdekplaat in de grond geheid.
Deze wordt gevuld met wapening en beton, waarna de buis
al heiend weer getrokken wordt. Dit is een grondverdringend
systeem. Op voorhand is er beoordeeld dat de kademuren
niet al te veel last zouden krijgen van de fundering. Wel moest
99Constructie
2 42 42 42 42 4 s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -d i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a mABT
100
2 52 52 52 52 5 s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -d i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a mABT
101Constructie
men voorboren door de ontlastvloeren heen. Aan de IJ-zijde
is overigens de kade voor de aanleg van de fundering volledig
vervangen.
Nabij de warmtebronnen was een geheid en grondverdringend
systeem niet toegestaan door de NUON. Zij eisten namelijk
dat er geen grondverplaatsingen zouden plaatsvinden. Dit
was echter niet te garanderen, dus vandaar dat hier gekozen
is voor mortelschroefpalen.
De stabiliteit wordt voor de verschillende bouwdelen apart
geregeld, alhoewel door de Plint uiteindelijk de gebouwen
aan elkaar gekoppeld zijn. De Concertzaal is een grote
betonnen doos, die stabiel is door de wanden en het dak. De
Publieke hal is gekoppeld aan de Concertzaal. Ook de Plint
zit aan de Concertzaal maar heeft daarnaast nog extra
wanden. Zie figuur 26.
In het kantoorgebouw zijn enkele betonnen wanden
opgenomen. Vanaf de tweede verdieping en lager, daar waar
het kantoor overgaat in de Plint, wordt de stabiliteit verzorgd
door de wanden in de Plint. In het dak zit bij de aansluiting
met het kantoor een dilatatie. Vanaf de Plint staat het kantoor
dus op zich zelf.
Ook het BIMhuis staat in principe op zich zelf. Het betonnen
frame met de grote V-kolom erin opgenomen verzorgt de
dwarsstabiliteit. In langsrichting zit het BIMhuis gekoppeld
aan de Plint. De constructie van het BIMhuis zelf is vormvast
door het balkenrooster van vakwerken en de vloerschijven.
De tertiaire vakwerken hebben bijna geen dragende werking,
maar zijn ervoor om de ‘doos’ vormvast te houden.
Ook naar de stabiliteit van de binnendoos is gekeken. Deze
staat weliswaar binnen in een gebouw, maar is daar helemaal
los van. Er kunnen horizontaalkrachten op werken, door
onder- en overdruk, scheefstand en de theatertechniek etc.
De spanten vormen in dwarsrichting stabiele portalen. In
langsrichting is voorzien in een stabiliteitsverband.
STABILITEIT2 62 62 62 62 6 s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -p r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p eABT
102
Eisen
De nieuwbouw van het MuziekGebouw valt onder hoofdstuk
VI van het Bouwbesluit (1991), "Algemene technische
voorschriften omtrent het bouwen van niet tot bewoning
bestemde gebouwen". De brandwerendheid met betrekking
tot bezwijken van de hoofddraagconstructie wordt geregeld
in artikel 174, 7e, 8e (hier niet van toepassing) en 9e lid,
waarbij behorend tabel V.
Voor de bepaling van de brandwerendheid is het gebouw op
te delen in vier bouwmassa’s, waarvan drie met
onafhankelijke draagconstructies en stabiliteitsvoorzieningen.
Onderscheiden worden:
de concertzaal, bestaande uit de door betonwanden
omgeven ruimten van de concertzaal en enkele andere
ruimten binnen de contouren van de betonwanden.
Hieraan verbonden zijn de boven elkaar gelegen
foyervloeren aan de westzijde. De stabiliteit wordt verzorgd
door de betonwanden rondom de concertzaal. De
hoogste verblijfsvloer is gelegen op 12,3m boven
maaiveld.
het ‘BIMhuis’, bestaande uit een doosvormige constructie
op enkele kolommen, aan de zuidzijde van het gebouw.
De stabiliteit wordt verzorgd door de V-kolom met
betonraam aan de voorzijde en enkele windbokken ter
plaatse van de lift aan de achterzijde. De hoogste
verblijfsvloer is gelegen op 14,7m boven maaiveld.
het kantorenblok aan de oostzijde, bestaande uit een
kolommen- en balkenstructuur. De stabiliteit wordt verzorg
door enkele betonwanden. De hoogste verblijfsvloer is
gelegen op 20,4m boven maaiveld.
BRANDVEILIGHEID
de twee lagen onder de zogenaamde ‘Plint’, op begane
grondniveau en 1 laag daarboven. De hoogste
verblijfsvloer is gelegen op 9.9m boven maaiveld. Deze
laatste wordt, gezien de verbondenheid met de overige
bouwdelen, niet als separate constructie gezien, maar
als volgt toegerekend aan die andere bouwdelen:
- as 1-3 wordt beschouwd als onderdeel van het
kantorenblok
- as 3-4 wordt beschouwd als onderdeel van de IJsbreker.
De eisen betrekking hebbend op genoemde onderdelen
gelden dus ook voor het gedeelte Plint dat aan betreffend
bouwdeel is toegekend.
Omdat de hoofddraagconstructies van de genoemde
onderdelen onafhankelijk zijn, kunnen de eisen die worden
gesteld aan de brandwerendheid van de
hoofddraagconstructie ook onafhankeli jk worden
gedefinieerd.
Uit lid 7, tabel V, volgen de volgende brandwerendheidseisen:
Concertzaal 90 minuten
BIMhuis 120 minuten
kantoren 120 minuten
Uit het bepaalde in l id 9 volgt, mits aangetoond
overeenkomstig NEN 6090, dat deze waarde van 120 minuten
met 30 minuten verlaagd mag worden, indien de permanente
vuurbelasting niet groter is dan 500 MJ/m2. Dit is in een
separate berekening aangetoond.
Resumerend geldt voor de nieuwbouw van het
103Constructie
Muziekcentrum te Amsterdam een eis voor de
brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van 120
minuten respectievelijk 90 minuten, waarbij dit verlaagd kan
worden tot 90 respectievelijk 60 minuten.
Constructieve en bouwkundige maatregelen per
bouwdeel
Hieronder volgt een opsomming van de constructieve en
bouwkundige maatregelen zoals die voor dit project getroffen
worden ten aanzien van de hoofddraagconstructies.
Concertzaal
Hoofddraagconstructie: betonwanden, vloeren binnen de
contouren van de betonwanden (vloerschijven t.b.v.
stabiliteit). Het betreft de zogenaamde ‘buitendoos’ van de
concertzaal.
De brandwerendheid zal worden bereikt door
wapeningsdetaillering als omschreven in NEN6720. Aan het
dak inclusief de spanten zijn geen eisen gesteld (geen
hoofddraagconstructie). Wel is er speciaal voorzien in een
brandmelder in deze bufferzone, omdat bij brand in de buffer
dit niet opgemerkt wordt in de zaal.
Binnendoos
In eerste instantie niet tot de hoofddraagconstructie gerekend,
maar tijdens het ontwerp zijn er twee balkons aan toegevoegd.
Daarnaast bevindt de fysieke scheiding door middel van een
gipsplaten wand zich aan de binnenzijde, terwijl de spanten
in de bufferruimte staan. Bij een brand in de buffer heeft men
dat in de zaal niet in de gaten. Daarom zijn de spanten toch
als hoofddraagconstructie aangemerkt. Deze zijn met
brandwerende verf 60 minuten brandwerend gemaakt.
Dakconstructie boven Publieke ruimte
Dit is geen hoofddraagconstructie dus er zijn geen eisen aan
gesteld.
De kolommen die het dak dragen zijn wel aangemerkt als
hoofddraagconstructie en zijn met brandwerende verf
behandeld.
BIMhuis
De hoofddraagconstructie wordt gevormd door de
staalspanten in dwarsrichting en de gevelspanten, vloeren
en dakvloer en de kolommen aan de noordzijde. De eis is
120 minuten, met aftrek van 30 minuten blijft daar nog 90
minuten voor over. Deze brandwerendheid zal worden bereikt
door het bekleden van de staalconstructie; delen die in het
zicht blijven worden brandwerend geverfd. Op niveau 3 is
tevens een sprinkler aanwezig.
Kantorenblok inclusief Plint en parkeerkelder
Hoofddraagconstructie: kolommen, balken,
kanaalplaatvloeren en betonwanden.
De eis is 120 minuten, na aftrek van 30 minuten nog 90
minuten.
Te bereiken door de regels van NEN6720. De
staalconstructies op niveau 2 t.b.v. de stabiliteit worden
brandwerend geverfd.
104
Tijdens de werkzaamheden voor de fundering en de kelder is
veel hinder ondervonden van de oude kadeconstructies, oude
bolders met ankerkettingen en oude gebouw- en
kraanfundaties. Door jarenlang scheepvaartverkeer en het
op diepte houden van de haven, is er continu grond
weggespoeld onder de ontlastvloer van de kades tot ver daar
achter. Aldus zijn er onder het maaiveld ‘waterbellen’
gevormd, die door de doorbreking van de ontlastvloer en
ontspanning van de drukboog van grond erboven onmiddellijk
bezweken. Deze ondergrondse ruimtes kunnen dat wel
tientallen meters in diameter worden en nog tot op grote
afstand van de kades voorkomen. Zie figuur 28.
Met name voor de fundering van het BIMhuis gaf dat voor de
uitvoering van de mortelschroefpalen problemen. Bij het
indraaien van het schroefblad stortte ondergronds de
aanwezige geulen in, met enorme kraters in het maaiveld tot
gevolg. Uiteindelijk moest tot onder de ontlastvloeren
ontgraven en weer aangevuld worden, om dan vervolgens
de palen te kunnen installeren. Alsnog zijn toen enkele palen
door het weglopen van beton mislukt, waarna nog enkele
stalen buispalen zijn toegevoegd.
Zowel tijdens het ontwerpproces als tijdens de uitvoering
diende iedere betrokkene steeds alert te zijn op de eisen die
aan de zaal zijn gesteld. Oplossingen die constructief en
bouwkundig voor de hand liggen, zijn vaak veranderd op
aanwijzing van de akoestisch adviseur. Tijdens de bouw moet
erop gelet worden dat er geen overbruggingen ontstaan tussen
binnen- en buitendoos. Bijvoorbeeld de vloeren in de buffer
van de concertzaal. Logisch zou zijn om deze op de
binnendoosspanten te maken. Daarmee kan er echter
contactgeluid doordringen vanuit de buffer naar de zaal. Dit
is de reden dat ze aan de betonwand, de buitendoos, zijn
bevestigd. Ook voor de wandafwerking moet steeds
beoordeeld worden of er geen ‘kortsluitingen’ ontstaan tussen
binnendoos en buitendoos, bij de bevestiging van de steunen
ervan. Zie figuur 27 & 29.
DE UITVOERING
105Constructie
2 72 72 72 72 7 principe buffer-pr incipe buffer-pr incipe buffer-pr incipe buffer-pr incipe buffer-v l o e rv l o e rv l o e rv l o e rv l o e rABT
2 82 82 82 82 8 doorsnede kadedoorsnede kadedoorsnede kadedoorsnede kadedoorsnede kadeABT
106
2 92 92 92 92 9 c o m p l e x ec o m p l e x ec o m p l e x ec o m p l e x ec o m p l e x epuzzel van binnen-puzzel van binnen-puzzel van binnen-puzzel van binnen-puzzel van binnen-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-construct ie enconstruct ie enconstruct ie enconstruct ie enconstruct ie eni n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e sABT
110
Je kunt in de rol van de theateradviseur twee hoofdtaken
onderscheiden.
Theaterontwerp
De eerste taak van de theateradviseur is om te zorgen dat
het gehele gebouw effectief en functioneel wordt als
voorstellingsruimte. Daarvoor is ervaring nodig en de
theateradviseur is vaak de enige in een ontwerpteam met die
ervaring. Een architect krijgt zelden de kans een theater of
concertzaal te bouwen, laat staan meer dan een. Hoewel
ook de overige adviseurs soms ruime ervaring hebben met
het ontwerpen en bouwen van culturele accommodaties, is
de theateradviseur meestal die enige die zich hier uitsluitend
en alleen mee bezighoudt en daardoor hele specifieke kennis
heeft, nodig voor een goed ontwerp. Tijdens het ontwerp zal
de theateradviseur dus een belangrijke rol spelen om de
architect en collega-adviseurs te ondersteunen. Oplossingen
die geschikt zijn voor een “standaard” gebouw werken vaak
niet in een theater. Theaters en concertzalen zijn nou eenmaal
geen standaard gebouwen. Een concertzaal is complex,
vooral vanwege de enorme verscheidenheid aan gebruikers.
In het MuziekGebouw/ BIMHUIS Amsterdam onderscheiden
we onder meer:
publiek ;
musici;
technici;
horecapersoneel;
kantoorpersoneel;
sponsors;
caissières;
huisgezelschappen;
etc.
Een van de problemen bij het ontwerp van een theater of
concertzaal is dat al deze gebruikers hun weg moeten vinden
in het gebouw. Met al hun wensen moet rekening worden
gehouden. Dat is op zich al een lastige logistieke klus. De
verkeersstromen van publiek, techniek, horeca en musici
moeten elkaar liefst niet kruisen, maar in ieder geval niet
hinderen. Zo is het laad- en losperron voor de techniek niet
beschikbaar voor de horeca. De artiesteningang is niet
toegankelijk voor gewoon publiek en technici moeten
ongehinderd door andere gebruikers in technische ruimten
kunnen komen, zonder dat het publiek daar last van heeft en
zonder dat het publiek eveneens toegang krijgt tot die ruimtes.
Kleedkamers moeten goed bereikbaar zijn en niet te ver
verwijderd van het podium en het publiek moet niet
gedwongen worden het hele gebouw door te doorkruisen
om een toilet te vinden.
We informeren de architect over de wenselijkheid van daglicht
in de zaal (en de noodzaak van verduistering tijdens veel
voorstellingen). We onderzoeken of de gangen breed genoeg
zijn voor een Bösendorfer en de stoelenberging groot genoeg
voor alle zaalstoelen. Maar we bemoeien ons ook met het
aantal damestoiletten, zodat de pauzes niet eindeloos gerekt
worden.
Ook de overige adviseurs krijgen informatie.
De E-adviseur moet weten welke theatertechnische
installaties in het gebouw komen en wat het vermogen is en
de gelijktijdigheid. Aan de voeding van geluidinstallaties
worden bijvoorbeeld hoge eisen gesteld. De dimmers voor
de toneelverlichting kunnen gemakkelijk storing veroorzaken
DE ROL VAN DE THEATERADVISEUR
111Theatertechniek
op de geluidinstallatie. In een gewoon theater is dat al erg, in
een concertzaal is het helemaal verschrikkelijk.
De W-adviseur wordt geïnformeerd over de warmtelast van
de theatertechnische installaties, maar ook over het aantal
douches voor de artiesten.
Ontwerp van de theatertechnische installaties.
De tweede taak van de theateradviseur is het ontwerp van
alle theatertechnische installaties. Deze worden
onderverdeeld in:
1. toneeltechniek (alle hijs- en hefwerktuigen, lichtbruggen
en bewegende vloeren);
2. toneelverlichting (schijnwerpers, lichtregelapparatuur,
dimmers en netwerken);
3. geluidinstallaties (zaalversterking, oproep- en
meeluisterinstallatie, ringintercom, installatie voor
slechthorenden);
4. toneelstoffering (voordoek, afstopping, horizon,
balletvloer);
5. losse inrichting (gereedschap, transporthulpjes, trappen
en ladders, hoogwerkers e.d.).
Toneeltechniek is over het algemeen nauwelijks aanwezig in
concertzalen. In het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam
zijn boven het plafond wel wat hijsvoorzieningen die
bijvoorbeeld gebruikt worden bij televisieopnames om
schijnwerpers te kunnen ophangen, maar die voorzieningen
zijn beperkt. De meeste concertzalen zijn bovendien vooral
geschikt voor één soort muziek.
Voor de grote concertzaal was de opdracht dat de zaal
geschikt moest zijn voor vrijwel alle soorten muziek inclusief
popconcerten en opera-uitvoeringen met (beperkt) decor.
Dat houdt om te beginnen in dat de akoestiek van de zaal
beïnvloed moet kunnen worden en dat het podium variabel
moet zijn. Verder moeten er voldoende hijsvoorzieningen zijn
om decors, licht en geluid op te hangen.
Beweegbare plafonds Concertzaal
Het beïnvloeden van de akoestiek is op zich niet ingewikkeld.
Kort gezegd zijn er twee mogelijkheden:
de akoestiek wordt met behulp van elektronica gevarieerd;
de akoestiek wordt gevarieerd door het zaalvolume te
vergroten of te verkleinen.
Aangezien in het programma van eisen de elektronische
optie was uitgesloten bleef alleen de tweede optie over: het
variëren van het zaalvolume, in dit geval door het plafond in
hoogte te variëren. Door bureau Peutz is bepaald hoe groot
het zaalvolume moest zijn voor de diverse soorten muziek en
hoe groot dus het verschil tussen het grootste en het kleinste
volume. De architect bepaalde dat het voor publiek zichtbare
plafond niet mocht wijzigen. Er moest dus een (akoestisch
open) vast plafond worden gemaakt en een onzichtbaar
plafond daarboven dat op en neer kon worden gehesen.
Direct boven het vaste plafond moest ruimte gevonden
worden voor schijnwerpers en luidsprekers. De architect wilde
het liefst een cassetteplafond. Dat gaf de mogelijkheid een
stelsel te maken van smalle lichtbruggen. Oorspronkelijk was
het de bedoeling tussen de bruggen een tension grid te
maken (een beloopbaar net van staalkabels). Uit
kostenoverweging is besloten die netten achterwege te laten.
Met iedere 4,2 meter een brug in twee richtingen is de zaal
voldoende flexibel.
112
Boven de lichtbruggen hangt een beweegbaar plafond in
drie delen. Op de beweegbare delen staan grote lange bakken
met daarin akoestische gordijnen. De plafonddelen kunnen
op en neer, maar ook de gordijnen kunnen op en neer om
zodoende niet alleen het zaalvolume, maar ook de mate van
demping te beïnvloeden. De lieren waarmee het plafond en
de gordijnen worden gehesen staan buiten de zaal. De
staalkabels van de decortrekkenlopen via akoestisch
gedempte buizen van de zaal naar de machinekamer.
Beweegbare vloeren Concertzaal
Bij een popconcert zal het publiek meestal staan. Om nog
iets te kunnen zien van de band, moet het podium 1,25m
hoger zijn dan de zaal. Bij een concert met het publiek op
stoelen is dat geen prettige hoogte. Van de eerste rijen ziet
dan niemand nog iets van de musici. Het podium moet dan
lager. Voor sommige concerten is het aardig in het midden
van de zaal een podium te maken en het publiek er om heen
te zetten.
De mooiste, maar ook kostbaarste methode om dit allemaal
te bereiken is het opdelen van de gehele zaal (inclusief
podium) in kleine segmenten die onafhankelijk van elkaar op
en neer kunnen bewegen. In dit geval is gekozen voor een
iets minder dure variant: het opdelen van de zaal in acht
segmenten. Het podium staat op een vast op dezelfde hoogte
als het laad- en losperron. Alles wat uit de vrachtwagen komt
kan op wielen en zonder hulp van liften binnengebracht
worden. Het laatste deel is even hoog als het eerste. De
gehele zaalvloer kan geheel vlak gemaakt worden, maar ook
trapsgewijs aflopen. Het variëren van de zaalvloer gaat niet
ongestraft. Met name de toegankelijkheid van de zaal is in
het geding. Een vluchtweg moet voldoen aan de eisen,
ongeacht of de zaalvloer in de hoogste of in de laagste stand
staat. Dat vereiste enige inventiviteit.
Het bleek dat het niet mogelijk was de zaalvloer te variëren
zonder hetzelfde te doen met de toegangsluizen. Als de sluis
op gelijke hoogte blijft stort het publiek bij een hoge vloer
naar beneden als ze de zaal verlaten. Een trap in de sluis
direct achter de deur is om dezelfde reden verboden. We
besloten een deel van de sluis mee te variëren. Halverwege
de sluis eindigt de vloer. Daar waar de vloer eindigt worden
traptreden omhoog getrokken als de vloer naar boven gaat.
Als de vloer in de laagste stand staat is de vluchtweg helemaal
op hetzelfde niveau als de zaalvloer. Als de zaalvloer omhoog
gaat ontstaat automatisch een trap tussen zaalniveau en
omgeving.
Ook de naden die tussen de vloer zitten zijn een punt van
aandacht. Als de naad te smal is, kunnen de vloerdelen klem
komen te zitten als de houten deklaag uitzet. Een te brede
naad is oncomfortabel en mogelijk gevaarlijk.
De naden tussen de segmenten konden smal gehouden
worden door een andere vloeropbouw te kiezen dan
gebruikelijk.
In het theater wordt veel Keroewing toegepast. Deze
houtsoort heeft de naam zich goed te herstellen nadat er
decors op gespijkerd zijn. Nadeel van Keroewing is dat het
hout enorm werkt. Een naad van 2 cm was minimaal nodig
om te voorkomen dat de vloersegmenten zouden vastlopen.
Overleg met Bruynzeel leverde een alternatief op. Keroewing
werkt vooral zo sterk, omdat het wordt gelegd in stroken met
een dikte van 22mm. Een dunnere laag zou veel stabieler
zijn, zeker als die dunne laag gelijmd wordt. De oorspronkelijke
11111 v l a k k ev l a k k ev l a k k ev l a k k ev l a k k ep o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rHWP theateradvies
113Theatertechniek
opbouw van houten regels, 18mm multiplex en 22mm
Keroewing werd vervangen door houten regels met 2 lagen
multiplex. De multiplexplaten worden versprongen en liefst
ook schuin op elkaar gelijmd. Als dat in een vroeg stadium
van de bouw gebeurd zal de vloer tegen het eind van de
bouwperiode niet erg glad meer zijn. In dat geval is grof
schuren en beplakken met een zeer dunne multiplex
voldoende zijn om een gladde en droge ondergrond te krijgen
voor het Keroewing. Als de multiplex platen pas later worden
aangebracht kan deze dunne laag achterwege blijven. De
Keroewing die nu wordt aangebracht is slechts 9mm dik.
Doordat de ondergrond niet werkt en de keroewing dun blijft
en verlijmd is, zal deze vloer nog zo weinig werken dat een
naad van 0,5 – 1 cm voldoende is.
Het podium kan aan de zijkant en de achterkant worden
omsloten met een orkestkamer. deze bestaat uit draaibare
en verrijdbare panelen.
Indien gewenst kan het podium kleiner gemaakt worden
door een grote hefwand neer te laten,
Hijsmiddelen Concertzaal
Een toneeltoren is niet voorzien en ligt ook niet voor de hand.
Decorchangementen waarbij complete decors ineens kunnen
verdwijnen door ze snel op te trekken zijn daarom niet mogelijk,
maar ook niet nodig. Toch moeten er wel voldoende
hijsmiddelen zijn om schijnwerpers, luidsprekers en
decorstukken op te hijsen. In het MGA zijn boven het podium
voorzien. Verder is wordt een grid gemonteerd, waaraan
schijnwerpers gehangen kunnen worden.
Boven de zaal zijn kraanbanen voorzien boven de vakken
tussen de lichtbruggen.
Toneelverlichting Concertzaal
Vanwege de strenge akoestische eisen mogen schijnwerpers
en dimmers geen geluid maken. Voor de dimmers zelf maakt
het niet gek veel uit, die staan in een aparte ruimte, maar de
dimmers moeten in ieder geval zo werken dat de gedimde
lampen niet gaan zoemen. Ook zijn de schijnwerpers
uitgevoerd zonder venti latoren. De venti latoren in
kleurwisselaars zijn stil en kunnen worden uitgeschakeld.
Geluidinstallaties Concertzaal
Gezien het belang van goed geluid is een belangrijk deel
van het budget uitgegeven aan een goede geluidinstallatie.
Goed betekent niet alleen apparatuur van een goed merk,
maar vooral een goed ontwerp. De installatie moet flexibel
zijn. Het flexibele gebruik van de zaal vereist dat. Het streven
is om met dezelfde luidsprekers zowel stereo als quadro als
octatonie te bereiken. De architectuur van de installatie moet
open zijn. Een bezoekend gezelschap moet zelf kunnen
bepalen welk deel van de installatie ze wel en welk deel ze
niet wil gebruiken. Dan moeten ze niet eerst hoeven
bestuderen hoe de installatie opgebouwd is, maar moet direct
duidelijk zijn waar ze hun eigen installatie kunnen aansluiten.
Dat vereist een heldere overzichtelijke infrastructuur met de
juiste kabelwegen en aansluitkasten.
BIMhuis
Het BIMhuis had veel minder vergaande eisen aan de
theatertechnische installaties. Waar voor de IJsbreker
nieuwbouw noodzakelijk was, omdat de huidige locatie te
klein was geworden, het BIMhuis was het liefst in de eigen
accommodatie gebleven. Bij het BIMhuis was het de
22222 m i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mHWP theateradvies
114
33333 m o g e l i j k em o g e l i j k em o g e l i j k em o g e l i j k em o g e l i j k epodium standenpodium standenpodium standenpodium standenpodium standenHWP theateradvies
116
geluidoverlast voor de buren die nieuwbouw noodzakelijke
maakte. De nieuwe zaal lijkt dan ook sterk op de huidige zaal
aan de Oude Schans.
Toneeltechniek
De behoefte aan hijsinstallaties is vrij beperkt. Boven zaal en
podium zijn enkele trekken aangebracht, waarmee
schijnwerpers en speakers kunnen worden opgehangen. Van
decors is vrijwel nooit sprake. In samenwerking met de
interieurarchitect is een vast grid ontworpen in het café,
boven de zaal en boven het podium.
Toneelverlichting
De belangrijkste eis aan de toneelverlichting is eenvoud van
bediening. Veel concerten worden technisch begeleid door
slechts een persoon. Die is vooral geconcentreerd op het
geluid. Het licht is niet onbelangrijk, maar heeft geen prioriteit.
De zaal is vrij laag, zodat hier geen lichtbruggen mogelijk zijn.
Boven het podium kunnen de schijnwerpers gesteld worden
met behulp van een eenpersoons hoogwerker. De spots die
boven het publiek hangen kunnen met behulp van een haak
op een lange stok gesteld worden, net als in een TV-studio.
Geluidinstallaties
Net als voor de Concertzaal geldt ook voor het BIMhuis dat
de geluidinstallatie zeer belangrijk is, en dat veel tijd en geld
zijn gemoeid met dit onderdeel.
Kabelverbindingen tussen de zalen, de opnamestudio en de
opstelruimte voor radiowagens maken geluidopnames en
uitzendingen mogelijk. Indien gewenst kan het podium met
losse vloerdelen worden uitgebreid tot en met de eerste rij.
Conclusie
Met bovenstaande middelen is optimaal voldaan aan de eis
om een flexibele grote concertzaal te ontwerpen en een
intieme jazzzaal.
119Installatie adviseur
INSTALLATIE ADVISEUR
Royal Haskoning Nederland bv
Installatietechniek
Delft
ing. H. Besselink
120
De installaties van het MUZIEKGEBOUW/BIMHUIS zijn
ontworpen door de Businessgroep Gebouwinstallaties van de
Divisie Installatietechniek van Royal Haskoning. Het ontwerpen
van de installaties is in samenwerking gegaan in een
multidisciplinair ontwerpteam. Dit ontwerpteam bestaat uit de
architect, constructeur, bouwfysicus, akoestisch adviseur,
adviseur theatertechniek en installatieadviseur. Het gehele
team staat onder leiding van de projectmanager. Het
ontwerpen van een gebouw geschiedt volgens een
projectmatige aanpak en gaat van grof naar fijn. Allereerst
formuleert de opdrachtgever een programma van eisen - het
PvE - waarmee het ontwerpteam aan de slag gaat en een
vertaling van het programma gaat geven in de eerste fase
van het project, de voorontwerpfase. Op basis van het
technische gedeelte van het PvE worden er voorstellen van
installatieconcepten gedaan die worden ingebracht in het
ontwerpteam. Een belangrijk facet van deze voorstellen is dat
zij moeten voldoen aan de exploitatiedoelstellingen van de
opdrachtgever zoals een laag energieverbruik en lage
onderhoudskosten, een behaaglijk binnenklimaat en een voor
dit project wel zeer belangrijke doelstelling het zeer lage
geluidsniveau van de installaties in de grote concertzaal en
repetitieruimten. Het geheel dient dan nog te passen binnen
het beschikbare budget. Door van grof naar fijn te werken
worden deze doelstelling stap voor stap bereikt. Nadat in het
voorontwerp het ontwerp in grote lijnen zijn gestalte heeft
gekregen, in de vorm van schetsen, schema's en een globale
beschrijving, de kostenramingen en de bijbehorende
exploitatiekosten aan het programma voldoen, kan er gestart
worden met de volgende fase van het project: het definitieve
ontwerp. In het definitieve ontwerp worden de definitieve
INLEIDING
dimensies van de installatie bepaald en wordt het ontwerp
verder vormgegeven in het bouwkundige ontwerp. Alle
opmerkingen die in de voorontwerpfase op het ontwerp zijn
gemaakt worden in het definitieve ontwerp verwerkt. Details
worden uitgezocht. In deze fase wordt ook de definitieve
energieprestatie coëfficiënt bepaald. Door de gemeente
Amsterdam is hiervoor een speciale doelstelling neergelegd
om tot, een lage waarde van 2,4 versus de eis van die tijd van
3,4, voor bijeenkomstgebouwen te komen. Als het ontwerp
aan de check van het budget en de programmadoelstellingen
voldoet wordt er overgegaan tot de laatste fase van het
ontwerp: de besteksfase. In de besteksfase worden alle
specificaties nauwkeurig vast gelegd in een contractdocument
op basis waarvan de installaties kunnen worden aanbesteed.
Het werk wordt gegund aan de laagste inschrijver. In dit geval
moesten er na de aanbestedingen een aantal significante
bezuinigingen worden verwerkt daar de aanbesteding hoger
uitviel dan de geprognosticeerde installatie- en bouwsom. Het
project kon, door de toenmalige marktsituatie pas na een
intensieve periode van bijstellingen, in uitvoering worden
gebracht.
De businessgroep installatietechniek van Royal Haskoning
heeft ca. 100 adviseurs in dienst verdeeld over een drietal
vestigingen in Rotterdam, Nijmegen en Veendam. Alle
voorkomende gebouwinstallaties worden geadviseerd in een
veelheid van gebouwfuncties zoals kantoren, scholen, musea,
luchthavens, bibliotheken, gezondheidszorg en theaters zoals
het MUZIEKGEBOUW/BIMHUIS.
121Installatie adviseur
Het technische programma van de installaties voorziet in de
volgende deelontwerpen:
De klimaatregelinstallatie (verwarming, ventilatie en
koeling);
Sanitaire installaties, waaronder de binnenriolering,
sanitaire toestellen, warm en koud;
tapwater en de hemelwaterafvoer;
De brandbeveiligingsinstallaties (sprinkler- brandmeld en
brandblusvoorzieningen);
De elektrotechnische installaties, niet zi jnde
toneeltechnische installaties;
De transportinstallaties.
Het gebouw heeft een totaal vloeroppervlak van ca 13.100
m2 BVO en bestaat in hoofdzaak uit:
een publieke "niet geklimatiseerde" hal;
de concertzaal MUZIEKGEBOUW en foyer hall;
ruimten MUZIEKGEBOUW onder de plint;
foyers met halfklimaat;
kantoren MUZIEKGEBOUW en overige gebruikers;
BIMHUIS met nevenruimten, kantoren e.d.;
grand-café met neven ruimten.
De verdeling en regeling van de installatievoorzieningen is ook
"geclusterd" volgens de bovenstaande hoofdindeling.
INSTALLATIE OMVANG
Om tot een energiezuinig ontwerp te komen is het ontwerp
gebaseerd op de centrale energievoorzieningen van NUON
met warmte en koude via bodemopslag en warmtepomp
installaties met lage temperatuur verwarming en hoge
temperatuur koeling.
Het installatiepakket is gebaseerd op:
warmte via warmtepompinstallatie;
koude via bodemopslaginstallatie;
toepassen van lage temperatuur verwarming
(hoofdzakelijk straling);
toepassen van hoge temperatuur koeling (hoofdzakelijk
straling);
gebalanceerde ventilatie (gebouw op lichte overdruk);
warmteterugwinning uit retourlucht, twin-coil;
toerengeregelde pompen;
gebruik van hoogrendement (toerengeregelde)
ventilatoren;
alleen bevochtiging concertzalen, repetitieruimten e.d.;
algemene verlichting kantooromgeving 400 lux HF -
daglichtgeregeld.
Met betrekking tot de bedrijfsvoering van de installaties is de
opzet:
opstart/opwarmprocedures van de installatieclusters (niet
gelijktijdig);
in winterperiode geen nachtverlaging toepassen;
(nacht)koeling via bodemopslag in plaats van
nachtventilatie;
individuele regeling (vertrek) van verwarming en koeling;
decentrale installatieopzet voor diverse gebruikers binnen
het complex.
ENERGIEVOORZIENINGEN
122
Energie Prestatie toets
Het installatieconcept met de omschreven componenten en
het installatieontwerp zijn ingevoerd in een Epc-
toetsingsberekening e.e.a. gebaseerd op het bouwkundige
ontwerp van mei 1999.
Uitgangspunt is geweest, de aangescherpte Epc-eisen 2000
met de volgende toetsingswaarden naar gebouwfunctie:
bijeenkomstgebouw EPc - 2.4 (toenmalige eis 3.4) -
(huidige eis2,2)
kantoorgebouw EPc - 1.6 (toenmalige eis 1.9) - (huidige
eis 1,5)
Het berekende energieverbruik van het totale complex
bedraagt gemiddeld ca 95% van het toelaatbare waarmee het
ontwerp voldoet aan de eisen volgens het bouwbesluit (2000).
Analyse van de afzonderlijke klimaatzones laat zien dat met
name de concertzaal ca, ruimten onder de plint en het
BIMHUIS goed scoren, de aangescherpte EPc-eis wordt met
resp. ca 12, 38 en 17 % onderschreden.
Het kantoordeel heeft mede door de grote mate van
transparantie een enigszins mindere waardering dan de eis.
Eis fac. herleid
concertzaal EPc - 2.4 88 % EPc - 2.10
onder plint EPc - 2.4 62 % EPc - 1.48
BIMHUIS EPc - 2.4 83 % EPc - 1.99
kantoren EPc - 1.6 122 % EPc - 1.96
Bij deze resultaten dient opgemerkt te worden dat een aantal
facetten van de ingevoerde uitgangspunten in de navolgende
ontwerpfasen zijn geoptimaliseerd met als doel het verder
minimaliseren van de energiebehoefte van het complex.
Zo zijn bij de toets o.a. de volgende bouwkundige en
installatietechnische uitgangspunten gehanteerd:
Rc-waarde van daken, vloeren en gevels volgens het
huidige bouwbesluit (Rc - 2.5);
vensters in buitengevels met HR+ beglazing (U = 2 W/
m2k);
vensters in binnengevels (naar publieke hal) met enkel
glas (U = 3.5 W/m2k);
beglazing van de klimaatzones omvat ca 50% van het
geveloppervlak;
geen buitenzonwering;
publieke hal met volledig glazen dak en gevel (enkel glas);
verlichting met forfaitair energiegebruik.
Zo zijn bij de huidige uitwerking de volgende aspecten nader
uitgewerkt en zo veel mogelijk doorgevoerd:
het isolatiepakket van gevels, daken etc. verder
opwaarderen richting Rc - 4;
glaspercentage en isolatiewaarde beglazing
optimaliseren;
beglazing naar hal bezien o.a. afhankelijk van klimaat
(enkel cq. dubbelglas);
toepassen van (buiten)zonwering bij de kantoren;
publieke hal met minder glasgevel en grotendeels dicht
(geïsoleerd) dak.
Warmte- en koudecentrale
De warmte- en koudecentrale zijn voorzieningen die worden
gerealiseerd en beheerd door de NUON.
123Installatie adviseur
Warmte- en koude opslag
Deze centrale bestaat uit een combinatie van centrale
energieopslag in de bodem en het gebruik van warmtepompen
voor een aantal projecten gelegen aan de oostelijke
handelskade.
Energieopslag vindt plaats in een zogenaamde aquifer. Een
aquifer bestaat uit een ondergrondse waterlaag dit zich tussen
twee waterdichte kleilagen bevindt. Dit water staat praktisch
stil en biedt hierdoor de mogelijkheid tot het opslaan van
energie. Er worden een aantal bronboringen gemaakt naar de
aquifer die zich op voldoende afstand van elkaar bevinden.
Door nu zomerwarmte in de warme bron en winterkoude in de
op te slaan kan er op een efficiënte manier gebruik gemaakt
worden van het aanbod van warmte en koude uit de omgeving.
Warmte en koude wordt ons als het ware "gratis" aangeboden
door de natuur, allen op het verkeerde moment. Dit
faseprobleem wordt opgelost met een opslag systeem. In het
volgende schema wordt e.e.a. weergegeven.
Door nu in de winterperiode water uit de warme bron af te
koelen met een warmtepomp van ca 200o C naar 80o C kan
met de vrijgekomen warmte van de warmtepomp water met
een temperatuur van ca. 500o C worden geproduceerd voor
het verwarmen van het gebouw. Het afgekoelde water wordt
opgeslagen in de koude bron waarmede in de zomerperiode
het gebouw kan worden gekoeld en de warme bron worden
opgewarmd.
De gelimiteerde ontwerpvermogens van dit energiesysteem
door NUON vastgesteld zijn momenteel:
warmte 850 kWth;
koude 1000 kWth.
De elektrische voeding voor de warmtepompinstallatie
bedraagt ca. 269 kWel (480A), bij de momentele
verwarmingscapaciteit.
NUON geeft aan, i.v.m. de meest efficiënte bedrijfsvoering van
de warmtepompen dat het op te stellen
warmtepompvermogen zoveel als mogelijk beperkt moet
worden.
Een aantal mogelijkheden hiertoe zijn:
het toepassen van (hoogrendement) warmteterugwinning
uit de ventilatielucht;
geen nachtverlaging toepassen;
lange aanwarmtijden hanteren;
niet gelijktijdig opstarten/aanwarmen van systemen.
Hieraan kan nog worden toegevoegd het minimaliseren van
de warmtevraag door:
het gebruik van HR++ beglazing;
verbeteren isolatie van gevels, daken en vloeren;
verbeterde kierdichting van ramen en vensters.
Deze adviezen zijn in het installatieontwerp overgenomen.
Elektrische energievoorziening
De elektrische energie benodigd voor de warmtepompen,
theatertechnieken en de gebouwinstallaties wordt door NUON
geleverd via een in het gebouw op te stellen transformator.
De vermogensraming komt uit op ca 1600 kVA gelijktijdig.
11111 warmtewisselaarwarmtewisselaarwarmtewisselaarwarmtewisselaarwarmtewisselaarRoyal Haskoning
124
Klimaatregeling ruimten
De klimaatregeling regelsystemen:
ruimteverwarming door lage temperatuursystemen met in
hoofdzaak stralingspanelen aangevuld met (plaatselijk)
vloerverwarming en luchtverwarming;
ruimtekoeling door hoge temperatuurkoeling met
hoofdzakelijk stralingspanelen en ventilatielucht;
ruimte ventilatie met behulp van een gebalanceerd
mechanisch systeem.
Concertzaal MUZIEKGEBOUW
De zaal (en ook de foyer hall) wordt geconditioneerd (warmte,
koelte, vochtigheid e.d.) door de toevoer van lucht via
luchtinstroom plenums.
Het toevoeren van de lucht wordt fijnmazig over de zaal theater
verdeeld. De reden van de fijnmazige verdeling is dat het
luchtdebiet van het toevoerrooster, dat in de spleetvorming
structuur van het interieur past, wordt beperkt door het gestelde
geluidsniveau van 15 dB(A). Door deze beperking is het niet
mogelijk alleen de balkons te benutten als positie van de
luchttoevoer. Hiertoe wordt de lucht via de volgende zones
toegevoerd:
De zaal, de balkons en het podium.
Het centrale gedeelte van de grote zaal zal van lucht worden
voorzien via de twee zijbalkons, met speciale luchttoevoer düse
ornamenten type welke worden geïntegreerd met de
bouwkundige spleetvorming structuur. Inblaastemperatuur
bedraagt 16oC.
KLIMAATREGELINSTALLATIES
De randzones van de grote zaal worden voorzien van
verdringingsventilatie welke wordt opgenomen in de onderzijde
van het eerste zijbalkon.Inblaastemperatuur bedraagt 18-20°C.
Het achterbalkon en de zitplaatsen op de zijbalkons worden
voorzien van verdringingsroosters die onder de stoelen worden
aangebracht..Inblaastemperatuur bedraagt 18-20°C.
De lucht benodigd voor de zitplaatsen onder het achterbalkon
worden via verdringingsroosters vanuit het plafond toegevoerd.
Inblaastemperatuur bedraagt 18-20°C.
De toevoer van lucht naar de verdringingsroosters in de
balkons zal plaatsvinden via de bouwkundige plenums die
zich onder de zittingen bevinden. De afwerking van deze
plenums dient bouwkundig luchtdicht te worden uitgevoerd.
Het podium zal worden voorzien van luchttoevoer vanuit de
zijwanden, boven de podiumingangen. Inblaastemperatuur
bedraagt 16-20°C.
Ten gevolge van de mix van verdringingsventilatie en
inducerende toevoer zullen alle zones worden voorzien van
een eigen temperatuurregeling.
Het toevoeren van extra lucht tijdens hoge bezetting van de
zaal kan de luchttoevoer wordt dan verdubbeld, dit geschiedt
via een extra rij toevoerroosters die hoog in de zijwanden
worden opgenomen.Inblaastemperatuur bedraagt 16°C. Van
het totale hoge luchtdebiet wordt dan ca 1/3 deel via de extra
rij toevoerroosters toegevoerd en 2/3 deel via de basis
125Installatie adviseur
22222 montage toevoermontage toevoermontage toevoermontage toevoermontage toevoer-----kanalenkanalenkanalenkanalenkanalenRoyal Haskoning
33333 doorsnede concertdoorsnede concertdoorsnede concertdoorsnede concertdoorsnede concert-----zaalzaalzaalzaalzaalRoyal Haskoning
126
luchtverdeling. De basisluchtverdeling zal hierdoor ca 30%
extra lucht per rooster toevoeren. De luchtsnelheden blijven
hiermede binnen de comfortgrenzen, het geluidsdruk niveau
t.g.v. het installatiegeluid zal hierdoor stijgen tot ca. 35 dB(A).
Luchtafvoer vindt hoog in de zaal plaats waarmee o.a. warmte
van mens en verlichting wordt afgevoerd.
De geluidseis van maximaal 15 dB(A) in de zaal en 25 dB (A)
in de foyer hall is sterk bepalend voor het installatieontwerp
van deze ruimten.
Gestreefd wordt naar een min of meer drukloos systeem met
overgedimensioneerde luchtbehandelingskasten en
kanaalwerk.
Deze dimensionering heeft tevens het voordeel dat bij de volle
bezetting met ca. 1500 personen de installaties naar grotere
capaciteiten geschakeld kunnen worden (geluidseis is dan
niet van toepassing).
In de volgende figuren is nader aangegeven hoe de
luchtdistributie van de concertzaal plaatsvindt. Het ontwerp
van de luchtverdeling heeft diverse stadia doorlopen. Door
het inpassen van een tweede balkon was het noodzakelijk het
ontwerp naar een meer fijnmazige verdeling te brengen. Met
behulp van cfd-berekeningen is de luchttoevoerinstallatie
geoptimaliseerd naar het huidige ontwerp.
44444 verdieping 5verdieping 5verdieping 5verdieping 5verdieping 5Royal Haskoning
5+65+65+65+65+6 toevoerrooster mettoevoerrooster mettoevoerrooster mettoevoerrooster mettoevoerrooster metdüse tussen latten-düse tussen latten-düse tussen latten-düse tussen latten-düse tussen latten-structuur van de wandenstructuur van de wandenstructuur van de wandenstructuur van de wandenstructuur van de wandenRoyal Haskonig
127Installatie adviseur
Foyers
Het installatieontwerp voorziet in de volgende klimatisering
van de foyers. Verwarming en koeling met behulp van
stralingspanelen aan de plafonds van de foyervloeren met
warmtestraling in de koude winterperiode en koelte in de
zomer.
Een groot deel van het jaar wanneer de bufferwerking van de
hal op natuurlijke wijze zorgt voor een behaaglijke temperatuur
in de foyers zijn de panelen niet in werking.
De hal en hiermede ook de "foyerdecks" wordt geventileerd
m.b.v. te openen geveldelen en dakluiken.
Kantoorvertrekken
De klimaatregeling omvat:
ruimteverwarming door lage temperatuursystemen met in
hoofdzaak stralingspanelen aangevuld met (plaatselijk)
vloerverwarming en luchtverwarming;
ruimtekoeling door hoge temperatuurkoeling met
hoofdzakelijk stralingspanelen en ventilatielucht;
ruimte ventilatie met behulp van een gebalanceerd
mechanisch systeem.
Met name de in vertrekken van deze clusters waar ook een
geluidseis is vastgelegd van maximaal 25 dB(A) zoals de
ruimten voor repetitie, opname, regie, solistenkamers,
luisterruimte e.d. is een geluidsarm installatieconcept
gehanteerd met verdringingsventilatie en stille verwarming/
koeling m.b.v. stralingspanelen.
De toegepaste stralingspanelen, ook wel klimaatplafonds
genoemd, zijn opgebouwd uit een drietal componenten, zoals
in onderstaand figuur is weergegeven. De watervoerende
elementen worden in de zomer gevoed met gekoeld water
van ca 18°C. Het voordeel van deze systemen is dat de
warmteoverdracht door straling plaatsvindt. Luchtsnelheden
blijven hierdoor laag, geluidsniveau is zeer laag. Een verder
belangrijk voordeel is dat het afvoeren van warmte met
watervoerende systemen weinig ruimte vragen ten opzicht van
systemen die alleen met lucht werken.
Natte groepen, kleedkamers en werkplaatsen worden
mechanisch geventileerd. Luchttoetreding vindt plaats wijze
vanuit de omliggende ruimtes.
Geventileerd wordt met volledig buitenlucht:
Deze buitenlucht vertegenwoordigt, indien de temperatuur
ervan lager is dan de ruimtetemperatuur een zekere "vrije"-
koelcapaciteit.
isolatielaag, thermisch / akoestischwatervoerende elementenmetalen plafondplaat, geperforeerd
77777 foyer verwarmingfoyer verwarmingfoyer verwarmingfoyer verwarmingfoyer verwarmingRoyal Haskoning
88888 kantoorvertrekkenkantoorvertrekkenkantoorvertrekkenkantoorvertrekkenkantoorvertrekkenRoyal Haskoning
99999 klimaatplafondklimaatplafondklimaatplafondklimaatplafondklimaatplafondRoyal Haskoning
128
Concertzaal BIMHUIS
De concertzaal van het BIMHUIS wordt voorzien van
verdringingsventilatie via het vloerplenum, zo drukloos als
mogelijk (max. 25 dB(A)) door b.v. openingen of sleuven in dit
plenum.
De luchtafvoer van de zaal wordt gerealiseerd via:
de glazen gevel als een zogenaamd klimaatgevel;
luchtafvoer kanalen hoog in de ruimte.
In de foyer wordt naast gebalanceerde ventilatie met
luchtafvoer via keuken en sanitair een klimaatplafond
toegepast.
Centrale hal
De publieke hal wordt in het huidige ontwerp niet
geklimatiseerd. Met behulp van natuurlijke ventilatie wordt in
voor/naseizoen en zomer het klimaat in de hal geregeld.
Regelinstallatie
De installaties worden voorzien van een automatisch
regelsysteem uitgevoerd in DDC (Direkt Digital Control) dat
zorgt voor:
regelen van diverse energiestromen;
handhaven comfortcondities;
tijdafhankelijk schakelen van diverse installatieonderdelen;
beveiligen en bewaken van installatieonderdelen;
signaleren van storingen en temperatuur overschrijdingen.
Een zogenaamd gebouwbeheersysteem (GBS) waarmee alle
regeltechnische- en installatievoorzieningen en componenten
worden gekoppeld en dat bediening en beheer op afstand
mogelijk maakt is niet voorzien.
1010101010 centrale halcentrale halcentrale halcentrale halcentrale halRoyal Haskoning
1111111111 concertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisRoyal Haskoning
129Installatie adviseur
Installatieomvang
De sanitaire installatie omvat in hoofdlijnen de volgende
voorzieningen, waarbij het ontwerp en de uitwerking extra
aandacht wordt besteed aan de positionering, leidingloop en
montagewijze om overlast vanwege geluid te voorkomen.
Koudtapwaterinstallatie
Voorziet in de koudwatervoeding van de sanitaire toestellen
zoals toiletten, urinoirs wasbakken e.d. alsmede:
pantry's;
werkkasten;
douches;
brandslanghaspels;
warmwaterboiler;
keukens MUZIEKGEBOUW en BIMHUIS.
Warmtapwaterinstallatie
Voor de aansluitingen van o.a. douches, keukens, pantry's en
werkkasten.
Toestellen
Sanitaire toestellen zoals genoemd allen voorzien van
waterbesparende kranen. Spiegels, zeepdispensers,
handdroogvoorzieningen en overige sanitaire accessoires zijn
niet voorzien.
SANITAIRE INSTALLATIE
Riolering
Uitgevoerd in PP (polipropyleen) waarop zijn aangesloten alle
sanitaire toestellen. De afvoer wordt in het terrein, gescheiden
van de hemelwaterafvoer aangeboden voor aansluiting op het
gemeentelijk net. Een vet-/bezinkselafscheider in de afvoer
van de geplande keukens/pantrys wordt opgenomen.
Hemelwaterafvoer
Middels een vacuümsysteem (Pluvia) gescheiden van de
riolering afgevoerd en aangeboden voor aansluiting op het
gemeentelijk net. Hemelwaterhergebruik is niet opgenomen
in het ontwerp.
130
Voeding en distributie
Hoofd- en onderverdeelinrichtingen;
Kabeltransportsystemen;
Installatie aanleg lichtinstallatie;
Verlichtingsarmaturen;
Noodverlichtingsinstallatie;
Krachtinstallatie;
Voorzieningen voor theaterinstallaties;
Ontruimingsinstallatie met gesproken woord;
Zwakstroominstallaties;
Brandmeldinstallaties;
Beveiligingsinstallaties;
Centrale antenne installatie;
Sturing zonweringinstallatie.
Aardings- en bliksemafleiderinstallatie;
Elektra aansluiting (voedingskabelaanleg).
De benodigde elektrische voeding wordt betrokken van het
NUON, er wordt aangesloten op een in het gebouw
geïntegreerd transformatorstation met 1 transformator. Het
totale benodigde vermogen is c.a. 1.600kVA.
Het kabeltransport van de voedingskabels vanaf de
hoofdverdeelinrichting naar de onderverdeelinrichtingen,
dimmerkasten, regelkasten, etc. vindt plaats via ladderbanen
aangebracht in schachten en dergelijke en op horizontale
kabelgoten.
Verdeelinrichtingen
Bij de transformator wordt een hoofdverdeler opgesteld. Van
daar uit wordt de energie verder gedistribueerd naar de
verschillende gebruikers. Op de transformator wordt behalve
ELECTRONISCHE INSTALLATIES
Brandbeveiliging gebouw
De brandbeveiliging van het gebouw wordt gerealiseerd door
de volgende technische voorzieningen:
brandslanghaspels in het gehele gebouw;
brandmeldinstallatie;
sprinklerinstallatie.
Brandbeveiliging gebouw sprinkler
In het ontwerp is uitgegaan van het veiligheidsconcept 2,
gedeeltelijke sprinklerinstallatie. In het sprinkler beveiligd
gebied zijn nu opgenomen;
de publieke hal;
de foyers;
de foyer hall;
het documentatiecentrum;
zaalverdieping BIMHUIS en entreegebied kantoorlaag
BIMHUIS.
BRANDBEVEILIGING
131Installatie adviseur
de hoofdverdelers ook de warmtepompen (door derden) en
de sprinklerpomp aangesloten. Er zijn aparte
verdeelinrichtingen voor de audio installaties opgenomen.
Lichtinstallatie algemeen
De lichtinstallatie zal, behalve in technische ruimten, bergingen,
opslagruimten, sprinklerruimte, werkplaats, etc. een
ingebouwde weggewerkte installatie zijn. De installatie bestaat
uit tegen het constructie plafond of boven het verlaagde
plafond gemonteerde contactdozen en leidingaanleg ten
behoeve van de verlichtingsarmaturen. De schakelaars en
contactdozen worden ingebouwd in de wanden.
De lichtinstallatie in de doucheruimten, keukens e.d. zal
waterdicht worden uitgevoerd en waar mogelijk (in wanden of
opbouw achter verlaagde plafonds) worden weggewerkt. De
schakelaars en contactdozen zullen in de wanden worden
ingebouwd, contactdozen boven de verlaagde plafonds ten
behoeve van de verl ichtingsarmaturen zijn in
opbouwuitvoering.
Lichtinstallatie bijzondere ruimten
De installaties in bijzondere ruimten bestaan uit de volgende
onderdelen:
werklicht in de zalen: tl verlichting in gesloten armaturen
bevestigd aan de constructie boven loopbruggen, voor
verlichting bij werk op die bruggen. (Halogeen) spots voor
aanvullende verlichting van de zaal (samen met de
normale zaalverl ichting) bij schoonmaken en
werkzaamheden e.d.
blauwlicht: bij toegangen van het achtertoneel naar de
achterliggende gangen en op de loopbruggen boven de
zaal.
Zaalverlichting: aan de onderzijde van de loopbruggen
worden dimbare gloeilampdownlighters aangebracht.
Deze worden gebruikt voor en na voorstellingen.
signaleringslampen: boven deuren van repetitie ruimten,
zalen en in kleedkamers, bediend vanuit de diverse regie
ruimten.
In het navolgende schema is het lichtplan aangegeven van
het "artlight" verlichtingsontwerp. Boven het gehele gebouw
bevindt zich een "cap" van ca 2 meter hoog. Deze cap wordt
geheel verlicht en straalt naar alle zijde licht uit.
Verlichtingsarmaturen
Hier onder is aangegeven welke armatuurtypen in de
verschillende ruimten komen.
Kantoren: TL-5 armaturen met daglichtregeling, in
koelplafond;
Grote hal: Artlight, indirect;
Expeditie: TL armaturen in slagvaste behuizing;
Techniekruimten: TL-montagebalken;
Gangen backstage:TL armaturen;
Werklicht zaal:Halogeen spots;
Werklicht loopbruggen: TL armaturen slagvast;
Werklicht techniek: TL armaturen;
Zaallicht: gloeilamp downlighters;
Repetitie ruimten: TL armaturen;
Opslagruimten: TL-montagebalken.
1212121212 lichtinstallatilichtinstallatilichtinstallatilichtinstallatilichtinstallatieRoyal Haskoning
132
Lichtschakelen
Bij de portiersloge komen schakel- en bedienfuncties voor de
algemene gedeelten van het gebouw, lokaal worden er nog
bij diverse toegangen van bouwdelen geschakeld. Bepaalde
gebieden zullen automatisch (op tijd en schemerschakelaars)
worden geschakeld. Dit betreft de publieke hal, buiten
verlichting, laad en los hal.
Werklicht, blauwlicht, zaallicht en signaleringslampen kunnen
op verschillende plaatsen geschakeld worden, o.a. inde regie
ruimten en op het achterpodium, waarnodig met een
sleutelschakelaar.
Noodverlichting
De noodverlichtingvoorzieningen omvatten:
algemene noodverl ichting in de circulatie- en
publieksruimten en technische ruimten;
transparantnoodverlichting voor vluchtweg bewegwijzering
in de circulatieruimten en bij uitgangen;
traptreden verlichting theaterzalen.
Voor noodverlichting wordt een centrale noodvoedingsunit
gebruikt met groepen voor transparantnoodverlichting en
algemene noodverlichting.
In foyers en andere ruimten met een representatieve verlichting
wordt algemene verlichting bij stroom uitval overgenomen op
noodstroom.
Er wordt gebruik gemaakt van een centrale en meerdere
subcentrales. Bij de portier komt een paneel waarop
storingsmeldingen worden weergegeven.
Kabeltransportsystemen
Goten voor de huisinstallaties zijn gecompartimenteerd. Hierin
worden tevens de bekabeling van brandmeld- en
zwakstroominstallatie ondergebracht. De goten voor
huisinstallaties en voor audio- / videovoorzieningen worden
waar mogelijk c.a. 50 centimeter uit elkaar gelegd.
De kabelwegen worden zoveel mogelijk uit het zicht aan
gebracht in schachten en boven verlaagde plafonds. In de
zalen wordt een raster van kabelgoten aangebracht.
Krachtinstallatie
De krachtinstallatie omvat de volgende voorzieningen:
aansluitpunten met hoofdschakelaars t.b.v. de liften;
keukenvoorzieningen;
boileraansluitingen 230/400V;
contactdozen 1- en 3-fasen t.b.v. specifieke aansluitingen;
krachtaansluitpunten algemeen;
NOB-aansluiting bij laad- en losruimte;
aansluitingen voor installaties;
aansluitingen voor mobiele bars in foyers en hal.
Voeding voor theaterinstallaties
De voeding van de audio installaties wordt aangesloten op
speciale verdeelkasten. Deze worden rechtstreeks vanaf de
hoofdverdeelkast gevoed. Ook worden deze verdeelkasten
aangesloten op een apart aardsterpunt met een eigen
aardelektrode. Dit sterpunt wordt verbonden aan het sterpunt
van de gebouwaarding. De afgaande groepen van deze
verdeelkasten worden aangesloten op contactdozen welke
voorzien zijn van de tekstvermelding "AV apparatuur".
1313131313 armatuur publieks-armatuur publieks-armatuur publieks-armatuur publieks-armatuur publieks-halhalhalhalhalRoyal Haskoning
133Installatie adviseur
Voor de toneelverlichting wordt de bekabeling aangelegd vanaf
de door derden te leveren dimapparatuur naar contactdozen
aan het grid in de zaal. De bekabeling wordt uitgevoerd met
afgeschermde kabel.
Voor de theater installatie worden diverse aansluitingen
opgenomen volgens opgave van de theater adviseur.
Zwakstroominstallatie en ledige buisleidingen
Algemene zwakstroomvoorzieningen omvatten:
Een deurbelinstallatie / deurintercom;
Een centraal bedien- en storingsmeldingspaneel (CBP);
Alarmoproep voorziening mindervalide toiletten;
Schakelklok en schemeringsschakelaar buitenverlichting.
CAI - installatie
Op de hoofdaansluiting van het plaatselijke Centraal Antenne
Installatie (CAI)-net wordt een versterker aangesloten, vanaf
de versterker worden aansluitingen aangebracht naar de
volgende ruimten:
portiersloge;
pantry's bij de kantoren;
artiesten foyer;
kassa ruimten;
regieruimten;
keuken;
achter elke bar.
Inbraakdetectie
Er wordt een beperkte inbraakdetectie-installatie opgenomen.
Hiermee worden uitsluitend buitendeuren, trappenhuizen,
gangen en ruimten met kostbare apparatuur beveiligd.
Toegangscontrole installatie
De toegangsdeuren tot het kantoorgedeelte worden voorzien
van kaartlezers.
Aardings en bliksemafleiderinstallaties
Het gebouw zal worden voorzien van een aardings- en
bliksemafleiderinstallatie volgens NEN 1014, klasse LP 3. De
bliksemafleiderinstallatie is opgebouwd uit een daknet met
koperen leidingen, respectievelijk doorverbonden metalen
dakdelen.
Brandmeldinstallatie en ontruimingsinstallatie
De brandmeldinstallatie is gebaseerd op totaalbewaking. In
het kantoordeel gedeeltelijke bewaking.
De ontruimingsinstallatie bestaat uit een centrale spreekpost
bij de portiersloge en luidsprekers verspreid over het gebouw,
een en ander in overeenstemming met de eisen van de
brandweer. De ontruimingsinstallatie kan gekoppeld worden
aan de geluidsinstallatie van het gebouw. De audio installaties
worden door het ontruimingsalarm uitgeschakeld.
Voorzieningen data- / telefooninstallatie
Ten behoeve van de data- / telefooninstallatie wordt de lege
infrastructuur opgenomen. In kabelgoten is een vri j
compartiment aangehouden voor door derden aan te brengen
kabelaanleg. Daarnaast worden op diverse plaatsen lege
buisleidingen en lege doos voorzieningen opgenomen.
1414141414 impressieimpressieimpressieimpressieimpressieverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem grotezaalzaalzaalzaalzaalRoyal Haskoning
134
Uitgangspunten algemeen
Bij het ontwerp van dit project maken we onderscheid in
goederen en personen vervoer.
Onder goederen vervoer verstaan we goederen voor de
MUZIEKGEBOUW voor het BIMHUIS en algemeen. De deur
breedtes zijn gebaseerd op de breedte van de te vervoeren
concert vleugel 1700x2300 mm bxd.
In het personen vervoer maken we onderscheid in publiek voor
de MUZIEKGEBOUW en BIMHUIS, artiesten voor de
MUZIEKGEBOUW en BIMHUIS en kantoorpersoneel voor de
MUZIEKGEBOUW en het BIMHUIS. Hierbij maken we ook nog
onderscheid in mindervalide en valide personen. De
mindervalide personen moeten door middel van de liften op
alle gewenste verdiepingen kunnen komen zonder te moeten
overstappen op een andere lift.
Personenlift kantoren
De liften L1 en L2 van de MUZIEKGEBOUW kantoren worden
uitgevoerd als machinekamerloze tractie liften. De cabines en
toegangen van de liftinstallaties worden ingericht volgens de
eisen gesteld in "het handboek voor toegankelijkheid" en zullen
vandaal bestendig worden uitgevoerd.
Op level 0 zullen deze liften een glazen schacht krijgen.De
liften worden doorgaand toegankelijk uitgevoerd. Om een zo
optimaal mogelijke vervoerscapaciteit te verkrijgen zullen de
liften besturingstechnisch gekoppeld worden.
Personen / goederenlift MUZIEKGEBOUW
De personen / goederenlift L3 van de MUZIEKGEBOUW wordt
uitgevoerd als tractie lift met de liftmachinekamer boven op
de schacht. Op level 0 wordt de schacht in glas uitgevoerd.
TRANSPORTINSTALLATIES
Bediening zonwering
Voorzieningen ten behoeve van elektrische bediening van de
zonwering worden op diverse plaatsen opgenomen. Dit is in
de kantoren, de artiesten foyer, het café van het BIMHUIS,
repetitie ruimten, bij de portier, etc. In kantoren wordt uitgegaan
van een bediening per 2 meter, in repetitieruimten e.d. wordt
uitgegaan van een bediening per ruimte.
135Installatie adviseur
De deuren krijgen een afmeting van 1800x2100mm (bxh) i.v.m.
de te vervoeren goederen van o.a. een concert vleugel. De
afmetingen van de kooi zijn ook hierop gebaseerd. De lift wordt
doorgaand toegankelijk uitgevoerd.
Personenlift BIMHUIS
De personenlift L4 van het BIMHUIS wordt uitgevoerd als
machinekamerloze tractie lift. De cabines en toegangen van
de liftinstallatie wordt ingericht volgens de eisen gesteld in
"het handboek voor toegankelijkheid" en zal vandaal bestendig
worden uitgevoerd. De lift wordt doorgaand toegankelijk
uitgevoerd.
Personen / goederenlift BIMHUIS
De personen / goederenlift L5 van het BIMHUIS wordt
uitgevoerd als tractie lift met de liftmachinekamer in de kelder
naast de schacht.
De deuren krijgen een afmeting van 1800x2100 mm (bxh) i.v.m.
de te vervoeren goederen van o.a. een concert vleugel. De
afmetingen van de kooi zijn ook hierop gebaseerd. De lift wordt
doorgaand toegankelijk uitgevoerd.
Personen / goederenlift MUZIEKGEBOUW
De personen / goederenlift L6 van de MUZIEKGEBOUW wordt
uitgevoerd als hydraulische lift met de liftmachinekamer in de
kelder naast de schacht.
Op level 0 wordt de schacht in glas uitgevoerd. De deuren
krijgen een afmeting van 1800x2100mm (bxh) i.v.m. de te
vervoeren goederen van o.a. een concert vleugel. De
afmetingen van de kooi zijn ook hierop gebaseerd. De lift wordt
enkelzijdig toegankelijk uitgevoerd.
Hefplateau BIMHUIS
Het hefplateau L7 van het BIMHUIS wordt uitgevoerd als
hydraulische schaar heffer met de liftmachinekamer in de
meubilair berging onder de trap. Deze heffer is niet geschikt
voor personen vervoer.
Hefplateau laad- en loshal MUZIEKGEBOUW
Het hefplateau L8 in de laad en los hal van de
MUZIEKGEBOUW zal als hydraulische heffer worden
uitgevoerd. De liftmachine komt in de liftmachinekamer van
L6. Het hefvermogen van de heffer wordt 3000kg.
Doordat er vrachtwagens (40.000kg) overheen kunnen rijden
zal het plateau een wieldruk van 40.000kg moeten kunnen
dragen. Dit geldt dus ook voor de bouwkundige constructie
rondom de schacht en liftput.
Vloerluikheffer BIMHUIS
De vloerluikheffer L9 wordt uitgevoerd als hydraulische lift. Het
dak van de installatie is onderdeel van het podium. De lift is
bedoeld voor het transport van personen en goederen. De
machinekamer is gelegen naast de onderste stopplaats tegen
de liftschacht.
Docklevellers
De twee docklevellers in de laad- en loshal zijn hydraulisch
uitgevoerd. De pompunits zijn geïntegreerd in het draagframe
van de installaties. Beide levellers zijn voorzien van een
antislipvloer en beweegbare flap. De levellers zijn in hoogte
verstelbaar middels een vasthoudbesturing.
136
1515151515 DoorsnedeDoorsnedeDoorsnedeDoorsnedeDoorsnedebalkonrandbalkonrandbalkonrandbalkonrandbalkonrandULC Verwarmingen b.v.
137Installatie adviseur
1616161616 LeidingenLeidingenLeidingenLeidingenLeidingenconcertzaalconcertzaalconcertzaalconcertzaalconcertzaalULC Verwarming b.v
140
Het project bestaat uit de nieuwbouw van een parkeergarage
onder maaiveld van een laag waarboven op het rechterdeel
een hotel van 70 meter hoog gebouwd gaat worden en op
het linkerdeel het Muziekgebouw.
Het hotel wordt hier verder buiten beschouwing gelaten.
Het Muziekgebouw bestaat uit drie specifieke gebouwdelen
die door de ‘plint’ en ‘Cap’ zijn samengebracht tot een
gebouw. Wij gaan, om herhaling te voorkomen, niet verder in
op het gemaakte ontwerp en/of gekozen constructies. Wij
zullen ons beperken tot de invloeden die dat op ons en onze
werkzaamheden heeft gehad.
De gebouwonderdelen die we kunnen onderscheiden zijn:
grote concertzaal (tbv Het Muziekgebouw, voorheen de
IJsbreker);
kantoren;
BIMhuis;
plint;
Cap.
Het leuke van dit project is dat de drie gebouwonderdelen
ieder hun eigen bouwmethodiek kennen. Zo is de grote
concertzaal uitgevoerd met een gestorte wandconstructie,
zijn de kantoren opgebouwd uit prefab elementen en bestaat
het BIMhuis uit een stalen draagconstructie die opgevuld is
met kanaalplaatvloeren en kalkzandsteen. De Cap en de
plint zorgen er voor dat het één gebouw is.
PROJECTOMSCHRIJVING VAN CALCULATIE TOT CONTRACT
Calculatie
Voor dit project is de aanbesteding op 19 januari 2000
gepubliceerd. Nadat wij hierop de calculatie-stukken hadden
aangevraagd, hebben wij deze op 25 januari 2000 ontvangen.
De aanwijzing was toen vastgesteld op 22 februari 2000. Op
de aanwijzing is vervolgens, naar aanleiding van de gestelde
vragen, besloten de aanbesteding, die oorspronkelijk gepland
stond voor 13 maart 2000 te verschuiven naar 24 maart
2000 om 10.00 uur.
De verstrekte stukken bestonden uit tekeningen van de
constructeur en architect die beiden in de DO-fase (DO =
definit ief ontwerp) waren. Deze stukken werden
gecompleteerd met een bestek met algemene voorwaarden
en een hoeveelhedenstaat (omschrijving van materialen en
de te rekenen hoeveelheden). In het bestek stond tevens
omschreven wat de bouwtijd van het project was. Als mogelijke
startdatum stond april 2000 genoemd.
Na het openen van alle enveloppen bleek BAM Utiliteitsbouw
de laagste inschrijver te zijn met een inschrijfprijs van ca.
€ 23.560.000 excl. BTW. We spreken in dit geval specifiek
van een inschrijfprijs, omdat alleen de omschreven materialen
en werkzaamheden voorzien zijn van een eenheidsprijs. Was
het werk door ons zelf in zi jn geheel gecalculeerd
(hoeveelheden en werkzaam-heden zelf bepalen aan de
hand van de verstrekte informatie) dan hadden we gesproken
over een aanneemsom.
Twee weken na de inschrijving heeft ABT contact met ons
opgenomen om de begroting en de verdere stappen met
ons door te spreken. Tijdens deze gesprekken werd al snel
141Uitvoering
duidelijk dat onze prijs boven het budget lag. Daarnaast moest
nog de werkelijke aanneemsom vastgesteld worden. Omdat
nog niet het gehele werk tot in detail was uitgewerkt is er
afgesproken het werk in drie fases verder uit te werken en te
calculeren. Uitdrukkelijke voorwaarde hierbij was dat de
verstrekte eenheidsprijzen van de aanbesteding gehanteerd
moesten worden.
Fase 1:
Het maken van de bouwkuip inclusief het grof profileren van
de fundering.
Fase 2:
Het realiseren van de parkeergarage en de ruwbouw
(betonwerk) van het Muziekgebouw volgens de lijn van de
plint. De plint is de lijn die in de eindsituatie bekleed is met de
keramische tegels.
Fase 3:
De ruwbouw van het restant en de afbouw van het complete
Muziekgebouw.
Door de calculatiefases zo te knippen was er tijd om de fase
2 en 3 nader uit te werken terwijl fase 1 desgewenst uitgevoerd
kon worden. Daarnaast speelden er voor de gemeente andere
belangen. Op het dek van de parkeergarage was een hotel
ontwikkeld. De startdatum van dit hotel stond voor aanvang
van de bouw al vast. Het was daarom noodzakelijk dat het
dek van de parkeergarage voor dit gebied geheel gereed
was.
Tijdens het calculeren van de verschillende fases bleek al
gauw dat het verschil met het budget steeds groter werd. Dit
was voor de opdrachtgever dan ook aanleiding fase 1 nog
niet in opdracht te geven, ondanks het feit dat hierover
prijsovereenstemming was bereikt. Hoewel dat vanuit het
oogpunt van de opdrachtgever heel begrijpelijk was het voor
ons uitermate vervelend. Gedurende enkele maanden
werden steeds mogeli jke startdata genoemd. Om
daadwerkelijk te kunnen starten heeft BAM Utiliteitsbouw
herhaaldelijk personeel vrij gemaakt die vervolgens weer
ergens ondergebracht moesten worden. Het herhaaldelijk
uitstellen was dan ook een behoorlijke kostenpost voor ons.
Dat het gerechtvaardigd was de start steeds uit te stellen,
bleek nadat medio december 2000 ook fase 3 was
gecalculeerd. Het totaalbedrag van de drie fases kwam uit
op ruim € 39.000.000,- excl. BTW. Een verschil met de
aanbesteding van bijna € 15.500.000,-.
Bovendien bleek dat de in het hoeveelhedenbestek
opgegeven bouwtijd van 18 maanden, volgens onze eigen
planningen uitkwam op ca. 24 maanden.
Bezuinigingen
Door de grote budgetoverschrijding kon er geen sprake van
zijn dat het project op deze basis zou worden opgedragen.
Hoewel er vanuit de gemeente al wel een groter budget
beschikbaar was gesteld was de extra bijdrage niet toereikend
om zonder planaanpassingen het werk op te dragen.
In februari 2001 is er dan ook een lijst met mogelijke
bezuinigingen opgesteld door ABT in samenspraak met de
architect 3xN. Het is namelijk een kunst fors te bezuinigingen
142
zonder al te veel afbreuk te doen aan het ontwerp.
In de periode van maart t/m juli heeft BAM Utiliteitsbouw
samen met ABT de markt nader onderzocht en de
voorgestelde bezuinigingen uitgewerkt. Dit resulteerde in een
lijst met bezuinigingen van ca.
€ 4.550.000,-. Met dit bedrag zou opdrachtverstrekking tot
de mogelijkheden behoren. Om uiteindelijk te komen tot een
goede calculatie en contractstukken zijn de bezuinigings-
items vervolgens verwerkt in de tekeningen en het bestek.
Half november 2001 begon toen voor ons de laatste
calculatieperiode.
Opdracht
In middels had de ontwikkelaar van het hotel met de gemeente
overeenstemming bereikt over de startdatum van de bouw
van het hotel en was deze in dat contract vastgelegd.
Om de deze datum mogelijk te maken was het niet mogelijk
te wachten met de start van de eerste fase (bouwkuip) tot
het gehele plan kon worden opgedragen. Omdat de invulling
van de bezuinigingen echter naar tevredenheid van alle
partijen verliep is de opdracht voor het totaalproject uiteindelijk
in twee opdrachten opgedeeld. Zo was het mogelijk dat BAM
Utiliteitsbouw de eerste opdracht voor de bouw van de
ondergrondse parkeergarage in mei 2001 ontvingen. Na ook
formele goedkeuring door het College van B & W zijn we met
de werkzaamheden gestart op 6 juli 2001. De aanneemsom
van dit onderdeel bedroeg ca. € 7.430.000,00 excl. BTW. De
oplevering van het dek (t.b.v. de bouw van het hotel) stond
gepland voor 1 mei 2002
Half december 2001 was de calculatie gereed. Helaas bleken
de verwachtingen niet geheel uit te komen. Door
prijsstijgingen en niet verwerkte bezuinigingen en/of
aanvullende onderdelen kwam onze prijs toch weer boven
het als maximum gestelde budget. Wederom volgde een
korte bezuinigingsronde en werden de laatste horden
genomen. Nadat er door ons tijdens het afrondende gesprek
met de opdrachtgever op 10 januari 2002 nog wat water bij
de wijn was gedaan konden de champagneflessen open.
Het wachten was nu slechts op de formele goedkeuring
door het College van B & W.
De aanneemsom werd vastgesteld op € 25.000.000,00 met
een bouwtijd van 25 maanden.
Contract
De aannemingsovereenkomst is het daadwerkelijke contract
dat tussen de opdrachtgever en aannemer wordt afgesloten.
In deze overeenkomst is vastgelegd welke documenten de
basis vormen van het contract. Voor dit project bestaat dit uit
een bestek met de technische omschrijving met de tekeningen
en een bestek met de algemene voorwaarden in aanvulling
op- of ter vervanging van de voorwaarden zoals deze in de
UAV van 1989 zijn vastgelegd. In de UAV (staat voor Uniforme
Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van
bouwwerken) staan de rechten en plichten van zowel de
opdrachtgever als ook de aannemer omschreven en hoe te
handelen bij afwijkende omstandigheden.
Naast het bestek worden ook de van toepassing zijnde
tekeningen benoemd in het contract. Dit kan onder andere
door een verwijzing naar het bestek met daarin een
tekeningenlijst zoals voor dit project. De tekeningen vormen
een onlosmakelijk geheel met het bestek. Omdat het
143Uitvoering
Interne projectorganisatie
De projectorganisatie binnen BAM Utiliteitsbouw wordt per
project ingevuld naar de behoefte van het werk. De structuur
is echter voor ieder project nagenoeg hetzelfde. In het
schema (zie figuur 1) is de organisatie voor dit project
weergegeven.
Gedurende de uitvoering zijn er in de personele invulling enkele
mutaties geweest en zijn de communicatielijnen ook
veranderd. Waar in de ruwbouw sprake was van een
organisatie zoals in het schema is weergegeven, hebben we
aan het einde van de ruwbouw de communicatielijnen korter
gemaakt.
Omdat dit project zich makkelijk laat opdelen in deelprojecten
hebben we voor deze deelprojecten gekozen voor aparte
teams die bestaan uit de voor dat deel verantwoordelijke
uitvoerder en werkvoorbereider. Dit tweetal heeft de
verantwoordelijkheid gekregen voor hun eigen bouwdeel. De
uitvoerder koppelt vervolgens terug naar de hoofduitvoerder
en de werkvoorbereider naar de projectorganisator.
In het wekeli jkse driehoeksoverleg (Projectleider –
Hoofduitvoerder en Projectorganisator) wordt in hoofdlijnen
de stand van het werk en voorkomende vragen en/of
problemen van de verschillende deelprojecten besproken. In
deze vergaderingen wordt tevens verder vooruit gekeken. Zo
wordt ook gesproken over logistieke vraagstukken, voortgang
inkoop, inzet materieel en personeel en de algehele financiële
administratie.
Naast de zojuist genoemde communicatielijnen zijn er nog
de twee-wekeli jkse inkoopbesprekingen en
administratieoverleg. Een keer per maand is er een algehele
interne werkvergadering waarbij al le uitvoerders en
ORGANISATIE
vastleggen van de werke-lijke contractinhoud van groot belang
is voor beide partijen, worden de contractdocumenten allen
voorzien van een handtekening (of paraaf) van beide
contractanten.
144
werkvoorbereiders bij elkaar zijn. In deze bespreking vertelt
ieder team kort over de voortgang en ervaringen. Deze
informatie wordt door de projectleider aangevuld met nieuws
uit overige vergaderingen en te nemen of genomen
beleidsbeslissingen. Zes-wekelijks wordt er een financiële
rapportage, de standopname van uitvoering en voorbereiding
alsmede een overzicht met de kansen en bedreigingen van
het werk, verstrekt aan de directie van BAM Utiliteitsbouw.
Naast de interne vergaderingen, worden ook externe
vergaderingen georganiseerd waarbij BAM het
voorzitterschap bekleedt. BAM heeft als bouwkundig
aannemer de in de bestekken vastgelegde taak de
nevenaannemers en eventuele derden te coördineren in tijd
en plaats. Van deze wekelijkse coördinatievergaderingen is
de hoofduitvoerder de voorzitter.
Deze coördinatievergaderingen spitsen zich toe op dat wat
werkelijk op de bouwplaats moet gebeuren. Met andere
woorden: in dit overleg, waarbij de uitvoerders van de
genoemde partijen aanwezig zijn, wordt gezamenlijk gekeken
wie waar en gedurende welke periode werkzaamheden heeft
en wat de invloed daarvan op anderen is. Er wordt daarbij
o.a. gekeken naar veiligheid, inzet kranen en steigers maar
bovenal; wat is de meest ideale werkvolgorde.
Belangrijk instrument hierbij zijn de 6-wekenschema’s zoals
die door BAM gemaakt worden. Deze schema’s zijn afgeleid
van de contractplanning maar hebben meer diepgang omdat
alle werkzaamheden, die uitgevoerd moeten worden in die 6
weken, worden benoemd. Hierdoor is het mogelijk dagen
aan te geven wanneer iemand kan starten en gereed moet
zijn om de volgende werkzaamheden te kunnen starten.
Hierbij geldt altijd als voorwaarde dat de geplande tijd in het
contractschema maatgevend is. (Het contractschema, ook
wel Algemeen Tijdschema genoemd, is door alle betrokkenen
bij het werk, voor accoord, ondertekend.)
Voor de afstemming van partijen in de fase vóór de uitvoering,
worden werkvergaderingen gehouden. Dit zijn vergaderingen
die bij dit project iedere twee weken worden gehouden onder
voorzitterschap van de projectleider. In deze vergaderingen
komen onder andere ter sprake de gegevensverstrekking
(wanneer zijn welke gegevens nodig om de voortgang van
de uitvoering te waarborgen), de duur van
werkvoorbereidingsproces en de relatie tot start uitvoering.
Aan deze vergaderingen wordt dan ook door de architect en
overige adviseurs alsmede de verschillende aannemers
deelgenomen. De raakvlakken en/of eventuele knelpunten
ten gevolge van detail-engineering worden in deze
vergaderingen gemeld en in hoofdlijnen besproken waarna
veelal in kleiner comité de problemen worden opgelost.
De werkvergaderingen zijn niet bedoeld voor het afstemmen
van de ontwerpen onderling. Hiervoor zijn aparte
vergaderingen tussen de ontwerpers geweest die, als het
goed is, afgerond zijn voordat de het project in uitvoering
komt.
Als gevolg van planwijzigingen die, meestal op verzoek van
de gebruikers en / of voortschrijdend inzicht worden
doorgevoerd, is het afstemmen van de ontwerpen in de
praktijk een proces dat zich tot enkele weken voor de
oplevering voortzet. Door voortdurend de relatie met de
uitvoering in het oog te houden, is het mogelijk gedurende
lange tijd gehoor te geven aan dit fenomeen. Het is immers
een utopie te geloven dat de wensen van gebruikers 100%
11111 i n t e r ni n t e r ni n t e r ni n t e r ni n t e r no r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m aBAM
145Uitvoering
uitgewerkt zijn in het bestek. Vaak zijn de beperkte
bouwkundige inzichten van gebruikers de oorzaak. Voor velen
blijkt het niet mogelijk aan de hand van de tekeningen een
juiste indruk van het ontwerp te krijgen en worden ruimtes
pas tastbaar als de muren geplaatst zijn. Op zich kun je dat
de gebruiker niet kwalijk nemen voor hen is het immers vaak
voor het eerst dat zij betrokken zijn bij het maken van
ontwerpen en tekening lezen blijkt in de praktijk voor niet-
technische mensen een hele opgave. Aan de andere kant
kunnen nieuwe ontwikkelingen in bijvoorbeeld installaties
aanleiding zijn om tot wijzigingen te besluiten. Al deze
wijzigingen moeten uitgediscussieerd zijn op het moment
van start uitvoeren. Het signaleren en waar mogelijk vlak
strijken van optredende hobbels is feitelijk de functie van de
werkvergadering.
Naast bovengenoemde vergaderingen neemt BAM nog deel
aan de bouwvergaderingen die onder voorzitterschap van
de bouwdirectie 4-wekelijks worden gehouden. Dit zijn
vergaderingen waarin op hoofdlijnen wordt gesproken over
de stand van de voorbereiding en uitvoering, gebaseerd op
de informatie uit de coördinatie- en werkvergaderingen.
Daarnaast worden financiële zaken als meer- en minderwerk
besproken en informatie uit overige vergaderingen wordt
verstrekt zoals het gebruikersoverleg, adviseuroverleg en
dergelijke. De bouwvergadering is de vergadering waarin het
contract wordt bewaakt. De notulen van deze vergaderingen
gelden (na goedkeuring) als aanvulling op het contract.
Wijzigingen die in de bouwvergadering zijn goedgekeurd,
worden beschouwd als wijzigingen van de
aannemingsovereenkomst.
Externe organisatie
ABT Projectmanagement was door de opdrachtgever als
gevolmachtigde van de opdrachtgever aangesteld. Daar
naast verzorgt ABT-bouwkunde de directievoering.
Als ontwerpende partijen zijn aangesteld:
3xN Architect met ABT-bouwkunde als Co-architect
Royal Haskoning als adviseur en ontwerper van de E-W
en transportinstallaties
ABT-Constructie als hoofdconstructeur
HWP als adviseur en ontwerper van de
theatertechnische voorzieningen
Daarnaast heeft Adviesbureau Peutz een adviserende rol
voor alle ontwerpende partijen.
In een later stadium is De Vries Bouma Architecten nog
toegevoegd als binnenhuisarchitect voor het BIMhuis. Om
de ontwerpen onderling op elkaar afgestemd te krijgen is
3xN/ABT-bouwkunde als coördinator van de adviseurs
aangewezen. Het onderling afstemmen van de ontwerpen is
van groot belang omdat tijdens de ontwerpperiode het
gebouw tot stand komt. De installaties moeten dan passen
in o.a. de beschikbare ruimte boven de plafonds en de
benodigde sparingen moeten constructief mogelijk zijn. Ook
de details van de architect dienen in overeenstemming te
zijn met de constructieve (on)mogelijkheden.
Bij dit project is er tijdens de bezuinigingen echter, naar ons
idee, te weinig aandacht besteed aan deze
ontwerpafstemming. Uit bezuinigingsoogpunt zijn partijen
gestopt met het nader uitwerken van de stukken en zijn de
bezuinigingen bouwkundig niet getoetst aan de installaties
en omgekeerd. Hierbij heeft de onzekerheid over het doorgaan
van het project een grote rol gespeeld.
22222 e x t e r n ee x t e r n ee x t e r n ee x t e r n ee x t e r n eo rgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maBAM
146
UITVOERINGSPROCES
Gegevensbehoefte
Omdat het tijdig kunnen beschikken over goede gegevens
cruciaal is voor het verloop van het bouwproces verstrekt
BAM Utiliteitsbouw bij het begin van ieder project het op het
project afgestemde gegevensbehoefteschema. In dit
schema staat aangegeven wanneer het projectteam welke
gegevens (tekeningen, kleuren enz.) nodig heeft. Dit schema
wordt opgesteld aan de hand van het uitvoerings-schema.
Door de benodigde procestijden van inkoop tot productie
van de materialen vast te stellen wordt het moment bepaald
waarop de gegevens verstrekt moeten worden.
Helaas bleek tijdens dit project al gauw dat ook tijdens de
uitvoeringsfase de tekeningen niet overeenkomstig onze
behoefte aangeleverd konden worden. Hierdoor werd het
voor ons team heel moeilijk en zelfs incidenteel onmogelijk
onze processen volledig uit te voeren waardoor de
oplossingen van enkele openstaande vragen op de werkvloer
opgelost moeten worden.
Hoewel BAM Utiliteitsbouw grote waarde hecht aan de
deskundigheid en inbreng van onze timmerlieden blijft het
uiteraard wel de bedoeling dat er alleen afgeronde stukken
op de werkvloer terechtkomen. Slechts dan is het mogelijk
de gevraagde kwaliteit te waarborgen binnen het gestelde
budget. De uiteindelijke werkwijze dient bepaald te worden
nadat alle mogelijke oplossingen zijn getoetst aan de vijf
(GOTIK*) beheers-aspecten.
* GOTIK staat voor: Geld, Organisatie, Tijd, Informatie en
Kwaliteit
Naast de adviseurs en BAM Utiliteitsbouw bv als bouwkundig
aannemer zijn ook ULC-E, ULC-W, Thyssen Krupp Liften en
Trekwerk als aannemers bij dit project betrokken. In figuur 2
is het externe organisatieschema opgenomen.
147Uitvoering
BAM Advies & Engineering
Als onderdeel van onze organisatie heeft ook BAM Advies &
Engineering een grote rol gespeeld bij de uitvoering van dit
project. Zo hebben de constructeurs ons ondersteund bij de
vele constructieve vraagstukken en hebben de tekenaars
onder andere de wanduitslagen voor de schoon-werk
bekisting en de wapeningstekeningen gemaakt. Op basis
van hun oplossingen voor de de problemen die het projectteam
is tegengekomen, durven we ook te stellen dat dankzij deze
toegevoegde waarde het project is gerealiseerd binnen de
gewenste periode.
Naast het niet tijdig krijgen van de stukken bleken de
tekeningen van de constructeur van opdrachtgever onderling
te verschillen (plattegrond anders dan doorsnede en/of details)
en tot overmaat van ramp tevens af te wijken van de
tekeningen van de architect. Omdat het projectteam er in
eerste instantie van uit gingen dat dit nog te corrigeren zou
zijn hebben we BAM Advies & Engineering de opdracht
gegeven de verschillen zo snel mogelijk inzichtelijk te maken.
Het projectteam was al druk genoeg met de uitvoering en de
voorbereiding ervan. Wij zagen dan ook geen mogelijkheden
dit zelf te doen.
Na de inventarisatie door BAM A & E moesten we echter
constateren dat het geen incident was maar een structureel
tekort. In een spoedoverleg met de directievoerder werd
vervolgens besloten de ruwbouw te maken van de
beschikbare tekeningen van ABT-Constructie. (Dit was voor
ons aanleiding de controlewerkzaamheden van BAM Advies
& Engineering te stoppen.)
Een ander taak die BAM Advies & Engineering binnen dit
project heeft uitgevoerd is het omwerken van de constructieve
uitgangspunten naar bouwkundige gegevens. Zo hebben zij
wapenings-tekeningen gemaakt aan de hand van de
berekeningen van ABT-Constructie en hebben ze onze
werkvoorbereiding ondersteund met het maken van
tekeningen van vloerafwerkingen en bekistingen en de
daarvoor benodigde ondersteuningsconstructies.
Werkvoorbereiding
De werkvoorbereiding binnen BAM Utiliteitsbouw heeft de
taak de informatie van bestek en tekeningen te verwerken tot
uitvoeringsdocumenten. Dit varieert van het controleren van
de tekeningen van de leverancier van kanaalplaten tot het
aangeven welk scharniertje op welk kozijn komt en in welke
kleur. Maar ook wordt er gekeken naar de logistiek,
veil igheidsvoorzieningen en inzet materieel. Om de
voorbereiding gestructureerd te laten verlopen wordt door
ons het eerder genoemde gevensbehoefteschema gemaakt.
Na het verkrijgen van de gegevens volgt het onderstaande
traject:
offerte aanvragen op basis van bestek en werktekeningen;
inkopen materiaal / onderaannemer;
tekeningen van leverancier / onderaannemer controleren
(o.a. maatvoering) en voorzien van aanvull ingen
(sparingen e.d.);
tekeningen corrigeren door maker tot definit ieve
tekeningen;
de definitieve tekeningen worden vervolgens door de
bouwdirectie als definitief aan alle belanghebbenden
verstrekt.
Zodra de tekeningen voor definitief zijn uitgegeven kan gestart
33333 luch t fo toluch t fo toluch t fo toluch t fo toluch t fo tob o u w k u i pb o u w k u i pb o u w k u i pb o u w k u i pb o u w k u i pAerophoto Schiphol
148
worden met de productie van de materialen. Waarna na
enkele weken de levering en/of arbeid kan beginnen. Helaas
komt het echter steeds vaker voor dat niet kan worden volstaan
met 1 controleronde van de tekeningen. Door voortschrijdend
inzicht kan een tweede of zelfs derde controleronde
noodzakelijk blijken. Hierdoor loopt de procedure langer door
en komt de tijdige levering van de materialen en/of diensten
ernstig in gevaar. Om die reden is het voor de voortgang van
de werkzaamheden in uitvoering van cruciaal belang dat de
verstrekte gegevens eensluidend en maakbaar zijn.
Meer- en minderwerk
Tijdens de uitwerking van bestektekeningen naar
werktekeningen en ti jdens het maken van de
productietekeningen komt het dikwijls voor dat deze niet in
overeenstemming zijn met de contractuitgangspunten.
Enerzijds kan dit ontstaan uit wensen van de gebruiker
(opdrachtgever) en anderzijds uit het nader uitwerken van de
plannen waarbij bepaalde zaken naar voren komen die niet
voorzien waren.
Omdat het budget voor het uitvoeren van meer- en
minderwerken in de regel zeer beperkt is zal meer- en
minderwerk zoveel als mogelijk voorkomen moeten worden.
Door een controle van de binnenkomende tekeningen met
de contractset kan meer- en minderwerk snel opgemerkt
worden waarna de opdrachtgever twee mogelijkheden heeft:
het meerwerk accepteren of de tekening aan te passen
overeenkomstig de contract uitgangspunten.
Bij dit project is er behoorlijk veel meerwerk ontstaan als
gevolg van hiaten in de verschillende contracten van de
aannemers, wijzigingen op verzoek van gebruikers en architect
en ten gevolge van nadere ontwerpuitwerking van de
constructie.
Hoewel ook de tekeningen van ABT-Constructie niet altijd in
onderlinge overeenstemming waren zijn we toch de ruwbouw
met maar weinig vertraging uit gekomen. Voor de
gegevensverstrekking is het zeker in het voordeel geweest
dat er een eerdere stagnatie was ontstaan ten gevolge van
een afstemmingsprobleem van een rioleringsleiding onder
de vloer van de parkeergarage. De hierdoor optredende
stagnatie van ca. 8 weken heeft de ontwerpers de
mogelijkheid geboden de achterstanden in het tekenwerk
enigszins in te lopen.
Het projectteam heeft een pro-actieve houding aangenomen
gericht op het vinden van oplossingen, met behoud van de
verantwoordelijkheid, daar waar deze contractueel thuishoort.
Dit heeft geresulteerd in een hogere personele inzet dan
door ons begroot, maar heeft er voor de opdrachtgever voor
gezorgd dat de stagnatie tot een minimum beperkt is
gebleven. Als BAM Utiliteitsbouw realiseren wij ons dat,
hoewel juridisch volledig in ons recht, een starre houding
leidt tot grote vertragingen, hoge kosten en een gespannen
werksfeer die ingegeven wordt door de vraag wie er
verantwoordelijk is voor de ontstane problemen en extra
kosten. Een project waarbij de bereidheid tot samenwerking
is verdwenen kent enkel verliezers.
149Uitvoering
MAATVOERING
Een goede maatvoering is altijd van groot belang voor het
realiseren van bouwwerken. Doordat er zeer veel aandacht
wordt besteed aan de uitwerking van een gebouw in de
werkvoorbereidingsfase van de uitvoering, is het van belang
dat de maatvoering buiten hiermee in overeenstemming is.
Voor dit project hebben we gebruik gemaakt van een 'total
station'. Een 'total station' is een elektronische theodoliet die
naast de richtkijker in horizontale en verticale richting voorzien
is van extra mogeli jkheden. Deze omvatten een
afstandsmeter, rekenprogramma en een geheugen om
meetdata op te slaan. Het 'total station' is het op dit moment
het meest toegepaste hoofdmaatvoeringinstrument.
Het opstellen van een total station gebeurt als volgt:
Nadat het toestel op het statief is bevestigd wordt het statief
ongeveer waterpas gezet boven het startpunt van de
maatvoering. Hiervoor is een centreerkijkertje in het instrument
opgenomen. Vervolgens dient het instrument waterpas gesteld
te worden met behulp van de stelschroeven onder het toestel.
Nadat het toestel staat opgesteld en een vast punt is
ingelezen kan met de maatvoering worden begonnen.
Het inlezen van een vast punt in combinatie met het invoeren
van het startpunt is van belang voor de plaatsbepaling van
het instrument in alle richtingen. Door gebruik te maken van
de inleesmogelijkheid van AutoCAD tekeningen in het
geheugen kan ieder willekeurig punt uitgezet worden in het
platte vlak. Dit uitzetten gebeurt met behulp van het zenden
van een lichtstraal naar een reflector en het opvangen van
het terugkomende signaal. Het rekenprogramma rekent
vervolgens de exacte locatie uit van de reflector. De
meetnauwkeurigheid die met een total station bereikt kan
worden is +/- 2mm. Een en ander is afhankelijk van onder
andere wind, temperatuur en de maatvoerder met zijn
assistent die de reflector hanteert. In de praktijk blijkt deze
tolerantie echter ruim voldoende. Door herhaaldelijk reeds
uitgezette punten te controleren kunnen grotere afwijkingen
voorkomen worden.
Bij een gebouw van meerdere verdiepingen moet de
maatvoering ook op de hogere verdiepingen mogelijk zijn.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Mous-systeem. Per
verdieping worden 1 of meerdere stukjes buis vertikaal in de
vloeren opgenomen. Door vervolgens een loodlijn door de
buisjes te laten kan het meetpunt exact worden vastgelegd.
Dit meetpunt is dan het nieuwe startpunt van de verdieping.
150
UITVOERING / START WERK
Zoals gezegd bestaat het werk voor ons uit twee werken.
Doordat de afbouw van de parkeergarage onder het
muziekgebouw in de tweede opdracht was ondergebracht
was de onderlinge samenhang enorm. Juist vanwege deze
samenhang is er als startdatum van het Muziekgebouw
gekozen voor de startdatum van het heiwerk. Op 10 januari
stond dit nog gepland op medio februari. Dit zou resulteren in
een oplevering medio april 2004. Door problemen tijdens de
bouwkuip (zie onder) is dit verschoven naar 11 maart 2001
en 31 mei 2004.
Bouwkuip
Zoals aangegeven zijn wij gestart op 6 juli 2001 met de
werkzaamheden aan de parkeergarage. Hoewel dit geen
wezenlijk deel van dit projectencollege uit maakt zijn de tijdens
deze fase opgedane ervaringen dermate interessant dat ze
de moeite van het vermelden waard zijn. Tijdens de
werkzaamheden aan de bouwkuip voor de parkeergarage
bleek al snel dat dit niet voorspoedig zou verlopen. Tijdens
de voorbereidende grondwerkzaamheden kwam al na enkele
dagen een stukje Amsterdamse historie in het zicht. Naar nu
bleek waren de in het verleden gesloopte gebouwen (zie
figuur 5) slechts verwijderd tot ca. 50 cm onder het maaiveld.
Naast funderingsresten troffen we tevens asbest, niet
aanwezig geachte maar wel (gedeeltelijk) onder spanning
staande leidingen en olieverontreinigingen aan. Dit betekende
voor ons aanzienlijke saneringswerkzaamheden die niet in
de planning voorzien waren. Nadat de saneringen afgerond
waren konden we eindelijk starten met het aanbrengen van
de damwanden. Het was inmiddels november 2001. Hiertoe
diende overeenkomstig de werkomschrijving in het bestek
onder andere de funderingsconstructie van de kade (zie figuur
4) te worden doorboord om schade aan de kademuren te
voorkomen. Tijdens dit doorboren kwam de volgende
verrassing. In plaats van een smalle sleuf in de grond ontstond
er een brede sloot (zie figuur 6). Na een onderzoek door
duikers werd er vastgesteld dat de ontlastvloer en diens
paalfundering geheel in het water stond in plaats van
opgesloten te zijn in het zand. De basaltblokken waren
spoorloos waardoor de stroming van het IJ vrij spel had op
het zand.
Dankzij snel handelen van ABT en de gemeente is de voor
de toekomst gewenste kadeverbreding versneld uitgevoerd
(zie figuur 7.)Met een oponthoud van enkele weken waren
deze werkzaamheden zover gevorderd dat ook wij onze
werkzaamheden aan deze kant van de bouwkuip weer
konden hervatten. Na vervolgens nog vele honderden houten
palen te hebben afgekort zijn we uiteindelijk met het heiwerk
gestart op 11 maart 2002 in plaats van de in januari nog
verwachte start in februari. De oplevering werd vervolgens
vastgesteld op 31 mei 2004.
Ruwbouw
Het Muziekgebouw wordt gebouwd met feiteli jk drie
verschillende bouwmethoden. In dit hoofdstuk willen we op
die specifieke onderdelen nader ingaan.
Buitendoos Grote concertzaal
De grote concertzaal wordt gemaakt met een zogenaamde
‘doos in doos’ constructie. Wij gaan in dit hoofdstuk in op de
buitenste doos. Deze doos bestaan uit in het werk gestorte
wanden met variërende dikten. Boven de plint zijn deze
151Uitvoering
44444 f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -construct ie kadeconstruct ie kadeconstruct ie kadeconstruct ie kadeconstruct ie kadeBAM
55555 g e s l o o p t eg e s l o o p t eg e s l o o p t eg e s l o o p t eg e s l o o p t eg e b o u w e ng e b o u w e ng e b o u w e ng e b o u w e ng e b o u w e nBAM
152
66666 opkomend wateropkomend wateropkomend wateropkomend wateropkomend waterin bouwkuipin bouwkuipin bouwkuipin bouwkuipin bouwkuipBAM
77777 v e r b r e d i n gv e r b r e d i n gv e r b r e d i n gv e r b r e d i n gv e r b r e d i n gk a d e m u u rk a d e m u u rk a d e m u u rk a d e m u u rk a d e m u u rBAM
153Uitvoering
wanden uitgevoerd als schoon betonwerk. Uit de gesprekken
die wij gevoerd hebben met de architect kwamen deze
wanden ook als een van de belangrijke onderdelen van het
gebouw naar voren. Om aan het beeld te kunnen voldoen
dat de architect voor ogen had, hebben we meerdere
besprekingen georganiseerd waarin de wensen en
mogelijkheden met elkaar afgestemd werden. Uit deze
gesprekken kwam naar voren dat de architect een vlakke en
dicht oppervlak wenste met een lichte aftekening van de
bekistingplaten. De conusgaten en de plaatnaden diende
recht boven elkaar te zitten (zie figuur 8). De eerste tekeningen
die BAM Advies & Engineering van de bekisting gemaakt
had, gedacht vanuit de ideale kistinzet, voldeed niet geheel
aan de wensen van de architect. Doordat de zijwanden
voorover hellen ontstond er een repetitie-effect dat terugkwam
in het grote vlak van de zijwanden. Dit was voor de architect
niet wenselijk. Uiteindelijk is her een compromis gevonden
door op willekeurige plaatsen een extra verdiepte lat aan te
brengen waardoor dat patroon wordt doorbroken.
Het uiteindelijke ontwerp is voorzien van verdiepte stroken bij
ieder stortnaad. Hierdoor zijn ongewenste wisselingen van
de bekisting eenvoudig weg te werken door de verdiepte
naad bij te werken. (zie figuur 9). Om beschadigingen van
het verse beton te voorkomen worden de latten voor het
ontkisten losgemaakt van de kist waardoor ze in het beton
achterblijven. Na droging van de latten zijn ze eenvoudig en
zonder beschadiging uit het beton te verwijderen.
Naast de esthetische kant waren er ook constructieve eisen
waar we aan moesten voldoen. Tijdens de calculatieperiode
had BAM Utiliteitsbouw de informatie gekregen dat de
wanden zonder verdere voorzieningen en/of koppelingen aan
het staal van de binnendoos gemaakt kon worden. Bij de
uitwerking van de wanden bleek echter dat er voor het maken
van de wanden meer kwam kijken dan op voorhand kon
worden voorzien. Vanuit de detailleringen zoals die waren
overeengekomen met de architect volgde een werkvolgorde
waarbij de zijwanden vooruit zouden lopen op de kopwanden.
Om deze wanden te kunnen maken zijn aan weerszijde van
de wanden steigers opgebouwd. De wand aan de
“schone”kant (= de stelkist) werd op oplegschoenen, die
bevestigd waren aan de onderliggende wand, gesteld en
vervolgens afgeschoord op de steiger. De andere steiger
was zo vrij voor ons, de vlechter en installateur om
respectievelijk de latten-demu’s-stekkenbakken, wapening
en installaties aan te brengen. Zodra de werkzaamheden
gereed waren werd de wand gesloten. Deze sluitkist werd
vervolgens afgesteund aan de “vlechtsteiger”. Nadat de kist
gesloten was werd de kist met behulp van een total-station
(zie hoofdstuk maatvoering) op maat gezet en gericht. Waarna
het storten van de wand volgde. Voor 1 stort bedroeg de
cyclus 20 dagen. Doordat de krachten van de kist afgesteund
worden op de steiger moet de steiger hier op berekend zijn.
In samenspraak tussen BAM (uitvoering) – SGB
(steigerbouwer) en BAM Advies & Engineering (constructeur)
zijn voor de wanden steigertekeningen gemaakt waarbij deze
zijn doorgerekend op de optredende belastingen. Hierbij
diende tevens de maximale vloerbelasting niet overschreden
te worden. Waar dit voor de rechte wanden nog betrekkelijk
eenvoudig was kwamen de problemen pas bij de beide
kopwanden. De hier optredende krachten waren vele malen
groter. Neem daarbij de wens van zo min mogelijk steigers
88888 c o n u s g a tc o n u s g a tc o n u s g a tc o n u s g a tc o n u s g a tBAM
99999 detai l stortnaaddetai l stortnaaddetai l stortnaaddetai l stortnaaddetai l stortnaadBAM
154
om kosten te besparen en werkruimte te houden en er ligt
een mooie puzzel om op te lossen. Na vele besprekingen is
het ons echter toch gelukt een steiger te ontwikkelen die
voldeed aan de doelstellingen. De uiteindelijke steiger is een
combinatie van gass ondersteuningen, stalen balken en
cuplock steigers. (zie figuur 10). Deze steiger is in staat de
krachten, en de later in de uitwerking van de plannen ontstane
stabiliteitsproblematiek van de wanden, op te nemen.
Kantoren
De kantoren, gelegen op de 3e tot en met de 5e verdieping,
zijn opgebouwd uit prefab beton elementen. De
draagstructuur bestaat uit kolommen met daartussen in de
langsrichting balken. Tussen deze balken l iggen
kanaalplaatvloeren die voorzien zijn van druklagen. Aan
weerszijde van de balken kragen de vloeren uit. Deze zijn
gemaakt met behulp van breedplaatvloeren.
De gevels aan de kant van de concertzaal hangen voor de
vloeren langs. Hiervoor zijn stalen schoenen op en onder de
vloeren gemonteerd. In de gevelelementen zijn schroefhulsen
ingestort op gelijke hoogten. De elementen zijn vervolgens
voor de gevel gehangen met de kraan en vastgemaakt met
behulp van bouten. De elementen hangen dus in feite aan
de bouten van de verankering.
De gevels aan de westgevel staan op de vloeren. Er zijn
stekken in de vloer gestort waarover de elementen, voorzien
van kokers (gains) zijn geschoven. Na afstelling van de
elementen zijn de gains aangegoten met krimpvrije mortel.
Omdat dit geen dragende elementen zijn is er aan de
bovenzijde enige ruimte overgelaten om doorbuiging van de
bovenliggende vloer mogelijk te maken. Als extra borging zijn
deze elementen zijn deze gevels aan de bovenzijde tevens
voorzien van hoeklijnen die de gevel koppelt aan de vloer.
Hierbij gaat het slechts om een horizontale bevestiging. In
verticale richting zijn in de hoeklijnen sleufgaten opgenomen
om de eerder genoemde doorbuiging niet te belemmeren.
BIMhuis
Het BIMhuis is opgebouwd uit een staalconstructie (zie figuur
11) met kanaalplaatvloeren. Als gevelinvulling is hier gekozen
voor kalkzandsteen. Deze kalkzandsteen heeft naast de
functie van binnenspouwblad tevens de rol de staalconstructie
van de gevels zoveel mogelijk op te sluiten. De moeilijkheid
van deze constructie zat in twee items. Enerzijds de plaats
van de delingen van de staalconstructie om te komen tot
transportabele eenheden en anderzijds de vervormingen van
deze constructie. Voor het opdelen van de staalconstructie
had ons ontwerpteam rekening te houden met twee partijen.
De architect die het visueel beoordeeld en de constructieve
mogelijkheden.
Na veelvuldig overleg is er een voor alle partijen aanvaardbaar
compromis gekomen waarbij de constructieve mogelijkheden
uiteindelijk bepaald hebben waar de delingen gemaakt zijn.
Door vervolgens naar de details van de verschillende
knooppunten te kijken hebben we ook de architect achter de
oplossing weten te krijgen. Dit heeft wel geresulteerd in een
aantal extra handelingen.
Om hetzelfde beeld te krijgen zijn een aantal koppelplaten
aan de binnenzijde van de kokers aangebracht in plaats van
aan de buitenzijde. Omdat deze verbinding in de eindfase
niet zou voldoen zijn de delen na montage aan elkaar gelast.
1 01 01 01 01 0 s t e i g e rs t e i g e rs t e i g e rs t e i g e rs t e i g e rBAM
155Uitvoering
Daarnaast zijn er bij enkele gelaste verbindingen boutkoppen
op de kokers gelast om te doen voorkomen dat het hier ook
om een boutverbinding ging.
Een groter probleem werd veroorzaakt door de vervormingen
zoals die in de staalconstructie voorkomen. Hoewel tijdens
de tekeningenfase de theoretische vervormingen in beeld
waren gebracht waren de gevolgen daarvan niet meteen
opgelost. De toegestane doorbuigingen van de stalen liggers
(zie figuur 12) bedroeg op enkele plaatsen 80mm. Doordat
tijdens de bouw de belastingen toenemen neemt ook de
uiteindelijke vervorming toe. In de ruwbouw worden echter
de vloeren gemaakt en die moeten in de eindfase toch vlak
liggen. Bijkomend probleem was dat de vervormingen niet
overal even groot waren. Uiteindelijke is er in samenspraak
met de hoofdconstructeur voor gekozen de druklagen op de
kanaalplaten overal gelijk te houden en het uitvlakken van de
vloer te doen met de anhydrietvloeren. Door voor deze
oplossing te kiezen kon het uitvlakken van de vloer gebeuren
in een periode waarin de vloerbelasting al bijna op het niveau
van de eindbelasting was.
Cap
De Cap is de naamgeving van de grote stalen dakconstructie.
Deze manshoge staalconstructie verbindt de eerder
genoemde bouwdelen. Het uitwerken van deze
staalconstructie is op zich voorspoedig verlopen. Naast het
uitwerken van enkele complexe knooppunten, met name ter
plaatse van de overgang van de gevelkolommen naar luifel
die ruim 19 meter uitkraagt, was dit een staalconstructie als
alle andere. De extra aandacht ging hier met name uit naar
het opvangen van de mogelijke vervormingen in de
bouwkundige details. Nagenoeg alle details van 3xN laten
het, voor de aannemer zo gevreesde, detailprincipe gelijk =
ongelijk zien. Doordat de Cap ten gevolge van wisselende
belastingen, waaronder ook wind, aanzienlijk zal kunnen
vervormen diende de details hierop ingesteld te zijn.
Uiteindelijke heeft dit, boven het BIMhuis, tot een detail geleid
waarbij de bewegingen van de Cap, middels een schuivend
detail, opgenomen wordt. De overige bewegingen van de
Cap waren op de gevellijn te beperkt om aanvullende
maatregelen te nemen. Bij het BIMhuis was dit wel nodig
omdat ook bij het BIMhuis de nodige vervormingen kunnen
optreden. Het BIMhuis is geheel “flexibel” in de glasgevel
opgenomen. Onder de staalconstructie worden stalen
roosters als plafond gemonteerd.
Plint
De plint, zoals de onderbouw wordt genoemd, zorgt, net als
de Cap dat doet in het dakvlak, voor de verbinding van de
verschillende gebouwonderdelen. In de plint zijn diverse
functies ondergebracht ten behoeve van de optredende
artiesten zoals kleed- en wasruimten, foyers en
repetitieruimten. Maar ook is hier ruimte voor opslag en
kantoren. Op de begane grond is de aanwezigheid van een
loadingdock met ruimte voor twee vrachtwagens naast elkaar
een groot pluspunt voor de gebruikers. Met behulp van twee
docklevelers (goederenliftjes) achter in het loadingdock
kunnen goederen zonder verdere obstakels van trapjes en
andere niveauverschillen het toneel op gereden worden. In
de kelder zijn voornamelijk ruimtes gesitueerd voor de
technische installaties. Voor de bezoeker die met de fiets
dan wel de auto het gebouw bezoekt is het straks mogelijk
via de kelder het gebouw binnen te komen.
1 11 11 11 11 1 s taa lcons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i eB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sBAM
156
1 2 a1 2 a1 2 a1 2 a1 2 a d o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gs t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r sBAM
157Uitvoering
1 2 b1 2 b1 2 b1 2 b1 2 b fax over defax over defax over defax over defax over dedoorbuiging van dedoorbuiging van dedoorbuiging van dedoorbuiging van dedoorbuiging van des t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r sBAM
158
AFBOUW
Ook bij de gevelafwerking zijn de verschillende gebouwdelen
van elkaar te onderscheiden. Het kantoor wordt voorzien van
gevelstucwerk op isolatie waarna er een schil van glas om
gebouwd wordt. Dit glas loopt door over de zijkanten van de
staalconstructie van de Cap. Het kantoor “zweeft” boven de
plint doordat de 2e verdieping voorzien is van een stijlloze
glasgevel.
De gevelafwerking van de plint is ingegeven door de
belangrijke functie die dit gebouw inneemt in de totale
bebouwing van deze locatie. Vanuit het stedenbouwkundige
plan zijn de verschillende gebouwen, met ieder hun eigen
functie, met elkaar verbonden middels de plint. Om deze
reden ook zijn de aan elkaar gekoppelde gebouwen
(Muziekgebouw, Hotel, Passenger Terminal en Bank) allen
voorzien van dezelfde keramische tegel. Het Muziekgebouw
wordt gezien als de locomotief van de Piet Heinkade.
Om de openbare ruimten af te schermen is er een stijlloze
glasgevel ontwikkeld.
Het BIMhuis steekt hier als een zwarte doos uit. De
gevelafwerking bestaat hier uit antra-zink dat middels een
cassettesysteem aan de kalkzandsteen binnenspouwbladen
wordt gemonteerd.
Binnendoos Grote concertzaal
De binnendoos is in feite het gebouw dat in de het betonnen
casco gemaakt is. Deze constructie is opgebouwd uit een
geheel losliggende vloer met een eigen paalfundering, een
stalen draagconstructie, een wandafwerking van Isometal
sandwichpanelen met gips en golvend stukwerk waarna deze
grotendeels wordt afgewerkt met Mapple latje (zie figuur 14)
en tot slot een gipsplatenplafond..
Doordat de vloer van de binnendoos op de grens ligt van het
grondwaterniveau is er een dilatatieslabbe toegepast tussen
de wanden van de buitendoos en de vloer van de binnendoos.
Dit is de enige bouwkundige verbinding die toegestaan is.
Omdat lekwater uit het beton zou leiden tot extra
contactgeluid heeft het ogenschijnlijk eenvoudige detail ons
toch nog enige hoofdbrekens gekost. Na overleg met Peutz
en het maken van een proefopstelling hebben we het detail
naar tevredenheid van Peutz kunnen uitvoeren. (zie figuur
13).
De staalconstructie van de binnendoos is door onze co-
maker fa. Nagelhout in samenwerking met BAM Advies &
Engineering en onze werkvoorbereiding verder uitgewerkt.
Een heel belangrijk uitgangspunt hierbij was het voorkomen
van contactgeluid tussen de staalconstructie en de
buitendoos. Hier was slechts 2 cm tussenruimte beschikbaar
in het ontwerp. Normaal is dat onvoldoende om de, volgens
de normering, toegestane afwijkingen op te vangen. Doordat
wij de betonwanden steeds naar buiten hebben gemaatvoerd
en de staalconstructie naar binnen is het uiteindelijk, zij het
maar net, gelukt de staalconstructie geheel vrij te houden
van de buitendoos.
Na het aanbrengen van het staal volgde de wandafwerking.
De ontworpen wand is eerst getest bij Peutz waar, na
gebleken geschiktheid, de uitvoering is gestart. Ook dit ging
niet zonder de nodige hobbels. Uit de gesprekken die wij
hebben gehad met Kingspan (leverancier Isometal
elementen) kwam naar voren dat de gekozen plaat minimaal
belast mocht worden bij de overspanning van 6 m. zoals die
in dit project wordt toegepast. Na meerdere overleggen en
controleberekeningen van de constructeur heeft dit uiteindelijk
159Uitvoering
1 31 31 31 31 3 a a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n gtussen de wand vantussen de wand vantussen de wand vantussen de wand vantussen de wand vande bui tendoos metde bui tendoos metde bui tendoos metde bui tendoos metde bui tendoos metde vloer van dede vloer van dede vloer van dede vloer van dede vloer van debinnendoos metbinnendoos metbinnendoos metbinnendoos metbinnendoos metd i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b eBAM
1 41 41 41 41 4 v e r t i c a l ev e r t i c a l ev e r t i c a l ev e r t i c a l ev e r t i c a l edoorsnede van dedoorsnede van dedoorsnede van dedoorsnede van dedoorsnede van debinnendoos Grotebinnendoos Grotebinnendoos Grotebinnendoos Grotebinnendoos Groteconce r t zaa lconce r t zaa lconce r t zaa lconce r t zaa lconce r t zaa lBAM
160
geleid tot de nodige extra voorzieningen. Zo zijn de gipsplaten
die op de Isometal panelen aangebracht moesten worden
door en door bevestigd, is er extra staal aangebracht tpv
deuren en zijn een aantal sparingen voorzien van een raveling.
Deze extra voorzieningen moesten allemaal in een kort
tijdsbestek bedacht, uitgewerkt en gemonteerd worden om
uitlopen van de planning te voorkomen. Achteraf gezien had
een groot deel van de extra kosten voorkomen kunnen worden
door een dikker element te kiezen. Gezien de detailleringen
en de daaraan gekoppelde strakke maatvoering zou dit echter
tot ernstige vertragingen hebben geleid.
Het aanbrengen van de gipsplaten verloopt momenteel
zonder problemen. In de werkvoorbereiding wordt nu druk
gewerkt aan de uitwerking van de uiteindeli jke
wandafwerking. Hiertoe zullen stalen kokertjes worden
gemonteerd waartussen houten frames komen waarop de
steengaassteller zijn wapening kan aanbrengen. Doordat het
stucwerk in golven moet worden aangebracht zal hier met
zeer veel aandacht gewerkt moeten worden. Voor de
akoestiek is dit namelijk een zeer belangrijk onderdeel. De
stalen kokers zijn, vanwege het feit dat de Isometalwanden
geen belasting op kunnen nemen, door de wand heen
bevestigd aan de achterliggende staalconstructie. Op die
plaatsen waar het achterliggende staalprofiel geen mogelijk
bood, zijn houten balken in tussen de flensen aangebracht.
Hierdoor kunnen ook deze kokers gemonteerd worden.
Na het drogen van het stucwerk zal dit eerst nog wit
geschilderd worden alvorens de uiteindelijke wandafwerking
voor het stucwerk wordt aangebracht. Het wit schilderen
heeft twee functies. Enerzijds dicht het de kleine gaatjes in
het oppervlak van het stucwerk en anderzijds zorgt het voor
een optimale reflectie van het opvallende licht. Vanuit het
ontwerp zijn lichtbakken voorzien die het mogelijk maken de
wanden tijdens voorstellingen in allerlei kleurstellingen te doen
oplichten.
De eindafwerking van de wand bestaat uit horizontaal
gemonteerde Mapple latjes van 32 x 40mm die, om resoneren
te voorkomen op verschillende onderlinge afstanden
gemonteerd worden.
BIMhuis
Naast de grote concertzaal maakt het BIMhuis een belangrijk
deel uit van het project. Voor het ontwerp was een
uitgangspunt heel belangrijk. De gebruiker wilde dezelfde
sfeer terug zien in het nieuwe ontwerp die nu in het BIMhuis
aanwezig is alleen in een nieuw jasje. Hier is de architect
naar ons idee ook goed in geslaagd. De zaal is ingericht met,
behoudens enkele, straks aan het gezicht onttrokken,
akoestische en theatertechnische voorzieningen aan het
plafond, functionele materialen. De wanden worden
afgewerkt met fineerpanelen en plaatselijk getimmerde
lichtbakjes. De vloerafwerking zal hier, net als op vele andere
plaatsen bestaan uit parket van Cumaru. Het opmerkelijke
van dit parket is dat het niet wordt geschuurd en gelakt maar
als ruw gezaagde delen wordt aangebracht.
Overige ruimten
De overige ruimten zijn, naast de zojuist genoemde parketvloer,
voorzien van linoleum, vloertegels, epoxyvloeren (keukens)
en zwart gevlinderd beton. Als wandafwerking wordt in de
sanitaire ruimtes en keukens wandtegels en gecoate scan
161Uitvoering
SLOTWOORD
Als u bovenstaande heeft gelezen zult u hopelijk een goed
beeld hebben gekregen van de werkwijze en rol van de
bouwkundig aannemer in het tot stand brengen van een
project. Ondanks het vaak moeizame traject van
gegevensverstrekking en de lange kronkelige weg die we
moesten gaan om te komen tot de benodigde
uitvoeringsdocumenten zijn wij trots dat wij een positieve
bijdrage hebben kunnen en mogen leveren aan dit bijzondere
project. De vele positieve reacties tijdens de uitvoerings-
periode heeft ons zeker gesterkt in onze denk-, werk- en
handelswijze. Wij kijken dan ook met belang-stelling uit naar
meer van dit soort complexe projecten.
Rest ons nog de gebruikers veel succes maar vooral plezier
te wensen met dit fraaie gebouw en spreken de hoop maar
ook verwachting uit dat zij straks met een zelfde trots als wij
kunnen zeggen:
Het Muziekgebouw / BIMhuis is ons gebouw !
toegepast. De overige wanden worden voorzien van
schilderwerk, scan of blijven zonder verder afwerking.
Als plafondafwerking worden klimaatplafonds (verwarming
en koeling) toegepast en zijn enkele ruimtes voorzien van
gipsplafonds. De sanitaire ruimte worden voorzien van een
standaard systeemplafond.
163Initiatief / Gebruiker
INITIATIEF / GEBRUIKER
Muziekcentrum de IJsbreker, Amsterdam
J. Wolff
Interview met Jan Wolff (24 min.) op DVD
Videobestand openen!
167Bijlagen
BIJLAGEN
1 locatie
2 situatie
3 noordgevel
4 zuidgevel
5 westgevel
6 oostgevel
7 kelder
8 begane grond
9 eerste verdieping
10 tweede verdieping
11 derde verdieping
12 vierde verdieping
13 vijfde verdieping
14 dakplan
15 langsdoorsnede
16 langsdoorsnede
17 doorsnede BIMhuis
18 doorsnede BIMhuis
19 dwarsdoorsnede
20 dwarsdoorsnede
21 doorsnede aansluiting BIMhuis
22 facts sheet
168
11111 l o c a t i el o c a t i el o c a t i el o c a t i el o c a t i edienst RuimtelijkeOrdening
169Bijlagen
22222 s i t u a t i es i t u a t i es i t u a t i es i t u a t i es i t u a t i edienst RuimtelijkeOrdening
170
33333 n o o r d g e v e ln o o r d g e v e ln o o r d g e v e ln o o r d g e v e ln o o r d g e v e l
171Bijlagen
44444 z u i d g e v e lz u i d g e v e lz u i d g e v e lz u i d g e v e lz u i d g e v e l
173Bijlagen
66666 o o s t g e v e lo o s t g e v e lo o s t g e v e lo o s t g e v e lo o s t g e v e l
176
99999 e e r s t ee e r s t ee e r s t ee e r s t ee e r s t ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g
177Bijlagen
1 01 01 01 01 0 t w e e d et w e e d et w e e d et w e e d et w e e d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g
178
1 11 11 11 11 1 d e r d ed e r d ed e r d ed e r d ed e r d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g
179Bijlagen
1 21 21 21 21 2 v i e r d ev i e r d ev i e r d ev i e r d ev i e r d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g
180
1 31 31 31 31 3 v i j f d ev i j f d ev i j f d ev i j f d ev i j f d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g
182
1 51 51 51 51 5 l a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d e
183Bijlagen
1 61 61 61 61 6 l a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d e
184
17 + 1817 + 1817 + 1817 + 1817 + 18 d o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d eB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i s
185Bijlagen
1 91 91 91 91 9 d w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d e
186
2 02 02 02 02 0 d w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d e
2 12 12 12 12 1 d o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d eaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuis
EERDER VERSCHENEN
1991 IMAX gebouw Rotterdam dictaat 7238
1992 Delftse Poort Rotterdam dictaat 7248
1993 Tweede Kamer der Staten Generaal Den Haag dictaat 7261 / 7263
1994 Terminal West Luchthaven Schiphol Amsterdam dictaat 7291
1995 Hoofdkantoor Gasunie Groningen dictaat 7307
1996 Stadhuis / Bibliotheek Den Haag dictaat 7327
1997 ArenA Amsterdam dictaat 7354
1998 NewMetropolis Amsterdam dictaat 7366
1999 Hoofdkantoor ABN AMRO Amsterdam dictaat 7384
2000 Hoofdkantoor ING Groep Amsterdam dictaat 7398
2001 NieuwBouwkunde Eindhoven dictaat 7405
2002 - 2003 Stadhuis Alphen aan den Rijn dictaat 7408