Module 2 Visies op leren – Visies op instructiebfdwever/KL1516/Module2.pdf · 2015-09-28 ·...

Post on 27-Jul-2020

3 views 0 download

Transcript of Module 2 Visies op leren – Visies op instructiebfdwever/KL1516/Module2.pdf · 2015-09-28 ·...

!

Module 2 Visies op leren – Visies op instructie

!

!

!

Behaviorisme

Visie op leren

Visie op instructie

!

!

Thorndike

• Thorndike: 4 wetten – Law of effect: positief bekrachtigen

– Law of readiness: indien lerende ‘klaar’, dan sneller verbindingen tussen S-R

!

Start behaviorisme 3

• Thorndike: 4 wetten – Law of exercise: versterken S–R

!

Start behaviorisme 3

• Thorndike: 4 wetten: – Associative shifting

!

!

!

!

!

!

!

!

!

Skinner

http://www.pbs.org/wgbh/aso/databank/entries/bhskin.html

!

‘Leren’ volgens Skinner

•  Leren: het ontstaan van een observeerbare gedragsverandering

•  Interne leer- en denkprocessen worden niet ontkend maar “black box”

•  Niet de stimulus, noch de respons zijn het belangrijkst, wel de consequentie (reinforcer of bekrachtiger)

!

Skinner: gewenst gedrag?

•  Wanneer en met welke garantie krijg je het eerste gewenste gedrag te zien?

•  Skinner: er moet een antecedent zijn.

•  Lok dit gedrag uit: hints:

!

Skinner: gewenst gedrag?

•  Prompting: voortonen, beschrijven van het gewenste gedrag, …

•  Chaining: expliciteren eenvoudige stappen die na elkaar word

•  Shaping: gedrag dat enigszins in de richting van gewenst gedrag gaat, positief bekrachtigen.

Visie op leren

Visie op instructie

!

!

Leerdoelen formuleren •  Vanaf het behaviorisme: concrete gedragsdoelen

Vb. 1815 Wat wil je bereiken rond deze datum? –  X –  Y –  z

!

Leerdoelen formuleren •  Leerdoel

–  Inhoudscategorie: bv. 1815 –  Gedragsniveau: bv. Herinneren, omstandigheden vertellen,

oorzaak gevolg verklaren, economische achtergrond schetsen, …

•  Mager (1962) operationele doelstellingen formuleren - gedrag: –  Beschrijf precies wat je wilt dat de lerenden doen om correct te

handelen, scoren, presteren en let erbij op dat je aangeeft hoe je kunt merken dat zij adequaat handelen.

–  Identificeer nu – op basis van het voorgaande – het precieze werkwoord dat het best het verwachte gedrag aanduidt van de lerende en specificeer ook onder welke condities zij dit gedrag moeten kunnen vertonen (tijd, materiaal, hoeveelheid).

–  Schrijf voor elk gedrag een afzonderlijk leerdoel neer.

!

Bloom: Inhoudscategorieën

•  Belang van funderende basiskennis!

!

Bloom: Gedragscategorieën

•  Belang van funderend gedrag!

!

Feedback

•  Hattie: feedback geven d = .73 •  Nicol & Milligan (2006, p. 64): “Feedback is

informatief over hoe goed een student heeft gepresteerd in relatie tot een standard of doel (kennis of resultaat). Feedback kan een externe bron hebben of intern ontwikkeld worden. Instructieprocessen kunnen externe feedback aanreiken, maar moeten erop gericht zijn interne feedback processen uit te lokken. Het ultieme doel is dat de lerende doet aan zelf-monitoring.”.

!

Feedback

•  Effectieve vormen van feedback: –  geven van cues (d = 1.10)

–  informatie geven over de prestaties (d = .95)

–  bekrachtigen (d = .94)

–  video of audio feedback (d = .64)

–  computer gestuurde feedback (d = .52)

–  leerdoelen aanhalen bij feedback (d = .46)

–  evaluatieve feedback door studenten (d = .42)

!

Feedback

•  Minder effectieve vormen van feedback: –  feedback geven waarin verbetering van de fouten

centraal staat (d = .37)

–  uitgestelde versus onmiddellijke feedback (d = .34)

–  een beloning geven (d = .31)

–  straffen (d = .20)

–  prijzen (d = .14).

!

Feedback

•  Drie types feedback

!

Feedback

•  Feed Up: – Wat heb je tot nog toe gedaan om het probleem

aan te pakken?

– Wat kan je al wel vertellen en wat nog niet?

– Wat was gemakkelijk te beantwoorden?

– Wat was moeilijk te beantwoorden?

•  Feed Back –  helder en transparant antwoord ten aanzien van

de vraag: Hoe goed heb je het gedaan?

!

Feedback

•  Feed forward: – Welke taken kan je nu aanpakken?

– Wat is een moeilijker taak die je nu accuraat kan uitwerken?

– Hoe kan je dieper graven?

– Waar kan je nog meer over te weten komen?

!

Feedback

!

Feedback FT > FP > FR > FP –  feedback over de taak (FT): terugkoppeling over

de aspecten van de taak die correct, juist, volledig, volgens de criteria zijn uitgevoerd; bijv. punten geven (correctieve feedback)

–  feedback over het proces (FP): “waarom” van het bereiken van een juist antwoord, een juiste oplossing, een adequate aanpak, …

–  feedback over mate van zelfregulatie (FR): zelf feedback gezocht, fouten opsporen, attributies, hulp zoeken, …

–  feedback over student zelf (FS): je bent een topper, dom, verstrooid, …

!

Cognitivisme

Visie op leren

Visie op instructie

!

!

Algemeen model cognitief functioneren

MODELLEN: die beschrijven, verklaren en voorspellen hoe we cognitief functioneren:

•  Informatieverwerkend model voor cognitief functioneren

!

Algemeen model cognitief functioneren

•  Assumpties informatieverwerkend model: –  Informatieverwerking (kennisopbouw en leren) gebeurt in

stappen. –  Informatieverwerking is vergelijkbaar met computerprocessen.

Vandaar de term geheugen. Let op ‘metafoor’. –  Er zijn grenzen aan wat verwerkt kan worden. Wel grenzen aan

hoeveelheid per stap. –  De informatieverwerkende activiteit is interactief: invloed van wat

we reeds weten. –  Reeks processen onderscheiden: waarnemen, herhalen, denken/

reflecteren, problemen oplossen; herinneren, vergeten en zich inbeelden.

!

Bottom-up &

Top-down

!

Controleprocessen Controleprocessen: super-processen en meta-processen •  (1) verwerking informatie in diverse geheugens tot en met het

encoderen •  (2) de overgang van de ene stap naar de andere in het proces •  (processen die inwerken op processen).

–  Vb.: herhalen (rehearsal). Wanneer we bijv. een 34 x 12 willen oplossen, dan zullen we dikwijls de tussenoplossing van 34 x 10 = 340 herhalen om deze informatie bij de hand te hebben wanneer we 34 x 2 hebben berekend.

–  Andere voorbeelden: –  encoderen (informatie in een betekenisvolle context plaatsen); –  informatie organiseren (ordenen, hiërarchie aanbrengen, …); –  imaging (de informatie visueel representeren); –  monitoring (begrijp ik wel alle facetten? Heb ik alle elementen meegenomen?); –  retrieval strategieën (gerelateerde info ophalen, missende deeltjes opsporen en

aanvullen); –  metacognitieve strategieën (voorspellen, plannen, monitoren, evalueren).

!

MM presentatie

Zintuiglijk Geheugen

Werk- Geheugen

Lange Termijn

Geheugen

Woorden

Beelden

Gehoor

Gezicht

Geluid

Beeld

Verbaal Model

Visueel Model

Voorkennis

Integratie O

rganisatie

Dual Channel Theory (Mayer)

!

Representatie kennis 1

proposities

Een propositie is een basiseenheid van informatie; één idee bestaande uit argumenten met een relaties ertussen.

!

!

Representatie van kennis 2

beelden (images) Een beeld is een op perceptie gebaseerde

representatie die deels de oorspronkelijke perceptuele structuur van de input heeft behouden. - plaatje Chinese muur

!

!

Representatie kennis 3

lineaire ordening

Declaratieve kennis kan ook als een lineaire ordening van een verzameling elementen gerepresenteerd worden.

Vb. ABCD, EFG, HIJK, LMNOP, QRS, TUV en WXYZ.

Vb. Noten

Vb. durch für ohne um bis nach gegen

!

Ormrod (2008, p. 241) geeft als voorbeeld van een semantisch netwerk haar eigen interne ordening weer met betrekking tot haar declaratieve kennis over het dierenrijk.

!

Representatie kennis 4

schema’s (gebaseerd op proposities, beelden en ordening)

Kennis bestaat niet uit losse ideeën; uit losse propositie(netwerken), lineaire ordeningen en/of beelden.

!

Schema •  Geheugenstructuur

•  Abstractie

•  Netwerk

•  Dynamische structuur

•  Heeft een context

•  Aangepast aan situatie: frames schema voor feestje met schoonouders en feestje met vrienden

!

Schema

•  Kan heel rijk zijn en gaat verder dan oppervlakte kenmerken

•  Schwarz & Reisberg (1991: “It embodies a set of beliefs that, overall, provide a cause-and-effect account that corresponds to our understanding of the process (bijv. hoe werkt bloeddruk), and all of the terms participating in this model are defined by virtue of how they fit into this cause-and-effect account.”

!

Schema

•  Personal theories

•  Misconceptions: –  Als je iets vermenigvuldigt, dan is het resultaat altijd groter.

–  Als je iets deelt, dan is het eindresultaat altijd kleiner.

–  Uiteraard klopt dit enkel wanneer de vermenigvulder of deler groter is dan 1.

–  Landsgrenzen staan in de aarde gegrift.

–  Planten eten voedsel en drinken water.

–  Wanneer een licht gaat branden dan wordt de elektriciteit verbrand.

–  Er zijn kinderen en mensen.

–  …

Visie op leren

Visie op instructie

!

!

Visie op instructie

!

Non-linguïstische representaties NLR

•  Grafische voorstelling van een tekst, theorie, model, idee, …

•  Concept map, mind map

•  Reductie cognitive load; maar let op: – Aanvankelijk uitgewerkte NLR aanbieden

– Later half-uitgewerkte NLR aanbieden

!

!

!

!

Outlining: voorstructureren, aantal ,elementen aanduiden,, ….

!

NLR

•  Grafisch op papier –  Tekstueel –  Getekend

•  Fysische modellen (bijv. Zons(maans)verduistering, beweging planeten, osmose, …)

•  Toepassing in alle vakken waar organisatie en elaboratie van kennis in geheugen centraal staat.

•  Bij LO? Reflectie op aanpakken, strategieën, …

!

•  Expliciet gebruik NLR

•  Imagery kan ook “inbeelden”

•  Zelf uitwerken van een NLR versus aanbieden van een NLR (T+D >)

!

Het aanduiden van verschillen en gelijkenissen

•  Organisatie kennis centraal! •  Analogieën gebruiken; schaken-dammen •  Gelijktijdig presenteren van typische

voorbeelden. •  Expliciet vragen naar het vergelijken van

waarnemingen •  Het opsporen van gelijkenissen/verschillen •  Opsporen van gelijkenissen en verschillen in

combinatie met het uitwerken van NLR. •  Voortbouwen op afwijkende gebeurtenissen.

!

!

!

Aanreiken verschillende (multipele) representaties

•  Elaboreren van schema’s door extra en

gevarieerde representaties aan te bieden.

•  ‘Multiple representations’: rijke ervaringsbasis

!

Overzicht van de soorten representaties gebruik in de TIMSS videostudie lessen (Hansen & Richland, 2010).

!

Opvallend is het groter gebruik van diagrammen in de lessen waar begrippen sterk op elkaar betrokken worden (strong connectedness).

!

Combineren van instructiestrategieën

•  Strategieën niet geïsoleerd gebruiken. •  Combineren. •  Stap-voor-stap opbouwen. •  Bijvoorbeeld

–  Verwerken complexe tekst •  Tekening •  Mindmap •  Korte samenvatting •  Analogie uitwerken of metafoor

!

Mnemonics

•  Geheugensteuntjes of ezelsbruggetjes

•  Helpen om weinig gerelateerde begrippen, woorden, symbolen, letters, ideeën, … te encoderen en aan elkaar te koppelen: elaboreren en organiseren van geheugen.

•  Leerkrachten sceptisch: niet nodig (effect size ~ Hattie 2009)

•  Overzicht Snowman & Biehler (2003, p.279) soorten ‘mnemonics’.

Aanpak Uitleg Voorbeeld Rijm De verschillende te verwerken kenniselementen

worden verwerkt in een rijmpje of een gedicht. Ik drink nooit thee. Gij drinkt altijd thee en

Hij drinkt altijd thee als hij tegenwoordig is.

Acroniem De eerste letter van elk element dat men wenst op te slaan in het geheugen wordt gebruikt om een woord te vormen.

RAAPK is samengesteld met de eerste letter van elke ‘mnemonic’ uit deze tabel.

Een zinvoller woord is PRAAK is misschien gemakkelijker te onthouden.

‘Acrostic’ De eerste letter van elk element dat men wenst op te slaan wordt gebruikt om een woord te kiezen dat dan samen met de andere woorden een zin vormt.

Kinderen Roepen Altijd Aan Pleinen. Elke woord begint met een eerste letter

van één van de vijf ‘mnemonics’. Plaatsen toekennen

(‘loci method’) De lerende beeldt zich visueel een zeer vertrouwde situatie in; bijv. de woonkamer, de eigen slaapkamer, de tuin, …

Hij/zij koppelt vervolgens aan elk element in bijv. de slaapkamer één te onthouden element.

In bed ligt de procedurele kennis. Op het nachtkastje ligt het boek met de declaratieve kennis en de metacognitieve kennis hangt aan de lamp.

Kernwoorden Leg een verband tussen het element dat men wil onthouden en een ander woord of beeld. Deze techniek wordt vooral gebruikt bij het leren van vreemde talen.

Fiets is in het Frans: ‘bicyclette’. De lerende kent wel cyclus en beeld zich

een draaiende cirkel in. ‘Bicyclette’ wordt daarmee gekoppeld aan een cyclus, wat de draaiende wielen van de fiets oproept.

!

Mnemonics en werking geheugen

•  Hercoderen: informatie bewerken zodat die “gemakkelijker kan ingebeeld worden”, concreter is, eenvoudiger is.

•  Relateren: stukken informatie samenbrengen met doel een stuk informatie te onthouden dank zij het andere.

•  Retrieval: ophalen van informatie uit het lange termijn geheugen, dank zij het hercoderen en relateren.

!

Deel van de cues die de lerenden - psychologiestudenten, gemiddelde leeftijd 26 jaar - ontvingen (Richmond, Carney, Fazio, Oakman & Levin, 2010).

!

De lerende zelf vragen laten uitwerken

•  Vragen stellen impliceert dat lerende op andere manier kennis ophaalt, combineert, ordent, vergelijkt, contrasteert, integreert, samenvat, abstraheert, relateert, …

•  Vragen stellen is een probleem. Zie bijv.

Opvallend verschil in de frekwentie van statements versus questions en open en gesloten vragen in deze studie bij kleuterleidsters (Lee en Kinzie, 2010).

!

De lerende zelf vragen laten uitwerken •  De kern is dat de lerende zelf soorten vragen

uitwerkt bij de kennis. •  King (1992, p.111) lijst van starters:

•  Wat is een goed voorbeeld van … ? •  Hoe zou je … gebruiken om … ? •  Wat zou er gebeuren als … ? •  Wat zijn de sterktes en zwaktes van … ? •  Wat zijn de voor- en nadelen van … ? •  Verklaar waarom … •  Verklaar hoe … •  Hoe beïnvloedt … ? •  Wat is de betekenis van … ? •  Waarom is … belangrijk? •  Wat is het verschil tussen … en … ? •  Op welke manier zijn … en … aan elkaar gelijk? •  Wat is het beste uit … en waarom? •  Welke zijn de mogelijke oplossingen van … ? •  Vergelijk … en … voor wat betreft … •  Wat veroorzaakt … ?

!

Lerende stelt vragen

•  Marzano et al. (2001, p.113): niet alle vragen lokken ‘deep-level processing’ uit: – Veel vragen = rechttoe rechtaan ophalen

informatie –  Interessante vragen = organisatie en/of

elaboratie uitlokken

!

Typering vragen (lkr. & lln.)

!

Honderduit vragen ontwerpen met de toolkit van http://www.fno.org/nov97/toolkit.html .

!

Notities nemen

•  Lezingen, hoorcolleges, luisterlessen, … : minder geschikt. Snel ‘cognitive load’.

•  Nemen van notities is complexe vaardigheid = volle complexiteit van het informatieverwerkend model.

•  Nemen van notities = verzameling nieuwe schema’s èn een ordening in de nieuwe schema’s.

•  Groot leereffect mits: –  Niet letterlijk noteren –  notities zijn ‘work in progress’ en worden verder verfijnd –  Notities worden gebruikt als uitgangspunt voor toets/examen –  Veel notities nemen

!

Notities nemen aanleren

•  Door: – Het aanreiken van een

basisschema aan het begin een instructiemoment (inhoudsopgave, beschrijvend overzicht van de inhoud, een ‘concept map’).

– Het ontwikkelen van een persoonlijk systeem voor het nemen van notities.

!

Constructivisme

Visie op leren

Visie op instructie

!

!

www.robocupjunior.be

!

Shakespeare schools festival

http://www.youtube.com/watch?v=V50BIgYBTKg&feature=related

!

Constructivisme

•  “What is Constructivism? Strictly speaking, constructivism is not a theory but rather an epistemology, or philosophical explanation about the nature of learning”.

•  Jonassen (2005) somt acht kenmerken op van leren die passen bij een constructivistische visie: actief leren, construerend leren, samenwerkend leren, doelgericht leren, complex leren, gecontextualiseerd leren, reflectief leren en leren in conversatie met anderen (‘conversational’)

!

Jonassen: basisprincipes

!

Vygotsky

•  Sociale dimensie

•  Zone van naaste ontwikkeling

!

Vygotsky: Sociale dimensie

•  “Kennis ~ sociale interactie” •  “Kennis eerst in een interindividuele

context (…) via een internalisatie-proces wordt deze kennis dan intra-individueel.” (“Mind in Society”)

•  Ouders, instructieverantwoordelijken en ‘peers’

!

Vygotsky: ZPD

•  Zone of Proximate Development •  “Het is de afstand tussen het actuele

ontwikkelingsniveau, waarbij de lerende zelfstandig problemen kan oplossen en het potentiële niveau waardoor het problemen kan oplossen met hulp van andere kinderen en/of een volwassene.”

•  ZPD ~ een sociale context waarin lerenden problemen samen met anderen aanpakken.

•  Leren kan dus versneld worden < > Piaget

Visie op leren

Visie op instructie

!

!

Samenwerkend leren

•  Slavin: “Cooperative learning has an ancient pedigree. Since time immemorial, teachers have allowed or encouraged their students to work together on occasional group projects, in group discussions or debates, or in other kinds of work groups or peer tutoring dyads.”

•  Johnson & Johnson : “The research (…) has an external validity and a generalizability rarely found in the social sciences.”

!

Samenwerkend leren

•  Groepswerk kwalijke reputatie – Lerenden werken niet echt samen; ze verdelen

gewoon het werk en leggen op het einde alles samen.

– Of bepaalde lerenden doen vrijwel al het werk en andere ‘liften’ mee.

– …

!

Samenwerkend leren

•  Johnson & Johnson : “As you can see, cooperative learning is not simply a process of putting students in groups and setting them loose to work on an assignment together. Oftentimes, our students will be more accustomed to competitive and individualistic classroom situations than they are to work cooperatively with their classmates. For a cooperative activity to be successful, we must structure the activity in such a way that cooperative learning is not only helpful for academic success but in fact even necessary for it.”

!

Samenwerkend leren

p.210

Johnson & Johnson (1996) en Slavin (1996)

!

Samenwerkend leren

•  Ormrod: –  Stel groepen samen waarvan je verwacht dat ze op een

productieve manier kunnen samenwerken.

–  Geef duidelijke doelen en subdoelen op.

–  Geef gedragsregels op voor de groepssamenwerking.

–  Beperk sturend gedrag van de instructieverantwoordelijke: coach, consultant.

–  Vraag groepen om hun eigen effectiviteit te beoordelen.

–  Overweeg om de groepssamenstelling vrij constant te houden.

!

Samenwerkend leren

•  Voorbeeld: CSCL

•  Belang van scripting –  Inhoudsgerichte scripts helpen de concrete taak

en onderliggende kennisbasis helder te krijgen. Vb. rol onderzoeker, theoreticus, apotheker, assistent, vertegenwoordiger bedrijf, enz.

– Communicatiegerichte scripts bevorderen samenwerking in de groep rol van moderator, samenvatter, theoreticus, enz.

!

Invloed van toewijzing geen of wel rollen in een CSCL setting op de beheersing van geïntegreerde farmaceutische kennis (ICS) bij 5de jaar farmaciestudenten (academiejaar 2006-2007).

!

Differentiële impact van rollen.

!

Samenwerkend leren: peer tutoring

•  Peer tutoring: “people from similar social groupings who are not professional teachers helping each other to learn, and learning themselves by teaching”

•  Past bij samenwerkend leren: –  medelerende/tutor de rol van

instructieverantwoordelijke voor tutee –  past strategieën als modeling, coaching, scaffolding,

articuleren, reflecteren en exploreren. –  peer tutoring is mediating ZPD (Vygotsky)

!

Keith Topping is een pionier op het terrein van peer tutoring. Het is de moeite waard om zijn website hierover te verkennen (http://www.fifepeerlearning.org/).

!

Peer tutoring

•  Zie inleidend videofragment

!

Samenwerkend leren: peer tutoring

•  Onderzoek (cross-age en same-age) – +++ (zie artikel Van Keer) –  toegepast in sterk verschillende

kennisdomeinen –  positieve impact op de houding ten opzichte

van leren (algemeen en kennisdomeinen) –  ontwikkeling communicatievaardigheden,

sociaal-emotioneel welzijn en gevoel van zelfwaarde

!

Onderzoek: Van Keer (2004)

!

Peer tutoring

•  Tutors’ zelf kennis beheersen

•  Ontwikkel tutor strategieën

•  Zet structuur uit voor samenwerking ‘tutor’ - ‘tutee’.

•  Uitgebalanceerde ‘tutoring teams’.

•  Alle lerenden kunnen rol van ‘tutor’ op zich nemen.

!

Samenwerkend leren: tutoring

!

Student tutoring

•  Oudere tutors (vb studenten HO) helpen tutees

Student tutors aan de slag in Vlaamse scholen en bij lerenden thuis (©S. Vandevelde). Bekijk verder de boeiende videoclips m.b.t. student tutoring die je via de website van de Koning Boudewijn Stichting kan bekijken (http://www.kbs-frb.be/event.aspx?id=227872&LangType=2067).

!

Effectiviteit student tutoring

Effecten van tutoring voor de tutor en de tutee (De Backer & Van Keer, 2008, p.126)

!

Vertaling naar referentiekader

!

!

Module 2 Visies op leren – Visies op instructie

!