Post on 24-Jun-2020
Meerjaren Handhaving Programma 2017 – 2020
Inhoudsopgave :
4Doel1.
5Algemeen en reikwijdte2.
7Programmatisch handhaven3.
10De prioritering4.
13Organisatie, mensen en middelen5.
16Doelstellingen6.
18Registreren en monitoren7.
19Risico’s en verplichtingen8.
Bijlagen:
Bijlage 1: Programmatisch handhaven
Bijlage 2: Prioritering
Bijlage 3: Protocol Roulatiesysteem
Bijlage 4: Bereikbaarheidsregeling
Bijlage 5: Strategieën
Bijlage 6: Besluit Landelijke handhavingsstrategie
Bijlage 7: Protocol Uitwisseling van handhavingsinformatie
Bijlage 8: Protocol Regeling Verwijdering Calamiteuze stoffen
Afkortingen :
Algemene Plaatselijke VerordeningAPV:
Algemene wet bestuursrechtAwb:
Basisregistratie Adressen en GebouwenBAG:
Buitengewoon opsporingsambtenaarBoa:
Basis Taken Pakket (voor Regionale Uitvoeringsdiensten) versie 2.3BTP-taken:
Besluit OmgevingsrechtBor
VergunningverleningV:
Ministeriële regeling omgevingsrechtMor:
Handhaving UitvoeringsprogrammaHUP:
Interbestuurlijk ToezichtIBT:
Nr. 39318
GEMEENTEBLAD 13 maart
2017
Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20171
Landelijke HandhavingsstrategieLHS:
Interprovinciaal OverlegIPO:
Inspectie Leefomgeving en TransportILT:
Meerjaren handhavingsprogrammaMJHP:
Omgevingsdienst Zuidoost BrabantOdzob
Openbaar MinisterieOM:
Regeling Verwijdering Calamiteuze StoffenRVCS:
Toezicht en handhavingT&H
Vereniging Nederlandse gemeentenVNG:
Veiligheidsregio Brabant ZuidoostVRBZO
Wet algemene bepalingen omgevingsrechtWabo
Inleiding
Voor u ligt het meerjaren handhavingsprogramma 2017-2020 (MJHP) van de gemeente Bergeijk. Het
MJHP geeft inzicht in wat de gemeente met toezicht en de handhaving voor de komende vier jaren wil
bereiken, waarom de gemeente dat wil en hoe ze dat wil bereiken.
Het beleidsveld van het MJHP is de fysieke leefomgeving: milieu, ruimtelijke ordening, brandveiligheid
en APV.
Het MJHP maakt voor iedereen duidelijk welke handhavingsinstrumenten de gemeente tot zijn beschik-
king heeft en hoe die instrumenten worden ingezet. Met dit MJHP wordt het handhavingsbeleid voor
de periode 2017-2020 vastgesteld.
Het handhavingsbeleid is het raamwerk en beschrijft wat we, voor de komende 4 jaren, belangrijk vinden.
Gedurende de looptijd van dit beleid wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma vastgesteld.
Het jaarlijkse uitvoeringsprogramma beschrijft hoe we hieraan invulling geven.
Het voorliggende MJHP vervangt het voorgaande MJHP 2016-2020. Met het voorgaande MJHP heeft
de provincie ingestemd onder de voorwaarde dat het in 2016 zou worden herzien, verbeterd en aangevuld
met de wettelijke vereisten. De Rekenkamercommissie heeft aan de gemeenteraad verslag uitgebracht
en hierbij verbetervoorstellen gedaan.
Met het huidige MJHP wordt voldaan aan de aanbevelingen uit het inspectierapport van de provincie
(Interbestuurlijk toezicht, IBT) en met de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie.
In dit MJHP staat de dienstverlening centraal. Bij toezicht en handhaving gaat het er om dat we constant
aandacht hebben voor onze dienstverlening en kijken hoe we deze kunnen verbeteren. Daarbij ligt de
nadruk op een goede samenwerking met alle partners en past de slagzin
‘Samen Werken aan Samenwerken’. Een goede dienstverlening kan ook inhouden dat we duidelijk zijn
en ook nee durven te verkopen als iets niet kan. Bij de samenwerking gaat het er om dat in het voortraject
alles wordt gedaan om te voorkomen dat we achteraf tot handhaving over moeten gaan.
Deze ‘missie’ wordt verderop inhoud gegeven aan de visie en doelstellingen voor handhaving in Berg-
eijk.
Dit Meerjaren Handhavingprogramma 2017 – 2020 bestaat uit 7 hoofdstukken.
Hoofdstuk 1: beschrijft wat het gemeentebestuur met het beleidsstuk wil bereiken en de visie op
handhaving.
Hoofdstuk 2: beschrijft de omgeving en kaders waarmee het beleid te maken heeft.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20172
Hoofdstuk 3: beschrijft het proces dat het bestuur heeft doorlopen en waarlangs programmatisch
handhaven wordt uitgevoerd.
Hoofdstuk 4: beschrijft de uitgevoerde prioritering van de vastgestelde thema’s (geclusterde Handha-
vingstaken) en het gewenste inspanningsniveau.
Hoofdstuk 5: beschrijft de organisatie, functiescheiding, kwantiteit en kwaliteit.
Hoofdstuk 6: behandelt de doelstellingen die met het voorliggende beleid worden beoogd.
Hoofdstuk 7: beschrijft het registratie- en monitoringproces.
Hoofdstuk 8: omschrijft risico’s en verplichtingen.
1. Doel
Het MJHP heeft als doel de veiligheid en gezondheid van de burgers te beschermen.
Dit doen we door rechtsgelijkheid te realiseren, rechtszekerheid te bieden en transparant en tijdig over
regelgeving te communiceren. Hierdoor worden overtredingen van burgers en bedrijven zoveel mogelijk
voorkomen en wordt aan iedereen in de gemeente Bergeijk een veilige en gezonde leefomgeving ge-
boden. Daarbij appelleert de gemeente nadrukkelijk aan eenieders eigen inbreng en verantwoordelijkheid.
Het doel, het beschermen van de veiligheid en gezondheid, willen we bereiken door ‘programmatisch
te handhaven’. Daarmee wordt vooraf en op een transparante wijze invulling gegeven aan een wette-
lijke verplichting uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wabo. Programmatisch handhaven
geschiedt aan de hand van een visie, het formuleren van doelstellingen, het vervolgens formuleren
van de uitgangspunten of kaders en het prioriteren op basis van een risicoanalyse. Veiligheid en ge-
zondheid vormen in Bergeijk nadrukkelijk de ‘rode draad’ bij dit proces en het beleid.
De visie op handhaving die het hierboven beschrevene verwoord is:
“De gemeente Bergeijk wil een gemeente zijn waarin mensen met elkaar in een veilige en gezonde
omgeving kunnen blijven leven. Toezicht en handhaving is één van de middelen om dit te realiseren.
De inzet van toezicht en handhaving gebeurt op een transparante wijze en is voor iedereen gelijk,
waarbij maatwerk mogelijk moet blijven. Daarbij is preventie, communicatie en voorlichting een wezenlijk
onderdeel.”
In de volgende hoofstukken is uitgewerkt hoe we de visie willen bereiken. In deze hoofdstukken besteden
we ook aandacht over, onder meer, het proces van programmatisch handhaven en de vastgestelde
prioriteiten.
2. Algemeen en reikwijdte
2 .1 Algemeen over handhaving en naleving van regels
Handhaving wordt vaak omschreven als het toezicht houden op en het toepassen van bestuursrechte-
lijke, strafrechtelijke en of privaatrechtelijke middelen om uiteindelijk te bereiken dat de algemene
rechtsregels en individueel geldende voorschriften worden nageleefd. Kortom: handhaving is het doen
naleven van rechtsregels en omvat ‘alle handelingen die dit normconform gedrag bewerkstelligen’.
Handhaving is echter veel meer. In Bergeijk streven we er naar om door voorlichting en goede commu-
nicatie bekendheid met de regels te bewerkstelligen en handhaving te voorkomen.
Hoewel handhaving geen wettelijke verplichting is maar een bevoegdheid, wordt er op basis van juris-
prudentie uitgegaan van een beginselplicht tot handhaving. Dit houdt in dat de gemeente in beginsel
gehouden is (verplicht) om handhavend op te treden tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die het
niet handhavend optreden rechtvaardigen.
2 . 2 Afbakening
Dit meerjarenprogramma heeft betrekking op toezicht en handhaving van wet- en regelgeving van
milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, drank- en horeca, openbare orde, veiligheid en brandveiligheid,
waarvoor de gemeente bevoegd gezag is. Voor de handhaving van de brandveiligheid is de Veiligheids-
regio Zuidoost-Brabant, VRBZO als uitvoerende instantie aangewezen. Voor het toezicht op uitvoering
van milieutaken (verplichte basistaken maar ook verzoektaken) is dat de Omgevingsdienst Zuidoost-
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20173
Brabant (Odzob). Overige taken worden uitgevoerd door het team T&H van onze gemeente. Privaatrech-
telijke handhaving betreft geen wettelijke taak en maakt van dit meerjarenprogramma geen deel uit.
2 . 3 Terugblik
-naleefgedrag
Handhaving van normen en voorschriften is belangrijk. Ze dragen er toe bij dat gestelde doelen kunnen
worden bereikt. Normen en voorschriften worden daarom ook niet zo maar gesteld, maar juist om be-
langen te beschermen, de samenleving te ordenen of gedragsveranderingen teweeg te brengen. In
hoeverre gestelde normen ook daadwerkelijk worden nageleefd, wordt bepaald
door een groot aantal factoren, variërend van de kennis van regels, het nut en de noodzaak ervan inzien
en het bewust worden hiervan. Daarom verhoogt een goede en transparante handhaving van die normen
en voorschriften de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid van individuele burgers en bedrijven. Normen
en voorschriften gelden immers voor iedereen.
Burgers en bedrijven die zich (wel) aan de normen en voorschriften houden, moeten er op kunnen
vertrouwen dat de gemeente toeziet op de naleving en waar nodig (handhavend) optreedt. Willekeur
moet daarbij worden voorkomen. De gemeente zal daardoor naar haar burgers geloofwaardig, betrouw-
baar en integer overkomen.
Met de handhaving van normen en voorschriften wordt niet alleen gedoeld op ‘dwang’ gebruiken om
de naleving van die regels af te dwingen en te bevorderen maar zeker ook het geven van voorlichting
over die regels. De afgelopen jaren is er daarom zeker niet alleen repressief gehandhaafd. Er was na-
drukkelijk aandacht voor preventieve handhaving door middel van communicatie en voorlichting en
het uitnodigen van partijen voor mediation. Om deze reden wil de gemeente hierin zelf de regie in
handen houden en is deze taak niet uitbesteed aan de Odzob.
Om het naleefgedrag positief te beïnvloeden is het vergroten van kennis van wet- en regelgeving bij
burgers en bedrijven van groot belang. Daar zal de nodige aandacht naar blijven uitgaan. Bij (het doen)
naleven van regels is voorts de ‘persoonlijke motivatie’ van belang. Voor een efficiënte aanpak van
overtredingen (maatwerk in het individuele geval) zal met de motivatie van de overtreder rekening
moeten worden gehouden om een positieve gedragsverandering te verkrijgen.
-beschikbare capaciteit
In de praktijk is het handhaven van alle regels niet mogelijk. Los van de vraag of we dat ook zouden
moeten willen; de gemeente beschikt hiervoor niet over voldoende capaciteit. Dit tekort is in voorgaande
jaren ondervangen door weliswaar de prioritering in stand te laten maar het ambitieniveau neerwaarts
bij te stellen. Zo is de hoeveelheid werk in overeenstemming gebracht met de voor handhaving beschik-
bare capaciteit.
2 . 4 Verplichte gemeentelijke taak
De zorg voor het hebben en onderhouden van handhavingsbeleid is een gemeentelijke taak. Het ge-
meentebestuur is voor allerlei wetten en regels verantwoordelijk. In de Wet algemene bepalingen om-
gevingsrecht (Wabo) is gesteld dat het gemeentebestuur verplicht is om daarvoor handhavingsbeleid
op te stellen. Zonder handhaving hebben regels immers geen waarde. Handhavingsbeleid draagt
daarom bij aan betere en betrouwbare dienstverlening aan inwoners en bedrijven.
2 . 5 Omstandigheden die daarnaast van invloed zijn
Het is van belang om te weten dat, op grond van organisatorische ontwikkelingen, (brand)veiligheid
en (brand)veiligheidstaken zijn verschoven naar de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost en dat toezichts-
taken voor dit werkveld door deze dienst worden uitgevoerd.
Ook de toekomstige Omgevingswet (2018) zal er toe bijdragen dat er een verschuiving plaatsvindt van
het alom gekende ‘vergunningen- en ontheffingenbeleid’ naar een ‘faciliteringsbeleid’.
Bij deze initiatieven zal er meer worden geadviseerd en minder worden getoetst, terwijl op de overheid
wel de verplichting rust om wettelijke administraties up to date te houden (zoals bijvoorbeeld het BAG).
Het reguliere bouwtoezicht verschuift daardoor meer naar het geven van advies vooraf en het verzamelen
van informatie achteraf. Als de Omgevingswet hiertoe aanleiding geeft zal het voorliggende beleid
daarop tussentijds worden aangepast.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20174
Op 28 juni 2016 is de Verordening VTH (kwaliteitscriteria) vastgesteld door de gemeenteraad.
Voor de uitvoering daarvan heeft het college in zijn besluit van 24 mei 2016 besloten om in te stromen
op het bodemniveau en per deskundigheidsgebied (26) te (laten) onderzoeken of het ambitieniveau
van bodem naar basisniveau of eventueel het niveau van kwaliteitscriteria 2.1 moet worden bijgesteld.
3. Programmatisch handhaven
3 .1 Het proces
Als een gemeente niet handhaaft, zal dat ongetwijfeld leiden tot een toename van de overtreding van
regels. Als de gemeente wel handhaaft zullen overtredingen afnemen. Het is echter nooit mogelijk om
het aantal overtredingen tot nul terug te brengen. De gemeente ontkomt er dus niet aan om prioriteiten
te stellen, immers niet elke handhavingstaak kan met dezelfde inspanning worden uitgevoerd. Aan een
goed handhavingsbeleid liggen gedegen en bewuste keuzes ten grondslag. Wat gaan we handhaven,
wat doen we eerst, wat doen we later en wat doen we niet. Daartoe moet een plan van aanpak worden
gemaakt.
Een goede methode om dat te bereiken is ‘Programmatisch handhaven’. In Bergeijk is voor deze me-
thode gekozen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een door het Expertisecentrum Rechtshandhaving
van het Ministerie van Justitie ontwikkelde risicomatrix. Die matrix wordt als hulpmiddel gebruikt voor
het inschatten van de risico’s van bepaalde overtredingen. Met behulp van dit model kunnen overtre-
dingen in kaart worden gebracht en kan per overtreding een inschatting van het risico worden gemaakt.
Vervolgens kan deze risico-inventarisatie gebruikt worden bij het stellen van prioriteiten voor de uitvoe-
ring van de verschillende handhavingstaken. De methode gaat uit van een zich herhalend, cyclisch
proces gedurende een bepaalde looptijd. Het repeterende karakter maakt het mogelijk om het beleid
periodiek te toetsen en zo nodig bij te stellen.
Voor deze methode worden de volgende stappen doorlopen:
- Het formuleren van een bestuurlijke visie op handhaven; deze visie is richtinggevend en dient als
toetsingskader bij de prioritering;
- Het formuleren van doelstellingen;
- Het formuleren van uitgangspunten of kaders (handhavingservaringen, wat speelt en leeft er
binnen de gemeente Bergeijk);
- Het toepassen van een risicoanalyse;
- Het prioriteren van de geformuleerde handhavingsthema’s op basis van een risicoanalyse.
Op basis van bovenstaande stappen wordt het beleid gevormd. Het dient als basis voor het jaarlijkse
vast te stellen (handhaving) uitvoeringsprogramma (HUP). In het uitvoeringsprogramma komen taken,
projecten, doelstellingen en het ambitieniveau per thema aan de orde. Na de uitvoering, volgen moni-
toring en terugkoppeling. Deze cyclus om tot een uitvoeringsprogramma te komen zal jaarlijks worden
doorlopen.
Deze structuur van het programmatisch handhaving (de dubbele regelkring) geeft het MJHP het 'ver-
eiste' cyclische karakter. Deze dubbele regelkring staat ook wel bekend als de 'Big Eight'. De elementen
hieruit zijn wettelijk verankerd in de Wabo en uitgewerkt in kwaliteitseisen in het Besluit Omgevingsrecht
(Bor) en de Ministeriële regeling (Mor).
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20175
Kort geformuleerd bestaan ze uit:
-Het handhavingsbeleid (Meerjaren handhavingsprogramma), art. 7.2 Bor en art. 10.3 Mor
gebaseerd op een probleemanalyse op basis van een vaststaande methodiek waarin de gevolgen voor
de fysieke leefomgeving en de kansen dat overtredingen plaatsvinden tegen elkaar worden afgezet.
Het geeft o.a. inzicht in de wijze waarop toezicht wordt gehouden en sancties worden opgelegd. Het
wordt aan de gemeenteraad en Provinciale Staten bekend gemaakt.
-Het handhavingsprogramma (Handhaving uitvoeringsprogramma HUP art. 7.3 Bor en art. 10.4 Mor)
Een jaarlijks programma ter uitvoering van het handhavingsbeleid, afgestemd met andere handhavings-
partners. Het wordt aan de gemeenteraad en Provinciale Staten bekendgemaakt en voor de betrokken
onderdelen van de organisatie in werkplannen uitgewerkt.
-De uitvoeringsorganisatie (art. 7.4 Bor en art. 10.5 Mor)
Hoe staat de organisatie borg staat voor adequate uitvoering van het programma, de personeelsformatie,
de functiescheiding tussen vergunningverlening en toezicht handhaving en de voldoende bereik- en
beschikbaarheid.
-Middelen (art 7.5 Bor)
De middelen voor handhaving moeten in de begroting worden geborgd.
-Monitoring (art. 7.6 Bor en art. 10.6 Mor)
De verplichting om met behulp van een geautomatiseerd systeem de resultaten en voortgang van uit-
voeringsprogramma´s en doelen te bewaken. Met het systeem moeten uitgevoerde controles, overtre-
dingen, opgelegde bestuurlijke sancties, processen-verbaal van overtredingen en ontvangen klachten
kunnen worden geregistreerd.
-Jaarverslag (art. 7.7 Bor)
Over de in het beleid en uitvoeringsprogramma opgenomen doelen en afspraken met andere partners
wordt periodiek gerapporteerd. Jaarlijks wordt een evaluatierapportage opgesteld en aan de gemeen-
teraad ter kennisgeving te worden aangeboden.
Door het programmatisch handhaven neemt de gemeente het heft in eigen handen en krijgt de hand-
having een meer preventief karakter. Als de programmatische aanpak op een juiste wijze wordt uitge-
voerd, leidt dat tot het bereiken van de gewenst ambitieniveaus en is er sprake van een adequaat
handhavingsniveau. Wat dat adequate niveau precies is wordt door de gemeente zelf bepaald. Een
schematische uitwerking van de 'Big Eight' is als bijlage 1 bij dit MJHP gevoegd.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20176
3 .2 Visie op handhaving
De Raad van de gemeente Bergeijk heeft voor de “Programmabegroting 2017 – 2020” de volgende visie
vastgesteld:
‘ Samen Werken’ voor het behoud van een vitale samenleving
“ De gemeente Bergeijk wil een vitale samenleving stimuleren. Deze beschikt over een sterk netwerk
waarin ieder individu of organisatie op duurzame wijze een bijdrage kan leveren. In de vitale samenleving
zetten mensen zich zonder concrete tegenprestatie in voor hun medemensen, buurt, vereniging, ge-
meente, de natuur of ander ideaal. Bergeijk geeft ruimte aan initiatieven in de samenleving die de soci-
ale cohesie en leefbaarheid in de kernen verder versterken.
Bergeijk staat voor een gezonde en veilige leefomgeving .”
Ook voor handhaving is een visie van belang. Zoals in hoofdstuk 1 is verwoord is deze visie als volgt:
“De gemeente Bergeijk wil een gemeente zijn waarin mensen met elkaar in een veilige en gezonde
omgeving kunnen blijven leven. Toezicht en handhaving is één van de middelen om dit te realiseren.
De inzet van toezicht en handhaving gebeurt op een transparante wijze en is voor iedereen gelijk,
waarbij maatwerk mogelijk moet blijven. Daarbij is preventie, communicatie en voorlichting een wezenlijk
onderdeel.”
Deze visie op handhaving ligt in het verlengde van de visie van de Raad uit de Programmabegroting
2017 -2020.
Met de “Visie op handhaving” erkent de gemeente Bergeijk haar maatschappelijke verantwoordelijkheid
om een veilige en gezonde leefomgeving voor mens en dier te waarborgen.
De gemeente neemt daarbij haar verantwoordelijkheid als bevoegd gezag en spreekt inwoners en be-
drijven aan als regels niet worden nageleefd. De gemeente zet daarbij vooral in op preventie en appelleert
nadrukkelijk aan de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven ten aanzien van de naleving
van wetten en regels.
3 .3 Middelen om te handhaven
Om te handhaven beschikt het gemeentebestuur over een aantal instrumenten. Deze worden hieronder
kort beschreven.
-Bestuursrechtelijke handhaving
Het gemeentebestuur is bevoegd om bestuursdwang toe te passen. Die bevoegdheid volgt uit de Ge-
meentewet en kan worden toepast bij de uitvoering van wetten waarvoor het gemeentebestuur verant-
woordelijk is. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de last onder bestuursdwang en de last onder
dwangsom. Beide instrumenten hebben tot doel de overtreding te beëindigen.
Als een last onder bestuursdwang wordt opgelegd geeft het gemeentebestuur de overtreder de gele-
genheid om de overtreding te beëindigen. Als dat niet gebeurt binnen de gestelde termijn gaat het
gemeentebestuur de situatie zelf herstellen en zal het de kosten daarvan verhalen op de overtreder.
Meestal wordt echter de last onder dwangsom toegepast. Ook daarbij krijgt de overtreder de gelegenheid
om de overtreding te herstellen. Als dat wordt nagelaten, is de overtreder een geldbedrag (dwangsom)
verschuldigd. Beide instrumenten zijn geen boete (straf) maar een prikkel om de overtreding (toch) te
beëindigen.
-Strafrechtelijke handhaving
Is een bevoegdheid van de politie en het Openbaar Ministerie.
In tegenstelling tot de inzet van bestuursrechtelijke middelen wordt bij strafrechtelijke handhaving altijd
de overtreding bestraft. Het doel is dus niet alleen om de overtreding ongedaan te maken, maar (ook)
om die overtreding te bestraffen. Bestuurs- en strafrecht kunnen (en mogen) tegelijkertijd worden ingezet.
Bestuursrecht wordt echter als leidend gezien, omdat daarmee de overtreding ongedaan gemaakt kan
worden. Bij het beschikbaar komen van de inzet van strafrechtelijke middelen voor gemeenten op 1
januari 2010 is in Bergeijk de keuze gemaakt voor de bestuurlijke strafbeschikking (Wet OM afdoening).
Met de bestuurlijke strafbeschikking kan een Buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa) een proces-
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20177
verbaal (strafbeschikking) opstellen. Deze bestuurlijke strafbeschikking kan ingezet worden tegen kleine
overlastfeiten. De bestuurlijke strafbeschikking wordt op eenzelfde wijze afgehandeld als een proces-
verbaal dat door de politie wordt opgesteld.
-Privaatrechtelijke handhaving
Naleving van overeenkomsten die de gemeente aangaat met (rechts)personen dient de gemeente af
te dwingen door inzet van in het privaatrecht opgenomen instrumenten.
Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om de aan- of verkoop van onroerend goed of het illegaal in gebruik
nemen van gemeentelijke eigendommen. Het is niet toegestaan om bevoegdheden die de gemeente
(al) heeft uit het bestuursrecht in te zetten voor zaken die via het privaatrecht dienen te worden geregeld.
-Intrekken van vergunning als sanctie
Het gemeentebestuur kan een verleende vergunning intrekken wanneer de vergunninghouder zich niet
aan de vergunningsvoorwaarden houdt. Deze sanctie wordt echter zeer zelden toegepast omdat het
een (zeer) zware sanctie is die zelden in verhouding staat tot het te bereiken doel.
4. De prioritering
4 .1 Inventarisatie en bepalen van thema’s
Handhavingsthema’s vormen de schakel tussen de in het meerjarenprogramma vastgelegde bestuur-
lijke visie en de concrete handhavingstaken die ambtelijk moeten worden uitgevoerd. Deze thema’s
vormen het aangrijpingspunt om werkafspraken tussen het bestuur en de ambtelijke organisatie over
de prioritering in handhaving te maken. Handhavingsthema’s zijn niet universeel te benoemen en ver-
schillen per gemeente. Om tot een reële risicoanalyse te komen zijn de huidige kwantitatieve en kwali-
tatieve gegevens in kaart gebracht. De inventarisatie heeft plaatsgevonden door middel van gesprekken
en brainstormsessies met beleidsmedewerkers, vergunningverleners en toezichthouders van de ge-
meente en het gemeentebestuur. Daarbij zijn de meest voorkomende overtredingen in kaart gebracht.
Het heeft geleid tot de volgende 6 thema’s en bijbehorende activiteiten:
Uit te voeren activiteit.Thema
Toezicht en handhaving op naleving van voorschriften verbonden aan evenementen met enige impact
op veiligheid, verkeer en overige overlast.
Evenementen
Toezicht en handhaving op de aan Horeca-inrichtingen verbonden voorschriften zoals geluid, 18-,
brandveiligheid bij evenementen, sluitingstijden e.d.
Horeca
Toezicht en handhaving op de regelgeving verbonden aan de veilige huisvesting in accommodaties
waar groepen mensen kunnen verblijven. Bijvoorbeeld verzorgingshuizen, scholen, huisvesting arbeids-
migranten, hotels.
Verblijsaccommodaties
Toezicht en handhaving op de naleving van voorschriften uit Wabo en andere gerelateerde wettelijke
aspecten zoals RO, WM en bodem- en waterwetgeving bij niet agrarische en niet agrarische inrichtingen
etc.
Milieu
Toezicht en handhaven van voorschriften ter verbetering of voorkoming van overlast en illegaal gebruik
van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld de APV, de afvalstoffenverordening maar ook het in gebruik
nemen gemeentegrond, toezicht op blauwe zone etc.
Openbare ruimte
Toezicht en handhaven van (gebruiks) voorschriften verbonden aan de WABO, het bouwbesluit en
bestemmingsplannen en het vastleggen van verplichte gegevens ten behoeve van een basisadministratie
(BAG).
Bouw- en Woningtoezicht
4 . 2 De Matrix
Het college schuwt handhaven niet, maar wil zich inzetten om het naleefgedrag van burgers en onder-
nemers te verbeteren zodat het niet tot daadwerkelijk handhaven komt en spant zich in om ook daarna
toch altijd met overtreders in gesprek te blijven om samen tot een oplossing te komen. Als toch moet
worden gehandhaafd zullen keuzes moeten worden gemaakt. Om die keuze te kunnen bepalen moet
worden geïnventariseerd wat voor handhavingstaken er zijn en om welke inzet die taken vragen. Vanuit
dat startpunt kunnen handhavingstaken worden vertaald naar een handhaving uitvoeringsprogramma.
Met behulp van de in dit meerjaren gebruikte model (risicomatrix) worden de risico’s van bepaalde
overtredingen naar aard en of omvang ingeschat. De methodiek hanteert als uitgangspunt dat het
"negatief effect" belangrijker is dan "kans op overtreding"; met andere woorden: de schade die een
overtreding kan aanbrengen wordt belangrijker geacht dan de kans dat een overtreding wordt begaan.
Met deze methodiek kan per overtreding een inschatting van het risico worden gemaakt. De details uit
de risico inventarisatie worden gebruikt bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma. Op 22 september
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20178
2016 is de Raad over deze werkwijze geïnformeerd en heeft zij aangegeven welke thema’s en criteria
zij belangrijk vinden.
Op 11 oktober 2016 heeft het college de vastgestelde thema’s geprioriteerd. De achtergrond van de
wijze waarop is geprioriteerd en de details van de prioritering zijn in bijlage 2 van dit MJHP opgenomen.
Het bestuur vindt brandveiligheid en veiligheid het belangrijkste item. Daarom heeft het criterium
“Brandveiligheid en Veiligheid” een dubbele wegingsfactor gekregen.
4 . 3 De analyse
De risicoanalyse is uitgevoerd door het college en de werkwijze is vooraf ter kennisneming en beoor-
deling aan de raad van de gemeente voorgelegd. Het resultaat van de risicoanalyse is de onderstaande
prioriteitsvolgorde:
Prioritering
ScoreKansEffect
14,03,0Thema Evenementen
22,72,9Thema Horeca
22,33,3Thema verblijfsacommodaties
22,73,0Thema Milieu
42,02,4Thema Openbare ruimte
42,72,3Thema Bouw- en Woningtoezicht
De uitgewerkte wijze van de prioritering is als bijlage 2 bij dit MJHP 2017 – 2020 opgenomen.
Gevisualiseerd ziet de prioritering er als volgt uit (de stippellijn geeft het gemiddelde van het Effect
respectievelijk de Kans weer):
Bij de geprioriteerde thema’s is het onderwerp ‘(brand)veiligheid’ voor de gemeente van groot belang.
Het onderwerp is echter niet afzonderlijk geprioriteerd omdat (brand)veiligheidstaken veelal zijn ver-
schoven naar de VRBZO en toezichtstaken voor dit werkveld door deze dienst worden uitgevoerd. Het
onderwerp maakt echter wel integraal deel uit van elk afzonderlijk thema en wordt nadrukkelijk(er) bij
de toekenning van de prioriteiten aan die verschillende thema’s betrokken.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 20179
De raad heeft op 22 september 2016 aangegeven de thema’s Milieu en Horeca het belangrijkste te
vinden. Verder heeft de raad aangegeven dat zij Brandveiligheid en Veiligheid belangrijke items vinden
bij het thema Evenementen.
Het resultaat van de bestuurlijke prioritering komt overeen met de wensen en meningen van de raad.
Tijdens de uitvoering van de toezichtstaken uit het uitvoeringsprogramma zal verder met de wensen
van de raad rekening worden gehouden.
4 .4 W enselijk inspanningsniveau
Het gewenste inspanningsniveau wordt bepaald door de prioritering én de huidige nalevingssituatie
binnen het betreffende thema. Dit inspanningsniveau wordt verder uitgewerkt in het jaarlijks op te
stellen uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma houdt tevens rekening met de scores op de
criteria van Effect en de reden van overtreding. Zo zal “Brandveiligheid en veiligheid” structureel aan-
dacht krijgen bij het uitvoeren van toezicht van de thema’s die prioriteit 1 en 2 hebben gekregen. Door
de (in het algemeen verwachte) onbekendheid met de regels zal bij Evenementen communicatie een
prominente plek krijgen in het toezicht.
4 .5 Overige activiteiten en klachten
-Overige activiteiten
Behalve de genoemde inspanningen moet de gemeente nog een aantal andere taken uit te voeren die
in de risicoanalyse en prioritering niet zijn betrokken zoals verschillende regionale en lokale overleg-
structuren, werkzaamheden voor andere teams (integrale ondersteuning) en de behandeling en afhan-
deling van klachten. Van de beschikbare capaciteit wordt circa 10% beschikbaar gehouden om te kunnen
worden ingezet bij ad hoc gevallen en calamiteiten.
-Klachten
De behandeling van klachten geschiedt op de volgende wijze. Na een melding wordt informatie inge-
zameld. Dat gebeurt zowel bij de klager als de veroorzaker. Daarna worden de bevindingen (en onder-
nomen activiteiten) geregistreerd, geëvalueerd en aan de klager teruggekoppeld. De gemeente bemiddelt
niet bij burenruzies. De gemeente appelleert nadrukkelijk aan de zelfredzaamheid van de burger en het
onderling aangaan van de dialoog. Alleen als de situatie daarom vraagt zal de gemeente bemiddelen.
5. Organisatie, mensen en middelen
5.1 De organisatie
De organisatie van de gemeente kent 3 afdelingen die zijn onderverdeeld in clusters, aangestuurd door
een clustercoördinator.
De ambtelijke coördinatie van het MJHP is ondergebracht bij de afdeling Beheer Ruimte. De coördinator
van het cluster T&H is belast met het bewaken van en het communiceren over de uitvoering van de
verschillende kleurspoortrajecten, de registratie, coördinatie en bewaking van de integraliteit van het
handhavingsproces. Het cluster bestaat verder uit toezichthouders, buitengewoon opsporingsambtenaren
(Boa’s) en een juridische medewerker voor ondersteuning.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 201710
Schematische weergave organisatie gemeente Bergeijk
5 .2 Scheiden van functie(s)
Binnen de afdeling (Beheer Ruimte) is een functiescheiding doorgevoerd tussen vergunningverlening
enerzijds (cluster V) en toezicht en handhaving anderzijds (cluster T&H). Deze scheiding is zowel func-
tieniveau als op persoonsniveau doorgevoerd en zowel op het rode kleurspoor (bouwen en gebruik
ruimte) als op het grijze kleurspoor (milieu). Organisatorisch zijn daartoe binnen de cluster vergunningen
onder aansturing van de coördinator vergunningen twee medewerkers belast met het verlenen van
omgevingsvergunningen voor het aspect bouw. Zij zijn verantwoordelijk voor de technische toetsing
en advisering van deze omgevingsvergunningen inclusief welstandsbehandeling.
Ook worden vrijstellingsprocedures behandeld. Daarnaast is binnen het cluster een vergunningverlener
APV werkzaam.
Onder aansturing van de coördinator handhaving zijn binnen het cluster toezicht en handhaving twee
toezichthouders voor het rode kleurspoor werkzaam. Voor het toezicht op de APV zijn twee buitengewoon
opsporingsambtenaren binnen de cluster werkzaam.
Het toezicht (controles) op het grijze kleurspoor is opgedragen aan de Odzob. Waar mogelijk worden
gecombineerde controlebezoeken afgelegd en kunnen de verschillende bevoegdheden van handhavers
elkaar aanvullen. Eventueel tegenstrijdige eisen worden daarbij direct gesignaleerd. Een bijkomend
voordeel van die werkwijze is dat in korte tijd een beeld kan worden gevormd van de mate van naleving.
Ook kunnen de verschillende sanctioneringdisciplines van de handhavers op elkaar worden afgestemd,
zodat een gecoördineerde druk op de overtreder kan worden uitgeoefend. Burgers en of ondernemers
worden door die werkwijze minder vaak ‘lastig gevallen’ door verschillende toezichthouders.
Bij niet gecombineerde controlebezoeken is er behalve aandacht voor het eigen vakgebied nadrukkelijk
ook aandacht voor de signaleringsfunctie op andere vakgebieden door middel van het ‘oog- en oorprin-
cipe’.
Door goede communicatie en ‘korte lijnen’ tussen de verschillende disciplines binnen het cluster
handhaving is het mogelijk om direct nadat een overtreding op een ander vakgebied is geconstateerd,
door de andere vakdiscipline op die overtreding te (laten) anticiperen.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 201711
Dit ‘oog- en oorprincipe' wordt binnen het cluster toezicht en handhaving structureel toegepast.
Om te voorkomen dat een te nauwe band (handhavingsrelatie) ontstaat tussen de toezichthouder(s)
en inrichtingen(en) waar naar aard en omvang frequent en intensieve controles (moeten) worden uit-
gevoerd is in Bergeijk een ‘protocol roulatiesysteem’ naar zwaartecategorie voor handhaving vastgesteld.
Het protocol is opgenomen in bijlage 3: Protocollen’ ‘Roulatiesysteem naar categorie’. Voor die catego-
rieën van inrichtingen waarvan het toezicht is opgedragen aan de Odzob maakt dit kwaliteitscriterium
deel uit van de bedrijfsvoering van die dienst.
5 .3 Personele inrichting van de handhavingsorganisatie
De gemeente is verplicht (artikel 7.4 van het Bor)om de organisatie zodanig in te richten dat het MJHP
(beleid) en het uitvoeringsprogramma ook daadwerkelijk adequaat en behoorlijk uitgevoerd kunnen
worden. Daarmee wordt gegarandeerd dat wat in die programma’s is beschreven in de praktijk ook
daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Veranderende regelgeving vereist constant ontwikkeling,
scholing en opleiding van het personeel. Daarbij geldt dat de (individuele) medewerker minimaal wordt
opgeleid voor de uitvoering van alle taken op basisniveau. In de gemeente wordt jaarlijks een oplei-
dingsplan opgesteld waarin per medewerker de nodige te volgen opleidingen zijn opgenomen. Daarbij
wordt rekening gehouden met de gestelde (wettelijke) kwaliteitscriteria. De ontwikkeling daarvan zal
onder andere plaatsvinden door het (samen) opleiden van elkaar en waar mogelijk vergaande samen-
werking met partners.
Voor het uitvoeren van de handhavingstaken is capaciteit nodig. Het inzichtelijk maken van de benodigde
en beschikbare financiële en personele middelen daarvoor geschiedt op basis van een op dit meerja-
renprogramma handhavingsprogramma gebaseerd jaarlijks handhaving uitvoeringsprogramma. In de
begroting van Bergeijk zijn de kosten voor de aan handhaving verbonden personeelskosten niet afzon-
derlijk opgenomen. De kosten daarvan zijn in de begroting verdisconteerd in het totaal aan personeels-
kosten (loonsom). Ook de kosten verbonden aan de aanschaf en vervanging van middelen ten behoeve
van handhaving zoals vervoer, kleding, en communicatiemiddelen et cetera zijn onder diverse posten
in de begroting van de gemeente Bergeijk opgenomen. Slechts voor directe handhavingskosten (be-
stuursdwangacties, ruimingskosten) is in de begroting jaarlijks een bedrag opgenomen. Voor 2017
betreft het vooralsnog een bedrag van €12.500,00.
5 .4 Personeelskwaliteit
Het uitvoeren van toezicht wordt bij burgers en inrichtingen gevoelsmatig als een inbreuk op de privacy
en “eigen verantwoordelijkheid” ervaren. Het spreekt voor zich dat daarom behalve vakinhoudelijk
kennis van het werkveld, van de handhavingsmedewerkers ook andere competenties worden gevraagd
zoals goede communicatieve vaardigheden en stressbestendigheid. De borging van die competenties
is in de gemeente opgenomen in goede functieomschrijvingen waarin is aangegeven aan welke vak-
technische-, en communicatieve vaardigheden de verschillende handhavingsmedewerker(s) dienen te
voldoen. Daarnaast vereisen de huidige wettelijke verplichtingen aan een uitvoeringsorganisatie onder
meer continue aandacht aan kennis- en competentieontwikkeling van het personeel. Met de andere
Kempengemeenten is een gezamenlijk verbeterplan opgesteld om aan deze ‘hoogwaardige’ eisen
(criteria) van competentie(s) en frequentie te blijven voldoen.
De gemeente moet borgen dat ze voor klachten en calamiteiten buiten kantooruren bereikbaar is en
blijft. Daartoe is een klachtennummer ingesteld en wordt altijd de consignatiedienst van de Odzob in
kennis gesteld. Afhankelijk van de gemaakte afspraken wordt ter plaatse een onderzoek ingesteld. De
werkwijze van deze consignatiedienst is opgenomen in bijlage 4: “Consignatieregeling ODZOB”.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 201712
5 .5 Strategieën en afstemming met partners
Handhaving vindt plaats aan de hand van een nalevingstrategie, bestaande uit een preventie- en een
handhavingsstrategie. De handhavingsstrategie bestaat op zijn beurt weer uit een toezichtstrategie,
een sanctiestrategie en een gedoogstrategie. De uitwerking van deze causaal verbonden strategieën
is opgenomen in bijlage 5: “Strategieën”. Ten opzicht van het voorgaande MJHP is op 1 januari 2016
de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) van kracht geworden die op 10 november 2015 is vastgesteld.
Dit besluit is als bijlage 6 opgenomen.
Voor de uitwisseling van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke gegevens met partners is in Bergeijk al
langer een ´Protocol uitwisseling van handhavingsinformatie´ vastgesteld. Het is als bijlage 7: Protocol
“Uitwisseling van Handhavingsinformatie” opgenomen.
5 .6 Overige protocollen
Om redenen van rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en effectiviteit van de handhaving zijn handhavings-
procedures zoveel mogelijk gestandaardiseerd en vastgelegd in protocollen. In de protocollen worden
processen beschreven. In de ‘Regeling Verwijdering Calamiteuze Stoffen’ (RVCS-Odzob) is vastgelegd
hoe in de openbare ruimte op een verantwoorde wijze gevaarlijke stoffen, die vrijkomen bij calamiteiten
of onbeheerd worden aangetroffen, worden afgevoerd en (eventueel) tijdelijk opgeslagen in afwachting
van de verdere afhandeling. De regeling is van toepassing op het grondgebied van de 21 deelnemende
Odzob- gemeenten. Deze regeling is als bijlage 8: “Protocol RVCS” opgenomen.
6. Doelstellingen
6.1 Uitgangspunten bij het bereiken van de beleidsdoelstellingen
Een essentieel onderdeel van programmatisch handhaven is het formuleren en vaststellen van de visie
van de gemeente Bergeijk: waar wil de gemeente naar toe, ook als het gaat om handhaving. De visie
is richtinggevend en dient als toetsingskader bij de prioritering en de keuze van de handhavingstaken.
Deze visie is hiervoor al genoemd en willen wij bereiken door de duurzaamheid, veiligheid en leefbaar-
heid in Bergeijk te vergroten. Handhaving van regelgeving is een van de middelen die daarvoor kunnen
worden ingezet. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
-De eigen verantwoordelijkheid.
De gemeente wordt steeds vaker aangesproken door inwoners en bedrijven voor problemen die door
middel van een (eenvoudig) gesprek opgelost kunnen worden. De gemeente Bergeijk moedigt haar
burgers en bedrijven aan om dit te doen zonder tussenkomst of bemoeienis van de gemeente.
-Integraal handhaven
Uitgangspunt is om in overleg en in samenwerking met bij handhaving betrokken partijen de uitvoering
van handhaving vorm te geven. Dat is al een gedeeltelijk gecodificeerd gedachtegoed. In de Wabo is
voorafgaande afstemming en integrale benadering van de verschillende aan de leefomgeving gerela-
teerde beleidsvelden al een vereiste.
-Professioneel handhaven
Door minimaal te voldoen aan de kwaliteitseisen, zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht
(Bor), wat in elk geval inhoudt dat procesmatig en cyclisch, transparant en consequent wordt gehand-
haafd.
-Voldoen aan wettelijke eisen
Handhaving is verder gebonden aan een aantal wettelijke eisen, zoals die o.a. in de Algemene wet be-
stuursrecht (Awb) zijn geformuleerd ten aanzien van het uitoefenen van toezicht (binnentreden van
panden, maken van foto’s, inzien van bescheiden e.d.) maar ook op de toepassing van handhavingsin-
strumenten: last onder bestuursdwang, last onder dwangsom e.d. Om een eenmaal ingezet handha-
vingstraject tot een (juridisch) goed einde te brengen is het nodig dat het handhavend optreden aan
deze eisen voldoet.
-Consistent handhaven
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 201713
Als niet kan worden gelegaliseerd is het van groot belang dat een ingezet handhavingstraject ook wordt
doorgezet. Dat leidt tot rechtsgelijkheid naar de burger toe en vergroot anderzijds de geloofwaardigheid
van de gemeente.
-Communicatie
Het is van groot belang om duidelijk en eenduidig over handhaving te communiceren. Door
burgers en bedrijven goed voor te lichten over regels en mogelijkheden zullen zij zich
sneller conformeren aan die regels.
6 .2 De beleidsdoelstellingen
De gemeente streeft de volgende beleidsdoelstellingen na:
- Het opheffen van overtredingen.
- Rechtsgelijkheid realiseren voor de individuele burger in de gemeente waarbij sprake is van één
benadering, één beoordelingslijn en eventueel één handhavingsactie.
- Rechtszekerheid bieden aan zijn burgers en bedrijven; zij moeten op de geldende regels kunnen
bouwen en vertrouwen (voorspelbaarheid).
- Voorkomen dat regels worden overtreden door ze handhaafbaar te maken.
- Het voorkomen van overtreding door goed en tijdig te informeren en communiceren over de regels.
6 .3 Interne doelstelling
Behalve deze doelstellingen naar onze burgers en bedrijven op wat we willen bereiken kunnen / willen
we ook doelstellingen vastleggen voor de eigen processen.
- De inzet van de voor handhaving beschikbare capaciteit moet effectief zijn. Aan de door het bestuur
genoemde doelen en risicovolle situaties wordt op een programmatische wijze gericht aandacht
besteed. Daarbij stelt het bestuur de handhavingsprioriteiten en stuurt daarop ten aanzien van
de toezichtintensiteit.
- De inzet van de beschikbare capaciteit vindt efficiënt plaats door met partners integraal handha-
vingsacties op te pakken.
7. Registreren en monitoren
7.1 monitoren
De uitvoering van het dit MJHP vindt plaats volgens het in bijlage 1 gevoegde cyclische ontwikkelproces.
Door dat proces te volgen en te monitoren komt er zicht op de onderlinge samenhang tussen de stand
van zaken, het beoogde effect en ambities (ontwikkeling). Door dat goed te registreren wordt handhaving
meetbaar. Uiteraard zeggen die getallen niet alles over het (handhaving) proces. Wel maakt dit het
proces (verder) inzichtelijk en kunnen handhavingsperiodes met elkaar worden vergeleken. In het
jaarlijks op te stellen handhavingsjaarverslag worden de resultaten kenbaar gemaakt. Zij vormen de
input voor het nieuwe handhaving uitvoeringsprogramma.
Als de doelstellingen bekend zijn, kunnen indicatoren worden onderscheiden en bepaald.
De indicatoren maken deel uit van het jaarlijks op te stellen handhaving uitvoeringsprogramma.
7 .2 Indicatoren
Om een oordeel te kunnen vormen of en in welke mate de doelstellingen worden gehaald en de ge-
wenste effecten worden bereikt dient nauwgezet te worden gemonitord. In het onderstaande overzicht
zijn de activiteiten opgenomen waarmee de doelstellingen worden gemonitord.
Activiteit om te monitorenDoelstelling
Het registreren van de overtreding(en) en het vastleggen van de datum waarop de overtreding
ongedaan is gemaakt.
Het opheffen van overtredingen
Steekproefsgewijs een aantal dossiers controleren en onderzoeken op de gehanteerde bena-
dering en handhavingslijn. Het onderzoek wordt in januari uitgevoerd om het (mede) op te
nemen in het jaarverslag.
Rechtsgelijkheid realiseren
Het registreren van de overtredingen en het vastleggen van de datum waarop de overtreding
ongedaan is gemaakt.
Rechtszekerheid bieden
Het terugkoppelen van niet handhaafbare zaken in beleidsstukken aan de betreffende afde-
ling(en) en deze registreren, bundelen en opnemen in het jaarverslag.
Handhaafbare regelgeving
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 201714
In het bezoekverslag wordt standaard melding/verslag gedaan over de regels waarop wordt
toegezien en de uitleg daarvan. Twee maal per jaar een informatiebrief uit laten gaan over
Informeren en communiceren over de
regels
een bepaald onderwerp voor een bepaalde doelgroep, waarbij onderwerp en doelgroep worden
bepaald op basis van de bevindingen tijdens voorgaande (half jaar) fysieke bezoeken.
8. Risico’s en verplichtingen
8.1 Risico’s
Omdat er op de gemeente nu eenmaal de verplichting rust om de veiligheid van haar burgers te
waarborgen en om die reden ook verplicht is overtredingen te bestrijden dient het college (bij gelegen-
heid) ook haar ter beschikking staande wettelijke instrumenten in te zetten. Door niet of minder op te
treden loopt de gemeente risico’s. Risico’s zijn echter nooit volledig uit te sluiten. Zelfs al er meer capa-
citeit wordt ingezet op de naleving van regels.
Risico’s kunnen bestaan uit:
- Het door derden aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade;
- Het, door uitstel van handelend optreden, leiden tot het toenemen van de complexiteit waardoor
het opheffen er van meer inzet (capaciteit) zal kosten;
- Het wegnemen van de handhavingstaak (in het verticale toezicht) als het bestuursorgaan blijkens
controle onvoldoende functioneert en in opdracht van een hoger bestuursorgaan op kosten van
de gemeente worden uitgevoerd.
8 .2 Andere verplichtingen
In de uit de Wabo voortvloeiende besluit en regeling (Bor en Mor) zijn verplichtingen opgenomen
waaraan de uitvoering van de handhaving en de middelen die daarbij worden ingezet moeten voldoen.
Het betreft onder meer het kalibreren van middelen. De gemeente conformeert zich aan die verplichtin-
gen.
Gemeenteblad 2017 nr. 39318 13 maart 201715