Marc Wilmots VT192

Post on 04-Aug-2016

215 views 0 download

description

De bondscoach van België opende De Voetbaltrainer 192, een aantal jaren geleden. Toen stond hij aan het begin van een meerjarig traject dat zich anno 2016 tijdens het EK in Frankrijk lijkt uit te betalen.

Transcript of Marc Wilmots VT192

Marc Wilmots in De Voetbaltrainer 192

www.devoetbal trainer.nl

Tekst: Yves Brokken

‘Jonge bondscoach? Ik zit dertig jaar in het vak’

Het is intussen meer dan tien jaar geleden dat de Rode Dui-

vels nog op een WK te bewonderen waren, maar voor de

Belgische voetbalfanaat lijkt het einde van dat tijdperk van

troosteloosheid in zicht. Marc Wilmots (44) is de man die deze

huidige talentvolle generatie op één lijn heeft gekregen en

met zijn eigen voetbalvisie zijn troepen naar een uiterst suc-

cesvolle start loodste. Na tien punten uit de eerste vier wed-

strijden is de strijd echter nog niet gestreden en dat beseft de

bondscoach als geen ander.

Marc Wilmots leidt Rode Duivels

P r o f v o e T B a l

De keuze voor u als nieuwe bonds-

coach was voor sommigen toch ver-

rassend. Welk takenpakket heeft de

Belgische voetbalbond u meegegeven?

Of bleef dat beperkt tot kwalificatie

voor het aankomende wereldkampi-

oenschap in Brazilië?

Marc Wilmots: “De opdracht is een-

voudig. Als bondscoach moet je je

trachten te plaatsen voor het volgende

grote toernooi. Het maakt niet uit op

welke manier, je moet het gewoon

klaarspelen als groep: spelers, techni-

sche staf, medische begeleiding. Ieder-

een die tot onze groep behoort, moet

het uiterste geven in zijn deelvak.

Maar uiteindelijk draag ik de verant-

woordelijkheid voor de resultaten.”

De eerste vier kwalificatiewedstrijden

verliepen alvast voorspoedig. Heeft u

dat verrast? En vooral: hoe bent u te

werk gegaan om de leiding van een ge-

renommeerde trainer als Georges Leek-

ens over te nemen? En om de vraag uit

te breiden: welke factoren hebben een

rol gespeeld in die vlotte start?

Marc Wilmots: “Het heeft me al-

lerminst verbaasd, want ik ken de

kwaliteiten van deze getalenteerde

groep spelers natuurlijk al langer. Het

belangrijkste om de Belgische natio-

nale ploeg weer op het goede spoor

te zetten, was de groep op één lijn te

krijgen. Een coach kan geen doelpunt

maken, maar wel een voorzet geven.

Wij proberen aanvallend voetbal te

brengen vanuit een blok. Eén geheel

als team: iedereen moet willen aan-

vallen én verdedigen. Daar begint het

mee. Je bent als coach afhankelijk van

de kwaliteit van je spelers, maar als

het collectief goed is, zit de mentali-

teit ook goed. Maar als iedereen aan

zichzelf denkt, staan we nergens. En

dan heb ik het niet alleen over de elf

spelers binnen de lijnen, maar over de

hele groep van 23. Daarnaast is dui-

delijkheid belangrijk, zodat iedereen

weet wat hij moet doen en waaraan

hij zich moet houden, op en naast

het veld. Elke speler weet wat hem

te doen staat als hij de bal krijgt. Wie

niet luistert, heeft bij ons geen plaats.

Voorlopig lukt dat aardig en dat is vol-

ledig de verdienste van de groep. De

resultaten zijn een logisch gevolg van

die instelling. Als iedereen zich aan

zijn taken houdt, hebben we een kwa-

litatief sterke ploeg en een goede kans

op plaatsing voor het WK.”

04-11_Willmots.indd 4 18-01-13 14:33

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 2 2 0 1 254

Nederlandse invloedU bent een relatief jonge coach. Laat

u zich bijstaan door meer ervaren

personen?

Marc Wilmots: “Weet je, garantie

op succes bestaat niet. Akkoord, ik

zit nog niet zo lang in het trainers-

vak, maar ik zit wel al bijna dertig

jaar in de voetbalwereld. Ik heb veel

trainers en evenveel filosofieën en

verschillende manieren van werken

meegemaakt. Daar heb ik natuurlijk

altijd wel iets van opgestoken. Het

is ook niet omdat je eens ontslagen

wordt, dat je geen goede trainer bent.

Resultaat is namelijk afhankelijk van

veel factoren die je niet altijd zelf in

de hand hebt. Een goede trainer is in

mijn ogen iemand die bekijkt welk

potentieel zijn spelersgroep heeft en

daarop zijn voetbalfilosofie toepast.

Voor mij zijn dat vooruit verdedigen,

druk naar voren zetten en durven

voetballen. Maar je woorden mogen

nog zo mooi klinken, het is niet altijd

vanzelfsprekend om die bedoelingen

ook op de mat te toveren, zeker op in-

ternationaal niveau niet. Maar hoeveel

spelers in de wereld zijn er die op vier

WK’s hebben gestaan? Vijftien, denk

ik. Mijn bagage is dus relatief groot. Ik

heb op elk toernooi iets geleerd en dat

vind ik mooi. De groep die ik nu onder

mijn hoede heb, heeft nog geen enkel

groot toernooi gespeeld. Ikzelf weet

hoe het eraan toegaat op een WK, op

alle vlakken: media, communicatie, de

druk van een toernooi. Wie dus zegt

dat ik niet veel ervaring heb, is fout.

Ik heb héél veel ervaring. Er zijn trou-

wens niet zoveel bondscoaches die

zelf een groot toernooi hebben meege-

maakt als speler.”

Wat heeft u geleerd van Dick Advo-

caat?

Marc Wilmots: “Ik heb tien maanden

gewerkt met Dick. Advocaat is altijd

rechtdoor, hij heeft in zijn korte pe-

riode als Belgisch bondscoach vooral

gehamerd op de discipline buiten het

veld. Niets nieuws onder de zon voor

mij, want ik ben het Duitse regime

gewend (Wilmots speelde twee pe-

riodes bij Schalke 04 en was er ook

kortstondig hoofdtrainer ad interim,

red.). Discipline en respect naast het

veld zijn een voorwaarde om je taken

te kunnen doen óp het veld. Spelers

moeten weten wanneer ze kunnen

lachen en wanneer het ernst is. Dui-

delijkheid voorop. Dat ik een beetje

op de Hollandse manier werk, is niet

vreemd. Ik heb dan wel de Duitse

werkersmentaliteit, maar ik heb ook

onder meer Arie Haan, Aad de Mos

en Huub Stevens als coach gekend.

Nederlandse trainers spelen altijd of-

fensief. Dat zorgt voor extra risico’s

achteraan en dat wordt al eens te

Fo

to’s

: P

ro S

ho

ts

‘Het is een spel. Op een bepaald moment moet je even

afstand durven nemen’

04-11_Willmots.indd 5 18-01-13 14:33

www.devoetbal trainer.nl

makkelijk als verzachtende omstan-

digheid gebruikt bij tegendoelpunten.

Want waardoor verlies je de bal? Door

verkeerde positie of foute looplijnen

van de aanvallend ingestelde spelers.

Een goed evenwicht vinden tussen of-

fensief en defensief is de kunst.”

Pijn lijdenWelke elementen vindt u belangrijk

om een nationaal elftal naar succes te

loodsen?

Marc Wilmots: “Als trainer van een

clubteam kun je aan het begin van het

seizoen je visie uitstippelen en daar

ook een heel jaar aan vasthouden.

Bondscoach zijn van een nationale

ploeg is een heel ander fenomeen.

Naar mijn mening kun je niet vertrek-

ken vanuit een visie, want het belang

van het resultaat in elke wedstrijd is

veel te groot. Dus moet je vooral naar

het tactische kijken: het systeem in

balbezit, het systeem in balverlies, de

posities, de omschakeling, de fysieke

impact, het technisch vermogen, snel-

heid van uitvoering, personaliteit. De

scouting moet al deze factoren bij elke

potentiële speler ontleden. Op basis

daarvan gaan we wedstrijd per wed-

strijd bekijken wie – het moment in

acht genomen – in aanmerking komt

voor een selectie. We vinden als tech-

nische staf dat we nooit verder dan

drie weken vooruit kunnen plannen.

Waarom niet? Eenvoudigweg omdat

er tussen de bekendmaking van de se-

lectie en de wedstrijddag nog veel kan

gebeuren met de fysieke paraatheid

van spelers. Je kunt dus hoogstens een

vast systeem hanteren en een aantal

leefregels invoeren. De groep heeft de

voorbije twee jaar veel geleerd. We

hebben nu een vaste kern van dertig

tot 35 spelers die in aanmerking kun-

nen komen voor een basisplaats en

een ploeg met een gemiddelde leeftijd

van 24 jaar, wat betekent dat er nog

veel progressiemarge is. Voetballers

komen internationaal pas tot hun

beste niveau als ze 27 of 28 zijn. Dan

hebben ze veel meer ervaring en wor-

stelen ze niet met de vraag of ze het

niveau en de omstandigheden wel

aankunnen.

Omdat de tijd bij elke interland

schrikbarend kort is, wordt het hoog

tijd dat we als ploeg opnieuw kunnen

deelnemen aan een groot toernooi.

Dan zullen we ook zes weken de tijd

hebben om nog beter als groep te

gaan werken en kunnen we bepaalde

tactische details gaan verbeteren waar

in de gebruikelijke omstandigheden

gewoon geen tijd voor bestaat. Nu is

het gewoonlijk zo dat de spelers op

maandag binnenstromen en dat er

vrijdag al een wedstrijd is. Ze komen

dan uit een ritme van drie wedstrij-

den per week en hebben vooral nood

aan frisheid. Dan kun je maar weinig

tijd besteden aan fysieke of tactische

trainingen. Aan de andere kant is de

juiste mentaliteit een absolute must,

want laat ons wel wezen, zonder een

sterk hoofd kan je niet mee aan de

wereldtop. Perfectionistisch zijn en al-

tijd streven naar het hoogst haalbare

is een voorwaarde om international

te kunnen worden. Je moet kunnen

omgaan met concurrentie en de ver-

wachtingen van een hele natie. De

mentale sterkte komt echter altijd

samen met de prestatie. Het moeilijke

aan de nationale ploeg is dat je maar

één moment hebt om te presteren en

dan moet het top zijn. In de competi-

tie kun je al eens een offday hebben

en ook in Europa gaat het over twee

wedstrijden. Bij de nationale ploeg is

er maar één kans. Dan moet je er ook

‘Ik zal altijd een competitieve ploeg opstellen die zelf het spel

tracht te bepalen’

P r o f v o e T B a l

04-11_Willmots.indd 6 18-01-13 14:33

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 2 2 0 1 276

staan, wat niet gemakkelijk is bij een

gebrek aan ervaring. Als je een hele

wedstrijd kunt voetballen zonder fou-

ten, dan haal je topniveau. Topspelers

moeten over de pijngrens kunnen

gaan. Last van de knie of niet, je moet

niet klagen. Doorgaan is de bood-

schap. De huidige generatie is op dat

vlak goed. Ze willen en kunnen pijn

hebben. Dat hebben we gezien in Ser-

vië, waar het heel moeilijk was maar

ze de wedstrijd toch hebben doen

kantelen.”

Altijd oplossingenIn welke mate bent u zelf bezig met de

scouting? Op welke factoren letten jul-

lie vooral bij spelers tijdens de scou-

ting? En waar het vooral om draait:

wat doen jullie met die verzamelde

gegevens?

Marc Wilmots: “Mijn assistent Vital

Borkelmans en ik nemen alle scouting

op ons. We hebben wel een viertal

mensen die we kunnen uitsturen om

een verslag te maken, zowel indivi-

dueel als collectief. Naar wedstrijden

van toekomstige tegenstanders gaan

ze vaak met z’n tweeën: iemand die

individueel alle sterktes en zwaktes

noteert en iemand die het gehele

spelsysteem bekijkt. Vervolgens be-

kijk ik de dvd van de wedstrijd met

de instructies erbij. Zo kan ik alvast

een idee vormen van hoe we het gaan

aanpakken. Met het computerpro-

gramma Video Profile kunnen we veel

informatie ophalen, maar de vraag is

hoeveel procent me dat vooruithelpt.

Ik vind het nog altijd het beste om

live te gaan kijken. Op tv of dvd kun

je niet alle details zien. Toen ik zelf

nog assistent was, heb ik in ruim twee

jaar elke speler van de Rode Duivels

drie of vier keer gescout en heb ik tel-

kens gelet op zijn positie in balbezit

en balverlies. Dat kun je alleen in het

stadion zien.

Ik hou ook niet zo erg van statistie-

ken. Wat heb je eraan om te weten

dat een speler tien kilometer heeft

gelopen? Het is de efficiëntie die telt.

Als een spits de helft van zijn duels

wint, moeten het wel de belangrijke

zijn. Cijfers geven je een beeld, maar

dat strookt niet altijd met de waar-

heid. Bovendien maken te veel details

het spelers alleen maar moeilijker.

Het is een spel, op een bepaald mo-

ment moet je even afstand durven

nemen. Maar het is wel handig om

bijvoorbeeld eens beelden op te vra-

gen van Zenit Sint-Petersburg om

snel te zien hoe Witsel en Lombaerts

spelen. Het is een goede manier om

informatie te verzamelen, maar ik

laat me er niet gek door maken. Mijn

ogen zijn de beste informatie, daarom

neem ik liefst zelf het vliegtuig. Op

die manier bouw je ook een relatie op

met je spelers. Ik leef mee met hen,

zo kom je op dezelfde lijn te zitten en

dat uit zich op het veld. Als ex-speler

vertoon ik vaak dezelfde emotie, maar

mijn ervaring maakt het verschil. Ik

speelde bij Schalke drie keer per week

voor 60.000 mensen, terwijl sommige

van mijn spelers grote ogen trokken

op Wembley.”

Van uw collega bij Oranje Louis van

Gaal noteerden we onlangs de volgen-

de uitspraak. ‘We reserveren geen tijd

en ruimte om spelers de mogelijkheid

te bieden rondom een wedstrijd van

het Nederlands elftal van hun bles-

sures te herstellen, omdat ze zo graag

bij de groep zijn.’ Haalt u er soms

spelers bij die niet fit zijn, maar die

de groep mentaal sterker maken?

Marc Wilmots: “Ik ga akkoord met

die quote. Spelers moeten fit zijn

om geselecteerd te worden. Maar er

schuilt ook veel in het karakter. Som-

mige spelers, zoals ik destijds, kun-

nen fysiek maar tachtig procent zijn,

maar in een wedstrijd tonen ze wel

de kracht om voor meer dan honderd

procent te gaan. Als spelers bij hun

ploeg kunnen spelen, zijn ze fit. Al-

leen kan het ritme na een blessure

wat weg zijn. Dan moet je als bonds-

coach in samenspraak met de speler

en de medische staf de juiste keuze

maken. De gezondheid van de speler

staat steeds voorop. Maar als iemand

niet fit is, halen we hem niet bij de

groep. Want dat zou betekenen dat

de anderen zwak zijn. Ik zal ook nooit

klagen over de afwezigheid van een

speler. Als iemand er niet bij kan zijn,

speelt een ander. Er zijn altijd oplos-

singen, zeker in de huidige kern. Het

belangrijkste is dat wij collectief sterk

staan.

Legt u bij elke selectie aan elke speler

uit op basis waarvan u hem hebt ge-

selecteerd, zoals Van Gaal?

Marc Wilmots: “Nee, helemaal niet.

Als een speler wordt opgeroepen, is

het omdat hij goed bezig is. Punt.”

TactiekHoe probeert u uw voetbalideeën om

te zetten in de praktijk? Gaat u altijd

uit van een vaste formatie – 1:4:3:3

– met wisselende invullingen van de

posities? Of durft u als het moet bij-

voorbeeld ook twee centrale spitsen op

te stellen? En: waar legt u de accen-

ten?

Marc Wilmots: “De filosofie is: elke

wedstrijd gaan om te winnen. De

eerste vraag luidt telkens weer: welke

kwaliteit is er voorhanden. Waarom

opteren we bij de Rode Duivels voor

een 1:4:3:3? Omdat we veel vleugel-

aanvallers hebben die het verschil

kunnen maken en we maar weinig

04-11_Willmots.indd 7 18-01-13 14:33

www.devoetbal trainer.nl

centrumspitsen hebben. Had ik geen

vleugelspelers van dit niveau gehad,

dan hadden we voor een andere basis-

formatie moeten kiezen. Bij de selectie

hechten we veel belang aan de positie

die een speler bij zijn club bezet. Het

is immers niet eenvoudig om even te

switchen van bijvoorbeeld een 1:4:4:2

naar een 1:4:3:3, we hebben maar drie

dagen de tijd. Je hebt automatismen

nodig om snel te kunnen voetballen,

en snelheid is essentieel om ruimtes

te kunnen creëren. Je moet spelers

zoveel mogelijk op hun eigen positie

uitspelen, dan weten ze hoe ze moe-

ten voetballen. Spelers hebben ook

duidelijkheid nodig, dus koppel ik aan

elke positie een specifiek takenpak-

ket. Uiteindelijk is het resultaat het

allerbelangrijkste, maar ik zal altijd

een competitieve ploeg opstellen die

het spel zelf probeert te bepalen, zoals

je in de voorbije wedstrijden kon zien.

Daarvoor heb je natuurlijk spelers

nodig die dat kunnen. Tegen Engeland

speelden we een goede wedstrijd,

maar we verliezen wel. Dan kun je als

coach niet tevreden zijn. Als speler

moet je het haten om te verliezen. Dat

moet nog beter bij ons.

Ruimtes creëren doe je door te be-

wegen zonder bal en door diepgang

in je spel te leggen, niet door de bal

in de voet te vragen. Maar ook door

verticaal bewegen, kaatsen en weg-

draaien. Intelligente spelers maken

zich vrij, die gaan niet mee met hun

mannetje. Spelen, denken en zien te-

gelijkertijd is niet makkelijk. Ervaring

is dus belangrijk om slimmer te kun-

nen spelen. Wie ruimte wil, moet snel

en in twee tijden spelen. Als je begint

te lopen met de bal aan de voet, zit

je meteen vast. Ik verdeel het veld in

drie zones. Op de eigen helft mogen

spelers geen risico nemen. Op de helft

van de tegenstander is balverlies cen-

traal in de eerste 20 meter dodelijk.

Op de flank kunnen ze op die hoogte

wel al een risicovolle actie maken. In

de zone daarboven moeten spelers

lef tonen, doelgerichte acties durven

maken. In balbezit gaan we steeds op-

bouwen met één vleugelverdediger die

inschuift, waarbij de drie andere ver-

dedigers in de achterste lijn opschui-

ven in de breedte. We hebben twee

goede centrale verdedigers, dus is

het evident dat zij de eerste bal bij de

keeper komen halen. De verdedigende

middenvelder mag nooit tussen hen

inzakken om de bal te komen vragen.

De flankspeler mag bij balbezit van

onze back nooit op dezelfde verticale

lijn gaan lopen, maar moet ofwel te-

gen de lijn plakken ofwel naar binnen

komen. Op die manier is hij altijd

aanspeelbaar en kan er ook vooruit

worden gevoetbald. Als hij op dezelfde

lijn gaat staan, sluit hij de ruimte af.

Elke breedtepass vertraagt het spel,

dus als je vooruit kúnt spelen, doen!

De manier van spelen hangt af van

welk type spelers beschikbaar zijn. De

kunst van de trainer is dan om spelers

die positie te geven waar ze hun capa-

citeiten maximaal kunnen benutten

en waar ze het meeste kunnen groei-

en. Voor een tactisch systeem moeten

we dus de situatie voor elke wedstrijd

afwachten.”

Man tegen manJullie kwamen de eerste vier kwali-

ficatieduels met tien op twaalf goed

door. Op welke manier heeft u de ver-

schillende wedstrijden voorbereid?

Marc Wilmots: “Ik ben niet iemand

die tijdens de weinige trainingen die

de nationale ploeg heeft, tactische

oefenstof gaat geven. Wat kun je nu

instuderen in twee dagen tijd? Niets!

Daarom beperk ik het tot pass- en

trapvormen en positiespelen. Passen

en kaatsen bevorderen het balgevoel,

maar het moet wel op een nuttige ma-

nier gebeuren: strakke passing, hoog

tempo, inspelen in de loop, inspelen

op de juiste voet, open draaien (juiste

stand schouders zodat je altijd de bal

ziet en ook de speler die je moet aan-

spelen), bal volgen. Het kaatsen is niet

makkelijk, want dat mag niet te ver of

te kort zijn. Eens de spelers vertrouwd

zijn met de oefening kunnen we twee

ballen in omloop brengen. Met de na-

tionale ploeg doen we het soms zelfs

‘Je kunt zoveel voorbereiden als je wilt, je moet het

wedstrijdscenario volgen’

1

P r o f v o e T B a l

04-11_Willmots.indd 8 18-01-13 14:33

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 2 2 0 1 298

met drie, maar dan moet de concen-

tratie héél hoog liggen. We doen de

oefeningen ook in de twee richtingen,

dus over links en over rechts. Elke

training begint daarmee en dat duurt

ongeveer drie kwartier (zie pass- en

trapvormen 1, 2 en 3).

Daarna gaan we over tot positiespe-

len. Die doen we standaard altijd over

de breedte van het terrein tussen de

middenlijn en het zestienmetergebied.

Door gebruik te maken van een kleine

ruimte kun je het technische aspect

accentueren. Het spel moet dan ook

veel sneller gaan omdat er minder

tijd is om de bal te controleren en te

kijken. Met hoeveel spelers maakt

niet uit: 6:6, 7:7 of 8:8. In het gege-

ven kader kunnen we verschillende

soorten trainingen doen. Het doel kan

zijn: intensiteit, duur of balbezit. Dat

laatste gebeurt steeds met thema’s

zoals maximaal twee keer raken of

steeds een eentweetje. Bedoeling is

echter altijd: snel denken en snel

spelen. Je kunt bijvoorbeeld 7:7 spelen

waarbij één speler in de zone aan de

buitenkant blijft, aan beide zijden.

Wie daar inspeelt, neemt die plaats in

(trainingsvorm 4). Als je ook doelge-

richtheid wilt gaan trainen, dan kun

je bijvoorbeeld centraal in een vrije

ruimte 8:8 gaan spelen. Vijftien pas-

sen is één punt. Door die regel moet

de verdedigende ploeg snel druk gaan

zetten. Om ook infiltratie aan het spel

toe te voegen, neemt een speler van

de ploeg in balbezit plaats op de zij-

lijn, zodat na die vijftien passen een

15 passes

2 3 5

4

04-11_Willmots.indd 9 18-01-13 14:33

www.devoetbal trainer.nl

lange bal kan volgen. De speler die af-

gezonderd staat – de ploeg in balbezit

heeft dus een mannetje meer – moet

de bal stilleggen op de zijlijn (zie trai-

ningsvorm 5).

Ik zal ook nooit trainen op stilstaande

fases. Ik vind het hilarisch als trai-

ners zeggen dat ze gewonnen hebben

omdat ze voordien geoefend hadden

op corners. Dat is puur intuïtie. Al

zal ik op basis van de kwaliteiten van

spelers wel iemand aanduiden die de

hoekschoppen en iemand die de vrije

trappen neemt. Dat is mijn job als

bondscoach. Bij ons trapt Hazard de

beste hoekschop en Vertonghen heeft

het beste schot in de benen.”

In Servië werden jullie de eerste twin-

tig minuten compleet weggetikt. Heeft

u toen ingegrepen?

Marc Wilmots: “Natuurlijk. Je kunt

zoveel voorbereiden als je wilt, je

moet het wedstrijdscenario volgen en

ingrijpen wanneer nodig. Tegen Servië

had ik vooraf een plan in mijn hoofd,

maar toen ik vlak voor de aftrap hun

opstelling te zien kreeg, bleek hun

vaste 6 niet aan de aftrap te staan.

Toen heb ik heel even zwaar gevloekt.

Maar, rustig blijven is de sleutel.

Spelers moeten op zo’n moment ook

meer hun hoofd gebruiken. Het is niet

altijd lopen dat je vooruithelpt. Na

zeven minuten had ik hun plannetje

door en heb ik met een paar spelers

geschoven. Maar hoe ik dat heb aan-

gepakt, ga ik niet prijsgeven. In ieder

geval, wij beginnen altijd met dezelfde

formatie aan een wedstrijd, alleen de

invulling en de taken veranderen. En

natuurlijk ook de spelers, afhankelijk

van welke kwaliteiten op welke posi-

tie we nodig achten.

Ik geef het voorbeeld van onze twee-

de kwalificatiewedstrijd thuis tegen

Kroatië, dat in een 1:4:2:3:1 aan de

aftrap kwam. Ze speelden dus met

twee controlerende middenvelders,

terwijl wij ook met twee aanvallende

middenvelders speelden. Maar gaat

er één defensieve middenvelder van

hen naar voren, dan moet zijn recht-

streekse opponent mee. Man tegen

man. De kunst is natuurlijk dat onze

8 sterker is en die Kroaat dwingt om

in zijn positie te blijven. Dan win je al

een deel van de wedstrijd. Hun twee-

de spits Jelavic dook constant in de

hoeken. Ik heb tegen onze centrum-

verdedigers Kompany en Vermaelen

gezegd, ‘heb toch geen schrik en

speel man tegen man’. Ze zijn sterk

en slim genoeg. Bovendien komt in

die situatie Defour – onze 6 – hele-

maal vrij en komen wij in het midden

met een mannetje meer. Waar is dan

het probleem? Nergens. Wakker zijn,

concentratie hoog, veel coachen en

elkaar bijsturen is de boodschap. Als

iedereen zijn taken uitvoert, kan je in

die 5:4 situatie niets overkomen. Dat

kán gewoon niet met zo’n ploeg. Man

tegen man is hard tegen hard, maar

dat is voetbal.

Als Kroatië tegen ons had gespeeld

zoals tegen Spanje op het EK – met

twee spitsen en Modric als 10 erachter

– dan was ik heel blij geweest, want

dan hadden we ze in het middenveld

gewoon doodgeknepen. Zo hebben we

het vriendschappelijk tegen Engeland

gedaan, al ben ik van mening dat

oefenwedstrijden op dit niveau niet

meer bestaan.”

‘Man tegen man is hard tegen hard. Dat is voetbal’

P r o f v o e T B a l

04-11_Willmots.indd 10 18-01-13 14:33

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 2 2 0 1 21110

We keren nog eens terug naar België-

Nederland van augustus vorig jaar.

Wat heeft die wedstrijd in jullie voor-

deel doen kantelen?

Marc Wilmots: “We speelden een

nagenoeg perfecte eerste helft. We

creëerden zelf drie tot vier kansen en

gaven bijna niets weg. Met een 1-0

tot gevolg. Na rust hebben de wissels

het verschil gemaakt. Van Gaal had

voor de match al aangegeven welke

vervangingen hij op welke posities

zou doorvoeren. Dat hebben wij toen

goed bestudeerd. Toen konden we

met Mertens, Lukaku, De Bruyne en

Dembele het verschil maken. De spe-

lers hadden ook de wil om de scheve

situatie recht te trekken. Dat zag je

gewoon en dat wist ik ook vooraf. Met

de vervangingen bracht ik meteen ook

extra diepgang en scorend vermogen

in de ploeg. Bovendien kan Dembele

alles, hij is de man die nog progressie

kan maken naar absolute wereldtop.”

ToekomstWordt u als bondscoach straks af-

gerekend na de laatste wedstrijd in

Wales?

Marc Wilmots: “De bond heeft me bij

mijn aanstelling een contract van vier

jaar onder de neus geschoven. Dat heb

ik resoluut geweigerd, want mijn eer-

ste en tot nu toe nog steeds enige doel

is om het elftal naar het komende WK

te loodsen. Na de kwalificatiecam-

pagne zullen zowel de bond maar ook

ikzelf een evaluatie maken. Het gaat

niet alleen over de resultaten, maar

ook over de onderlinge samenwerking

met de bond en met de mensen die

me dagelijks bijstaan. We zullen moe-

ten kijken hoever we dan staan als

groep en of er nog een toekomst is sa-

men. Voorlopig loopt alles goed, maar

dat kan binnen tien maanden heel

anders zijn. We zullen zien.”

Tot slot: de weg naar het WK ligt

breed open. Uw voorganger en later

ook uzelf gingen al op inspectie naar

Brazilië. In hoeverre is alles intussen

organisatorisch geregeld?

Marc Wilmots: “Mijn voorganger Ge-

orges Leekens is naar Brazilië geweest

en heeft er op twee etablissementen

een optie genomen. Zelf ga ik begin

februari een kijkje nemen en dan kan

het zijn dat ik er al eentje van uitsluit.

Vervolgens is het wachten tot eind

november, wanneer we zeker weten

of we al dan niet naar het WK mogen.

Indien positief hebben we enkel één

van die opties te lichten.”

Samenvatting:• Marc Wilmots vertrekt niet van-

uit een visie, elk resultaat op zich is té belangrijk.

• Oefenwedstrijden worden niet meer gezien als ‘vriendschap-pelijk’.

• Zijn assistent en Wilmots zelf regelen alle scouting.

• Er wordt nooit tactisch getraind als voorbereiding op wedstrij-den.

• De Rode Duivels maken volgens Wilmots een goede kans op deel-name aan het WK.

Marc WilmotsMarc Wilmots maakt als speler naam in de Belgi-

sche voetbalwereld door op te klimmen van Sint-

Truiden (STVV) via KV Mechelen tot bij Standard.

In Duitsland krijgt hij bij Schalke 04 de bijnaam die

zijn typische spelstijl helemaal vervat: das Kampf-

schwein. Wilmots is als speler een noeste werker,

maar tevens ook een leidersfiguur die het respect

van de spelersgroep afdwingt. De geboren Waals-

Brabander, die gedurende twaalf jaar zeventig caps

zou verzamelen voor het Belgische elftal, trekt die

lijn door bij de Rode Duivels. Wilmots maakt de

WK’s van 1990 in Italië en 1994 in de Verenigde

Staten mee, maar wordt pas een echte patron op

het WK vier jaar later in Frankrijk, dat ondanks

Wilmots’ twee treffers tegen Mexico dramatisch

afloopt voor de Belgen. In Japan en Zuid-Korea is

Wilmots de enige echte leider binnen de groep en

hij loodst het team naar een memorabele achtste

finale tegen Brazilië, dat een uur lang in de om-

knelling wordt gehouden maar dankzij een onte-

recht afgekeurd doelpunt van Wilmots overeind

blijft en alsnog met 2-0 wint. In de nadagen van

zijn clubcarrière maakt Wilmots nog een korte pe-

riode door bij het Franse Girondins de Bordeaux,

alvorens er definitief een punt achter te zetten

bij zijn grote liefde uit Gelsenkirchen. Bij Schalke

wordt Wilmots nog kortstondig speler-trainer,

waarna hij hoofdcoach wordt van STVV, de club

waar voor hem alles begon. Hij wordt er echter nog

voor het einde van zijn eerste seizoen ontslagen

door tegenvallende prestaties. Vier jaar lang zou

het stil blijven rond Wilmots, tot hij in 2009 aan de

slag gaat als assistent van bondscoach Dick Advo-

caat. Wilmots blijft ook assistent onder de nieuwe

bondstrainer Georges Leekens, tot die in mei van

vorig jaar bij Club Brugge aan de slag ging. Wilmots

werd vervolgens bondscoach.

Online

Officiële website KBVB - http://www.belgianfootball.be

Fanpagina Marc Wilmots - http://iturl.nl/sndr0

04-11_Willmots.indd 11 18-01-13 14:33