Post on 31-Mar-2016
description
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
1
Presenteren:
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
2
Inhoudsopgave:
Pagina 4 Les 1 ‘Het Symphonieorkest’.
Pagina 9 Les 2 ‘Star Wars Luisterles’.
Pagina 13 Les 3 ‘Hoe loop jij ?‘
Pagina 16 Les 4 ‘Muziek op de achtergrond’
Bijlagen – Werkbladen
Inleiding
De lessen bij de Pieter Roelf Jeugdconcerten van het NNO zijn gemaakt door de eerstejaars
studenten Docent Muziek van het Prins Clausconservatorium. Alle lessen zijn beschikbaar als
Prezi-presentatie voor op het digibord.
De docenten die geen gebruik kunnen maken van de digitale versie, kunnen eventueel een
CD aanvragen bij het NNO: e-mail: directiesecretariaat@nno.nu.
Les 1 ‘Het symfonieorkest’ is alleen digitaal beschikbaar. Mocht u kiezen voor de gedrukte
versie dan is het verstandig de kinderen deze les zelfstandig of in tweetallen op de computer
te laten doornemen of deze les te laten vervallen. Een beschrijving van de les vindt u in deze
lesbrief.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
3
Vandaag gaat de klas kennismaken met het
symfonieorkest van Karel Ketelaar. Aan de hand van
afbeeldingen leert de klas de verschillende
instrumentengroepen kennen. Zo weten ze straks al een
heleboel als ze daadwerkelijk naar het orkest gaan
luisteren!
Deze les is alleen beschikbaar als Prezi-presentatie. Hieronder vindt u een beschrijving van de les. De
cursieve aanwijzingen zijn de handelingen voor de docent
“KAREL KETELAAR”
Les 1 Het symfonieorkest
NNO – Tryater
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
4
Over het orkest
Vertel dat de kinderen naar een concert gaan: Karel Ketelaar
Er bestaan verschillende soorten muziek. (vraag) Welke soorten muziek ken je allemaal?
(Popmuziek, kindermuziek, koormuziek, reclamemuziek, klassieke muziek…….)
Voor sommige muziek heb je een orkest nodig. Dit kan een symfonieorkest zijn, maar wat
is dat eigenlijk?
Laat afbeelding 1 “Het symfonieorkest” zien.
afbeelding 1
(vraag) Dit is nou zo’n symfonieorkest. Je ziet veel verschillende instrumenten. Maar wat
doet dat mannetje met een stok in z’n hand voor het orkest? Hoe noem je zo’n iemand
eigenlijk?
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
5
Laat afbeelding 2 “De dirigent” zien.
Afbeelding 2
Over de dirigent
(vertel) De dirigent is degene is die aangeeft wanneer het orkest moet beginnen met spelen
en weer moet stoppen? Ook geeft hij met het stokje aan of het orkest zacht of juist heel
hard moet spelen. Of misschien wel heel snel of langzaam.
Laten we eens gaan luisteren hoe zo’n symfonieorkest klinkt!
(vraag) Kun je horen wat de dirigent aangeeft? Hard/zacht, snel/langzaam
(Luistervoorbeeld 1)
De strijkers
Laat afbeelding 1 “Het symfonieorkest” nog eens zien. Kan iemand de voorste groep
instrumenten aanwijzen? Laten we die groep eens van dichtbij bekijken. Laat afbeelding 3
“De strijkers” zien.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
6
Afbeelding 3
Wie herkent een instrument uit deze groep? (Violen, altviolen, cello's, contrabassen)
Deze instrumenten hebben snaren waarop gespeeld moet worden. Je strijkt over de snaren,
daarom heet deze instrumentengroep De Strijkers.
De eerste violist die helemaal vooraan zit, heet de concertmeester.
De dirigent geeft de concertmeester meestal een hand voordat het concert begint.
Waarom?
De snaren van een viool of een cello werden vroeger van schapendarmen gemaakt! Laten
we gaan luisteren naar de strijkers. (luistervoorbeeld 2) Luister goed; welk woord vind je het
beste bij deze muziek passen? Kies uit: vlinders, spoken, zoemende bij, robot, circus. (Schrijf
deze woorden op het bord, zodat ze tijdens het luisteren kunnen kiezen.)
Kijk weer naar afbeelding 1 “Het symfonieorkest. Welke groep zit achter de strijkers?
Laat afbeelding 4 “De houtblazers” zien.
Afbeelding 4
Hoe zou deze groep heten? (De houtblazers) De instrumenten zijn (bijna) allemaal van hout,
en moet je er op strijken? Nee, je moet er op blazen! Daarom heten ze de houtblazers.
Van links naar rechts: fluit, klarinet, hobo en de fagot.
Wist je dat er op het mondstuk van een klarinet een heel dun stukje bamboe hout zit? Dit
noem je een rietje. Zonder dit rietje komt er geen geluid uit het instrument.
En dan nog iets: een dwarsfluit is niet van hout en toch hoor 'ie bij de houtblazers. Dit komt
omdat de dwarsfluit vroeger wel van hout werd gemaakt.
Laat het luisterfragment horen. (luistervoorbeeld 3) Hoor je de dwarsfluit ook?
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
7
Weer terug bij het hele orkest. Afbeelding 1 “Het symfonieorkest”. We hebben de strijkers
gehad en de houtblazers, nu gaan we naar de koperblazers. Laat afbeelding 5 “De
koperblazers” zien.
Afbeelding 5
Wat valt op? (De koperblazers zitten áchter de strijkers.) Dat is omdat ze harder klinken.
Deze instrumenten zijn gemaakt van koper, daarom heet deze groep de Koperblazers. Van
links naar rechts: Hoorns, trompetten, trombones, tuba.
Luister naar deze groep. (Luistervoobeeld 4) Is het inderdaad harder dan de strijkers en de
houtblazers?
Wist je dat als je een hoorn helemaal uit zou rollen, deze bijna 4 meter lang is? En een tuba
wel bijna 6 meter!
Terug naar het orkest, afbeelding 1 “Het symfonieorkest”. We gaan nu naar de laatste groep,
helemaal achteraan. Wie weet hoe deze groep instrumenten bij elkaar heet? (het slagwerk.)
We gaan ze eens van dichtbij bekijken. Laat afbeelding 6 “Het slagwerk” zien.
Afbeelding 6
Van links naar rechts zie je: xylofoon, triangel, snaartrom, grote trom, pauken.
Moet je op deze instrumenten strijken of blazen? Nee! Je moet er op slaan, daarom heet
deze groep het slagwerk. Wist je dat het vel van de pauk vroeger van kalfsvel gemaakt werd?
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
8
Nu doen ze dat niet meer, maar gebruiken ze een synthetisch materiaal. Zullen we gaan
luisteren hoe dit slagwerk klinkt?
Nu hebben we het hele orkest gehad! Weten de kinderen nog hoe alle instrumenten heten?
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
9
Vandaag maakt de klas kennis met een van de
luistervoorbeelden uit de voorstelling. Ze verkennen de
muziek aan de hand van een grafische notatie. Een
terugkerend motief staat centraal.
“KAREL KETELAAR”
Les 2: Star Wars luisterles
NNO – Tryater
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
10
Doelstelling:
Aan het eind van de les:
- kunnen de kinderen het thema van de Imperial March herkennen en het ritme van het
thema spelen;
- kunnen de kinderen grafische notatie van het fragment in de goede volgorde leggen;
- kunnen de kinderen de muziek meelezen van de grafische partituur;
- weten de kinderen basisinformatie over Star Wars en de componist John Williams;
Materiaal:
- Leerlingenwerkblad nr. 1 en nr.2
- Luistervoorbeelden nr. 6 t/m 11
- Prezi Star Wars luisterles
- Stereo, cd speler of een laptop met goede boxen
- Instrumenten: handtrommel
- Rollenspelkaartjes
In Karel Ketelaar wordt er vaak gebruik gemaakt van muziek wanneer iemand een ruimte
binnenkomt. Zo ook bij de Imperial March van John Williams. Deze les draait volledig om de
Imperial March. In het eerste deel van de les maken de kinderen kennis met het thema van
de Imperial March, in het tweede deel zetten de kinderen als een soort puzzel een notatie
van de March in de goede volgorde.
Deel 1: Herkennen van het thema
• Luister met de kinderen naar de Imperial March (Luistervoorbeeld 6) en lees de
informatie van werkblad 1 bij Imperial March.
Om het thema te leren kennen zijn er drie stappen gemaakt: Klappen, spreken, zingen.
• Luister naar het thema (Luistervoorbeeld 7)
Om te oefenen is er een loop (constante herhaling) gemaakt van dit fragment.
• Zet de loop (Luistervoorbeeld 8) aan
• Klap mee met het ritme van de melodie (blijf dit doen tot het goed gaat)
• Spreek nu onderstaande tekst mee op het ritme (blijf dit doen tot het goed gaat)
Wie is daar aan de deur, aan de deur
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
11
• De kinderen hebben het thema nu zo vaak gehoord dat ze deze kunnen meezingen.
Melodie
Wie is daar aan de deur, aan de deur? Wie is daar aan de deur, aan de deur
Vraag de kinderen het luistervoorbeeld een passende titel te geven. Vervolgens schrijven de
kinderen een kort verhaal wat past bij de muziek (zie werkblad).
Deel 2: De muziek als een puzzel.
• De kinderen knippen de plaatjes van werkblad 2 uit en zoeken alle plaatjes die
hetzelfde zijn bij elkaar. (Ter oriëntatie: Het rode vierkant hoort rechtsonder)
• De kinderen zoeken de onderstaande drie plaatjes uit en leggen ze achter elkaar.
• Luister naar luistervoorbeeld 9 t/m 11. Welk fragment komt overeen met
onderstaande plaatjes? (antwoord luistervoorbeeld 11);
• Luister naar luistervoorbeeld 6 (zo vaak als nodig is). De kinderen leggen de
resterende plaatjes in de goede volgorde.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
12
Uitbreiding
Rollenspel
Knip de spelkaartjes (bij werkbladen) uit. Geef één van de kinderen een spelkaartje.
Kinderen met een handtrommel (ligt aan hoeveel handtrommels je hebt) spelen het ritme,
de rest van de klas zingt de melodie. Als ze klaar zijn doet degene met het kaartje een
denkbeeldige deur open en beeld uit wat op het kaartje staat. De rest van de klas mag
raden. Evt. kun je er een wedstrijdelement aan toevoegen door de klas te splitsen in twee
groepen (bijv. jongens/meisjes) en punten toekennen voor ieder goed geraden kaartje. Ze
hebben een halve minuut om het kaartje uit te beelden. Wissel de instrumenten en het
uitbeelden steeds af.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
13
Welke muziek past bij welke stemming?
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
14
Doelstelling:
Aan het eind van de les:
- hebben de kinderen geluisterd naar drie luisterfragmenten uit de voorstelling Karel
Ketelaar van het NNO
- kunnen de kinderen een muziekfragment verbinden met een persoon.
Materiaal:
- Leerlingenwerkblad nr. 3
- Luistervoorbeeld nr. 12 t/m 15
- Stereo, cd speler of een laptop met goede boxen
Hoe loop je?
Gesprek
Praat met de kinderen over filmmuziek. Gebruik bijvoorbeeld de onderstaande tekst.
Je kent ze vast wel, die filmscènes waarin een koning deftig de troonzaal binnenloopt.
Omringd door allemaal bedienden, met veel pracht en praal en gasten die ademloos
toekijken. Of een gladiator die de ring binnengaat om een wedstrijd op leven en dood te
vechten. Of misschien wel die scene waarin de onzekere leraar de drukke klas binnenkomt.
Als je alleen de scènes zou zien dan ontbreekt er iets, namelijk muziek. Muziek zorgt er voor
dat je het juiste gevoel bij de beelden krijgt. Je kunt je misschien wel voorstellen dat bij de
koning hele andere muziek wordt gespeeld dan bij de onzekere leraar. Andersom heb je bij
bepaalde muziek misschien ook wel een bepaald beeld of gevoel: Stoer, vrolijk, verlegen of
verdrietig bijvoorbeeld.
Hier gaan we in deze les mee aan de slag.
Deel werkblad 3 uit.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
15
Opdracht 1.
Luister naar de luistervoorbeelden 12 t/m 15.
Voer deze opdracht uit in groepjes van 3 of 4 kinderen.
Als je deze muziek in een film hoort, wat voor persoon stel jij je dan voor? Hoe loopt hij of
zij? Kies uit de bovenste rij een woord wat past bij de muziek en zet dit in het vak bij het
luistervoorbeeld.
Luister
voorbeeld
Vrolijk of
droevig
Grote passen of
kleine passen
Snel of
langzaam
lopend
Rechtop of
voorover
gebogen
Stampen of
sluipen
1
2
3
4
Opdracht 2.
Je hebt nu samen met je groep bedacht welke houding het beste past bij elk
luistervoorbeeld. Je hoort de luistervoorbeelden nu opnieuw. Bij ieder luistervoorbeeld
loopt van iedere groep 1 persoon door het lokaal. Loop op de manier die je hebt bedacht bij
opdracht 1.
• Stop na ieder luistervoorbeeld even. Overleg met de hele klas wie er volgens jullie het
beste of mooiste op de muziek liep. Ga daarna door naar het volgende
luistervoorbeeld.
Opdracht 3.
Je hoort de luistervoorbeelden nu nogmaals. Bij ieder luistervoorbeeld loopt van iedere
groep weer 1 persoon door het lokaal. Loop nu op een manier door het lokaal die niet bij de
muziek past. Overleg dit even kort met je groepje.
• Stop na ieder luistervoorbeeld weer even. Overleg met de groep wie er het vreemdst
of raarst op de muziek liep. Doe hetzelfde met de andere luistervoorbeelden.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
16
Vandaag gaan we kijken waarom muziek zo belangrijk is
bij een theaterstuk. We luisteren naar verschillende
muziekstukken en houden ons bezig met de sfeer van de
muziek.
“KAREL KETELAAR”
Les 4: Muziek op de achtergrond
NNO – Tryater
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
17
Doelstelling:
Aan het eind van de les:
- weten kinderen wat achtergrond muziek is.
- kunnen de kinderen de typerende sfeer van muziek benoemen en dit associëren met een
karakter en een verhaal.
Materiaal:
- Leerling werkblad nr. 3 (1 per leerling)
- Luistervoorbeeld nr. 16 – nr. 21
- Eventueel een digibord met geluid en internet
- Stereo, cd speler of een laptop met goede boxen
Voorbereiding van de leerkracht
Maak genoeg kopieën van het leerling werkblad.
Gesprek: Muziek op de achtergrond
Muziek kom je op heel veel verschillende plekken tegen. Als je een film kijkt, een
televisieprogramma kijkt of een theatershow bekijkt is de achtergrondmuziek heel
belangrijk. Denk maar eens na waar je achtergrondmuziek nog meer tegen kunt komen.
(Naar eigen invulling een gesprek met kinderen over achtergrondmuziek, denk aan muziek in
een winkel of in de lift. Op veel plekken wordt muziek gebruikt om stilte te vermijden.)
Achtergrondmuziek in een film of een theaterstuk is belangrijk. Het geeft je het goede
gevoel bij wat je ziet. Als je iemand over straat ziet lopen met spannende muziek op de
achtergrond ziet het eruit alsof diegene iets mysterieus van plan is. Zie je diezelfde persoon
op dezelfde manier lopen maar hoor je vrolijke snelle achtergrondmuziek dan lijkt die
persoon ook vrolijker en is het minder spannend.
Opdracht 1
In de vorige les hebben we al gekeken naar de sfeer van muziek. De kinderen hebben toen
bedacht hoe je op de muziek zou lopen.
Luister naar luistervoorbeeld nr. 16. De kinderen vullen de eerste rij van de tabel in. In de
laatste kolom mogen ze zelf woorden bedenken die bij de muziek passen.
Doe dit ook voor luistervoorbeeld nr. 17 en nr. 18 (B en C op het werkblad).
Bespreek de antwoorden met de groep. Wie heeft een heel ander idee bij de
luistervoorbeelden?
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
18
Opdracht 2
De kinderen bedenken nu bij dezelfde luistervoorbeelden een karakter die ze bij de muziek
vinden passen. Over wie gaat de muziek? Wat voor persoon of dier is het? Ze schrijven dit op
het werkblad bij opdracht 2.
(geef evt. suggesties voor karakters: prinses, ridder, tovenaar, buurman, politieagent
brandweerman, oude mevrouw, pop-idool, reus, vogeltje enz.)
Een karakter kan goed bij achtergrondmuziek passen. Als je een vrolijk deuntje hoort denk je
niet snel aan een enge tovenaar of als je een heel luid en eng muziekstuk hoort denk je niet
snel aan een lieve oude vrouw die rustig een kopje thee drinkt. De achtergrondmuziek
bepaald dus het gevoel bij wat je ziet.
Opdracht 3: De goochelaar
Lees het verhaal van de goochelaar voor of laat één van de kinderen het verhaal voorlezen.
De goochelaar
Hoera, hoera, schreeuwt het publiek
Gelukkig en verrukt,
De goochelaar is in de stad
Bij wie elke truc mislukt!
Het hele plein staat stampends vol
Daar is -ie al! Kijk nou!
De kaarten die hij heeft verstopt
Die vallen uit z'n mouw!
Hij slaat een duur horloge plat
Men huivert van genot
Hij haalt het doek weg, en voilá
- Helemaal kapot!
Zijn hand gaat in een hoge hoed
Op zoek naar het konijn
Dat wij de hele tijd al zagen
Huppelen op het plein
Het meisje dat wordt doorgezaagd
Zegt: 'Doe maar liever niet'
Ik was de laatste keer ook al
Zo lek als een vergiet!
De mensen schreeuwen om het hardst
Die man is geniaal
Een trucje laten lukken,
Kunnen we allemaal
Mislukken is de ware kunst
Dat kan niet iedereen
Als iedereen mislukken kan
Waar moet de wereld heen?
Ik laat u straks verdwijnen.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Dit verhaal gaat dus over een goochelaar die niet echt goed is in zijn vak. Jullie gaan luisteren
naar drie luistervoorbeelden (nr. 19, 20 en 21). Bij elk luistervoorbeeld schrijf je op je
werkblad of je het goed bij het verhaal van de goochelaar vindt passen of niet. Je schrijft ook
op waarom je dat vindt. Welke sfeer van de muziek past bij de sfeer van het verhaal?
Bespreek met de klas welke muziek het beste bij het verhaal past. Kiest iedereen dezelfde
muziek? Waarom wel of waarom niet?
Kies nu met de klas het fragment (door vingers op te steken) wat de meeste kinderen
hebben gekozen. Lees daarna het gedicht/verhaal voor terwijl het gekozen luistervoorbeeld
wordt afgespeeld. Klopt het met de muziek? Waarom wel en waarom niet?
Je hebt gemerkt wat de achtergrondmuziek met een verhaal kan doen. De sfeer van wat je
ziet wordt veel bepaald door de achtergrondmuziek. Let voortaan maar eens op als je een
film of naar de televisie aan het kijken bent!
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Werkbladen
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Werkblad 1 (les 2)
Imperial March
De Imperial March is een muziekstuk geschreven door de componist John Williams voor de
film Star Wars. John Williams is een heel bekende componist voor filmmuziek. Naast Star
Wars schreef hij onder andere muziek voor de films Jaws, Superman, Jurassic Park, Hook,
Schindlers List en Harry Potter.
Star Wars (“sterrenoorlogen”) gaat over twee groepen (een “goede” en een “kwade”) in een
sterrenstelsel die oorlog voeren. Darth Vader hoort bij de “kwade” groep, draagt een zwart
kostuum en heeft een zware stem. Vaak wanneer hij verschijnt hoor je de Imperial March op
de achtergrond.
Spreektekst Thema
Wie is daar aan de deur aan de deur?
Melodie Thema
Wie is daar aan de deur aan de deur? Wie is daar aan de deur aan de deur?
Welke titel past het beste bij deze muziek?
0 De vlinder 0 De robot 0 Bij de tandarts 0 Op het strand
0 Burenruzie 0 Verliefd zijn 0 Iets anders namelijk....................................
Schrijf een kort verhaal met je eigen gekozen titel die past bij de sfeer van de muziek.
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Werkblad 2 (les 2) Grafische notatie (let op: het rode vierkantje hoort rechtsonder!)
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Spelkaarten bij les 2
Slak Giraffe
Leeuw Hond
Konijn Rat
Walvis Dolfijn
Beer Luipaard
Slang Paard
Eend Kikker
Stier Hert
Pauw Varken
Haan Pinguïn
Aap Kreeft
Bij Vlinder
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Rups Worm
Vos Spin
Tijger Kat
Olifant Eland
Ezel Geit
Koe Struisvogel
Kip Muis
Flamingo Sprinkhaan
Duizendpoot Eekhoorn
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Werkblad 3 (les 3)
‘Hoe loop jij?’
Opdracht 1.
Als je deze muziek in een film hoort, wat voor persoon stel jij je dan voor? Hoe loopt hij of
zij? Kies uit de bovenste rij een woord wat past bij de muziek en zet dit in het vak bij het
luistervoorbeeld.
Luister
voorbeeld
Vrolijk of
droevig
Grote passen of
kleine passen
Snel of
langzaam
lopend
Rechtop of
voorover
gebogen
Stampen of
sluipen
1
2
3
4
Opdracht 2.
Je hebt nu samen met je groep bedacht welke houding het beste past bij elk
luistervoorbeeld. Je hoort de luistervoorbeelden nu opnieuw. Bij ieder luistervoorbeeld
loopt van iedere groep 1 persoon door het lokaal. Loop op de manier die je hebt bedacht bij
opdracht 1.
Opdracht 3.
Je hoort de luistervoorbeelden nu nogmaals. Bij ieder luistervoorbeeld loopt van iedere
groep weer 1 persoon door het lokaal. Loop nu op een manier door het lokaal die niet bij de
muziek past. Overleg dit even kort met je groepje.
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Werkblad 4 (les 4)
‘Muziek op de achtergrond’
Opdracht 1
Hoe klinkt de muziek? Kies per luisterfragment welke kenmerken je bij de muziek
vindt passen en vul de tabel in.
Luister
voorbeeld
Blij of
boos
Druk of
rustig
Vrolijk of
spannend
Hard of zacht Zelf
verzinnen
A
B
C
Opdracht 2
Over wie gaat de muziek? Wat voor persoon of dier is het? Schrijf per luisterfragment
op welk karakter er bij de muziek zou passen.
Luistervoorbeeld A: _____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
Luistervoorbeeld B: _____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
Luistervoorbeeld C: _____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater
Opdracht 3
De Goochelaar
Hoera, hoera, schreeuwt het publiek
Gelukkig en verrukt,
De goochelaar is in de stad
Bij wie elke truc mislukt!
Het hele plein staat stampends vol
Daar is -ie al! Kijk nou!
De kaarten die hij heeft verstopt
Die vallen uit z'n mouw!
Hij slaat een duur horloge plat
Men huivert van genot
Hij haalt het doek weg, en voilá
- Helemaal kapot!
Zijn hand gaat in een hoge hoed
Op zoek naar het konijn
Dat wij de hele tijd al zagen
Huppelen op het plein
Het meisje dat wordt doorgezaagd
Zegt: 'Doe maar liever niet'
Ik was de laatste keer ook al
Zo lek als een vergiet!
De mensen schreeuwen om het hardst
Die man is geniaal
Een trucje laten lukken,
Kunnen we allemaal
Mislukken is de ware kunst
Dat kan niet iedereen
Als iedereen mislukken kan
Waar moet de wereld heen?
Ik laat u straks verdwijnen.
Vind je de muziek goed passen bij het verhaal van de goochelaar? Schrijf op waarom
wel of niet.
Luistervoorbeeld A: _____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
Luistervoorbeeld B: _____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
Luistervoorbeeld C: _____________________________________________________
_____________________________________________________
_____________________________________________________
____________________________________________________
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater