Jesaja 53:8,9

Post on 08-Jul-2015

328 views 1 download

description

Thema: Jesaja 53:8,9Voorganger: Ds. den AdmirantOrganist: Johannes de VriesOchtenddienst 08-04-2012 09:30Luister mee via www.kerknoordwolde.nl

Transcript of Jesaja 53:8,9

“Jesaja 53:8,9”

Voorganger: Ds. den Admirant

Organist: Johannes de Vries

Daar juicht een toon

ELB 122

Lied voor de dienst

Daar juicht een toon (EL 122) t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan

Daar juicht een toon (EL 122) t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan

Daar juicht een toon (EL 122) t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan

Daar juicht een toon (EL 122) t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan

“Jesaja 53:8,9”

Voorganger: Ds. den Admirant

Organist: Johannes de Vries

Zalig, die in Christus sterven

Gezang 267: 1

Ter nagedachtenis aan zr Liewes

Zalig, die in Christus sterven,

de doden, die de hemel erven,

voor wie Hij woning heeft bereid.

Na de nacht van strijd en zorgen

aanschouwen zij de eeuwge morgen,

ontwakend tot onsterflijkheid.

Van moeiten rusten zij.

Hun lijden is voorbij.

Halleluja,

bij 's Vaders troon

wacht hen de Zoon

hun werken volgen hen als loon.

“Jesaja 53:8,9”

Voorganger: Ds. den Admirant

Organist: Johannes de Vries

De steen, die door de tempelbouwers

Psalm 118: 8 en 9

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Stil gebed

Votum en Groet

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Ik weet dat mijn Verlosser leeft

JdH 113

1

Ik weet, dat mijn verlosser leeft

Dit is het, wat mij troost hier geeft.

Hij leeft, die voor mij stierf.

Hij leeft! Dit maakt mij altijd blij.

Hij leeft! Mijn Heiland, die voor mij

een levenskroon verwierf.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

2

Hij leeft in majesteit omhoog.

Hij leeft! Op Hem rust steeds mijn oog. Mijn Heiland pleit voor mij!

Zijn liefde vult mijn kinderhart.

Hij leeft! Dit neemt weg al mijn smart. Mijn Heiland leeft voor mij.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

3

Hij leeft! Verrezen uit het graf!

Hij leeft! Die 't leven voor mij gaf!

Ik zing van Hem, Die leeft.

Hij leeft. Die mij zo teer bemint.

Hij leeft! Die mij, Zijn dierbaar kind.

het eeuwig leven geeft..

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

4

Hij leeft! Waar Hij ons plaats bereidt. Haast komt Hij weer in heerlijkheid.

Dit geeft tot juichen stof.

Wat vreugd' is die verzeek'ring mij,

dat mijn Verlosser leeft voor mij;

Zijn naam zij eeuwig lof.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

5

Gij, die nog niet voor Jezus leeft,

neemt aan het leven, dat Hij geeft.

Geen leven zonder Hem!

Hij leeft! Hij roept u: "Komt tot Mij!"

Hij leeft! o, vlucht nu aan Zijn zij,

dan leeft ook gij voor Hem.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Hij leeft! Hij leeft!

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.

Jeremia 31:31-34

HSV

Lezing van de belofte van hert Nieuwe Verbond

31 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten,

32 niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE.

33 Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn.

34 Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.

Het is volbracht

ELB 117:1

Het is volbracht (EL 117) t. & m. G. Kendrick, v. E. & R. Zuiderveld-Nieman

allen:

Het is volbracht (EL 117) t. & m. G. Kendrick, v. E. & R. Zuiderveld-Nieman

Exodus 20:1-17

HSV

Tien Geboden

1 Toen sprak God al deze woorden:

2 Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft.

3 U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.

4 U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is.

5 U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten,

6 maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen.

7 U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt.

8 Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt.

9 Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen,

10 maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw slaaf, noch uw slavin, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is.

11 Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.

12 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.

13 U zult niet doodslaan.

14 U zult niet echtbreken .

15 U zult niet stelen.

16 U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.

17 U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn slaaf, noch zijn slavin, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is.

De Heer heeft Jakob uitverkoren

Psalm 147: 7

Psalm 147 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

Psalm 147 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

Gebed

8 april:

Jezus is nieuw leven

•Aan het kruis is Hij gestorven,

•na drie dagen opgestaan.

•Levend staat Hij in ons midden:

•‘Hoor, ik noem je bij je naam!’

•In een wereld vol van vragen,

•in ons leven met soms pijn,

•heeft Hij alle schuld gedragen,

•wil Hij Levenskoning zijn.

•Heel de wereld moet het weten:

•Jezus, Hij is opgestaan.

•Ook aan jou geeft Hij het leven:

•‘Hoor, Hij noemt je bij je naam!’.

Wij gaan, tot straks!!

Lukas 23:49-56 en 24:1-9

HSV

49 En al Zijn bekenden stonden op een afstand, ook de vrouwen die Hem samen gevolgd waren van Galilea, en zagen dit aan.

50 En zie, daar was een man van wie de naam Jozef was, een raadsheer, een goed en rechtvaardig man.

51 Deze had niet ingestemd met hun voornemen en handelwijze. Hij kwam uit Arimathea, een stad van de Joden, en verwachtte ook zelf het Koninkrijk van God.

52 Deze ging naar Pilatus en vroeg om het lichaam van Jezus.

53 En toen hij het van het kruis afgenomen had, wikkelde hij het in fijn linnen en legde het in een graf dat in een rots uitgehouwen was, waarin nog nooit iemand gelegd was.

54 En het was de dag van de voorbereiding en de sabbat brak aan.

55 En ook de vrouwen die met Hem uit Galilea gekomen waren, volgden en zagen het graf en hoe Zijn lichaam erin gelegd werd.

56 En toen zij teruggekeerd waren, maakten zij specerijen en mirre gereed. En op de sabbat rustten ze overeenkomstig het gebod.

1 En op de eerste dag van de week gingen zij, heel vroeg in de morgen, naar het graf en brachten de specerijen mee die zij gereedgemaakt hadden, en sommigen gingen met hen mee.

2 Zij nu vonden de steen afgewenteld van het graf.

3 En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet.

4 En het gebeurde toen ze daarover in twijfel waren, zie, twee mannen stonden bij hen in blinkende gewaden.

5 En toen zij zeer bevreesd werden en het gezicht naar de grond bogen, zeiden die tegen hen: Waarom zoekt u de Levende bij de doden?

6 Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinner u hoe Hij tot u gesproken heeft, toen Hij nog in Galilea was:

7 De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.

8 En zij herinnerden zich Zijn woorden.

9 En toen zij teruggekeerd waren van het graf, berichtten ze dit alles aan de elf discipelen en aan alle anderen.

Christus onze Heer verrees

Gezang 215: 1,2 en 3

Christus, onze Heer, verrees (LvdK 215) v. anoniem; m. London 1708

allen:

Christus, onze Heer, verrees (LvdK 215) v. anoniem; m. London 1708

Christus, onze Heer, verrees (LvdK 215) v. anoniem; m. London 1708

Christus, onze Heer, verrees (LvdK 215) v. anoniem; m. London 1708

Christus, onze Heer, verrees (LvdK 215) v. anoniem; m. London 1708

Christus, onze Heer, verrees (LvdK 215) v. anoniem; m. London 1708

Prediking: Jesaja 53:8,98 Hij is uit de angst en uit het gericht weggenomen,

en wie zal Zijn leeftijd uitspreken?

Want Hij is afgesneden uit het land van de levenden.

Om de overtreding van mijn volk is de plaag op Hem geweest.

9 Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld,

en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest,

omdat Hij geen onrecht gedaan heeft

en geen bedrog in Zijn mond geweest is.

Kroont Hem met gouden kroon

JdH 720

Kroon Hem met gouden kroon

het Lam op zijne troon!

Hoor, hoe het hemels loflied al

verwint in heerlijk schoon.

Ontwaak! Mijn ziel en zing

van Hem, die voor u stierf.

En prijs Hem in all' eeuwigheen

die 't heil voor u verwierf.

Kroon Hem, der liefde Heer!

Aanschouw Hem, hoe Hij leed.

Zijn wonden tonen 't gans heelal

wat Hij voor 't mensdom deed.

De eng'len om Gods troon,

all' overheid en macht,

zij buigen dienend zich terneer

voor zulke wond're pracht

Kroon Hem, de Vredevorst!

Wiens macht eens heersen zal

van pool tot pool, van zee tot zee.

't Klinke over berg en dal.

Als alles voor Hem buigt

en vrede heerst alom,

wordt d'aarde weer een paradijs.

Kom, Here Jezus, kom!

Dankgebed en voorbede

Collecte

1e: Kindertehuis Horeb

2e: Eigen gemeente

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

allen:

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

U zij de glorie (EL 132) t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel

Zegen

3x Amen

U zij de glorie

ELB 132

Fijne Paasdagen

Vanavond 19:00

Ds. Bijleveld

“Hij is hier niet, Hij is opgewekt!!”