Post on 21-Oct-2019
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016
rapport van Ontwikkelorganisatie Ruimte
maart 2017
ww
w.u
trech
t.nl
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 2/27
Colofon
uitgave
Gemeente Utrecht
030 - 286 00 00
info@utrecht.nl
in opdracht van
Gemeente Utrecht
internet
www.utrecht.nl
rapportage
Wilma Breijer
Hans Krüse
Floris Brekelmans
foto’s
Dierenbescherming Regio Noordwest
Stichting Stichts Asyl voor Dieren
Stichting Dierenambulance Utrecht
Stichting Vogelopvang Utrecht
Dierenbeschermingscentrum Amersfoort
Melissa Adams
Floris Brekelmans
Frederik Hengeveld
Wilma Breijer
informatie
Wilma Breijer
030 - 28 64257
Maart 2017
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 3/27
Inhoud 1. Inleiding .......................................................................................................................... 4 2. Dieren in de stad ............................................................................................................. 6 3. Opvang honden en katten .............................................................................................. 15 4. Opvang knaagdieren, wilde dieren en volièrevogels ........................................................ 17 5. Vogelopvang ................................................................................................................. 19 6. Dierenvervoer ................................................................................................................ 21 7. Diversen ........................................................................................................................ 23
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 4/27
1. Inleiding
Dieren beschermen is mensen beschaven Mr. Constantinus Bake, Nederlands advocaat en procureur 1856 - 1936
Dit is het Jaarverslag Dierenwelzijn over het jaar 2016. In deze rapportage zijn gegevens te vinden
over de flora en fauna in onze stad, de opvang van diverse dieren, het vervoer van gewonde of
zwervende dieren. Deze gegevens over opvang en vervoer zijn verstrekt door onze partners
hiervoor: Stichting Stichts Asyl voor Dieren, de Dierenambulance Utrecht, de Dierenbescherming
Regio Utrecht en de Stichting Vogelopvang Utrecht.
Een belangrijk moment in 2016 was de ondertekening van het contract met de Dierenbescherming
voor het vervoer en opvang van dieren voor onze gemeente. De Dierenbescherming werkt voor de
uitvoering van die taken samen met het Stichts Asyl voor Dieren, de Dierenambulance Utrecht en de
Vogelopvang Utrecht. Er is een periodiek overleg ingesteld om de knelpunten, maar ook de te
nemen acties te bespreken. De gemeente is deelnemer aan dit overleg. Door dit contract wordt
meer gewerkt aan preventieacties ten behoeve van het terugdringen van het aantal zwerfdieren. Er
is er een opzet gemaakt voor een chipactie voor katten.
Een knelpunt dat door de samenwerkende partijen in 2016 is benoemd, is de opvang van wilde
dieren. Het aantal opvangcentra voor wilde dieren loopt terug als gevolg van strengere eisen van de
landelijke overheid. Hierdoor moeten Dierenambulances verder rijden om dieren op een goede
opvangplek te krijgen. Zo gaan onze gewonde of zieke egels naar de egelopvang in Huizen.
Ondertekening contract met de Dierenbescherming in Nieuw Rotsoord
De Vogelopvang Utrecht is op zoek gegaan naar een nieuwe locatie, omdat de huidige niet meer
voldoet: te klein en te verouderd. De Vogelopvang heeft een locatie gevonden in Nieuwegein en
voor de nieuwbouw een bouwvergunning aangevraagd. De Vogelopvang krijgt vogels vanuit
Utrecht, Nieuwegein, Houten, Woerden, Stichtsevecht, Utrechtse Heuvelrug, De Bilt, Bunnik,
Houten, Bodegraven-Reeuwijk, Vianen en Gorinchem
Voor deze opvang krijgt de Vogelopvang ondersteuning van de provincie Utrecht en de gemeente
Nieuwegein. De bijdrage van de gemeente Utrecht ligt besloten in het contract met de
Dierenbescherming. De overige bovengenoemde gemeenten leveren geen financiële bijdrage aan de
Vogelopvang.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 5/27
Naast het contract met de Dierenbescherming is er eind 2016 een nieuw contract met de Algemene
Utrechtse Hengelaarsvereniging (AUHV) afgesloten. Bij de actualisatie van het dierenwelzijnsbeleid
is besloten om het contract met de AUHV over de huur van het viswater tegen het licht te houden.
Dit heeft na onderhandelingen geresulteerd in het vervangen van de oude contracten door een
nieuw contract. Bij dit nieuwe contract is bij de onderhandelingen naar een evenwicht gezocht
tussen ecologie en recreatieve belangen. Hierdoor is er minder ruimte voor de hengelaars. Als
gevolg van veel reacties vanuit de leden van de AUHV zal nog een kleine aanpassing plaatsvinden.
In 2016 is een gebiedsgerichte ontheffing Flora en faunawet bij het ministerie van Economische
Zaken aangevraagd voor diervriendelijk bouwen met betrekking tot de gemeentelijke gebouwen in
Utrecht. Met de ontheffing start de gemeente Utrecht een pilot voor diervriendelijk bouwen bij de
gemeentelijke gebouwen. Dit betekent dat we pro actief werken aan het behoud van de
gebouwbewonende soorten in Utrecht en de procedures voor de Flora en faunawet verkorten.
Daardoor kan geld dat voorheen in onderzoeken zat nu in extra verblijfplaatsen voor vleermuizen,
gierzwaluwen en huismussen worden gestoken. Er zijn in 2016 verschillende gesprekken met
natuur- en milieuorganisaties, bouwende partijen en corporaties gevoerd om over deze aanpak te
informeren. Per 1-1-2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming ingegaan en zijn bevoegdheden
overgegaan naar de provincie. Deze overgang van bevoegdheden en de inwerkingtreding van de
Wet heeft vertragende invloed op de ontheffingsaanvraag. De provincie staat constructief tegenover
de gebiedsgerichte aanpak.
Om deze gebiedsgerichte ontheffing te kunnen krijgen, moet bekend zijn welke beschermde
soorten op welke plekken in de stad voorkomen. Voor de belangrijkste gebouwbewonende soorten,
te weten: gewone dwergvleermuis, huismus en gierzwaluw is hiervoor in 2015 het onderzoek
afgerond. Deze resultaten zijn verwerkt in het Soortenmanagementplan dat in 2016 is opgesteld.
In 2016 is op initiatief van de gemeente Utrecht een G4-overleg Dierenwelzijn gestart. Dit moet nog
verder vorm krijgen. Er is in dit overleg o.a. gesproken over de wijze van rapporteren binnen de
gemeentes. Voor de gemeente Utrecht is het jaarverslag dat voor u ligt inmiddels de derde
jaargang. De gemeente Rotterdam heeft sinds twee jaar een jaarverslag, de gemeente Den Haag
gaat er mee beginnen en de gemeente Amsterdam rapporteert over de financiële aspecten van
Dierenwelzijn en heeft geen specifiek jaarverslag.
Ook in 2016 is de wethouder Dierenwelzijn op bezoek geweest bij tuincentra om o.a. de verkoop
van dieren en bestrijdingmiddelen aan de orde te stellen, alsmede aandacht te vragen voor het
vergroenen van particuliere tuinen.
Bij het jaarverslag 2015 is getracht cijfers over dierenmishandeling op te halen. Deze waren en zijn
niet beschikbaar. De stand van zaken hierover is aan de gemeenteraad gemeld (21 februari 2017)
via een memo ‘registratie dierenmishandeling en – verwaarlozing ’.
In de Vogelopvang herstelde blauwe reigers worden weer losgelaten
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 6/27
2. Dieren in de stad
Waarnemingen
Elk jaar worden zeldzame, bijzondere en opvallende soorten waargenomen. Hierbij een kleine greep
uit de waarnemingen van 2016.
Patrijs
Deze ooit vrij algemene akkervogel is tegenwoordig een zeldzaamheid in Utrecht. In Terwijde weet
de vogel echter nog stand te houden en ook in 2016 is de patrijs waargenomen.
Boommarter
De boommarter is inmiddels een vaste bewoner in de stadsrand.
Bunzing
De bunzing is een zeldzaamheid in Utrecht, die echter jaarlijks wel wordt waargenomen. Dit jaar
onder meer in de omgeving van de Haarrijnse Plas.
Alpenwatersalamander
Deze fraaie salamander komt van nature niet voor in Utrecht. Net als de vroedmeesterpad is hij hier
uitgezet en doet hij het prima in tuinvijvers. In 2016 zijn twee exemplaren waargenomen in (en
gered uit) een put in Wittevrouwen.
Bruin blauwtje
Zeldzaam dagvlindertje, dat voornamelijk voorkomt in laagblijvende, kruidenrijke vegetaties. Het
gaat goed met deze soort in Utrecht en dit jaar is hij onder andere waargenomen in het Griftpark.
Veenmol
De veenmol is veruit de meest bijzondere sprinkhaan in Utrecht. De soort leeft in vochtige, venige
bodems en heeft populaties rond Haarzuilens en in het Noorderpark.
Resedamaskerbij
In Utrecht vliegt een groot aantal soorten wilde bijen rond. Vaak hebben deze bijtjes een heel
specifieke plant waar zij nectar halen. In industriegebied Lage Weide vliegt de resedamaskerbij op
de laatste populatie wouw (een reseda-achtige) in de gemeente.
Gestreepte waterroofkever
In een sloot langs de Biltse Rading is de gestreepte waterroofkever vastgesteld. Dit fraaie kevertje is
op Europees niveau beschermd onder de Habitatrichtlijn en was niet eerder in de gemeente
waargenomen.
Naast bijzondere dieren worden ook bijzondere florawaarnemingen gemeld, zoals de Blaasvaren.
Met de komst van de Wet natuurbescherming hebben de meeste Utrechtse varens hun beschermde
status verloren. Zo niet de blaasvaren, een zeer zeldzame soort die zijn opwachting heeft gemaakt
op een muurtje bij Kasteel de Haar.
Blaasvaren
Bron: www.waarneming.nl
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 7/27
Gebouwbewonende soorten
Vleermuizen
In 2016 is op verzoek van Utrecht samen met de gemeenten Rotterdam, Den Haag, Amsterdam,
Tilburg en Ede een monitoringsmethode ontwikkeld door de Zoogdiervereniging om de trend van
de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger in de stad te kunnen volgen. De methode bestaat uit
het met de fiets drie keer afleggen van uitgekozen routes voor de gewone dwergvleermuis en voor
de laatvlieger in de periode half juli – eind september. Daarmee kunnen ook ruige
dwergvleermuizen worden waargenomen.
In Utrecht zijn in 2016 vier trajecten door geschoolde vrijwilligers met batdetector gefietst om
vleermuizen te inventariseren. De verzamelde gegevens worden begin 2017 uitgewerkt.
In 2014 en 2015 is onderzocht in welke gebouwen de grotere groepen gewone dwergvleermuizen
overdag huizen. Hiervan is in het jaarverslag van 2015 verslag gedaan. In figuur 1 is indicatief
aangegeven waar de belangrijkste verblijfplaatsen in zomer en winter aanwezig zijn (ontleend aan
het soortenmanagementsplan).
Figuur 1 Resultaten onderzoek vleermuisverblijfplaatsen in 2014 en 2015
Bron: gemeente Utrecht
Huismus
Op landelijk niveau is de populatie van huismussen al circa 15 jaar stabiel, maar volgens het
Meetnet Urbane Soorten (MUS) neemt de populatie huismus vanaf 2007 in Utrecht af. De oorzaken
zijn onder andere: de afname van broedgelegenheid onder daken, de afname van groen (vooral
heggen en verstening van tuinen), mussen vallen ten prooi aan huiskatten en sperwers. Daarnaast is
waarschijnlijk de kwaliteit van het voedsel voor jonge huismussen afgenomen. Huismussen zijn
kolonievogels. Als de kolonie (het bolwerk) te klein wordt, vertrekken de overgebleven vogels naar
een ander gebied.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 8/27
Figuur 2: broedvogel - en niet-broedvogeltrend van de huismus in Nederland. Bron:
https://www.sovon.nl/nl/huismus
In de linkerfiguur is de jaarlijkse index van de broedpopulatie t.o.v. 1990 weergegeven.
In de rechterfiguur is de jaarlijkse index weergegeven van de winterpopulatie in december (rode
punten), de trendlijn (donker gekleurde lijn) en het 95% betrouwbaarheidsinterval.
Op basis van het Meetnet Urbane Soorten (MUS) is er tussen 2007 en 2016 statistisch gezien sprake
van een matige afname, terwijl er in die periode landelijk gezien sprake is van een toename.
Figuur 3: Trend huismus in Utrecht: matige afname
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 9/27
Figuur 4: Trend huismus in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag gecombineerd: matige toename
Huismus Nederland matige toename
Huismus Utrecht matige afname
Huismus Amsterdam, Rotterdam, Den Haag matige toename
Huismus Amsterdam matige toename
Huismus Rotterdam matige afname
Huismus Den Haag onzeker
Trend huismus 2007-2016 gebaseerd op MUS (bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland)
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 10/27
Gierzwaluw
MUS geeft ook voor de gierzwaluwen aan dat ze in Utrecht achteruit gaan. De trend op landelijk
niveau is overigens nog niet betrouwbaar (onvoldoende meetgegevens). De oorzaak van de
achteruitgang is nog onvoldoende bekend, maar analoog aan de huismus is het vermoeden dat de
nestgelegenheid onder daken afneemt. Gierzwaluwen zijn veel honkvaster dan huismussen en als
een nestgelegenheid verdwijnt, vinden ze niet zo snel een nieuwe plek.
In 2014, 2015 en 2016 zijn met hulp van vrijwilligers in Utrecht de nestplaatsen op de plekken waar
gierzwaluwen ‘gieren’ (dit zijn de meest kansrijke plekken voor het vinden van nesten) in de stad op
adresniveau geïnventariseerd. Daarmee is meer bekend over wat de belangrijke plekken voor de
gierzwaluwen in de stad zijn.
De Vogelopvang Utrecht registreert bij elke binnengebrachte gierzwaluw waar deze is gevonden en
draagt daarmee bij aan het in kaart brengen van de plekken waar de gierzwaluwen verblijven.
Figuur 5: Trend gierzwaluw in Utrecht: matige afname
Figuur 6: Trend gierzwaluw in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag gecombineerd: matige afname
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 11/27
Gierzwaluw Nederland matige afname
Gierzwaluw Utrecht matige afname
Gierzwaluw Amsterdam, Rotterdam, Den Haag matige afname
Gierzwaluw Amsterdam stabiel
Gierzwaluw Rotterdam onzeker
Gierzwaluw Den Haag matige afname
Trend gierzwaluw 2007 – 2016 gebaseerd op MUS (bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland)
Gevonden gierzwaluwen komen terecht in de Vogelopvang. Deze gierzwaluw is na herstel
losgelaten.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 12/27
Vogels
Vrijwilligers tellen voor SOVON volgens een speciale telmethode (Meetnet Urbane Soorten: MUS) op
meerdere momenten op een aantal telpunten, welke vogels zij zien vliegen in de stad. Dit gebeurt
sinds 2007.
Tabel 1: Trend 2007 tot en met 2016 voor diverse vogelsoorten
Vogelsoort Trend
Blauwe Reiger Matige afname
Boomkruiper Onzeker
Ekster Stabiel
Fitis Onzeker
Gaai Onzeker
Gierzwaluw Matige afname
Groenling Stabiel
Grote Bonte Specht Onzeker
Halsbandparkiet Sterke toename
Heggenmus Stabiel
Houtduif Stabiel
Huismus Matige afname
Kauw Matige toename
Kleine Mantelmeeuw Sterke toename
Kokmeeuw Onzeker
Koolmees Matige afname
Meerkoet Onzeker
Merel Stabiel
Nijlgans Matige toename
Pimpelmees Stabiel
Putter Matige toename
Roodborst Onzeker
Scholekster Onzeker
Soepeend (kruising wilde met witte eend) Matige afname
Spreeuw Matige afname
Staartmees Onzeker
Stadsduif Stabiel
Tjiftjaf Stabiel
Turkse Tortel Stabiel
Vink Matige afname
Waterhoen Onzeker
Wilde Eend Stabiel
Winterkoning Matige afname
Zanglijster Matige afname
Zilvermeeuw Sterke toename
Zwarte Kraai Stabiel
Zwartkop Matige toename
Bron: Sovon/MUS https://www.sovon.nl/nl/MUS verzameld door waarnemers (vrijwilligers) van
Sovon.
Toelichting bij de totstandkoming van deze tabel
De trend, weergegeven in een index, is berekend met Trim, een statistisch programma van
het CBS.
2007 is daarbij op 100 gezet.
Omdat niet alle punten jaarlijks geteld worden, worden sommige gegevens geschat.
''Onzeker'' wil zeggen dat de trend niet betrouwbaar is.
Matige toe- of afname wil zeggen <5%/jaar.
Sterke toe- of afname wil zeggen >5%/jaar.
Voor achtergrondinformatie over trends bij stadsvogels wordt verwezen naar:
https://www.sovon.nl/sites/default/files/doc/PDF-jes/Vogelbalans_themaStadsvogels.pdf
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 13/27
Reptielen
In Utrecht komen twee soorten reptielen voor: de ringslang en de muurhagedis. De muurhagedis
komt alleen voor in de Botanische Tuinen van Utrecht op fort Hoofddijk (hier is hij uitgezet).
De ringslang is de enige soort reptiel die van nature voorkomt in Utrecht. Hij leeft voornamelijk
langs de noord- en oostrand van de stad. Sinds 2011 worden op verschillende locaties in de stad en
stadsrand broedhopen voor de ringslangen aangelegd. Broedhopen worden opgebouwd uit takken,
bladeren en paardenmest. Door broei ontstaat een hoge temperatuur, waardoor de eieren van de
ringslang worden uitgebroed.
Ringslang
De gemeente ondersteunt vrijwilligers met de levering van bladeren, takken en paardenmest. De
vrijwilligers zetten jaarlijks in de winter de broedhopen om. Er wordt nieuwe mest en bladmateriaal
toegevoegd, zodat de ringslangen in mei en juni weer eieren kunnen afzetten. Bij het omzetten van
de hopen worden ook de lege eierschalen geteld.
De resultaten van die telling zijn weergegeven in onderstaande tabel. Het aantal broedhopen is
sinds 2011 min of meer stabiel en het aantal eieren schommelt tussen 600 en 1000. De hopen met
het hoogste aantal eieren liggen ook in 2016 weer in het Noorderpark. De hopen in de stadsrand,
waaronder Bloeidaal en een tweetal volkstuincomplexen, worden elk door 1 of 2 vrouwtjes gebruikt.
Tabel 2: Overzicht van de resultaten van het project sinds de start in 2010.
Jaar Aantal broedhopen Aantal succesvolle
broedhopen
Aantal eierschalen in
broedhopen
2012 19 2 108
2013 21 4 901
2014 16 4 646
2015 20 6 919
2016 15 6 660
Bron: ringslangcoördinator Hedzer Ferweda
Amfibieën
In het voorjaar van 2016 is door twee vrijwilligers van Ravon Utrecht een inventarisatie van de
kamsalamander uitgevoerd in Amelisweerd en Rijnauwen. De kamsalamander is in de gemeente
zeer zeldzaam en in zijn voorkomen beperkt tot twee gebieden. Uit de inventarisatie volgde dat de
verspreiding van de kamsalamander zeer beperkt is. Goed nieuws kwam van een poel langs de
Kromme Rijn, waar voor het eerst een kamsalamander in werd aangetroffen. Herstel- en
onderhoudswerkzaamheden worden in het vervolg op de kamsalamander afgestemd. Een in de
omgeving nieuw aangelegde poel moet de functie van dit gebied voor de kamsalamander verder
gaan versterken.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 14/27
Insecten
Eenkennige wilde bijen
Een deel van de ruim 350 in Nederland voorkomende bijen is eenkenning. Zij halen hun stuifmeel
bij specifieke planten. De lathyrusbij bij de lathyrus, de kattenstaartbij bij de kattenstaart en de
resedamaskerbij gaat naar de resedasoorten (bijv. wilde reseda, tuinreseda en witte reseda). Door
hun afhankelijkheid van deze planten zijn de bijen kwetsbaar, zeker als het gaat om planten die
zeldzaam zijn of tijdens de bloeiperiode worden gemaaid. In 2016 is een groot aantal beheerders
en medewerkers van Utrecht Natuurlijke op pad geweest met bijendeskundige Arie Koster. Tijdens
de excursies zijn bermen en parken bezocht met groeiplaatsen van planten die door eenkennige
bijen worden bezocht. Er is onder meer een bezoek gebracht aan Voordorp, Lage Weide, Lunetten
en Leidsche Rijn. Op veel locaties is het beheer afgestemd op de bloeitijd van specifieke planten en
zijn de bijen afdoende beschermd. Waar dat niet het geval was, is bepaald hoe beheer en inrichting
beter op de wilde bij afgestemd kon worden.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 15/27
3. Opvang honden en katten
Gevonden honden en katten worden opgevangen in het Stichts Asyl voor Dieren. De gemeente is
verplicht om voor een periode van twee weken de opvang voor hond of kat te regelen.
Honden en katten die in het asiel terecht komen, worden direct aangemeld bij de instanties die de
gevonden dieren weer terug proberen te brengen bij een eventuele eigenaar. Indien nodig wordt
ook een medische behandeling ingezet (circa 25% van de binnengekomen dieren heeft een
behandeling nodig). Na veertien dagen (wettelijke termijn) draagt de gemeente het dier aan het asiel
over. De katten worden gesteriliseerd/gecastreerd. De binnengebrachte dieren worden gechipt om
in de toekomst zonodig de eigenaar te kunnen achterhalen. Dit vermindert het aantal aangeboden
zwerfdieren. Het asiel zorgt daarna voor plaatsing van de honden en katten.
Als mensen om wat voor reden dan ook hun hond of kat niet meer willen of kunnen houden,
kunnen zij afstand doen van dit dier. Daarbij gaat het eigendom over naar het asiel. Aan het afstand
doen, kunnen kosten verbonden zijn.
Opvang van honden
Tabel 3: overzicht opvang zwerfhonden in 2016
Maand Aantal inkomende
honden
Aantal retour eigenaar
Januari 5 3
Februari 8 6
Maart 16 8
April 5 4
Mei 13 8
Juni 12 4
Juli 11 5
Augustus 16 12
September 6 3
Oktober 5 4
November 3 1
December 4 2
Totaal 104 60
Bron: Stichts Asyl voor Dieren
De gemiddelde verblijfsduur van een hond in het asiel is 60 dagen. Deze periode is toegenomen
doordat er meer langzitters zijn. Door het ras en/of gedragsproblemen worden deze honden
minder snel geplaatst. De meeste honden hebben uiteindelijk een nieuwe eigenaar gekregen. Er zijn
vijf honden overleden. Bovenop het bovenstaande aantal zwerfhonden, zijn er 24 honden
opgevangen waarvan door de eigenaren afstand is gedaan.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 16/27
Opvang van katten
Tabel 4: overzicht opvang zwerfkatten in 2016
Maand Aantal inkomende
katten
Aantal retour eigenaar
Januari 28 3
Februari 19 6
Maart 49 4
April 27 5
Mei 60 9
Juni 59 7
Juli 89 9
Augustus 68 12
September 60 8
Oktober 64 10
November 52 9
December 41 9
Totaal 616 91
Bron: Stichts Asyl voor Dieren
De gemiddelde verblijfsduur van een kat in het asiel is 30 dagen.
Van de totaal 616 binnengekomen zwerfkatten zijn er 475 herplaatst, 28 katten zijn overleden.
Er is hiernaast ook door de eigenaren afstand gedaan van 82 katten.
Tabel 5: Overzicht opvang honden en katten periode 2013 – 2016
Dier/Jaar 2013 2014 2015 2016
Honden 171 196 198 128
Katten 816 789 664 698
Bron: Stichts Asyl voor Dieren
In het asiel worden regelmatig zwangere poezen, moederpoezen met kitten of losse kitten
binnengebracht. Deze dieren worden opgevangen in een pleeggezin totdat de kitten oud genoeg
zijn om te herplaatsen. Het asiel heeft voor het totaal van 129 kitten een nieuw huis gezocht en
gevonden.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 17/27
4. Opvang knaagdieren, wilde
dieren en volièrevogels
De opvang van konijnen en knaagdieren wordt verzorgd door het Dierenbeschermingscentrum
Amersfoort. Tevens worden hulpbehoevende wilde zoogdieren uit Utrecht via het centrum bij
professionele opvangcentra ondergebracht. Daarnaast vangt de Dierenbescherming volièrevogels
uit Utrecht op. Deze vogels kunnen niet bij de Vogelopvang Utrecht ondergebracht worden, omdat
de Vogelopvang alleen wilde vogels opvangt, die gewond of ziek zijn. Volièrevogels zouden bij
plaatsing bij wilde vogels ziektes kunnen krijgen (denk bijvoorbeeld aan het besmettelijke geel dat
bij wilde vogels voorkomt).
Konijnenopvang
Het aantal binnengebrachte konijnen is iets minder dan vorig jaar. Er zijn daarnaast (niet in deze
cijfers) nog 6 konijnen retour eigenaar gegaan. Een aantal inwoners van de gemeente Utrecht heeft
afstand van hun konijn gedaan. Er zijn dit jaar 18 konijnen afgestaan.
Van de 93 konijnen zijn er 71 geplaatst. De gemiddelde verblijfsduur van een konijn in het
Dierenbeschermingscentrum is ongeveer twee maanden.
Tabel 6: het aantal opgevangen konijnen in de jaren 2013 - 2016
2013 2014 2015 2016
89 110 104 93
Bron: Dierenbeschermingscentrum Amersfoort
Tabel 7: Konijnenopvang aantal per maand in 2016
Maand Aantal
Januari 1
Februari 10
Maart 10
April 13
Mei 4
Juni 9
Juli 7
Augustus 12
September 6
Oktober 5
November 13
December 3
TOTAAL 93
Bron: Dierenbeschermingscentrum Amersfoort
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 18/27
Knaagdierenopvang
Opgevangen knaagdieren (niet zijnde konijnen) zijn cavia’s, hamsters, muizen, chinchilla’s
engerbils.
Er zijn in totaal 19 knaagdieren binnengekomen, waarvan er 17 een nieuwe eigenaar hebben
gekregen. In totaal zijn 4 knaagdieren afgestaan aan het Dierenbeschermingscentrum.
Tabel 8: Knaagdierenopvang aantal per maand in 2016
Maand Aantal
Januari 4
Februari 1
Maart 3
April
Mei
Juni 1
Juli 1
Augustus
September
Oktober 9
November
December
TOTAAL 19
Bron: Dierenbeschermingscentrum Amersfoort
Goudhamster
Overige dieren uit gemeente Utrecht
Dit zijn de dieren die binnen onze gemeente worden aangetroffen en die via de Dierenbescherming
worden ondergebracht bij gespecialiseerde opvangcentra.
Tabel 9: Aantal ‘overige dieren’ uit Utrecht
Dier Aantal
Egel 24
Haas 2
Wild konijn 4
Tamme rat 5
Vleermuis 2
Hoender 7
Volièrevogel 33
Waterschildpad 1
TOTAAL 78
Er zijn 4 volièrevogels terug naar de eigenaar gegaan.
Bron: Dierenbeschermingscentrum Amersfoort
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 19/27
5. Vogelopvang
De opvang van vogels wordt verzorgd door de Stichting Vogelopvang. In 2016 werden door de
vogelopvang 4.405 vogels opgevangen. Ruim 40 procent van de vogels zijn binnengebracht door
particulieren en kwamen uit de stad Utrecht en omliggende gemeenten.
Gekraagde roodstaart
Bron voor de tabellen 10 – 12: Stichting Vogelopvang Utrecht
Tabel 10: aantal vogels per jaar in Vogelopvang
JAAR AANTAL
VOGELS
2011 3133
2012 3193
2013 2768
2014 3250
2015 3533
2016 4405
De toename van opgevangen vogels is o.a. het gevolg van de sluiting van de vogelopvang in
Woudenberg.
Tabel 11: aantallen losgelaten, herplaatste, overleden vogels in 2015 en 2016
Jaar 2015 2016
Aantal % Aantal %
Los 1032 29% 1252 29%
Herplaatst 284 8% 535 12%
Euthanasie 609 17% 944 21%
Dood 1608 46% 1674 38%
TOTAAL 3250 100% 4405 100%
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 20/27
Tabel 12: Vogelsoorten in de opvang in 2015 en 2016
Vogelfamilie 2015 2016
Eenden 353 523
Ganzen 63 62
Reigers en aalscholvers 43 38
Futen en rallen 110 134
Zwanen 71 90
Meeuwen en sterns 145 159
Roofvogels 46 54
Uilen 27 54
Duiven 1129 1522
Kraaiachtigen 486 588
Spechten 38 27
Zwaluwen (incl. gierzwaluw) 132 85
Vinken en zangers 52 59
Mussen en mezen 293 290
Merels en lijsters 386 538
Overig inheems 119 157
Pluimvee 12 14
Volièrevogels 28 11
TOTAAL 3533 4405
Voor meer gegevens over de Vogelopvang: http://www.vogelopvangutrecht.nl/
Jonge vogels in de vogelopvang.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 21/27
6. Dierenvervoer
De Dierenambulance Utrecht (DAU) verzorgt het vervoer en de verzorging (eerste hulp) aan
gewonde en zieke dieren. De activiteiten van DAU zijn:
EHBO verlenen aan gewonde/zieke dieren;
vervoer van gewonde/zieke dieren naar een dierenarts;
vervoer van wilde dieren naar bevoegde opvangcentra voor herstel;
vervoer zwerfdieren naar het asiel;
vangacties (ver)wilde(rde) katten;
zorg voor overleden huisdier (naar begraafplaats, crematorium, destructor);
informeren/doorverwijzen publiek naar juiste instantie(s).
Daarnaast kunnen particulieren een beroep doen op DAU. Als een ziek dier niet door de eigenaar
vervoerd kan worden, brengt de Dierenambulance tegen vergoeding het dier naar de medische
hulp.
DAU-medewerkers verlossen kerkuil van visdraad
Bron voor tabel 13 en 14: kwartaaloverzichten DAU
Tabel 13: aantal dieren in 2016 voor Utrecht
Aantal dieren 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
Zwerfdieren * 118 139 221 108 586
Wilde dieren 14 35 71 41 161
Watervogels 91 215 118 91 515
Stadsvogels 48 95 130 114 387
Kadavers 230 670 976 488 2364
Vangacties 5 4 5 3 17
Totaal 506 1158 1521 845 4030
*In bovenstaande tabel zijn niet de zwerfdieren opgenomen die via DAU terug zijn gegaan naar hun
eigenaar.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 22/27
Tabel 14: aantal ritten in 2016 voor Utrecht
Aantal ritten 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
Zwerfdieren * 106 121 193 82 502
Wilde dieren 14 33 71 41 159
Watervogels 87 108 108 84 387
Stadsvogels 47 94 121 93 355
Kadavers 119 154 132 77 482
Vangacties 5 4 5 3 17
Totaal 378 514 630 380 1902
*Zwerfdieren: dieren met kennelijke eigenaar
Niet alle ritten leiden tot het vervoeren van dieren. De redenen hiervoor zijn met name, dat:
de eigenaar van het dier bekend of aanwezig is;
het gemelde dier niet te vinden is;
het dier niet te vangen is;
het dier in de buurt blijkt te wonen;
hulpverlening ter plekke kan plaatsvinden;
hulpverlening niet nodig blijkt te zijn.
Het aantal ritten is hoger dan in 2015 (1752 ritten). Er is met name een toename te zien van ritten
voor stadsvogels.
DAU vervoert jaarlijks vele vogels naar de vogelopvang, zo ook deze jonge wilde eenden en jonge
kuifeend.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 23/27
7. Diversen
In dit hoofdstuk:
gegevens over verkeersslachtoffers
de dieren in onze Steedes
de dieren in de vanuit het budget dierenwelzijn gesubsidieerde dierenweides
dieren bij evenementen
financiën
Verkeersslachtoffers
In 2016 zijn er dierlijke slachtoffers gemeld via www.waarneming.nl ‘dieren onder de wielen’.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 24/27
Aantal slachtoffers per maand
Maand Waarnemingen
Januari 2
Februari 2
Maart 9
April 8
Mei 3
Juni 5
Juli 2
Augustus 5
September 7
Oktober 5
November 3
December 1
---------- -----
Totaal 52
Top tien aantal slachtoffers
Soort Aantal
Egel - Erinaceus europaeus 11
Bruine Rat - Rattus norvegicus 6
Buizerd - Buteo buteo 4
Gewone Pad - Bufo bufo 4
Wilde Eend - Anas platyrhynchos 3
Fazant - Phasianus colchicus 2
Ringslang - Natrix natrix 2
Boommarter - Martes martes 2
Blauwe Reiger - Ardea cinerea 2
Haas - Lepus europaeus 2
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 25/27
De dieren in de Steedes
Tabel 15: Aantallen dieren bij de Steedes
Dieren Eiland-
steede
Gagel-
steede
Griftsteede Koppel-
steede
Steede Hoge
Woerd
Totaal
Agaatslakken 5 0 0 0 0 5 Cavia's 5 10 10 2 7 34 Eenden 0 1 0 19 0 20 Ezels 4 0 0 2 0 6 Ganzen 0 4 0 6 0 10 Geiten 12 9 7 8 8 44 Katten 2 2 3 1 2 10 Kippen 10 19 20 20 10 79 Kleur muizen 40 0 2 0 13 55 Koeien 2 2 2 2 3 11 Konijnen 5 3 10 6 3 27 Pauwen 0 3 2 5 0 10 Pony's 2 2 0 2 3 9 Schapen 10 7 7 16 8 48 Tamme ratten 5 0 4 0 4 13 Varkens 4 2 4 3 2 15 Vissen 30 13 0 5 0 48 Volièrevogels
* 30
25 0 0 60 115 Wandelende
takken 0 0 20 0 0 20 Totaal 166 102 91 97 123 579
Bron: Stichting Utrecht Natuurlijk
* In de volières zitten de volgende vogels: Grasparkieten, Valkparkieten, Kanaries, Japanse
meeuwen, Kwartels, Mexicaanse roodmus, Diamantduif.
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 26/27
Dieren in de Dierenweides
Het gaat hierbij om de dierenweides die subsidie ontvangen vanuit het budget dierenwelzijn.
Tabel 16: Dieren in de Dierenweides
Dieren De
Meern
Vleuten De
Watertoren
Julianapark Park Oog in
Al
Haarzuilens
Schapen 4 11 7 4
Geiten 9 14 2 16
Herten 2 12 19
Varkens 2 3
Konijnen 8 2 1
Kippen 20 40 5 10 9 12
Eenden/ganzen 10 18 2 18 10
Hoenders 3 3 3 3
Pauwen 3 2 3
Duiven 10 18
Zwanen 2 1 3
Volièrevogels 40 217*
Katten 2
Totaal 50 147 18 272 30 66
* De volièrevogels zijn: Roodmussen, diverse fazantensoorten, diverse parkieten, Rosella’s en
Dwergpapegaaien, Japanse meeuwtjes, Zebravinken en Kwartels.
Bron: Dierenweides De Meern, Vleuten, Park de Watertoren, Julianapark, Park Oog in Al en
Haarzuilens
Jaarverslag Dierenwelzijn 2016 | maart 2017 27/27
Evenementen
De volgende evenementen met dieren zijn in 2016 vergund:
Beleef het kerstverhaal: os, ezel en 3 schapen
Albert Heijn Boeren Lentefeest. Dit vond plaats op boerderijen die samenwerken met de AH.
Varkens, schapen en koeien van boerderij Tolakker.
Romeinendag Castellum. Hier werden schapen geschoren die bij de kinderboerderij van
Castellum horen: 8 stuks.
Open boerderijdag. Dit vond ook plaats op een boerderij in Haarzuilens.
Dag van het aangespannen paard. Aantal dieren onbekend. Het gaat hierom: konijnen,
schapen, pony’s en (tientallen) paarden.
Maximaal genieten. Circa 10 geiten van Geertje’s Hoeve.
Circus Louis. Het exacte aantal dieren is onbekend. Paarden, koeien, lama's, kamelen en
huisdieren. Het circus beschikt in totaal over meer dan 60 dieren. Deze worden uiteraard
niet allemaal gebruikt in de show.
Magic Circus. Het aanvraagformulier vermeldt hier één geit.
10 maal Sinterklaas intocht, met 1 paard per intocht.
Financiën
Tabel 17: Realisatie versus begroting
Instantie Begroot Uitgekeerd/toegekend
Dierenweides € 42.000 € 46.725
Vogelopvang € 38.000 € 37.608
Dierenbescherming,
Dierenambulance, Stichts Asyl
€ 381.288 € 329.109
Totaal € 461.288 € 413.442
Bij de dierenweides is een deel van 2015 in 2016 afgerekend.