Inkopen en verkopen h 3 verzekeringen

Post on 02-Jul-2015

230 views 1 download

description

Van de methode CE Ondernemerschap, boeken van perspectief / OVD, hoofdstuk drie van het boek inkopen en verkopen: over verzekeren

Transcript of Inkopen en verkopen h 3 verzekeringen

Verzekeringen

Boek Inkopen en verkopen H 3

Doel verzekeringen

• Je indekken tegen grote risico’s

• Gevolgen van schade beperken

• Risico

• Je kan alleen een RISICO Verzekeren

• Risico = onzeker voorval

Partijen

1. Verzekeringnemer

2. Verzekeringsmaatschappij

1 betaalt premie aan 2

1 moet wel voldoen aan de mededelingsplicht

Levensverzekering

Drie partijen:

1. Verzekeringsnemer

2. Verzekeringsmaatschappij

3. Het ‘lijf’

4. (evt zelfs een derde begunstigde)

vraag 1

Levensverzekering

Voorbeeld:

Ik heb een levensverzekering afgesloten bij Achmea op mijn leven. Als ik voor mijn 65e dood ga, krijgen mijn kinderen geld.

Verzekeringsnemer Ik Verzekeringsmaatschappij Achmea

Het ‘lijf’ Ik

derde begunstigde Mijn kinderen

Premie

Premie = bedrag dat je moet betalen om verzekerd te zijn

Hoogte afhankelijk van :

- Risico

- Aantal verzekerden

Bovenop de premie komt assurantiebelasting

Polis

Polis = schriftelijk bewijs van verzekering

Op de polis staat:

- Contactgegevens verzekeraar

- Polisnummer

- Premietermijn

- Soort verzekering

Verzekerde som

= het bedrag waarvoor je bent verzekerd

- Het bedrag dat het belang dekt

- Het bedrag dat maximaal vergoed wordt

- Het bedrag waarover premie wordt berekend

Onderverzekerd

Als je voor een lager bedrag dan de gezonde waarde verzekerd bent -> schade niet 100% gedekt

Bvb:

gezonde waarde = 100.000

Verzekerde waarde = 50.000

Schade 10.000

Dan uitkering = (50.000:100,000)*10.000

= 5.000

Oververzekerd

Als je voor een hoger bedrag dan de gezonde waarde verzekerd bent : schade 100% gedekt

Bvb:

gezonde waarde = 50.000

Verzekerde waarde = 100.000

Schade 10.000

Dan uitkering = 10.000

Want je mag er niet beter van worden!

Vraag 1 en 2

Soorten verzekeringen

1 Schadeverzekering

- Keert maximaal de geleden schade uit

2 sommenverzekering

- Uit te keren bedrag is van te voren afgesproken

Schadeverzekering

• WA verzekering

• Rechtsbijstand

• Ziektekosten

• Opstal

• Brand

• Etc etc

Sommenverzekering

Levensverzekering

• Risicoverzekering

• Kapitaalverzekering

• Compagnonsverzekering

• Etc

AOV : Arbeids Ongeschiktheids Verzekering

Vraag 3

Bedrijfsverzekeringen

Keuze maken want verzekeringen zijn duur!

Dus inventariseren:

- Wat is de kans…

- En hoe hoog is de impact

Risico = kans * impact

Vraag 4 en 5

Aanvragen verzekeringen

Kan via een assurantie-tussenpersoon

- Gebonden adviseur

- Ongebonden adviseur

Via iemand af te sluiten

Of rechtstreeks (‘direct writer’)

Toetsvragen

1 Een verzekering is een overeenkomst tussen twee

partijen waarin is vastgelegd dat de ene partij premie betaalt aan de andere partij en in ruil daarvoor geheel of gedeeltelijk schadeloos wordt gesteld.

2 De verzekeringnemer is de verzekeringsmaatschappij die

verzekeringen aanbiedt.

a. Alleen1 is juist.

b. Alleen 2 is juist.

c. 1 en 2 zijn juist.

Toetsvragen

De … waarde is de waarde van het verzekerde object vlak voordat schade aan het object werd toegebracht.

Welk woord komt op de plaats van de stipjes?

Toetsvragen

Wat zijn voorbeelden van schadeverzekeringen?

Kies de juiste antwoorden.

• rechtsbijstandverzekering

• levensverzekering

• transportverzekering

• opstalverzekering

• zorgverzekering

• ongevallenverzekering

Toetsvragen

Wat zijn voorbeelden van schadeverzekeringen?

Kies de juiste antwoorden.

• rechtsbijstandverzekering

• levensverzekering

• transportverzekering

• opstalverzekering

• zorgverzekering

• ongevallenverzekering

Toetsvragen

1.Een pakketverzekering is een verzameling van

verschillende verzekeringen die bij 1

verzekeraar zijn ondergebracht.

2.Oververzekering is een situatie waarin de

verzekerde som hoger is dan de gezonde

waarde, waardoor de verzekeringnemer een te

hoge premie betaalt.

a. Alleen 1 is juist.

b. Alleen 2 is juist.

c. 1 en 2 zijn juist.

© Jet Idskes , 2014