Post on 25-Mar-2016
description
-‐1-‐
Een school moet je kiezen: weet wat je doet! • een actieve en prettige school... • een gezellige school, een grote familie... • een school waar je dus geen nummer bent, waar iedereen iedereen kent... • een school met veel ruimte voor spel en sport... • een school met een brede waaier van culturele activiteiten (toneel, film, studiereizen, exploratietochten,...)
• een school waar christen zijn geen hol begrip is... • een school met gelijke kansen voor iedereen... ... kortom, een school waar je je onmiddellijk thuisvoelt!
-‐2-‐
Onderwijsaanbod: eerste graad
EERSTE GRAAD
Eerste leerjaar: • 1ste leerjaar A: Keuze volgens talenten:
Communicatievaardigheden (2u) Latijn (2+1u) Technologische Activiteiten (2u)
Agro-‐biotechnieken (2u) Crea (2u)
• 1ste leerjaar B
Tweede leerjaar: 1) Tweede gemeenschappelijk leerjaar A:
Basisopties: Agro-‐Biotechnieken -‐ Latijn -‐ Moderne Wetenschappen 2) Beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL):
Beroepenvelden : Land-‐ en tuinbouw (14 u)
-‐3-‐
Wat willen we met onze 1ste graad? (1ste en 2de leerjaar)
De eerste graad in het Biotechnicum heeft een dubbel doel:
• De leerlingen van de gemeente Bocholt de kans geven de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs in hun eigen vertrouwde omgeving te volgen en hen op zodanige manier te begeleiden dat ze goed voorbereid zijn om eender waar de tweede graad aan te vatten. In het huidige onderwijssysteem kiest een leerling pas na het 2de leerjaar een studierichting. De basislessentabel is immers in het hele Vlaamse land aan alle scholen dezelfde!
• De leerlingen van buiten de gemeente Bocholt zodanig te vormen dat ze prima voorbereid zijn om de tweede graad in onze school of elders aan te vatten.
Het opleidingsconcept kunnen we best samenvatten in de volgende doelen:
1. De eerste graad vangt alle leerlingen op die de basisschool verlaten. 2. Het onderwijs is gericht op brede, algemene basisvorming. 3. Er is een sterke begeleiding van de leerlingen in hun studiekeuze en een positieve oriëntering naar het vervolgonderwijs.
-‐4-‐
Leerlingenbegeleiding: een centraal gegeven in onze school...
A. KLASSENRADEN :
De klassenraad wordt gevormd door alle leerkrachten die in een bepaalde klas lesgeven. De klassenraad heeft als doel de leerlingen zo zinvol en zo efficiënt mogelijk te begeleiden. Iedere klassenraad heeft een welomschreven doel, o.a.: • leervorderingen bij de leerling • toetsbespreking • bespreking studiekeuze • ...
B. OUDERCONTACTEN :
Aangezien de ouders hun kinderen aan onze school hebben toevertrouwd, hebben zij het volste recht op de hoogte te zijn van alles wat betrekking heeft op hun kinderen. Thema's: • Kennismaking en toelichting eerste rapport • toetsresultaten bespreken aan de hand van een duidelijk leesbaar rapport • informatie over de studiekeuze • bespreking van de studiekeuze • ... C. LEERBEGELEIDING : Leerlingen die doorverwezen worden naar de leerbegeleiding worden gedurende 10 weken intensief begeleid door de leerbegeleider op verschillende gebieden.
-‐5-‐
D. SAMENWERKING CLB – SCHOOL :
• informatie verstrekken • belangstellingstesten • leren leren • informatie i.v.m. studiekeuze • ...
E. NASCHOOLSE ACTIVITEITEN :
• schoolsport: schoolvoetbal (interscholencompetitie), atletiek, tennis, paardrijden, zwemmen, judo, …
F. Vak: SOCIALE ACTIVITEITEN : • leren leren • klasgesprekken • project leefsleutels • leerlingenraad
-‐6-‐
Lessentabel 1ste graad -‐ 1ste leerjaar A
Wekelijkse lessentabel: 32 uur
1. Gemeenschappelijke basisvorming: 30u AV Godsdienst 2 AV Aardrijkskunde 2 AV Natuurwetenschappen 2 AV Frans 4 AV Geschiedenis 1 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Muzikale Opvoeding 1 AV Nederlands 5 AV Plastische Opvoeding 2 AV Wiskunde 5 TV Techniek 2 AV Sociale activiteiten 1 AV Informatica 1
2. Keuzegedeelte: 2u
Keuze A: AV Com. vaardigheden 2 Keuze B: AV Latijn 2 Keuze C: TV Techn. activiteiten 2 Keuze D: TV Agro-‐Biotechnieken 2 Keuze E: AV Crea 2
3. Inhaallessen: Inhaalles Wiskunde: 1u Inhaalles Nederlands: 1u Inhaalles Frans: 1u
TOTAAL: 32 u
-‐7-‐ In het eerste leerjaar A: BESCHRIJVINGEN KEUZEPAKKETTEN
AGRO-‐ EN BIOTECHNIEKEN
Welke kennis verwerf en verwerk je?
In deze optie bestudeer je elementen van de natuur en de landbouw en je maakt kennis met chemie en biologie. Je leert over de herkomst van alledaagse voedingsmiddelen die geteeld of gekweekt worden op land-‐ en tuinbouwbedrijven. Je verwerft inzicht in de manier waarop de mens zorgt voor het opzetten van teelten van plantaardig voedsel: de aanleg, de groeifactoren en de technieken, het oogsten en de verwerking.
Welke vaardigheden train je?
Je leert de juiste middelen en materialen gebruiken om je eigen klastuin te onderhouden. Je oefent in het toepassen van de juiste onderhoudstechnieken en –methodes van de start van de teelt tot de oogst. Je communiceert in groep over de resultaten van eenvoudige praktische proefjes en mogelijke problemen tijdens het opzetten van de teelt. Je leert creatieve oplossingen bedenken en uitvoeren.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je hebt interesse voor natuur, landbouw en economie. Je wil zelfstandig, maar ook in groep werken. Je werkt verzorgd en je streeft het oogsten van kwaliteitsvolle producten na. Je hebt oog voor je eigen veiligheid en die van de anderen. Tevens besteed je aandacht aan het milieu door zorgzaam om te gaan met materialen en producten.
-‐8-‐
COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN
Welke kennis verwerf en verwerk je?
Je bouwt kennis op over hoe communiceren, waarom communiceren en met welke moderne communicatiemiddelen. Ook wissel je digitaal (via interactieve mediamiddelen: mail, weblog, …) deze informatie uit met leeftijdsgenoten van Wallonië en het buitenland. Je leert de eerste stapjes te zetten naar toneelvaardigheden. Eveneens leer je jezelf in te leven in een rol d.m.v. technieken.
Welke vaardigheden train je?
Je wordt vaardig in het opzoeken, verwerken en bewaren van (digitale) informatie met behulp van ICT. Je leert ICT gebruiken bij het creatief voorstellen van informatie aan anderen. Je leert werken volgens een werkplanning. Eveneens leer je jezelf in te leven in een rol d.m.v. improvisatieoefeningen en toneel.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je hebt interesse en respect voor andere culturen. Je bent bereid je in te leven in de denk-‐ en leefwereld van een ander persoon. Je bent bereid vooroordelen opzij te zetten en samen te werken om projecten tot een goed einde te brengen. Je neemt zelf initiatief en je gaat kritisch om met informatie. Je bent bereid je aan te passen aan onverwachte omstandigheden.
-‐9-‐
LATIJN
Welke kennis verwerf en verwerk je?
Je ontdekt dat Latijn geen ‘dode’ taal is en je merkt vlug dat ze verder leeft in vele moderne talen. Je verwerft Latijnse woordenschat en je verdiept je in de basisbouwstenen van een Latijnse zin: substantieven, adjectieven en werkwoorden. Je leert deze bouwstenen op een juiste manier gebruiken in een Latijnse zin. Dit is de basis voor iedere verdere taalstudie. Deze kennis heb je nodig om je eerste stappen te zetten in tekstvertaling. Tenslotte krijg je in de cultuurlessen een beeld van de Romeinse samenleving, de wieg van onze Westerse beschaving.
Welke vaardigheden train je?
Door de studie van het Latijn krijg je een grondige taalkundige vorming en leer je logisch Latijnse zinnen analyseren en omzetten naar vlot Nederlands. Je traint je geheugen door de Latijnse woordenschat dagelijks in te oefenen. Je ontdekt verbanden tussen Latijn en moderne talen en je leert de kennis van de Latijnse grammatica en woordenschat gebruiken in andere talen.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je staat open voor de antieke Romeinse cultuur en je maakt een kritische vergelijking tussen je eigen gewoontes en gebruiken en die van Romeinse leeftijdsgenootjes. Je leert de opgedane grammaticale kennis spontaan gebruiken in vakoverschrijdende situaties (Nederlands – Frans enz.). Je wil je eigen oplossing steeds kritisch beoordelen. Je bent bereid zowel individueel als in groepsverband te werken.
-‐10-‐
TECHNISCHE ACTIVITEITEN
Welke kennis verwerf en verwerk je?
Je maakt kennis met een aantal basisvaardigheden en technieken voor het bewerken van hout, metaal, kunststoffen en elektriciteit. Je leert de nodige gereedschappen kennen om het gewenste materiaal te bewerken. Ook leer je een aantal eigenschappen kennen van materialen die je gaat bewerken. Je verwerft specifieke vak-‐ en symbolentaal om de stappenplannen van een praktische realisatie vlot te kunnen uitvoeren.
Welke vaardigheden train je?
Je leert omgaan met gereedschappen en machines door verschillende materialen te bewerken. Zo verwerf je een grotere motorische vaardigheid. Ook leer je werken volgens een werkvolgorde om zo je oefeningen tot een goed einde te brengen. Door veel oefeningen te maken, kan je op termijn steeds vaker je eigen creativiteit kwijt in de oefeningen.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je hebt interesse voor technologie en je bent nieuwsgierig naar nieuwe technologieën. Je werkt zelfstandig en respectvol met gereedschappen en machines. Je krijgt aandacht voor detail en afwerking en je streeft kwaliteitseisen na. Je houdt je aan de veiligheids-‐ en milieuvoorschriften die gelden in de werkplaats. Je wil leren kritisch kijken naar je eigen realisaties en je manier van werken beoordelen.
-‐11-‐
CREA
Welke kennis verwerf en verwerk je?
Hier maak je kennis met basisvaardigheden en technieken die nodig zijn om een creatieve voorstelling te realiseren. Dus ben je vindingrijk, oorspronkelijk, fantasievol, dan is crea de manier om je uit te drukken. Boetseren, collage, assemblage, grafiek, kalligrafie, keramiek, waarneming, schilderen, decorbouw, juwelen maken … enkele van de mogelijke items die aan bod komen.
Welke vaardigheden train je?
Je leert op een correcte manier omgaan met verschillende materialen om de technieken optimaal toe te passen. Verder ontwikkel je de motorische vaardigheid, je leert je creatieve geest verder ontwikkelen.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je werkt zowel zelfstandig als in groep. Je leert respect opbrengen voor elkaar en de omgeving. Je leert kritisch te kijken en je manier van werken beoordelen. Je kan culturele informatiebronnen raadplegen en jezelf expressief uiten, je leert waarnemen, vormgeven en verwoorden.
-‐12-‐
TITULARISUUR/SOCIALE ACTIVITEITEN/ LEEFSLEUTELS
Welke kennis verwerf en verwerk je?
Je verwerft inzicht in gedragingen en emoties van jezelf en je begrijpt de invloed van jouw gedrag en de media op de mensen rondom je. Je leert op een verdraagzame manier om te gaan met verschillen tussen mensen. In je leefomgeving leer je veilige en onveilige situaties onderscheiden. Tevens leer je zorgzaam om te gaan met het milieu in je omgeving. Tijdens de lessen ‘Studiekeuzebegeleiding’ verwerf je inzicht in de algemene structuur van het secundair onderwijs.
Welke vaardigheden train je?
In de lessen ‘Sociale vaardigheden’ leer je je eigen mening verwoorden en je standpunten verdedigen in een dialoog, een groepsdiscussie en een taakgroep. In de lessen ‘Leren Leren’ oefen je het plannen van je werktijd, het selecteren en ordenen van het nodige materiaal, het signaleren van eventuele studieproblemen en het raadplegen van informatiebronnen.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je bent bereid respect en waardering op te brengen voor elkaar, oplossingen uit te voeren voor conflicten met leeftijdsgenoten en je in te zetten voor solidariteitsacties op school. Je neemt je verantwoordelijkheden op in een groep. Je toont je bereid om bij het kiezen van een studierichting, rekening te houden met je eigen (leer)mogelijkheden.
-‐13-‐
Lessentabel 1ste graad -‐ 1ste leerjaar B
Wekelijkse lessentabel: 32 uur
1. Gemeenschappelijke basisvorming: 29u AV Godsdienst 2 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Maatschappelijke Vorming 3 AV Muzikale Opvoeding 1 AV Natuurwetenschappen 2 AV Nederlands 4 AV Plastische Opvoeding 3 AV Wiskunde 4 TV Techniek 6 AV Frans 2
2. Keuzegedeelte: 3 uur
TV Technologische activiteiten 1 PV Handvaardigheid 1 AV Sociale activiteiten 1
3. Inhaallessen: Inhaalles Wiskunde: 1u Inhaalles Nederlands: 1u
TOTAAL: 32 u
-‐14-‐ Naar het 2de leerjaar... Na het eerste leerjaar kiezen de leerlingen van het eerste leerjaar A een basisoptie. Zij hebben dus nog steeds een zeer groot gemeenschappelijk leerpakket zodat nog alle studierichtingen open blijven.
De basisopties die in onze school worden aangeboden zijn:
1. AGRO-‐ BIOTECHNIEKEN
Welke kennis verwerf en verwerk je?
Je bestudeert het productieproces van planten en dieren. Je leert de behoeften en noodzaak van voeding voor mens en dier ontdekken. Je onderzoekt welke middelen er nodig zijn om voedsel voor mens en dier te produceren. Je leert eigen voedingsgewoontes ontdekken en bijsturen. Je kan laboratoriummateriaal herkennen, benoemen en hanteren en je verwerft inzicht in het uitvoeren van eenvoudige experimentele onderzoeken in het labo en op het veld. Je leert dat de mens behoefte heeft aan groen en een gezond leefmilieu.
Welke vaardigheden train je?
Je oefent verschillende stappen van eenvoudig wetenschappelijk onderzoek via praktijkproeven (kiemproeven, belichtings-‐ en verduisteringsproeven, bemestingsproeven, eenvoudig grondonderzoek, …): waarnemen, benoemen, ordenen, ontleden en verklaren. Via veldexperimenten ervaar je proefondervindelijk dat teeltvoorbereidingen, teelttechnieken en verzorgingstechnieken bij planten invloed hebben op het productieproces. Via het opvolgen en registreren van productieprocessen leer je algemene leervaardigheden: waarnemingen noteren, bijkomende informatie opzoeken en besluiten trekken.
-‐15-‐ Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je hebt interesse voor de levende natuur en economie en je bent nieuwsgierig naar resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Je kan zelfstandig maar ook in groep werken. Je ziet in dat je medeverantwoordelijk bent voor het behoud van het milieu en de gezondheid. Je wil nauwkeurig en hygiënisch werken en de veiligheidsvoorschriften van het labo toepassen.
2. LATIJN
Welke kennis verwerf en verwerk je?
In het tweede leerjaar verbreed je de basiskennis Latijn die je verworven hebt in het eerste jaar. Je breidt je kennis betreffende zinsdelen en overeenkomstige vormen uit. Je verkent strategieën (deductie, afleiden uit Latijnse vormen, …) om in de 4 grote onderdelen van een taal – woordenschat, grammatica, cultuur en tekstbegrip – je inzichten te verdiepen.
Welke vaardigheden train je?
Je beschouwt elke (vertaal)opgave als een uitdaging en je probeert een correcte, efficiënte, logische en genuanceerde oplossing na te streven. Je leert vakbegrippen op een vlotte en juiste manier hanteren. Bovendien kom je ertoe stapsgewijs zelf de leerstof te analyseren en om te zetten in hanteerbare leerschema’s. Bij het verwerven van nieuwe kennis, leg je spontaan verbanden met reeds verworven kennis. Stilaan ontwikkel je een eigen, persoonlijke vertaaltechniek. Je leert je uitdrukken in een correct en verzorgd Nederlands.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je hebt een ruime belangstelling voor andere culturen en voor ‘creatief omgaan met taal’. Je bent bereid grondig en nauwkeurig te werken, met veel zin voor regelmaat en planning. Je toont doorzettingsvermogen, zowel bij zelfstandig werken als in groepsverband. Je wil respectvol samenwerken met medeleerlingen.
-‐16-‐ 3. MODERNE WETENSCHAPPEN
Welke kennis verwerf en verwerk je?
Je verwerft kennis in de gebieden natuurwetenschappen (elektriciteit, chemie, fysica), economie en gedrags-‐ en cultuurwetenschappen. Je leert bepaalde wetten van de natuur verklaren in het vak Wetenschappelijk werk (WW). In het vak Socio-‐economische initiatie (SEI) bestudeer je hoe mensen leven en werken in het gezin en de gemeenschap. Via onderzoeksopdrachten en projectwerking verwerf je inzicht in de verbanden tussen de leefomgeving (natuurwetenschappen), de gedragingen en de culturele uitingen (media, politiek, reclame,…) van de mens (menswetenschappen).
Welke vaardigheden train je?
Je oefent eenvoudige wetenschappelijke denk-‐ en werkwijzen via experimenten in het laboratorium en via projectwerking: onderzoeksvraag formuleren, onderzoek uitvoeren, metingen doen en verklaringen voorstellen. Je ontwikkelt algemene leervaardigheden: je verzamelt gegevens in verschillende informatiebronnen, je doet een (markt)onderzoek, je geeft de resultaten in grafieken weer en je formuleert conclusies. Je oefent en plant het uitvoeren van onderzoeksopdrachten via de ontwikkeling van een project.
Welke attitudes ontwikkel je verder?
Je hebt interesse voor economische en maatschappelijke problemen en laboratoriumwerk. Je bent bereid een eigen mening te verwoorden en rekening te houden met de mening van anderen. Je bent kritisch en objectief ingesteld: je kan feiten van meningen onderscheiden. Je werkt graag samen met anderen. Je probeert creatief te zijn in het probleemoplossend denken. Orde en netheid en rekening houden met veiligheids-‐ en milieuvoorschriften, vooral in een labo, ervaar je als een vanzelfsprekendheid.
Dus na die twee eerste jaren kan je nog alle richtingen uit!
-‐17-‐
Lessentabel 1ste graad -‐ 2de leerj. A
Wekelijkse lessentabel: 32 uur Gemeenschappelijke basisvorming: 27u
AV Godsdienst 2 AV Aardrijkskunde 1 AV Geschiedenis 2 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Muzikale Opvoeding 1 AV Nederlands 4 TV Techniek 2 AV Natuurwetenschappen 2 AV Engels 2 AV Frans 4 AV Wiskunde 4 AV Plastische Opvoeding 1
Basisopties: 5 uur A. Agro-‐Biotechnieken:
PV Realisatietechnieken 2 TV Toegepaste wetenschappen 3
B. Latijn: AV Latijn 5
C. Moderne wetenschappen: AV Socio-‐economische initiatie 2 AV Wetenschappelijk werk 3
TOTAAL: 32 u Inhaallessen:
Inhaalles Nederlands: 1u Inhaalles wiskunde: 1u Inhaalles Frans: 1u
-‐18-‐
Beroepsvoorbereidend leerjaar
De leerlingen uit het 1ste jaar B gaan meestal naar het beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL). De leerlingen volgen naast een gemeenschappelijk leerpakket nog 14 uren typisch voor het beroepenveld.
Deze leerlingen worden iets meer voorbereid op een later beroep en krijgen ook meer praktijk. Het beroepenveld dat in het Biotechnicum aangeboden wordt is Land-‐ en Tuinbouw.
Naast de klassieke land-‐ en tuinbouwvakken wordt er ook aandacht besteed aan de studie en verzorging van landbouwhuisdieren zoals konijnen, schapen, kippen, …
-‐19-‐
Lessentabel 1ste graad -‐ Beroepsvoorbereidend leerjaar
Wekelijkse lessentabel: 32 uur
Gemeenschappelijke basisvorming: 18 u AV Godsdienst 2 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Maatschappelijke Vorming 2 AV Muzikale Opvoeding 1 AV Natuurwetenschappen 2 AV Nederlands 3 AV Plastische Opvoeding 1 AV Wiskunde 3 AV Frans 1 AV ICT 1
Beroepenvelden: Land-‐ en Tuinbouw: 14 u
PV Realisatietechnieken 6 TV Dier-‐ en leefmilieu 3 TV Plant-‐ en groeimilieu 5
Inhaallessen
Inhaalles Nederlands: 1u Inhaalles wiskunde: 1u Inhaalles Frans: 1u
TOTAAL: 32 u
-‐20-‐
Onderwijsaanbod in de 2de en 3de graad
TWEEDE GRAAD
1ste en 2de leerjaar TSO Biotechnische Wetenschappen TSO Plant-‐ dier-‐ en milieutechnieken BSO Plant, dier en milieu
DERDE GRAAD
1ste en 2de leerjaar TSO Biotechnische Wetenschappen TSO Dier-‐ en landbouwtechnische Wetenschappen TSO Natuur-‐ en groentechnische Wetenschappen (in aanvraag) BSO Landbouw Keuze tussen
*Landbouw *Natuur-‐ en milieubeheer 3de leerjaar BSO VEEHOUDERIJ en LANDBOUWTEELTEN (7de specialisatiejaar)
-‐21-‐
Biotechnische Wetenschappen
Welke kennis verwerf en verwerk je? In de wetenschapsvakken leer je hoe levende wezens worden opgebouwd, hoe ze functioneren, hoe ze zich in stand houden en ontwikkelen en wat de wisselwerking is met het milieu. Er wordt veel aandacht besteed aan wetenschappelijke kennis van het technisch ingrijpen in natuurlijke processen en van nieuwe technieken in de biotechnologie en aan milieuproblemen.
Welke vaardigheden train je? Je verwerft veel kennis via laboratoriumoefeningen en experimenten. Hierdoor worden je technische onderzoeksvaardigheden en het hanteren van de code-‐ en symbolentaal van wiskunde-‐wetenschappen bijzonder getraind. Het uitdenken en uitvoeren van onderzoeken veronderstelt zowel communicatieve als creatieve vaardigheden zoals observeren, analyseren, verklaren en kritisch evalueren.
Welke attitudes ontwikkel je verder? Je hebt interesse voor dieren en wetenschappen in het dagelijks leven. Bij proefondervindelijk onderzoek heb je zin voor gezondheid, hygiëne en veiligheid. Je kan kritisch reflecteren en je wil nauwkeurig, objectief en milieubewust denken bij het oplossen van problemen. De studierichting Biotechnische Wetenschappen is een "rechtstreekse" voorbereiding op hoger wetenschappelijk onderwijs, zowel van het universitaire als van het niet-‐universitaire niveau. Een greep uit de vele mogelijkheden:
• alle agro-‐ en biorichtingen: zoals dierenarts, bio-‐ingenieur, bachelor
• scheikunde: master, industrieel ingenieur, laborant
• biologie
• medische beroepen
• onderwijs
-‐22-‐
2de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar TSO Biotechnische Wetenschappen Wekelijkse lessentabel: 32 uur
AV Godsdienst 2 AV Aardrijkskunde 1 AV Geschiedenis 1 AV Informatica 1 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Nederlands 4 AV Engels 2 AV Frans 3 AV Wiskunde 5 TV Biotechniek 4 TV Toegepaste biologie 2 TV Toegepaste chemie 3 TV Toegepaste fysica 2
TOTAAL: 32u
-‐23-‐
3de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar TSO Biotechnische Wetenschappen Wekelijkse lessentabel: 32 uur
AV Godsdienst 2 AV Aardrijkskunde 1 AV Engels 2 AV Frans 3 AV Geschiedenis 1 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Nederlands 4 TV Toegepaste biologie 2 TV Toegepaste chemie 2 TV Toegepaste fysica 1 AV Wiskunde 6 TV Biotechniek 3 TV Laboratorium 3
TOTAAL: 32u
-‐24-‐
TSO Plant-‐ dier-‐ en milieutechnieken
Welke kennis verwerf en verwerk je ? PLANT
• Verwerven van plantenkennis • De levensprocessen van planten verklaren aan de hand van anatomische en fysiologische kenmerken • Basiskennis verwerven in de levenscycli van zaadplanten, sporenplanten en zwammen aan de hand van typevoorbeelden
DIER
• Verwerven van dierenkennis • De levensprocessen van dieren verklaren aan de hand van anatomische en fysiologische kenmerken • Basiskennis verwerven in de levenscycli van dieren aan de hand van typevoorbeelden
MILIEU
• Inzicht verwerven in de verschillende abiotische invloedsfactoren • Inzicht verwerven in de biotische invloedsfactoren (virussen, bacteriën en schimmels) • Interactie tussen de biotische en de abiotische invloedsfactoren in de ecosystemen bespreken • Basisinzichten verwerven i.v.m. de invloed van bodemkundige, klimatologische omstandigheden en chemische processen op het ecosysteem
Welke vaardigheden train je ? • Planten vermeerderen, voeden en verzorgen • Dieren voederen, huisvesten, verzorgen en vermeerderen Je past specifieke land-‐ en tuinbouwvaardigheden toe en je leert technieken om de productie van voedsel, de verwerking en de commercialisering ervan efficiënt te laten verlopen. Je traint ICT-‐ en sociale vaardigheden om contacten met overheids-‐ en ondersteuningsdiensten goed te kunnen verzorgen. Je leert machines onderhouden en landbouwvoertuigen besturen.
-‐25-‐
Welke attitudes ontwikkel je verder ? Je hebt interesse voor planten en dieren en milieu. Je experimenteert graag in je natuurlijke omgeving. Je kan zelfstandig, nauwkeurig, ordelijk en hygiënisch werken. Tijdens de uitvoering van je vaardigheden en experimenten volg je de nodige veiligheids-‐, gezondheids-‐ en milieumaatregelen op. Je kan je eigen handelen kritisch evalueren. Je leert markteconomisch denken en respectvol omgaan met planten, dieren en het milieu.
Extra in de 3de graad:
Keuze 2 u NATUUR-‐en MILIEUTECHNIEKEN TSO
De studierichting TSO Plant-‐ dier-‐ en milieutechnieken bereidt leerlingen voor op het beroep van landbouwer, dierenartsassistent, dierenverzorger, bedrijfsleider, of op een beroep in de agro-‐industrie.Het geeft hen daarnaast nog een aantal mogelijkheden om verder te studeren: laborant, industrieel ingenieur, verpleger, leraar, graduaat landbouw enz.. Daarom biedt het lessenpakket naast een brede algemene vorming ook wetenschappelijk onderricht (wiskunde, fysica, biologie, chemie) en uiteraard een typische landbouw-‐technische opleiding (teelten, bemesting enz.) Naast hogere studies hebben de afgestudeerden ook ruime tewerkstellingskansen in de brede waaier van de agro-‐industrie. In de derde graad kan je kiezen tussen pure landbouwvakken of Natuur-‐ en milieutechnieken.
-‐26-‐
2de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar TSO Plant-‐ dier-‐ en milieutechnieken Wekelijkse lessentabel: 34 uur
AV Godsdienst 2 AV Aardrijkskunde 1 AV Frans 2 AV Geschiedenis 1 AV Informatica 1 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Nederlands 4 AV Wiskunde 3 TV/PV Plant-‐ dier-‐ en milieutechnieken 8 TV Toegepaste biologie 2 TV Toegepaste chemie 2 TV Toegepaste fysica 2 TV Algemene techniek 2 AV Engels 2
TOTAAL: 34u
-‐27-‐
3de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar TSO Dier-‐ en landbouwtechnische Wetenschappen
Wekelijkse lessentabel: 34 uur AV Godsdienst 2 AV Aardrijkskunde 1 AV Geschiedenis 1 AV Frans 2 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Nederlands 2 AV Wiskunde 2 AV Engels 2 PV Praktijk/TV stage Landbouw 4 TV Dier-‐en landbouwtech. Wet 6 TV Algemene techniek 1 TV Toegepaste biologie 2 TV Toegepaste chemie 2 TV Toegepaste fysica 1 TV Toegepaste economie 3 TV Toegepaste informatica 1
TOTAAL: 34u
-‐28-‐ 3de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar TSO Natuur-‐ en groentechnische Wetenschappen IN AANVRAAG (beslissing april 2011) Welke kennis verwerf en verwerk je ? Je verwerft kennis over (wilde) fauna en flora, ecologie en landschap. Je leert een aantal biotopen van elkaar onderscheiden op basis van de biotische en abiotische factoren in relatie tot het landschap.
Welke vaardigheden train je ? Je leert beheersmaatregelen uitvoeren om de natuurwaarde of biodiversiteit te verhogen en begrijpt de noodzaak daarvan. Je verwerft competenties met betrekking tot het uitvoeren van werkzaamheden in functie van de inrichting, het beheer en onderhoud van een groter domein of parkgebied
Welke attitudes ontwikkel je verder ? Je hebt interesse voor planten en dieren en milieu. Je experimenteert graag in je natuurlijke omgeving. Je kan zelfstandig, nauwkeurig, ordelijk en hygiënisch werken. Tijdens de uitvoering van je vaardigheden en experimenten volg je de nodige veiligheids-‐, gezondheids-‐ en milieumaatregelen op. Je kan je eigen handelen kritisch evalueren. Je leert markteconomisch denken en respectvol omgaan met planten, dieren en het milieu.
-‐29-‐
3de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar TSO Natuur-‐ en groentechnische Wetenschappen IN AANVRAAG (beslissing april 2011) Wekelijkse lessentabel: 34 uur
AV Godsdienst 2 AV Aardrijkskunde 1 AV Geschiedenis 1 AV Frans 2 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Nederlands 2 AV Wiskunde 3 AV Engels 2 PV Praktijk/TV stage Natuur 4 TV Natuur-‐ en groentechn. Wet 6 TV Algemene techniek 2 TV Toegepaste biologie 2 TV Toegepaste chemie 2 TV Toegepaste fysica 1 TV Toegepaste economie 1 TV Toegepaste informatica 1
TOTAAL: 34u
-‐30-‐ BSO Plant-‐ dier-‐ en milieu
Welke kennis verwerf je en verwerk je in dit leertraject ?
Je leert planten en dieren herkennen, determineren en benoemen. Verder verwerf je inzicht in determineren van de macrofauna en –flora van enkele biotopen. Je leert de relatie tussen plant en dier te beschrijven en je verwerft basisinzichten in verband met de invloed van bodemkundige en klimatologische omstandigheden en chemische processen op het ecosysteem.
Welke vaardigheden train je ?
Je leert omgaan met producten en materialen met betrekking tot de cluster plant, dier en milieu. Je oefent in het onderhouden van materialen en machines voor plant, dier en milieu. Je leert planten vermeerderen, voeden, verzorgen, oogsten en verkoopsklaar maken, alsook dieren voederen, huisvesten, verzorgen en vermeerderen.
Welke attitudes ontwikkel je verder ?
Je hebt interesse voor planten, dieren en milieu in je omgeving en voor de gebruikte technieken. Je werkt met zin voor gezondheid, hygiëne, kwaliteitszorg, veiligheid en respect tijdens de uitvoering van taken. Je bent milieubewust.
Extra in de 3de graad: Natuur en Milieu BSO
*Planten, bomen en struiken *Natuurbeheer – beheer van natuurgebieden *Bosbeheer *Natuurbehoud en beheerslandbouw *Ecologie *Milieu-‐waterkwaliteit *Lucht-‐ bodemsanering *Afvalproblematiek *Agrarisch natuurbeheer
-‐31-‐
2de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar BSO Plant-‐ dier – en milieu
Wekelijkse lessentabel: 32 uur AV Godsdienst 2 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV PAV 6 TV/PV Plant, dier en milieu 18 TV/PV Algemene techniek 2 TV Informatica 1 AV Frans 1
TOTAAL: 32 u
-‐32-‐ 3de graad -‐ 1ste en 2de leerjaar BSO Landbouw
Wekelijkse lessentabel: 32 uur
AV Godsdienst 2 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV PAV 4 PV Stages Landbouw (plant en dier) 8 TV Plant-‐ en groeimilieu 4 TV Dier-‐ en leefmilieu 3 TV Algemene techniek 1 PV Praktijk Algemene techniek 1
Dier-‐en leefmilieu 1 TV Toegepaste economie 2 Keuze A: TV Seminarie 2 TV Plant-‐ en groeimilieu 1 AV Informatica 1 Keuze B: TV Natuur-‐ en milieu 4
TOTAAL: 32 u
-‐33-‐
3de graad -‐ 3de leerjaar BSO Veehouderij en landbouwteelten Door de specialisatie in de landbouw worden hoge eisen en een goede scholing verwacht van onze landbouwers. Daar Noord-‐Limburg een echte veestreek is (rundvee en varkens), is er zeker nood aan specialisatie in deze sector. De lessentabel bestaat uit een reeks algemene vakken, welke tot doel hebben het getuigschrift hoger secundair te behalen. Een ander deel omvat de theoretisch technische vakken . Naast de theorie komt er ook heel wat tijd vrij voor beroepspraktijk en stage. De leerlingen brengen bezoeken aan instellingen welke nauw betrokken zijn met de landbouw, ze volgen studiedagen , KI-‐cursus, bedrijfsovername , opleiding heftruckbestuurder enz... Wekelijkse lessentabel: 32 uur
AV Godsdienst 2 AV Maatschappelijke vorming 3 AV Nederlands 3 AV Lichamelijke Opvoeding 2 AV Wiskunde 2 TV Beheer landbouwbedrijf: 16 u -‐TV Landbouw 6 -‐PV Landbouw 2 -‐TV Stage 8 TV Project Seminaries 2 TV Toegepaste economie 2
TOTAAL: 32 u
-‐34-‐
Interne organisatie 1. Leerboeken, schoolgerief, schoolagenda De leerlingen kunnen hun leerboeken bij het begin van ieder schooljaar in de school huren. Deze regeling zorgt ervoor dat de leerlingen de leerboeken die ze nodig hebben zeer voordelig kunnen verkrijgen.
2. Kledij Voor de lessen lichamelijke opvoeding is gymkleding van de school verplicht. Voor een aantal praktijklessen geldt dit eveneens: daar is ook een bepaalde overall voorgeschreven. In de labolessen is een witte labojas verplicht. De gymkleding, overalls en labojassen kunnen in de school aangekocht worden.
3. Verzekering De leerlingen zijn verzekerd tegen lichamelijke letsels zowel tijdens de schooluren als op de normale weg van en naar school.
4. CLB-‐ begeleiding (P.M.S. -‐ M.S.T.) Onze school werkt samen met het Vrij CLB-‐Centrum, Grauwe Torenwal 11 te Bree .Tel.: 089 46.26.91. De CLB-‐medewerker heeft wekelijks een vaste zitdag in onze school, neemt deel aan KLASSENRADEN en adviseert. Leerlingen en ouders kunnen er terecht i.v.m.:
• studiemethodes • persoonlijkheidsproblemen • aanpassingsmoeilijkheden • medische voorlichting • studierichtingen in verder studeren • assertiviteitstrainingen
-‐35-‐
Met de bus naar het Biotechnicum U kan de juiste regeling bekomen op het nummer van De Lijn :
Ø Algemeen nummer: 011 85.02.51 Ø De Lijn info: 070 220.200 Ø Of op de website van De Lijn: www.delijn.be
Gelieve tijdig de “Buzzy Pazz” aan te vragen (abonnement) bij De Lijn , best voor 1 augustus 2011.
Internaatmogelijkheden: Onze leerlingen kunnen gebruik maken van het internaat Agnetendal Peer (zowel meisjes als jongens): 011 809287 internaat.agnetendal@scarlet.be http:// internaat.agnetendal-‐peer.be