in landschap - Radboud Universiteit - Radboud Universiteit · afzonderlijke ontwikkelingen zo te...

Post on 24-Sep-2020

3 views 0 download

Transcript of in landschap - Radboud Universiteit - Radboud Universiteit · afzonderlijke ontwikkelingen zo te...

A c t u a l i s a t i e ,i n o p d r a c h t v a n d e K a t h o l i e k e U n i v e r s i t e i t N i j m e g e n& U M C S t . R a d b o u d .

K u i p e r C o m p a g n o n sB u r e a u v o o r R u i m t e l i j k e O r d e n i n g e n A r c h i t e c t u u r B V

H e y e n d a a l

i n l a n d s c h a p

M a a r t 2 0 0 3

K u i p e r C o m p a g n o n s 2 0 0 3 ©

H e y e n d a a l

Samenspel in landschap

Maart 2003

In opdracht van:

Rotterdam / Arnhem

Postbus 290593001 GB Rotterdamtelefoon (010) 433 00 99telefax (010) 404 56 69

A c t u a l i s a t i e ,i n o p d r a c h t v a n d e K a t h o l i e k e U n i v e r s i t e i t N i j m e g e n& U M C S t . R a d b o u d .

Inhoud

1. De opgave1.1. Inleiding1.2. Vraagstelling en ambities1.3. Aanpak

2. Uitgangssituatie2.1. Ruimtelijke context2.2. Historische context2.3. Huidige structuur en geplande ontwikkelingen

3. Ruimtelijke kwaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden3.1. Hoofdopzet3.2. Ontsluitingsstructuur3.3. Groengebieden3.4. Bebouwingsclusters

4. Het concept4.1. Planfilosofie4.2. Ontwikkeling van het concept

5. Uitwerking deelgebieden5.1. Heyendaalseweg, gemeenschappelijke erf5.2. Centraal park5.3. Toernooiveld, B-faculteiten5.4. Erasmusplein, Thomas van Aquinostraat, A-faculteiten5.5. Medische cluster5.6. Kapittelweg, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen5.7. Comeniuslaan, Montessorilaan5.8. Sportcomplex c.a.5.9. Driehuizerweg, Mercator

6. Deelaspecten6.1. Auto-ontsluiting 6.2. Parkeren6.3. Fietsontsluiting6.4. Openbaar vervoer6.5. Groenontwikkeling

7. Hoe verder

Colofon

en om verbindingen tussen functies maar ook om dekwaliteit van de omgeving als katalysator voor ont-moetingen en uitwisseling van ideeën. Ook voor hetUMC zijn die samenwerkingsverbanden in toe-nemende mate van belang. De ruimtelijke structuurdient erop gericht te zijn door concentratie ruimte vrijte maken voor toekomstige flexibiliteit.

u Ruimtelijke condities zijn voorwaardenscheppendvoor het aantrekken van kennisintensieve bedrijvenen voor succesvolle samenwerking op het gebiedvan onderzoek en ontwikkeling.

u Bij de keuze om in Nijmegen te gaan studeren speelteen aantrekkelijke omgeving mede een rol. De cam-pus heeft een belangrijke functie als ontmoetingsplek.Integratie binnen de stad, een aantrekkelijke om-geving, goede voorzieningen voor huisvesting vanstudenten en gasten, alsmede voorzieningen op hetgebied van horeca, sport en cultuur kunnen hiertoebijdragen.

u Er is een toename van activiteiten in het kader vande 'education permanente'. Congres- en hotel-faciliteiten kunnen hier op inspelen

u Vanuit de ambitie niet alleen te participeren inonderzoek elders maar ook op de campus inter-nationaal toonaangevende onderzoekscentra tebehouden en verder te ontwikkelen, zijn ruimtelijkekwaliteit en identiteit van belang.

In 1997 werd door Kuiper Compagnons eenstructuurvisie voor het plangebied opgesteld, bedoeldals een referentiekader om verdere divergentie enversnippering bij realisatie van deelplannen in hetplangebied te voorkomen. De uitdaging is om deafzonderlijke ontwikkelingen zo te sturen dat zij bij-dragen aan de kwaliteit van het totaal. In opdrachtvan de KU Nijmegen en het UMC St Radboud is dezestructuurvisie in 2002 geactualiseerd.

1.2. Vraagstelling en ambitie

De centrale vraag is hoe aan de voortdurende dyna-miek van sloop, renovatie, nieuwbouw, herinrichtingen herstructurering zodanig richting te geven dat de

1. De Opgave

1.1. Inleiding

Heyendaal, de campus van de Katholieke UniversiteitNijmegen en het UMC St Radboud, wordt gekenmerktdoor een grote ruimtelijke dynamiek. Belangrijke ont-wikkelingen zijn gaande zoals de herstructurering vanhet UMC St Radboud , de concentratie van deNijmeegse opleidingen van de Hogeschool Arnhem enNijmegen op de campus, vervangende nieuwbouwvoor de Faculteit Natuurwetenschappen en de aantrek-king van bedrijven in het Mercator Technology &Science Park, naast andere nieuwbouwinitiatieven alshet Academisch Centrum voor Kinder enJeugdpsychiatrie Oost Nederland, Bloedbank en uit-breiding van studentenhuisvesting. In totaal zullen deinvesteringen in Heyendaal het komende decenniumeen kleine miljard euro belopen. Een markant gegevendaarbij is dat per saldo het totale bouwvolume eerderzal afnemen dan toenemen. De herstructurering vanhet UMC St Radboud bijvoorbeeld resulteert in eencompacter geheel. Ook de planontwikkeling van deFaculteit Natuurwetenschappen leidt tot afstoten vanbouwvolume en grotere compactheid. Daartegenoverstaat enige toename van het bouwvolume als gevolgvan de komst van HBO-instellingen en bedrijven. Algemeen wordt de groene kwaliteit van Heyendaalgewaardeerd. De ruimtelijke structuur van Heyendaalwordt daarentegen nog steeds als fragmentarisch enonsamenhangend ervaren. Dit is ondermeer het gevolgvan een historie van min of meer gescheiden opere-rende instellingen met elk hun eigen ontwikkelingenen visies. Het ruimtelijk beeld weerspiegelt de verschil-lende 'domeinen' op de campus. Gaandeweg is deovertuiging gegroeid dat voor het toekomstperspectiefvan de KUN en het UMC ruimtelijke kwaliteit ensamenhang belangrijke waarden zijn. Enkele overwegingen:

u Voor de universiteit zijn samenwerkingsverbandenextra van belang. Goede ruimtelijke relaties kunnenhet ontstaan van symbiotische relaties bevorderen.Het gaat daarbij niet alleen om onderlinge nabijheid

vele afzonderlijke initiatieven bijdragen aan de ruim-telijke kwaliteit van de campus als geheel. Daartoeworden in deze visie ontwikkelingslijnen uitgezet, diegericht zijn op de totstandkoming van een dragendeen samenbindende structuur waarbinnen de verschil-lende functies zich flexibel kunnen ontwikkelen. Destructuurvisie is nadrukkelijk niet bedoeld als 'eind-beeld' maar als ontwikkelingsrichting; als sturings-instrument voor een geleidelijke transformatie vanHeyendaal. De structuurvisie zal een antwoordmoeten geven op de actuele ruimtevragen zonderdaarbij toekomstige ontwikkelingen te belemmeren.Het versterken van het groene imago door hetbenutten en uitbouwen van de landschappelijke kwa-liteiten is een belangrijke ambitie. Groene kwaliteit isgekozen als speerpunt. Niet alleen door te koesterenwat er is maar door een visie te ontwikkelen hoebestaande fragmenten uit te bouwen tot een nieuwgeheel. Daarnaast wordt beoogd een hoogwaardigeuitstraling, herkenbaarheid en identiteit te bevorderenen de integratie binnen de stad te intensiveren.

1.3. Aanpak

Door het College van Bestuur van de KUN en de Raadvan Bestuur van het UMC St Ra dboud is in 2001 deArchitectuurcommissie Campus Heyendaal ingesteld,bestaande uit vertegenwoordigers van het UniversitairFacilitair Bedrijf van de KU Nijmegen en het BedrijfHuisvesting van het UMC St Radboud en de coördine-rend architecten van beide instellingen. In overleg metde architectuurcommissie is de in 1997 gepresenteerdestructuurvisie geactualiseerd. Daarbij zijn de sinds 1997gerealiseerde projecten, de goedgekeurde nieuwebouwinitiatieven, de strategische huisvestingsplannenvan de instellingen, een tussentijds beschikbaar geko-men bereikbaarheidsvisie voor het gebied en de visieop parkeren verwerkt in het ruimtelijke concept. In deontwerpaanpak staat een integrale werkwijze voorop.In de samenstelling van het ontwerpteam vormt naaststedenbouw en architectuur de landschapsdisciplineeen belangrijke invalshoek.

1

HeyendaalT o p o g r a f i s c h e k a a r t N i j m e g e n e n o m g e v i n g

2

2.1. Ruimtelijke context

Heyendaal ligt aan de zuidoostzijde van Nijmegen,geflankeerd door de St. Annastraat en doorsnedendoor de Heyendaalseweg. De universiteit en hetacademisch ziekenhuis zijn vrijwel geheel gecon-centreerd op het voormalige landgoed Heyendaalwaarvan nog fragmenten aanwezig zijn. DeCampus maakt deel uit van de grote en aaneen-gesloten groene lob Heyendaal, Park Brakkenstein,Driehuizen, Nijmeegse Baan. Het Heyendaal-groen is van wezenlijke betekenisvoor de structuur van Nijmegen waarbij groenelobben diep in het stedelijk gebied doordringen. Inde stedelijk structuur vormt Heyendaal ook anders-zins een belangrijk element. Het is de grootste werk-gelegenheidsconcentratie en heeft aan aanzienlijkeverkeersaantrekkende werking. Vooral het UMC StRadboud is een brandpunt van activiteiten.De stedelijke hoofdwegen St. Annastraat (primairehoofdweg) en Heyendaalseweg (secundaire hoofd-weg) vormen een rechtstreekse verbinding met hetstedelijk centrum dat op circa 3 km afstand ligt. Debelangrijkste externe auto-ontsluitingen lopen via

de St. Annastraat en de zuidwestzijde vanNijmegen naar 's-Hertogenbosch en Rotterdam envia het Keizer Karelplein en de Waalbrug naarArnhem. Aan de noordoostzijde grenst het plan-gebied aan de verdiept gelegen spoorlijn naar Venlomet station Heyendaal als halteplaats.

2.2. Historische context

De Nijmeegse universiteit, de eerste rooms-katho-lieke universiteit van Nederland, werd in 1923gesticht. Aanvankelijk ontwikkelde de universiteitzich in stadspanden in het centrum. Bij het bombardement van Nijmegen in 1944 wer-den veel universiteitspanden verwoest. Daarnaastwas door de groei van het aantal studenten in-middels duidelijk geworden dat het nog beschikbareterrein binnen de bestaande stad te klein zou zijn.Bij de plannen van de wederopbouw na de oorlogwerd daarom uitgegaan van een volledig nieuwstedenbouwkundig ontwerp voor de universiteitnaar ontwerp van de (katholieke) stedenbouwersGranpré Molière, van der Laan en anderen, gedeel-telijk op het grondgebied van het toenmalige land-goed Heyendaal.De nieuwe universiteitswijk zou weliswaar een dui-delijke zelfstandigheid kennen, maar tegelijk 'nauwen organisatorisch met de stad verbonden' blijven.Daarom werd behalve het landgoed Heyendaalaanvankelijk ook Galgeveld als universiteitsterrein inde plannen opgenomen.

3

2.Uitgangssituatie

Situatie ca. 1850 Situatie ca. 1910

Ligging in de verkeerstructuur

Op Galgeveld zou aan een monumentaal plein hetrepresentatieve gedeelte van de universiteit haarplaats krijgen: hoofdgebouw, bibliotheek en kapel.Ten zuiden van de spoorlijn Nijmegen-Venlo, waareen deel van het landgoed Heyendaal was aange-kocht, zouden de medische faculteit de wis- ennatuurkundefaculteit en een groot sportcomplexgebouwd worden. Het plan werd met de nodige katholieke symboliekgepresenteerd als 'Het Kelkplan': het terrein opHeyendaal vormde de voet van deze kelk, de brugover het spoor de smalle overgang en hetGalgenveld de beker.Rond 1960 krijgt de universiteit de beschikking overhet gehele landgoed Heyendaal, totaal zo'n 90 hec-tare. Er werd definitief afgezien van het concept omhet representatieve gedeelte van de universiteit op

Galgeveld te situeren. In een studieplan worden allefaculteiten en gebouwen op Heyendaal geprojec-teerd, met de Driehuizerweg als oostgrens en ver-bindingsroute naar de stad. De Heyendaalseweg isslechts een interne laan.Bepalend voor de huidige vorm van de campus ishet structuurplan van 1963 waarbij meer ruimte enflexibiliteit voor de ontwikkeling van het medischcomplex en de B-faculteiten werd ingebouwd.Besloten wordt om de Driehuizerweg af te sluitenen van de Heyendaalseweg een belangrijkestedelijke weg te maken.Plannen in de jaren 70 gaan uit van verdere groei-verwachtingen (23.500 studenten in 1990) enverdere uitbreiding van deelcomplexen. Dalendestudentenaantallen, dalende ruimtebehoefte enfinanciële redenen waren evenwel oorzaak van

stagnatie in uitbreidingsplannen. Een beoogdesamenhang in de bebouwingsstructuur werd nietgerealiseerd, waardoor solitaire complexen metongedefinieerde gebieden daartussen zijn ontstaan.Achteraf bezien zijn de plannen van na 1960 over-gedimensioneerd.

Heyendaal kent een grote diversiteit in bouwstijlenen bouwvormen. De medische faculteit en hetacademisch ziekenhuis zijn fraaie voorbeelden vanBossche Schoolarchitectuur uit de jaren 50. De B-faculteit uit de jaren 60 met dominantebouwvolumes en sobere architectuur zijn ont-worpen door Peutz. De grootschalige Erasmushoogbouw en het Spinoza gebouw dateren vanbegin jaren 70, gevolgd door de kleinschalige laag-bouw van de Thomas van Aquinostraat, die alsdirecte tegenreactie is te zien. Heyendaal biedtaldus een staalkaart van architectuur- en steden-bouwopvattingen uit alle naoorlogse perioden in desetting van een parkachtige omgeving. Want ookwaardevolle fragmenten van het landgoed zijn nogsteeds aanwezig.De huidige ontwikkelingen worden gekenmerktdoor het ontstaan van een grotere functionele ver-scheidenheid (bedrijven, HBO) en door herstruc-turering gericht op grotere compactheid. In 1994 iseen structuurvisie van de gemeente opgesteld als

4

‘Kelkplan’ ca. 1950

Structuurplan K.U.N. 1963

voorbereiding voor bestemmingsplannen. Daarin iswaar mogelijk flexibiliteit voor ontwikkelingengegeven en anderzijds bescherming van land-schapswaarden gewaarborgd. In 1997 werd voorde campus zelf een nieuwe structuurvisie opgesteld.

2.3. Huidige structuur engeplande ontwikkelingen

Op bijgaande kaarten zijn de bebouwingsstructuuren de functionele opbouw van Heyendaal aange-geven alsmede een aantal geplande ontwikke-lingen. Naast min of meer vaststaande beleids-keuzes zijn er plannen waaromtrent definitievebesluitvorming nog moet plaatsvinden. Hierondereen kort overzicht van de stedenbouwkundig meestrelevante plannen. Een nadere bespreking van dekwaliteiten en zwaktes van de ruimtelijk structuurvolgt in hoofdstuk 3.

Structuurplan UMC St Radboud In uitvoering is het structuurplan van het UMC StRadboud . Het gaat om een omvangrijke recon-structie met zowel nieuwbouw als renovatie. De symbiose tussen patiëntenzorg, onderwijs enonderzoek wordt vormgegeven door onderlingekoppeling via een onderwijsgebouw en eenresearchtoren, welke zijn gesitueerd op het GeertGrooteplein. Er is een 'carré' opzet langs vier assen ontstaan. Het eerste deel , bestaande uit een onderwijsge-bouw, een researchtoren en een ingrondse parkeer-garage is voltooid. Het tweede deel, twee zieken-huisgebouwen en een deel van de nieuwe centraleziekenhuisas is in uitvoering.Het project moet resul-teren in een doelmatiger en meer compact geheel.In latere fasen komen aan de oostflank, aan dewestflank en langs de Kapittelweg talrijke randge-bouwen vrij. Dit heeft belangrijke implicaties voorde stedenbouwkundige ontwikkelingsmogelijkhe-den. Het nieuwe huisvestingsplan voor het UMC StRadboud kiest voor een verdere concentratie vande bebouwing aan het inmiddels vormgegevencarré . De ontwikkelingszones bieden mogelijk-heden voor herhuisvesting van een aantal functies,zoals Tandheelkunde, en biedt tevens ruimte voortoekomstige groei

Hogeschool van Arnhem en NijmegenOp het driehoekige gebied, ingesloten door de

Huidige bebouwingsstructuur

5

Kapittelweg, de Laan van Scheut en de VerlengdeGroene Straat is momenteel de eerste fase van denieuwbouw voor de Nijmeegse opleidingen van deHogeschool van Arnhem en Nijmegen in uitvoe-ring. Met de uitvoering van de eerste fase is begon-nen. Het stedenbouwkundig concept ligt globaalvast; de nadere uitwerking zal fasegewijs plaatsvin-den. In de tekeningen is het HAN concept als uit-gangspunt genomen. De in aanbouw zijnde HAN-campus vraagt om een evenwichtige invulling vande ontwikkelingszone van het UMC St Radboudaan de zuidzijde van de Kapittelweg, teneinde degewenste ruimtelijke relaties en samenhang tebewerkstelligen.

MercatorAan de oostzijde van de Heyendaalseweg, tegen-over de Kapittelweg en naast de B-faculteiten is heteerste gebouw van het Mercator Technology &Science Park gebouwd. Iets meer naar het oosten isinmiddels ook een tweede gebouw gerealiseerd ophet snijpunt van de zichtassen van Kapittelweg enDriehuizerweg. In de toekomst wordt een verdereuitbreiding beoogd met kennisintensieve bedrijvendie een onderzoeksrelatie met de universiteithebben. De opzet van dit bedrijvenpark is nog openen de verdere ontwikkeling afhankelijk van econo-mische factoren en de gefaseerde sloop en nieuw-bouw in dit deel van het plangebied.

Centrumvorming ErasmuspleinRond het Erasmusplein heeft een intensiveringplaatsgevonden met functies zoals een restaurant,een café, vestiging van een nieuweHumaniorabibliotheek in de te renoverenUniversiteitsbibliotheek . Een deel van de leraren-opleiding is gehuisvest in het te renoverenErasmusgebouw. Bij de renovatie van dit gebouwzal op de begane grond een campusshop en anderevoorzieningen worden samengebracht ter verster-king van decentrumfunctie van het plein

Herstructurering B-faculteitenDe vervangende nieuwbouw voor de faculteitNatuurwetenschappen is in uitvoering genomen.Het nieuwe Magnetenlaboratorium, aan de oost-zijde van de Driehuizerweg is opgeleverd, hetnieuwe Logistiek Centrum en een NMR-gebouwzijn in aanbouw. Behalve omwille van functionelesamenhang is herstructurering noodzakelijk uit oog-punt van compactheid.

6

7

Er bestaat momenteel een overmaat. Langs deHeyendaalseweg wordt naar ontwerp van AGS eencompacte kamstructuur gerealiseerd, op deHeyendaelseweg georiënteerd, met binnenhoven eneen grote mate van transparantie. Deze compactevorm maakt het mogelijk door sloop van debestaande gebouwen per 2007 strategische bouw-lokaties vrij te maken.

Sportcentrum-Gymnasion.Even zuidelijker langs de Heyendaalseweg is tegen-over het Erasmusgebouw thans de nieuwbouw vanhet Gymnasion nagenoeg gereed. Het gebouwcombineert een nieuw sportcentrum, waarondereen parkeergarage, met onderwijs- en kantoorhuis-vesting voor de KU Nijmegen en de HAN.

StudentenhuisvestingNa een noodzakelijke aanpassing van het bestem-mingsplan zal per 2003 aan de zuidkant van hetToernooiveld een grootschalig nieuwbouwplanworden gerealiseerd voor huisvesting van studentenen gasten. Voorzien is een volume met ca. 450wooneenheden.

ParkeervoorzieningenDe huidige parkeervoorzieningen zijn ontoereikendom de druk op de campus te kunnen opvangen. Ditvraagt om een aanzienlijke uitbreiding van hetaantal parkeerplaatsen. Uitbreiding dient plaats tevinden zonder aantasting van de groenstructuurvan de campus. Van wezenlijke betekenis is danook dat in directe samenhang met de recentenieuwbouwplannen (UMC St Radboud,FNWI,Gymnasion, Studentenhuisvesting) parkeervoor-zieningen voorzover mogelijk onderdeel uitmakenvan de bebouwing. Hantering van dit principedraagt ertoe bij dat de parkeerdruk op de openbareruimte afneemt.Met het voortschrijden van de nieuwbouw zullen inde loop der jaren de huidige tijdelijke parkeervoor-zieningen worden opgeheven. Hiervoor in de plaatszullen op enkele locaties grotere parkeerconcen-traties worden gerealiseerd, die qua vormgeving zoveel mogelijk in de omgeving worden opgenomen.Als mogelijke locaties wordt gedacht aan de hoekvan de Kapittelweg en de Heyendaalseweg en deop termijn vrijkomende zone aan de Philips vanLeydenlaan.

ParkeervoorzieningenDe huidige parkeervoorzieningen zijn ontoereikendom de druk op de campus te kunnen opvangen. Ditvraagt om een aanzienlijke uitbreiding van hetaantal parkeerplaatsen. Uitbreiding dient plaats tevinden zonder aantasting van de groenstructuurvan de campus. Van wezenlijke betekenis is danook dat in directe samenhang met de recentenieuwbouwplannen (UMC St Radboud,FNWI,Gymnasion, Studentenhuisvesting) parkeervoor-zieningen voorzover mogelijk onderdeel uitmakenvan de bebouwing. Hantering van dit principedraagt ertoe bij dat de parkeerdruk op de openbareruimte afneemt.Met het voortschrijden van de nieuwbouw zullen inde loop der jaren de huidige tijdelijke parkeervoor-zieningen worden opgeheven. Hiervoor in de plaatszullen op enkele locaties grotere parkeerconcen-traties worden gerealiseerd, die qua vormgeving zoveel mogelijk in de omgeving worden opgenomen.Als mogelijke locaties wordt gedacht aan de hoekvan de Kapittelweg en de Heyendaalseweg en deop termijn vrijkomende zone aan de Philips vanLeydenlaan.

r u i m t e g e v e n , r u i m t e l a t e n .

8

3.1. De hoofdopzet

Heyendaal werd niet ervaren als een samenhan-gend geheel maar als een verzameling fragmentenin een overwegend groene context. De belangrijk-ste structuurbepalende elementen zijn:

u de hoofdontsluitingswegen: St. Annastraat,Heyendaalseweg, Kapittelweg, Houtlaan.

u de bebouwingsclusters: UMC St Radboud , A-facul-teiten, B-faculteiten, aula en bestuursgebouw en, inde toekomst, de Hogeschool van Arnhem enNijmegen.

u De groengebieden: landgoedfragment Heyendaal,bosgebied Houtlaan, park Brakkenstein en de sport-velden.

Er zijn in de uitgangssituatie vier brandpunten vanactiviteiten aan te wijzen: het Geert Grooteplein,het Erasmusplein de omgeving van de Aula en hetToernooiveld. De uitstraling naar de stedelijkehoofdwegen is zwak, de centra liggen verborgen.Alleen het Toernooiveld manifesteert zich naar . Dedwarsrelaties tussen de gebieden oostelijk enwestelijk van de Heyendaalseweg behoevenverbetering. De aanwezigheid van het station Heyendaal speeltmomenteel geen rol in de hoofdopzet. De voet-gangers- en fietsrelaties met station Heyendaalzullen duidelijker gestalte moeten krijgen.

3. Ruimtelijke kwaliteit enontwikkelingsmogelijkheden

9

3.2. Ontsluitingswegen

St. AnnastraatDe St. Annastraat vormt een stedelijke hoofdas. Decampus keert zich met zijn bebouwing gedeeltelijknaar deze weg toe. De zone tussen de weg en debebouwing is hoofdzakelijk in gebruik als parkeer-ruimte, maar heeft, gezien vanaf de St. Annastraateen sterk groen karakter. Deze zone wordt als 'voor-kant' van Heyendaal ervaren. Het parkfragment opde hoek van de Kapittelweg en de St. Annastraatvormt een groene voorgrond voor de campus, metHuize Heyendaal als belangrijk beeldbepalend

element en representeert daardoor op hoogwaar-dige wijze het groene imago van het universiteits-terrein aan de belangrijke stedelijke hoofdas.

HeyendaalsewegDe Heyendaalseweg doorsnijdt de campus envormt een scheidend element. De verscheidenheidaan groen en bebouwing en de afschermendewerking van het groen maken dat hetHeyendaalcomplex naar de weg toe geen sterkepresentatie heeft. Het voorgebied van deBibliotheek en Erasmustoren zou een markante plekaan de Heyendaalseweg kunnen zijn als de inrich-ting minder bepaald werd door groene massieven.De huidige bebouwing van het Toernooiveld (de B-

faculteiten) presenteert zich wel nadrukkelijk naarde Heyendaalseweg toe. De grote schaal van degebouwen overheerst het beeld. Met de geplandenieuwbouw voor de FNWI ontstaat langs deHeyendaalseweg een interessante hovenstructuur.De Heyendaalseweg vormt een stedelijke hoofdwegop het tweede niveau. Daar hoort een goed over-steekbaar en duurzaam veilig dwarsprofiel bij vantwee enkele rijbanen gescheiden door een midden-berm. Afzonderlijke fietsvoorzieningen zijn nodig.Vrijliggende fietspaden hebben de voorkeur. In hetprofiel van de Heyendaalseweg moet een vrij-liggende busbaan worden opgenomen ten behoevevan de hoogwaardige openbaar vervoersverbinding.Het verdient de voorkeur om een busstation aan deHeyendaalseweg te realiseren van waaruit zowelhet UMC St Radboud, de nieuw te bouwenFaculteit Natuurwetenschappen als de in de toe-komst aan deze weg geplande Faculteit SocialeWetenschappen bereikbaar zijn.Van belang is dat het gehele profiel naast de func-tionele doelmatigheid ook een inrichting krijgt diehet karakter van de boulevard-parkweg accentueert.

KapittelwegDe Kapittelweg heeft momenteel een wat onbestemdkarakter. Het Trigongebouw vormt hierop eeninbreuk. De bouw van het HAN-complex zal de wegter plaatse een sterker bebouwd beeld opleveren. Debarrièrewerking van de weg zal verminderd moetenworden om goede langzaamverkeersrelaties tussen deHAN en het UMC St Radboud mogelijk te maken.De functie van de weg rechtvaardigt een dwarsprofiel

10

van enkele, gescheiden rijbanen met afzonderlijkefietsvoorzieningen.De bebouwing aan de zuidzijde is reeds gedeeltelijkgesloopt Door verdergaande sloop van thans nogin gebruik zijnde gebouwen ontstaat ter plekke optermijn een ontwikkelingszone Aan deze zone kaneen nieuwe invulling worden gegeven. Daarbijgaan de gedachten uit naar een aantal kantoor-achtige bouwdelen ten behoeve van UMC functiesen herhuisvesting van Tandheelkunde.

3.3. Groengebieden

Landgoedfragment HeyendaalTussen het medisch cluster aan de noordzijde en deA-faculteiten aan de zuidzijde ligt een groengebiedmet de omvang van een park. Het is herkenbaar alseen restant van de vroegere landgoedaanleg. Aande noordzijde, aan weerszijden van de René

Descartesdreef is het parkachtig van karakter metgazons, bijzondere solitaire bomen en grote groe-pen rododendrons. Aan de zuidzijde, aan weerszij-den van de Erasmuslaan is het karakter voorname-lijk bosachtig (relatief veel den) doorsneden doorsmalle paden. De verpleegafdelingen van het zie-kenhuis werden destijds bewust georiënteerd op derustige parkzijde. Door de aangroei van tijdelijke enpermanente gebouwen is langs het ziekenhuiscom-plex echter een rommelige zone ontstaan, die nietals een geheel ervaren wordt en zijn belevings-waarde slechts ontleent aan de resterende solitairebomen en kleine bosmassieven. Middels de geplan-de sloop van een aantal gebouwen en daaraangekoppelde nieuwbouw ontstaat qua bebouwingeen meer uniform en daardoor rustiger beeld. Ditmaakt het tevens mogelijk een nieuw richtbeeldvoor de groenontwikkeling in deze zone te bepalen.Het aanleggen van 'thematuinen' aan de voet vande gebouwen 'kan de belevingswaarde vanuit hetziekenhuis verrijken.

De René Descartesdreef met het huis Oud Heyen-daal aan het eind zijn gaaf overgeleverde elemen-ten van het oude landgoed. De zone tussen deRené Descartesdreef en de Erasmuslaan bergt, ver-spreid in en ten dele verborgen door het groen eenaantal functies. De Erasmuslaan wordt ervaren alseen (te) brede doorsnijding van het bos, met eenrommelig karakter, voornamelijk door de verspreideparkeerfunctie. Het intensieve gebruik door auto'sroept de wens op naar speciale fiets-, bus en voet-gangersvoorzieningen. Het bos zuidelijk van de

Erasmuslaan is vrij gaaf gebleven. Het grenst nauwaan de achterkanten van de bebouwing aan deThomas van Aquinostraat en geeft daardoor eenaantrekkelijke relatie tussen gebouwen en natuur.In het bosgedeelte nabij het bestuursgebouw en deAula bevinden zich restanten van oude lanen diesterk in verval zijn.

Bosgebied HoutlaanHet bosgebied zuidelijk van de A-faculteit tot aande Houtlaan, gedeeltelijk behorend bij het kloosterBerchmanianum, is een gave eenheid met eenzekere natuurwaarde. De fietsroute door dit bosnaar de wijk Brakkenstein wordt van structurelebetekenis geacht.

Park BrakkensteinHet park Brakkenstein heeft zijn eigen hoge kwali-teit. Een ruimtelijke of functionele relatie met deuniversiteit was niet aanwezig. Door het omringen-de hek is de toegankelijkheid vanuit Heyendaal zeerbeperkt. Ook binnen de totale stedelijke structuurbezien ligt het park tamelijk geïsoleerd.

SportveldenDe open ruimte van de sportvelden werd, gezienvanaf de Heyendaalseweg aan het zicht onttrokkendoor een fraaie haag. Daardoor versterkt de ruimte-lijke beleving niet de landschappelijke karakteristiekvan het totale gebied. Met het realiseren van hetGymnasion worden tevens alle voorzieningen voorbuitensport vernieuwd.

11

3.4 Bebouwingsclusters

Toernooiveld, B-faculteitenDe huidige B-faculteiten liggen op een prominenteplek langs de Heyendaalse weg. De geplandenieuwbouw vormt een belangrijke schakel in demogelijkheden de Heyendaalse weg om te vormentot een samenbindend element en meer samenhangte bewerkstelligen tussen de verschillende deelcom-plexen van de campus. Het hele gebied ten oostenvan de geplande nieuwbouw, waar oorspronkelijkde Driehuizerweg liep, vormt momenteel een rom-melig achtergebied waarin diverse bedrijven zijngehuisvest. Toch heeft dit gebied in potentie hogekwaliteiten, ondermeer door de nabijheid van hetverborgen liggende park Brakkenstein. Het weerbetrekken van dit achtergebied in de structuur vanHeyendaal is wenselijk. Aansluitend op hetMercatorinitiatief zou het gebied zich kunnen ont-wikkelen tot een werkelijk bedrijvenpark met soli-taire bedrijfsgebouwen in een groene setting.

UMC St Radboud en flankerende bebouwingHet UMC St Radboud zal zich de komende jarenontwikkelen tot een meer compact geheel. Op basisvan het strategisch huisvestingsplan UMC St.Radboud structuurplan 2001 worden de plannenvoor nieuwbouw, nu het Onderwijsgebouw en hetResearchgebouw reeds zijn gerealiseerd, verder uit-gewerkt.Karakterbepalende uitgangspunten zijn:u het carré dat de onderdelen van het UMC

bindt;

u de groepering van het complex rond het alscommunicatieruimte vormgegeven GeertGrooteplein;

u de verkorte centrale as van het ziekenhuis.Zowel aan de westflank als aan de oostflank alslangs de Kapittelweg zullen de komende jarengebouwen en terreingedeelten vrijkomen. Dit roeptpotenties op voor andere functies, al dan nietgekoppeld aan het UMC St Radboud

De centralisering rond het Geert Grooteplein bergthet gevaar in zich dat aan de Heyendaalseweg enaan de Kapittelweg achterkantensituaties ontstaan.Continuïteit van het plein en presentatie van bouw-volumes naar de Heyendaalseweg is gewenst. Hetuniversitair centrum voor informatievoorzieningwerkt hier blokkerend. Ook het technisch centrumten noorden hiervan is geen geëigende functie opde huidige plek.De gebouwen aan de zuidzijde van de Kapittelweg,die nu deels zijn gesloopt , waren al niet zozeergeoriënteerd op de Kapittelweg. Herstructureringvan deze zone opent mogelijkheden hier functiestot ontwikkeling te laten komen, die wel gezichtmaken naar de weg (in paragraaf 3.2 is hierop algewezen). Naar de St. Annastraat zal HuizeHeyendaal het belangrijkste beeldmerk blijven.

Het is wenselijk de functionele relatie tussen UMCSt Radboud en de HAN (vooral de faculteitgezondheidszorg) ruimtelijk te vertalen door opstrategischplekken langzaamverkeers verbindingennaar de overzijde van de Kapittelweg te leggen.

De opening naast het Centraal Dierenlaboratoriumbiedt hiervoor ruimte.Door het realiseren van de 'ingrondse' parkeer-garage is op het plein een mooie autovrije ver-blijfsruimte is ontstaan. Bezoekers die per autokomen worden via de Philips van Leijdenlaan naarde garage-inrit aan de westzijde van het pleingeleid. Bevoorradingsverkeer volgt deHeyendaalseweg naar de oostzijde van het plein.De bereikbaarheid voor het openbaar vervoervraagt nog nadere aandacht. Met de introductievan een hoogwaardige openbaarvervoersverbindingover de Heyendaalseweg ontstaat een logischehalte ter plaatse van de centrale as van het zieken-huis. Aan de andere westelijke zijde van de as is debushalte Annastraat voor het lokale openbaar ver-voer. Op welke wijze de gebruiker/bezoeker deafstanden van deze haltes tot de bestemming in hetziekenhuis comfortabel kan overbruggen is aspectvan nadere uitwerking. In het kader van de struc-tuurvisie is de keuze voor het busbaantrace(Heyendaelseweg- Erasmuslaan) als vervolg op debusbaan in de spoorkuil, als uitgangspunt overge-nomen.

Erasmusplein, Thomas van Aquinostraat,A-faculteitenDoor de realisering van centrumfuncties vormt hetErasmusplein in toenemende mate een van debrandpunten van de universiteit. De relatie met deHeyendaalseweg is evenwel slecht. Het centrummanifesteert zich niet naar buiten maar ligt volledigverstopt achter groenmassieven. De windhinder-

12

problematiek rond de hoogbouw beïnvloedt hetverblijfsklimaat negatief.De Thomas van Aquinostraat is kleinschalig vanopzet. De aangrenzende gebouwen liggen aan debuitenzijde riant in het groen. Het straatje zelf isstenig en zeer introvert van karakter. De aanliggen-de functies hebben weinig uitstraling naar de straat.Beleving van het Heyendaalgroen ontbreekt. Desteegjes naar het landgoedfragment zijn te klein omde aantrekkelijke ligging beleefbaar te maken.Zoals aan de oostzijde een goede relatie tussenErasmusplein en Heyendaalseweg ontbreekt, zoontbreekt bij het Spinozagebouw een logische rela-tie met de omgeving van de aula en het bestuurs-gebouw. De parkeersituatie behoeft verbetering.Parkeergelegenheid voor 'A' is momenteel aan deoostzijde van de Heyendaalseweg gesitueerd nabijde B-faculteiten en aan de westzijde bij hetbestuursgebouw. Dit laatste leidt geregeld tot over-bezetting. Realisering van een grote parkeerconcen-tratie nabij het Erasmusplein zou een aanzienlijkeverbetering geven.

Aula en bestuursgebouwEen aula is een gebouw met een hoge represen-tatieve en symbolische waarde voor de universiteit.Door de perifere ligging worden de aula en hetbestuursgebouw momenteel evenwel als solitaireelementen en niet als integraal onderdeel van decampus ervaren. Op termijn dient een meer strate-gische en representatieve locatie voor de aula teworden overwogen. De op zich hoogwaardigegroene omgeving wordt gedomineerd door de eenteveel aan geparkeerde auto's, grotendeels tenbehoeve van de A-faculteiten. Bij evenementen inde aula is de capaciteit onvoldoende.

13

14

4.1. PlanfilosofieRuimte geven, ruimte latenDe structuurschets moet een ontwikkelingsrichtingaangeven waardoor bestaande en de nieuw te ont-wikkelen elementen van Heyendaal zodanig eenplaats ten opzichte van elkaar en ten opzichte vande 'buitenwereld' krijgen dat de beoogde meer-waarde ontstaat. Een definitief eindbeeld is niet tegeven en evenmin wenselijk. Het tempo, de volg-orde en de aard van de komende veranderingen isslechts ten dele te voorzien. Nu nog onbekendeontwikkelingen kunnen in de nabije of verdere toe-komst ruimte vragen binnen de campus. Dat bete-kent, dat de structuurvisie zowel ruimte moet gevenals ruimte moet laten. Er dient een antwoord teworden gegeven op de (ruimte-)vragen van van-daag en tegelijk moet ruimte worden ingebouwdvoor toekomstige, nog onbekende ontwikkelingen. Heyendaal biedt met zijn park-bos-landschap eenwaardevol uitgangspunt om landschap in te zettenals drager van duurzame kwaliteit enerzijds, en alsbasis voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen ander-zijds. Het groen is een belangrijke drager van hetimago van de campus. Het landschap zal deelsbestaan uit bewust gedefinieerde ruimtes, die eenzelfstandige vorm en functie zullen hebben. Dezemoeten de kwaliteiten en het groene imago duur-zaam verzekeren. Deels zal het landschap een rolspelen als ruimte die overgelaten wordt vo or toe-komstige ontwikkelingen. De groene invulling daar-van zal minder gericht zijn op een duurzaambestaan, al is een kwalitatieve inrichting wel vereistals bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit.

Ruimtelijke samenhangDe komende ontwikkelingen op de campus hebbenin de eerste plaats te maken met gebouwen: afbre-ken, vervangen, nieuwbouw. De bestaande diversi-teit aan bouwvormen en architectonisch kwaliteitenzal daardoor verder toenemen. De structuurschetsmoet aangeven hoe toch samenhang en eenheidkan ontstaan in deze veelvormige en dynamische

omgeving. Ook in dit opzicht is het landschap aante wijzen als de drager bij uitstek van ruimtelijkesamenhang en eenheid. Daarom spreekt de struc-tuurschets zich uit over de beelden, de functies, deinrichting en het beheer die horen bij het landschapals ruimtelijk samenbindende factor.

Een manier om samenhang te creëren is voorts doorrelaties tussen onderdelen van de campus en destad zoveel mogelijk te vertalen in zichtbare enbruikbare ruimtelijke elementen: heldere routes,aantrekkelijke ontmoetingsruimtes, zichtbaarheidvan belangrijke elementen, etc.

Integratie in de stadDe campus van universiteit en ziekenhuis vormtgeen wereld op zich: de uitwisseling met de samen-leving wordt in toenemende mate streven en nood-zaak. De structuurvisie beoogt daarom deze inte-gratie ruimtelijk tot uitdrukking te brengen doorplaats in te ruimen voor niet-universitaire functiesen door versterking van de beleving van de univer-siteit als deel van de stedelijke structuur. Landschapdient de universiteit niet te verhullen maar juist tepresenteren als een hoogwaardig stadsdeel metdiverse betekenissen voor vele Nijmegenaren.

4. Het concept

15

4.2. Ontwikkeling van het

concept

De structuurvisie bestaat uit een helder concept dat

ontwikkeld kan worden vanuit de bestaande

situatie. Binnen het structuurconcept is ruimte

aangegeven voor alle actuele ontwikkelingen.

Daarnaast is volop ruimte gelaten voor nog niet

voorziene toekomstige ruimteclaims.

Het ruimtelijk concept is stapsgewijs opgebouwd en

weer te geven als een kort stripverhaal.

De tekeningen geven een geschematiseerde

weergave van de essenties.

1. UitgangssituatieIn geschematiseerde vorm wordt de uitgangssituatiebepaald door de volgende elementen.u Hoofdontsluitingsstructuuru St. Annastraatu Heyendaalsewegu Kapittelwegu Houtlaan-Kwekerijweg-d'Almaraswegu Station Heyendaal

u Groengebiedenu Landgoedfragment Heyendaalu Bosgebied aan de Houtlaanu Park Brakkenstein

Aanwezige en geplande bebouwingsclustersu UMC St Radboud u A-faculteiten (A)u B-faculteiten (B)u Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN)u Universiteitscentrum (U)u Sportcentrum (S)u Mercator (MC).

2. Landschappelijke dragers Ontwikkeling van twee landschappelijke dragers alssamenbindend element:

u Het 'gemeenschappelijk erf' waarbinnen deHeyendaalseweg ligt en waaraan de verschillen-de bebouwingsclusters zich presenteren.

u De 'centrale parkzone' tussen de Erasmuslaan ende René Descarteslaan. Deze vormt een ver-binding tussen landgoedfragment Heyendaal enpark Brakkenstein.

16

3. Bebouwingsclusters

u Ontwikkelingsruimte voor bebouwingsclusters,gekoppeld aan de landschappelijke hoofd-structuur.

u UMC St Radboud : verdere ontwikkelingvolgens het carrémodel, op termijn ruimte voornieuwe functies aan de oost en westflank enaan de Kapittelweg.

u A-faculteiten: Erasmusgebouw en bibliotheek insamenhang met het sportcomplex c.a. alsruimtevormers van het entreegebied aan dezuidzijde van het gemeenschappelijk erf.

u B-faculteiten: Herontwikkeling langs hetgemeenschappelijk erf.(nieuwbouw FNWI).

u Hogeschool van Arnhem en Nijmegen,presenteert zich langs de Kapittelweg en aan hetgemeenschappelijk erf.

u Ontwikkeling van universitaire en niet universi-taire functies aan een open hof bij hetbestuursgebouw.

u Mercator: ontwikkeling in een groene context.

u Sportcentrum: verplaatsing naar het gemeen-schappelijk erf en centrale parkzone.(Gymnasion)

4. Hoven als ruimtelijk thema

Binnen de bebouwingsclusters geven open hoven,gebouwd of in het groen uitgespaard, een over-gang naar de landschappelijke hoofdstructuur.Daarbij wordt aangesloten bij de fraaie bestaandevoorbeelden binnen Heyendaal; variërend van deverdiepte tuinachtige hoven bij het UMC StRadboud tot de grote pleinvormige hof van hetToernooiveld. Hoven bepalen een eigen plek enidentiteit en verbinden deze tevens aan de samen-bindende structuur. Zij bieden zowel uitzicht enopenheid als rugdekking en intimiteit.

17

5. Brandpunten en relatielijnen

Binnen de campus Heyendaal zijn meerdere centraaan te wijzen en verder te ontwikkelen. Dezebrandpunten krijgen extra betekenis en onder-steuning als zij strategisch bij knooppunten van ver-bindingen zijn gesitueerd. Bijzondere aandacht isdaarom nodig voor de tracering en vormgeving vande relatielijnen, met name voor langzaam verkeer.

18

Medische cluster

Kapittelweg,Hogeschoolvan Arnhemen Nijmegen

5.1. Heyendaalseweg,

gemeenschappelijke erf

Het gemeenschap-pelijk erf wordt ont-wikkeld tot de ont-moetingsruimte vande campus met destad. Via dit erf wor-den de meeste func-ties van universiteiten ziekenhuis ont-sloten. Het erf ver-vult een belangrijke

transferfunctie. Alle bebouwingsclusters presenterenzich aan deze ruimte, met uitzondering van de clus-ter waar thans het universiteitscentrum (bestuurs-gebouw, aula) is. Het zal een aanzienlijke verster-king van de beoogde representativiteit en ont-

moetingsfunctie van het gemeenschappelijk erfbetekenen als ook aula en bestuursgebouw eenplaats aan deze ruimte krijgen. Het 'gemeenschap-pelijk erf' kent twee knooppunten. Het meest noor-delijke knooppunt wordt gevormd door de publiekezone voor het UMC St Radboud tot aan de B-facul-teiten (nieuwbouw FNWI). Deze zone, op de krui-sing met de Heyendaalseweg, de bushalte, de voet-gangersbrug en andere activiteiten vormen tezamenhet noordelijke knooppunt op het gemeenschappe-lijke erf. Op het knooppunt ter plaatse van hetErasmusgebouw kunnen aan het gemeenschappelijkerf op een markante wijze aula en bestuurscentrumworden gesitueerd. Aanbevolen wordt om ondanksde thans gedachte continuering van de aula op dehuidige locatie deze ontwikkelingsmogelijkheidopen te houden. Samen met de nieuwbouw vanhet Gymnasion vormt dit het meest zuidelijkeknooppunt op het gemeenschappelijke erf. Tussenbeide knooppunten wordt het gemeenschappelijk

5. Uitwerking deelgebieden

19

20

Heyendaalseweg,gemeenschappel i jke erf

erf ontwikkeld tot een landsch appelijke eenheid.Voor de weg wordt een parkachtig karakter nage-streefd met een profiel van allure. In het profielwordt een vrije busbaan opgenomen. Passend inhet parkachtige karakter van de Heyendaalseweg isdaartoe een symmetrisch profiel voorgesteldbestaande uit twee rijstroken aan weerszijden vaneen middenberm. De bus rijdt op de buitenste rij-baan die speciaal als busstrook wordt gereserveerd.Deze situering van de busbaan maakt haltes goedbereikbaar. Daarnaast worden in het gemeenschap-pelijk erf vrijliggende fietspaden opgenomen.Beeldbepalend daarin zal het profiel van deHeyendaalseweg zijn. Het tot stand brengen van eenintensieve boombeplanting als een groen dak zal hetdoorgaande karakter van de weg terugdringen.

De erf functie van de ruimte betekent een beperktefunctie voor parkeren. Dit parkeren kan in kleineclusters op maaiveldniveau plaatsvinden. Toepassingvan de beleidslijn om waar mogelijk onder nieuwegebouwen voldoende parkeervoorzieningen terealiseren, zoals in de plannen voor de FaculteitNatuurwetenschappen en het Gymnasion is voor-zien, maakt het mogelijk het gebied van hetgemeenschappelijk erf hoogwaardiger in te richten.Het erf-karakter zal het intensiefst vorm krijgen inde zones langs de bebouwde wanden van de ruim-te. Hier is plaats voor functies als lopen, fietsen,zitten, verblijven, fietsenstalling, kortparkeren,endergelijke. Door aan de oostzijde de bebouwingmet hoven te oriënteren op het gemeenschappelijkerf kan het verblijfskarakter van de ruimte wordenversterkt. Tussen de beide lange zijden van hetgemeenschappelijk erf zal een netwerk van dwars-relaties voor langzaam verkeer moeten bestaan.

21

22

Centra le parkzone

5.2. Centrale parkzone

Ontwikkeling van decentrale parkzonebeoogt de groenekwaliteiten van decampus te behoudenen waar nodigopnieuw tot stand tebrengen. Bovendienwordt hiermee enbelangrijke bijdragegeleverd aan de

groenstructuur van Nijmegen: het geïsoleerdgelegen park Brakkenstein wordt via de campus inverbinding gebracht met de wijk St. Anna. In dezezone kunnen parkelementen worden ontwikkeld die

voor een breed publiek van betekenis kunnen zijn.Te denken valt aan:u Kinderdagverblijf annex speeltuin;u Kwekerij/centrum terreinonderhoud, annex

bloementuin;u Stiltecentrum/studentenkerk/guesthouse;u Middagpauze faciliteiten (zitgelegenheid,

ligstoelen);u Klein sportveldje;u Studentenhuisvesting.Om tot deze opzet van de parkzone te komen iseen ingrijpende herontwikkeling van het landgoed-fragment noodzakelijk. De zone tussen de

23

Erasmuslaan en de René Descartesdreef zal vrijgemaakt moeten worden van niet te integrerenelementen. Het groen zal plaatselijk openergemaakt moeten worden zodat lange doorzichtentussen de twee lanen mogelijk worden.De zone tussen de Philips van Leijdenlaan en de St.Annastraat vormt het raakvlak van de parkzone metde stedelijke structuur. Een parkachtige inrichtingzou voor deze zone passend zijn. De huidigeparkeerfunctie dient te worden ingepast in dezegroene omgeving Er is nog geen besluit genomen over het al dan niethandhaven van het gebouw van Tandheelkunde.

Handhaving hiervan hoeft echter de verdereontwikkeling van de parkzone niet te weerhouden.Niettemin is een uiteindelijke ruimtelijke opzet weldenkbaar waarbij deze functie verplaatst is, en dusde parkstructuur wordt verbeterd. Voor de delenvan het landgoedfragment die buiten de centraleparkzone vallen zal een extensief beheer moetenworden gevoerd. Het deel zuidelijk van de Erasmus-laan zal als gemengd bos worden behouden. Hetgebied noordelijk van de René Descarteslaan zalworden omgevormd tot een gesloten vegetatie-beeld waarin nu voorkomende parkbomen enstruiken (m.n. rododendron) worden opgenomen.

24

Centrale parkzone

Het eindbeeld kan bestaan uit een continurododendronbos, met een bomendak van voor-namelijk berk. Dit biedt vanuit de ziekenhuis-bebouwing gezien een interessant beeld door zijngelaagdheid en contrasten. In dit bosgebied kunnenvoorzieningen in het maaiveld worden geïntegreerdvoor infiltratie in de bodem van regenwater dat opgebouwen en verhardingen valt.

De Erasmuslaan zal zijn doorgaande autofunctieverliezen. Een herprofilering waarin specifiekegroene elementen een plaats krijgen zal tot eenherkenbaar beeld leiden. In tegenstelling tot deRené Descarteslaan, waar oude laanbomen hetbeeld bepalen, zal de Erasmuslaan gekenmerktkunnen worden door begeleidende hagen. Eenherstel van de oude laanstructuren in dit deel vanhet terrein, maakt het tevens mogelijk de ruim-telijke relatie tussen de zuidflank van het UMC StRadboud en de bebouwing in Heyendaal-Zuid totstand te brengen.

De geplande studentenhuisvesting, gelegen tussende Heyendaalseweg en het park Brakkenstein,vormt een hecht samenspel met de centrale park-zone. Volledige oriëntatie op het park en op de zon,een mix van private en publieke functies en eenondergrondse parkeergarage zijn enkele uitgangs-punten geweest bij het concept en de vormgevingvan deze voorziening.

25

26

Toernooiveld, B-faculteiten

5.3. Toernooiveld, B-faculteiten

De B-faculteitenblijven in de visiegevestigd op dehuidige locatie aande oostzijde van deHeyendaalseweg. Derelatieve positie ver-andert op termijndoor de ontwikke-ling van het

gemeenschappelijk erf ten westen, de centraleparkzone ten zuiden en een nieuwe Driehuizerwegannex Mercatorpark-ontwikkeling ten noorden enten oosten van de huidige plek.

Zonder in deze stedenbouwkundige visie eenbouwkundig plan te willen presenteren of preten-deren, wordt in globale termen een mogelijke opzetaangegeven.

Voorgesteld wordt een hovenachtige bebouwings-opzet waarbij de B-faculteiten zich maximaalpresenteren naar de Heyendaalseweg en via eenbrug verbonden zijn met het UMC St Radboud. DeHoven worden begrensd door vleugels die haaks opde Heyendaalseweg gesitueerd worden. Als ver-bindend element is een lagere gebouwzonegedacht, waarin de gemeenschappelijke en centralevoorzieningen liggen. Aldus ontstaan hoven aan deHeyendaalseweg met een zekere transparantie naarhet oostelijk gelegen parkbosgebied.

De grootste hof vormt een centraal entreeplein,vergelijkbaar met het huidige Toernooiveld. Aandeze entreehof kunnen de belangrijkste 'brandpunt-functies' en ontmoetingsplekken zoals de centraleentree, de collegezalen, het faculteitsrestaurant, hetcomputerpracticum, de bibliotheek en de algemenediensten worden gesitueerd. Volledige nieuwbouwschept de ruimte om deze voorzieningen opnieuwte doordenken vanuit de onderwijsvisie.

27

Aan de oostzijde van het complex, in de contextvan het daar geplande parkbos, kunnen huidige oftoekomstige functies een plek krijgen, die vanwegeeen milieuhinderzone of ter voorkoming van inter-ferentie een vrije ligging behoeven. Gedacht wordtaan voorzieningen zoals het magnetenlaboratorium,het nucleair magnetic resonance laboratorium, hetchemicaliënmagazijn en het kassencomplex. Hetgebouw van de technische diensten kan eveneensaan de oostzijde worden opgenomen. In de tehandhaven onderbouw van de 'A1 vleugel' bevindtzich reeds het trillingsvrije laboratorium. Degenoemde functies worden logistiek gekoppeld viade bestaande en te handhaven ondergrondseinfrastructuur. Bevoorrading kan plaatsvinden via deDriehuizerweg. De onderbouw van de bestaandegebouwen kan waarschijnlijk grotendeels wordenhergebruikt, ondermeer ten behoeve van parkeer-gelegenheid, technische infrastructuur, magazijnenen aquaria.

28

Toernooiveld, B-faculteiten

29

Erasmusplein, Thomas vanAquinostraat , A-faculteiten

30

5.4. Erasmusplein, Thomas van

Aquinostraat,

A-faculteiten

Tussen het Erasmus-plein en hetgemeenschappelijkerf wordt een openrelatie tot standgebracht. In nauwesamenhang met de

ontwikkeling van een nieuw sportcomplex en eengedeelte van de educatieve faculteit van de HANaan de oostzijde van de weg ontstaat een stedelijkeruimte, die als zuidelijke entree naar Heyendaalwordt ervaren. Een bomendak kan dit 'buitenplein'accentueren. Wenselijk zou ook zijn dat de functiesin de onderbouw van de Erasmustoren zich meeropenen naar het gemeenschappelijk erf. Een uitbreiding van de ondergrondse parkeerac-commodatie wordt voorgesteld teneinde deAgricolaplaats autovrij te kunnen maken.

De Thomas van Aquinostraat kan op de langeretermijn een meer open karakter krijgen als zich degelegenheid voordoet bouwvolume om te zetten inhoven aan het centrale park. Een sterkere oriëntatievan aanliggende functies naar de straat zal delevendigheid ten goede komen. Duidelijke continuï-teit in oostelijke richting is wenselijk. Te denken valtaan een 'doorbraak' naar de omgeving van aula enbestuursgebouw via de wintertuinen bij hetSpinozagebouw. Voorts verdient de continuïteit vanfietsroutes langs de noordzijde van de bebouwingverbetering.

31

32

Medische c luster

De relatie met de HAN (Hogeschool ArnhemNijmegen) krijgt gestalte via het gemeenschappelijkerf en via een langzaamverkeers verbinding vanafhet Geert Grooteplein langs het centraal dieren-laboratorium aansluitend op het Lindenlaantje naarhet Bisschop Hamerhuis en de VerlengdeGroenestraat. Idealiter zou deze route kunnen door-lopen tot bij het Erasmusgebouw. Het bouwconceptvan het structuurplan UMC, zeker aan de zuidzijdevan het Geert Grooteplein, belet het doortrekkenvan een langzaamverkeers verbinding.

5.5. UMC St. Radboud

Voor het UMC StRadboud wordt uit-gegaan van verdereontwikkeling volgenshet structuurplan. Bijhet vrijkomen vanrandbebouwing inde komende fasesvan het project ont-staan aan de oost-flank en aan de

westzijde ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwefuncties, al dan niet gelieerd aan het UMC StRadboud. Een eventuele koppeling kan plaatsvindenvia de centrale assen evenwijdig aan het GeertGrooteplein. Aan de westzijde vormt het "kasteeltje"aan de Annastraat een markant herkenningspuntdat de twee centrale assen accentueert. Daar waarthans de oostzijde aan de Heyendaalseweg meereen achterkantkarakter heeft ontstaat de mogelijk-heid dat het UMC St Radboud zich meer met eenvoorzijde presenteert aan de Heyendaalseweg. Aande westzijde is toekomstige bebouwing medebeeldbepalend voor het gemeenschappelijk erf. Debebouwing aan de oostzijde zal een kwalitatiefhoogwaardige uitstraling moeten hebben naar dezeruimte en de randen ervan helpen vormgeven.

Als oplossing voor de aanzienlijke parkeerproblema-tiek wordt voorgesteld om op termijn enkeleaccommodaties van een relatief grote schaal terealiseren ten behoeve van medewerkers. Hiervoorzijn de noordoosthoek en de zuidwesthoek van hetziekenhuisterrein geschikt. Ook de uitbreiding vande huidige parkeergarage kan worden onderzocht. In alle gevallen is de afstand tot de nieuwe entreevan het ziekenhuis groot, namelijk circa 330 meter.Nader dient te worden bezien of en in hoeverre eeninwendige corridor een alternatief vormt. Ook kanworden gedacht aan verdergaande oplossingen alseen "tapis roulant".

Vrijwel evenwijdig aan de Rene Descartesdreefwordt in zuidelijke richting de absolutebebouwingsgrens van het UMC St Radboudgesitueerd als begrenzing van de centrale parkzone.Aansluitend bij het streven naar compactheid zoueen situering aan de oostflank van het ziekenhuisrond naar het centrale park geopende hoven metthematuinen een geëigende opzet zijn. In de toe-komst kan ook tandheelkunde wellicht een nieuwesituering aan de noordkant van het ziekenhuiskrijgen.

33

34

Kapittelweg, Hogeschool van

Arnhem en Nijmegen

5.6. Kapittelweg, Hogeschool

Arnhem Nijmegen

Uitgangspunt voorde ontwikkeling vande HAN is hetconcept van eenstedelijk weefsel inoverwegend tweelagen, geperforeerddoor hoven en eendaklandschapdragend.

Bovensectorale gebouwen zijn gesitueerd op ditopgetilde landschap. Doordat een deel van deeducatieve faculteit wordt gehuisvest bij hetErasmusgebouw ontstaat een hiaat in de oorspronke-lijk voorziene fasering. Dit bergt het risico in zich dathet zeer prominent liggende deel op de kop bij hetgemeenschappelijk erf en nabij het station voorlange tijd braak zal blijven. Te overwegen valt despreiding aan te passen en het zwaartepunt, ook watbetreft bovensectorale voorzieningen meer naar hetgemeenschappelijk erf te leggen. Een alternatief is tezorgen voor een passende tijdelijke groeninrichtingtot geëigende functies zich aandienen voor dezestrategische plek.Fiets- en voetgangersverbindingen met universiteiten ziekenhuis kunnen worden gelegd via de west-zijde van het gemeenschappelijk erf en via het inzuidelijke richting doorgetrokken Lindenlaantje. De oversteekbaarheid van de Kapittelweg wordtverbeterd door aanpassing van het wegprofielwaarbij de hoeveelheid verharding wordt geredu-ceerd en het autoverkeer getemd. Te denken valtaan twee smalle rijbanen geflankeerd door fietspa-den en gescheiden door een groene middenstrook.Deze biedt waar nodig tevens opstelruimte voorafslaand verkeer.

In de ontwikkelzone aan de zuidzijde van deKapittelweg worden functies van het UMC StRadboud voorzien.

35

5.7. Comeniuslaan,

Montessorilaan

Het gebied rond aulaen bestuursgebouwontwikkelt zich tot eengrote groene hof aanhet centraal park.Daartoe is bebouwingaan de zuidzijdegewenst van voldoen-de afmeting om ruim-

tevormend te werken. In het bestemmingsplan is ditmogelijk gemaakt. Meerdere functies zijn denkbaar.Als gevolg van een gewijzigde context wordt deligging minder perifeer. Parkeergelegenheid kanonder de bebouwing of onder het landschapworden opgelost.

Bij herinrichting wordt uitgegaan van de fraaiemonumentale bomenlanen. Gezien ouderdom enconditie is vernieuwing evenwel noodzakelijk. Delanen geven aansluiting op het centrale park en opeen te maken verbinding naar de Thomas van

Aquinostraat via de aanwezige wintertuinen bij hetSpinozagebouw. Op termijn is een meer representatieve en centralelocatie voor de aula wenselijk, bij voorkeur gren-zend aan of op het gemeenschappelijk erf. Tedenken valt aan een plek nabij de kruising met decentrale parkzone. (zie 5.4).

36

Comeniuslaan ,Montessor i laan

5.8. Sportcomplex c.a.

Het nieuwe sport-complex , gereali-seerd in het gym-nasion, tegenoverhet Erasmusgebouwaan de oostzijde vande Heyendaalsewegwordt in 2003 ingebruik genomen.Dit in samenhangmet huisvesting voor

een gedeelte van de lerarenopleiding. Onder hetgymnasion is een grote ingrondse parkeergaragevoorzien.

De bebouwing is representatief en ruimtevormendnaar de Heyendaalseweg en naar de centrale park-zone. Tussen Erasmusgebouw - bibliotheek ensportcomplex - ontstaat dan een duidelijk begrens-de stedelijke ruimte, die de entree c.q. de beëindi-ging van het gemeenschappelijk erf vormt. Metinrichtingsmaatregelen zoals de keuze van het soort'vloerbedekking' en een bomendak kan dit buiten-plein nader worden gedefinieerd.Een bewuste indeling van de sportvelden kanbewerkstelligen dat een open groene veldstructuurontstaat aan de zuidzijde. In samenspel met dehoog opgaande begroeiing van park Brakkensteinop de achtergrond en het bos langs de Houtlaanaan de overzijde, markeert dit de groene entree vande campus.

37

Sportcomplex c .a .

38

Driehuizerweg, Mercator-park

5.9. Driehuizerweg,

Mercator-park

Voor het gebiedingesloten tussenspoorlijn,Heyendaalseweg, B-faculteiten en parkBrakkenstein is hetstreven gericht opbosontwikkelingwaarbinnen bestaan-de en nieuwe

bebouwing wordt opgenomen. De groene lob, dievanuit het zuiden Nijmegen binnendringt en vanstructurele stedelijke betekenis is, wordt daarmeeuitgebreid tot nabij station Heyendaal. Het gebiedvormt niet langer een achtergebied maar gaat weermeespelen in de totale structuur. Een gedeeltelijknieuwe Driehuizerweg functioneert als de dragervan ontwikkeling en samenbindend lint. In deze groene context kan het Mercator techno-logy & science park verder uitgroeien, een ontwik-keling die zich naar het westen toe kan doorzettenlangs de Kapittelweg. Anders dan voorzien in deeerste fase van Mercator kunnen de gebouwen zichkenmerken door een grotere individualiteit. Zestaan als vrijstaande objecten in het groen. Eeneventuele herontwikkeling van de A2-vleugel vanhet huidige FNWI-complex zou onderdeel kunnenzijn van het Mercator park. Het gezicht naar deDriehuizerweg wordt mede bepaald door de ervendie zijn uitgespaard in bos; een variatie op hethoventhema. Bestaande gebouwen als die van hetITS, ketelhuis en het UBC zouden op termijn ver-vangen moeten worden door gebouwen met eenmeer compacte footprint, teneinde de transparantiein het gebied te bewerkstelligen.

39

Deelaspecten

40

6.1. Auto-ontsluiting

Heyendaal behoort tot de sterkst verkeersaantrek-kende gebieden van Nijmegen. Met het oog hierophebben KUN en UMC St Radboud in de afgelopenjaren het gebruik van de fiets en het openbaar ver-voer voor woon- werkverkeer bevorderd door hetinvoeren van regelingen die het gebruik hiervanstimuleren. Ook regelingen op het gebied van car-poolen hebben hun vruchten afgeworpen. Al met alblijkt momenteel slechts 40 % van de medewerkersde auto te gebruiken voor het woon- werkverkeer.Mede gezien de landelijke trends mag worden ver-wacht dat verdere terugdringing van het autover-keer niet reëel is. Als gevolg van uitbreiding vanactiviteiten op de campus zal de aanzuigende wer-king van Heyendaal toenemen. Dit betekent dat deontsluitingsstructuur extra aandacht verdient.

In de gekozen ontsluitingsstructuur voor de autowordt in deze structuurvisie aangesloten bij hetbeleid van de gemeente. Uitgangspunt daarbij isdat de St. Annastraat, de Nijmeegse baan en deGrootstalselaan - Scheidingsweg - Sionsweg tot hetstelsel van primaire stedelijke hoofdwegen behoren.De Heyendaalseweg, de Kapittelweg en deHoutlaan - Kwekerijweg - d'Almarasweg makendeel uit van het secundaire hoofdwegennet. Zowelde Heyendaalseweg als de Kapittelweg zijn wegenmet een belangrijke betekenis. De huidige wegen-structuur is positief te waarderen uit oogpunt vanbereikbaarheid en integratie van Heyendaal binnende stad.

Voor de Heyendaalseweg wordt herprofileringvoorgesteld waarbij in het profiel een vrije busbaanvoor het hoogwaardig openbaar vervoer wordtopgenomen. Voor het autoverkeer wordt één rij-strook in elke richting opgenomen.In het profielwordt ook ruimte gemaakt voor vrijliggende fiets-paden. Voorgesteld wordt om een symmetrischprofiel te introduceren zodat de Heyendaalseweg

6. Deelaspecten

Verkeerontsluitingsstructuur autoverkeer

bestaande (ondergrondse) parkeergarage

ontwikkelen van (ondergrondse)parkeergarage

parkeerplaats

ontwikkelen parkeererf in het groen

41

een parkachtige allure kan krijgen. Ter plaatse vande kruising met de Erasmuslaan kan het verblijfska-rakter van de ruimte worden versterkt door terplaatse in het tracé van de Heyendaalseweg eenbocht op te nemen.Een gevolg van het gemeentelijke beleid is dat hetgedeelte van de Heyendaalseweg door de wijkBrakkenstein geen hoofdontsluitings-functie heeft.De kruising van de Heyendaalseweg met deHoutlaan - Kwekerijweg kan meer als een T aan-sluiting vormgegeven worden teneinde doorgaandverkeer door Brakkenstein te beperken.

Ook voor de Kapittelweg wordt herinrichting nood-zakelijk geacht om de veiligheid en oversteekbaar-heid te vergroten.te meer daar aan deze wegbelangrijke ontwikkelingszones zijn gesitueerd. Eenprofiel met twee rijbanen, gescheiden door eenbrede middenberm, die tevens opstelruimte biedtvoor afslaand verkeer ligt ook hier voor de hand.Het verdient aanbeveling om de kruising met deHeyendaalseweg te reconstrueren.

Voor het UMC St Radboud is het uitgangspunt datde ontsluiting voor bezoekers vanaf de St.Annastraat en de Philips van Leydenlaan plaatsvindtterwijl logistiek verkeer via de Heyendaalseweg hetGeert Grooteplein bereikt. Ambulanceverkeer maaktmomenteel gebruik van de ontsluiting vanaf de StAnnastraat en de Philips van Leydenlaan, maar zalin de toekomst via de Heyendaalseweg naar hetUMC worden geleid.

De Driehuizerweg wordt in nieuwe gedaante envolgens een gedeeltelijk nieuwe tracé in ere her-steld. Naar de geplande parkeerconcentratie ooste-lijk van het Erasmusplein wordt geen aansluitinggerealiseerd om een hoge verkeersintensiteit tevoorkomen. In zuidelijke richting zal deDriehuizerweg vooral betekenis hebben als aantrek-kelijke fietsverbinding.

De Erasmuslaan functioneert in de structuurvisieniet langer als auto-kortsluiting tussen de St.Annastraat en de Heyendaalseweg maar heeftalleen een functie voor bestemmingsverkeer envormt vooral een belangrijke fietsroute door decentrale parkzone. Over het middengedeelte wordtde autofunctie van de Erasmuslaan opgeheven enfunctioneert deze alleen als een doorgaande vrijebusbaan voor het hoogwaardig openbaar vervoer.

6.2. Parkeren

De dominantie van de auto in de beeldvorming enin het functioneren van Heyendaal kan wordenteruggedrongen door selectief met de autotoegan-kelijkheid om te springen en door parkeren voor-zover mogelijk onder gebouwen of ingepast in hetlandschap op te lossen. Ook concentratie vanparkeervoorzieningen helpt bij het verbeteren vande beeldvormingMomenteel telt Heyendaal circa 4700 parkeer-plaatsen, verdeeld over een aantal grotere en klei-nere locaties. In het bestemmingsplan is het maxi-maal toelaatbare aantal parkeerplaatsen gesteld op4700. Door een autonome groei van de auto-mobiliteit en de activiteiten binnen Heyendael zijner inmiddels belangrijke tekorten en sluit qua ruim-telijke spreiding het aanbod niet aan op de vraag.De actuele behoefte is onlangs berekend op 6000tot 7000 parkeerplaatsen

42

De grootste parkeervraag komt van de werknemers.De parkeerbehoefte voor studenten is beperkt. HetUMC St Radboud kent een grote parkeervraag vanbezoekers. Ook bij de KUN kan door de vestigingvan aanpalende activiteiten een toename van deparkeervraag worden geconstateerd. Voorgesteldwordt op een aantal strategische plaatsen tot reali-sering van parkeerconcentraties onder gebouwen ofingepast in het landschap te komen. Deze parkeer-plaatsen zijn vooral bedoeld voor werknemers enstudenten.

De volgende parkeerconcentraties worden voorge-steldu Ter hoogte van het huidig Technisch Centrum

(1000 tot 2000 plaatsen)u In de westflank/ontwikkelingszone van het

UMC (1000 plaatsen)u Oostelijk van het Erasmusgebouw, onder het

toekomstige sportcomplex, zo mogelijk door-lopend tot nabij het Erasmusplein circa700plaatsen

u Onder de nieuwbouw Studentenhuisvesting, ca.100 plaatsen

u Onder toekomstige bebouwing tussenComeniuslaan en Montessorilaan circa 250plaatsen

u Onder de bebouwing van de B- faculteiten circa300 plaatsen

Tegelijkertijd met het realiseren van deze parkeer-concentraties zullen de kleinere en tijdelijkeparkeergelegenheden worden opgeheven.Bij de vormgeving verdient het aspect sociale veilig-heid grote aandacht. Daarom is parkeergelegenheidgesitueerd op de drukke plaatsen waar de informelecontrole het grootst is. Daarnaast biedt concentratiede mogelijkheid van bewaakte stalling.

6.3. Fietsontsluiting

Het aandeel van fietsverkeer in de verplaatsingennaar Heyendaal is groot. De belangrijkste aanrij rou-tes kennen de hoogste fietsintensiteiten van heelNijmegen. De externe uitgangscondities zijn goed. Erzijn rechtstreekse fietsroutes aansluitend op hetstedelijk centrum en de omliggende woonwijken.Binnen Heyendaal zijn er evenwel nogal wat lacunes

en discontinuïteiten. Het is wenselijk op de campuseen fijnmaziger en meer samenhangend netwerk vanfietsroutes te laten ontstaan. Veiligheid is daarbij eenbelangrijk aspect, reden waarom gekozen is voorvrijliggende routes langs de Heyendaalseweg.

Langzaam verkeerroute fietsers

fiets / auto

voetgangers traversevoetgangerspaden

openbare ruimte in te richten ten behoeve van aangrenzende functie

open binnenruimte ten behoeve van aangrenzende functie

43

Belangrijke ingrediënten voor het plan van fietsver-bindingen zijn een betere relatie met stationHeyendaal, een rechtstreekse verbinding tussen hetBisschop Hamerhuis en de studentenhuisvestingnaar het zuiden, het autovrij maken van deErasmuslaan, de opwaardering van de Driehuizer-weg als aantrekkelijke fietsroute en, niet te verge-ten, het verbeteren van de oversteekbaarheid vande St. Annastraat, de Heyendaalseweg en deKapittelweg In de uitwerking verdienen ook zakenals sociale veiligheid, comfort, goede verlichting enoverzichtelijkheid de nodige aandacht. De gemeen-telijke ambitie van een hoogwaardige fietsroutelangs de spoorkuil is in deze visie opgenomen.

Goede stallingsgelegenheid is eveneens van niet teonderschatten belang voor stimulering van hetfietsgebruik. Het aantal benodigde stallingsplaatsenis groot. In het totaal gaat het om circa 10.000plaatsen. De A-faculteiten nemen hiervan meer dande helft voor hun rekening. De huidige faciliteitenlaten plaatselijk te wensen over. Kwaliteitsaspectenzoals strategische situering, verschijningsvorm,sociale veiligheid, diefstalgevoeligheid en dergelijkevragen nadere aandacht.

6.4. Openbaar vervoer

Er wordt vanuit gegaan dat busdiensten zullen rij-den over de Philips van Leydenlaan en deHeyendaalseweg. De introductie van hoogwaardigopenbaar vervoer over een vrije busbaan via spoor-kuil, Heyendaalseweg, Erasmuslaan en StAnnastraat geeft een impuls aan de bereikbaarheid.Vanuit het stedenbouwkundig concept zijn deideale halteplaatsen gelegen bij de Heyendaalsewegter plaatse van de centrale ziekenhuis as en bij hetknooppunt Erasmusplein. Alle onderdelen van decampus zijn dan goed per bus bereikbaar. Alleen deafstand van potentiële halteplaatsen naar de nieuwehoofdentree van het UMC St Radboud blijft zoalseerder gesteld te groot. Het belang van de stations-locatie kan in de toekomst toenemen als er meerfrequente treinverbindingen komen en als de vrijebusbaan door de spoorkuil wordt gerealiseerd. Hetstation Heyendaal zou beter in oostelijke richtingverschoven kunnen worden zodat de perrons deHeyendaalse weg kruisen, met opgangen aanweerszijden van het viaduct. Door inrichtingsmaat-regelen kan de stationsomgeving worden geaccen-tueerd. Verbetering van de voetgangers- en fiets-

relaties met Heyendaal is essentieel. De zones aanweerszijden van de Heyendaalseweg voorzien inrechtstreekse verbindingen.

44

Openbaar vervoerroute openbaar vervoer

O.V. halte

N.s. station

spoorlijn

Groenstructuur6.5. Groenontwikkeling

Specifieke landschappelijke karakteristieken wordengehanteerd om de onderdelen van de campus vormen inhoud te geven. In tegenstelling met de ontwik-kelingen van de afgelopen 50 jaar, waarin de aan-wezige groene elementen van het landgoed steedshet kader vormden, waarbinnen bebouwing gesitu-eerd werd (aangevuld met dikwijls een zeer fraaietuinaanleg in de marges en binnenhoven), is het nunodig om nieuwe landschappelijke eenheden teontwikkelen. Elementen die drager kunnen wordenvan de identiteit van plekken en gebieden binnende campus. Deze landschapsontwikkeling dient ineen zo vroeg mogelijk stadium te starten, om zosnel mogelijk het benodigde groene kader voor denieuwe bebouwingsstructuur te hebben. De volgen-de initiatieven zijn in dit kader noodzakelijk.

1. Herprofilering van de Heyendaalseweg enbeplanting met een consistent patroon van bomen,zodat een bomendak boven de weg ontstaat.

2. Ontwikkeling van de parkzone westelijk van deHeyendaalseweg. Dit betekent een omvorming vande zone tussen de twee lanen. Oostelijk van deHeyendaalseweg tot aan park Brakkenstein moet dezone een begrenzing krijgen met een voortzettingvan de beide lanen. Een en ander vraagt om eenglobaal inrichtingsplan, waarin wordt vastgelegd:u profilering van de lanen;u plaats en aard van de functies binnen de

parkzone;u selectie van waardevolle, te handhaven

beplanting;u basisprincipes voor de vormgeving, met name

betreffende het slingerende parkpad (beloop, ver-hardingsmateriaal, standaard meubilering, bijzon-dere inrichtingselementen als tuinen en objecten);

u keuze van de te rooien c.q. te planten bomen;u fasering.

3. Ontwikkeling van het groen tussen het UMC StRadboud en de René Descartesdreef.De voorgestelde omvorming van dit gebied tot eenafwisselend bos met open plekken en thematuinenzal pas zijn beslag kunnen krijgen volgend aan debouwactiviteiten van het ziekenhuis, omdat hetgebied als plaats voor tijdelijke voorzieningen en alsbouwterrein gebruikt zal worden. Wel zal in zovroeg mogelijk stadium vastgesteld moeten worden

welke bomen gehandhaafd moeten blijven, zodatbij de bouwactiviteiten hiermee rekening gehoudenkan worden.

4. Bosaanleg in het gebied van het Mercator SciencePark . Om een robuust groen kader voor de geleidelij-ke ontwikkeling van dit gebied te creëren is het zinvolzo vroeg mogelijk de terreingedeelten, die niet (meer)van betekenis zijn voor de huidige aanwezige func-ties, in te planten met bosplantsoen. Nieuwe bebou-wing kan op termijn hierbinnen een plaats krijgendoor het plaatselijk rooien van deze jonge beplanting.

5. Vernieuwing van het bosfragment tussen deMontesorrilaan en de Comeniuslaan. Hier kangewerkt worden aan de herontwikkeling van deoude lanen, het saneren van de parkeerfunctie uithet bos en de vormgeving van de erfzones tussen

de bestaande gebouwen en het bosfragment.Hiervoor is een inrichtingsplan nodig.

6. Beheer van de bosgebieden aan weerszijden vande Thomas van Aquinostraat. Het beheer zal gerichtmoeten zijn op duurzame instandhouding van deecologische en ruimtelijk betekenis van het bos.Selectieve, gefaseerde en pleksgewijze verjonging ishiervoor de meest geëigende benadering.

7. Autovrij maken van de Agricolaplaats en ontwikke-ling van dit gebied als verbindende parkzone met hetpark Brakkenstein. Hierin zijn met name de bestaandelaanstructuren uit park Brakkenstein door te trekkenlangs respectievelijk het Gymnasion en de nieuw-bouw Studentenhuisvesting. Aldus ontstaan aantrek-kelijke looproutes en worden de parken Brakkensteinen Heyendael daadwerkelijk met elkaar verbonden.

45

laanbeplanting

laanbeplanting

dicht bos

park bos

gras

water

ontwikkelingslocatie t.b.v.toekomstig groen

46

Ontwikke l ings locat ies

Aansluitend bij de algemene waardering van hetgroene karakter van Heyendaal is gekozen voor eenontwikkelingsrichting waarbij landschap een blij-vend beeldmerk van de campus vormt. Landschapvormt de drager van duurzame kwaliteit in eenomgeving die gekenmerkt wordt door grote ruimte-lijke dynamiek en voortdurende verandering.Duidelijk gedefinieerde groene ruimtes en eenhelder stelsel van verbindingen vormen de samen-bindende structuur waarbinnen plaats is ingeruimdvoor de bekende ruimteclaims en ruimte wordtopen gelaten voor nog niet te voorziene ont-wikkelingen.

Een transformatieproces verloopt geleidelijk. Destructuurvisie heeft een tijdshorizon van enkeledecennia. Op korte termijn zijn evenwel al beleids-keuzes noodzakelijk ten aanzien van urgentevragen die voor de ontwikkelingsrichting van decampus als geheel van groot belang zijn. De nieuw-bouw van de B-faculteiten en de vernieuwing vanhet sportcomplex en de lerarenopleiding in samen-hang met de ontwikkelingen op het Erasmuspleinzijn inmiddels in realisatie. Daarnaast spelen actueleontwikkelingen een rol als de ruimte behoefte vande A faculteiten, het structuurplan van het UMCen de wens tot studentenhuisvesting. Op langeretermijn wordt met de structuurvisie een kadergeboden voor toekomstige ontwikkelingen alssciencepark, relocatie van de aula nieuwe onderwijsvoorzieningen en nieuwe UMC accommodaties.

De in de structuurvisie aangegeven ontwikkelings-locaties omvatten gebieden waar in de toekomstbebouwingsmogelijkheden zijn. Daar waar metdeze bebouwing vorm kan worden gegeven aan detoekomstige openbare ruimte wordt de gewenstevoorgevelrooilijn gedefinieerd. Deze voorgevelrooi-lijn betekent niet dat de gehele voorgevel in dezerooilijn dient te staan. Uitsparingen in hoven passenuitstekend in het totaalconcept. Wel dient met debebouwing in de voorgevelrooilijn de gewenste

vorm van de openbare ruimte te worden bepaald.De structuurvisie geeft evenzo weer op welke loca-ties (ondergrondse) parkeergarages, mogelijk insamenhang met andere bebouwing, ontwikkeldkunnen worden.

Algemeen voor de structuurvisie geldt dat de ont-wikkelingsruimte voor bebouwingsclusters groten-deels is gekoppeld aan de landschappelijke hoofd-structuur. Dit betekent een nadere stellingname inde vraag waar bebouwing zich in de toekomst kanontwikkelen maar ook waar niet; waar, zodramogelijkheden zich voordoen, ruimte wordt vrijge-maakt.

Door de nauwe koppeling van ontwikkelingsmoge-lijkheden aan de openbare hoofdstructuur zal toe-komstige nieuwbouw in belangrijke mate het ruim-telijk beeld mede bepalen. Het is daarom zaak devele afzonderlijke bouwinitiatieven die zich zullenaandienen te benutten als even zo vele kansen ombij te dragen aan de stedenbouwkundige kwaliteiten het imago van Heyendaal als geheel. Een vormvan creatieve sturing is daartoe wenselijk.

Wat betreft de inrichting van het openbaar gebiedis nadere uitwerking van de structuurdragerswenselijk, in nauw overleg met de gemeente.Daarnaast zal op meerdere fronten gewerkt moetenworden aan de geleidelijke totstandkoming van eenfijnmazig netwerk van verbindingen. Essentieelonderdeel is verder het terugdringen van de in hetoog springende parkeerproblematiek door parkeer-gelegenheid voorzover mogelijk onder gebouwenen in het landschap in te passen parkeergarages opte lossen. Dit kan niet los worden gezien van deprioriteit om aantrekkelijke voorzieningen voor defietser en het openbaar vervoer te realiseren.

47

7. Hoe verder

In de structuurvisie worden specifieke openbareruimtes aangegeven welke op basis van een inte-grale visie voor die ruimte zo kunnen worden ont-wikkeld dat de samenhang ontstaat met de diverseaangrenzende functies en bebouwing.

De aanwezige landschapsfragmenten worden in devisie uitgebouwd tot een nieuw geheel. Gezien deouderdom en onderhoudsstaat van een aantalgroenelementen is het op gang brengen van eenvernieuwingsproces noodzakelijk. Keuze voor dezestructuurvisie impliceert een keuze om te investerenin ontwikkeling en beheer van landschap.Samenspel met landschap zal het groene imago vanHeyendaal duurzaam verzekeren.48