Schoen en leestvorm

Hoofdstuk

5

schoenen

Schoenen dragen we om:• Onze voeten te beschermen• Om onze voeten steun te geven

Goede schoenen zijn:• Hydrofiel; vochtdoorlatend / ademt• Thermisch; isolerende / warmtehoudende

werking

Het maken van schoenen

Voor het maken van schoenen gebruiken we

de lederhuid van meestal runderen.

De opperhuid wordt verwijderd = ontharen

De onderhuid wordt verwijderd = ontvlezen

Wat er dan overblijft noemen we = bloot

Looimethoden

Looivolgorden:

• Verwijderen van opperhuid en onderhuid

• Resterende lederhuid laten zwellen

• De lederhuid in de looistof opgelost in water laten liggen

• De lederhuid door en door laten drogen

• De lederhuid uitspoelen

Chemische looiing

De looistof bestaat uit chroomzouten.

Na het looiproces wordt de huid nog eens

bewerkt met fixeermiddel en vervolgens

wordt alles weer uitgespoeld.

Plantaardige looiing

De looistof bestaat uit stoffen uit bladeren.

Bij plantaardige looiing wordt de looistof niet

uitgespoeld, daardoor is het sterker, meer

slijtvast en minder waterdoorlatend.

Wordt gebruikt voor zolen, bergschoenen

Gemengde looiing

Is een combinatie van looiing met

chroomaluin en plantaardige stoffen.

Wordt voor sportschoenen gebruikt.

Materiaal soorten

• Leer

• Kunstleer

• Rubber

• Textiel

• Synthetisch materiaal

• kurk

LeersoortenRunderleer:• Rundsleer ( oa grove vorm van suede )• Mastbox ( huiden van mestkalveren, pinken = 1jarig rund en

vaarzen = jonge koe die drachtig is )• Kalfsleer ( van kalveren, gebruikt voor luxe schoenen, ook

suede )Schapenleer:• Is losser van structuur en goed te gebruikenals voering.Geitenleer:• Wordt gebruikt voor luxedamesschoenen, handtassen enhandschoenen.Slangen- en schildpadleer, krokodillenleer• Het huidreliëf wordt overgebracht op de leersoort.

Verven of spuiten van met name leer

• Een verfbad heeft de voorkeur i.v.m. de soepelheid van het leer. Bovendien is het dan door en door gekleurd en kan de kleur er niet vanaf gestoten worden.

• Spuiten geeft een mooie glans maar is dan niet meer vochtdoorlaatbaar. (Sneller zweetvoeten) Ook zul je het eraf kunnen stoten.

Suède

• Ze schuren de vleeszijde van het leer meerdere keren.

De structuur is grof en worden meestal mestkalveren (mastbox) voor gebruikt

Dit leer heet hunting

Kunstleer

Tegenwoordig wordt ook kunststof gebruikt om schoenen te maken

De schoenen zijn niet doorlaatbaar dus snel zweetvoeten

Op echte leren schoenen is altijd de leerstempel te vinden

Rubber

• Ook rubber wordt gebruikt voor schoenen te maken.

• Vaak worden er kinderschoenen van gemaakt.

• Nadeel = minder waterdoorlatend

• Verder wordt er onderscheid gemaakt in natuurlijk rubber en synthetisch rubber

Textiel / schoenvoering

• Linnen• Katoen• Flanel• Vilt• Kameelhaar• Nylon en andere kunstvezels (slechtere

kwaliteit schoeisel)• Kurk vaak als binnenzool

Algemene schoenkennis

De schoen

Fabricage van schoenen

De schoen

Is opgebouwd uit:

1. Bovenwerk

2. Binnenwerk

3. Onderwerk

Het bovenwerk (schoen zelf)

Bovenwerk/schacht: afhankelijk van schoenmodel / type schoen

• Voorblad met neus – staat onder grote spanning, moet uit het beste van de huid gesneden worden.

• Hielpanden – 2 hielpanden, sluiten naar voren toe op het voorblad en bevinden zich aan 2 zijkanten en achterkant hiel

• Achterbies / contrefort / hielstijf – extra versteviging tussen de hielpanden

• Tong – als afsluiting van de hielpanden.

• Voering – bij betere schoenen is de hielvoering van leer

• Neusversteviging – extra versteviging in de neus met name voor werkschoenen, ter bescherming vd tenen

Het binnenwerk

• Contrefort (hielversteviger)

• Stijve neus

• De Cambreur (gelengversteviger)

• Binnenzool

Het onderwerk

• Loopzool• Hak:

– Engelse hak– Blokhak– Sleehak– Naaldhak– Staarthak

• Achterlap (de laag die de grond raakt)• Rand• Tussenzool (sportschoenen)• Balplak werkt draagvlakvergrotend = kurk

Bevestigingsmethoden

• Gelijmde schoenen

• Genaaide schoenen– Mackay methode– Goodyear methode– Flexibele methode

• Gevulkaniseerde schoenen

Schoenkennis

Hoofdstuk 6

De eisen waaraan een schoen moet voldoen

De pasvorm

Wordt bepaald door:

• De lengte

• De breedte

• De wijdte

• De binnenzoolplastiek

• De hakhoogte

• De teensprong

De lengte

• Wordt uitgedrukt in cm, maar daarnaast wordt ook de franse en engelse steek gebruikt.

• Door het lopen zal de voet iets langer worden ( 1 cm ) waardoor hij extra ruimte nodig heeft en dat noemen we de toegift. Lengte toegift

De wijdtecijfer

• Wijdtemaat = de bal omvangsmaat

Is dus geen breedtemaat!!!!!

Een brede schoen hoeft absoluut niet wijd te

zijn.

Het is de omtrek van je voorvoet op het

breedste punt + 1 ( extra cm voor ruimte )

Einde

• Lezen en doornemen

• Boek pedicure deel 2

• Thema 5 ten voeten uit

• Hoofdstuk 6, 7, 8, 9