De theorie van Brønsted Zuren en Basen. Deel 1 Zuren en Basen © H.J.C.Ubbels 2005.

Post on 04-Jun-2015

234 views 2 download

Transcript of De theorie van Brønsted Zuren en Basen. Deel 1 Zuren en Basen © H.J.C.Ubbels 2005.

De theorievanBrønsted

Zuren

en

Basen

Deel 1Zuren

enBasen

© H.J.C.Ubbels 2005

Svante August Arrhenius (1859-1927)

• zuren zijn elektrolyten die in oplossing waterstofionen afsplitsen;

• basen zijn elektrolyten die in oplossing hydroxide ionen afsplitsen;

• zouten zijn elektrolyten, opgebouwd uit een of meer metaalionen en een of meer zuurrestionen.

Arrhenius

Lange tijd heeft men de door Zweedsechemicus Arrhenius (1887) geformuleerdeindeling van elektrolyten in zuren, basen en zouten gebruikt:

Brønsted theorieIn de praktijk bleek de definitie van Arrhenius echter niet te voldoen. Voor een beter definitie van zuren, basen en zouten zorgde Brønsted (1923), die de definities van zuren en basen baseerde op het volgende reactieschema:

zuur <=> base + proton (H+-ion)

Onder zuren worden stoffen verstaan die protonen kunnen afsplitsen en met basen stoffen die protonen kunnen opnemen.

Johannes

Brønsted

(1879-1947)

Uitbreiding Brønsted theorieOp de theorie van Bronsted is een uitbreiding gekomen. Het afsplitsen van een proton kan alleen in een waterige oplossing plaatsvinden, er moet namelijk een base aanwezig zijn die het proton kan opnemen. Daarom wordt een zuur-base reactie tegenwoordig opgevat als een protonen overdrachtsreactie (protolyse). Voor zoutzuur in water verloopt de protolyse volgens:

HCl + H2O → H3O+ + Cl-

(waarbij het evenwicht geheel rechts ligt)

In dit geval functioneert water als een base aangezien het een proton opneemt.

Zurenen basen

in de praktijk

HCl + H2O → H3O+ + Cl-

Ionisatie in twee stappen

Ionisatie van een ZUUR in water

Ionisatie van een BASE in water

Sterke zuren

Kijken we nu naar waterstofchloride:

HCl → H+ + Cl-

Waterstofchloride is een sterk zuur, het staat gemakkelijk protonen af.

Het chloride ion heeft echter weinig neiging een proton op te nemen, heeft dus nagenoeg geen basische eigenschappen.

Waarom is waterstofchoride een sterk zuur en

methaan geen zuur?

δ+δ-

Polaire atoombinding

Zwavelzuur

Zwakke zuren

Kijken we nu naar azijnzuur:

CH3COOH ↔ H+ + CH3COO-

Azijnzuur is een zwak zuur, het staat niet zo gemakkelijk protonen af.

Het acetaat ion kan een proton opnemen en is de geconjugeerde (zwakke) base van azijnzuur.

CH3COOH + H2O ↔ H3O+ + CH3COO-

Sterke basen

Kijken we nu naar natriumoxide:

Na2O + H2O → 2 Na+ + 2 OH-

Het oxide ion is een sterke base, het neemt gemakkelijk protonen op.

Het hydroxide ion heeft echter weinig neiging een proton af te staan, heeft dus nagenoeg geen zure eigenschappen.

Zwakke basen

Kijken we nu naar azijnzuur:

NH3 + H+ → NH4+

Ammoniak is een zwakke base, het neemt niet gemakkelijk protonen op.

Het ammonium ion kan een proton afstaan en is het geconjugeerde zuur van ammoniak.

Ammoniak in water (1)

Ammoniak in water (2)

Amfolyten

Sommige stoffen kunnen zich zowel basisch als zuur gedragen, de amfolyten:

HCO3- + H+ ↔ H2CO3

HCO3- + H+ ↔ + CO3

2-

• Water kan zich als een zuur en als een base gedragen en is dus ook een amfolyt. Het kan zichzelf protolyseren volgens:

2 H2O ↔ H3O+ + OH-

• Deze reactie noemt men de autoprotolyse van water en is er verantwoordelijk voor dat zuiver water (een heel klein beetje) stroom kan geleiden.

Autoprotolyse van water

Eigenschappen van zure en basische oplossingen

Zure oplossing Basische oplossing

bevat H3O+ bevat OH-

pH < 7 pH > 7

kleurt blauw lakmoes rood

kleurt rood lakmoes blauw

sterk zure oplossingen zijn corrosief en bijtend

sterk basische oplossingen zijn bijtend

De pH van zuren en basen (2)

sterk zuur zwak zuur neutraal zwakke base sterke base

Welke indicator is het meest geschikt in het gebied van pH = 7:

een lakmoesoplossing of broomthymolblauw (zie binas tabel 52A) ?

Einde deel 1Zuren

enBasen

© H.J.C.Ubbels 2005