Post on 02-Oct-2021
Gemeentebestuur Ukkel
Dienst Stedebouw
Februari 2014
Ontwikkelingschema Calevoet-Moensberg
1
Schéma
Inhoud
Introduction ...........................................................................................................................................................
INLEIDING ......................................................................................................................................................... 2
Deel 1 – Context van de studie ............................................................................................................................ 1
Geografische en topografische context ............................................................................................................. 2
Korte geschiedenis van de stadsontwikkeling .................................................................................................... 3
Noodzaak om een ontwikkelingschema op te stellen ........................................................................................ 4
Deel 2 – Stand van zaken..................................................................................................................................... 5
Geldende stedenbouwkundige verordeningen en plannen ................................................................................ 6
Plaatselijke bevolking en statistieken ................................................................................................................ 7
Vervoer, mobiliteit, stroom ............................................................................................................................... 9
Functies en activiteiten ................................................................................................................................... 16
Huisvesting ..................................................................................................................................................... 16
Lopende en potentiële projecten .................................................................................................................... 17
Deel 3 – Uitdagingen ......................................................................................................................................... 21
Algemene uitdagingen en doelstellingen ......................................................................................................... 22
Wijk Moensberg .............................................................................................................................................. 24
Horzelwijk ....................................................................................................................................................... 27
Wijk Calevoet-Station...................................................................................................................................... 28
Besluit ............................................................................................................................................................. 30
Annexes ............................................................................................................................................................ 31
de Développement
INLEIDING De wijken Calevoet en Moensberg hebben nog grondreserve waar nieuwe vastgoedprojecten een plaats kunnen vinden. Er komen inderdaad steeds meer nieuwe gebouwen bij. Een deel van de oude bebouwing moet gerenoveerd worden. Een reconversie dringt zich op voor bepaalde terreinen. Zowel de omgeving van het station van Calevoet als die van de stopplaats die voorzien wordt waar de spoorlijnen 26 en 124 elkaar kruisen, zijn kernen voor een potentiële ontwikkeling. Bij dit alles moet rekening gehouden worden met wat mogelijk is op het vlak van mobiliteit, met de noden voor voorzieningen en openbare ruimte. De dienst Stedenbouw heeft een ontwerp van ontwikkelingschema opgesteld voor dit zuidelijke deel van onze gemeente. Het is de bedoeling een samenhangende visie uit te werken voor de huizenblokken in deze twee wijken die ontwikkeld of geherstructureerd worden. Dit schema zal de richting aangeven van de beslissingen die het college van burgemeester en schepenen zal nemen tijdens de aanvragen voor de komende stedenbouwkundige vergunningen. Het met dit ontwikkelingschema nagestreefde doel bestaat erin de huidige en toekomstige inwoners van de wijken Calevoet en Moensberg meer levenskwaliteit te bieden. Graag bedank ik de medewerkers van de gemeentediensten die hebben bijgedragen aan het opstellen van dit ontwikkelingschema. Ik bedank in het bijzonder de architecten, de heren Didier Heymans en Alexandre Jongen, die de spil waren van dit schema, maar ook de heer Lefébure-Thomas, een Franse stedenbouwkundige, die zijn stage van enkele maanden bij de dienst Stedenbouw aan dit project heeft gewijd. Ik dank ook de architecten van de dienst Stedenbouw voor hun inbreng: mevrouw Aurélia Bruschi, Albane De Block, Dominique Dosogne en Charlotte Lescot maar ook de hele dienst. Ik dank mevrouw Joëlle Lekeu voor de inlichtingen die ze heeft verstrekt inzake mobiliteit, de heer Jean-Paul Desmet voor het drukwerk en de heer Benjamin Uyttebroeck voor de vertalingen. Na een fase waarin de betrokken omwonenden worden geraadpleegd, zal het college van burgemeester en schepenen de definitieve versie van dit ontwikkelingschema vastleggen. De indicatoren die hieruit voortkomen, zullen eventueel worden verfijnd of aangevuld met de verslagen of milieu-effectenstudies die gehouden moeten worden voor vergunningsaanvragen in de sector van de studie, maar ook door de richting die voor deze twee wijken wordt aangegeven door het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling. Marc Cools, Schepen van Stedenbouw, Milieu, Huisvesting en Stadsvernieuwing
Deel 1 – Context van de studie
2
Geografische en topografische context
Het ontwikkelingschema heeft betrekking op het grondgebied dat zich van noord naar zuid uitstrekt van de Stallestraat tot de Linkebeekstraat en het station van Linkebeek en van west naar oost tussen de westelijke as bestaande uit de huizenblokken langs de Egide Van Ophemstraat, de Drogenbossesteenweg en het zuidelijke deel van de Alsembergsesteenweg richting Drogenbos en de oostelijke as bestaande uit de Guillaume Herinckxlaan, de Alsembergsesteenweg, de Groelstveldlaan, de Rietstraat en de spoorweg.
Het ligt op de grens van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dicht bij het Vlaams gewest en in de onmiddellijke nabijheid van grote nationale verkeerswegen (ring van Brussel enz.). Het is dus een toegangspoort tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en wordt begrensd door de gemeenten Drogenbos ten westen, Linkebeek ten zuiden, het natuurreservaat Kinsendael en de wijk Homborch ten oosten. Bovendien wordt het gekenmerkt door:
• een grillige topografie, gekenmerkt door de stroomgebieden van het hydrografisch netwerk van Ukkel (Ukkelbeek, Geleytsbeek en Linkebeek),
• een belangrijk spoornet met 2 stopplaatsen van de NMBS, namelijk het station van Calevoet en dat van Moensberg,
• de grote kunstwerken en beboste taluds waardoor het spoornet dit grillige reliëf kan doorkruisen, met als hoogste punten het station van Calevoet en de Moensberg.
perimeter en geografische zone waarop de studie betrekking heeft
3
Korte geschiedenis van de stadsontwikkeling
De gemeente omvat talrijke oude dorpskernen die al veel langer bebouwd zijn en die over het algemeen op de
weg naar het centrum van Brussel lagen (Ukkel centrum, de Kat, Langeveld, Diesdelle, Sint-Job, …). Rond 1930
bereikt de bebouwing in het noorden van Ukkel de agglomeratie, zij het nog niet heel dicht want talrijke percelen
blijven onbebouwd. Twee vroegtijdige bebouwde assen komen tot ontwikkeling, de ene langs de Brugmannlaan
en de Alsembergsesteenweg, die zich uitstrekt tot het station van Calevoet, de andere langs de
Waterloosesteenweg met de verkaveling van aanpalende terreinen tot Fort-Jaco en nog verder tot percelen voor
grote villa's en zelfs landhuizen en kasteeltjes. Tussen deze twee luchtige stadsassen blijven lange tijd
uitgestrekte onbebouwde ruimtes bestaan, van Sint-Job tot het Engelandplateau en het Homborchplateau en tot
het Verrewinkelbos. De verdichting van de bebouwing en het opvullen van dit landelijke deel gebeurt tussen
1930 en 1970, hoofdzakelijk in de vorm van villaatjes van hoogstaande kwaliteit voor een bemiddelde
bevolkingsgroep, maar ook in de vorm van sociale huisvesting in tuinwijken (Egide Van Ophemstraat, Homborch,
Melkriek, ...).
De wijk Calevoet-Horzel Deze wijk was oorspronkelijk een bosgebied dat een deel uitmaakte van het uitgestrekte Zoniënwoud. De
verstedelijking begint met de aanleg van een belangrijke noord-zuidas die de wijk doorkruist
(Alsembergsesteenweg, 1726). Calevoet blijft niettemin een geïsoleerd hoekje van Ukkel tot in 1873 de spoorweg
tussen Brussel en Charleroi wordt aangelegd (lijn 124) en het station van Ukkel Calevoet wordt gebouwd. Er
wordt ook een viaduct wordt gebouwd die een van de belangrijkste herkenningspunten wordt van het
gemeentelijke grondgebied en waardoor de trein het Geleytsbeekdal kan oversteken, op de plaats waar de Sint-
Jobsesteenweg uitmondt in de Engelandstraat.
Deze radicale verandering leidt tot andere veranderingen die hun stempel zullen drukken op deze volop
groeiende wijk die de kern vormt van onze studie:
• in 1893: opening van de gemeentelijke basisschool van Calevoet
• 1895: oprichting van een nieuwe parochie en bouw van een kerk
• aanleg van de begraafplaats van Sint-Gillis.
Industrialisatie
bronnen: P. Ameew (Cercle d'Histoire d'Uccle)
Vanaf het einde van de negentiende eeuw, maar vooral in de twintigste eeuw, wordt de Horzelwijk een erg
levendige wijk met heel wat cafés. De wijk kent gelijktijdig ook een grote periode van industrialisatie. De
traditionele nijverheid (molens, brouwerij, steengroeves en steenbakkerijen) worden opgevolgd door moderne
industrie.
Daarna komen talrijke fabrieken van elektrisch en mechanisch precisiemateriaal die vooral in het interbellum in
de omgeving van het station van Calevoet worden opgetrokken. De Van Ophemstraat trekt heel wat
ondernemingen aan. Al deze fabrieken wierven honderden arbeiders aan. Illochroma (drukkerij), Gulden
Kasteelstraat, dateert uit deze periode.
De laatste jaren hebben heel wat van deze ondernemingen hun activiteiten stopgezet of afgebouwd. De grootste
van allemaal, de onderneming Gardy (nu Schneider Electric) staat echter nog steeds tegenover het station van
Calevoet, en geeft nog aan hoe belangrijk de industrie in deze wijk is.
Na 1945
bronnen: P. Ameew (Cercle d'Histoire d'Uccle)
De wijk was nog erg levendig en gemengd in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, maar daarna is het karakter
geleidelijk verloren gegaan. Dit is te wijten aan een algemene evolutie (populariteit van de privéauto en van de
televisie) maar ook aan specifiekere gevolgen die verbonden zijn aan de geplande ontwikkeling van het
wegennet op nationaal niveau. Een daarvan, en wel het meest opvallende, was de afbraak van het centrum van
de wijk in 1971 met de afbraak van het complex van het Gulden Kasteel en andere gebouwen nabij het kruispunt
van de Alsembergsesteenweg en de Drogenbossesteenweg. Het gevolg was een grote open ruimte, later gekend
als het "Horzelplein" en met als symbool de circustent van het circus Pauwels dat lange tijd op deze plaats stond
en dat een herkenningspunt was voor dit deel van het gemeentelijke grondgebied.
Deze afbraak was er gekomen in het vooruitzicht van de verlenging van de Ring (in het zuiden), wat uiteindelijk
niet is doorgegaan, vooral door de druk van de bevolking en van de ACQU (Association de Comités de Quartiers
Ucclois) die zich sterkt kantten tegen de bouw van deze stadssnelweg, die de wijk grondig geschaad zou hebben.
De situatie is lange tijd geblokkeerd gebleven, totdat er eindelijk nagedacht is over de heraanleg van het plein,
nadat dit huizenblok een nieuwe bestemming kreeg in het GBP van 2001.
De wijk is destijds in tweeën gesneden door de spoorweg. Zoals we hieronder kunnen zien op de historische
foto's stopte de tram voor het station van Calevoet. Men kon de spoorweg oversteken langs een bewaakte
overweg.
Er was ook een loopbrug zodat voetgangers zonder te hoeven wachten konden oversteken.
Op deze website staan talloze foto's van de wijk:
http://users.skynet.be/fa070227/
Sinds het GBP in 2001 in voege is getreden worden er in
deze wijk steeds meer aanvragen ingediend voor
onbebouwde terreinen of sites in reconversie.
In dit kader zijn talrijke verkavelingsvergunningen en/of
stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd waardoor
gebouwd is op het Horzelplein, waardoor de François
Vervloetstraat is verlengd en opnieuw aangelegd is, en
waardoor een nieuwe straat is aangelegd, de Ilya
Prigoginelaan, samen met nieuwbouw rond deze laan.
Tegelijk zijn andere sites van stedelijke fabrieken die daar gevestigd waren in afwachting van de zuidelijke ring en
die goede zaken deden tot het begin van de jaren 2000 verlaten en stilaan stadskankers geworden. Het BBP nr.
66 dat momenteel opgesteld wordt (zie synthesekaart van de ontwerpen p. 18, zone 14) wil dat verhelpen.
4
Noodzaak om een ontwikkelingschema op te stellen
In 1979 is het gewestplan vastgelegd: het legt de bodembestemmingen vast op het grondgebied en kleurt het
grootste deel van het grondgebied van de gemeente Ukkel in als woongebied. Ukkel telt echter talrijke
gemengde gebieden (handel, KMO's, …), huizenblokken industriegebied met stedelijk karakter en uitgestrekte
zones met grondreserves.
In toepassing van het gewestplan worden aanvragen ingediend voor stedenbouwkundige vergunningen voor
projecten met economische bestemming voor het hele grondgebied dat valt onder het ontwikkelingschema.
Dit is een onvolledige lijst met de belangrijkste projecten uit de jaren '90:
• Stallestraat, aanvraag voor een kantoorcomplex voor de firma Siemens (14.000 m²), project zonder
gevolg
• Stallestraat, aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor een grote concessie voor auto's van
Toyota, project geweigerd
• Egide Van Ophemstraat, aanvraag voor een complex van 60.000 m² (project "U2000") met werkplaatsen,
opslagplaatsen en kantoren na de verhuizing van "Sunchemical" (voorheen "Encres Dresse"), een miniem
deel van dit project is uitgevoerd alvorens het is vervallen
• Egide Van Ophemstraat, reconversie van de site "Alsthom" tot hoofdzetel van het farmaceutisch bedrijf
"Astra Zeneca", project uitgevoerd
• Uitbreiding van deze pool aan de achterzijde door de hoofdzetel te bouwen voor de firma "Therabel",
project uitgevoerd
• Gulden Kasteelstraat, uitbreiding van de gebouwen en de activiteit van Illochroma, projecten uitgevoerd
alvorens dit terrein is verlaten, zoals algemeen is gekend,
• Hoek Engelandstraat en Dieweg, renovatie van het gebouw en daarna verscheidene stedenbouwkundige
vergunningen naargelang de evolutie van de productie in de fabriek Gardy, projecten uitgevoerd door
een onderneming die een van de speerpunten blijft van de economische activiteit op het grondgebied
van de gemeente
• Verscheidene aanvragen voor de uitbreiding of vestiging van kleine en middelgrote ondernemingen,
hoofdzakelijk langs de Drogenbossesteenweg (bv. ramen "Williams", de nv "Factum", "Travail et Vie", De
Lijn, …).
Sindsdien zien we dat industriezones sluiten, kantoren leeg staan, ... We moeten dus nadenken over de toekomst
van deze terreinen. Deze problematiek is nog relevanter geworden door de recente evolutie van de
stedenbouwkundige regels en plannen.
De gewestelijke en gemeentelijke bestemmings- en ontwikkelingsplannen zijn vanaf 1991 vastgelegd:
• Het eerste GewOP is goedgekeurd in 1995
• Het basisdossier van het GemOP is goedgekeurd in 1997
• Het GBP (2e ontwerp van 30/08/1999) is goedgekeurd op 14/05/2001
• Het tweede GewOP is goedgekeurd in 2002
• Het zogenaamde "demografische" GBP is goedgekeurd op 2/05/2013
Om het hoofd te bieden aan de druk van kantoorgebouwen in de centrale wijken zijn in de gewestplannen
mechanismen ingevoerd om de woonfunctie te beschermen. Deze mechanismen zijn ook van toepassing op
Ukkel.
Met de inwerkingtreding van het GBP wordt het "gebied voor stedelijke industrie" (GSI) het "sterk gemengd
gebied" (SGG) en kunnen daar nu ook woningen gevestigd worden. In Ukkel waren de volgende gebieden
ingekleurd als GSI: de sites "City-films", "Illochroma", "Gardy", "Alsthom", "Contigea Schlumberger", "Van
Linthout", "Encres Dresse", "Marconi", "ontradingsparking Stalle", "Federale Politie" en de winkel "Colruyt", maar
ook een deel van het Horzelplein en van het huizenblok ten noorden daarvan. Deze sites zijn belangrijk door hun
oppervlakte en ligging, en worden nu opengesteld voor een woonfunctie.
Sinds het GBP in 2001 in voege is getreden, zijn er talrijke stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd, in het
bijzonder voor wooncomplexen of gemengde gebouwen. De inwoners hebben daar hoofdzakelijk kennis van
genomen door de openbare onderzoeken, voordat ze de uitvoering op het terrein zagen.
Tijdens het openbaar onderzoek naar het GewOP II heeft de gemeenteraad gevraagd dat de sector Calevoet, die
voldeed aan de methodologische criteria daarvoor, in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan erkend zou worden als
hefboomgebied zodat er een ontwikkelingschema voor opgesteld zou worden. De regering heeft met die vraag
echter geen rekening gehouden.
In het Ontwikkelingschema is rekening gehouden met opmerkingen van het Inwonerscollectief Calevoet-Horzel
die samen met de ACQU en IEB een document hebben opgesteld met als titel "Calevoet, un quartier sous
pression" (Calevoet, een wijk onder druk).
Dit ontwikkelingschema voor de ruime omgeving van het Calevoetstation is opgesteld
op het initiatief van de gemeente en heeft geen regelgevende waarde. Het heeft als
doel een samenhangende visie op te stellen voor de huizenblokken en de openbare
ruimte die volop wordt ontwikkeld of geherstructureerd.
Dit schema moet het college en de dienst Stedenbouw helpen om een samenhang te
verzekeren tussen de betrokken wijken naarmate individuele beslissingen genomen
moeten worden op het vlak van ruimtelijke ordening en in studies naar bijzondere
bestemmingsplannen. Het Ontwikkelingschema past ook binnen de grote lijnen voor
de analyse en binnen de criteria van duurzame wijken.
De indicatoren die voortvloeien uit dit ontwikkelingschema zullen later verfijnd
worden door de verslagen of effectenstudies die gehouden zullen worden voor de
aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen die worden ingediend voor de sector
van de studie.
5
Deel 2 – Stand van zaken
6
Geldende stedenbouwkundige verordeningen en plannen
Het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (en het toekomstige GPDO) Het GewOP is een beleidsplan dat de doelstellingen en prioriteiten vastlegt voor de ontwikkeling van het gewest,
volgens de economische en maatschappelijke noden en volgens de behoeften op het vlak van verplaatsingen en
milieu. Sinds de wet op 16 juli 1998 hervormd is, bevat het GewOP geen verordenende bepalingen meer inzake
bodembestemming en bevat het dus enkel nog een adviserend luik.
Het eerste GewOP (GewOP I) is aangenomen in 1995. Als eerste plan en dus ook eerste steen van het jonge
gewest moest het een oplossing bieden voor de stadsvlucht, voor de teloorgang van de stadsstructuur en moest
het een antwoord bieden aan enkele problemen: de ruimte te reserveren voor kantoren, de plaats en moeilijke
groei voor huisvesting, de noodzaak om de handelskernen te behouden en nieuw leven in te blazen, enz.
In 2002 is het GewOP I geactualiseerd en is het GewOP II op 12/09/2002 goedgekeurd door de gewestregering.
Daarin is het begrip "hefboomgebied" ingevoerd, uit te werken in richtschema's.
In 2009 staat het gewest voor nieuwe uitdagingen: de bevolkingstoename, opleiding en werkgelegenheid, milieu
en duurzame ontwikkeling, de internationalisering en de dualisering van de stad. De regering beslist in haar
intentieverklaring tot volledige wijziging van het GewOP van 26/11/2009 om het GewOP van 2002 volledig te
herzien en er een tweede D aan toe te voegen voor Duurzaam, omdat stadsontwikkeling vandaag alleen mogelijk
is met volledige aandacht voor de drie pijlers van de duurzame ontwikkeling: maatschappij, economie en milieu.
Het ontwerp van GPDO is door het college ontvangen op 27-01-2014 en is nog niet uitgebreid geanalyseerd door
de gemeentediensten.
Voor onze sector van de studie (in het rood op de onderstaande kaart) zijn de volgende prioriteiten vastgelegd in
het GewOP van 2002:
- De Gulden Kasteelstraat, de Engelandstraat en de Stallestraat als "structurerende ruimte met versterkte
milieu-integratie"
- Een toegang tot de stad op het kruispunt van de Drogenbossesteenweg en de Alsembergsesteenweg
- Een GEN-station dat gebouwd moet worden ter hoogte van de Moensberg
- Een groene wandeling
- Een gewestelijke fietsroute
Het Gewestelijk Bestemmingsplan Het Gewestelijk Bestemmingsplan is door de regering aangenomen op 03/05/2001.
Het GBP heeft bindende kracht en verordenende waarde in alle bepalingen. Het staat boven alle verordenende
plannen. Elke afgeleverde stedenbouwkundige vergunning moet ermee overeenkomen.
De kaart van de bodembestemmingen verdeelt het grondgebied in gebieden volgens hun bestemming. Elk
gebied heeft zijn eigen kleur: woongebieden zijn lichtgeel of lichtoranje, gemengde gebieden (wonen + andere
functies) zijn oranje of bruin, en gebieden voor activiteiten: uitrustingen van collectief belang en openbare
diensten lichtgeel en kantoren paarsblauw.
Binnen het grondgebied van de studie onderscheiden we de volgende bestemmingen voor de huizenblokken en
delen van huizenblokken:
• 2 typische woongebieden:
▫ woongebied met residentieel karakter (lichtgeel)
▫ typisch woongebied (lichtoranje)
• 2 gemengde gebieden
▫ gemengd gebied (oranje)
▫ sterk gemengd gebied (bruin)
• Spoorweggebied (grijs)
• De groene gebieden
▫ Groen gebied
▫ Gebied voor sport en vrije tijd in de open lucht (met
overdruk "S")
▫ Begraafplaatsgebied (met overdruk "+")
▫ Groengebied met hoogbiologische waarde (met
overdruk "B")
BBP's van kracht in de geanalyseerde perimeter
BBP 5: Kriekenput
BBP 46 bis: put van Calevoet (Linkebeekstraat en Moensberg)
• BBP 66: aangenomen door de gemeenteraad, binnenkort
goedgekeurd door de regering van het BHG - dit Bijzonder
Bestemmingsplan omvat in het bijzonder de wijziging van Bijzonder
Bestemmingsplan nr. 5 bis.
• BBP 10 bis: Wijk Engeland
7
Plaatselijke bevolking en statistieken
Bevolking en bevolkingsdichtheid
Ukkel is goed voor 7,3 % van de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De bevolking van de gemeente is van 1900 tot 1970 blijven groeien. In dat jaar bereikte de bevolking het hoogtepunt van 79.000 inwoners. Tijdens de laatste vijfentwintig jaar van de twintigste eeuw neemt de bevolking af, maar de voorbije jaren is deze trend weer omgekeerd. Van 74.000 inwoners in 1999 is de bevolking gegroeid tot 80.487 in januari 2013 op een totaal van 1.154.635 in het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De komende jaren zal de bevolking van onze gemeente verder groeien, maar tegen een minder snel tempo dan het gewest, goed voor zo'n 500 bijkomende inwoners per jaar.
Bevolkingsdichtheid in het BHG in 2009 (inw./km²). Het rode gebied is de geanalyseerde perimeter
De bevolkingsdichtheid daalt van het noorden naar het zuiden van de gemeente, uitgezonderd langs de steenwegen. In 2009 bedroeg de bevolkingsdichtheid in het gebied (bepaald door de Wijkmonitoring) van Calevoet-Moensberg (wat redelijk goed overeenkomt met de perimeter van de studie) 4556 inwoners/km², waardoor het valt in de klasse van minder dichte gebieden en wijken.
Leeftijdsgroepen
In Ukkel zijn er beduidend minder jongeren dan in de meer centraal gelegen gemeenten van het gewest, terwijl er meer oudere mensen wonen. Dat brengt een beduidend hogere veroudering en een sterkere afhankelijkheid met zich mee dan in het hele gewest. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het aantal rusthuizen die de voorbije jaren stedenbouwkundige vergunningen hebben aangevraagd en vaak ook hebben verkregen.
Gezinnen
Het aantal eenpersoonsgezinnen (gezinnen van alleenstaanden) ligt in de bestudeerde perimeter erg laag (tussen 22 en 37 %) ten opzichte van het gemiddelde van het Brussels gewest (49 %), maar ook ten opzichte van het noorden van de gemeente. In de wijk (bepaald door de Wijkmonitoring, komt redelijk goed overeen met de
perimeter van de studie) Calevoet-Moensberg telt een gemiddeld gezin in 2009 2,3 personen, wat deze sector in de hoogste statistische klasse van het gewest plaatst. Gemiddelde gezinsomvang in het BHG in 2009 - Het rode gebied geeft de bestudeerde perimeter aan
Behalve de wijk Kriekenput die voornamelijk bestaat uit koppels met of zonder kinderen, bestaat de bestudeerde perimeter en vooral de aanpalende wijk Homborch anderzijds voor een groot deel uit eenoudergezinnen waarvoor het belangrijk is gebruik te kunnen maken van een goed uitgeruste stad, met winkels, openbare voorzieningen, openbaar vervoer, ...
Aandeel eenoudergezinnen in Ukkel in 2007 – Het rode gebied geeft de bestudeerde sector aan
8
Socio-economisch profiel en aantal werklozen
De gemeente Ukkel ligt in het zuidoostelijke kwadrant van de tweede kroon en wordt gekenmerkt door een bevolking met een socio-economisch profiel dat gaat van erg welgestelde gezinnen over gezinnen met gemiddelde inkomens tot minder begunstigde inwoners. Dit vertaalt zich in een gemiddeld belastbaar inkomensniveau dat op grote delen van het gemeentelijke grondgebied hoger ligt dan het Brusselse gemiddelde. In de geanalyseerde perimeter liggen de inwoners van de inwoners op het gewestelijke gemiddelde tot zelfs eronder, in het bijzonder aan de Alsembergsesteenweg.
Gemiddeld inkomen per consumptie-eenheid per statistische eenheid te Ukkel in 2007 - Het rode gebied geeft de bestudeerde sector aan
Binnen de bestudeerde perimeter en aan de rand ervan stellen we een aanzienlijke socio-economische ongelijkheid vast (zowel op het vlak van gemiddeld inkomen als op het vlak van het aantal werklozen) tussen de wijk Kriekenput en de woonwijken langs de Alsembergsesteenweg, maar ook voor de nabijgelegen wijk Homborch die talrijke sociale woningen telt en gekenmerkt wordt door een hoge werkloosheidsgraad en een groot aandeel eenoudergezinnen).
Spoorlijnen 26 en 214 isoleren deze twee wijken nog meer van elkaar en van de andere wijken.
In de bestudeerde perimeter liggen de meest sociale woningen van de gemeente. De wijken in het oosten van de gemeente tellen daarentegen omzeggens geen sociale woningen.
Werkloosheidsgraad in de Ukkelse wijken in 2008 - Het rode gebied geeft de geanalyseerde sector aan
Enkele statistieken: (bron: Wijkmonitoring) -aantal onthaalplaatsen per kind in 2010: (dus het aanbod aan onthaaldiensten voor kinderen ten opzichte van de potentiële vraag, dus de kinderen jonger dan 3 jaar in de wijk) Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0,32 Gemeente Ukkel: 0,58 Calevoet-Moensberg 1,01 Homborch-Kriekenput-Verrewinkel: 1,04 Globe: 0,49
-Aandeel sociale woningen in 2012 (woningen/100 gezinnen) Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 7,6 Gemeente Ukkel: 4,53 Calevoet-Moensberg: 14,2 (houdt geen rekening met de 45 sociale woningen in aanbouw in de Moensbergstraat, noch met de 43 net afgewerkte sociale woningen van de BGHM op het Horzelplein) Homborch-Kriekenput-Verrewinkel: 51,4 Globe en Dieweg: <5
Aandeel sociale woningen in BHG in 2013 (woningen/100 gezinnen) –
Het rode gebied geeft de bestudeerde sector aan
9
Vervoer, mobiliteit, stroom
Het wegennet
Inpassing in het algemene stadsweefsel
Bron: Uccle 2012-2018, Vers une Mobilité durable (ACQU) De sector van de studie, in het blauw op de bovenstaande kaart, telt drie toegangswegen tot het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest:
- De Stallestraat, en in het verlengde ervan de Brugmannlaan, is een belangrijke verkeersas die snel
toegang biedt tot gewestwegen,
- De Drogenbossesteenweg en in het verlengde ervan richting Diesdelle langs de Gulden Kasteelstraat en
de Sint-Jobsesteenweg,
- De Alsembergsesteenweg, secundaire weg, die toegang biedt tot de Vlaamse gemeenten. Ter hoogte van
het station van Calevoet in tweeën gesneden. Dit is een historische weg. Vroeger was er een overweg ter
hoogte van het station om van het noorden naar het zuiden te gaan.
Rangschikking van de verkeerswegen
De onderstaande kaart geeft een rangschikking van de wegen volgens de omvang ervan en de verkeersstromen.
In het groen op de kaart zijn de zones 30 weergegeven, die zich bevinden in de residentiëlere randgebieden zoals
Homborch ten oosten of Melkriek ten westen.
Samenvattende kaart van het wegennet
10
Kruispunt Horzelplein
Probleemstelling:
- Punt waar drie drukke verkeerswegen samenkomen
- Veel opstoppingen, vooral vanaf de Horzelstraat Door de verdichting van de bebouwing in het zuiden van
Ukkel zal het verkeer in de Horzelstraat nog toenemen
- Commerciële snelheid van trams en bussen te laag
Egide Van Ophemstraat
In deze straat komen talrijke nieuwe projecten. De straat zal dus opnieuw aangelegd moeten worden aangezien
de verkeersstroom snel te sterk kan worden voor de huidige inrichting van de rijbaan. Bovendien moet de weg
aangenamer aangelegd worden.
Horzelstraat
Vanaf het Dapperensquare in Linkebeek begint de Horzelstraat uiterst smal, met erg beperkte tot zelfs
onbestaande trottoirs. Bussen en zwaar verkeer kunnen er elkaar moeilijk kruisen. Het is dus gepast te bekijken
hoe de mobiliteit hier verbeterd kan worden en hoe de openbare ruimte aangelegd kan worden (bredere
trottoirs, aanleggen van wachtstroken voor kruisend verkeer). Er moet onderzocht worden of een andere
verkeersorganisatie mogelijk en wenselijk is en of dat kan leiden tot een betere levenskwaliteit voor de huidige
en toekomstige inwoners.
Het openbaarvervoernet
Het GEN-net – mogelijk scenario
Lijn 124 (Linkebeek, Moensberg, Calevoet, Stalle,
Vorst richting Brussel) zal tot aan de Moensberg
beschikken over 4 sporen.
Volgens het voorlopige exploitatieschema van de
NMBS zullen verscheidene treinstellen van lijn 124
doorrijden naar Sint-Job, Brussel-Luxemburg,
Schuman (zoals nu al), maar ook voorbij Vorst naar
Brussel-Weststation in de plaats van naar Brussel-
Zuid, wat veel minder handig is om naar het
stadscentrum te gaan en wat een groot verlies zou
zijn voor wie wil overstappen op grote NMBS-lijnen
en op internationale treinen, of voor wie naar de
luchthaven wil overstappen.
De GEN-stopplaats op de Moensberg zal dienstdoen als kruispunt van de lijnen 24 en 126. Bron: Uccle 2012-2018, Vers une Mobilité durable (ACQU)
Het metro- en tramnet
Bron: Uccle 2012-2018, Vers une Mobilité durable (ACQU)
- Lijn 51: tram
Lage snelheid op bepaalde delen, vooral op de delen in
de sector van de studie (Alsembergsesteenweg)
- Lijnen 4 en 97: tram (Chrono-lijnen)
Tram in eigen bedding, doorkruist de sector van de
studie door de Stallestraat.
Het busnet van de MIVB
Bron: Uccle 2012-2018, Vers une Mobilité durable (ACQU)
- Lijn 43: bedient hoofdzakelijk het zuiden
van de sector van de studie langs de Horzelstraat
en het station Moensberg en rijdt door tot de
oostelijke randwijken.
- Lijn 60: alleen de eindhalte ligt in de
sector van de studie, ter hoogte van het station
van Calevoet.
11
Het busnet van de TEC en De Lijn
- Verder zijn er ook buslijnen 153 (Ninove-
COOVI), 154 (COOVI-Halle via Beersel), 155
(COOVI-Halle via Alsemberg) van De Lijn en lijn
40 van de TEC (Eigenbrakel-Ukkel Calevoet).
Van noord naar zuid gaan deze lijn hoofdzakelijk
via de Egide Van Ophemstraat, de
Engelandstraat, de Gulden Kasteelstraat, de
Horzelstraat en de Alsembergsesteenweg.
Bron: Uccle 2012-2018, Vers une Mobilité durable (ACQU)
Blik op de overstappunten
Station Calevoet
Vervoersaanbod en frequentie Buslijnen 43 en 60 Tramlijn 51 Buslijn 40 van de TEC en 153, 154 en 155 van De Lijn Op dit moment is het erg moeilijk een parkeerplaats te vinden rond het station Calevoet. Dit probleem zal
verminderen eenmaal de parking in gebruik genomen wordt met 52 plaatsen voor NMBS-reizigers en met 14
plaatsen voor bezoekers van de winkels. Deze parking is een onderdeel van een klein woon- en winkelcomplex
dat tegenover het station moet komen.
Station Moensberg
Vervoersaanbod en frequentie Buslijn 43 Buslijn 155
Samenvattende kaart openbaar vervoer – huidige situatie
12
Het net voor actieve (of zachte) verplaatsingen (zie bijlage 2 p.32, samenvattende kaart van de bestaande en geplande situatie inzake actieve mobiliteit)
Ligging van de Villostations
Op dit moment zijn er alleen stations in de
Stallestraat en aan het station Calevoet. Het Villo-
net is dus niet aanwezig in het centrum of in het
zuiden van de sector van de studie.
Het huidige net is nochtans redelijk dicht tussen de
bestaande stations.
Bron: website Villo
Blik op de overstappunten
Bron: Gemeentelijk Mobiliteitsplan
Wijk Calevoet Station
Er zijn talrijke voetpaden die naar het station van Calevoet leiden:
- Enkele paden doorkruisen het bos van de Keyenbempt, daarnaast is er het Van Nijlenpad dat het
Horzelplein (waar de groene wandeling langsloopt) verbindt met de Alsembergsesteenweg, dicht bij het
station;
Niettemin
- Moet het station Calevoet momenteel overgestoken worden door 2 tunnels (dit is ook de weg naar de
sporen). Een van deze tunnels is eigendom van de NMBS, de andere van de gemeente. Deze tunnels zijn
niet alleen weinig verwelkomend, maar ze zijn ook ontoegankelijk voor personen met beperkte
mobiliteit en ze vormen een probleem voor fietsers;
- De trottoirs van de Alsembergsesteenweg (ten noorden van het station) zijn erg smal en eerder
onaangenaam voor voetgangers.
Bovendien liggen andere voet- en fietspaden momenteel ter studie, waaronder enkele door de gemeente
aangelegd kunnen worden:
- De gewestelijke fietsroute nr. 7 (Haanstraat en Alsembergsesteenweg), voorzien maar nog niet
uitgevoerd;
- Een fiets- en voetpad tussen het station Calevoet en de Stallestraat, langs een nieuwe weg die ook voor
het openbaar vervoer zal dienen (Wagenstraat)
- Een gemeentelijke fietsroute (GemFR) tussen het station Calevoet en de Papenkasteelstraat via de
Dieweg en de Groelstveldlaan en een andere GemFR tussen het station Calevoet en de Moensberg langs
de Rietstraat
Wijk Moensberg
Er bestaat een voetpad tussen de Brouwerijstraat (Linkebeek) en de Linkebeekstraat die uitgeeft op de
bestaande perrons van de stopplaats Moensberg. Er is ook een pad tussen de Dapperensquare (Linkebeek) en de
Moensbergstraat, in het verlengde van de Linkebeekstraat komende van de Alsembergsesteenweg tot de put van
Calevoet.
Er moet evenwel opgemerkt worden dat de Horzelstraat komende van de Dapperensquare naar de toekomstige
GEN-stopplaats Moensberg erg smalle of zelfs onbestaande trottoirs heeft.
Dicht bij het station zijn al fietspaden aangelegd:
- Op bepaalde plaatsen langs de Horzelstraat;
- Op de brug van de Lindenlaan;
- Langs het pad dat de Horzelstraat verbindt met de Calevoetstraat.
Bovendien is in het Gemeentelijk Mobiliteitsplan voorzien dat de gemeente dit netwerk aanvult met: - Een gemeentelijke fietsroute (GemFR) komende van het station van Linkebeek via de Sophoraslaan en de
Linkebeekstraat tot Melkriek; - Een GemFR die van de Noordkriekenstraat en de Rietstraat afdaalt naar het Horzelplein en het station
Calevoet, via de Engelandstraat
Het grondgebied van de studie telt talrijke voet- en fietspaden. Ze zijn echter nauwelijks
bewegwijzerd en worden weinig onder de aandacht gebracht. Sommige bevinden zich nog in de
planningsfase.
Bovenal lopen de paden momenteel niet door zodat het mogelijk is het hele grondgebied van de
studie te doorkruisen. Er moet dus nog heel wat werk verricht worden om het voet- en fietspadennet
te versterken en de aansluitingen ervan te verbeteren. (zie kaart actieve mobiliteit p.32)
Toegankelijkheid
Er moet een studie worden uitgevoerd naar de toegankelijkheid:
- Openbaar vervoer (voertuigen, wegen, stopplaatsen)
- Parkeerplaatsen voor personen met beperkte mobiliteit
- Toegankelijkheid van instellingen die publiek onthalen
- …
Momenteel kunnen personen met beperkte mobiliteit het station van Calevoet niet oversteken via de bestaande
tunnels.
Foto van de tunnel aan het station Calevoet
13
Stedelijke morfologie
De kaart toont de verschillende morfologische gehelen op de sector van de studie en eraan aanpalend. Enkele
huizenblokken zijn genummerd om ze hieronder te behandelen en om de morfologische heterogeniteit van deze
wijken aan te tonen zodat daar beter rekening mee kan worden gehouden.
Moensberg
1- Woonwijken ten zuiden
Het terrein vormt het hoogste punt tussen het Geleytsbeekdal en het dal van de Verrewinkelbeek, en biedt een
van de weidsere uitzichten op de Zennevalei en nog verder op het Pajottenland. De Moensberg bevindt zich op
de waterdeellijn, op de grens van twee stroomgebieden. Deze woonwijk heeft een semi-landelijk karakter en
wordt in grote mate gekenmerkt door een omvangrijk spoornet (kruispunt van de lijnen 124 en 26) en van de
begraafplaats van Sint-Gillis. Deze twee elementen onderbreken het stadsweefsel en scheiden de wijk van de
Moensberg van de dichter bevolkte wijken in het noorden van de gemeente.
De Linkebeekstraat
Morfologisch en geografisch ligt deze wijk dichter bij het
centrum van Linkebeek dan bij de Alsembergsesteenweg, die
nochtans erg dichtbij ligt ten westen, of bij het Horzelplein,
juist ten noorden. Deze straat wordt gekenmerkt door semi-
landelijke bebouwing op lange, smalle percelen met
eengezinswoningen van GLV+1. De straat is erg smal en
geplaveid, ondanks de nabijheid bij de Alsembergsesteenweg
ten westen.
Gemiddeld mag gerekend worden op een V/T-index van 0,6 tot
1 voor een huisje op de Moensberg. Verder zijn er ook
moestuinen, er is een gemeentelijke visvijver en een voetpad dat langs de spoorweg loopt en deze wijk verbindt
met de lagergelegen Brouwerijstraat in Linkebeek.
De wijk Kriekenput
Deze wijk ligt tussen spoorlijnen 26 en 124 en bestaat uit
huizen op grotere percelen met een V/T-index van 0,4 tot
0,6. Het gaat om een welstellende wijk zonder enige
functionele verwevenheid behalve de enkele inwoners die
van thuis uit werken. De spoorwegen ten westen en ten
oosten hebben een grenseffect. Ten oosten van lijn 26,
buiten de perimeter van dit bestemmingsschema, ligt de
sociale woonwijk Homborch. Die wijk is op zijn beurt nogal
geïsoleerd door de spoorweg.
Samenvattende kaart van de stedelijke morfologie
14
2- Stopplaats Moensberg
De wijk wordt gekenmerkt door de sterke aanwezigheid van
spoorwegen. Het spoorknooppunt telt dichte groene ruimten. Lijn
124 is op een eerder onveranderlijk niveau aangelegd maar heeft
toch ook uitgravingen, aanaardingen en kunstwerken vereist,
hoewel minder dan lijn 26. Die lijn is op een lager niveau
aangelegd, wat een diepe sleuf van oost naar west vereiste in het
plaatselijke reliëf. Naast deze sporen zijn er ook twee kruiswissels
zodat een deel van het treinverkeer van de ene lijn naar de
andere kan gaan, en het wegennet waarvoor talrijke kunstwerken
gebouwd zijn. Een voorbeeld is de nieuwe brug ter hoogte van de
Horzelstraat die de verbinding vormt met de oostelijke wijken, ter
hoogte van de Lindenlaan. Met de inwerkingtreding van het
demografisch GBP kunnen sommige terreinen die voordien spoorweggebied waren en nu gemengd gebied zijn,
het voorwerp worden van nieuwe stedenbouwkundige uitdagingen (zie pagina 24).
Morfologie van de wijk Moensberg
Het dichte spoornet heeft momenteel een grenseffect
tussen de verschillende wijken. Ook de begraafplaats van
Sint-Gillis scheidt deze wijk van het noorden van de
gemeente. De Alsembergsesteenweg is daarentegen een
symbolische grens met de Linkebeekstraat door de
verschillende morfologie ervan. Deze elementen geven de
indruk dat de wijk meer gericht is naar Linkebeek en het
oosten van de gemeente. Tot slot moet het sterke reliëf
opgemerkt worden, en de niveauverschillen tussen de
verschillende gebieden die de wijk structureren.
Horzel
3- De Alsembergsesteenweg, zuidelijk deel
Algemeen gesproken wordt de Alsembergsesteenweg gekenmerkt door
een relatieve functionele verwevenheid en een bebouwing van
hoofdzakelijk rijhuizen, gemiddeld GLV+2 tot GLV+3 en een eerder smalle
rijbaan ten opzichte van het verkeer en de vervoersmiddelen die de ruimte
delen.
De bebouwing is op dit deel heterogeen. Rijhuizen, productieactiviteiten,
voorzieningen, winkels en braakliggende terreinen volgen elkaar op zonder
duidelijke logica en met uiteenlopende bouwprofielen.
4- Residentiële huizenblokken
De huizenblokken tussen de Horzelstraat, de Alsembergsesteenweg en de
Stillelaan zijn residentiëler. Er zijn echter ook enkele gemengde bestemmingen
met kleine winkels en kleine ondernemingen. De bebouwing is hoofdzakelijk in
de rij, behalve ten zuiden van de Stillelaan, waar collectieve woningen staan.
5- Het huizenblok met het industrieterrein langs spoorlijn 124 tussen de Gulden Kasteelstraat en de
Vleeskersenstraat
Dit huizenblok wordt ten westen begrensd door de Horzelstraat, een hoofdzakelijk
residentiële straat, en ten oosten door de spoorweg (lijn 124 van de NMBS). De
spoorweg ligt hoger dan het hele huizenblok, tussen de brug van de Vleeskersenstraat
en de viaduct van Calevoet, en is erg aanwezig in het landschap door het grote beboste
talud. Het terrein is momenteel in reconversie en is het voorwerp van een BBP (BBP 66)
dat binnenkort door de regering van het BHG goedgekeurd zal worden en waarvan de
grote lijnen op pagina 20 staan.
6- Het "Horzelplein"
Vroeger stonden hier woningen en brouwerijen, maar later is
het Horzelplein volledig met de grond gelijkgemaakt. Vier
decennia lang was het een feitelijke groene ruimte, waarvan
een deel jarenlang gebruikt werd door een circus dat er
uiteindelijk zijn circustent permanent liet staan.
De bestemmingen van het gewestplan (huisvesting langs de
Alsembergsesteenweg, groengebied als bufferzone in het
noord-zuiden en in het midden, stedelijke industrie aan de
voet van het NMBS-viaduct Calevoet) zijn nooit uitgevoerd.
Het terrein is daarna opgenomen in het grondgebied dat
bestudeerd is in het kader van BBP 10bis maar is er
uiteindelijk uitgelicht bij de goedkeuring van het plan door de regering in 1993.
Op het Horzelplein worden verscheidene bouwprojecten afgewerkt, waarna het een huizenblok wordt met
functionele verwevenheid en met een bruto V/T-index van ongeveer 1 (gemeten tot de as van de randwegen).
15
7- De Alsembergsesteenweg, noordelijk deel
De GIMB heeft op dit deel een project gepland voor nieuwe sociale woningen en
middenklassewoningen met in totaal 87 woningen op een terrein dat op het GBP ingekleurd
is als GVCB. De afgeleverde vergunning is echter geschorst door de Raad van State. Het
terrein ligt hoger dan de rijbaan en is momenteel een bebost talud.
Momenteel worden huizen gebouwd langs de spoorweg, met tuinen langs het Van Nijlenpad.
Morfologie van de Horzelwijk
Deze wijk ligt in het midden van het bestudeerde
grondgebied, tussen het station Moensberg en het
station Calevoet. De wijk wordt gekenmerkt door
grote verkeersassen en is omgeven door groene
ruimten zoals de Keyenbempt en het Kinsendael.
Vanaf de Drogenbossesteenweg ten westen is dit een
poort op de stad die op dit moment weinig
aantrekkelijk is. Deze sector wordt in grote mate
gekenmerkt door het autoverkeer met de oost-westas
ter hoogte van de Gulden Kasteelstraat die de wijk
een aanblik geeft van een doorkruiste ruimte. Ten noorden en ten zuiden van deze as liggen zones in
reconversie. Deze wijk heeft de voorbije weken grondige veranderingen ondergaan. Tot op vandaag
krijgen enkele terreinen er een nieuwe bestemming, vaak in de vorm van projecten met functionele
verwevenheid en een meerderheid collectieve woningen. Deze wijk is vandaag heterogeen met een
moeilijk te lezen identiteit.
Calevoet Station
8- Het station Calevoet en omgeving
Dit terrein zou binnenkort grondig gewijzigd kunnen worden door
de uitvoering van het project clos de Calevoet, maar ook door de
aanleg van de Wagenstraat die het station Calevoet zal bedienen
vanaf de Stallestraat (zie pagina 18).
9- De Egide Van Ophemstraat
Deze straat wordt binnenkort een sterk gemengd gebied dicht bij het
station en de Keyenbempt, met plaats voor collectieve huisvesting,
voorzieningen en economische activiteiten. De BPI-projecten zijn immers
bijna klaar en voor de uitbreiding daarvan is een nieuwe
verkavelingsvergunning aangevraagd (bijkomende verkaveling) naast
stedenbouwkundige vergunningen (voorzieningen, kantoren,
handelsruimte, …) die al afgeleverd zijn.
10- De residentiële huizenblokken ten noordwesten van de Egide Van Ophemstraat
Hier vindt men hoofdzakelijk residentiële huizenblokken, met voor het
grootste deel rijhuizen met een bouwprofiel van GLV+1. Op de
binnenterreinen van het huizenblok treft men echter ook collectieve
huisvesting aan met bouwprofiel GLV+2.
Morfologie van de wijk Calevoet
Deze wijk is in volle verandering, met huizenblokken in aanbouw die een mix aanbieden van
collectieve huisvesting en functionele gemengdheid die de ruimte delen met traditionelere
huizenblokken, hoofdzakelijk rijhuizen van het type GLV+1, GLV+2. Al deze projecten doen geen
afbreuk aan de breuk tussen de beide zijden van de spoorweg.
11- Het terrein "Schlumberger"
Tussen de Stallestraat, waar de hoofdingang ligt, de Guillaume
Herinckxlaan en de geplande Wagenstraat heeft de firma Contigea-
Schlumberger zich gevestigd en is die er tot bloei gekomen. De
bebouwing is er ontwikkeld volgens deze evolutie op dit terrein van zo'n
3 hectare groot.
Niet ver ervandaan, met een ingang op de Alsembergsesteenweg, staan
er twee gebouwen met collectieve woningen van type GLV+9.
Tussen deze twee elementen versterkt het toegestane
nieuwbouwproject van Schlumberger de dichtheid van de bebouwing
nog, met drie woongebouwen en een openbare ruimte op de
binnenterreinen van het huizenblok.
16
Functies en activiteiten
Structurerende voorzieningen
- Federale politie
- Gemeentelijk containerpark en op het aanpalende perceel lokalen van de gemeentelijke reinheidsdienst
(in opbouw)
- Home Brugmann (OCMW van Ukkel)
- Gemeenteschool André Didier, school FPS du Brabant, Basisschool Notre Dame de la consolation,
kleuterschool van het Frans Lyceum,
- Kinderdagverblijven
- Installaties van het crematorium van de intercommunale
- Begraafplaats van Sint-Gillis
- La Roseraie
Kantoren-Industrie
- Productieactiviteiten, hoofdzakelijk ambachtelijk, langs de Stallestraat
- Farmaciepool in de Egide Van Ophemstraat
- Schneider Electric
- Illochroma en Horzelstraat 100 (in reconversie)
Handelsweefsel
- Grote winkels dicht bij de bestudeerde sector
- Kleine supermarkten en buurtwinkels, hoofdzakelijk langs de Alsembergsesteenweg en rond het station
Calevoet.
- Met een flexibel potentieel aan oppervlakten die ingekleurd zijn als handel gaat het terrein van het
Bijzonder Bestemmingsplan 66 het handelsaanbod nieuw leven inblazen en voldoen aan de noden van
de dichtere huisvesting.
Openbare ruimten en groene ruimten
- De groene ruimten drukken een stempel op de sector van de studie, met de aanwezigheid van de
Keyenbempt en het Kinsendael, maar ook van de taluds van de spoorwegen (ecologische corridors), de
groene wandeling en de begraafplaats van Sint-Gillis.
- Het moeras van het Grootdael, in het zuidwesten van het grondgebied van de studie. Dit door het
Brussels gewest beschermde landschap bestaat uit een moerassig elzenbos onderaan de
Moensbergstraat, langs de Linkebeek die de grens vormt met de gelijknamige gemeente. Het is een
Natura 2000-site die momenteel alleen maar toegankelijk is via een privé-eigendom in de
Brouwerijstraat te Linkebeek.
- Moestuinen in de Keyenbempt en in de Linkebeekstraat, dicht bij de visvijver.
- Op dit ogenblik zijn er weinig openbare ruimten.
- Hetzelfde geldt voor speeltuinen.
Huisvesting
Typologie van de huisvesting
Historisch gezien neemt de huisvesting de structuur aan van rijhuizen. In het zuiden vindt men voornamelijk
individuele woningen, in het bijzonder in de wijken ten oosten van de spoorwegen. Dicht bij het station van
Calevoet staan op de Alsembergsesteenweg twee gebouwen met collectieve woningen (GLV+9).
Samenvattende kaart functies en activiteiten
17
Lopende en potentiële projecten
Projecten in uitvoering 1- GEN-stopplaats Moensberg (werkzaamheden stopgezet ten gevolge van procedures voor de Raad van
State)
De nieuwe GEN-stopplaats Moensberg zal dienstdoen als knooppunt tussen lijn 124 en lijn 126 (Halle-Vilvoorde). De huidige perrons van lijn 26 worden dus verplaatst naar de kruising van lijnen 124 en 26 zodat reizigers makkelijk kunnen overstappen om in een andere richting verder te reizen. De kern van het station wordt gebouwd onder de spoorbrug van lijn 124. De perrons worden volledig vernieuwd en verbreed. De hoofdingang met alle faciliteiten (bus, kiss-and-ridezone, fietsenstalling) wordt verplaatst naar lijn 124, waar een grote overdekte zone voorzien wordt.
Deze stopplaats wordt toegankelijk vanuit 3 richtingen:
- De Lindenlaan (tegenover de Noordkriekenstraat): twee trappen en een toegangshelling voor personen met beperkte mobiliteit worden geplaatst ter hoogte van de nieuwe brug in de Lindenlaan om toegang te krijgen tot de twee GEN-perrons (zijperrons) van lijn 124 en vanaf die perrons naar de andere perrons (ook die van lijn 26).
- Horzelstraat: vanaf de bushalte op de brug van de Horzelstraat, boven lijn 26, zal men naar de twee perrons van lijn 26 kunnen gaan met behulp van twee trappen en twee hellingen. Er wordt ook een toegang naar het GEN-perron van lijn 124 richting Brussel voorzien via een licht hellend vlak, en vanaf dat perron naar alle andere perrons. In de Horzelstraat komt een parking voor de reizigers.
- De bestaande stopplaats Moensberg: de bestaande toegangswegen naar de twee perrons van lijn 26 vanaf Moensberg (een op het straatniveau en het andere via een licht hellend vlak) blijven behouden. De bestaande trappen worden afgebroken en vervangen door nieuwe toegangswegen vanaf de Horzelstraat.
2- BGHM-project Moensberg
Dit project omvat de nieuwbouw van 45 sociale woningen in de vorm van kleine gebouwen, gegroepeerd per 3 tot 6 eenheden. Het binnenterrein van het huizenblok bestaat uit gebieden voor privétuinen en een collectieve tuin met een speeltuin voor kinderen.
Samenvattende kaart van de lopende en potentiële projecten
18
3- Projecten Horzelplein
Project Horzelplein, Immobilière Saint-Job
Het project, waar momenteel de laatste hand aan wordt gelegd, bestaat uit een geheel van 3 nieuwe gebouwen met een oppervlakte van 15.514 m²:
- 248 m² kantoren - 354 m² voor productie-activiteiten, - een rust- en verzorgingstehuis voor 150 personen - een kinderdagverblijf voor 20 kinderen met een
oppervlakte van 202 m², - 72 woningen - 116 ondergrondse parkeerplaatsen en 7 plaatsen in
openlucht. Het BGHM-project Horzel
Dit project is eind 2012 afgewerkt en omvat 68 woningen (middenklassewoningen en sociale woningen) en 51 parkeerplaatsen.
4- Wagenstraat
Doelstellingen
- De commerciële snelheid en regelmaat verhogen van de bussen tussen het station Calevoet en het
Dancoplein
- Het gebruik van het openbaar vervoer aanmoedigen
- De toegankelijkheid van het GEN-station Calevoet verbeteren voor actieve verplaatsingen (zachte
mobiliteit)
- Het parkeren in de buurt van het station Calevoet verbeteren (toegang tot een ondergrondse parking
met 52 plaatsen voor de NMBS-reizigers via het hierboven omschreven project)
Deze nieuwe weg moet een rechtstreekse verbinding bieden voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer
tussen het station Calevoet (en eventueel, als er in het midden van de Wagenstraat een tunnel geboord wordt
onder de spoorweg, de hele wijk van de Ilya Prigoginelaan en de Van Ophemstraat) en het bedrijfsgebied van de
Stallestraat. Zo zullen voertuigen van het openbaar vervoer het gedeelte van de Alsembergsesteenweg tussen
het station Calevoet en de Globe kunnen vermijden. Op dit gedeelte ligt de commerciële snelheid van bussen en
trams onder de 10 km/u. Er worden ook aanpassingen verwacht om de tram er te laten passeren, en er moet
bekeken worden of de moeilijke delen van de Alsembergsesteenweg op dezelfde manier vermeden kunnen
worden. Er kan ook bekeken worden of het station Calevoet of de Homborch opnieuw bediend kan worden door
lijn 38 (ter herinnering: het tram-/busplan van de MIVB heeft in 2007 lijn 38 beperkt tot het centrum van Ukkel
om de verkeersopstoppingen op de Alsembergsesteenweg te vermijden). We kunnen alleen betreuren dat
gewest noch MIVB de concretisering van deze heraanleg hebben opgenomen in de meerjarenplanning van de
werkzaamheden. Er dient voor gezorgd te worden dat dit project wordt opgenomen in het GPDO, zoals dat het
geval was in het GewOP.
5- BPI-project "Les Hauts-Prés" (gebouw), in uitbreiding
Op dit terrein was vroeger de onderneming Encres Dresse gevestigd. Later is dat Sun Chemicals geworden, totdat
dit bedrijf de terreinen in de jaren '90 heeft verlaten.
Voor dit terrein, dat omgeven is door een uitgestrekt sterk gemengd gebied, is een verkavelingsvergunning
uitgereikt voor het project Les Hauts Prés d'Uccle. Het bestaat uit 145 woningen, 6 eengezinswoningen, 656 m²
winkelruimte en 3425 m² kantoren, 196 parkeerplaatsen. Intussen is een vergunning uitgereikt voor het project
Van Ophem, voor een rusthuis van 150 bedden en 896 m² handelsruimte op de gelijkvloerse verdieping op de
hoek van de Egide Van Ophemstraat en de Ilya Prigoginelaan.
6- Project Clos de Calevoet
Dit terrein is onlangs verlaten door een zaak in bouwmaterialen. Er is een vergunning aangevraagd voor een project bestaande uit:
- een rusthuis (200 kamers), - 3 handelsruimtes op de gelijkvloerse verdieping (1148 m²), - 12 woningen, - oppervlakten voor productie van immateriële goederen - een ondergrondse parking van 108 plaatsen (NMBS + winkels en woningen).
Het project omvat tevens de renovatie van een gebouw dat eigendom is van de NMBS.
7- Project Schlumberger
Voor de gebouwen van deze onderneming is een vergunning aangevraagd om ze om te vormen tot kantoren en
productieactiviteiten. Voor de binnenterreinen van het huizenblok is een stedenbouwkundige vergunning
aangevraagd om er een complex te bouwen met 91 woningen in een park. Voor de voorzijde zijn verscheidene
19
aanvragen ingediend om bij te bouwen op het terrein (onder andere een project met winkelruimte en een hotel),
zonder dat deze procedures echter tot een goed einde zijn gebracht. Sinds eind 2013 onderzoekt de gemeente
de mogelijkheid om dit terrein aan te kopen en er de administratieve en technische diensten te groeperen,
alsook de lokalen van de lokale politie.
Zones voor mogelijke verdere ontwikkeling
Door de talrijke opeenvolgende bouwprojecten blijft er stilaan weinig grondreserve over die nog ontwikkeld kan
worden. Het grootste deel van die reserve ligt in de omgeving van het station van de Moensberg, ter hoogte van
de Linkebeekstraat waar het wordt beheerst door het Bijzonder Bestemmingsplan nr. 46 bis, en in de Egide Van
Ophemstraat. Er moet grondiger nagedacht worden over de toekomst voor deze terreinen, die in het roze zijn
weergegeven op de kaart op p.17. Meer hierover in de wijkfiches in deel 3 van dit document (zie pagina 22).
Op korte termijn
8- De terreinen in de Egide Van Ophemstraat
a- De Home Brugmann van het OCMW van Ukkel Oppervlakte: 10 600 m² Dit rusthuis dat eigendom is van het OCMW van Ukkel, is verouderd, voldoet niet meer aan de normen, en het OCMW wenst het terrein te verkopen. b- Huizenblok ten noorden van het BPI-project Les Hauts-Prés Oppervlakte: ± 15 000 m² Op dit terrein was er een openluchtsportveld. Momenteel
loopt het onderzoek naar een aangevraagde
verkavelingsvergunning en naar twee stedenbouwkundige
vergunningen. Tot op vandaag is er geen beslissing genomen.
9- Het perceel dicht bij het kruispunt van de Alsembergsesteenweg en de Stillelaan
Gezien vanaf de Alsembergsesteenweg Oppervlakte: 1600 m² De BGHM bereidt een stedenbouwkundige vergunning voor die aangevraagd zal worden voor 15 nieuwe passieve woningen.
10- Perceel Alsembergsesteenweg 1378-1402
Gezien vanaf de Alsembergsesteenweg Oppervlakte: 5000 m²
Dit perceel is eigendom van het OCMW van Ukkel. Momenteel wordt ervoor gewerkt aan een oproep voor aannemers om deel te nemen aan een wedstrijd om er woningen te bouwen.
11- Perceel Alsembergsesteenweg nr. 1091
Gezien vanaf de nieuwe woningen op het Horzelplein
Voor dit perceel is onlangs een stedenbouwkundige vergunning
aangevraagd om er sociale woningen en middenklassewoningen te
bouwen. Deze vergunning is echter niet uitgevoerd door een
verzoekschrift bij de Raad van State. Op dit terrein stelt zich het
probleem van het behoud van gebieden voor openbare
voorzieningen, overeenkomstig de bestemming in het GBP, zodat er
bijvoorbeeld een school kan komen, een kinderdagverblijf of andere
voorzieningen die kunnen voldoen aan de noden van de
toenemende bevolking in de wijk.
12- Perceel Linkebeekstraat
Gezien vanaf de Linkebeekstraat
Oppervlakte: 8500 m² Dit perceel is eigendom van de gemeente en ligt
dicht bij de omgeving van het station van de
Moensberg en het project van de BGHM. Dit
perceel moet opgenomen worden in de studies
naar de ontwikkeling van de stationsomgeving.
13- Visvijver
Gezien vanaf de moestuinen in de Linkebeekstraat
Oppervlakte: 15 000 m² (met inbegrip van het perceel met de moestuinen)
Dit perceel is eigendom van de gemeente en wordt momenteel gebruikt door
een visclub en tijdelijk ook door het Théâtre du Ratinet.
20
14- Terrein van het BBP 66 Gezien vanaf de Gulden Kasteelstraat Oppervlakte: 73 126 m² Dit huizenblok omvat het grootste deel van het grondgebied dat valt onder het Bijzonder Bestemmingsplan. Er hebben zich ondernemingen gevestigd, eerst de industriële drukkerij Illocroma in 1964, die intussen vertrokken is. Daarna is de Horzelstraat 100 ontwikkeld tot een bedrijven- en opslagterrein met wisselende gebruikers sinds de bouw in 1979.
Het doel van het BBP is: - De productieactiviteiten op het terrein nieuw leven in te blazen en het potentieel behouden voor de ontwikkeling van de economische activiteit in de gemeente; - Een kader scheppen voor de verwezenlijking van nieuwe woningen in het gebied; - De functie van voorzieningen versterken door nieuwe infrastructuur te bouwen op de gemeenteterreinen; - Een nabijheidsaanbod in stand houden en versterken, aangepast aan de noden van de wijk (winkels, scholen, enz.) ; - Gezellige openbare ruimten aanleggen zoals pleinen en groene ruimten die kunnen opgaan in de bestaande dynamiek en die deze kunnen aanvullen.
15- De omgeving van de toekomstige stopplaats van de Moensberg
Oppervlakte: 40 000 m² Door de nakende komst van de GEN-stopplaats Moensberg wordt er nagedacht over de toekomstige ontwikkeling van de stationsomgeving. Met de inwerkingtreding van het demografisch GBP kunnen sommige
terreinen die voordien spoorweggebied waren en nu gemengd gebied
zijn, het voorwerp worden van nieuwe stedenbouwkundige uitdagingen
(zie pagina 24).
Plan d'affectations prévu par le PPAS 66
21
Deel 3 – Uitdagingen
22
Algemene uitdagingen en doelstellingen
Uit deze thematische stand van zaken blijkt enerzijds hoe heterogeen het grondgebied van de studie
is en anderzijds hoe uiteenlopend de actie is die vereist is. Ondanks de doelstelling van dit
ontwikkelingschema, namelijk het geheel samenhangend te maken, zullen de uitdagingen bepaald
worden in de vorm van fiches voor de 3 wijken die samen de perimeter van de studie vormen. Het
gaat dus om de wijken rond de stations Calevoet en Moensberg en om het Horzelplein. Deze wijken
krijgen in dit document de benaming wijk Calevoet-station, Horzel en Moensberg. Er kunnen echter
ook algemene uitdagingen geïdentificeerd worden die van toepassing zijn op het hele grondgebied.
In de wijkfiches moeten de gepaste antwoorden gevonden worden voor elk van deze uitdagingen.
Openbare ruimte: zich de ruimte opnieuw toe-eigenen en de stad gezelliger maken - (zie
bijlage 1)
1. Het gebrek aan kwaliteitsvolle openbare ruimten verhelpen door de bestaande openbare ruimten te vernieuwen en er nieuwe aan te leggen waar er nog geen zijn
2. In elk van de 3 wijken een centrale structurerende kern creëren, het samenleven in de wijk bevorderen, de identiteit bevestigen
3. Voldoende voorzieningen bieden met het oog op de stijgende bevolking (kinderdagverblijven, scholen, …)
4. De bestaande groene ruimten opwaarderen
Mobiliteit: het gebruik van het openbaar vervoer en van actieve verplaatsingen (zachte
verplaatsingen) aanmoedigen – (zie bijlage 2)
1. Voorstellen doen om het openbaarvervoernet te verbeteren (bediening, frequentie, ...), bekijken of er een minibus-shuttle kan komen als nabijheidsaanbod en als ontbrekende schakel in de wijken die niet of weinig bediend worden door een regelmatige lijn van het openbaar vervoer.
2. Brussels Expresnet (BEN): In de studie naar het ontwerp van Bijzonder Plan van Aanleg nr. 66 is de aanbeveling gedaan om de frequentie op lijn 124 te verhogen. De gemeente moet deze versterking verdedigen en dit zou moeten gebeuren voordat het GEN in werking treedt zodat de mobiliteit binnen het gewest erop vooruit gaat. Lijnen 124 en 26 moeten zo snel mogelijk hogere frequenties krijgen door de week (ten minste om het kwartier). Ook moet de dienst 's avonds verlengd worden en moet er ook in het weekend gereden worden (lijn 26). De verbinding Calevoet-Zuid moet absoluut behouden blijven. Dit is immers de efficiëntste verbinding tussen dit deel van Ukkel en het stadscentrum.
1. MTB-abonnement: de houders van een MTB-kaart moeten gratis op de trein naar Brussel kunnen vanaf het station van Linkebeek, om een deel van het onnodige autoverkeer naar de stations Moensberg en Calevoet te vermijden.
2. Toegang tot openbare ruimte verbeteren (breedte van trottoirs, toegang voor fietsers, PBM, kinderwagens, …)
3. Het parkeeraanbod in de stationsbuurten verbeteren door openbare parkings te bouwen
4. Op korte termijn een carshare-standplaats vestigen aan het station Calevoet en op langere termijn bekijken of dergelijke standplaatsen in andere wijken kunnen komen, zoals op de Moensberg, afhankelijk van de evolutie van de stadsontwikkeling.
5. Zorgen voor continuïteit en voor verbindingen voor gebruikers van actieve (of zachte) verplaatsingen ( voetgangers en fietsers), en buiten het net van de GFR's en de GemFR's. De veiligheid garanderen op bepaalde belangrijke assen die niet breed genoeg zijn voor een gescheiden fietspad. De veiligheid en het comfort van fietsers garanderen door gepaste maatregelen te treffen, zoals op de as Drogenbossesteenweg-Guldenkasteelstraat-Sint-Jobsesteenweg-Prins de Lignestraat. Zie kaart bijlage 4.
6. Fiets-GEN: In de context van het partnerschap tussen het Brussels gewest en het Vlaams gewest om een fietsnet te ontwikkelen voor woon-werkverkeer of schoolverkeer van ongeveer 400 km tussen Brussel en de rand, op de schaal van de gemeente Ukkel (in samenwerking met vertegenwoordigers van het BHG en van Vlaams-Brabant) bekijken of deze fietsroutes zo vlak en recht mogelijk kunnen uitgewerkt worden langs spoorwegen, zodat de gemiddelde snelheid op bepaalde intragewestelijke trajecten omhoog kan, maar ook op trajecten tussen de twee gewesten. Een dergelijk net kan een niet verwaarloosbaar deel van de pendelaars en automobilisten overtuigen om deze trajecten eerder op de fiets dan in de auto af te leggen, wat
WIJK CALEVOET-STATION
HORZELWIJK
QUARTIER « MOENSBERG»
23
de autodruk in de gemeente kan doen afnemen. Het zou uiteraard ook een doelstelling zijn dit nieuwe fietsnetwerk op te nemen in het al bestaande of al bestudeerde fietsnet, zoals de GFR 7 en de GemFR's (zie punt 5).
7. De bestaande voetpaden vernieuwen, veiliger maken en promoten. Verbindingen tussen de paden tot stand brengen en nieuwe paden aanleggen om het net te verdichten. (zie kaart bijlage 2)
8. Op suggestie van de ACQU, een kaart van het algemene Ukkelse netwerk publiceren en breed verspreiden, met inbegrip van de GFR's, de groene wandeling, de Villo-stations, de fietsenstallingen, maar ook met de GemFR's en het voetgangersnetwerk.
9. Het Villo!-net zou moeten uitbreiden met bijkomende stations aan het kruispunt Horzel, aan de stopplaats Moensberg en aan de eindhalte van tram 51, waarbij vermeden moet worden daarvoor parkeerplaatsen in te nemen.
De economie van de wijk dynamischer maken
1. De komst van winkels aanmoedigen, in het bijzonder buurtwinkels, maar ook van productieactiviteiten op de daarvoor gepaste gebieden.
2. Geen onevenwicht veroorzaken met het bestaande winkelaanbod dat behouden moet blijven.
Een "duurzaam" grondgebied ontwikkelen
Duurzame stedenbouwkundige projecten…
1. Flexibiliteit behouden in de verschillende projecten zodat aanpassingen kunnen gebeuren naargelang de aanvragen en de evolutie van de wijken (uitbreiding, verdichting, omvorming, …)
2. Zorgen voor een gemengd karakter bij het verwezenlijken van het geheel aan projecten (functies, sociaal, intergenerationeel, …)
3. De bouwprofielen harmoniseren door maximumprofielen vast te stellen voor elke wijk en door de dichtheid op een evenwichtige wijze te beheren.
4. Een geïntegreerd waterbeheer voorzien en overstromingen voorkomen (zie verder).
5. Lawaaioverlast bestrijden op de belangrijkste verkeersassen, nabij spoorwegen, …
… deelname van inwoners om hun wijk op te waarderen
1. Initiatieven i.v.m. duurzame ontwikkeling steunen (groendaken en groene gevels, moestuinen, bloemen in de wijken, …). Gemeentepremies van de Milieudienst
2. De binnenterreinen van de huizenblokken groener maken
3. Luisteren naar burgers die als actor-gebruiker van hun wijk een bijkomende expertise hebben ten opzichte van de overheden
Waterbeheer (zie bijlage 1)
Bovenop de stormbekken die Hydrobru voorziet en bouwt, moet absoluut voorrang worden gegeven aan
het voorkomen van overstromingen, zowel voor projecten uit de privésector als voor publieke projecten
of/en de wijziging of uitbreiding van de openbare ruimte. Het probleem van de overstromingen moet
globaal aangepakt worden, op verschillende schalen. Er moet vooral ook vooruitgekeken en gepland
worden.
1. Op de schaal van het gewest en de stroomgebieden van de 3 belangrijkste waterlopen in de
gemeente
Door herstellingswerken aan de beken (de Geleytsbeek, Ukkelbeek, Linkebeek) en doordat ze uit het
rioolnetwerk worden getild en op termijn alle drie opnieuw naar de Zenne geleid zullen worden, zal
het regen- en bronwater en het afvloeiend water eerst vertraagd en daarna afgeleid worden in dit
"blauwe netwerk". Het doel bestaat erin de overbelasting van het bestaande rioolnet te beperken of
zelfs aanzienlijk te doen dalen. Ook het risico op overstromingen zal daardoor afnemen.
Er dient opgemerkt te worden dat, als het hydrografisch netwerk hersteld wordt door het helder
water (van alle bronnen) te scheiden van het rioolnet, het zuiveringsstation (Zuid) ook beter zal
kunnen werken. Bij onweer zal minder afvalwater in het hydrografisch net terechtkomen, waardoor
de kwaliteit daarvan moet verbeteren.
Er moet echter rekening gehouden worden met de maximumcapaciteit van dit hydrografisch net en
die capaciteit moet geraamd worden om overstromingen te vermijden door hoogwater bij onweer.
De perimeter van dit richtschema betreft de 3 stroomgebieden van het Ukkelse "blauwe netwerk" en
omvat in dit verband talrijke potentiële projecten die dankzij hun ligging dicht bij dat netwerk dit
"blauwe netwerk" kunnen voeden, bijvoorbeeld:
De hele perimeter van het Bijzonder Bestemmingsplan nr. 66, maar ook het nieuwe project van
het woningfonds op de Sint-Jobsesteenweg, tegenover het Horzelplein (ook, indien mogelijk, de
bronnen die in dit huizenblok ontspringen) waarvan het regenwater en het afvloeiend water in
de plaats van naar de riolering naar de Geleytsbeek geleid zouden kunnen worden. Momenteel
staat het water in die beek te laag.
Er komt een studie om te bekijken of een deel van het regenwater en van het afvloeiend water
uit de Horzelstraat afgeleid kan worden naar de Linkebeek, via het eigendom van de
gemeentelijke visvijver. Deze studie zou ook kunnen onderzoeken of deze vijver al dan niet
dienst kan doen als natuurlijk stormbekken.
2. Op een tussenschaal (openbare ruimte)
Het gebruik van doordringbare en doorlaatbare verhardingen aanmoedigen voor parkings en voor
bepaalde openbare voetgangersruimten waar dat mogelijk is, voor garage-opritten, en het aanleggen
van greppels en grachten langs wegen.
De openbare aanleg van de wijken Homborch (die grenst aan de bestudeerde perimeter) en
Kriekenput (die onlangs te lijden had onder overstromingen op de kruising van de
Vleeskersenstraat en de sporen van lijn 124) kan in dit verband tot voorbeeld strekken aangezien
de wegen in deze twee wijken voorzien zijn van brede grasbermen die deels omgevormd zouden
kunnen worden tot doorlatende greppels en grachten, op bepaalde punten en/of in rechte lijnen.
Er zou een vochtige begroeiing met een zuiverende werking en een zekere biodiversiteit tot
ontwikkeling kunnen groeien, wat zou bijdragen tot het netwerk van de ecologische corridors.
Naast en bovenop het door Vivaqua bestudeerde stormbekken zou een dergelijke aanleg het
lagergelegen rioolnet ontlasten.
3. Op plaatselijke schaal en op de schaal van het perceel
Handelen waar de regen valt, met een voorkeur voor grondinsijpeling waar de bodem en de context
dat mogelijk maken. Indien insijpeling onmogelijk is, wordt een buffer opgelegd door een regentuin
of een stormbekken met een capaciteit van 50 l/m² ondoordringbare oppervlakte.
24
Wijk Moensberg
Context
Het project van de GEN-stopplaats op de kruising van lijn 26 (Halle-Vilvoorde) en lijn 124 (Brussel-Charleroi) kan
deze wijk nieuw leven inblazen dankzij de snelle verbinding met het stadscentrum en de Brusselse rand.
Bepaalde percelen (1 tot 5 op de kaart) aan de rand van de spoorwegen mogen bebouwd worden sinds het
zogenaamde "demografische" Gewestelijk Bestemmingsplan in werking is getreden. De sector leent zich dus tot
het opstellen van een project van aanleg. Er worden 45 sociale woningen van de BGHM gebouwd op het terrein
met nummer 8 op de kaart, met bouwprofielen die overeenkomen met BBP 46 bis.
Locatie van de aan te pakken terreinen
Specifieke uitdagingen
1- Een totaalproject voor de op de kaart weergegeven aan te pakken percelen
De programmatie moet voorbeeldig zijn op het vlak van duurzame ontwikkeling en kan teruggrijpen op de
principes uit de Memento voor duurzame wijken van Leefmilieu Brussel.
- Respect voor de plaatselijke identiteit, voor de dichtheid van de bestaande bebouwing, met behoud van
de landschapskwaliteiten van de open ruimten.
o Aanbeveling voor het bouwprofiel voor de Horzelstraat in de onderzoeksprocedure naar SV: dit
aspect wordt behandeld in bijlage 5 waarin de verschillende typologieën en bouwprofielen staan
die in de verschillende wijken en/of langs de assen ervan moeten worden nageleefd.
o Opwaardering van de bestaande groene ruimten (moestuinen, visvijver, beek, spoortalud en
ecologische corridors, …)
- Gebruik van specifieke percelen door de verplaatsing van de brug en de aanleg van de parking
- Vermijden op grote schaal te ontbossen en een groenscherm behouden langs de spoorweg. De groene
ruimten van het spoorknooppunt hebben hun plaats in het groene netwerk en staan daarom in een
studie naar het groene netwerk die het BIM op grote schaal heeft uitgevoerd.
- Voor nieuwe woningen voorrang geven aan het bouwen van middenklassewoningen en een functionele
gemengdheid voor het hele project.
- Door een gevarieerde programmatie (huisvesting, voorzieningen, handel en economische activiteiten),
ervan gebruik makend dat de ontsluiting naar de stad uitstekend is eenmaal de stopplaats in dienst
wordt genomen, de sociale controle verzekeren.
- Gebruik maken van de vestiging van nieuwe woningen + de GEN-stopplaats om de komst aan te
moedigen van nieuwe winkels, productieactiviteiten en voorzieningen.
- Een kwaliteitsvolle openbare ruimte creëren die aansluit op de GEN-stopplaats (zie gebied 3 hieronder)
zodat deze plaats een toenaderingspunt kan worden tussen de 4 door de spoorwegen van elkaar
geïsoleerde wijken. Deze 4 wijken, de tuinwijk Homborch, de Kriekenput en de wijk bestaande uit de
Linkebeekstraat, de Moensberg en het bovenste deel van de Horzelstraat, vertoont aanzienlijke sociale
verschillen. De wijk Homborch bestaat hoofdzakelijk uit sociale woningen en wordt gekenmerkt door een
hoog werkloosheidspercentage en een voor Ukkel hoog aandeel eenoudergezinnen, voor het grootste
deel alleenstaande vrouwen met kinderen. Deze wijken ontsluiten door kwaliteitsvolle openbare ruimte
te scheppen op het terrein van de stopplaats is een prioriteit om elk getto-effect te vermijden en om
iedereen beter te laten samenleven.
2- Deze wijk verbinden met het hart van Ukkel en met name het terrein van BBP 66 en het
Horzelplein, wat een nieuwe polariteit zal worden binnen de sector, maar ook met het centrum
van Linkebeek
Dit gebeurt door het openbaarvervoernet te verbeteren, in het bijzonder wat de doorgangsfrequentie betreft.
Dat geldt ook voor de trein. Ook het netwerk voor actieve verplaatsingen moet verbeterd worden. Zo moet er
een Villo-station komen en moeten de wijken met elkaar verbonden worden door bestaande en geplande paden
(GemFR's, GFR's, fiets-GEN, …).
Er moet tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om de verbinding met de residentiële wijken ten
oosten te verbeteren.
25
3- Project voor een intermodaal knooppunt ter hoogte van het station Moensberg
De gemeente heeft een rol te spelen om de toegankelijkheid van stations te verbeteren, in het bijzonder voor
fietsers en voetgangers, en om ervoor te zorgen dat de stations hun plaats hebben in de omliggende wijken. Dit
kan gebeuren door de volgende maatregelen uit te voeren:
- Veilige en comfortabele paden voor fietsers en voetgangers aanleggen die correct aangegeven zijn;
- Systematisch afdoende tegen de weerselementen beschermde fietsenstallingen voorzien aan
weerszijden van het station;
- Nabijheidsinformatie leveren: liggingsplan, informatie over openbaar vervoer in de omgeving, enz. ;
- Desgevallend een parking aanleggen voor de GEN-reizigers en woonparkeren beschermen in de
omliggende straten.
- Tot slot bestaat het groenewegenproject van het BIM eruit langs de spoorwegen en dus buiten het
wegennet een route aan te leggen voor voetgangers en fietsers. Met dit project worden de GEN-
stopplaatsen ook toegankelijker via actieve verplaatsingen.
Bron: Gemeentelijk Mobiliteitsplan – Verslag fase 3: Actieplan – p. 132
Voorstellen per gebied (zie bijlage 3)
Een van de voornaamste hinderpalen voor de planning van de heraanleg is het sterke reliëf van het terrein. In
de aan te pakken perimeter lopen de hoogteverschillen op tot bijna 30 meter.
De hieronder bepaalde gebieden hernemen de gebieden die op de bovenstaande kaart zijn aangeduid. De
eerste elementen van de programmatie moeten een antwoord bieden aan de hierboven omschreven
doelstellingen. Gebieden 1 tot 6 zijn momenteel door het GBP ingekleurd als spoorweggebied.
Gebied 1
Nu de brug van de Lindenlaan is afgebroken ligt het terrein zo'n 7 meter lager dan de Horzelstraat maar is het
direct toegankelijk via een weg 300 m lager, dicht bij het kruispunt Horzel/Vleeskersen.
Dit maakt het mogelijk 2 parkeerniveaus te bouwen en/of productieactiviteiten en boven de grond (boven het
niveau van de Horzelstraat) een bouwprofiel van maximaal GLV+3 voor handel of productieactiviteiten op de
gelijkvloerse verdieping en woningen op de verdiepingen.
De heropgebouwde brug van de Lindenlaan laat langs de sporen geen plaats tussen gebied 1 en gebied 2 voor de
fietsroute langs de spoorlijn 124 ter hoogte van het station Moensberg.
Gebied 2
Langs de Horzelstraat, ten zuiden van de nieuwe brug, ligt in dit gebied een schakelstation van Infrabel (om elk
vertrekkend deel van de bovenleiding afzonderlijk te beschermen en de stroom evenwichtig te houden) en een
braakliggend terrein van ongeveer 3 000 m².
Dit terrein ligt ± 6 m lager dan de Horzelstraat. Op lange termijn is er plaats voor 2 parkeerverdiepingen
(eventueel bovenop de parking die gepland is aan stopplaats Moensberg in gebied 3) en/of productieactiviteiten
en boven de grond een bouwprofiel van GLV+3+achteruitbouwstrook of maximaal GLV+4, ingekleurd als
huisvesting.
Gebied 3
De parking van de nieuwe stopplaats Moensberg (ongeveer 83 plaatsen + fietsenstalling) is in dit gebied gepland
door Infrabel, ten noorden van lijn 26. De hoofdingang tot de perrons van lijnen 26 en 124 bevindt zich in dit
gebied, dat door de strategische ligging een werkelijk wijkcentrum zou kunnen worden.
Daarom kan er op middellange of lange termijn boven de parking van stopplaats Moensberg een structurerende
openbare ruimte komen die enerzijds toegang biedt tot de perrons, tot enkele buurtwinkels en tot gemengde
activiteiten en woningen op de verdiepingen. Dit alles met een gemengd bouwprofiel dat een combinatie biedt
van openbaar plein, bouwprofiel GLV+3+achteruitbouwstrook of maximaal GLV+4. Dit is gerechtvaardigd voor
gebieden 2 en 3 door hun ligging als geografisch en functioneel wijkcentrum met tevens een mooi uitzicht op het
Zennedal, voorbij de begraafplaats van Sint-Gillis.
Gebieden 4 en 5
Bestemd als huisvesting. Deze gebieden zouden van de spoorwegen kunnen gescheiden worden door een groene
ruimte met moestuinen, collectieve tuinen, een wijkcompost, die toegankelijk zijn via de helling naar lijn 124, via
2 voetgangerswegen die het huizenblok doorkruisen en via de Horzelstraat ter hoogte van bushalte "Horzel".
Gebied 4
Dit gebied ligt langs de Horzelstraat, ten zuiden van lijn 26 en ten westen van lijn 124 en zou ingekleurd kunnen
worden als woongebied. Het ligt tegenover een woongebied, namelijk de andere zijde van de Horzelstraat, waar
sociale woningen van de BGHM staan. Ten noorden van dit gebied zijn tevens twee groene toegangswegen voor
voetgangers voorzien vanaf de Horzelstraat in de richting van de perrons van lijnen 26 en 124. De stedelijkere
context van dit gebied, dat tegenover de stopplaats Moensberg ligt, op de kruising van 2 spoorlijnen in een
verder erg groen en bebost landschap, is eerder gunstig om in open bebouwing te bouwen (maximaal
bouwprofiel GLV+3) zodat men van de Horzelstraat een zicht heeft op de groene terreinen en taluds waar de 2
sporen elkaar kruisen. Deze open bebouwing beklemtoont de aanwezigheid van dit spoorknooppunt en van de
stopplaats Moensberg, maar ook de overgang naar de verschillende stedenbouw van de Horzelstraat, met zijn
eengezinshuizen in gesloten bebouwing.
Gebied 5
Dit gebied, ten westen van lijn 124, staat tegenover de eerste rijtjeshuizen bovenaan de Horzelstraat. Om goed
te passen bij deze typologie en bij deze bouwprofielen, die typisch zijn voor de overgang naar Linkebeek, zou dit
gebied bestemd kunnen worden voor eengezinshuizen in de rij met een bouwprofiel van maximaal GLV+2 met
inspringstroken, behalve het eerste perceel ten noorden van gebied 5, waar een gebouw met 3 gevels met
bouwprofiel GLV+3 de overgang zou kunnen maken tussen de appartementen van gebied 4 (GLV+3) en de huizen
van gebied 5 (GLV+2).
Er zou een openbare parking kunnen komen naast de bushalte op de plaats waar gebied 5 het smalste is. Op die
manier zouden de inwoners van het zuidelijke deel van de Horzelstraat, die zo smal is dat er maar weinig plaats is
om op de rijbaan te parkeren, over parkeerplaatsen beschikken. Voor de inwoners en de gebruikers van het
openbaar vervoer zou er ook een kleine groene ruimte kunnen aangelegd worden tussen de bushalte en het
spoortalud. Voetgangers zouden dan langs een gevarieerd landschap de spoorweg kunnen volgen van de
Horzelstraat ter hoogte van bushalte "Horzel" tot de perrons van stopplaats Moensberg.
26
Gebied 6
Dit gebied met beboste taluds biedt toegang (volgens de aanvraag tot SV voor het station Moensberg) tot de
perrons van lijnen 26 en 124 via een hellende voetgangersweg vanaf de Lindenlaan en de Kriekenputwijk. Via de
perrons kunnen de wijken Kriekenput en Homborch verbonden worden via een ononderbroken en rechtstreeks
voetpad naar de Brouwerijstraat in Linkebeek.
Gebied 7
Op dit groene gebied, dat grenst aan de perrons (op dezelfde hoogte als het perron van lijn 124), driehoek met een zijde van ongeveer 100 m gevormd door de 3 spoorlijnen, zou een openbaar parkje kunnen worden aangelegd dat toegankelijk is via de perrons, of een omheinde collectieve moestuinzone of gewoon een ontoegankelijke groene ruimte om de biodiversiteit zich te laten ontwikkelen en om de ecologische corridor langs de spoorlijnen te verlengen.
Gebieden 8, 9 en 10 (zie onderstaande illustratie)
Gebied 8
De BGHM bouwt momenteel op dit terrein een geheel van 45 sociale woningen met een bouwprofiel dat lijkt op
het bestaande. De nog vrije percelen ten westen van de Horzelstraat tussen dit gebied 8 en de grens met
Linkebeek moeten overeenkomen met Bijzonder Bestemmingsplan 46.
Gebied 9
Dit gemeentelijke terrein (zie onderstaande kaart) is in het GBP ingekleurd als typisch woongebied. Momenteel
wordt het gebruikt als parking en als hondenschool, maar er zou een woningproject kunnen komen dat de
dichtheid respecteert van de bebouwing in de Linkebeekstraat, alsook het Bijzonder Bestemmingsplan nr. 46 bis
waarin het ligt, met name BPA 46bis, getiteld "put van Calevoet-Moensberg".
Gebied 10
Het gaat om twee gemeentelijke terreinen (zie onderstaande kaart), volgens het GBP gelegen in groengebied en
in parkgebied en momenteel in gebruik als door de gemeente beheerde moestuinen en als gemeentelijke
visvijver die door een twintigtal vissers wordt gebruikt. Er loopt ook een beekje, de Linkebeek, die nu weinig
zichtbaar is. Deze twee terreinen zijn van
elkaar gescheiden en de visvijver,
ingesprongen ten opzichte van de straat,
is toegankelijk via een parking langs de
Linkebeekstraat.
Doordat deze wijk steeds dichter bebouwd wordt, wil de gemeente Ukkel nadenken over de toekomst van deze 2
terreinen, en heeft ze een subsidie-aanvraag ingediend bij het BIM om een studie te bestellen over hoe deze 2
terreinen opgewaardeerd kunnen worden. Daarbij gelden deze richtlijnen:
De moestuinen behouden, aangezien die erg druk gebruikt worden en er vraag naar bijkomende
moestuinen is in de wijk
De openbare parking die toegang geeft tot de visvijver behouden
De mogelijkheid bekijken om op het terrein van de visvijver een openbaar park aan te leggen, voor
iedereen toegankelijk, en met een nieuwe toegang langs de moestuinen dicht bij de spoorwegbrug
bovenaan de Linkebeekstraat. Nadenken over de functie van het hokje waar het Théâtre du Ratinet
tijdelijk in gehuisvest is. Op te merken dat het buurtcomité voorstander is van een collectief gebruik van
de ruimte dat gunstiger is voor de wijk dan louter het gebruik als visvijver.
De mogelijkheid bekijken om de visvijver de rol van natuurlijk stormbekken te laten spelen voor de
Linkebeek.
Alle actoren en verantwoordelijken voor de beek samenbrengen om beter te bepalen welke acties
ondernomen moeten worden om geen overstromingen meer te krijgen zoals in 2012. Ter herinnering:
deze rampzalige overstroming is hoofdzakelijk kunnen gebeuren doordat allerlei voorwerpen en afval
onvoorzichtig dicht bij de oevers van de beek waren achtergelaten, en door het wassende water zijn
meegesleurd. Daardoor is het rooster onderaan de Linkebeekstraat verstopt geraakt.
Het hydrologisch en landschappelijk belang bestuderen van de mogelijkheid
om de vijver te voeden door een waterwegje te graven (zie onderstaand
voorbeeld) voor het regenwater van de hoger gelegen toekomstige
vastgoedprojecten. Zo kan het regenwater afgeleid worden van het
bestaande rioolnet en kan het risico op overstromingen stroomafwaarts
worden beperkt. De gebieden die deze stadsrivier kunnen voeden, zijn
gebieden 1 tot 9, eventueel samen met het regenwater op de perrons van de
toekomstige stopplaats Moensberg. Volgens de mogelijkheden van het
terrein kan deze stadsrivier de vorm aannemen van een ondergronds kanaal
met helder water (geen afvalwater) of een echte beek die bij regen uitmondt in de visvijver.
8
27
Horzelwijk Context
Deze wijk ligt tussen twee GEN-stations en is morfologisch erg uiteenlopend. Er worden momenteel talrijke
projecten uitgewerkt, in het bijzonder voor de reconversie van voormalige industrieterreinen. De identiteit van
deze wijk is op dit moment moeilijk te lezen, en op het vlak van de mobiliteit staat er veel op het spel.
Uitdagingen
a) De openbare ruimten heraanleggen en transitruimtes beperken in het voordeel van gezellige
ruimtes
- Naar aanleiding van de bouwwerken voor BBP 66 de Gulden Kasteelstraat omvormen tot een stadslaan.
o Heraanleg van het kruispunt van het Horzelplein
o Rooibomen: opwaardering van het landschap en bestrijden van lawaaihinder door het drukke
verkeer op dit deel
o Opwaarderen van het uitzicht en de verlichting van de viaduct
o Heraanleg van de Drogenbossesteenweg
- De paden voor actieve verplaatsingen laten doorlopen en verbinden met de groene wandeling.
- Een openbaar plein aanleggen (verbonden met het terrein van BBP 66)
b) De Alsembergsesteenweg, zuidelijk deel (richting Drogenbos en Beersel)
- De binnenterreinen van de huizenblokken groener maken
- De bestaande mix behouden en versterken
o Handelaars of productieactiviteiten aanmoedigen om zich te vestigen op de gelijkvloerse
verdiepingen
- De renovatie aanmoedigen van oude gebouwen
c) Residentiële huizenblokken tussen de Stillelaan, de Calevoetstraat
- De binnenterreinen van de huizenblokken groener maken
- Het voetpad langs de noordgrens van de begraafplaats van Sint-Gillis renoveren en beter opnemen in het
net van voet- en fietspaden.
d) Het huizenblok met het industrieterrein langs spoorlijn 124 tussen de Gulden Kasteelstraat en de
Vleeskersenstraat
- Gemengd programma wordt momenteel uitgevoerd (BBP 66)
e) Maximaal toe te laten bouwprofielen in het gebied
Alsembergsesteenweg: GLV+2 tussen Horzel en het kruispunt met de Stillelaan
GLV+3 tussen het kruispunt met de Stillelaan en het nr. 1338
Voorbij dat punt: GLV+2, ook voor het terrein van het OCMW,
uitgezonderd La Roseraie
f) Waterbeheer
- De Geleytsbeek verder herstellen, zie in dat verband de kaart met initiatieven van de gemeente op de
gemeentelijke website (deze pagina is nog niet beschikbaar in het Nederlands):
http://www.ukkel.be/fr/services-communaux/environnement/eau/maillage-bleu
- Binnen de perimeter van het richtschema worden momenteel 2 projecten geanalyseerd, met name de
restauratie van de Geleytsbeek binnen het domein van het Papenkasteel en het aanleggen van een
regentuin op de Sint-Jobsesteenweg, waarvoor 2 infofiches beschikbaar zijn op de bovenstaande
website.
- Zoals eerder aangehaald, moet er bij toekomstige aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen
betreffende terreinen dicht bij of grenzend aan de Geleytsbeek voor gezorgd worden dat regenwater,
bronwater en afvloeiend water van deze projecten eerst in de beek terechtkomt en daarna pas
afgevoerd wordt. Het waterpeil van de beek is op dit moment vaak te laag.
28
Wijk Calevoet-Station
1- Context
Het terrein van het station van Calevoet en de onmiddellijk omgeving ervan is een sleutelelement voor de
ontwikkeling van dit deel van het grondgebied van de gemeente. Er worden projecten uitgewerkt die de
identiteit van de stationsomgeving grondig zullen wijzigen.
Na de thematische stand van zaken zijn er belangrijke uitdagingen geformuleerd op het vlak van mobiliteit en het
opnieuw toe-eigenen van de openbare ruimte.
Bron: Google Maps
2- Uitdagingen
a. De huidige stedelijke breuk verzachten tussen de twee zijden van het station door de openbare
ruimte op te waarderen en gezelliger te maken, waardoor bestaande handelszaken kunnen
opbloeien en sociale controle verzekerd is (zie plan - bijlage 2, pagina 33)
o Een functioneel verband terugvinden en een visueel perspectief tussen de twee door de spoorweg
gescheiden buurten door het landschap opnieuw aan te leggen en de voetgangers- en
fietsersoversteekplaatsen anders te organiseren. Spoorwegovergangen aanleggen die zo efficiënt en
aangenaam mogelijk zijn voor alle soorten publiek: treingebruikers, personen met beperkte
mobiliteit, fietsers, wandelaars en omwonenden, bij voorkeur via een loopbrug met lift.
o Voor het station en aan het kruispunt Alsemberg/Engeland/Wagen/Oude Dieweg en Dieweg de
openbare ruimte verbeteren door een grotere oppervlakte uit te trekken voor
voetgangersactiviteiten en terrassen. De nieuwe Wagenstraat en de Oude Dieweg (ten opzichte van
de Dieweg een secundaire weg) zouden kunnen omgevormd worden tot woongebied waar de auto
geen voorrang heeft maar waar toch parkeerplaatsen behouden blijven.
Zo zou er een ruim trottoir kunnen komen, waar twee mooie terrassen voor de 2 bestaande cafés
gebruik van zouden kunnen maken. Deze aanleg vereist echter dat het ontwerp van de Wagenstraat
(het deel langs het station Calevoet) uitgevoerd wordt, zodat de halve draai van de bus verplaatst
kan worden naar de nieuw aan te leggen rotonde. In deze perimeter zou de maximumsnelheid 30
km/u moeten bedragen. Deze nieuwe aanleg, die gunstiger is voor "zachte" verplaatsingen, zal de
fietsers ook meer op hun gemak stellen en biedt hen een alternatief voor de tunnel die onder het
station van Calevoet loopt, zodat de GFR niet onderbroken wordt. Fietsers die dat wensen, kunnen
de Engelandstraat nemen, tussen het autoverkeer, om zo de GFR via de groene wandeling te
vervolgen.
o Heraanleg van het landschap ter hoogte van het station van Calevoet van het hogere deel van de
Alsembergsesteenweg en van de Van Ophemstraat, met ontwikkeling van parkeercapaciteit langs
het stationsperron, met behoud aan de voet daarvan van een groenscherm om te voorkomen dat de
gebruikers van de gebouwen aan de straatzijde rechtstreeks uitkijken op de sporen, en zodat de
ecologische corridor doorloopt via de directe spooromgeving. Deze aanleg laat ook een betere
voetgangersverbinding toe tussen de wijk rond de Van Ophemstraat, die in volle bloei is, en het
Calevoetstation. Deze aanleg kan verlengd worden via een voetgangerswandeling en/of een
fietsroute langs het spoortalud tot aan het pad dat vertrekt van de Stallestraat en langs het openbaar
containerpark loopt.
o Langs de Alsembergsesteenweg fiets- en voetgangersverkeer voorzien door privé-eigendommen,
overeenkomstig de bepalingen daartoe die al in bepaalde stedenbouwkundige vergunningen zijn
vastgelegd.
o Project voor een intermodaal knooppunt ter hoogte van het station Calevoet (opdracht voor de
NMBS) - Bron: Gemeentelijk Mobiliteitsplan
De gemeente heeft een rol te spelen om de toegankelijkheid van de stations te verbeteren, in het
bijzonder voor fietsers en voetgangers, en om de stations beter in de omliggende wijken te
integreren. Dit kan gebeuren door: de volgende maatregelen te nemen:
Veilige en comfortabele paden voor fietsers en voetgangers aanleggen die correct
aangegeven zijn;
Systematisch afdoende tegen de weerselementen beschermde fietsenstallingen voorzien
aan weerszijden van het station;
Nabijheidsinformatie leveren: liggingsplan, informatie over openbaar vervoer in de
omgeving, enz. ;
Een parking aanleggen die voorbehouden is aan de gebruiker van het GEN en het behoud
van het woonparkeren in de omliggende straten (invoeren van een blauwe zone rond het
station van Calevoet om het woonparkeren te beschermen).
29
b. In het verlengde van de bestaande Wagenstraat een verbinding aanleggen voor voetgangers en
fietsers tussen de Stallestraat en het station van Calevoet (zelfs indien het project van de MIVB
hier niet uitgevoerd wordt), en een link tot stand brengen voor voetgangers en fietsers aan
weerszijden van de sporen tussen de Egide Van Ophemstraat en de Alsembergsesteenweg in het
verlengde van de Haanstraat
c. De bestemming van het perceel op de Alsembergsesteenweg nr. 1091 herbekijken (zie gebied 11,
kaart p. 18)
Voor dit perceel is onlangs een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd voor het bouwen van sociale
woningen en middenklassewoningen (maar niet uitgevoerd door een bezwaarschrift bij de Raad van State). Voor
dit terrein stelt zich het probleem van het behoud van gebieden voor openbare voorzieningen, overeenkomstig
de bestemming in het GBP, zodat er bijvoorbeeld een school kan komen, een kinderdagverblijf of andere
voorzieningen die kunnen voldoen aan de noden van de toenemende bevolking in de wijk.
d. Nadenken over de toekomst van het terrein van de Home Brugmann en de oude speeltuin van
Brussel (zie ook p..19)
Het eerste terrein, een perceel van ongeveer 10 000 m², is in het GBP ingekleurd als typisch woongebied.
Het OCMW van Ukkel, dat eigenaar is van het perceel van de Home Brugmann, zou dit terrein moeten verkopen
eenmaal het tehuis in een van de komende jaren verhuist.
Het tweede, een perceel van ongeveer 15 000 m², ligt daarentegen in een groot sterk gemengd gebied van het
GBP.
Voor deze voormalige speeltuin is een verkavelingsvergunning (VV 534) aangevraagd om 180 woningen te
bouwen, alsook 2 stedenbouwkundige vergunningen, de ene voor een voedingswinkel met belendend
opleidingscentrum, de andere voor een cultureel centrum (Candelaershuys) en kantoren.
e. Maximaal toe te laten bouwprofielen in het gebied
Egide Van Ophemstraat herstructurering van de openbare ruimte met bij het station horende parking
GLV+3+inspringstrook (uitzonderlijk GLV+4) voor de uitbreiding van
verkavelingsvergunning 471bis (zie hierboven, lopende aanvraag tot
verkavelingsvergunning VV534)
GLV+2+D voor het gedeelte tussen het kruispunt met de Vergeet-mij-
nietjesstraat en het kruispunt met de Stallestraat.
Stallestraat GLV+3
Schlumbergersite: behoud van de aanzienlijke groene ruimte in de inspringstrook
Guillaume Herinckxlaan: GLV+2+D
Alsembergsesteenweg: GLV+2 tussen Horzel en begin van de Egide Van Ophemstraat en, op het talud,
GLV+1+inspringstrook met bedoeling de groene openingen te behouden
30
BESLUIT
Het geanalyseerde grondgebied vormt een mozaïek van verschillende
terreinen en huizenblokken die elk hun eigen ligging en eigenschappen
hebben en daardoor bijzondere en precieze aandacht verdienen.
De algemene ontwikkeling botst niet overal op dezelfde problemen, zelfs al
zal de impact ervan te voelen zijn voor de hele bevolking,
De studie toont aan dat deze ontwikkeling tot een hogere levenskwaliteit kan
leiden voor de huidige en toekomstige bewoners, vooral voor wat de
bekommernissen betreft inzake milieu, mobiliteit, voorzieningen en openbare
ruimte. Deze moeten immers prioritair door de gemeente aangepakt worden
naarmate deze buurten groeien.
De effecten van de ontwikkeling van de geanalyseerde sector zullen
daarentegen aangepakt worden naargelang de projecten die moeten zullen
voldoen aan de doelstellingen van dit schema.
De studie moet worden voortgezet op een fijnere schaal, in samenwerking
met diverse diensten van het gemeentebestuur, van het gewest (in het
bijzonder Brussel Stedelijke Ontwikkeling - het voormalige Bestuur
Ruimtelijke Ordening en Huisvesting - , de facilitator Duurzame Wijk, …),
intercommunales zoals Vivaqua en Hydrobru en de actoren op het terrein,
zoals de inwoners en het verenigingsleven.
31
BIJLAGE 1 / KAART OPENBARE EN GROENE RUIMTEN - WATERBEHEER
32
BIJLAGE 2 / KAART ACTIEVE (OF ZACHTE) MOBILITEIT
33
BIJLAGE 3 / WIJK MOENSBERG – INPLANTING PER GEBIED
CHEMINS PIETONS
ESPACE PUBLIC A CRÉER
(avec accès aux quais)
PARKING PUBLIC A CRÉER
ESPACE VERT A CRÉER
ZONE CONSTRUCTIBLE
(P/S A DEFINIR)
P
4
4
34
ANNEXE 4 / GARE DE CALEVOET – INTENTIONS
Intentieschema
Luchtfoto van de bestaande toestand NB: het boomscherm (1) is onlangs vervangen door een fietsenstalling voor de NMBS-reizigers
P
P
P
P
P
1
35
Het College van Burgemeester en Schepenen van Ukkel,
Armand DE DECKER, Burgemeester
Marc Cools
Boris DILLIÈS
Eric Sax
Joëlle Maison
Carine Gol-Lescot
Jonathan Biermann
Valentine DELWART
Catherine Roba-Rabier Schepenen
Gemeentebestuur Ukkel
Dienst Stedenbouw
Februari 2014