Post on 21-Jan-2021
1
Congres Gemeente- en Stadsmonitor
19 maart 2018 - ICC Gent
De gemeente- en stadsmonitor: unieke omgevingsscanners voor elke Vlaamse gemeente
Katie Heyse, Sam Depauw & Ann Vanderhasselt– Agentschap Binnenlands BestuurHilde Schelfaut – Statistiek Vlaanderen
2
De gemeente- en stadsmonitor: unieke omgevingsscanners voor elke Vlaamse gemeente
Context
Wat zijn de gemeente- en stadsmonitor?DoelDatabronnen
Survey
Rapportage
ContextAanleiding: beleidsnota en –brieven minister Homans
inzetten op benchmarking, naar voorbeeld van de stadsmonitor
Bestaande monitoringsinstrumenten voor lokale besturen integrerengemeentelijke profielschets (GPS+), bestuurskrachtmonitor, stadsmonitor, …
Nood aan:een unieke dataset op uniforme manier verzameld en ontsloten voor alle Vlaamse gemeenten in combinatie met surveystatistieken
vb. opvang en tevredenheid over het aanbod aan kinderopvang
Co-creatie: co-creatie tussen Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen
Samenwerking met alle betrokken actoren (steden via Stedenstuurgroep, gemeenten VVSG, academici : i.f.v. indicatorenset)
3
Wat zijn de gemeente- en stadsmonitor?
monitoringsinstrumenten die de brede omgeving van de gemeente en stad in kaart brengt
“de staat van je gemeente”, “toestand van je gemeente”evoluties van factoren en actoren die deel uitmaken van de maatschappelijke omgeving
hoe stellen de inwoners, de bedrijven,… het in de gemeente?hoe staat het met de beleidsdomeinen waarop de gemeente actief is (onderwijs, welzijn, milieu,…)?
Niet alleen de externe, maar ook de interne omgeving (financiën) komt aan bod
invalshoek stadsmonitor (13 centrumsteden):visie over leefbare en duurzame steden: indicatoren gaan na of steden in een meer leefbare en duurzame richting evolueren
Doel gemeente- en stadsmonitor
Lokale besturen optimaal ondersteunen met omgevingsinformatie bij het plannen, opvolgen en realiseren van gemaakte beleidsdoelstellingen en het strategisch meerjarenplan
opmaak omgevingsanalyse
Brede objectieve scanner zijn, op uniforme manier verzameld en beschreven voor de 308 gemeenten
Input op strategisch niveau en niet op operationeel niveau volgens thema’s die de belangrijkste activiteiten in de gemeente weergeven
Inzicht krijgen in gemeentegrensoverschrijdende trends en ontwikkelingen
regiodetectie over gemeentegrenzen heen vb. gebruik voorzieningen, mobiliteitsgedrag, woningmarkt
Voeding geven aan strategische debatten op het Vlaamse niveau
4
Databronnen
Centrale databanken: geregistreerde data (vb. inwonersaantallen, de woningprijzen of het aantal ondernemingen)
Grootschalige survey bij inwoners
Combinatie van surveydata & registerdata op uniforme wijze verzameld
extra voor de stadsmonitor, aangeleverd voor 13 centrumsteden: GIS indicatoren
Meer dan 200 indicatoren, >80 survey indicatoren
Survey Gemeente- en Stadsmonitor
2 grootschalige survey’s, representatieve steekproef voor elke gemeente in Vlaanderen
inwoners uit 295 gemeenten vanaf 17 jaarinwoners uit 13 centrumsteden vanaf 17 jaar
surveyindicatoren peilen naar tevredenheid, gedrag en participatie in brede zin
5
Methodiek survey’s
survey gemeentemonitor survey stadsmonitor
inwoners vanaf 17 jaar in 295 gemeenten inwoners vanaf 17 jaar in 13 centrumsteden
maart‐april 2017 april‐juni 2017
274.000 inwoners aangeschrevensteekproef op maat van elke gemeente
90.175 inwoners aangeschreven,oversampling in 11 van de 13 centrumsteden
Dillman methodiekonline vragenlijst, schriftelijke follow up3 zendingen en incentive
Dillman methodiekkeuze online of op papier invullen4 zendingen en incentive
39,1 % respons 36,3 % respons
representatieve uitspraken voor alle gemeenten m.u.v. Herstappe
Representatieve uitspraken voor alle centrumsteden+ op stadsdeelniveau (voor 11 van de 13 centrumsteden)
Survey indicatoren volgens thema’s
wonen & woonomgevingtevredenheid over woning (comfort/staat/voorzieningen), woonomgeving, buurtproblemen en hinderaspecten, veiligheid, verhuisplannen en motieven…
natuur & milieutevredenheid over aanbod groen in de buurt/gemeente, gebruik maken van groen,…
cultuur & vrije tijdtevredenheid over voorzieningen, gebruik maken van voorzieningen, actieve participatie sport/vereniging
armoedebetalingsmoeilijkheden, woonquote
6
mobiliteitverplaatsingsgedrag, bezit, tevredenheid over staat van wegen/voetpaden…
zorg & gezondheidtevredenheid over voorzieningen, gebruik maken van voorzieningen…
onderwijstevredenheid over voorzieningen, gebruik maken van voorzieningen…voorzieningen…
overheidTevredenheid dienstverlening, informatieverstrekking, consultatie, vertrouwen
Rapportering: verschillende types output, op maat van de gebruiker
Hapklaar rapport ‘Jouw gemeente in cijfers’ voor elke Vlaamse gemeente (pdf)
100 relevante omgevingsindicatoren voor elke Vlaamse gemeente, waarvan heel wat survey indicatoren
Stadsmonitor 13 centrumsteden (pdf) 200 indicatoren actuele maatschappelijke ontwikkelingen in de 13 centrumsteden
7
Interactieve toepassing: stel zelf je rapport samen
Zelf een rapport op maat samenstellen en jouw gemeente vergelijken met andere gemeenten of je buurgemeenten?
Aan de slag met de interactieve toepassing op www.gemeente-en-stadsmonitor.vlaanderen.be
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
De woon- en leefomgeving door de bril van onze inwoners
Hoe graag wonen we in onze buurt en in onze gemeente of stad? Hoe tevreden zijn we over onze woning en de nabije woonomgeving? Hebben we soms last van hinder? Wat vinden we over netheid en verkeersveiligheid? Zijn we tevreden over groen in onze gemeente en maken we er gebruik van? En hoe verplaatsen we ons in de vrije tijd of voor het werk?
Hilde Schelfaut – Statistiek VlaanderenAnnelies Jacques – Statistiek Vlaanderen
Een aantrekkelijke woon- & leefomgeving: gelijkaardige uitdaging voor alle gemeenten, elk gemeente vanuit zijn eigen context
• Elke gemeente heeft eigen demografische en socio-economische context
• Demografische uitdagingen:• Gelijkaardig, maar graduele verschillen in Vlaanderen (groei bevolking,
vergrijzing, kleiner wordende actieve populatie, toenemend aantal huishoudens)
• Nadrukkelijker in steden aanwezig: groter groeipercentage bevolking, gelijktijdige vergroening, vergrijzing, verzilvering, verkleuring, gezinsverdunning, toenemende diversificatie van leefvormen
• Socio-economische context: grote(re) verschillen tussen gemeenten:(centrum)steden kennen meer uitgesproken context: produceren heel wat welvaart maar ook grotere uitdagingen inzake armoede en achterstelling. (cfr. leefsituatie)
Resultaten steeds voor elke gemeente bekijken vanuit eigen context
20
Grote tevredenheid over de woning (88%)Tevredenheid buurt (79%) > tevredenheid gemeente (76%)Grotere verschillen tussen gemeenten bij tevredenheid over gemeente
96
90 90
79
61
44
88
7976
40
50
60
70
80
90
100
Tevredenheid woning Tevredenheid buurt Tevredenheid gemeente
Hoogste Laagste 13 steden Vlaanderen
Hoge tevredenheid over de woning… maar….• 11% van de inwoners geeft aan dat er in de woning ernstige
problemen aanwezig zijn (cv of elektrische installatie, vochtige muur of vloer, raamwerk)
• Vooral huurders geven aan met ernstige problemen te kampen: 26%• 1 op 5 inwoners, bijna 1 op 2 huurders spendeert meer dan 1/3 van
loon aan huur/afbetaling woning.• 40 gemeenten: >= 1 op 5 inwoners met woonquote >30%
Woonquote >30%
21
Positieve samenhang tussen tevredenheid buurt & gemeente
Tevredenheid buurt: 200 gem >= 80%
Tevredenheid gemeente/stad:120 gem >= 80%
90
99
8680
3539
16 18
6875
4448
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Netheid straten envoetpaden
Tevredenheid overgroen in de gemeente
Staat van fietspaden(excl 13)
Staat van voetpaden(excl 13)
Hoogste Laagste 13 steden Vlaanderen
Grote variatie tussen gemeenten inzake aspecten van publieke ruimte: Netheid in de buurt en groen in de gemeente >= 70%Staat van fiets en voetpaden voor veel inwoners een knelpunt <50%Slechts 34% van de stadsbewoners tevreden over staat van fiets- en voetpaden
22
Tevredenheid over groen in de gemeente hangt samen met gebruik van groenvoorzieningen in eigen gemeente
Bijna ½ inwoners gaat minstens 1 keer per maand naar het bos, park of groenzone in zijn gemeente
Bezoek bos, park, groenzone in eigen gemeente
Tevredenheid over groen
Onaangepaste snelheid van het verkeer (44%) & zwerfvuil (35%) wekken bij de inwoners het meeste ergernis op. Stedelingen geven frequenter aan last te hebben van buurtproblemen.
6055 55 53
41
1714
118
4
44
35
28 27
18
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Onaangepastesnelheid buurt
Zwerfvuil Lawaai verkeer Sluipverkeer Hondenpoep
Hoogste Laagste 13 steden Vlaanderen
23
Verkeersgerelateerde buurtproblemen hangen nauw samen: Onaangepaste snelheid van verkeer (44%), lawaai door verkeer (28%) en sluipverkeer (27%) worden bij bewoners vaak samen aangegeven
Hinder van onaangepaste snelheid in de buurt
Hinder van sluipverkeer
Verder inzetten op ‘ brede woonkwaliteit’ voor zij die twijfelen of niet vinden wat ze zoeken in hun gemeente
• Verhuisintentie wordt verklaard door socio-demografische factoren, positie op de woningmarkt, en percepties van (woon)omgeving
• 1 op vijf inwoners geeft aan te willen verhuizen (~ persoonlijke levensfase)
• Verhuisintentie bij stadsbewoners groter: in Antwerpen, Gent en Leuven: Eén op drie geeft aan de komende vijf jaar te willen verhuizen.
• 10% geeft aan de gemeente/stad mogelijks te willen verlaten.• Inwoners die hun woon(omgevings)kwaliteit negatief beoordelen hebben
twee maal zoveel kans om hun gemeente/stad te verlaten
Verhuisintentie
24
Op ST(R)AP met de inwoners ?!
Voor meer dan de helft van de inwoners is het hoofdvervoermiddel de auto om naar het werk te gaan. 16% gebruikt het openbaar vervoer of de fiets om naar werk te gaan, 4% gaat te voet.
87
36 34
16
33
4 1 0
59
16 164
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Auto Openbaar vervoer Fiets Te voet
Hoogste Laagste 13 steden Vlaanderen
25
In de (centrum)steden en rond het Brusselse gebruikt 1 op 5 inwoners het openbaar vervoer om naar het werk te gaan. In en rond de (centrum)steden wordt ook meer getrapt en gestapt naar het werk.
Gebruik openbaar vervoer
Gebruik fiets
Voor korte verplaatsingen in de gemeente gebruikt 4 op 10 inwoners minstens één keer in de week de fiets, 1 op 2 inwoners verplaatst zich wekelijks te voet. In de centrumsteden ligt dit aandeel voor de fiets op 70% en te voet op 48%
79
61
18
7
52
38
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Te voet Met de fiets
Hoogste Laagste 13 steden Vlaanderen
26
Duurzaam verplaatsingsgedrag voor korte afstanden: minder met de fiets in zuid Vlaanderen, meer te voet aan de kust in en rond Antwerpen en in de steden
Gebruik fiets voor korte afstanden
Te voet voor korte afstanden
Verkeersveiligheid kan voor veel inwoners een pak beter. 61% kan aangenaam fietsen in zijn gemeente. Maar slechts 1 op 2 inwoners vindt het veilig om te fietsen. En slechts 33% vindt het veilig voor kinderen om zich te verplaatsen met de fiets of te voet
93
83
62
24 25
14
61
52
33
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Aangenaam fietsen Veilig fietsen Veilig verplaatsen voorkinderen
Hoogste Laagste 13 steden Vlaanderen
27
Slechts 25 gemeenten met een tevredenheid > 70% inzake veilig fietsen. Amper 13 gemeenten met een tevredenheid > 50% inzake veilig verplaatsen kinderen
Tevredenheid veilig fietsen
Tevredenheid over veilig verplaatsen kinderen
De leefsituatie in onze gemeenten en steden
Een blik op het materiële en sociale welzijn en het samenleven in onze steden en gemeenten.
Luk Bral – Statistiek VlaanderenSilke Laenen – Agentschap Binnenlands Bestuur
28
Leefsituatie
• Welvaart en armoede• Arbeidsmarktpositie• Onderwijs en vorming• Zorg en gezondheid• Cultuur en vrije tijd• Samenleven
Welvaart en armoede
WelvaartGeproduceerde welvaart per inwonerGemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner
Inwoners in armoedeFiscale inkomens beneden de kritische grensPersonen met overmatige schuldenlastHuishoudens met betalingsmoeilijkheden
Kinderen in armoedeKansarmoede-index Kind & GezinOnderwijskansarmoede-indicator
29
27 585
13 443
18 97017 626
10 000
12 000
14 000
16 000
18 000
20 000
22 000
24 000
26 000
28 000
30 000
Gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner(2015)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
190 610
7 888
33 341
48 252
0
20 000
40 000
60 000
80 000
100 000
120 000
140 000
160 000
180 000
200 000
Bruto toegevoegde waarde per inwoner(2015)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
De bruto toegevoegde waarde per inwoner, of de geproduceerde welvaart, ligt hoger in de centrumsteden dan in het Vlaams Gewest. Het omgekeerde geldt voor het netto belastbaar inkomen.
5,4
0,6
2,7
3,7
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
Personen met overmatige schuldenlast
Personen met overmatige schuldenlast (2016)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
Het aandeel gemeenschappelijke aangiftes < 20.000 euro en het aandeel personen met overmatige schuldenlast ligt hoger in de centrumsteden.
27,4
20,8
15,3
4,0
19,2
9,2
19,512,1
0,0
5,0
10,0
15,0
20,0
25,0
30,0
35,0
Aandeel individueleaangiftes < 10.000 (%)
Aandeelgemeenschappelijkeaangiftes < 20.000 (%)
Fiscale inkomens beneden kritische grens (2015)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
30
Net geen 10de van de inwoners geeft aan te leven in een huishouden met betalingsmoeilijkheden. In de 13 steden is dit net geen 6de.
Vlaams Gewest: 9%13 steden: 15%
Vlaams Gewest : 12,8
13 steden : 21,8
Kansarmoede-index Kind & Gezin:= aandeel geboorten in een kansarm gezin.
In Vlaanderen wordt 13% van de kinderen geboren in een kansarm gezin; in de centrumsteden is dit 22%. De index is de jongste jaren duidelijk gestegen.
31
Onderwijskansarmoede-indicator:= getal tussen 0 (geen kansarmoede) en 4 (extreme kansarmoede), o.b.v. 4 onderliggende kenmerken (thuistaal, opleidingsniveau moeder, schooltoelage, buurt)
Vlaams Gewest : 0,81
13 steden : 1,540
10
20
30
40
50
60
Vlaams Gewest 13 steden
OKI naar onderliggende stellingen (schooljaar 2015 – 2016)
Thuistaal niet‐NederlandsLaag opleidingsniveau moederSchooltoelageBuurt
In de centrumsteden ligt de onderwijskansarmoede-indicator bijna dubbel zo hoog (1,54) als in het Vlaams Gewest (0,81).
Arbeidsmarktpositie
WerkzaamheidAlgemene werkzaamheidsgraadLeeftijdskloof in de werkzaamheidHerkomstkloof in de werkzaamheid
WerkloosheidAlgemene werkloosheidsgraadWerkloosheid van doelgroepenHerkomstkloof in de werkloosheid
32
81,3
84,5
78,8
55,9
60,2
51,9
72,0
75,7
68,167,2
70,8
63,4
50,0
55,0
60,0
65,0
70,0
75,0
80,0
85,0
90,0
Werkzaamheidsgraad Werkzaamheidsgraad mannen Werkzaamheidsgraadvrouwen
Werkzaamheidsgraad (2015)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
Het merendeel van de gemeenten en steden heeft een werkzaamheidsgraad boven het Vlaamse gemiddelde (72%). De werkzaamheidsgraad van mannen ligt hoger dan deze van vrouwen.
= verschil in procentpunten tussen de werkzaamheidsgraad van 2 groepen (leeftijd: 20 – 49 jaar vs. 50 – 64 jaar, herkomst: Belgen vs. niet-EU)
28,3
71,4
‐1,45,1
16,7 24,2
12,7
25,1
‐5,0
5,0
15,0
25,0
35,0
45,0
55,0
65,0
75,0
85,0
Leeftijdskloof (2015) Herkomstkloof (2016)
Leeftijdskloof (2015) & herkomstkloof (2016) in de werkzaamheid
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
De leeftijdskloof bedraagt in 2015 gemiddeld 17 ppt. Deze is de afgelopen jaren gedaald. De herkomstkloof (in 2016) is groter en bedraagt gemiddeld zo’n 24 ppt.
33
Ook voor de werkloosheidsgraad vinden we het merendeel van de gemeenten en steden terug onder het Vlaamse gemiddelde. In de centrumsteden ligt de werkloosheidsgraad 4 ppt. hoger.
15,8 16,0 15,5
2,7 2,5 2,5
7,5 7,6 7,5
11,6 12,211,0
0,0
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
12,0
14,0
16,0
18,0
Werkloosheidsgraad Werkloosheidsgraadmannen
Werkloosheidsgraadvrouwen
Werkloosheidsgraad (2016)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
17,0
7,3
23,5
10,5
0
5
10
15
20
25
Jongeren Ouderen
Werkloosheidsgraad van jongeren (15 –24j.) & ouderen (50 – 64j.) (2016)
Vlaams Gewest 13 steden
46,5
48,0
49,550,2
44
45
46
47
48
49
50
51
Werkloosheid vanlaaggeschoolden
Langdurige werkloosheid
Werkloosheid van laaggeschoolden & langdurige werkloosheid (2016)
Vlaams Gewest 13 steden
De werkloosheidsgraad van jongeren ligt hoger dan deze van ouderen. De laaggeschoolde en langdurige werkloosheid bereikt net geen 50%. De cijfers liggen hoger voor de centrumsteden dan voor het Vlaams Gewest.
34
13 steden : ‐10,9
Vlaams Gewest: ‐10,1
= verschil in procentpunten tussen de werkloosheidsgraad van personen van Belgische herkomst en niet-EU-herkomst
De herkomstkloof in de werkloosheid bedroeg in 2016 in absolute waarden 10 procentpunten. Deze lag iets hoger voor de totaliteit van de centrumsteden.
Onderwijs en vorming
Thuistaal niet-Nederlands
Schoolse vertraging
Vroegtijdig schoolverlaten
Aantrekkingskracht onderwijs
35
Thuistaal niet-Nederlands fors toegenomen. Hoogste aandelen in Brusselse rand tot >50% in lager en >40% in secundair maar ook hoog in o.a. Antwerpen, Gent, Mechelen, Heusden-Zolder en Ronse. In een 20-tal gemeenten een stijging met 10% en meer tussen 2009 en 2016.
10,316,1
7,712,5
20,9
29,7
16,824,0
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
lager 2009 lager 2016 secundair 2009 secundair 2016
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
Schoolse vertraging is sterk afhankelijk van schooltype en neemt toe met de verstedelijking. Globaal neemt de schoolse vertraging lichtjes af. Thuistaal niet-Nederlands zorgt voor hogere vertraging dan laag opgeleide moeder (centrumsteden).
1511
32
58
36
2314
42
65
38
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Lager ASO TSO BSO KSO
Minstens 1 jaar schoolse vertraging, in 2017, in %
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
36
10% van de jongeren verlaat zonder diploma de school. De jongste jaren is dit aandeel gedaald. De daling is het grootst in de grootsteden maar bedraagt daar nog het dubbele van gemiddeld in het Vlaams Gewest. Thuistaal niet-Nederlands is hier ook een grotere risicofactor dan een laag opgeleide moeder (13 centrumsteden).
1310
19
16
0
5
10
15
20
25
30
35
2009 2014
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
De aantrekkingskracht van het onderwijs of de centrumfunctie (totaal leerlingen/leerlingen gemeente of stad) speelt amper in het lager onderwijs maar wel in het secundair en dan vooral in de centrumsteden en de iets grotere provinciale steden. De centrumsteden maar vooral voor de grootsteden verliezen aantrekkingskracht.
Aantrekkingskracht Lager onderwijs 2017Evolutie 2017‐
2008Secundair
onderwijs 2017Evolutie 2017‐
2008
Centrumsteden 108,7 ‐3,8 193,6 ‐7,3
Grootstedelijke rand 105,3 4,7 66,3 4,3
Grootsteden 100,6 ‐2,3 120,5 ‐9,7
Overgangsgebied 100,4 1,5 67,4 1,7
Platteland 95,4 1,9 35,3 3,2
Kleinere steden 98,9 ‐2,1 139,1 1,8
Rand centrumsteden 96,2 2,3 44,9 2,1
Provinciale steden 104,4 0,2 172,1 ‐2,0
Vlaamse rand 108,4 2,3 74,9 10,2
37
Zorg en gezondheid
Kinderopvang: aanbod en tevredenheid
Residentiële ouderenvoorzieningen: aanbod en tevredenheid
92
37
69
61
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Tevredenheid opvang baby's & peuters (2017)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
112,8
18,4
42,4
41,5
0,0
20,0
40,0
60,0
80,0
100,0
120,0
Aantal opvangplaatsen voor baby's en peutersper 100 kinderen van 0 tot 3 jaar (2016)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
Er zijn gemiddeld 42 plaatsen per 100 kinderen in het Vlaams Gewest. 69% van de inwoners is tevreden over de kinderopvang in de gemeente of stad.
38
92
14
74
74
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Tevredenheid ouderenvoorzieningen (2017)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
50,1
0,0
8,0
9,6
0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
Aantal plaatsen in woonzorgcentra en inassistentiewoningen per 100 65‐plussers (2017)
Hoogste Laagste Vlaams Gewest 13 steden
Er zijn gemiddeld 8 plaatsen per 100 65-plussers in het Vlaamse Gewest. De tevredenheid over de ouderenvoorzieningen ligt hoger en bedraagt 74%.
Cultuur en vrije tijdAanbod: sport en cultuur
Sportparticipatie
Cultuurparticipatie
Tevredenheid sport-, recreatie en culturele voorzieningen
Voldoende voorzieningen voor kinderen en jongeren
Tevredenheid jeugdvoorzieningen
39
Per 1.000 inwoners beschikken gemeenten en steden in Vlaanderen over circa 4 sportclubs, 3 -infrastructuren en 21 culturele en vt-activiteiten. Hogere cijfers voor sportclubs in plattelandsgemeenten en grootstedelijke rand. Sportaanbod lager in centrumsteden en Brusselse rand. Cultureel aanbod hoger in steden.
4 3
21
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
sportclubs sportinfrastructuur Uit‐databank
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
De helft van de bevolking geeft aan wekelijks te sporten (>20’). In de centrumsteden en op het platteland ligt de sportparticipatie iets lager. In de rand rond Antwerpen, Gent en Brussel het hoogst. In de steden stagneert het intens sporten.
51
24 25
0
10
20
30
40
50
60
70
Wekelijks Maandelijks Nooit of uitzonderlijk
hoogste laagste Vlaanderen 13 steden
40
De helft van de bevolking (exclusief steden) heeft minstens 1x een culturele activiteit bijgewoond in de eigen gemeente, 65% deed dat ook elders. De participatiecijfers in de steden liggen iets hoger en dit gebeurt overwegend in de eigen stad. Daling voor bib- en bioscoopbezoek, stijging voor festivals.
52
65
48
25
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Cultuur eigen Cultuurandere
Bib eigen Bib andere
Gemeenten
Hoogste Laagste Vlaanderen (295)
52
62
84
66 66
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
13 steden
Hoogste Laagste 13 steden
Hoge tevredenheidsscores zowel voor sport (74%), recreatie (68%) als culturele voorzieningen (72%). In de steden ligt het gemiddelde voor cultuur hoger (83%) en lager in de stadsrand en het platteland. In de stadsrand (exclusief Brusselse rand) is men wel meer tevreden over sportvoorzieningen. In de rand rond Brussel en heel wat kleine plattelandsgemeenten is men minder tevreden.
7668
72
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Sport Recreatie Cultuur
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
41
De helft van de bevolking vindt dat er voldoende plekken voor jongeren (+12j) zijn. 60% is tevreden over speelvoorzieningen (<12j) in de buurt. De globale tevredenheid over jongerenvoorzieningen ligt iets lager. In de steden is men iets minder tevreden over buurtvoorzieningen. Daar is de tevredenheid wel toegenomen, niet voor veilig spelen.
51
6157
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
plekken jongeren speelvoorzieningen jongerenvoorzieningen
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
Samenleven
Sociale contactenContacten met buren
Diversiteit: Houding verschillende culturen
VeiligheidOnveiligheidsgevoel en mijdgedrag
42
Bijna 60% van de bevolking (exclusief steden) heeft veel contact in de buurt. In de steden geeft 16% aan wekelijks contact te hebben. 60% heeft echter geen of zelden contact. In de steden daalt de intensiteit van de contacten maar niet de buurtintegratie. De tevredenheid over de buurtcontacten is hoog, wel iets lager in steden en rand rond Brussel.
73
21
92
42
15
6458
81
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
veel contact (gemeenten) wekelijks contact (steden) tevreden buurtcontact
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
Een kwart van de Vlamingen vindt dat er te veel mensen van andere culturen in zijn buurt of gemeente wonen. De range (60ppt) is enorm groot. Hoogste scores zijn er in provinciale steden en de rand rond Brussel. 2 op de 3 vindt personen van andere culturen als men er contact mee heeft, sympathiek. In de 13 steden is de openheid ten opzichte van andere culturen toegenomen.
64
84
5
46
26
63
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Teveel mensen andere cultuur inbuurt/gemeente
Andere culturen sympathiek
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
43
Mensen voelen zich veiliger in de eigen buurt dan op andere plaatsen in de gemeente/stad. 4% voelt zich onveilig in de buurt of mijdt er plekken. Op gemeentelijk of stadsniveau (zie kaart) ligt dit iets hoger. Hoe stedelijker, hoe groter het onveiligheidsgevoel en hoe meer plekken gemeden worden. In de steden neemt het onveiligheidsgevoel en mijdgedrag wel af.
Onveiligheidsgevoel gemeente/stad
De inwoners en hun bestuur
Hoeveel vertrouwen hebben we in het gemeente- of stadsbestuur? Zijn we tevreden over de voorzieningen, de dienstverlening en de contacten met het bestuur?
Luk Bral – Statistiek VlaanderenSam Depauw – Agentschap Binnenlands Bestuur
44
Overheid
Tevredenheid met dienstverlening en loketfunctie
Tevredenheid met voorzieningen
Informatieverstrekking aan burgers
Consultatie bevolking
Vertrouwen in overheden
Vertrouwen in gemeente- en stadsbestuur
7 op 10 inwoners (de 13 centrumsteden uitgezonderd) is (zeer) tevreden met de dienstverlening in het algemeen in de gemeente. Deze ligt hoger dan de tevredenheid over digitale dienstverlening. Tevredenheid loketvoorzieningen dan weer hoger.
7365
77
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Dienstverlening algemeen Dienstverlening digitaal Loketvoorzieningen
Hoogste Laagste 295 gemeenten Vlaams gewest 13 steden
45
Grote tevredenheid over de voorzieningen in gemeente of stad. Grotere tevredenheid over voorzieningen inzake gezondheid, onderwijs en huisvuil. Minst tevreden over voorzieningen voor jongeren en uitgaansgelegenheden.
97 99 96 9499
92 9490 92 95 92
85 87
10
24
37
11
39
1421
25
3728
6
26
11
87 87 8376 75 74 73 72 69 68
6357
51
0102030405060708090
100
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
De bevolking is meer tevreden over de verstrekte informatie over activiteiten, iets minder over nieuwe ingrepen en nog minder over genomen beslissingen. In de rand rond Brussel is men over de ganse lijn iets minder tevreden.Tevredenheid minder groot over de informatie over genomen beslissingen in de centrumsteden.
78
66
48
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
activiteiten nieuwe ingrepen beslissingen
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
46
Niet de helft van de bevolking is tevreden over de inspanningen die de gemeente- en stadsbesturen doen om bewoners bij veranderingen te betrekken en de wijze waarop met vragen van burgers wordt omgesprongen. In de stedelijke rand en op het platteland is men iets meer tevreden.
47 46
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Betrekken veranderingen Omspringen met vragen
Hoogste Laagste 13 steden Vlaanderen
Het vertrouwen in het lokale bestuur en de politie ligt merkelijk hoger dan in de federale en Vlaamse overheid. In de 13 steden is vooral het vertrouwen in de politie fors gestegen.
16 22
3547
0
10
20
30
40
50
60
70
Federale overheid Vlaamse overheid Gemeente‐ ofstadsbestuur
Politie
Hoogste Laagste Vlaanderen 13 steden
47
Het vertrouwen in de Vlaamse en de federale overheid ligt gemiddeld lager in plattelandsgemeenten en hoger in grotere steden. Het lokaal bestuur en de politie scoren dan weer hoger op het platteland, de grootstedelijke rand en de rand rond Brussel.
Gemeente-/stadsbestuur
Politie
Bedankt!