Post on 10-Jul-2020
bNR: Co-leren en werken aan de
gebouwde omgeving
Stage specifieke opdracht: digitaal interactief product
Naam: Alexander Dreijer Studentnummer: 271070 Opleiding: Communicatie & Multimedia Design Stagecoördinator: Rixt Froentjes Stagedocent: Thea Warringa Datum: 13-06-2018
1
Inhoudsopgave
1.0 Inleiding en projectkader .................................................................................................................. 2
1.1 Aanleiding ...................................................................................................................................... 2
1.2 Invalshoek ...................................................................................................................................... 3
1.3 Onderzoeksvraag ........................................................................................................................... 3
1.4 Doelgroep ...................................................................................................................................... 3
2.0 Theoretisch kader en ideegeneratie ................................................................................................. 4
2.1 Deskresearch ................................................................................................................................. 4
2.2 Ideeëngeneratie ............................................................................................................................ 6
2.3 Fieldresearch ................................................................................................................................. 7
2.4 Ontwerpvoorwaarden ................................................................................................................. 10
2.5 Concept ontwerp ......................................................................................................................... 12
2.6 Theoretisch kader ........................................................................................................................ 13
3.0 Prototype ......................................................................................................................................... 14
3.1 Beschrijving prototype ................................................................................................................ 14
3.2 Beschrijving interactie en screenshots ........................................................................................ 14
4.0 Methodologie .................................................................................................................................. 19
4.1 Taakscenario’s ............................................................................................................................. 19
4.2 Testlocatie ................................................................................................................................... 20
4.3 Testmethodes .............................................................................................................................. 20
4.4 Testpersonen ............................................................................................................................... 20
4.5 Test uitvoering ............................................................................................................................. 21
5.0 Resultaten ........................................................................................................................................ 22
5.1 Resultaten expert test ................................................................................................................. 22
5.2 Resultaten doelgroep test ........................................................................................................... 24
6.0 Conclusie ......................................................................................................................................... 30
6.1 Advies .......................................................................................................................................... 30
6.2 Suggesties .................................................................................................................................... 30
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 31
Bijlages ................................................................................................................................................... 33
1.0 Heuristieken van Nielsen ............................................................................................................. 33
2.0 Heuristieken Evaluatierapport .................................................................................................... 35
3.0 Vragenlijst .................................................................................................................................... 37
2
1.0 Inleiding en projectkader
Het kenniscentrum NoorderRuimte doet praktijkgericht onderzoek naar de gebouwde omgeving in
Noorder-Nederland. Hierbij focussen zij zich op 4 thema’s: Aardbevingen, Krimp, Duurzaamheid &
Overvloed en Gezondheid & Welzijn. Binnen het kenniscentrum werken lectoren, onderzoekers,
studenten en professionals uit het werkveld samen om praktijkvraagstukken binnen hiervoor
genoemde thema’s te beantwoorden. (Hanzehogeschool Groningen, z.d.)
Het kenniscentrum NoorderRuimte ziet veel kansen in de ambitie van de Hanzehogeschool
Groningen om elke student tijdens de studie deel uit te laten maken een Innovatiewerkplaats. De
laatste jaren heeft ze daarom veel energie gestoken in de verdere ontwikkeling van bureau
NoorderRuimte voor afstudeerders, het Vastgoedlab voor derdejaars studenten Vastgoed en voor de
Buitenwerkplaats voor tweedejaars studenten Built Environment. Op veel verschillende manieren
probeert kenniscentrum NoorderRuimte een inspirerende, boeiende en verrijkende
werkleeromgeving te zijn voor studenten van allerlei soorten pluimage. Veel aandacht gaat naar het
formuleren van rijke vraagstukken, waar vanuit veel verschillende disciplines onderzoekers en
studenten oplossingen voor aandragen. Dat lukt steeds beter en roept de vraag op hoe de
begeleiding van deze teams eruit ‘moet’ zien. Wat heeft iedereen nodig om echt samen te werken,
hoe verhoudt dat zich tot fysieke aanwezigheid en hoe kan bureau NoorderRuimte de meerwaarde
van werkplek zowel fysiek als digitaal ondersteunen zodat ‘co-learning’ onderdeel wordt van elk
individueel leerproces? (Froentjes, 2018)
Bureau NoorderRuimte is de werkleeromgeving van het Kenniscentrum NoorderRuimte. Jaarlijks
schuiven er x studenten van allerlei verschillende opleidingen aan om in de rol van junior bij te
dragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de gebouwde omgeving van Noord-Nederland.
Bureau NoorderRuimte doet veel om het leerproces van studenten te begeleiden: er zijn goede
faciliteiten (koffie, wifi, werkplek, expertise en coaching) en veel studenten kijken met voldoening
terug op hun tijd bij bureau NoorderRuimte. (Froentjes, 2018)
1.1 Aanleiding Bureau NoorderRuimte streeft steeds meer naar samenwerkende en samen lerende teams, waarin
de deelnemers een bijdrage leveren met impact rond een vraagstuk, ieder vanuit hun eigen discipline
en hun eigen talenten. De coördinator en de coaches van bureau NoorderRuimte begeleiden dat
proces en vormen tegelijkertijd zelf ook een lerende mini-organisatie binnen bureau NoorderRuimte.
Zij willen de teams zo goed mogelijk faciliteren. Tegelijkertijd merken ze dat studenten soms
helemaal niet de behoefte lijken te hebben. Ervaren druk van uit de opleiding, focus op het eigen
product, de voorkeur om thuis te werken, de noodzaak om naast de studie te werken, woon-werk-
afstand etc. kunnen ervoor zorgen dat junior-medewerkers weinig zichtbaar en minder te begeleiden
zijn. Bureau NoorderRuimte wil graag leren hoe zij medewerkers kan boeien en binden, zodat
samenwerkend leren en werken multidisciplinaire meerwaarde creëert. (Froentjes, 2018)
In de afgelopen twee jaar heeft bureau NoorderRuimte veel meer samenhang gebracht tussen de
verschillende thema’s. De context van de vraagstukken zijn vergroot en de opdrachtgevers zijn meer
op de voorgrond om samen te werken met de studenten bij bureau NoorderRuimte.
Ook is de fysieke omgeving veranderd. Er is een ruimte bij gekomen die studenten ook zelf mochten
inrichten. ‘Pimp je eigen werkplek’ werd deze actie genoemd. Dit ging echter niet helemaal goed,
want vanuit het facilitair bedrijf van de Hanze was niet alles mogelijk.
3
1.2 Invalshoek Bureau NoorderRuimte wil graag leren hoe zij medewerkers kan boeien en binden, zodat
samenwerkend leren en werken multidisciplinaire meerwaarde creëert. (Froentjes, 2018)
Zij hebben ervoor gekozen om dit aan te pakken vanuit drie opleidingen namelijk: Facility
Management, Toegepaste Psychologie en Communicatie & Multimedia Design. Vanuit de opleiding
van ‘Communicatie & Multimedia Design’ wordt er onderzocht hoe een digitale omgeving ingericht
kan worden ter verbetering van de huidige werk- leeromgeving.
1.3 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag die bij deze invalshoek gesteld was is: ‘Hoe kunnen we een digitale omgeving
inrichten waardoor afstandsleren- en werken beter mogelijk worden?’
Omdat deze vraag al impliceert dat er behoefte is om afstandsleren- en werken te verbeteren, is
deze vervolgens aangepast naar: ‘Hoe kan een digitaal interactief product vormgegeven worden
zodanig dat het toegevoegde waarde aan de bestaande werk- leeromgeving van bureau
NoorderRuimte levert?’
Deelvragen hierbij zijn:
➢ Welke (online) communicatiemiddelen worden nu binnen bureau NoorderRuimte gebruikt?
o Waarvoor gebruiken ze deze?
o Wat maakt het dat ze voor deze middelen gekozen hebben? (Wat werkt?)
o Wat is de drempel om gebruik te maken van een nieuw digitaal interactief product?
➢ Wat zijn de behoeftes binnen bureau NoorderRuimte? (Wat mist er?)
➢ Hoe kunnen de behoeftes omgezet worden tot functies van een digitaal interactief product?
o Moeten de functies van de bestaande communicatiemiddelen hierbij in opgenomen
worden?
1.4 Doelgroep Zoals eerder aangegeven ligt de focus vooral op het leerproces van de studenten, daarom zijn de
studenten ook de hoofddoelgroep. Echter, omdat co-leren en community denken een groot
onderdeel is van bureau NoorderRuimte, mogen de andere groepen (onderzoekers en lectoren) niet
vergeten worden. Deze zullen dus ook meegenomen worden in het onderzoek. In hoofdstuk 2.4 zal
de doelgroep verder toegelicht worden aan de hand van persona’s.
4
2.0 Theoretisch kader en ideegeneratie
Er is deskresearch gedaan naar werk- en leeromgevingen, bestaande community platformen,
communicatiemiddelen en referentieprojecten. Ook is er fieldresearch gedaan bij de doelgroep en
vergelijkbare omgevingen door middel van halfopen vragenlijsten. De lege vragenlijst is te vinden in
bijlage 3. En de ingevulde vragenlijsten kunnen opgevraagd worden bij de auteur, mocht hier
behoefte naar zijn.
2.1 Deskresearch
2.1.1 werk- en leeromgevingen
Figuur 1 - Hybride leeromgeving
Een werk- leeromgeving wordt ook wel een hybride leeromgeving genoemd. Zoals in figuur 1 (Zitter, I
& Hoeve, A, 2012, p. 16) te zien is wordt hierin de traditionele schoolgrens overschreden en
verbinding gelegd met het beroepsleven. Studenten, docenten en mensen uit het beroepsleven
werken samen om (lerende wijs) echte problemen in de maatschappij op te lossen.
De Hanzehogeschool Groningen gebruikt de term innovatiewerkplaats voor zo een hybride
leeromgeving. Hiervoor maken zij gebruik van twee definities: één komt uit het strategisch plan en
de andere beschrijft de meest ideale vorm van een innovatiewerkplaats. (Hanzehogeschool
Groningen, 2017)
In het strategisch plan van de Hanze Hogeschool wordt een innovatiewerkplaats omschreven als een
fysieke of virtuele vorm waar onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk bij elkaar komen.
(Hanzehogeschool Groningen, 2017)
De tweede definitie beschrijft een innovatiewerkplaats als een sociale praktijk waarin partners uit
onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven, overheden en/of maatschappelijke organisaties samenwerken
aan complexe vraagstukken waarvan de oplossing vraagt om het co-creëren van kennis op een
manier die de grenzen van traditionele structuren, sectoren, disciplines en vormen van leren
overstijgt. (Cremers P. H. M., 2016)
Binnen de verschillende innovatiewerkplaatsen van de Hanzehogeschool Groningen worden nog veel
meer verschillende definities of beschrijvingen van de term ‘innovatiewerkplaats’ gebruikt. Vaak
komt dit dan voort uit uit het thema waar zij zich op richten. Bij het Centre of Expertise ‘Healthy
Ageing’ is namelijk één van de kenmerken van een innovatiewerkplaats ook een
samenwerkingsverband met zorg- en welzijnsinstellingen. (Healthy Ageing, z.d.)
Voor dit onderzoek wordt ook naar werk- leeromgevingen gekeken die vergelijkbaar zijn met bureau
NoorderRuimte. Hierbij is gekozen voor Da Vinci en EnTranCe. Zij maken ook onderdeel uit van de
5
Hanzehogeschool Groningen, zitten in dezelfde omgeving en werken op dezelfde wijze
(multidisciplinair aan maatschappelijke en economische vraagstukken).
Da Vinci is een honoursminor van de Hanzehogeschool Groningen. Zij hebben als doel om jou op te
leiden tot een innovatieprofessional. Je geeft onder anderen vorm aan je eigen onderwijs, bouwt een
netwerk op, geeft vorm aan maatschappelijke en economische vraagstukken en werkt samen met
studenten van verschillende opleidingen en hogescholen, externe opdrachtgevers en docenten. Het
gaat daarbij niet alleen om commerciële producten of diensten, maar ook om producten of diensten
die de wereld beter kunnen maken. (Hanzehogeschool Groningen, 2018)
EnTranCe is onderdeel van het Centre of Expertise Energie en is de proeftuin voor toegepast
onderzoek (Hanzehogeschool, 2018). Zij hebben als doel om je op te leiden tot een ‘Energy
Changemaker’. Dit is een innovatieve en creatieve professional die de energietransitie naar non-
fossiele brandstoffen kan versnellen. Je werkt dan ook samen met mensen van verschillende niveaus
en disciplines (zowel studenten, docenten en bedrijven). Het delen van kennis en netwerken staan
hier ook bij centraal. En het gehele proces wordt begeleid door individuele en groepscoaching.
(EnTranCe, z.d.)
2.1.2 Community- en communicatieplatformen
Er zijn momenteel geen vaste communicatiemiddelen, -platformen of -programma’s die gebruikt
worden. Daarom is er ook onderzoek gedaan naar veel gebruikte community- en
communicatieplatformen. In tabel 1 (zie hieronder) worden deze kort toegelicht.
Type Kernfuncties
WhatsApp Communicatiemiddel ➢ Berichten/Afbeeldingen/Video’s verzenden
➢ Bellen ➢ Videochatten
Outlook Communicatiemiddel ➢ Mailen ➢ Agenda
Slack Communicatiemiddel ➢ Communiceren d.m.v. kanalen ➢ Videochatten (individueel en met
team) Telegram Communicatiemiddel ➢ Berichten/Afbeeldingen/Video’s
verzenden ➢ Bellen ➢ Videochatten ➢ Beter beveiligd (dan WhatsApp) ➢ Berichten kunnen zichzelf
‘vernietigen’ Trello Projectmanagement programma ➢ Projectvoortgang overzien
➢ Bestanden delen Facebook Social Media / Communityplatform ➢ Delen van verhalen, foto’s en video’s
➢ Contact houden met vrienden Instagram Social Media / Communityplatform ➢ Delen van foto’s en video’s Snapchat Social Media / Communityplatform ➢ Delen van foto’s en video’s LinkedIn Social Media / Communityplatform ➢ Netwerken
➢ Delen van nieuws, foto’s en video’s ➢ Zakelijk profileren ➢ Banen vinden/aanbieden ➢ Werven van medewerkers
6
Twitter Social Media / Communityplatform ➢ Delen van tekst (nieuws), foto’s en video’s
Google Drive Opslag ➢ Opslaan en delen van bestanden ➢ Maken en verzenden van
formulieren/enquêtes ➢ Maken van documenten,
spreadsheets en presentaties Dropbox Opslag ➢ Opslaan en delen van bestanden
Tabel 1 - Veel gebruikte community- en communicatieplatformen
2.1.3 Referentieproject
In 2015 is er bij EnTranCe ook een vergelijkbaar onderzoek gedaan naar een digitaal platform voor
een Change Agency op Ameland, die zich op duurzaamheid richt. Een Change Agency is weer een
voorbeeld van een hybride leeromgeving, waar verschillende partijen en disciplines samen komen
om te werken aan een probleem. De hoofdvraag van het onderzoek was ‘Hoe kan een
communicatieplatform de processen van kennisontwikkeling en co-creatie ondersteunen binnen
change agency Ameland.’ De conclusie uit het onderzoek was dat er geen communicatieplatform
nodig was, maar dat de al gebruikte middelen beter ingericht kunnen worden. In dit geval de
herinrichting van Google Drive. Aan de hand van dit onderzoek is er ook gekeken naar de integratie
van eventueel gebruikte applicaties. (Groenewold, 2016)
2.2 Ideeëngeneratie Aan de hand van de deskresearch is er gebrainstormd. Dit is gedaan doormiddel van mindmapping
(zie figuur 2 op de volgende pagina). Per tak zal er een korte toelichting gegeven worden.
Community
De huidige community bestaat uit interne en externe personen. Intern gaat het om de medewerkers
van bureau NoorderRuimte. Dit zijn onderzoekers, lectoren en studenten. Daarnaast zijn er ook
externe personen verbonden aan bureau NoorderRuimte, namelijk de werkveldpartners. Dit zijn vaak
opdrachtgevers en/of projectleiders.
Integratie van gebruikte websites/apps
Er bestaan al veel communicatiemiddelen en applicaties voor het opslaan en delen van documenten
(zie tabel 1 in paragraaf 2.1.2). Voor deze communicatiemiddelen en applicaties hebben gebruikers al
een account, dus het is wenselijk om zo veel mogelijk hiervan te integreren. Zo hoeven gebruikers
geen nieuw account aan te maken.
Mogelijke functies
De mogelijke functies zijn afgeleid uit functies van bestaande community- en
communicatieplatformen (zie tabel 1 in paragraaf 2.1.2). Aan welke functies men behoefte heeft zal
uiteindelijk blijken uit de resultaten van de fieldresearch.
Mogelijke uitingen
De mogelijke uitingen van een digitale omgeving zijn een website of een app. Ook hier zal uit de
resultaten van de fieldresearch gaan blijken waar men behoefte aan heeft.
7
Vervolgens is er aan de hand van de mindmap een vragenlijst gemaakt. Deze is tijdens de
fieldresearch uitgezet.
2.3 Fieldresearch Er zijn gesprekken gevoerd met, en vragenlijsten afgenomen bij de doelgroep. Zoals eerder vermeld
is in dit hoofdstuk is er ook onderzoek gedaan bij vergelijkbare organisaties. Dit waren de
honoursminor ‘Da Vinci’ en EnTranCe. De vragen zijn breder opgesteld om rekening te houden met
bestaande middelen die gebruikt worden en om eventuele behoeften om te zetten naar functies
voor het platform. Zoals in hoofdstuk 1 vermeld is, ligt de focus vooral op studenten, maar zijn de
onderzoekers en lectoraten ook meegenomen in het onderzoek.
2.3.1 Resultaten fieldresearch
Er hebben in totaal 60 personen uit drie verschillende organisaties de vragenlijsten ingevuld. Hiervan
waren 31 student, 18 medewerker en 11 onderzoeker. Uit het onderzoek is gebleken dat er veel
overlappingen zijn tussen de organisaties. Hieronder staan de resultaten per organisatie vermeld.
Bureau NoorderRuimte
Bijna iedereen (29/30) vindt het een (erg) leuke werk- en leeromgeving. Ongeveer 2/3 van de
participanten zijn 2-4 dagen per week aanwezig. Wat werkt bij bureau NooderRuimte is begeleiding,
toegankelijkheid, benaderbaarheid van collega’s/medewerkers, de informele sfeer, veel (en
verschillende) werkplekken, de multidisciplinaire setting, kennisdeling en evenementen zoals de
wekelijkse lunch. Wel heeft men behoefte aan een beter binnenklimaat, betere stilte werkplekken
(vanwege akoestiek en isolatie), een inspirerende/creatieve ruimte en meer uitwisseling van kennis
onder elkaar.
Merendeel geeft aan dat de perfecte werk- en leeromgeving bestaat uit een omgeving waar je in
stilte kunt werken, maar ook ruimte hebt om te overleggen en te praten. Er heerst een informele
sfeer, is er een goed binnenklimaat (frisse lucht, planten en licht) en zijn er aparte stilteruimtes.
Figuur 2 - Mindmap
8
De meest gebruikte social media en communicatiemiddelen zijn Facebook, Instagram, LinkedIn,
WhatsApp en E-mail. Deze worden voornamelijk gebruikt voor het delen van nieuws en documenten
en het maken van afspraken. Ook gebruikt bijna de helft deze ook voor persoonlijke gesprekken.
In een online platform zoeken ze het kunnen delen van documenten, chatten/mailen met collega’s
en opdrachtgevers, een profiel met contactgegevens, functie, project/onderzoek, een kennisbank,
een overzicht van lopende projecten en een agenda/planner. Ook gaf de helft aan ook wel nieuws
met betrekking tot relevante thema’s te willen.
Da Vinci
Bijna iedereen (15/16) vindt het een (erg) leuke werk- en leeromgeving. Gemiddeld zijn ze 2-3 dagen
per week aanwezig. Wat werkt bij Da Vinci is de pro-activiteit/ondernemendheid, openheid,
menselijkheid en vrijheid die je krijgt. Wel heeft men behoefte aan structuur, duidelijkheid en aan
vaker aanwezig van mensen.
Merendeel geeft aan dat de perfecte werk- en leeromgeving bestaat uit een informele sfeer, een
creatieve ruimte met planten, een gedreven multidisciplinaire community, maar ook een plek heeft
waar het rustig is.
De meest gebruikte social media en communicatiemiddelen zijn Facebook, Instagram, Snapchat,
YouTube, LinkedIn, WhatsApp en Speakap. Deze worden voornamelijk gebruikt voor het delen van
nieuws en documenten en het maken van afspraken.
In een online platform zoeken ze het kunnen delen van documenten, chatten/mailen met collega’s
en opdrachtgevers, een profiel met contactgegevens, functie, project/onderzoek, coaching, een
overzicht van lopende projecten, een agenda/planner en nieuws met betrekking tot relevante
onderwerpen.
EnTranCe
Bijna iedereen (12/14) vindt het een leuke werk- en leeromgeving. Aanwezigheid is zeer verschillend,
maar de meesten zijn 1 dag per week aanwezig. Wat werkt bij EnTranCe zijn de gemotiveerde
mensen, vrijheid en openheid en dat stakeholders actief betrokken worden. Wel heeft men behoefte
aan meer betrokkenheid vanuit de docenten en collega’s bij projecten, een community gevoel en
sociale connectiviteit.
Merendeel geeft aan dat de perfecte werk- en leeromgeving bestaat een grote en open ruimte met
goede voorzieningen en een eigen werkplek.
De meest gebruikte social media en communicatiemiddelen zijn Facebook, Snapchat, LinkedIn,
WhatsApp en E-mail. Deze worden voornamelijk gebruikt voor het delen van nieuws en documenten
en het maken van afspraken en een klein deel voor persoonlijke gesprekken.
In een online platform zoeken ze het kunnen delen van documenten, chatten/mailen met collega’s
en opdrachtgevers en een overzicht van lopende projecten.
9
2.3.2 Persona’s
Aan de hand van de resultaten van de fieldresearch is voor iedere doelgroep ook een persona
gecreëerd (zie figuur 4 t/m 6).
Figuur 3 - Persona Student
Figuur 4 - Persona Onderzoeker
Figuur 5 - Persona Lector
10
2.4 Ontwerpvoorwaarden Aan de hand van literatuuronderzoek, gesprekken met de opdrachtgever en de resultaten van de
vragenlijsten (zie paragraaf 2.1 t/m 2.3) zijn er ontwerpvoorwaarden opgesteld (zie tabel 2
hieronder).
Aan iedere ontwerpvoorwaarde is ook een MoSCoW-prioriteit gekoppeld (zie paragraaf 2.6). Deze
komt voor uit de resultaten van de vragenlijsten. Als de behoefte onder 50% is, heeft deze een ‘Could
Have’ prioriteit toegewezen gekregen, bij +- 50% een ‘Should Have’ prioriteit en bij een behoefte
hoger dan 50% een ‘Must Have’ prioriteit (zie tabel 2).
Ontwerpvoorwaarde Onderbouwing MoSCoW-Prioriteit
1 Creative – inspirerende omgeving
Bureau NoorderRuimte streeft ernaar om een inspirerende werk- en leeromgeving te zijn. Ook is uit het onderzoek naar voren gekomen dat hen ideale werk- leeromgeving een creatieve en inspirerende omgeving is. De digitale omgeving zal hier daarom ook een bijdrage aan moeten leveren.
Must Have (vanuit de opdrachtgever)
2 Het kunnen delen van documenten
Bestaande middelen die gebruikt worden voor opslag van documenten zullen geïntegreerd worden zodat men met elkaar documenten kan blijven delen. Men werkt in themagroepen en deelt bestanden onderling, maar ook zal men, in het kader van kruisbestuiving, documenten met alle collega’s kunnen delen.
Must Have
3 Integratie van gebruikte middelen (opslag, communicatie en social media)
Verlengde van ontwerpvoorwaarde 2: Om ervoor te zorgen dat men niet 100 accounts hoeft aan te maken voor dezelfde middelen, zullen de gebruikte middelen geïntegreerd moeten worden. Hierdoor zal de eventuele weerstand om gebruik te maken van een nieuw platform dalen.
Should Have
4 Profiel met contactgegevens, functie en project/onderzoek
Er is momenteel een ‘wie is wie’ pagina op de website van bureau NoorderRuimte. Echter is de informatie daar heel beknopt. Door een echt profiel zal er een beter beeld van collega’s gecreëerd worden en weet men sneller of men iets voor elkaar kunnen betekenen. Ook staan er momenteel geen contactgegevens vermeld, dus je kunt elkaar niet makkelijk benaderen. Tevens wil de opdrachtgever ook graag dat de Alumni van bNR een profiel kunnen aanmaken. Dit zal het community gevoel vergroten, omdat met
Should Have
11
makkelijker en meer in contact komt met elkaar.
5 Chat- en mailfunctie Verlengde van ontwerpvoorwaarde 4: Om de benaderbaarheid en toegankelijkheid met collega’s en opdrachtgevers te vergroten.
Should Have
6 Overzichtelijke kennisbank Momenteel is er een bestaande kennisbank. Echter kan men hier niet filteren, waardoor deze erg onoverzichtelijk is. Ook ziet men geen samenvatting o.i.d. en weet men pas of het relevant is als men het bestand heeft geopend.
Should Have
7 Overzicht van lopende projecten/onderzoeken
Momenteel staat er een overzicht van de projecten onder de noemer ‘Onderzoeksopdrachten’ op de website van bureau NoorderRuimte. Dit zijn echter vacatures die ruim voor de start van het semester zijn opgesteld. Er is dan vervolgens ook geen informatie over bijv. de betrokkenen, status en de duur van het project/onderzoek. Dit is wel terug te zien bij het Kenniscentrum NoorderRuimte, maar niet bij bureau NoorderRuimte.
Must Have
8 Agenda/Planner Men wordt overspoeld met e-mails over activiteiten die plaatsvinden op bureau NoorderRuimte en uitnodigingen voor externe evenementen. Door een agenda/planner kan men deze activiteiten zelf inzien en hoeft men niet voor iedere activiteit een mail te krijgen. Deze moet ook te synchroniseren zijn met eigen agenda’s.
Should Have
9 Nieuws m.b.t. de relevante thema’s
Trends en ontwikkelingen m.b.t. thema’s geeft de mogelijkheid tot het verkrijgen van nieuwe inzichten en vergroot de kennis van de gebruiker. Dit kan leiden tot innovatie, waardoor een beter product (onderzoek/project) opgeleverd kan worden.
Could Have
10 Statuszichtbaarheid (Online/Afwezig/Bezet/Offline)
Men vindt de benaderbaarheid van collega’s erg prettig. Hiermee wordt de benaderbaarheid visueel weergeven. Ook heeft men aangegeven dat men behoefte heeft aan fysieke (aparte) stilteruimtes. Door de mogelijkheid om je status op bijv. bezet te zetten, kun je een digitale stilteruimte voor jezelf creëren.
Could Have
12
11 Notificatiefunctie Dit is een overkoepelende ontwerpvoorwaarde. Zoals bij ontwerpvoorwaarde 8 aangegeven is, wordt men overspoeld door e-mails. De notificatiefunctie zorgt ervoor dat men zelf kan kiezen waar men e-mails (of andere notificaties) over krijgt.
Should Have
Tabel 2 - Ontwerpvoorwaarden
2.5 Concept ontwerp Naar aanleiding van de ontwerpvoorwaarden is geconcludeerd dat het concept een digitale
werkomgeving gaat worden die onderdeel uitmaakt van bureau NoorderRuimte. Tijdens de
introductie zal iedere student/lector/onderzoeker/werkveldpartner hier een account voor aan
moeten maken.
In deze digitale werkomgeving heeft iedereen een profiel met zijn/haar contactgegevens, functie en
het project/onderzoek waar hij/zij aan werkt. Men kan met collega’s en opdrachtgevers mailen,
chatten en documenten delen. Daarnaast is er een overzichtelijke kennisbank aanwezig en is er een
overzicht van alle lopende projecten/onderzoeken. Tot slot zal er ook een nieuwspagina zijn m.b.t. de
thema’s en een agenda waarin alle afspraken, activiteiten en evenementen in worden opgenomen.
De meerwaarde ten opzichte van de interactie die de website oplevert is dat medewerkers elkaar en
opdrachtgevers nu makkelijker kunnen benaderen en vinden. Ook heeft men meer zicht op waar
iedereen mee bezig is en kan kennis op een toegankelijke wijze gevonden en gedeeld worden.
Daarnaast draagt dit ook bij aan de binding van studenten aan bureau NoorderRuimte, omdat dit een
samenhorigheidsgevoel creëert. Het laat de gebruiker echt onderdeel voelen van een organisatie en
niet van de Hanzehogeschool.
13
2.6 Theoretisch kader In deze paragraaf worden de theorieën en modellen die tijdens het onderzoek en de testen
toegepast worden kort toegelicht.
Heuristieken van Nielsen
Dit zijn 10 vuistregels voor interactie design van gebruikersinterfaces. Het doel hiervan is om zo veel
mogelijk fouten uit de interface te halen voor dat de toekomstige gebruiker er gebruik van gaat
maken. (Nielsen, 1995) De heuristieken zijn opgenomen in bijlage 1.
MoSCoW-methode
De MoSCoW-methode is een
methode om prioriteiten aan eisen
van een project, proces of product te
geven (zie figuur 3).
MoSCoW is een acroniem en staat
voor Must Have (M), Should Have (S),
Could Have (C) en Won’t Have (W).
Eisen die geclassificeerd zijn als ‘Must
Have’ zijn een vereiste om het project
te laten slagen. ‘Should Have’ hebben
een hoge prioriteit, maar zijn niet
cruciaal. ‘Could Have’ zijn leuk om te
hebben als er genoeg tijd voor is en
‘Won’t Have’ zijn eisen die niet
meteen meegenomen worden in het
project, maar zouden op een later
tijdstip toegevoegd kunnen worden.
Figuur 6 – MoSCoW-methode (Patro, 2013)
14
3.0 Prototype
3.1 Beschrijving prototype Zoals beschreven in het concept ontwerp (paragraaf 2.6) is het prototype een digitale werkomgeving
waarin alle dagelijkse werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden en de daarbij benodigde
informatievoorziening aanwezig is.
Het prototype is gemaakt middels het programma Balsamiq. Balsamiq is een wireframing-tool
waarmee je een digitale schets kunt maken van een website of app.
Omdat Balsamiq het mogelijk maakt om interactie toe te voegen aan het prototype is het geen low-
fidelity (lo-fi) prototype meer maar een medium-fidelity (med-fI) prototype.
Hieronder zijn screenshots opgenomen van het prototype. Voor de interactieve pdf zie
“Prototype_V1.pdf” in de externe bijlagemap.
3.2 Beschrijving interactie en screenshots Voor de gebruikers is het mogelijk om er doorheen te navigeren middels het hoofdmenu, het menu
in het midden en de breadcrumbs (zie figuur 7).
Figuur 7 - Prototype_V1_Dashboard
15
Daarnaast zijn alle taakscenario’s ook uitvoerbaar, zoals het kunnen klikken op profielen (zie figuur 8
en 9), het gebruikmaken van de filterfuncties (zie figuur 10 en 11) en het kunnen bekijken van
projecten (zie figuur 12-13).
Figuur 8 - Prototype_V1_Profielen
Figuur 9 - Prototype_V1_Profiel_Johan
16
Figuur 10 - Prototype_V1_Kennisbank
Figuur 11 - Prototype_V1_Kennisbank_Filter
17
Figuur 12 - Prototype_V1_Projecten
Figuur 13 - Prototype_V1_Project_Watertoren
18
Het is in dit prototype echter niet mogelijk om te typen. Bij alle taakscenario’s waarbij je iets zou
moeten typen is het al voor de gebruiker ingetypt (zie figuur 14).
Figuur 14 - Prototype_V1_Inloggen
19
4.0 Methodologie
Om alle testen zo gelijk mogelijk te laten verlopen zijn er een aantal vaste onderdelen waar iedere
test aan moet voldoen. Deze zullen in de sub-paragrafen toegelicht worden.
4.1 Taakscenario’s Om te testen of de functies allemaal werken en de website goed te begrijpen is, zijn er een aantal
taakscenario´s opgesteld.
1. Je bent aangenomen bij bureau NoorderRuimte.
Login op hun website en stel je profiel in.
2. Je zit in de themagroep Gezondheid & Welzijn en bent eigenlijk wel benieuwd waar
collega’s uit andere themagroepen zich mee bezighouden.
Bezoek het profiel van een collega uit het thema Krimp en bekijk waar deze persoon zich mee
bezighoudt.
3. Je groepsgenoot Johan ten Velde is vandaag niet aanwezig bij bureau NoorderRuimte,
maar toch heb je een aantal vragen voor hem.
Ga naar Johan zijn profiel om te kijken of hij online is en start een chatgesprek met hem.
4. Je wordt overspoeld met e-mails over algemene agendapunten van bureau
NoorderRuimte, maar wilt er toch op de hoogte van gehouden worden.
Ga naar de notificatie instellingen en zet de e-mailnotificatie voor algemene agendapunten
uit en zet de pushmeldingen ervoor aan.
5. Je hebt een briefing gehad met je opdrachtgever. De notulist heeft de briefing in de
gedeelde map van jullie themagroep gezet.
Zoek het document van de briefing op.
6. Je zou vandaag een e-mail krijgen over het onderzoek van de watertoren.
Kijk of je deze mail gekregen hebt.
7. Je schrijft voor de eerste keer een afstudeerscriptie en weet niet echt hoe je moet
beginnen.
Zoek naar afstudeerscripties die je als voorbeeld zou kunnen gebruiken.
8. Je schrijft je afstudeerscriptie over een gezonde werkomgeving.
Zoek naar wetenschappelijke artikelen die geschikt zijn voor je scriptie.
9. Je doet onderzoek naar krimp en bent opzoek naar het laatste nieuws.
Bekijk het laatste nieuws m.b.t. krimp in Groningen.
10. Je bent benieuwd welke andere projecten er lopen naast je eigen project.
Bekijk een lopend project.
20
4.2 Testlocatie Om de testen zo gelijk mogelijk te laten verlopen zal de testomgeving iedere keer hetzelfde zijn.
Mocht dit niet mogelijk zijn zal er naar een alternatief gekeken moeten worden die beschikt over
vergelijkbare kenmerken.
De ruimte die voor de test zal gebruikt worden is een stilteruimte in H1.86. Hiervoor is gekozen
omdat deze gereserveerd kan worden en er dan ook geen afleiding zal zijn.
4.3 Testmethodes Om zo veel mogelijk informatie uit de test te halen wordt er gebruik gemaakt van een combinatie
van verschillende testmethodes. Deze zijn expert reviews en think aloud gepaard met observatie en
een kleine vragenlijst achteraf.
Expert review Voor de rapid testing met de experts zijn er een expert reviewformulieren opgesteld (zie
Heuristieken Evaluatierapport in bijlage 2. Deze zijn opgesteld aan de hand van de 10 heuristieken
van Nielsen. De expert kan hier aangeven wat het probleem is, onder welke heuristiek, wat de
omvang van het probleem is en een suggestie geven voor een oplossing.
Think aloud De testpersoon gaat hardop zeggen wat hij/zij denkt, voelt en gaat doen. Tijdens de test maakt de
testafnemer aantekeningen van wat er gezegd wordt. Hierdoor wordt er een goed beeld gecreëerd
van eventuele gebruikersvriendelijkheid problemen en functies die niet optimaal werken. Achteraf
wordt er nog een evaluatiegesprek gehouden met de testpersoon over het verloop van de test.
Hierdoor worden eventuele onduidelijkheden nog verhelderd.
4.4 Testpersonen Voor het testen van de website zijn er testpersonen nodig. Deze zijn onderverdeeld in 2 categorieën:
doelgroep en experts. De doelgroep testpersonen worden geworven door collega’s te vragen. Dit kan
door middel van persoonlijk contact of mailen. De expert testpersonen kunnen geworven worden
middels docenten van mijn opleidingen.
Doelgroep Zoals aangegeven in hoofdstuk 1.4 is de hoofddoelgroep studenten en daarnaast ook nog
onderzoekers en lectoren. Daarom is het van belang dat de website voor zowel jongeren en mensen
van middelbare leeftijd goed te begrijpen is.
In totaal zullen er 10 personen van de doelgroepen getest worden. Dit zullen vijf studenten en vijf
lectoren en onderzoekers zijn. Dit geeft een goede weerspiegeling van de doelgroepen en volgens
Jacob Nielsen daalt de waarde van informatie af vanaf de 6e persoon.
Expert Ook zal er een expert uitgenodigd worden voor rapid testing. Dit wordt gedaan met een usability
expert.
21
4.5 Test uitvoering Hieronder is de introductietekst beschreven die de testpersonen te horen krijgen voor dat de test
begint. Ook is de pagina met de taakscenario´s en de inloggegevens toegevoegd. Deze dient aan de
testpersoon gegeven te worden bij aanvang van de test.
Introductie tekst
Welkom!
Ten eerste wil ik je bedanken dat je met mij wilt testen. Zoals ik had aangegeven in een eerder
gesprek, zal de test gefilmd worden. Je zult anoniem blijven en de gegevens zullen ook anoniem
worden verwerkt. Ook is het van belang dat je weet dat ik niet jou ga testen, maar de website.
Ik zal je nu eerst even uitleggen wie mijn opdrachtgever is en het product dat je met mij gaat testen.
Daarna zal ik de test uitleggen en mag je beginnen.
Hebt je tot zover al vragen?
Mijn opdrachtgever is Bureau NoorderRuimte en om hun werk- leeromgeving te verbeteren heb ik
een digitale werkomgeving ontwikkeld. Hiermee kunnen medewerkers elkaar en opdrachtgevers nu
makkelijker benaderen en vinden. Ook heeft men meer zicht op waar iedereen mee bezig is en kan
kennis op een toegankelijke wijze gevonden en gedeeld worden.
Voor het testen van deze digitale werkomgeving heb ik 10 taakscenario’s gemaakt. In deze scenario’s
ben je een medewerker van bureau NoorderRuimte en is het de bedoeling dat je deze allemaal
uitvoert. Tijdens het uitvoeren van deze taken is het ook de bedoeling dat je hardop denkt en vertelt
wat je gaat doen.
(Alleen voor de expert test: Na het uitvoeren van de taakscenario’s kunnen de expert
reviewformulieren ingevuld worden.)
Na afloop gaan we in een open gesprek even terugkijken naar de test (Alleen voor de expert test: en
de ingevulde expert reviews).
Als je verder geen vragen hebt, mag je beginnen.
22
5.0 Resultaten
5.1 Resultaten expert test Zoals aangegeven is de expert test gedaan door middel van expert review formulieren. De resultaten
hiervan staan hieronder op een rijtje. Voor de ingevulde expert review formulieren zie
“Ingevulde_Expert_Review_Formulieren.pdf” in de externe bijlagemap.
1. Er is geen consistentie in de indeling van de website.
2. Als je inlogt veranderd de login-knop naar dashboard. Dit zorgt voor verwarring.
3. Er wordt niet aangegeven waar je je als gebruiker bevindt op de website.
4. De plaatsing van dashboard is onlogisch, gezien dit de home-knop is en hij normaliter links in
het menu zou moeten staan.
5. Het dashboard is onpersoonlijk.
6. Je krijgt geen mail of chat notificaties.
7. Nieuwsfeed is overbodig.
8. Als gebruiker weet je niet zeker wat het gevolg van een klik is of wat er van je verwacht
wordt.
Hieronder zijn screenshots opgenomen van de tweede versie van het prototype. Voor de interactieve
pdf zie “Prototype_V2.pdf” in de externe bijlagemap.
Over de gehele website is nu gebruikgemaakt van een grid bestaande uit vier kolommen. Ook is de
login-knop losgemaakt van het hoofdmenu (zie figuur 15).
Figuur 15 - Prototype_V2
Als je nu vervolgens inlogt zal de home-knop (mijn werkruimte) nu ook links staan en is de login-knop
veranderd in een log-uit-knop (zie figuur 16).
Door de gebruiker te verwelkomen in zijn/haar werkruimte is deze nu ook persoonlijker gemaakt.
Daarnaast is er meer nadruk gelegd op het woord ‘mijn’ (zie het hamburgermenu links). Hierdoor
krijgt de gebruiker ook meer het gevoel dat het zijn/haar persoonlijke omgeving is (zie figuur 16).
23
Ook is op iedere pagina nu duidelijk waar je je als gebruiker bevindt, dit wordt nu namelijk boven het
hamburgermenu weergegeven (zie figuur 16).
Tevens zijn er nu ook notificaties zichtbaar zodra er een nieuwe mail of chatbericht is ontvangen of
een nieuwsartikel geplaatst is of document is toegevoegd aan de kennisbank (zie figuur 16). Dit zorgt
er ook voor dat nieuwsfeed daadwerkelijk overbodig is geworden en dus vervolgens is weggelaten.
Figuur 16 - Prototype_V2_Mijn_Werkruimte
Tot slot is er zichtbaar gemaakt wat er van de gebruiker verwacht wordt (zie figuur 17). En krijgt de
gebruiker ook feedback zodra deze een actie voltooid (zie figuur 18).
Figuur 17 - Prototype_V2_Mijn_Profiel
24
Figuur 18 - Prototype_V2_Mijn_Profiel_Feedback
5.2 Resultaten doelgroep test Zoals aangegeven zijn de doelgroep testen gedaan door middel van het uitvoeren van taakscenario’s,
observatie van genoemde taakscenario’s en een evaluatiegesprek achteraf. De aantekeningen die
gemaakt zijn tijdens het observeren en de evaluatiegesprekken zijn met elkaar vergeleken en hieruit
zijn vervolgens de meeste overeenkomsten uitgezocht. De resultaten hiervan staan hieronder op een
rijtje. Voor de aantekeningen die gemaakt zijn, zie “Aantekeningen_Observatie_en_Evaluatie.pdf” in
de externe bijlagemap.
1. Inloggen door middel van het pijltje is onduidelijk
2. Bij nieuws is het onduidelijk welk artikel het nieuwste is
3. Algemene mededelingen zoals de NoorderRuimte lunch missen
4. Onduidelijk wat het verschil is tussen een notificatie en pushmelding
5. Het is niet geheel duidelijk wat het verschil is tussen ‘nieuws’ en ‘kennisbank’
6. Plaatsing van chatballon onlogisch
7. De term ‘wetenschappelijke artikelen’ zorgt voor verwarring met bijv. ‘krantenartikel’
8. De kennisbank is openbaar voor iedereen
9. Instellen van profiel is niet geheel duidelijk
10. Koppeling van Hanzehogeschool Research Portal (Pure) mist in de kennisbank
11. Er is behoefte aan handleidingen en tips voor bijv. het schrijven van een scriptie
12. Bij de knop ‘delen’ in ‘mijn documenten’ weet men niet wat er verwacht wordt
13. Het kunnen typen in de tijdlijn van ‘mijn themagroep’ en in een messenger is dubbelop
Het prototype is hier vervolgens weer op aangepast. Op de volgende pagina zijn screenshots
opgenomen van de derde vers ie van het prototype. Voor de interactieve pdf zie “Prototype_V3.pdf”
in de externe bijlagemap.
25
Bij het inloggen is er nu gebruik gemaakt van een login-knop in plaats van een pijl-icoontje (zie figuur
19). Er is nu duidelijk waar men als gebruiker op moet klikken.
Figuur 19 - Prototype_V3_Inloggen
Zodra er ingelogd wordt, is ‘mijn profiel’ de eerste pagina die de gebruiker nu te zien krijgt (zie figuur
20). Dit is alleen bij de eerste keer inloggen, zodat de gebruiker zijn of haar profiel meteen heeft
ingesteld. De eerstvolgende keer is ‘mijn werkruimte’ de homepagina.
Figuur 200 - Prototype_V3_Profiel_Instellen
26
De nieuwspagina heet nu ‘Algemeen nieuws’ in plaats van ‘Nieuws’. Hiermee moet het verschil
duidelijker zijn in vergelijking met de kennisbank. Ook is bureau NoorderRuimte toegevoegd als
filterfunctie en respectievelijk is er ook algemeen nieuws vanuit bureau NoorderRuimte geplaatst,
zoals de NoorderRuimte lunch. Om duidelijk aan te geven welk artikel het nieuwste is, heeft ieder
artikel nu ook een datum van plaatsing gekregen. Daarnaast is de kennisbank nu voor externe
bezoekers benaderbaar, omdat deze openbaar is (zie figuur 21).
Figuur 211 - Prototype_V3_Nieuwspagina_En_Menu
Bij mijn documenten is de knop ‘delen’ hernoemd naar ‘Gedeelde bestanden’. Hierdoor weten de gebruikers nu wat zij moeten verwachten als ze op deze knop drukken (zie figuur 22).
Figuur 22 - Prototype_V3_Mijn_Documenten
27
Voor een deel van de gebruikers was het niet duidelijk wat het verschil is tussen notificaties en
pushmeldingen. Om de gebruikers deze begrippen en/of functies uit te leggen is er een ‘tool tip’
gebruikt. Als de gebruiker met de muis over het vraagteken gaat, verschijnt een tekstballon met de
uitleg over het begrip/de functie (zie figuur 23). In het prototype moet je echter klikken op het
vraagteken om de tekstballon te laten verschijnen.
Figuur 23 - Prototype_V3_Instellingen_Uitleg
‘Tijdschrift’ en ‘Krantenartikel’ zijn verwijderd uit de bronsoorten. Deze vallen onder ‘Internetbron’ of
‘Wetenschappelijke artikel’ en zorgden anders alleen maar voor verwarring. Ook is handleidingen
toegevoegd aan de bronsoorten. Zo kunnen de gebruikers ook handleidingen voor bijv. het schrijven
van een scriptie vinden. Daarnaast is ‘Pure’ gekoppeld aan de kennisbank omdat senior medewerkers
hier onderzoeksrapporten op publiceren, zoals op Researchgate (zie figuur 24).
Figuur 24 - Prototype_V3_Kennisbank
28
Bij ‘mijn themagroep’ is het kunnen versturen van berichten op de tijdlijn weggelaten (zie figuur 25).
Deze functie zorgde ervoor dat er gesprekken op zowel ‘mijn themagroep’ als in ‘messenger’
gehouden konden worden. Dit werd als onoverzichtelijk ervaren.
Figuur 25 - Prototype_V3_Themagroep
Het chatballontje naast de naam van een medewerker voelde misplaatst voor gebruikers. Ook moest
men weten dat het ballontje ‘chatten’ betekend. Daarom is er gekozen om een ‘Chat met ….’-knop
toe te voegen (zie figuur 26).
Figuur 26 - Prototype_V3_Profiel_Chat
29
Tot slot is het overzicht (mijn werkruimte) van het prototype vervolgens nog vertaalt naar een
statisch high-fidelity (hi-fi) prototype (zie figuur 27). Dit is gedaan om een beter beeld te geven aan
de opdrachtgever van hoe de digitale werkomgeving er eventueel uit zou kunnen komen te zien.
Figuur 27 - Prototype_V3_Hi-Fi
30
6.0 Conclusie
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat alle benodigdheden om goed te kunnen werken al
bestaan. Door middel van een digitale werkomgeving kan het werken en leren wel efficiënter en
gemakkelijker gemaakt worden voor de gebruikers. Het bundelen van alle nodige programma’s en
applicaties zorgt dus voor een toegevoegde waarde. Er kan dus geconcludeerd worden dat een
digitale werkomgeving een oplossing biedt voor het probleem van bureau NoorderRuimte.
Deze digitale werkomgeving bestaat het kunnen delen van documenten, een profiel met
contactgegevens, een mail- en chatfunctie, een overzicht van de lopende projecten, een agenda en
een overzichtelijke kennisbank. Wat hierbij van belang is, is de integratie van de applicaties die al
gebruikt worden.
6.1 Advies Het advies is om een digitale werkomgeving te gaan realiseren die al deze genoemde functies en
applicaties bij elkaar brengt. Ook is het advies om deze op te nemen in de introductieweek, zodat
iedereen ermee kan en gaat werken.
Daarnaast draagt dit ook bij aan de binding van studenten aan bureau NoorderRuimte, omdat dit een
samenhorigheidsgevoel creëert. Het laat de gebruiker echt onderdeel voelen van een organisatie en
niet van de Hanzehogeschool.
6.2 Suggesties Uit de evaluatiegesprekken met de gebruikers zijn er nog enkele suggesties voortgekomen. Deze
suggesties zijn geen eisen om de digitale werkomgeving succesvol te maken, maar bieden wel een
toegevoegde waarde voor bureau NoorderRuimte.
Healthy Workplace temperatuur/co2 plattegrond
Dit is een plattegrond die de temperatuur en het co2 niveau van het gebouw weergeeft.
Medewerkers kunnen aan de hand van deze plattegrond een bewustere keuze maken om ergens
(anders) te gaan zitten in het gebouw. Zo kan men bijvoorbeeld naar een koudere plek gaan als men
het te warm heeft of naar een plek met hogere co2-waarde gaan als men zich minder goed kan
concentreren of suf begint te voelen.
Partner- en stakeholderoverzicht
Met een partner- en stakeholderoverzicht kunnen medewerkers zien wie er verbonden zijn aan
bureau NoorderRuimte. Contactleggen met bedrijven en/of stakeholders die voor jouw onderzoek
toegevoegde waarde hebben wordt hierdoor eenvoudiger gemaakt. (Zie hiervoor ook het partner
overzicht van Healthy Aging: https://www.healthyageing.net/nl/partners)
Een beeldbank (of koppeling met de Hanzebeeldbank)
Met een beeldbank hebben de medewerkers toegang tot afbeeldingen en video’s die zij vrij kunnen
gebruiken voor presentaties en rapporten. De Hanzehogeschool heeft een eigen beeldbank, dus een
koppeling of link hiernaartoe zou ook een mogelijkheid kunnen zijn.
Personalisatie van ‘mijn werkruimte’
Er zouden meerdere functies (widgets) toegevoegd kunnen worden aan ‘mijn werkruimte’, zoals
bijvoorbeeld een to-do lijst, de temperatuur/co2 plattegrond of een klok/timer. De medewerker kan
dan vervolgens zelf kiezen welke functies (widgets) er in zijn/haar werkruimte getoond worden.
31
Literatuurlijst
Cremers, P.H.M. (2016). Typologie Innovatiewerkplaatsen Hanzehogeschool Groningen.
Geraadpleegd op 26 februari 2018, van https://research.hanze.nl/ws/portalfiles/portal/16393471
Dreijer, A. (2017). Testopzet Elsdon Health B.V. (Rapport jaar 2 Communicatie & Multimedia
Design). Groningen: Auteur. Geraadpleegd op 26 februari 2018.
Energy Transition Centre. (2018). For Students. Geraadpleegd op 28 februari 2018, van http://en-
tran-ce.org/for-students/
Froentjes, R. (2018). bNR: Co-leren en werken aan de gebouwde omgeving
(Stagevacature). Geraadpleegd op 26 februari 2018, van https://www.hanze.nl/assets/kc-
NoorderRuimte/bureau-
NoorderRuimte/Documents/Public/bNR%20inspirerende%20werkleeromgeving%5b2%5d.pdf
Groenewold, R. (2016). Behoeftenonderzoek naar het optimale communicatieplatform binnen een
change agency (Stageverslag). Hanzehogeschool Groningen, Groningen. Geraadpleegd op 14 februari
2018.
Hanzehogeschool Groningen. (2017, 11 maart). Typologie Innovatiewerkplaatsen Hanzehogeschool
Groningen. Geraadpleegd op 26 februari 2018, van
https://research.hanze.nl/ws/portalfiles/portal/16393471
Hanzehogeschool Groningen. (2016). Strategisch Plan. Geraadpleegd op 26 februari 2018, van
https://research.hanze.nl/ws/portalfiles/portal/16393471
Hanzehogeschool Groningen. (2018). Honoursminor Da Vinci. Geraadpleegd op 28 februari 2018, van
https://www.hanze.nl/nld/onderwijs/economie/instituut-voor-marketing-
management/opleidingen/honoursafstudeerprogramma/honoursminor-da-vinci
Hanzehogeschool Groningen. (2018). EnTranCe. Geraadpleegd op 28 februari 2018, van
https://www.hanze.nl/nld/onderzoek/speerpunten/energie/onderzoek/onderzoeksfaciliteiten/onde
rzoeksfaciliteit-entrance
Healthy Ageing. (2018). Wat is een innovatiewerkplaats? Geraadpleegd op 14 februari 2018, van
https://healthyageing.net/nl/innovatiewerkplaatsen-informatie
Hanzehogeschool (z.d.). Kenniscentrum NoorderRuimte. Geraadpleegd op 14 februari 2018, van
https://www.hanze.nl/nld/onderzoek/kenniscentra/kenniscentrum-noorderruimte
Invest Online (2013, 2 december). Het belang van de heuristieken van Nielsen. Geraadpleegd op 5
maart 2018, van https://www.investonline.nl/de-kunst-van-het-verleiden-met-een-goed-ontwerp/
Nielsen, J. (1995, 1 januari). 10 Usability Heuristics for User Interface Design. Geraadpleegd op 5
maart 2018, van https://www.nngroup.com/articles/ten-usability-heuristics/
Nielsen, J. (2000, 19 maart). Why You Only Need to Test with 5 Users. Geraadpleegd op 25 mei 2018,
van https://www.nngroup.com/articles/why-you-only-need-to-test-with-5-users/
Patro, A. (2013, 21 juni). MoSCoW Method for Requirements Prioritization. Geraadpleegd op 23 april
2018, van http://www.businessanalysis.in/2013/06/moscow-method-for-requirements.html
32
Zitter, I., & Hoeve, A. (2012). Hybride leeromgevingen: Het verweven van leer- en werkprocessen
(Rapport). Geraadpleegd op 27 februari 2018, van https://surfsharekit.nl/publiek/hu/59d89e7e-
b03a-4603-abd7-51c31f836663
33
Bijlages
1.0 Heuristieken van Nielsen
1. Visibility of system status (zichtbaarheid van de status)
Bezoekers hebben vaak geen hekel aan het wachten, mits zij weten waarop zij moeten wachten. Het
is belangrijk om de bezoeker duidelijk te maken waarop deze staat te wachten. Denk bijvoorbeeld
aan het aantal stappen dat de bezoeker nog moet doorlopen. Of als er iets geladen moet worden,
toon een loader. Zo is het voor de bezoeker direct duidelijk hoelang het nog gaat duren. Een ander
leuk voorbeeld is wanneer fietsers voor een stoplicht staan, ze veel geduldiger zij als er wordt
afgeteld dan wanneer dit niet het geval is. (Invest Online, 2013)
2. Match between system and the real world (relatie tussen website en bezoeker)
Communiceren in eigen taal werkt altijd beter. Hetzelfde geldt dus als u wilt communiceren met de
bezoeker op uw website. Een bezoeker voelt zich comfortabeler, beter aangesproken en meer
vertrouwd op uw website. Daarom is het erg belangrijk om de taal van de bezoekers te spreken, dit is
een belangrijk punt voor de beleving van de bezoeker. (Invest Online, 2013)
3. User control and freedom (zekerheid en controle)
Bezoekers willen graag het gevoel dat ze de ‘’touwtjes’’ in handen hebben. Als voorbeeld: wanneer
een bezoeker een product te vaak toevoegt tijdens het online shoppen, dan moet het mogelijk zijn
om het aantal te wijzigen. Deze controle geeft de bezoeker namelijk een beter vertrouwen en meer
zekerheid. (Invest Online, 2013)
Je zou het kunnen vergelijken met een automaat. Wanneer hier uw pas wordt ingenomen, is het
altijd even twijfelen of u deze wel terugkrijgt. Hierdoor nemen tegenwoordig veel automaten geen
pas meer helemaal op, het haalt namelijk een stukje zekerheid weg bij de persoon die gebruik wilt
maken van de automaat. (Invest Online, 2013)
4. Consistency and standards (consistentie en standaarden)
Bezoekers houden van consistentie, dit geeft namelijk een vertrouwd gevoel. Bepaalde onderdelen
worden altijd terugverwacht bij bezoekers, denk aan een logo van het bedrijf, een zoekfunctie of het
taalgebruik waarmee de bezoeker wordt aangesproken. Het maakt dat bezoekers zich goed voelen
met de huidige standaarden. Het klinkt vanzelfsprekend allemaal, maar dat is het niet. Veel mensen
gaan hier de fout in bij een nieuwe website. Je zou ook kunnen zeggen ‘’If it ain’t broke, don’t fix it!’’
(Invest Online, 2013)
5. Error prevention (voorkom fouten)
Voorkom fouten, het klinkt simpel en is het eigenlijk ook. Fouten zijn belangrijk om te voorkomen.
Wanneer een bezoeker iets ziet wat niet kan kloppen, is er een grote kans dat hij de website verlaat.
Denk bijvoorbeeld aan een formulier waar een geboortedatum geselecteerd moet worden en 2020
geselecteerd kan worden. (Invest Online, 2013)
Een ander voorbeeld is het ontwerpen van een wastafel. Belangrijk is dat hierbij het gaatje onder de
kraan zit, dit zit er namelijk om ‘’fouten’’ te voorkomen. Mocht de kraan te lang openblijven en de
wastafel bijna over gaan lopen, dan zorgt het gaatje er ten slotte voor dat het water op de correcte
manier werd wordt gedragen. (Invest Online, 2013)
34
6. Recognition rather then recall (erken fouten, los ze op en informeer de gebruikers)
Herkennen van zaken is vaak handiger dan ze te onthouden. Zodat het voor jou bezoekers net zo
makkelijk wordt. Heeft een bezoeker geklikt op een link? Zorg dan dat dit duidelijk is door
bijvoorbeeld een andere kleur. Zo hoeft de bezoeker niet te onthouden dat hier al op geklikt is. Een
website moet dus altijd de belangrijke zaken moeten onthouden en anders aangeven waar nodig.
(Invest Online, 2013)
7. Flexibility and efficiency of use (flexibiliteit en efficiency)
Flexibiliteit, een erg belangrijk onderdeel tegenwoordig. Bezoekers hebben haast en alles moet snel
gebeuren, zorg dus ook dat uw website hierop is afgesteld. Stem de website dus goed af op de
bezoeker, zo registreren bezoekers vaak graag zonder een hele lange registratie omdat zij hier geen
behoefte of tijd voor hebben. Bied deze optie dus aan. (Invest Online, 2013)
Een ander goed voorbeeld is het aanbieden van gepersonaliseerde content, dit kan vaak op basis van
zoekgedrag of profielgegevens. Een uitgelezen mogelijkheid om beter te richten op de interesses van
de bezoeker. Ook een manier is om gebruikers de mogelijkheid te geven hun eigen omgeving aan te
passen, zodat zij zich beter voelen door het gevoel alsof het van hun zelf is. (Invest Online, 2013)
8. Aesthetic and minimalist design (vorm en minimalisme)
Bied alleen de informatie die belangrijk is, overbodige informatie kan beter worden geschrapt. Dit
zorgt vaak voor meer verwarring waardoor bezoekers eerder afhaken. ‘Schrijven is schrappen’, wordt
er ook vaak gezegd. (Invest Online, 2013)
9. Help users recognize, diagnose, and recover from errors (help gebruikers herkennen, herstellen
en diagnosticeren van fouten)
Fouten bestaan altijd, iedereen maakt ze. En niet alleen in het dagelijkse leven is het belangrijk om
fouten toe te geven, ook op het internet. Een duidelijke 404-pagina is een voorbeeld hiervan. Zo kan
een pagina opgehouden zijn te bestaan of kan een bezoeker een URL verkeerd hebben ingetypt. Geef
hierbij altijd een oplossing voor de bezoeker en leg de schuld nooit bij de gebruiker. Een 404-pagina
kan onder andere goed geoptimaliseerd worden met een zoekbalk, zodat bezoekers zo weer verder
kunnen zoeken op uw website zonder dat ze afhaken. (Invest Online, 2013)
10. Help and documentation (biedt een helpende hand)
Niks is fijner dan hulp voor een bezoeker wanneer dit nodig is. Een website moet ten eerste al
duidelijk zijn zonder hulp, maar soms is dit niet altijd even goed mogelijk en kunnen bezoekers hulp
gebruiken. Biedt hierbij dan een helpende hand om de bezoeker verder te helpen. (Invest Online,
2013)
Denk hierbij aan een chatfunctie aan de zijkant, waar bezoekers gemakkelijk een vraag kunnen
stellen waar binnen korte tijd antwoord op wordt gegeven. (Invest Online, 2013)
35
2.0 Heuristieken Evaluatierapport
Getest door:
Naam ____________________________________
Paraaf ____________________________________
Datum ____________________________________
Naam van geëvalueerd systeem ____________________________________
Probleem # ____________________________________
Locatie van het probleem ____________________________________
____________________________________
____________________________________
Betreffende heuristiek
Zichtbaarheid van de status
Relatie tussen website en bezoeker
Zekerheid en controle
Consistentie en standaarden
Voorkom fouten
Erken fouten, los ze op en informeer de gebruikers
Flexibiliteit en efficiency
Vorm en minimalisme
Help gebruikers herkennen, herstellen en
diagnosticeren van fouten
Bied een helpende hand
Reden van negatieve beoordeling
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
36
Omvang van het probleem ______________________________
Niveau van het probleem (hoog/middel/laag) ______________________________
Toelichting van toegewezen niveau ______________________________
______________________________
Suggestie voor een oplossing
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
37
3.0 Vragenlijst
38
39
40