Armoede is een werkwoord. Arm zijn in de 19de eeuw....Armoede is een werkwoord. Arm zijn in de 19de...

Post on 12-Sep-2020

13 views 0 download

Transcript of Armoede is een werkwoord. Arm zijn in de 19de eeuw....Armoede is een werkwoord. Arm zijn in de 19de...

Armoede is een werkwoord. Arm zijn in de 19de eeuw.

Bart De WildeBart De Wilde

Armoede proberen benaderen vanuit actor-perspectief.

De afbeeldingen, de rapporten, de romans en toneelstukken De afbeeldingen, de rapporten, de romans en toneelstukken over armoede uit de 19de eeuw werden zonder uitzondering gemaakt door ‘buitenstaanders’. Rechtstreeks bronnenmateriaal van de betrokkenen zelf is uiterst zeldzaam.

Prentbriefkaart (19de eeuw) die de liefdadigheid voorstelt Prentbriefkaart (19 eeuw) die de liefdadigheid voorstelt met de 3 hoofdrolspelers:•Onderzoeker: nadenkend, afwachtend•Religieuze: belangeloze actie•Arme: triest, onderdanig, passiefPrentbriefkaart is bestemd om de ‘gulle gever’ aan te zetten geld te geven voor liefdadige doelen.De arme zelf is hier enkel lijdend voorwerp.

Ook de geschriften uit die periode getuigen van eenzelfde eenzijdige benadering van de armoede.

Over armen:“…Ja ! Zij zijn gelukkig ; want het gebrek aen het tijdelijke zal door het bezit van ‘t eeuwige, door het bezit van het hemelrijk zelve beloond worden…”

Over rijken:“…Rijk zijn is zoo een groot last,rijk zijn is zoo ene groote verantwoordelijkheid! Een middel is er maer om die last te verminderen, om die verantwoordelijkheid af te leggen, en t’is de aelmoes gedaen aen de arme lidmaten van Jesus Christus…”

Fragmenten uit: Van Hove, B., Redevoering over de Christelijke liefdagigheid, Kortrijk, 1856

Prentbriefkaart eind 19de eeuw waarop een bijna-mythische vrouwenfiguur een bedelaartje geld schenkt.

Prentbriefkaart waarop op een geïdealiseerde manier de reële problematiek van het vondelingschap werd afgebeeld.

Binnenzichten Gents nachtasiel (opgericht in 1888).Uit de reglementen blijkt onder welk ijzeren regime armen terechtkwamen in dergelijke liefdadigheidsinstellingen.Mannen, vrouwen en kinderen werden gescheiden. Maximaal 3 opeenvolgende nachten kon men er

Mannneneetzaal

Maximaal 3 opeenvolgende nachten kon men er verblijven. In kolonies voor ‘beroeps-bedelaars’ (zoals Merksplas) moesten bovendien uniformen worden gedragen en heerste een strikt dagregime.Voor veel arme gezinnen was een verblijf in deze instellingen geen optie.

Mannnenslaapzaal

In de eeuw van ongebreidelde industrialisatie was armoede eigenlijk een essentieel onderdeel van het dagelijks leven van velen. Door de heersende loonpolitiek (of het ontbreken ervan) waren gezinnen van ongeschoolde arbeiders en dagloners genoodzaakt allerlei strategieën te ontwikkelen om het hoofd boven water te ontwikkelen om het hoofd boven water te houden. Door het gebrek aan enige vorm van zekerheid zorgde de minste rimpeling door persoonlijke tegenslag (ziekte,ongeval,ontslag, brand,…), recessie of misoogsten voor grote moeilijkheden.

Foto van 3 kantklossters thuis (moeder en 2 dochters) (1910)

Op het platteland dienden gezinnen van dagloners uiterst inventief te zijn om te overleven. Velen vulden het gezinsinkomen aan met thuisarbeid en vervielen in een systeem van zelf-uitbuiting waarbij men steeds langer en harder en meer moest werken of om het met de woorden van boer Paemel in de roman van Cyriel Buysse te zeggen: “weirken tot da ge creveert”. Alle familieleden van het gezin werden ook ingezet in dat systeem van zelf-uitbuiting.

De brooduitdeling in het dorp (1892)Frans Van Leemputten

Ook kinderen werden in de gezinseconomie ingeschakeld. Zij werden ingeschakeld bij de taken van de ouders of zorgden zelf voor de nodige aanvulling van het inkomen door bijvoorbeeld mest te verzamelen (om als brandstof te worden verkocht). Zij werden ook ingezet bij het aanvullen van het dagelijks menu door bijvoorbeeld (gratis) molsla in het veld te verzamelen of door kikkers te vangen.

Wanneer de zelf-uitbuiting op het platteland haar limieten bereikte trokken veel armen naar de steden waar zij het leger ongeschoolde arbeiders vervoegden. Ook daar moesten strategieën ontwikkeld worden om te overleven. Jonge kinderen kwamen bijvoorbeeld steeds vroeger in het reguliere arbeidsproces terecht of werden ook hier ingeschakeld in de dagelijkse strijd om het bestaan.

Tekening van Victor Stuyvaert bij volkslied Verapaz (circa 1867).

"Wie goat er mee noar Verapa, doar moete wij nie wireken, eten en drinken op oens gemak,

Sommigen gingen uiteindelijk ook elders ‘hun geluk’ beproeven. Velen vertrokken met hun weinige bezittingen naar Noord-Frankrijk, Amerika of zelfs

verder. Onder de Gentse arbeidersbevolking in de 19de eeuw was Verapaz (een departement in Guatemala) een mythisch begrip dat synoniem stond voor

het paradijs op aarde.

eten en drinken op oens gemak, sloapen gelijk een virke. .."

Liefdadigheid kon ook verlichting brengen maar veronderstelde totale gehoorzaamheid en dankbaarheid. De informatie over de verschillende mogelijkheden tot ondersteuning en de middelen zelf waren geconcentreerd in handen van de burgerij. Zij beslisten wie in aanmerking kwam om welke steun te ontvangen en onder welke voorwaarden.

Fragment uit het volkslied Brood (1859)

Arbeiders in de industriesteden gingen zich ook verenigen en stelden loonseisen. Dat dit niet zonder gevaar was bleek bijvoorbeeld in 1859 toen 70 textielarbeiders na een staking waarbij zij loonsopslag vroegen werden ontslagen en veroordeeld (wegens de wet op de samenspanning).Emile Moyson vroeg in een volkslied de families van de veroordeelden te steunen.

Fragment uit het volkslied Brood (1859) van Emiel Moyson

Tekening van studerende arbeider uit Leon De fuisseauxTekening van studerende arbeider uit Leon De fuisseaux‘De schanddaden van het cijnskiessteldel’.

Naast sociale eisen werden ook politieke eisen gesteld. Velen raakten er van overtuigd dat algemeen stemrecht hun situatie kon verbeteren en waren bereid enorme inspanningen te leveren om dat doel te bereiken. In 1883 werd de mogelijkheid geboden om via een bekwaamheidsexamen 1 stem te verwerven en velen studeerden hard om die stem te kunnen uitbrengen.

Fragment uit de vraagbaak opgesteld door het Ministerie van onderwijs in 1883 waar mogelijke vragen voor het bekwaamheidsexamen werden in opgenomen.

• Vraagboek

Ook het onderwijs werd door velen gezien als het middel bij uitstek om te emanciperen. Er werden dan ook door sommigen enorme inspanningen geleverd om zichzelf bij te scholen of de kinderen de kans te geven het onderwijs zolang als mogelijk te volgen.

Tekening van klaslokaal uit Leon De fuisseaux ‘De schanddaden van het cijnskiessteldel’.

Door de klemtoon te leggen op de inspanningen die werden geleverd om te overleven wordt armoede vanzelf een werkwoord in plaats van zomaar een lijdend voorwerp. lijdend voorwerp. Pas dan is het ook mogelijk het louter miserabilisme te overstijgen en ook andere beelden van armoede te brengen.Pas Mèche (1882)

Jules Bastien-Lepage