8. evolutie van het kinderlijk tekenen PBLO-V

Post on 27-Jun-2015

1.608 views 3 download

Transcript of 8. evolutie van het kinderlijk tekenen PBLO-V

Evolutie van het kinderlijk teken

Auteur: Marian Lesage

Kinderen tekenen …

… als communicatiemiddel- via tekeningen een signaal geven

… als middel om de wereld te ordenen< 4 jaar: tekenen is spel (cfr. krabbelfase)

> 4 jaar: tekenen draagt bij tot ordening van werkelijkheid.

Waarom moet je als leerkracht zicht

hebben op de kenmerken van een

tekening? Waarom moet je als leerkracht zicht

hebben op de kenmerken van een

tekening?

Afb. 3, p. 4

Tekeningen lezen ...Tekeningen lezen ...

De krabbelperiode - van ± 2j tot ± 4 jaar

De krabbelperiode - van ± 2j tot ± 4 jaar

= ritmisch bewegen en onderzoeken van ongekend materiaal leidt tot eerste grafische sporen op een vlak (= krabbelen)

-Voorwaarde: verwerven van handgreep en uiteindelijk tanggreep (± 1 jaar)-Ontstaat vanuit verschillende behoeften: emotionele drang, nabootsingsdrang en/of behoefte aan beweging

Verschillende stadia:1.Willekeurig krassen= grote enigszins gebogen horizontale zigzaglijn (vanuit middel)

2. Opzettelijke krabbels= doorlopende cirkelvormige lijnen (vanuit schouder en elleboog)

3. Richtingstasten = kleine tekens (vanuit vingers en pols)

Krabbelen is nodig om te leren tekenen, net zoals brabbelen nodig is om te leren praten!

Krabbelen is nodig om te leren tekenen, net zoals brabbelen nodig is om te leren praten!

De krabbelperiode - van ± 2j tot ± 4 jaar

Verschillende stadia:1.Willekeurig krassen

• Toevallig vooral rechte lijnen• Geen visuele controle• Geen naamgeving

1.Opzettelijke krabbels• Kind richt aandacht op ‘krabbelen’• Krabbel kan naam krijgen• Betere controle over spieren => meer variatie in lijnen

1.Richtingstasten • In enkelvoudige lijnen bepaalde vormen ‘neerschrijven’• Vereist goede oog-handcoördinatie en fijne motoriek• Kind ontdekt eigen ‘ik’

Evolutie:Baby en peuter tekenen om het tekenen zelf, het plezier van de activiteit kleuter ziet in eigen krabbels een ‘betekenis’, krabbels symboliseren dingen uit de werkelijkheid (voor volwassenen nog niet steeds duidelijk)

3,5 jaarOpzettelijke krabbels•bewust rondjes gemaakt= het kind is zich bewust van zichzelf en beheerst het maken van cirkelbewegingen

Jongen, 2 jaar.• willekeurige krassen in alle richtingen• poging tot klein rondje

De krabbelperiode - van ± 2j tot ± 4 jaar

Jongen, 5 jaarKrabbelfase/richtingtasten •zoekend naar gebruik van volledige ruimte, richting blad nog niet belangrijk•is mogelijk een mensfiguur of 2 figuren (kopvoeters met lijfaanduiding)

Overgang naar de gecodeerde werkelijkheid

Ontwikkeling mensfiguur van de krabbelperiode tot en met de gecodeerde werkelijkheid:

-Spinnetje: ronde vorm met of zonder sprieten

-Kopvoeter: hoofd met poten, met of zonder armen

-Kopvoeter met lijfaanduiding: tussen poten is (n)iets getekend dat lijf moet voorstellen (lege ruimte maakt ook deel uit van de figuur)

-Draadfiguur: hoofd met lijf, armen en benen die in één lijn getekend zijn

-Compleet poppetje: armen en benen uit dubbele lijnen

-Silhouetfiguur: de losse onderdelen zijn in een doorlopende omtreklijn getekend

-Figuur in zij-aanzicht: het gehele poppetje of deel ervan is van opzij getekend, armen komen uit borstkast

Meisje, •richtingtasten, volledige bladruimte•kopvoeter met rompaanduiding•verhouding fout

3 jaar, •richtingtasten, spinnetjefiguur,•ledematen met vingers hangen vast aan kop,•details gezicht duidelijk aanwezig

•groot hoofd met details op ± juiste plaats•romp=rechthoek met 2 streepjes onder als benen of voeten, armen staan loodrecht aan hoofd, handen= soort bloem, •poging tot achtergrond met hartje, letters, golven of gras

Meisje, 5,5 jaar

kopvoeter met lijfaanduiding

Jongen, 5 jaar = tussen kopvoeter met lijfaanduiding en een compleet poppetje • silhouetlijn doorlopend • hand- en voetaanduiding door bolletjes met telkens exact 5 streepjes• rompaanduiding= soort jas• liggend streepje= hals, • ogen en neus= 3 identieke puntjes, als onderdeel van de tekening

Periode van de gecodeerde werkelijkheid van ± 4 jaar tot ± 8 jaar

Coderen of zelfbedachte beeldtaal= kind gaat voor zichzelf een eenvoudige vorm afspreken om zijn ideeën en de vele gedachten beeldend te organiseren

Vanaf 5 jaar ontstaat verhalende manier van tekenen = ideoplastiek

• Kind ontwikkelt eigen beeldtaal, weet vooraf goed wat het zal tekenen (vanaf 3 jaar) en kan het goed benoemen.

= gedachtenwereld van kind komt op papier

Kenmerken:-Figuren zijn gekaderd in gemeenschappelijke context (getekende voorwerpen houden inhoudelijk meer verband met elkaar)-Gekenmerkt door gebrek aan stabiliteit (voorwerpen worden nog elke dag anders getekend) => stabiliteit (object wordt steeds op dezelfde manier voorgesteld)-Tekeningen worden duidelijker, meer details

Voor tekenen geldt hetzelfde als voor schrijven of muziek:oefening baart kunst!

Voor tekenen geldt hetzelfde als voor schrijven of muziek:oefening baart kunst!

Periode van de gecodeerde werkelijkheid van ± 4 jaar tot ± 8 jaar

Beeldaspect RUIMTE:

• Grondlijn: onderkant van papier is grondlijn van zodra kind zich bewust is van ‘ik sta op de grond’• Zelfgetekende grondlijn• Meerdere grondlijnen (lange of korte)

• Plattegrond: manier om het ruimtelijke weer te geven op plat vlak

• Omklapping: er wordt geen rekening gehouden met onderlinge ruimtelijke relaties, kind bouwt verder op laatste getekende rechte of schuine grondlijn

• Doorzichtigheid/transparantie: • Voorwerp bevindt zich in ander voorwerp: beiden worden

getekend• Voorwerp bevindt zich achter het andere

• Afzonderlijke plaatsing (stapeling): nog geen zaken weglaten of kleiner tekenen omdat ze veraf staan

Periode van de gecodeerde werkelijkheid van ± 4 jaar tot ± 8 jaar

Beeldaspect VORM:

• Verhoudingen: onderscheid tussen groot en klein nog niet belangrijk

• Exemplariteit: duidelijk kenmerk van persoon gebruiken om onderscheid te maken (vb. Lang haar voor mama)

• Belangrijkheid en verdringing: enkel dingen die belangrijk zijn worden getekend (vb. Één arm bij Sint want moet staf vasthouden)

• Kubistisch tekenen: verschillende inzichten (voor-, zij- en bovenaanzicht) worden in één tekening gecombineerd

Beeldaspect KLEUR:

• Toevalkleur naar objectkleur: in eerste instantie goed contrasterende kleuren daarna effectief kleur van object (vb. Gele zon)

Periode van de gecodeerde werkelijkheid van ± 4 jaar tot ± 8 jaar

Beeldaspect COMPOSITIE

• 4-5 jarigen hebben nog geen zicht op ordenen op vel papier, wel tijdens een ruimtelijk spel (groeperen en seriëren)

Beeldaspect TEXTUUR:

• Kleuters: zien verschil in textuur in, maar enkel oudste kleuters beginnen dit in tekening te verwerken

• Lagere schoolkind: meer en meer weergeven van textuur in tekening

Compleet mannetje, exemplariteit, grondlijnen, stereotiep zonnetje, verhoudingen niet ok (meisje is te groot tov bomen) realistisch kleurgebruik

Meisje, 5 jaar, ‘De kermis’- zeer verhalend – overlapping – vnl. doorzichtigheid- plattegrond - meerdere grondlijnen - stapeling- enkel paarden hebben dubbele lijnen voor de benen

Meisje, 6 jaar, ‘geschetst tijdens zoo-bezoek

•Omklapping: geen rekening gehouden met onderlinge ruimtelijke relaties (poten gewoon verder getekend op lichaam van zeehond)

•Kubistisch tekenen:• romp

bovenaanzicht• kop profiel

Meisje, 7 jaar

•onderkant blad = grondlijn•geen perspectief in poten en benen •doorzichtigheid van leiband en handen•hond is volledig en goed in profiel weergegeven en heeft zelfs dierlijke eigenschappen•Mens = figuur in zij-aanzicht

Meisje, 5 jaar

•Mens = silhouetfiguur (behalve armen)•Exemplariteit = overdreven kenmerken van clown

Overgang ideoplastiek (= het verbeelden van de gedachtenwereld)naar fysioplastiek (= vormgeving wordt bepaald door waarneming)

Kenmerken:– Werkelijkheid wordt getekend zoals die eruit ziet of zoals ze werkelijk is– Tekening wordt realistischer/naturalistischer

• Niet enkel schematische weergave, ook meer individuele kenmerken

– Proporties worden weergegeven (tekening aangepast aan tijd en ruimte)

– Bewuste overlapping en textuur wordt toegepast– Er wordt actief gezocht naar tekenkundige oplossingen om een 3-

dimensioneel iets op 2-dimonsieel vlak weer te geven

Periode van de zichtbare werkelijkheid van ± 8 jaar tot ± 15 jaar

Jongeren wordt kritischer ten aanzien van eigen tekeningen= tekencrisis!

Belang van goede begeleiding

Jongeren wordt kritischer ten aanzien van eigen tekeningen= tekencrisis!

Belang van goede begeleiding

Meisje, 9 jaar•wil realiteit weergeven, benen krijgen kniegewricht om beweging weer te geven •Overlapping teugels en achterbeen•Textuur: huid (vooraan)

Periode van de zichtbare werkelijkheid van ± 8 jaar tot ± 15 jaar

Jongen, 11j.

•zoektocht naar de juiste vormen via geometrische figuren•textuur en schaduw

Jongen, 12 jaar•zin voor detail, stenen mooi in verband getekend=goed waargenomen

Overlapping

Overlapping