jurisprudentie

75zorg & financiering > 4-2005

het ziekenfonds. Volgens de rechtbank was erniet voldaan aan de voorwaarde dat de zaak in deprecontractuele fase was blijven steken door eenomstandigheid die een der partijen was toe terekenen. Partijen hadden ieder zelfstandig eendefinitief standpunt over een essentiële bepalingingenomen. De redelijkheid en billijkheid bren-gen dan mee dat niet een der partijen tegen zijnzin gedwongen wordt in te stemmen met eenbepaling die zij niet wenst. Niet was gebleken

dat het standpunt van een der partijen in strijdwas met de redelijkheid en billijkheid. Het stand-punt van het ziekenfonds lag in de lijn van hetdoel dat het ziekenfonds wenste te bereiken,namelijk een zo voordelig mogelijke inschrijvingvan nieuwe overeenkomsten. De stelling dat hetziekenfonds ongerechtvaardigd werd verrijktwerd niet gevolgd nu het ziekenfonds door deaanbesteding niet werd verrijkt.Bron: RZA 2005, 63<

De Commissie voor de Rechtspraak zorgverze-kering deed op 21 december 2004 uitspraak ineen geschil tussen een fysiotherapeut en eenziekenfonds over de weigering van het zieken-fonds een verhoging van de gecontracteerdebehandelcapaciteit toe te staan.

De Commissie overwoog dat de fysiotherapeutzich niet met vrucht kon beroepen op eengebrek aan scholing wat betreft het zodaniginrichten van de fysiotherapeutische verslagleg-ging dat deze het methodisch fysiotherapeuti-sche handelen voldoende inzichtelijk maakt.Eiser en zijn praktijkmedewerkers hadden vol-gens de Commissie de nodige kennis en vaar-digheden in ieder geval vóór 2003 kunnen enmoeten verwerven.

Nadat eiser tot tweemaal toe zonder redelijkegrond geen gevolg had gegeven aan het hemgedane verzoek om aanlevering van patiënten-dossiers was het ziekenfonds ertoe gerechtigdde overeenkomst tussen partijen partieel te ont-binden, hetgeen hij in feite had gedaan dooralleen in het geval van een positieve beoordelingvan patiëntendossiers honorering van meer zit-tingen dan het aantal overeengekomen of ver-leende en gehonoreerde zittingen in het voor-uitzicht te stellen. Het besluit om de behandel-capaciteit van de fysiotherapeut niet te verhogenkon volgens de Commissie de toets der kritiekdoorstaan.Bron: RZA 2005, 64<

598 besluit om behandelcapaciteit van fysiotherapeut niet te verhogen wegens gebrekkige patiëntendossiers

De Hoge Raad wees op 17 december 2004,onder nummer C03/165HR JMH/AT, een arrestin een geschil tussen het ziekenfonds OZBtegen de Staat der Nederlanden.

OZB vorderde voor recht te verklaren dat deinvoering en handhaving van de rechtsgrond‘Loondienst en VUT’ (het verzekeringsgrond-

criterium) in de Aanwijzingen van de Ministerop grond van het Besluit financiering zieken-fondsen Ziekenfondswet jegens OZB onrecht-matig is. De Minister gaf jaarlijks een aanwij-zing aan het College voor zorgverzekeringen(CVZ) ter zake van de voor alle ziekenfondsentezamen voor het betreffende kalenderjaar tenlaste van de Algemene Kas besteedbare midde-

599 tegen budgetbeslissingen stond een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang open

ZenF-0405-cyaan.qxd 25-5-2005 14:07 Pagina 75