2de les levenslooppsychologie

Post on 27-Jun-2015

420 views 0 download

Transcript of 2de les levenslooppsychologie

LEVENSLOOPPSYCHOLOGIEIlse Mariën – CVO-SSH

Lesdag 2: peuter

PEUTERPERIODE

Peuter – lichamelijke ontwikkeling• Groei vertraagt• Slankere lichaamsbouw• Asynchroon

Peuter – Motorische ontwikkeling• Fundamentele bewegingsactiviteiten• Zelfstandigheid• Grove en fijne motoriek verbeteren• Zindelijkheidstraining (overdag)• Zelfredzaamheid• Middagdutje• Ruimte

Peuter - tekenontwikkeling• Blijft bewegingsspel

Peuter – Perceptuele ontwikkeling

• Herkennen van een object met een ander zintuig dan hij eerst waarnam (proefje)

• Globale waarneming naar steeds meer details zien/ervaren

• Belang van het emotionele

Peuter – Cognitieve ontwikkeling (1)

• Pre-operationeel stadium• Verworven denkcapaciteiten

• Geïnterioriseerd experimenteren (moet het niet meer lichamelijk ervaren)

• Modellen (uitgestelde imitatie)• beginnend symbolische denken, fantasie

•Belang van stimuleren

• Anticiperen• ook voorstelling van het zelf• al deze dingen wijzen op ontwikkelen van geheugen

Peuter – Cognitieve ontwikkeling (2)

• Preconceptueel denken als deel van pre-operationeel • Tussen 2 en 4• Geen abstraheringsproces• Verwijzen naar concrete dingen, niet naar mentale

concepten• over-discrimineren en over-generaliseren

Peuter – cognitieve ontwikkeling (3)

• Wordt vooral beschreven ivm concreet operationele stadium < wat kan het kind nog niet• Denkfouten: conservatie vloeistof (hoeveelheid, vloeistof),

conservatie massa

• Verklaringsmodellen:• zich vastpinnen op een kenmerk, centratie van het denken• Geen reversibel denken• statisch gericht, geen aandacht voor proces (vb.Nina)

• Drie-bergen-experimenten• Egocentrisch denken• Klasse-inclusie-experiment

Peuter – cognitieve ontwikkeling

• Verwarring tussen fantasie en werkelijkheid• Antropomorfisme of animisme• Fysiognomische waarnemen• Artificialisme• Finalisme• Verbanden op onlogische gronden (oorzakelijke relaties,

onlogische analogieën)

• Egocentrisch magisch denken

Peuter - taalontwikkeling• Betekenisvol taalgebruik• Bedmonologen – egocentrisch taalgebruik, praten in spel

(gebrabbel)• Zingend brabbelen• Zelfbesef – zelfkennis (“gijs is” wordt “ik is”)• Stimuleren van taalontwikkeling

Peuter – socio-emotionele ontwikkeling

• Zelfstandig voelen• spiegelexperiment

• Transitionele objecten• Emotioneel in de war , conflict tussen scheidingsangst en

zelfstandigheidsdrang• koppigheidsfase, driftbuien• Begeleiden in de koppigheidsfase• Nieuwe gevoelens: trots, schaamte, jaloezie• agressie

Peuter – seksuele ontwikkeling• Sekse-identiteit• Vieze woorden• Nood aan lichamelijk contact• Anale fase

Peuter - persoonlijkheidsontwikkeling• Egocentrisme• autonomie (link met hechting)• Erikson: autonomie vs. schaamte/twijfel• Gender-identiteit → sekse-stereotiep gedrag (belang van

rolmodellen)

Peuter – Morele ontwikkeling• Kohlberg

• Regels gebonden aan de aanwezigheid van de opvoeder → gericht op gevolgen van gedrag

• Straffen• Straffen: fysiek, activiteit of sociaal-psychologisch• Begrijpt het kind verwachting?• Aanmoedigen makt gewenst gedrag duidelijker• Is het straf?• Consequent• Voorspelbaar• Gelinkt aan het ongewenste gedrag• Link in tijd en ruimte• einde

Peuter – Morele ontwikkeling

• Belonen: • materieel • activiteit • Sociaal

• Aandachtspunten belonen• Belofte maakt schuld• Dichtbij gedrag• Verrassing• Niet overdrijven• Beter vaak dan groots

Peuter – schoolse ontwikkeling• Lichamelijke behoefte• Affectie, warmte tederheid• Veiligheid en duidelijkheid• Erkenning• Eigen kundigheid ervaren• Moreel in orde zijn

Peuter – spelontwikkeling• Bewegingsspelletjes• Doen alsof → verwerken van ervaringen, gevoelens• Constructiespelletjes• Geen samenspel