De stad, de stad, de grote stad,

die zegt heel stoer: "Wie doet me wat?

Ik ben gemaakt van steen en staal,

ik ben keihard voor allemaal.

De mensen zijn vaak hard als steen,

ze leven voor zichzelf alleen

en al de zorg en het verdriet

van and're mensen zien ze niet.

Maar God wil leven voor de stad

waar men elkaar en hem vergat.

Hij fluistert ons zijn dromen in:

dat mensen zijn als één gezin.

Als ieder leeft en leven deelt,

als ieder met een ander speelt,

als niemand meer een ander haat

dan is et feest in elke straat.

(Hofland Jan / Peter Biesbrouck)

Jouw hand helpt mij op te staan,

jouw voet helpt mij verder gaan

en in jou klopt

het hart van mijn bestaan.

(Hofla

nd J

an /

) v

an d

e V

eld

e J

an-W

ille

m)

pr.

In God geloven wij,

die leven wil geven aan mensen

die ons koestert als zijn kinderen,

en die er zal zijn, al onze dagen.

Geloofsbelevenis

a.

In Jezus van Nazaret geloven wij,

in wie God zichtbaar is geworden:

steeds weer onder de mensen geboren,

en voor mensen geleefd en gestorven.

sterker dan de dood, opgestaan tot leven,

in ons midden en door ons leven

blijft hij ons roepen;

een naam die nooit wordt uitgewist.

pr.

In Gods Geest geloven wij,

die steeds weer klinkt doorheen mensen,

die oorverdovend kan roepen

als een stem in de woestijn,

die ons steeds weer samenbrengt

en in beweging zet,

a.

die ons roept tot recht en vrede,

om te helen wat gebroken is,

om te troosten wie te lijden heeft,

hoop te bieden aan wie vertwijfeld is,

die mensen samenbrengt in liefde,

die haar gaven geeft aan ieder

om daarmee allen van dienst te zijn

als klanken van Gods liefde en kracht.

pr.

In de kerkgemeenschap geloven wij,

samengeroepen

om het lichaam van de Heer te worden,

geroepen om zijn beeld te worden

en zo de wereld van dienst te zijn.

a.

In het leven geloven wij,

dat sterker is dan de dood -

en dat wij niet zullen vallen,

want God bewaart ons in zijn hand.

(Taizé)

Daar waar vriendschap is en liefde,

daar is God

1

Op een God die door de eeuwen

om zijn trouw bezongen is

wachten mensen heel hun leven

tot zijn uur gekomen is.

2

Op een God die door de tijden

om zijn naam beleden is

wachten mensen alle nachten

tot zijn licht verschenen is.

3

Op een God die voor de mensen

nieuwe toekomst deed ontstaan

wachten wij in goed vertrouwen

tot zijn woord zal opengaan.

4

Op een God die voor de mensen

licht in donker heeft bereid

wachten wij van ganser harte

tot zijn stem ook ons bevrijdt.

(Jongerius Henk / van de Velde Jan-Willem)

Pr.

Jij die leven bent, schepper, liefde, Vader heet

Al.Jij die wordt aanbeden en geloochend

gezegend en gevloekt,

bejubeld en achteloos in tijd en wereld voorbijgelopen

Rond de tafel

p.

Jij die wordt beleden vanaf den beginne

door uw stille getuigen van nature:

gezien in zon en maan,

het licht van de dag het duister van de nacht –

a.

gevoeld als de aarde die ons draagt die ons voedt en bergt in haar schoot

p.

vermoed in het ruisen van de wind

de lucht die wij ademen;

als de sterren zo ver

als het kloppen van ons hart zo nabij

a.

Jij die telkens weer diepste grond en hoogste goed, de ziel van mensen blijkt te zijn

p.

Jij die eeuw na eeuw bent geroepen

bij de wieg en het graf,

naar wie wordt uitgezien

als naar een hemel die ons wacht –

a.

Jij die soms door profeten onverwacht met een nieuwe naam wordt genoemd

p.

Jij bent tenslotte gezien in een mens:

Jezus Christus ons een broeder U een zoon.

a.

Hij is voor de wereld het licht geworden

dat blinden zien,

het woord dat doven horen en stommen

spreken,

de goddelijke mens

voor wie lammen in de benen komen.

p. Allen die belast en beladen treuren

zielsbedroefd, allen die uitgestoten eenzaam, ziek zijn en

lijdenheeft Hij verzekerd: God is met u.

a.

Hij stond bij de baar van een kind, aan het doodsbed van een meisje,

kwam bij het graf van een vriend en zei:geloof me, het leven is sterker dan de

dood: als zaad in de grond rust het in God.

(rechtstaan

)

Pr.

Hij heeft zoals iedereen gehuild om de dood;

Hij heeft gehuiverd

voor de beker die Hij drinken moest;

gemarteld en bespot

stervend aan het kruis heeft Hij geroepen:

God mijn God waarom Mij in de steek gelaten?

De avond voor zijn sterven

heeft Hij afscheid genomen en gezegd…

Pr.

Maar blijf samenkomen,

doe wat Ik heb gedaan en vergeet Mij niet,

mijn woord wil je altijd weer samen roepen.

Al.

Hij heeft de hoop op leven

in het hart van mensen neergelegd –

het visioen van leven zonder tranen, zonder dood,

het uitzicht op een wereld van liefde en trouw

door Hem geopend

Pr.

zijn geloof dat alles zich tenslotte ten goede keert –

wat Hij heeft gezegd en gedaan deze mens Jezus Christus –

het kan ons niet meer worden ontvreemd, in een graf

begraven –

Al.

opnieuw is Hij tot leven gekomen,

uit de dood opgestaan –

voorgoed is de steen weggerold,

voor altijd de wereld vol van Hem.

Dona la pace Signore, a chi confida in te,

Dona, dona la pace Signore, dona la pace

Wij zoeken naar een teken,

een spoor van hoop, een kind.

Het licht dat wij ontsteken

zegt: hoor, wie zoekt, die vindt.

Twee kaarsen als een teken:

wij komen op het spoor.

God zal ons niet ontbreken

zijn trouw duurt altijd voort.

Zo werden wij geroepen,

getrokken door het licht,

hier klinkt een nieuwe morgen

krijgt liefde een gezicht.

Nu gaat de hemel open,

het licht schijnt overal.

En wie het ziet, mag hopen

dat vrede komen zal.