1artikel Alcohol En Angst

Post on 08-Jul-2015

1.567 views 3 download

Transcript of 1artikel Alcohol En Angst

DE BEURS E., VAN DYCK R., VAN DEN BRINK W., BOSMAN, M.Artikel in tijdschrift voor psychiatrie.Jaargang 39, nr5, 1997.

Een half jaar na de behandeling van alcoholverslaving hervalt 40 tot 60% van de patiënten.

Een reden hiervoor kan zijn dat de onderliggende reden van hun drinkgedrag nog bestaat.

Een onderliggende reden kan zijn een depressie of een angststoornis.

Angststoornissen en alcoholverslaving komen vaak voor.

Dubbeldiagnose: prevalentie angst bij vrouwen is 30,5%, mannen: 19,2%

Prevalentie alcohol bij vrouwen is 8,2%, mannen: 20,1%.

56% van de geïnterviewden met een geschiedenis van een stoornis daarnaast aan (een) andere stoornis(sen) lijdt of heeft geleden.

Vooral comorbiditeit alcoholverslaving en angststoornis.

Studie vanuit 2 perspectieven: onderzoek onder alcoholverslaafden naar angst (groep1) en onderzoek naar drankgebruik onder patiënten met een angststoornis(groep2).

Groep 1: 22,9%: Gegeneraliseerde angststoornis

13,5%: Sociale fobie 12,5%: Agora fobie 8,3%:Paniekstoornis

Groep 2: Tussen 16-25% van de patiënten.

(alcoholverslaving onder ‘gewone’ bevolking is 15%) 21% onder 254 agorafobici 16% onder 98 sociaal fobici 24% onder 100 patiënten met paniekstoornis

(met of zonder agorafobie) 10% onder 50 mensen met dwangstoornis.

Dmv Retrospectief onderzoek. Onderzoeken suggereren dat

alcoholverslaving na fobische stoornis ontstaat.

Agorafobici: Meerderheid patiënten: drinken om de angstklachten tegen te gaan.

Alcoholverslaafden: 80% drinken na de angststoornis, maar de patiënten gaven aan dat er geen causale relatie was tussen de twee.

Maar 60%: Bij excessief drinken: alcohol gebruikt als middel tegen angst.

Vooral bij comorbide agorafobici: 100% Maar, Stockwell angstklachten werden het

intensiefst na aanvang alcoholprobleem. En bij paniekstoornis en gegeneraliseerde

angststoornis anders: 50/50 verdeling. Maar meerderheid angststoornis voor

alcoholverslaving.

Patiënten met comorbide angststoornis:- Familie 1st graad: 4 -5maal meer kans op alcoholverslaving.

Patiënten met alcoholverslaving:-Schattingen lopen uiteen, percentage neemt af naarmate de studie met meer methodologische gestrengheid wordt gevoerd.

Alcoholisme van een ouder als risicofactor voor de ontwikkeling van een angststoornis.-Geen onomstotelijk aangetoonde risicofactor.-Geen hoger percentage dan in normgroep.

Alcoholisme van een ouder als risicofactor voor de ontwikkeling van alcoholisme.-3 tot 4maal grotere kans.-Lijkt ten dele genetisch bepaald.

Directe relatie: bv. Alcoholgebruik als een poging angst te reduceren.

Indirecte relatie:bv. Langdurig alcoholgebruik leidt tot neurochemische verstoringen die leiden tot panieksymptomen.

Onderliggende oorzaak: bv. Genetisch aangeboren afwijkingen in de hersenstam.

Alcohol heeft een spanningsreducerend effect.-Maar gewenning!

Alcohol gaat de fysieke symptomen van angst tegen.

Kritiek: Individuele verschillen in de reactie op alcohol.

Deze verschillen kunnen gerelateerd zijn aan later alcoholisme.

Alcohol: Dempend effect op hartslag en angst Hoger risico op alcoholisme

Alcoholisten rapporteren vaker een dempend effect van alcohol dan niet-verslaafden.

Theoretisch model Gedrag hangt af van 3 variabelen: 1: De verwachtingen = beloning of bekrachtiging.2: De waarde die de beloning vertegenwoordigt

voor een persoon.3: Kenmerken van de situatieEn: competentieverwachting: ben ik ertoe in staat,

kan ik de situatie aan?Uitkomstverwachting: De kennis of ideeën dat

een bepaalde handeling tot een zekere uitkomst zal leiden.

Competentieverwachting: controlegevoel om alcohol te weerstaan.

Uitkomstverwachting: Welk effect zal alcohol hebben?

Alcoholisten verwachten meer positieve effecten dan niet-alcoholisten, dit verklaarden ook hervallen patiënten.

Zo zijn positieve uitkomstverwachtingen van alcohol op het moment van afsluiten van de behandeling geralateerd aan latere teugval.

Balanced placebo-design (Hull en Bond 1986) 4 condities: ½ groep proefpersonen denkt

alcohol te drinken, ½ denkt van niet. ½ van elke groep krijgt wat ze denken te

krijgen, de andere helft niet.Deze experimenten hebben aangtoond dat

alleen de verwachting van alcohol te drinken effect kan hebben op het gedrag.

Marlatt, paste Bandura’s theorie aan voor de behandeling van alcoholisme.

Deze behandeling is vooral toegepast op preventie van terugval.

De behandeling is erop gericht dat de patiënt zich in toenemende mate blootstelt aan situaties met een hoog risico op terugval (bv. cafébezoek) en dan alternatief gedrag stelt in plaats van te drinken.

Bij patiënten met prevalentie van angst is het noodzakelijk de angst te behandelen als risico voor terugval.