marktwerking

51zorg & financiering > 9-2006

1148 verdere liberalisering zorgmarkten

Via een consultatiedocument zet de Neder-landse Zorgautoriteit (NZa) de eerste stap naarliberalisering van een aantal vrije beroepen inde zorg. Na de fysiotherapeuten kunnen binnenafzienbare tijd ook andere beroepen in de zorgte maken krijgen met vrije tarieven.

Met de nodige voorzichtigheid en omzichtig-heid werkt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)aan de liberalisering van deelmarkten in dezorg. Het consultatiedocument Theoretisch kaderliberalisering vrije beroepen in de zorg is de eerstestap in het vrijmaken van een reeks deelmarktenin de zorg. Zo ver is het echter nog lang niet.De NZa schetst in het document tien factorendie zowel economisch als bestuurlijk van aardkunnen zijn en die gezamenlijk de meetlat vor-men die de NZa zal gebruiken bij toekomstigeadviezen aan de minister van VWS om een deel-markt te liberaliseren. Daarbij moet in dit ver-band onder andere worden gedacht aan apo-thekers, diëtisten, huisartsen, kaakchirurgen,tandartsen en verloskundigen.Verdere liberalisering in de vorm van vrije prijs-vorming voor deze groepen zorgbeoefenaarsmoet het consumentenbelang dienen. Dat staatvoorop, stelt de NZa. Om vervolgens, gerang-schikt onder de tien factoren, een fors aantal

elementen te noemen die het consumentenbe-lang in de weg kunnen staan. Zo moet de markttransparant zijn door middel van heldere pro-ductomschrijvingen. Ook de kwaliteit van degeleverde zorg moet transparant zijn, net als deprijs die voor de geleverde zorg wordt gerekend.Wat betreft de toegang tot de markt, moet eenverzekerde de keuze hebben tussen verschillen-de zorgaanbieders en mogen nieuwe toetrederstot de markt geen restricties ondervinden.Voordat een deelmarkt geliberaliseerd kan wor-den, moet duidelijk zijn dat er voldoende prik-kels zijn voor verzekeraars om op de prijs en dekwaliteit van de geleverde zorg te letten. Daarbijmoet ook gelet worden op de marktmacht vanverzekeraars en zorgaanbieders. Als het nodig iszal de NZa partijen preventief beperkingenopleggen wanneer zij over te veel marktmachtbeschikken.Wat betreft de huisartsen – die een poortwach-tersfunctie hebben in de zorg – vraagt de NZazich af of deze beroepsgroep zich überhauptleent voor liberalisering. De NZa vreest in ditverband perverse prikkels als zo veel mogelijkproductie draaien en het afschuiven van patiën-ten die financieel niet aantrekkelijk zijn.Bron: Stcrt. 2006, nr. 187<

1149 hoogervorst ziet geen signalen van kruissubsidiëring

Er zijn geen signalen dat individueel verzeker-den meebetalen aan de collectiviteitskorting diewerknemers van grote ondernemingen krijgen.Van een onacceptabel premieverhogend effectop de individuele polissen is geen sprake. Datschrijft minister Hoogervorst in antwoord opKamervragen van Heemskerk (PvdA) overkruissubsidies bij de zorgverzekeringen, naaraanleiding van een benchmarkonderzoek vanhet financieel adviesbureau IG&H.

Volgens Hoogervorst zijn er in 2006 meerdereindividuele polissen op de markt gekomen diequa premie nauwelijks of niet onderdeden voorveel collectieve contracten. Bovendien was ervoor niet-werkenden en zelfstandigen ook eenruim aanbod van collectieve contracten beschik-baar.Op basis van een monitor zorgverzekerings-markt van juni 2006 en de toen beschikbaregegevens heeft de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) geconcludeerd dat er geen sprake is van

ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 51

stelsel

52 9-2006 > zorg & financiering

een situatie waarin zorgverzekeraars de premie-stelling voor individuele verzekerden gebruikenom de collectieve kortingen te financieren. DeNZa wijst in het Visiedocument zorgverzekerings-markt op de mogelijkheid dat een competitievemarkt voor collectieve zorgverzekeringen juistkan leiden tot premievoordelen voor individueleverzekerden.De NZa heeft nader onderzoek aangekondigd

naar collectiviteiten in het kader van de monitorzorgverzekeringsmarkt. In de opzet hiervanwordt meegenomen of collectiviteitskortingengepaard gaan met een besparing van kosten bijverzekeraars. Ook zal hierbij de bandbreedte vande premies voor collectieve en individuele polis-sen van zorgverzekeraars aandacht krijgen.Bron: ZN Journaal, 2006, nr. 42<

1150 nma geeft groen licht voor twee fusies in de zorgverzekeringsmarkt

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)gaat akkoord met het samengaan van DeltaLloyd N.V.’s zorgbedrijven (Delta Lloyd),Onderlinge Waarborgmaatschappij MenzisZorgverzekeraar U.A. (Menzis) en OnderlingeWaarborgmaatschappij Agis ZorgverzekeringenU.A. (Agis). Tevens geeft zij haar goedkeuringaan de fusie tussen VGZ-IZA-Trias groep U.A.(VGZ) en Coöperatie Univé U.A. (Univé ). DeNMa concludeert dat de fusies op zowel lande-lijk als provinciaal niveau geen nadelige gevol-gen hebben voor de concurrentie.

Naast de twee nieuwe combinaties blijven oplandelijk niveau twee grote andere verzekeraarsactief met vergelijkbare marktaandelen (Achmeaen CZ/OZ). Gezien de aanwezigheid van dezetwee grote concurrenten, de aanwezigheid vaneen aantal andere landelijke spelers en de aan-houdende dynamiek op de markt voor zorgver-zekeringen, ziet de NMa na de fusie geenconcurrentiebelemmeringen. Zorgverzekeraarszullen ook de komende jaren moeten blijvenconcurreren om de gunst van de consument.Uit het marktonderzoek van de NMa blijkt datmet name de werkgeverscollectiviteiten eenbelangrijke rol spelen bij de concurrentiestrijdtussen zorgverzekeraars.

Na de twee fusies zijn op landelijk niveau viergrote spelers actief op de zorgverzekerings-markt. In haar onderzoek heeft de NMa gekekenof een collectieve machtspositie kan ontstaandoordat dit geringe aantal spelers hun gedragzou kunnen coördineren. Aangezien de zorgver-zekeringsmarkt volop in beweging is, is het voorzorgverzekeraars moeilijk om voldoende tedoorzien wat hun concurrenten doen. Daarmeeacht de NMa het niet aannemelijk dat een collec-tieve machtspositie kan ontstaan. Uiteraardblijft de NMa toezicht houden op mogelijkemededingingsbeperkende afspraken.De NMa signaleert dat de twee nieuw te vormenondernemingen in een aantal provinciale mark-ten vrij hoge marktaandelen hebben, maar komttot de conclusie dat dit geen nadelige gevolgenheeft voor de concurrentie op deze markten. Zokunnen ook zorgverzekeraars die in een provin-cie een laag marktaandeel hebben onderhande-len met zorgaanbieders en tegenwicht biedenaan verzekeraars met een groot marktaandeel.De NMa heeft bij haar onderzoek de Neder-landse Zorgautoriteit geraadpleegd. In haarzienswijze onderschrijft zij de uitkomsten vande besluiten. Bron: persbericht NMa, 10 oktober 2006<

ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 52