1 Persluchtbehandeling Filters Reduceerventielen Filter-reduceerventielen Smeertoestellen ...

Post on 24-May-2015

214 views 1 download

Transcript of 1 Persluchtbehandeling Filters Reduceerventielen Filter-reduceerventielen Smeertoestellen ...

1

PersluchtbehandelingPersluchtbehandeling

Filters Reduceerventielen Filter-reduceerventielen Smeertoestellen Overdrukventielen Milieufilters De reeksen

2

U VINDT HET LOGISCH U VINDT HET LOGISCH DAT TOPATLETEN AAN DAT TOPATLETEN AAN

CONDITIETRAINING CONDITIETRAINING DOEN?DOEN?

3

EN WAT MET EN WAT MET PERSLUCHTMATERIAAL ! PERSLUCHTMATERIAAL !

4

Hoe doen topatleten aan conditietraining ?Hoe doen topatleten aan conditietraining ?

Gezonde voeding Goede bloeddruk Gesmeerde spieren

5

Hoe perslucht conditioneren ?Hoe perslucht conditioneren ?

Goede filtering ( gezonde voeding ) De juiste druk ( goede bloeddruk ) Gesmeerde lucht ( vlotte spieren )

6

TOPATLETENTOPATLETEN PERSLUCHTMATERIAAL PERSLUCHTMATERIAAL

Gezonde voeding Goede bloeddruk Gesmeerde spieren

Goede filtering De juiste druk Gesmeerde lucht

7

FiltersFilters

8

FiltersFilters

Verwijderen vloeistofdeeltjes (water) Verwijderen vaste deeltjes Filterelementen 40, 25 en 5 micron Coalescentiefilter 0,01 micron verwijdert olienevel en de

kleinste onzuiverheden Olie van de compressor: olie + water = schuim Dampen: damp + water = zuur = corrosie

9

Het filterenHet filteren De perslucht komt in het

reservoir. Door de centrifugaalkracht

worden vaste vloeistof-deeltjes tegen de wand geslingerd.

Filtering van de perslucht. Verwijderen van vaste en

vloeistofdeeltjes. Aftap van de condensaten. ManueelAutomatisch

10

Filter (werkingsprincipe)Filter (werkingsprincipe)

Verwijderen van vloeistofdeeltjes. De deflector brengt de lucht in

werveling. Waterdruppels en vaste deeltjes

worden naar buiten geslingerd. De zone-afscheider zorgt voor

een kalme zone. Het filterelement verwijdert de

stofdeeltjes.

11

Filter (met handaftap)Filter (met handaftap)

Een dagelijkse controle van het waterniveau is noodzakelijk.

Een kwartslag kraantje laat toe de vloeistof af te tappen.

De schroefdraad op het aftap-kraantje laat toe een afvoer-leiding te monteren.

12

Filter (met metalen reservoir)Filter (met metalen reservoir)

Te gebruiken: boven + 50°C; boven 1,0 MPa werkdruk; daar waar in de omgeving

oplosmiddelen mogelijk zijn.

Standaard voor de reeks 64. Voorzien van een

prismatisch kijkglas.

13

Filter (met vervuilingsindicator)Filter (met vervuilingsindicator) Bij een vervuild filterelement daalt de

doorlaat. De verschildruk voor en na het

filterelement doet de rode merkring stijgen.

Eerste zichtbare aanduiding bij 0,03 MPa (0,3 bar) drukverschil. Volledige aanduiding bij 0,1 MPa drukverschil.

Daarna moet het filterelement vervangen worden.

14

LuchtkwaliteitLuchtkwaliteit

ISO 8573-1 perslucht voor algemeen gebruik.

De toegelaten vervuilingen worden aangeduid door Klasse 1.

Volgens 3 criteria: vaste deeltjes; water; olie.

Luchtkwaliteit wordt opgegeven door drie klassenummers vb. 1.7.1:

1 = vaste deeltjes max. 0,1 µm, 7 = water (niet opgegeven), 1 = olie max. 0,01 mg/m3.

Dit zijn de specificaties voor ademlucht.

Om het watergehalte te verminderen is het nodig drogers te plaatsen.

15

LuchtkwaliteitLuchtkwaliteit

Klasse

max. grootte

µm

Vaste deeltjes

Max. concentratie

mg/m³ *

Water

Dauwpunt°C*

Olie

Olierestgehaltemg/m³

*

1 0,1 0,1 - 70 0,01

2 1 1 - 40 0,1

3 5 5 - 20 1

4 15 8 + 3 5

5 40 10 + 7 25

6 - - + 10 -

7 - - Niet opgegeven -

Dauwpunt is de temperatuur tot waar de lucht gekoeld moet worden(om met kunstmatige condensatie het overtollige water te verwijderen)

ISO 8573-1

* bij +21°C en 0,7 MPa (7 bar)

16

CoalescentiefiltersCoalescentiefilters

17

CoalescentiefiltersCoalescentiefilters

Te gebruiken waar zeer zuivere en olievrije lucht nodig is.

In de voedingsmiddelenindustrie, voor ademlucht en spuitinstalla-ties.

Filtering vaste deeltjes tot 0,01 µm.

Olierestgehalte max. 0,01 ppm bij + 21°C.

Steeds een voorfilter nodig van 5 µm.

18

CoalescentiefiltersCoalescentiefilters De perslucht stroomt van

binnen naar buiten door het filterelement.

Stevige constructie voor drukverschillen tot 1 MPa.

Filtermateriaal: boorsilicaat-vezels.

De schuimrubberen mantel vertraagt de luchtsnelheid en verzamelt de af te voeren olie.

19

CoalescentiefiltersCoalescentiefilters

Olieaerosols worden opgenomen bij contact met de boorsilicaatvezels van het filterelement.

De wand van het filterelement bevat miljoenen vezels, de maaswijdte is zo klein en zo complex dat olieaerosols het element niet meer kunnen verlaten.

Door de zwaartekracht daalt de olie tot onderaan het element en vloeit dan automatisch af.

20

Puraire filtersPuraire filters

Vervuilde lucht Filterelement Zuivere lucht

directe impact

inertie

Brownsebeweging

21

CoalescentiefiltersCoalescentiefilters

De debieten (doorlaat) van deze filters zijn lager dan deze van de standaard overeenkomstige filters.

Het filteroppervlak is groot om de lucht uittredesnelheid te beperken en zodoende te vermijden dat de olie weer meegevoerd wordt.

De vervuilingsindicator waarschuwt bij een te vervangen filterelement.

22

Puraire filtersPuraire filters

Perfecte stof- en olieafscheiding. Olierestgehalte max. 0,01 ppm bij

+ 21oC en 0,7 MPa. Verwijderen vaste deeltjes tot

0,01 µm. Luchtkwaliteit volgens ISO 8573-1

Klasse 1.7.2 Vervuilingsindicator

23

Ultraire filtersUltraire filters Filtert tot ademlucht, verwijdert

olie en geuren. Blauwe waarschuwingsring ter

aanduiding van verzadigd filter-element.

Olierestgehalte max. 0,003 ppm bij + 21oC en 0,7 MPa.

Verwijderen van vaste deeltjes tot 0,01 µm.

Luchtkwaliteit volgens ISO 8573-1 Klasse 1.7.1

24

MilieufiltersMilieufilters

Als uitlaatfilter voor alle pneumatische uitlaatlucht.

Verwijdert olie uit de uitlaat-lucht.

Groot filteroppervlak waar-door lage luchtsnelheid en dus geluiddempend.

Batterijmontage mogelijk.

25

Om de afblaaslucht van de ventielen op te vangen.

Het grote filteroppervlak vermindert de afblaassnelheid niet.

Verlaagt het geluidsniveau < 80 dB. Verwijdert olienevel en onzuiverheden uit

de afgeblazen lucht. Milieuvriendelijk. Condensaten worden in het reservoir

verzameld. In beide richtingen bruikbaar.

MilieufiltersMilieufilters

26

De verschillende soorten vervuilingDe verschillende soorten vervuiling

0.0010,001 0,01 0,1 1 10 1000,003 0,03 0,3 3 30

Rook en metaalstof

Sigarettenrook Asnevel

Stof van koolOlieaerosols

Stof in de atmosfeer

Virussen Bacteriën

Pollen

COALESCENTIEFILTER MET ACTIEVE KOOL TYPE ULTRAIRE

COALESCENTIEFILTER TYPE PURAIRE

GEWONE FILTEROF VOORFILTER

Diameter van de deeltjes in micron

27

TOPATLETENTOPATLETEN PERSLUCHTMATERIAAL PERSLUCHTMATERIAAL

Gezonde voeding Goede bloeddruk Gesmeerde spieren

Goede filtering De juiste druk Gesmeerde lucht

28

ReduceerventielenReduceerventielen

29

InhoudInhoud

Waarom een reduceer-ventiel gebruiken?

Verschillende types van reduceerventielen

Klassieke toepassingen Werkingsprincipe Installatie Debietkarakteristieken Regelkarakteristieken

Afblaaskarakteristieken Waar op letten? Maak de goede keuze! Alternatieven kiezen Tal van voorbeelden

30

Waarom een reduceerventiel Waarom een reduceerventiel gebruiken?gebruiken?

Waarom?Waarom?

31

Waarom druk regelen ?Waarom druk regelen ?

Gereedschappen hebben een ideale werkdruk!

p = 0,4 MPa

WAAROM ?

32

Waarom druk regelen ?Waarom druk regelen ?

Gereedschappen hebben een ideale werkdruk! De kracht van een persluchtcilinder beperken.

WAAROM ?

33

Waarom druk regelen ?Waarom druk regelen ?

Gereedschappen hebben een ideale werkdruk! De kracht van een persluchtcilinder beperken. De uitgangsdruk constant houden, ondanks een

variërende ingangsdruk.

2 MPaCOMPRESSOR

WAAROM ?

34

VERSCHILLENDE TYPES VAN VERSCHILLENDE TYPES VAN REDUCEERVENTIELEN REDUCEERVENTIELEN

35

Wij maken honderden verschillende Wij maken honderden verschillende reduceerventielen.....reduceerventielen.....

Het hoeft daarom niet verwarrend te zijn!

36

Verschillende types zijn :Verschillende types zijn : Gewone reduceerventielen Drukgestuurde reduceerventielen Reduceerventielen voor speciale toepassingen

Precisie / Instrumentatie Water Roestvast staal Brouwerij / CO2 Miniatuur Speciale (omgebouwde standaard reduceerventielen) Debietregelaars (zijn geen reduceerventielen !)

37

Verschillende toepassingenVerschillende toepassingen

Textielmachines Compressoren Machines voor banden Machines voor

schoenenfabricage Garage-uitrusting Automobielfabrieken Aan boord van treinen Chauffeursstoelen van

vrachtwagens

Machines voor dialyse Tandartsstoelen Irrigatiesystemen Oliepompen Spannen van materialen Zandstralen

38

ReduceerventielReduceerventiel

Vermindert de primaire druk tot de werkdruk.

Vermindert de slijtage van de pneumatische componenten.

Bespaart energie.

Zorgt voor een ideale werking van de pneumatische componenten.

Primairedruk

Secundairedruk

39

WerkingsprincipeWerkingsprincipe

40

WerkingsprincipeWerkingsprincipe

Doorsnede:

Regelknop

Regelmoer

Veer

Membraan

Klepstang

KlepKlepveer

Bodemplug

Detectiebuisje

Detectiekamer

41

Hoe werkt een reduceerventiel met een Hoe werkt een reduceerventiel met een correctie-uitlaat ?correctie-uitlaat ?

Reduceerventiel is in rust. De uitgaande druk wordt hoger dan

de geregelde druk - wat gebeurt er?

42

Hoe werkt een reduceerventiel met een Hoe werkt een reduceerventiel met een correctie-uitlaat ?correctie-uitlaat ?

Het membraan wordt van de klep-stang gelicht.

De uitgaande (te hoge) druk ontsnapt naar de atmosfeer door de ontlucht-opening in het lichaam (via de correctie-uitlaat in het membraan).

Wanneer de ingestelde druk weer bereikt wordt, zakt het membraan weer op de klepstang en wordt de correctie-uitlaat afgesloten.

43

90% van de persluchttoepassingen 90% van de persluchttoepassingen zijn (worden) uitgerust met zijn (worden) uitgerust met

reduceerventielen met correctie-uitlaatreduceerventielen met correctie-uitlaat

44

Overzicht van het werkingsprincipeOverzicht van het werkingsprincipe

De klep opent en sluit om de secundaire druk constant te houden.

De veer drukt op het membraan en opent de klep zodanig dat de lucht kan doorstromen.

p 2 duwt onder het membraan, de klep sluit, de doorstroming van de lucht is afgesloten.

De krachten op het membraan zorgen voor het evenwicht.

De detectiebuis verbetert de debietkarakteristieken. De uitgebalanceerde klep verbetert de

regelkarakteristieken.

45

InstallatieInstallatie Reduceerventielen hebben

verschillende aansluitingen die kunnen afgeplugd worden.

Het is belangrijk te vermijden dat er vuil in de unit terechtkomt.

Bij vervuiling zal het toestel NIET meer werken!

46

InstallatievoorschriftenInstallatievoorschriften

Vermijd het binnendringen van vuil. Plaats een filter. Installeren mag in alle posities.

Zo dicht mogelijk bij de toepassing installeren. Regel altijd van een lagere naar een hogere druk.

47

Eigenschappen Eigenschappen

De eigenschappen van een reduceerventiel worden weergegeven door zijn :

karakteristieken qua debiet; karakteristieken qua regeling.

RegelingDEBIET

48

Debiet in grafische termenDebiet in grafische termen DEBIET

Debiet

ideaal reduceerventiel

realiteit

Uitgaandedruk

49

Debiet van een reduceerventielDebiet van een reduceerventiel DEBIET

initiële drukval

drukverlies met verhoogd debiet

overdebiet

Debiet

Uitgaande

druk

50

Wat kunnen wij leren ?Wat kunnen wij leren ?

Wat is de uitgangsdruk bij een debiet van 20 dm3/s?

DEBIET

Debiet

Uitgaande druk

0.4

0.3

0.2

0.1

40302010

p1 = 1 MPa

51

Wat kunnen wij leren ?Wat kunnen wij leren ?

Wat is het maximum debiet door het reduceerventiel ? Is afhankelijk van de toegelaten drukval.

DEBIET

Debiet

Uitgaande druk

0.4

0.3

0.2

0.1

40302010

52

Wat kunnen wij leren ?Wat kunnen wij leren ? Wat wanneer de geregelde druk = 0,3 MPa? We hebben extra curves nodig in onze grafiek:

DEBIET

Uitgaande druk

Debiet

0.4

0.3

0.2

0.1

40302010

53

Wat kunnen wij leren ?Wat kunnen wij leren ? Wat wanneer de inlaatdruk = 0,5 MPa ? We hebben een nieuwe testcurve nodig.

DEBIET

Inlaatdruk = 0,5 MPa

Debiet

Uitgaande druk

0.4

0.3

0.2

0.1

40302010

54

Opgegeven debietenOpgegeven debieten

Deze worden opgegeven onder bepaalde voorwaarden bv. inlaatdruk = 1 MPa, geregelde druk = 0,63 MPa met een toegelaten drukval van 0,1 MPa (t.o.v. de geregelde druk).

Inlaatdruk = 1 MPaUitgaande druk

Debiet

0.63

0.550.40

0.53

40302010

55

Hoe een reduceerventiel instellen ?Hoe een reduceerventiel instellen ?

56

Hoe een reduceerventiel instellen ?Hoe een reduceerventiel instellen ?

Altijd regelen van een lagere druk naar een hogere druk.

8 4

8 3 4

57

Regeling zonder debietRegeling zonder debiet

Zelfs bij lage debieten heeft men een drukval t.o.v. de geregelde druk zonder debiet.

Debiet

Uitgaande druk0.4

0.3

0.2

0.1

40302010

58

Regeling met debietRegeling met debiet

Er is altijd een minimale afwijking van de geregelde druk, zelfs bij een breed debietbereik.

Debiet

Geregelde druk bij een debiet van 20 dm3/sUitgaande druk0.4

0.3

0.2

0.1

40302010

59

REGELKARAKTERISTIEKENREGELKARAKTERISTIEKEN

Regeling

60

Wat is een regelkarakteristiek ? Wat is een regelkarakteristiek ?

De bekwaamheid van het reduceerventiel om de geregelde druk constant te houden, zelfs wanneer de ingangsdruk variëert.

Regeling

Geef alles wat je hebt flinke knul !

Het ideale reduceerventielZeer solide !

Compressor

00,5 0,1

61

In grafische termenIn grafische termen

De perfecte curve ! Opgepast, we vertrekken van een hoge inlaatdruk en

reduceren naar een lagere druk !

Inlaatdruk

Uitgaande druk

62

De realiteit......De realiteit......

Reduceerventielen hebben een variërende uitlaatdruk (standaard reduceerventielen meer dan precisie-reduceerventielen).

Regeling

Wacht een minuutje,wat is de inlaatdruk ?!

Het echte reduceerventielniet zo solide nietwaar !

“ “

Compressor

0,5 1,0

63

In grafische termenIn grafische termen Wanneer de inlaatdruk beneden de geregelde druk daalt, dan

werkt er geen drukregeling meer. (p 1 moet minstens 0,1 MPa hoger zijn dan de geregelde druk).

Inlaatdruk

Regeling

Uitgaande druk

1.00.50

0.4

64

Verschillende debietenVerschillende debieten Debieten worden geacht constant te blijven in deze

grafieken, maar het debietverloop heeft een invloed. Deze invloed is het grootst wanneer de inlaatdruk dicht bij

de geregelde druk ligt.

Regeling

Inlaatdruk

Uitgaande druk

1.00.50

0.4 10%100%

200%

65

Wat is de karakteristiek van de correctie-Wat is de karakteristiek van de correctie-uitlaat ?uitlaat ?

De karakteristiek van de correctie-uitlaat geeft het debiet weer van de lucht die kan afgeblazen worden, (van de uitgaande druk) naar de atmosfeer door de correctie-uitlaat in het membraan.

66

Filter-ReduceerventielFilter-Reduceerventiel

Combinatie van filter met reduceerventiel.

Lucht wordt eerst gefilterd en daarna naar de inlaatpoort van het reduceerventiel geleid.

Druk wordt gereduceerd naar de gewenste waarde.

Plaats- en kostenbesparende oplossing.

67

TOPATLETENTOPATLETEN PERSLUCHTMATERIAAL PERSLUCHTMATERIAAL

Gezonde voeding Goede bloeddruk Gesmeerde spieren

Goede filtering De juiste druk Gesmeerde lucht

68

SmeertoestellenSmeertoestellen

69

SMEERTOESTELLENSMEERTOESTELLEN

A : Straalbuisjes

B : Sensor

C : Kijkglas

D : Zuigbuis

E : Filtergaas

F : Regelknop

G : Doorgang naar smeerpunten

H : Vergrendeling

70

Micro-Fog smeertoestelMicro-Fog smeertoestel Levert een micro-olienevel

0,3 µm in het persluchtnet.

Vermindert de slijtage van pneumatische componenten en gereedschappen.

Constante olie / lucht verhouding ongeacht debietschommelingen.

Verzekert een optimale smering over grote af-standen.

Groot debiet

Variabeledoorsnede

open

Klein debiet

Variabele doorsnedegesloten

71

Oil-Fog smeertoestelOil-Fog smeertoestel

Gebruikt voor smering op korte afstand. Brengt kleine oliedruppels 0,1 µm in het

persluchtnet. Vermindert de slijtage van pneumatische

componenten en gereedschappen. Constante olie / lucht verhouding bij

wisselend debiet. Neemt oliedruppels mee over enkele

meters. Kan onder druk bijgevuld worden.

72

0

2

46

8

bar

0

2

46

8

bar

Complete FRL-groep = VerzorgingseenheidComplete FRL-groep = Verzorgingseenheid

73

Excelon 72 - Excelon 72 - ControlegroepenControlegroepen Vier uitvoeringen:

- Filter-reduceerventiel + smeertoestel

- Filter + reduceerventiel + smeertoestel

- Filter + smeertoestel

- Filter-reduceerventiel + verdeelblok +smeertoestel

Snelle samenbouw Aansluitpoorten 1/4" of 3/8" Toestellen met directe aansluiting

74

Reeks 64 Olympian PlusReeks 64 Olympian Plus Basisblok met directe

aansluiting. Aansluiting voor manometer op

basisblok. Eenvoudige montage. Modulaire opbouw. Onverliesbare O-ringen. Montage van de toestellen en

van de reservoirs door bajonet-sluiting.

Reservoir beveiligd tegen losdraaien onder druk.

G 1/4 tot G 3/4 , nominaal G 1/2.

75

F64C/H - Puraire 0,01 µm en 0,01 mg /m³ Perfecte stof- en olie-afscheiding

door een filterelement uit compo-sietmateriaal.

Standaard met metalen reservoir. Uitstekende zichtbaarheid van

het vloeistofniveau.

Reeks 64 Olympian Plus -Reeks 64 Olympian Plus - Puraire & Ultraire filters Puraire & Ultraire filters

F64B/L - Ultraire 0,01 µm en 0,003 mg /m³ Uitstekende afscheiding van olie en

dampen door een coalescentiefilter in combinatie met actieve kool.

Filtert tot ademlucht, ontoliet en ontgeurt. Luchtkwaliteit volgensISO 8573-1,kwaliteitsklasse 1.7.1.

76

Reeks 64 Olympian Plus - Reeks 64 Olympian Plus - MilieufiltersMilieufilters

CS13 Dempt sterk het geluid van de

afblaaslucht. Verwijdert olienevel en onzuiver-

heden uit de afgeblazen lucht. Doorstroming in beide richtingen. Voldoet volledig aan de voorschriften

voor "veiligheid en hygiëne”.

77

Om de afblaaslucht van de ventielen op te vangen.

Het grote filteroppervlak vermindert de afblaassnelheid niet.

Verlaagt het geluidsniveau < 80 dB.

Verwijdert olienevel en onzuiverheden uit de afgeblazen lucht.

Milieuvriendelijk.

Condensaten worden in het reservoir verzameld.

In beide richtingen bruikbaar.

MilieufiltersMilieufilters

78

AANLOOP-STARTVENTIELEN MET SNELONTLUCHTINGAANLOOP-STARTVENTIELEN MET SNELONTLUCHTING

79

WAAROM EEN AANLOOP-STARTVENTIEL WAAROM EEN AANLOOP-STARTVENTIEL MET SNELONTLUCHTING GEBRUIKEN ?MET SNELONTLUCHTING GEBRUIKEN ?

WAAROM ?

80

De snelheid van een cilinder wordt bepaald door het debiet van de ontluchting (uitgaande lucht) te regelen.

WAAROM ?Laten we kijken naar een typisch Laten we kijken naar een typisch aanloop-startventiel...aanloop-startventiel...

81

Laten we kijken naar een typisch Laten we kijken naar een typisch aanloop-startventiel...aanloop-startventiel...

Maar wat gebeurt er wanneer het systeem opgestart wordt ? Er is geen uitgaande lucht om te regelen !!! Er is geen tegendruk

WAAROM ?

82

Laten we kijken naar een typisch Laten we kijken naar een typisch aanloop-startventiel...aanloop-startventiel...

De cilinder gaat bliksemsnel naar zijn einde slag, waar hij schade of verwondingen kan veroorzaken.

WAAROM ?

83

WAAROM ?Zou een Zou een aanloop-startventielaanloop-startventiel geen geen goed idee zijn ?goed idee zijn ?

De inlaatdruk stijgt progressief, zo dat de cilinderstang langzaam en op een veilige manier uitgaat, tot hij zijn startpositie bereikt heeft.

Progressieve drukopbouw

84

WAAROM ?

De aan / uit functie van de luchttoevoer gebeurt met een 3/2 ventiel dat voor het aanloop-startventiel geplaatst wordt.

Dit kan een elektrisch / veerretour of met lucht gepiloteerd /

veerretour bediend ventiel zijn.

Softstart ventiel

3/2 ventiel

Wat omtrent een Wat omtrent een snelle ontluchtingsnelle ontluchting ? ?

85

Het “aan”-signaal laat de luchttoevoer toe naar de verbruiker(s)

Luchttoevoer aan- en uitschakelenLuchttoevoer aan- en uitschakelenWAAROM ?

86

Het “aan”-signaal laat de luchttoevoer toe naar de ver-bruiker(s).

Het “uit”-signaal zorgt ervoor dat het systeem zeer snel ontlucht en “reset” het aanloop-startventiel.

Luchttoevoer aan- en uitschakelenLuchttoevoer aan- en uitschakelenWAAROM ?

87

Gecombineerd aanloop-startventiel met Gecombineerd aanloop-startventiel met snelontluchtingsnelontluchting

Een aanloop-startventiel met snelontluchting combineert beide functies in één enkel toestel.

Snugger hè ?

88

Regelbare curve Elektrische bediening Pneumatische bediening Minimum p in = 0. 2 MPa

Aanloop-startventiel met snelontluchtingAanloop-startventiel met snelontluchting

89

tijd

druk

Schakelpunt volle

doorlaat

p1

Aanloop-start functieAanloop-start functie

90

tijd

druk

wegvallenstuursignaal

Snelontlucht functieSnelontlucht functie

p1

91

Beschermt persluchtsystemen tegen te hoge druk.

Kan gebruikt worden bij toepassingen waar met tussenpozen perslucht afge-nomen wordt.

De veer houdt de klep gesloten.

Een te hoge druk in het persluchtnet opent de klep en ontlucht.

OverdrukventielOverdrukventiel

Druk