1 2 en...30 Onder een hoedje te vangen 31 Iemand de hand boven het hoofd houden 32 Naast zijn...

Post on 15-Oct-2020

0 views 0 download

Transcript of 1 2 en...30 Onder een hoedje te vangen 31 Iemand de hand boven het hoofd houden 32 Naast zijn...

1 2

3 4

1EURO

6 5

7 8

10

12

01CENT

1EURO

1EURO

05CENT

2 EURO

2 EURO

05CENT

5 CENT

05CENT

11

9

16

14 13

15

17 18

20

19

21

23

22

24

27

25

28

26

30

29

31 32

33

35

36

34

40

39

38 37

43

41

44

42

45

48 47

46

50 49

51 52

55

54 53

56

58 57

59 60

61 Ik had ...

Ik zou ...

Was ik maar...

62

63

64

Spreekwoorden en gezegden – serie 1

1 Haantje de voorste 2 Achter het net vissen 3 De kop in het zand steken 4 Geld over de balk gooien 5 Dweilen met de kraan open 6 Op ieder potje past een deksel 7 Het paard achter de wagen spannen 8 Door het oog van de naald kruipen 9 Eieren voor zijn geld kiezen

10 De vuile was buiten hangen 11 Naar de pomp lopen 12 Zwemmen in het geld 13 Een kind kan de was doen 14 Daar komt de aap uit de mouw 15 De eindjes aan elkaar knopen 16 Met de rug tegen de muur staan 17 De knuppel in het hoederhok gooien 18 De koe bij de horens vatten 19 De wind van voren krijgen 20 Een vinger in de pap hebben 21 Weten hoe de vork in de steel zit 22 Iemand iets in de schoenen schuiven 23 In iemands voetsporen treden 24 Het kind met het badwater weggooien 25 Kleine potjes hebben grote oren 26 Met de deur in huis vallen 27 Het hoofd boven water houden 28 Iets van de daken schreeuwen 29 Boontje komt om zijn loontje 30 Iemand op de vingers kijken 31 Het gras voor iemands voeten wegmaaien 32 Over de brug komen 33 Het hart op de tong hebben 34 Met de billen bloot gaan 35 De handdoek in de ring gooien 36 Het hazenpad kiezen 37 De draak met iets steken 38 Iemand de laan uitsturen 39 Ieder huisje heeft zijn kruisje 40 Als de kat van huis is dansen de muizen op tafel 41 De kogel is door de kerk 42 Bij de pakken neerzitten 43 De boot missen 44 Iemand aan het lijntje houden 45 Iemand over de streep trekken

46 Bot vangen 47 Het zinkend schip verlaten 48 Naar de bliksem lopen 49 Van een koude kermis thuiskomen 50 Tegen het zere been schoppen 51 Door de bomen het bos niet meer zien 52 Bergen kunnen verzetten 53 Het over een andere boeg gooien 54 Aan de weg timmeren 55 Naar andermans pijpen dansen 56 Gelijke monniken, gelijke kappen 57 Iemand het vuur aan de schenen leggen 58 Met iemand de vloer aanvegen 59 Uit de slof schieten 60 Dat klinkt als muziek in de oren 61 Spijkers op laag water zoeken 62 De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens 63 Het hemd is nader dan de rok 64 Iemand links laten liggen

3

2 1

4

6 5

7 8

10

9

11 12

13

16 15

14

17 18

19 20

21 22

23 24

25 26

27 28

29 30

31

32

36

34 33

35

37 38

39

40

41 42

43 44

45 46

47 48

50 49

51 52

54

56 55

53

59

58

57

60

61

63

62

64

Spreekwoorden en gezegden – serie 2

1 De appel valt niet ver van de boom 2 In de put zitten 3 De knoop doorhakken 4 Twee vliegen in één klap slaan 5 Door de mand vallen 6 Na regen komt zonneschijn 7 De bloemetjes buiten zetten 8 Een fluitje van een cent 9 Zoeken naar een speld in een hooiberg

10 Tegen de lamp lopen 11 Op eieren lopen 12 Iemand bij de neus nemen 13 Water bij de wijn doen 14 Het ijzer smeden als het heet is 15 Op alle slakken zout leggen 16 Er met de pet naar gooien 17 Met zijn hoofd in de wolken 18 Roet in het eten gooien 19 Geen slapende honden wakker maken 20 Zich in het hol van de leeuw wagen 21 Met de handen in het haar zitten 22 Er schuilt een addertje onder het gras 23 De lont in het kruitvat gooien 24 Op rozen zitten 25 De puntjes op de i zetten 26 Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen 27 Iemand onder de duim houden 28 Met de hoed in de hand kom je door het hele land 29 Iemand op handen dragen 30 Onder een hoedje te vangen 31 Iemand de hand boven het hoofd houden 32 Naast zijn schoenen lopen 33 Hoge ogen gooien 34 Hoog van de toren blazen 35 Olie op het vuur gooien 36 Zijn ogen in de zak hebben 37 Muggen ziften 38 De ogen in de zak hebben 39 Beter één vogel in de hand dan 10 in de lucht 40 Aan iemands lippen hangen 41 Met twee monden spreken 42 Met andermans veren pronken 43 Buiten de pot pissen 44 Je hart vasthouden 45 Losse handjes hebben 46 De boog kan niet altijd gespannen staan

47 De hond in de pot vinden 48 Een streep door de rekening 49 Iemand voor het blok zetten 50 Gekken en dwazen schrijven op deuren en glazen 51 Op zijn stokpaardje zitten 52 De bokkenpruik op hebben 53 De kruik gaat zo lang te water tot ze breekt 54 In hetzelfde schuitje zitten 55 In het land der blinden is éénoog koning 56 Doorgestoken kaart 57 Iets aan de grote klok hangen 58 De touwtjes in handen hebben 59 Iets achter de hand hebben 60 De strijdbijl begraven 61 Veel noten op zijn zang hebben 62 En boekje opendoen 63 Tijd is geld 64 Een streepje vóór hebben