Post on 07-Jul-2015
Voorganger: Dhr. R. PasterkampOrganist: Dhr. Pesman
Lied vdd??
Voorganger: Dhr. R. PasterkampOrganist: Dhr. Pesman
Stil gebed en groet
Psalm 103: vers 1 en 9‘Zegen, mijn ziel, de grote naam
des Heren.’
Hier in uw heiligdom (EL 297) t. & m. G. Kendrick; v. JmeO
Hier in uw heiligdom (EL 297) t. & m. G. Kendrick; v. JmeO
Hier in uw heiligdom (EL 297) t. & m. G. Kendrick; v. JmeO
Hier in uw heiligdom (EL 297) t. & m. G. Kendrick; v. JmeO
Gebed
Elb.: 118 vers 1, 3 en 4
‘Hij kwam bij ons heel gewoon.’
Vader ik aanbid U (EL 378) t. & m. T. Coelho
Vader ik aanbid U (EL 378) t. & m. T. Coelho
Vader ik aanbid U (EL 378) t. & m. T. Coelho
Vader ik aanbid U (EL 378) t. & m. T. Coelho
Vader ik aanbid U (EL 378) t. & m. T. Coelho
Vader ik aanbid U (EL 378) t. & m. T. Coelho
Schriftlezing:
Genesis 12: versen 1-9
‘De roeping van Abram.’
1 De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis
van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal. 2 Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult
tot een zegen zijn.
3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en
in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend
worden. 4 Toen ging Abram op weg, zoals de HEERE tot hem gesproken
had, en Lot ging met hem mee. Abram was vijfenzeventig jaar oud,
toen hij uit Haran vertrok.
Aankomst in Kanaän
5 Abram nu nam Sarai, zijn vrouw, en Lot, de zoon van zijn broer, en al hun bezittingen die ze verworven hadden, en de mensen die zij in Haranverkregen hadden; en zij gingen weg om naar het land Kanaänte gaan; en zij kwamen in het land Kanaän.
6 En Abram trok door dat land heen tot aan de heilige plaats
bij Sichem, tot de eik van More. De Kanaänieten
woonden toen in dat land.
7 Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw
nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een
altaar voor de HEERE, Die hem verschenen was.
8 Vandaar brak hij op naar het bergland ten oosten van Bethel
en zette zijn tent op tussen Bethel in het westen en Ai in het oosten. Daar bouwde hij voor de HEERE een altaar en riep de Naam van de HEERE
aan.
9 Daarna trok Abramgaandeweg verder naar het
Zuiderland.
Elb. 393: versen 1,2 en 3
‘We gaan op weg.’
Schriftlezing:
Johannes 6 vers 67 – 69
‘De belijdenis van Petrus.‘
67 Jezus dan zei tegen de twaalf: Wilt u ook niet weggaan?
68 Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar
wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven.
69 En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.
Elb. 72: versen 1, 2 en 5.
‘Meester tot wie zouden wij gaan?’
Verkondiging:
‘Ik ben (ga) op reis en neem mee!’
Opw. 167: versen 1 en 2
‘Samen in de naam van Jezus.’
Gebed
Geloofsbelijdenis:opwekking 347
Collecte:
1ste: Evangelisatie2de: Voor de Kerk
Slotzang: Opwekking 710:
Vers 1: ‘Zegen mij op e weg die ik moet gaan.’
Zegen
Slotzang: Opwekking 710:
Vers 2: ‘Zegen ons waar we in geloof voor leven.’