Zondag 3 Mei 2009 Avonddienst

‘De eeuwigheid in je hart dragen...’


Voorganger: da. Kramer

Organist: dhr. Meinema



Looft God, looft Hem overalLooft God, looft Hem overal

Psalm 150

1, 2

Psalm 150

1, 2

1

Looft God, looft Hem overal.

Looft de Koning van 't heelal

om zijn wonderbare macht,

om de heerlijkheid en kracht

1

Looft God, looft Hem overal.

Looft de Koning van 't heelal

om zijn wonderbare macht,

om de heerlijkheid en kracht

van zijn naam en eeuwig wezen.

Looft de daden, groot en goed,

die Hij triomferend doet.

Hem zij eer, Hij zij geprezen.

van zijn naam en eeuwig wezen.

Looft de daden, groot en goed,

die Hij triomferend doet.

Hem zij eer, Hij zij geprezen.

2

Hef, bazuin, uw gouden stem,

harp en fluit, verheerlijkt Hem!

Cither, cimbel, tamboerijn,

laat uw maat de maatslag zijn

2

Hef, bazuin, uw gouden stem,

harp en fluit, verheerlijkt Hem!

Cither, cimbel, tamboerijn,

laat uw maat de maatslag zijn

van Gods ongemeten wezen,

opdat zinge al wat leeft,

juiche al wat adem heeft

tot Gods eer. Hij zij geprezen.

van Gods ongemeten wezen,

opdat zinge al wat leeft,

juiche al wat adem heeft

tot Gods eer. Hij zij geprezen.

MededelingenMededelingen

Here Jezus, om uw woordHere Jezus, om uw woord

Gezang 328

1, 3

Gezang 328

1, 3

1

Here Jezus, om uw woord

zijn wij hier bijeengekomen.

Laat in 't hart dat naar U hoort

uw genade binnenstromen.

Heilig ons, dat wij U geven

hart en ziel en heel ons leven.

1

Here Jezus, om uw woord

zijn wij hier bijeengekomen.

Laat in 't hart dat naar U hoort

uw genade binnenstromen.

Heilig ons, dat wij U geven

hart en ziel en heel ons leven.

3

O Gij glans der heerlijkheid,

licht uit licht, uit God geboren,

maak ons voor uw heil bereid,

open hart en mond en oren,

dat ons bidden en ons zingen

tot de hemel door mag dringen.

3

O Gij glans der heerlijkheid,

licht uit licht, uit God geboren,

maak ons voor uw heil bereid,

open hart en mond en oren,

dat ons bidden en ons zingen

tot de hemel door mag dringen.

GebedGebed

Bemoediging en groetBemoediging en groet

Zalig hij, die in dit levenZalig hij, die in dit leven

ELB 37: 3, 4

/

Opwekking 221: 2, 3

ELB 37: 3, 4

/

Opwekking 221: 2, 3

3

Zalig hij, die in dit leven,

Jakobs God ter hulpe heeft;

Hij, die door den nood gedreven,

Zich tot Hem om troost begeeft;

Die zijn hoop, in 't hachlijkst lot,

Vestigt op den HEER', zijn God.


3

Zalig hij, die in dit leven,

Jakobs God ter hulpe heeft;

Hij, die door den nood gedreven,

Zich tot Hem om troost begeeft;

Die zijn hoop, in 't hachlijkst lot,



4

't Is de HEER', Wiens alvermogen

't Groot heelal heeft voortgebracht;

Die genadig, uit den hogen

Ziet, wie op Zijn bijstand wacht,

En aan elk, die Hem verbeidt,

Trouwe houdt in eeuwigheid.


4

't Is de HEER', Wiens alvermogen

't Groot heelal heeft voortgebracht;

Die genadig, uit den hogen

Ziet, wie op Zijn bijstand wacht,

En aan elk, die Hem verbeidt,



GebedGebed

SchriftlezingSchriftlezing

Psalm 43 Psalm 43

1 Doe mij recht, o God, en voer mijn rechtsgeding

tegen een volk zonder godsvrucht;

doe mij ontkomen aan de man van bedrog en onrecht.

2 Want Gij zijt de God mijner toevlucht;

waarom verstoot Gij mij?

Waarom ga ik in het zwart

vanwege des vijands onderdrukking?

3 Zend uw licht en uw waarheid;

mogen die mij geleiden,

1 Doe mij recht, o God, en voer mijn rechtsgeding

tegen een volk zonder godsvrucht;

doe mij ontkomen aan de man van bedrog en onrecht.

2 Want Gij zijt de God mijner toevlucht;

waarom verstoot Gij mij?

Waarom ga ik in het zwart

vanwege des vijands onderdrukking?

3 Zend uw licht en uw waarheid;

mogen die mij geleiden,

mij brengen naar uw heilige berg

en naar uw woningen,

4 zodat ik kan gaan tot Gods altaar,

tot de God mijner jubelende vreugde,

en U love met de citer,

o God, mijn God!

5 Wat buigt gij u neder, o mijn ziel,

en wat zijt gij onrustig in mij?

Hoop op God, want ik zal Hem nog loven,

mijn Verlosser en mijn God!

mij brengen naar uw heilige berg

en naar uw woningen,

4 zodat ik kan gaan tot Gods altaar,

tot de God mijner jubelende vreugde,

en U love met de citer,

o God, mijn God!

5 Wat buigt gij u neder, o mijn ziel,

en wat zijt gij onrustig in mij?

Hoop op God, want ik zal Hem nog loven,

mijn Verlosser en mijn God!

O God, kom mijn geding beslechten

O God, kom mijn geding beslechten

Psalm 43

3, 4

Psalm 43

3, 4

3

O Here God, kom mij bevrijden,

zend mij uw waarheid en uw licht

die naar uw heilge berg mij leiden,

waar Gij mij woning wilt bereiden.

Geef dat ik door U opgericht

kom voor uw aangezicht.

3

O Here God, kom mij bevrijden,

zend mij uw waarheid en uw licht

die naar uw heilge berg mij leiden,

waar Gij mij woning wilt bereiden.

Geef dat ik door U opgericht

kom voor uw aangezicht.

4

Dan ga ik op tot uw altaren,

tot U, o bron van zaligheid.

Dan mag mijn ziel uw heil ervaren

en dankbaar ruisen alle snaren

voor U die al mijn vreugde zijt

en eindloos mij verblijdt.

4

Dan ga ik op tot uw altaren,

tot U, o bron van zaligheid.

Dan mag mijn ziel uw heil ervaren

en dankbaar ruisen alle snaren

voor U die al mijn vreugde zijt

en eindloos mij verblijdt.

Schriftlezing Schriftlezing

Johannes 17: 1-8 Johannes 17: 1-8

1 Dit sprak Jezus en Hij hief zijn ogen ten hemel en zeide: Vader, de ure is gekomen; verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijke, 2 gelijk Gij Hem macht hebt gegeven over alle vlees, om aan al wat Gij Hem gegeven hebt, eeuwig leven te schenken. 3 Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt

1 Dit sprak Jezus en Hij hief zijn ogen ten hemel en zeide: Vader, de ure is gekomen; verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijke, 2 gelijk Gij Hem macht hebt gegeven over alle vlees, om aan al wat Gij Hem gegeven hebt, eeuwig leven te schenken. 3 Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt

4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt. 5 En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.

6 Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij behoorden U toe en Gij hebt hen Mij gegeven en zij hebben uw woord bewaard.

4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt. 5 En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.

6 Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij behoorden U toe en Gij hebt hen Mij gegeven en zij hebben uw woord bewaard.

7 Nu weten zij, dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt, 8 want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen en in waarheid erkend, dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.

7 Nu weten zij, dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt, 8 want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen en in waarheid erkend, dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.

Wat zou ik zonder U geweest zijn

Wat zou ik zonder U geweest zijn

Gezang 454

1, 2, 3

Gezang 454

1, 2, 3

1

Wat zou ik zonder U geweest zijn,

hoe zou ik zonder U bestaan?

Ik zou ten prooi aan angst en vrees zijn

en eenzaam door de wereld gaan.

1

Wat zou ik zonder U geweest zijn,

hoe zou ik zonder U bestaan?

Ik zou ten prooi aan angst en vrees zijn

en eenzaam door de wereld gaan.

Mijn liefde tastte in den blinde.

Een afgrond lag in het verschiet.

En waar zou ik een trooster vinden

die werklijk wist van mijn verdriet?

Mijn liefde tastte in den blinde.

Een afgrond lag in het verschiet.

En waar zou ik een trooster vinden

die werklijk wist van mijn verdriet?

2

Een diepe nacht zou mij omvangen

waarna geen blijde morgen daagt.

Ik werd verteerd door wild verlangen,

door 's levens maalstroom weggevaagd.

2

Een diepe nacht zou mij omvangen

waarna geen blijde morgen daagt.

Ik werd verteerd door wild verlangen,

door 's levens maalstroom weggevaagd.

Ik zou alleen zijn, van het heden

en van de toekomst ongewis.

Wie kan er aarden hier beneden

als er geen open hemel is?

Ik zou alleen zijn, van het heden

en van de toekomst ongewis.

Wie kan er aarden hier beneden

als er geen open hemel is?

3

Maar Christus gaf mij taal en teken

en ik ben zeker van zijn stem.

De nacht is voor het licht geweken,

het grondloos lot krijgt zin door Hem.

3

Maar Christus gaf mij taal en teken

en ik ben zeker van zijn stem.

De nacht is voor het licht geweken,

het grondloos lot krijgt zin door Hem.

Nu word ik mens, herkrijg mijn vrijheid

bij water, woord en brood en wijn,

omdat ik weet van zijn nabijheid

waar twee of drie vergaderd zijn.

Nu word ik mens, herkrijg mijn vrijheid

bij water, woord en brood en wijn,

omdat ik weet van zijn nabijheid

waar twee of drie vergaderd zijn.


‘De eeuwigheid in je hart dragen...’ Verkondiging Verkondiging

Nooit kan 't geloof te veel verwachten

Nooit kan 't geloof te veel verwachten

Gezang 291 Gezang 291

1

Nooit kan 't geloof te veel verwachten,

des Heilands woorden zijn gewis.

't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,

maar nooit een vriend als Jezus is.

1

Nooit kan 't geloof te veel verwachten,

des Heilands woorden zijn gewis.

't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,

maar nooit een vriend als Jezus is.

Wat zou ooit zijne macht beperken?

't Heelal staat onder zijn gebied!

En wat zijn liefde wil bewerken,

ontzegt Hem zijn vermogen niet.

Wat zou ooit zijne macht beperken?

't Heelal staat onder zijn gebied!

En wat zijn liefde wil bewerken,

ontzegt Hem zijn vermogen niet.

2

Die hoop moet al ons leed verzachten.

Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!

Voor hen, die 't heil des Heren wachten,

zijn bergen vlak en zeeën droog.

2

Die hoop moet al ons leed verzachten.

Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!

Voor hen, die 't heil des Heren wachten,

zijn bergen vlak en zeeën droog.

O zaligheid niet af te meten,

o vreugd, die alle smart verbant!

Daar is de vreemdlingschap vergeten

en wij, wij zijn in 't vaderland!

O zaligheid niet af te meten,

o vreugd, die alle smart verbant!

Daar is de vreemdlingschap vergeten

en wij, wij zijn in 't vaderland!

DankbedenDankbeden

GeloofsbelijdenisGeloofsbelijdenis

God in den hoog' alleen zij eerGod in den hoog' alleen zij eer

Gez. 254

1, 3, 4

Gez. 254

1, 3, 4

1

God in den hoog' alleen zij eer

en dank voor zijn genade,

daarom, dat nu en nimmermeer

ons deren nood en schade.

God toont zijn gunst aan ons geslacht.

Hij heeft de vrede weergebracht;

de strijd heeft thans een einde.

1

God in den hoog' alleen zij eer

en dank voor zijn genade,

daarom, dat nu en nimmermeer

ons deren nood en schade.

God toont zijn gunst aan ons geslacht.

Hij heeft de vrede weergebracht;

de strijd heeft thans een einde.

3

O Jezus, die de Christus zijt,

des Vaders Eengeboren,

Gij hebt ons van de toorn bevrijd

en redt wie was verloren.

Gij, Lam van God, voor ons geslacht,

verhoor ons roepen uit de nacht,

erbarm U over allen.

3

O Jezus, die de Christus zijt,

des Vaders Eengeboren,

Gij hebt ons van de toorn bevrijd

en redt wie was verloren.

Gij, Lam van God, voor ons geslacht,

verhoor ons roepen uit de nacht,

erbarm U over allen.

4

O Heilge Geest, ons hoogste goed,

ten Trooster ons gegeven,

heb dank dat Gij ons delen doet

in Jezus' dood en leven.

Beveilig ons in alle nood,

blijf ons nabij in angst en dood,

op U steunt ons vertrouwen.

4

O Heilge Geest, ons hoogste goed,

ten Trooster ons gegeven,

heb dank dat Gij ons delen doet

in Jezus' dood en leven.

Beveilig ons in alle nood,

blijf ons nabij in angst en dood,

op U steunt ons vertrouwen.

CollecteCollecte

Jezus leeft in eeuwigheidJezus leeft in eeuwigheid

ELB 411

/

Opwekking 71

ELB 411

/

Opwekking 71

Jezus leeft in eeuwigheid,

zijn sjaloom wordt werkelijkheid.

Alle dingen maakt Hij nieuw.

Hij is de Heer van mijn leven.





Straks als er een nieuwe dag begint,

en het licht het van het duister wint,

mag ik bij Hem binnengaan,

voor zijn troon gaan staan.

Hef ik daar mijn loflied aan:

Straks als er een nieuwe dag begint,

en het licht het van het duister wint,

mag ik bij Hem binnengaan,

voor zijn troon gaan staan.

Hef ik daar mijn loflied aan:

Straks wanneer de grote dag begint,

en het licht voor altijd overwint,

zal de hemel opengaan,

komt de Heer er aan.

Heffen wij dit loflied aan:

Straks wanneer de grote dag begint,

en het licht voor altijd overwint,

zal de hemel opengaan,

komt de Heer er aan.

Heffen wij dit loflied aan:

Jezus komt in heerlijkheid,

zijn sjaloom wordt wereldwijd.


Hij is de Heer van ons leven.

Jezus komt in heerlijkheid,

zijn sjaloom wordt wereldwijd.


Hij is de Heer van ons leven.

ZegenZegen

Wel thuisWel thuis

Zondag 3 Mei 2009 Avonddienst

Spiritual

Transcript of Zondag 3 Mei 2009 Avonddienst