van Algemene Farmacologie naar van Algemene Farmacologie naar
het effect van Psychofarmacahet effect van Psychofarmaca
TerminologieTerminologieFarmacokinetiek: wat het lichaam met de stof doetFarmacokinetiek: wat het lichaam met de stof doetFarmacodynamiek: wat de stof met het lichaam doetFarmacodynamiek: wat de stof met het lichaam doet
stof stof →→ biotransformatie biotransformatie →→ hersenen hersenen →→ binding binding BBBBBB
receptorenreceptoren
↓↓ biol.biol. effecteffect
I________________________I________________________II__________I__________I FarmacokinetiekFarmacokinetiek Farmacodynamiek
FarmacokinetiekFarmacokinetiek leverlever l l ¯̄EHEH¯ ¯ ¯ ¯¯ ¯ ¯ ¯
↓↓ ll
→→ absorptie absorptie →→→→ verdeling verdeling →→→→ uitscheiding uitscheiding →→ EH: entero-hepatische kringloop: lever-gal-darmwandEH: entero-hepatische kringloop: lever-gal-darmwand
rectaal: vermijding ‘first-pass-effect’rectaal: vermijding ‘first-pass-effect’
VerdelingVerdeling
Lipofiele stof: grootste verd. volume (vet), langste Lipofiele stof: grootste verd. volume (vet), langste eliminatie halfwaardetijdeliminatie halfwaardetijdHydrofiele stof: kleiner verd.volume (spier), kortereHydrofiele stof: kleiner verd.volume (spier), kortere
T½T½
plasma-eiwitbinding: plasma-eiwitbinding: ↓↓ verd.volume verd.volume
LeverLeverbiotransformatie: chemische omzetting o.i.v. enzymenbiotransformatie: chemische omzetting o.i.v. enzymen doel: wateroplosbaar makendoel: wateroplosbaar maken stof----->metabolietstof----->metaboliet
fase I en II of alleen fase IIfase I en II of alleen fase II
fase I reacties: oxidatiefase I reacties: oxidatie (+O (+O22) ) o.i.v. enzymen van Cyt-o.i.v. enzymen van Cyt-
P-450 systeem: P-450 systeem: CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, -2C19, -2D6,CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, -2C19, -2D6, -3A4-3A4
reductiereductie hydrolysehydrolyse (splitsing+invoeging H (splitsing+invoeging H22O)O)
fase II reacties: koppeling aan glucuronzuur, fase II reacties: koppeling aan glucuronzuur, sulfaat, of glycinesulfaat, of glycine
NierNierklaring: snelheid waarmee stof uit bloedplasma klaring: snelheid waarmee stof uit bloedplasma
wordt onttrokkenwordt onttrokkenafh. van: intrinsieke capaciteit van lever en nierafh. van: intrinsieke capaciteit van lever en nier doorbloeding lever en nierdoorbloeding lever en nier mate van plasma–eiwitbindingmate van plasma–eiwitbinding
Farmacokinetiek Farmacokinetiek bepaalt: doseringbepaalt: dosering
frequentiefrequentie
evt. wijze van innameevt. wijze van inname
FarmacodynamiekFarmacodynamiek
bindingsplaatsen: doelwit van farmaconbindingsplaatsen: doelwit van farmacon• receptorenreceptoren• ionenkanalenionenkanalen• enzymenenzymen• transporteiwittentransporteiwitten
receptorenreceptoren: 4 klassen:: 4 klassen: geb. aan ionenkanaal, geb. aan G-eiwit, geb. aan ionenkanaal, geb. aan G-eiwit,
receptoren die tevens enzym zijn, receptoren die tevens enzym zijn, steroïdreceptorensteroïdreceptoren
ionenkanalenionenkanalen: spanningsafh. beinvloed door Δ : spanningsafh. beinvloed door Δ membraanpotentiaalmembraanpotentiaal receptorafh. receptorafh. enzymenenzymen: competitieve/ niet-competitieve remming: competitieve/ niet-competitieve remming
transporteiwittentransporteiwitten: ‘re-uptake’ eiwitten, afh. van Na: ‘re-uptake’ eiwitten, afh. van Na+ +
kanalen, binding neurotransmitterskanalen, binding neurotransmitters
Farmacodynamiek Farmacodynamiek bepaalt de klasse van bepaalt de klasse van geneesmiddel (soort binnen de groep)geneesmiddel (soort binnen de groep)
PsychofarmacaPsychofarmaca
GroepenGroepen SoortenSoorten
HypnoticaHypnotica bromiden, barbituraten, benzodiazepinen, - bromiden, barbituraten, benzodiazepinen, -
SedativaSedativa benzo’s verwanten, valeriaan benzo’s verwanten, valeriaan
AnxiolyticaAnxiolytica benzo’s, buspiron, anti-histaminica, SRI’s benzo’s, buspiron, anti-histaminica, SRI’s
AntipsychoticaAntipsychotica typische en atypische typische en atypische
Stemmingsstab.Stemmingsstab. lithiumcarbonaat, -citraat, carbamazepine, lithiumcarbonaat, -citraat, carbamazepine,
valproaat, (lamotrigine) valproaat, (lamotrigine)
Antidepressiva Antidepressiva TCA’s, SRI’s, MAO TCA’s, SRI’s, MAOAA-remmers, trazodon, -remmers, trazodon,
mianserine en mirtazapine mianserine en mirtazapine
PsychostimulantiaPsychostimulantia methylfenidaat, modafinil methylfenidaat, modafinil
Farmacodynamiek Farmacodynamiek farmaca binden neurotransmitter receptoren farmaca binden neurotransmitter receptoren
ionotrope receptoren: groot, gekoppeld aan ionotrope receptoren: groot, gekoppeld aan ionenkanaal, snel effectionenkanaal, snel effect
metabotrope receptoren: 1 eiwit, gekoppeld aan metabotrope receptoren: 1 eiwit, gekoppeld aan G-eiwitG-eiwit -- prim.effectorprim.effector -- sec.messengersec.messenger -- sec.effector sec.effector vertraagd effect vertraagd effect
Effect snelheid van geneesmiddel afh. van type Effect snelheid van geneesmiddel afh. van type R R dat dat gebonden wordt!gebonden wordt!
BenzodiazepinenBenzodiazepinen
binden post-synaptische ionotrope GABAbinden post-synaptische ionotrope GABAAA-receptor-receptor
- bindt naast GABA op zijn receptor- bindt naast GABA op zijn receptor- agonist: activeert GABA-receptor complex- agonist: activeert GABA-receptor complex→→ Cl Cl- -
kanalen vaker openkanalen vaker open- effect GABA: sedatie, spierrelaxatie- effect GABA: sedatie, spierrelaxatie
BarbituratenBarbituraten
idem soort binding, langer effect doordat Clidem soort binding, langer effect doordat Cl--kanalen kanalen langer openstaan langer openstaan
BuspironBuspiron
- bindt agonistisch op metabotrope serotonine 5HT- bindt agonistisch op metabotrope serotonine 5HT1A1A-R-R
- bindt- bindt antagonistisch op dopamine-Rantagonistisch op dopamine-R
TCA’sTCA’s
interferen met minstens 5 neurotransmitter-R interferen met minstens 5 neurotransmitter-R systemen (metabotroop)systemen (metabotroop)
- antagonist van serotonine-5HT- antagonist van serotonine-5HT22 receptor receptor
- antagonist van noradrenaline-β- antagonist van noradrenaline-β11 receptor receptor
- antagonist van acetylcholine-muscarine receptor- antagonist van acetylcholine-muscarine receptor- antagonist van histamine-H- antagonist van histamine-H1 1 receptorreceptor
- antagonist van noradrenaline-- antagonist van noradrenaline-αα11 receptor receptor
SRI’sSRI’s
- antagonist van serotonine-5HT- antagonist van serotonine-5HT22 receptor receptor
- antagonist van noradrenaline-β- antagonist van noradrenaline-β11 receptor receptor
begin: agonist van 5HTbegin: agonist van 5HT33 en 5HT en 5HT22
venlavaxinevenlavaxine: tevens zwak antagonist van dopamine-R: tevens zwak antagonist van dopamine-R
trazodon, mianserine en mirtazapinetrazodon, mianserine en mirtazapine: tetra-R binding : tetra-R binding - agonist serotonine-5HT - agonist serotonine-5HT1 1 receptor receptor
- antagonist noradrenaline- - antagonist noradrenaline-∝∝22 receptor receptor
MAOMAOAA-remmers-remmers
reversibele remming van de afbraakenzymen reversibele remming van de afbraakenzymen van serotonine, noradrenaline, adrenaline, dopaminevan serotonine, noradrenaline, adrenaline, dopamine
Toename van neurotransmitter in synapssleetToename van neurotransmitter in synapssleet
AntipsychoticaAntipsychotica
- antagonist van D- antagonist van D22 receptor receptor
- ook anti-cholinerg, anti-histaminerg, serotonerg - ook anti-cholinerg, anti-histaminerg, serotonerg sederend, hypokinetisch sederend, hypokinetisch (GABA)(GABA) en adrenerg en adrenerg effect (cardio-vasc.als TCA)effect (cardio-vasc.als TCA)
anti-psychotisch effect: combinatie van Danti-psychotisch effect: combinatie van D22 en 5HT en 5HT22 receptor blokkadereceptor blokkade
AtypischeAtypische: 5HT: 5HT22-R remming -R remming >> >> D2 D2
↓↓ sedatie en extrapiramidale bijw. (-MNS)sedatie en extrapiramidale bijw. (-MNS)
↑↑ gewicht, triglyceriden, cholesterol en glucosegewicht, triglyceriden, cholesterol en glucose
PsychostimulantiaPsychostimulantia
- adrenerge stimulatie:- adrenerge stimulatie: ↑↑ adrenaline en noradrenalineadrenaline en noradrenaline
- stimulatie afgite DA en NA - stimulatie afgite DA en NA
StemmingsstablilisatorenStemmingsstablilisatoren
lithiumlithium: : beinvloeding serotonerge en NA systeem, beinvloeding serotonerge en NA systeem, mogelijk ook DAmogelijk ook DA
carbamazepinecarbamazepine: : - antagonist van spanningsafh. Na- antagonist van spanningsafh. Na++kanalen. kanalen.
(ionotrope receptoren)(ionotrope receptoren) →→ stabilisatie présynaptische membr.stabilisatie présynaptische membr.→→ Glut. afgifteGlut. afgifte ↓↓ - anti-adrenerg en anti-cholinerg- anti-adrenerg en anti-cholinerg
__________
Top Related