Mijn ogen begonnen te glansen.
Als ik hier moest wonen, kwam het
helemaal goed.
Het water dat aanspoelde en
langzaam weer de zee in ging, en de
stenen die de zee meenamen…
Ja, dit was het, hier wou ik wonen.
Het was hier ook lekker rustig, en je had
ook een erg mooi uitzicht.
Er was genoeg plek voor mij.
En alhoewel er nog geen huis stond,
genoot ik er nu al van.
Alleen mijn buren leken niet zo blij met
zo`n armoede mens.
Niet dat ik echt arm was, maar ik had
nog niet eens een huis!
Straks was ik nog niet eens in de stad,
of de roddels verspreiden zich al!
Maar ik was blij met mijn stukje
grond, en dat vond ik het belangrijkst
tot nu toe.
Handig was dat er ook nog
limoenbomen stonden, en een
watermeloenplant die naar water
snakte.
Ik keek in de boom, en verassend
genoeg hongen er ook limoenen aan!
Met mijn handen pakte ik de limoenen,
die er overigens ook erg lekker
uitzagen.
Ik moest lachen, ik had van ,mezelf
nooit gedacht dat ik in een tuin ging
werken, en mijn eigen groenten ging
verbouwen.
Ik gaf de plant ook wat water,
waardoor deze er meteen beter
uitzag.
En de bomen, die ook wel water
konden gebruiken, gaf ik water.
Daarna bedacht ik me wat ik kon
doen, maar al snel bedacht ik me
waarom ik hier was: 10 Generaties
opstarten.
Het was nodig dat ik mensen leerde
kennen, en een baan zocht, anders
kon ik mijn uitdaging nu wel
schrappen!
Ik ging de stad in, om te kijken wat hier
allemaal te beleven valt.
Ik stond op de taxi te wachten, toen ik
naast me een paar vrouwen hoorde.
‘Daar loopt ze.’ Hoorde ik een van de vrouwen
zeggen. Ik deed net of ik ze niet hoorde, waardoor ik
hun gesprek kon afluisteren.
‘Zo raar ziet ze er niet uit.’
‘Vind jij, ik moet naast haar wonen!’
‘Je moet niet zo negatief zijn, ze ziet er verzorgd uit, en
natuurlijk heeft ze wel geld!’
‘Nou, je woont in een mooi huis, en ik durf te wedden dat je van
haar geen last hebt!’
‘Ik zorg wel dat ze na een paar dagen hier niet meer wil zijn..’
‘Dat lukt je niet!’
‘Nee? Kom dan maar mee naar binnen, ik leg het je uit..’
Ik wist meteen wie mijn vrienden NIET waren, maar gelukkig
stond de taxi al voor mijn neus, en ging ik naar het stadspark,
wat de chauffeur me aanraadde.
Terwijl ik in de taxi zat, was
het stil.
De radio stond aan op Zuid-
Amerikaanse muziek, dit lied
kende ik: Tango Dun Na
Noob van Rebecca
Mauleon.
De viool galmde door de
auto, en ik bedacht me
goed wat mij allemaal te
wachten stond.
Als ik een 10 Generatie moest verzorgen, had ik
natuurlijk 1 iemand nodig:
Een man die lief, zorgzaam maar ook enthousiast
over dit idee was.
In een klein huisje, een hele familie verzorgen.
Want dat was mijn wens ook: 5 kinderen
opvoeden van baby tot tiener.
De taxi begon steeds sneller te rijden.
Maar de chauffeur zei niks, hij keek alsof dit een
zaak van leven of dood was.
'Gaat het?' vroeg ik bezorgd. Ik kreeg alleen
maar een vaag gemompel terug.
'Dan toch niet.' Dacht ik.
De taxi stond stil, en ik liep er met een
gebogen hoofd uit de taxi.
'Doei.' zei hij er nog achterna.
Ik had niet eens tijd om doei te
zeggen, of hij scheurde de straat al uit.
Ik liep naar de ingang van het park, en
voor me zag ik meteen al een mooie
fontein.
Het was een mooi gezicht, hoe het
water omhoog ging, en daarna
zachtjes met spettertjes weer op de
fontein gingen liggen.
‘Hallo?’ hoor ik dan opeens achter mij.
Ik draai me om, en voor me staat een jongen. Hij steekt zijn hand naar
voren, en ik neem hem aan.
‘Hallo.’ Glimlach ik terug. ‘Mag ik vragen hoe je heet?’
‘Ik ben Davy Linnell, en hoe mag ik deze mooie dame noemen?’
Ik begon te blozen. ‘Ik ben Ymre Levenslang.’
Dan kijkt hij naar zijn horloge. ‘Excuseer me Ymre, ik heb een afspraak,
bijna vergeten!’
En dan holt Davy gauw weg.
Aan de andere kant zie ik een gezin
gezellig picknicken.
Kon ik dat ook maar, gewoon met man
en kinderen…
Het standbeeld spreekt me ook aan,
alsof hij voor elke bewoner een
boodschap heeft.
Dan begint voor mij de pret, ik zie een
schommel staan!
Ik ren er als een kind naartoe, en heb
alle plezier van de wereld.
‘Jhee!’ schreeuw ik.
‘Nog een keer…’
Dan merk ik dat iedereen mij raar aankijkt, dus ik spring
van de schommel af en word uitgenodigd om mee te
picknicken.
Dan begin ik over mijn werk te praten, dat ik nog een
baan zoek.
Meteen geeft een aardige vrouw: Zelda Mae een tip dat
ze bij het gemeentehuis dringend Podium poetsers
zoeken.
Ik loop meteen naar het gemeentehuis
en bedank Zelda voor de tip.
Zenuwachtig loop ik de straat over.
Straks ben ik wel helemaal niet geschikt
voor deze baan?
‘Kom op Ymre!’
Als ik de trap oploop vormt er een grote brok in mijn
keel, en hebben mijn voeten de neiging om terug te
lopen. Maar waarom zou ik terug lopen?
Wat bereik ik daarmee?!
Maar ik loop toch naar binnen!
Als ik een halfuurtje weer naar buiten kom.. heb ik de baan!
Meteen gaat mijn telefoon, nummer onbekend staat erop.
‘Met Ymre Levenslang.’
‘……’
‘Bungalow? Ik heb helemaal geen bungalow bestelt!’
‘……’
‘Echt niet! Ik heb niks betaalt, niks bestelt..’
‘…..’
‘Niet meer weghalen? Het is toch een bungalow?!’
‘……’
‘Hoe komt die er dan terecht?’
‘……’
‘Voor hoeveel? Word hij verwijderd
dan?’
‘……’
‘Dat is nog duurder dan dat hele ding
koste!’
‘Bedankt zeg….’
Boos stop ik mijn mobiel weer in mijn
zak.
Maar dan besef ik dat ik nu geen eigen
huis meer hoef te bouwen, en er staat
op mijn grond een bruikbare
bungalow!