Uitvoeringskader KerntaakRegionale Economie 2012-2015
Versterken, vernieuwen en verbinden
Economie & Cultuur
februari 2012
Colofon
Uitgave provincie Overijssel
Datum februari 2012
Auteur Cees Timmer en Gerrit Bril
Oplage100
Fotografie/IllustratiesPedro Sluiter (museum de Fundatie) en provincie Overijssel
VormgevingProvincie Overijssel
Project/kenmerkUitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie 2012-2015
Inlichtingen bijDe heer ir. C.J. Timmer
PPPP
telefoon: 038 499 87 77
email: [email protected]
AdresgegevensProvincie Overijssel
Luttenbergstraat 2
Postbus 10078
8000 GB Zwolle
Telefoon 038 499 88 99
Fax 038 425 48 88
www.overijssel.nl
Uitvoeringskader KerntaakRegionale Economie 2012-2015
Versterken, vernieuwen en verbinden
Economie & Cultuur
februari 2012
4
Inhoudsopgave
1 Inleiding 6
2 Optimalisering vestigings- en ondernemingsklimaat 10 2.1 Ruimtevoorbedrijvigheid 10 2.2 Bijdrageaangebiedsspeerpunten 13 2.3 Verbeterenfysiekeendigitalebereikbaarheid 14 2.4 Verminderenregeldruk 14
2.5 Versterkencultureleinfrastructuur 15
3 Versterken van human capital en ondernemerschap 16 3.1 HumancapitalbinnenhetOverijsselsetopsectorenbeleid 16 3.2 Bevorderenvanondernemerschapbijstarters/spin-offs 16 3.3 Stimulerenvanleerwerktrajecten 18 3.4 Arbeidsmarktinformatieenkennisuitwisseling 19
4 Toename innovatiekracht industrie 20 4.1 Versterkenwetenschappelijkepositie 21 4.2 Verhogenvanheteconomischrendementvanbedrijven 22 4.3 Vergroteninternationaleoriëntatiebedrijfsleven 23
5 Transitie duurzame energievoorziening 24 5.1 Bio-energie 24 5.2 Slimmereenergienetwerken 24 5.3 Energiebesparingindegebouwdeomgevingenbijgrotebedrijven 26
6 Een nog gastvrijere regio: toerisme 2.0 28 6.1 Nieuweproduct-markt-partner-combinatieen duurzameondernemerschap 28 6.2 Belevingroutestructuren 30 6.3 Promotieenmarketing5A-merken 30 6.4 Evenementenenfestivals 31
7 Verduurzaming en innovatie in de Agro-food-sector 34 7.1 Versterkenconcurrentiekracht 34 7.2 Maatschappelijkverantwoordondernemerschap 36
8 Hightech toepassingen en energiebesparing in de bouw 38 8.1 Investereninenvoordebouw 38 8.2 Stimulereninnovatieenduurzaamheidindebouw 38
9 Monitoring 41
Bijlage 1 Trends en cijfers 42Bijlage 2 Overzicht herstructureringsprojecten 2009-2015 45Bijlage 3 Open Innovatiecentra 49Bijlage 4 Governance model Innovatie 50
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
55
6
Open, uitdagend en bindendIn 2011 hebben Provinciale Staten van Overijssel het
hoofdlijnenakkoord De kracht van Overijssel vast
gesteld. Motto van het akkoord is Inspireren, innoveren
en investeren. Onderdeel van dit hoofdlijnenakkoord is
een omvangrijke investeringsagenda van bijna een
miljard euro voor de periode 20112015. Een belangrijk
deel van dit geld gaat de provincie inzetten om de
Overijsselse economie nog sterker te maken. Dat
betekent: concurrerender, innovatiever en duurzamer.
De provincie wil bijdragen aan een sterk onder
nemende en zichzelf vernieuwende regionale economie
en doet dat ook op een ondernemende en vernieu
wende manier. Open, uitdagend en bindend.
Focus en heldere keuzesDe provincie gaat op zoek naar nieuwe dragers voor
permanente economische groei vanuit economische
sectoren die van belang zijn voor Overijssel. Daarbij
stelt de provincie kaders om eigen initiatief en
ondernemerschap maximaal uit de verf te laten komen.
De provincie hanteert daarbij het uitgangspunt: niet de
provincie staat centraal, maar partijen die economische
en maatschappelijke meerwaarde leveren. Ruimte
maken voor creativiteit en initiatieven: de economische
kracht van de regio gericht aanboren. Beleid op basis
van focus en heldere keuzes. Kortom: een stap terug
voor de overheid, twee stappen vooruit voor regionaal
ondernemerschap en nieuwe vormen van samen
werking met kennisinstellingen. Deze investerings
strategie is een uitdrukking van die vernieuwing.
Een robuuste omgeving voor een innovatieve economieAmbities, ontwikkelkracht van ondernemers, onderwijs
& wetenschap en burgers zijn de motor achter de
economische ontwikkeling van Overijssel. De provincie
ziet het als haar opdracht om een robuuste omgeving
te creëren die een duurzame zichzelf vernieuwende
economie mogelijk maakt. Daarbij is ook de aan
trekkelijke omgevingskwaliteit van Overijssel een
belangrijke waarde. De ontwikkelkracht en vernieu
wing van de Overijsselse economie liggen primair bij
ondernemers en de onderwijs en kennisinstellingen.
Vernieuwing door uitdagingDe provincie vindt dat ondernemerschap en innovatie
het meest geprikkeld worden wanneer de onderne
mingskracht van de regio wordt uitgedaagd. Uitdaging
en eigen initiatief werken vernieuwend. Een besef dat
de provincie sterk gaat uitdragen. Daarom daagt de
provincie partijen uit om met plannen en initiatieven te
komen die het resultaat zijn van de samenwerking
tussen bedrijven en tussen bedrijven, onderwijs en
kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties.
Wij stimuleren ondernemerschap door het tot stand
brengen en ondersteunen van samenwerkings
verbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen en
overheden (de Gouden Driehoek). Wij zoeken nadruk
kelijk aansluiting bij de Europa2020strategie gericht
op ‘slimme specialisatie’ en het nationale Topsectoren
beleid. Daarmee leveren we een bijdrage aan de
ambitie van Nederland om in 2020 tot de top 5 van
kenniseconomieën in de wereld te behoren.
De provincie zegt tegen ondernemend Overijssel:
”Kom maar op. Laat maar zien”:
• hoe we ons geld kunnen blijven verdienen?
• wie straks het werk moet doen?
• hoe we onze omgeving leefbaar en aantrekkelijk
maken en houden?
Wat sterk economisch bijdraagt en onderscheidend,
vernieuwend en duurzaam is en blijft, zal de provincie
honoreren. Zo zal de provincie initiatieven ondersteunen
die bijdragen aan de ruimtelijke en sociale kwaliteit en
aan het versterken van de duurzaamheid van de
Overijssel. Maar deze ondersteuning rendeert alleen
wanneer die gebaseerd is op scherpe keuzes vooraf.
Deze investeringsstrategie geeft aan waar de provincie
de economische kracht van de provincie zelf verder wil
en gaat ontwikkelen en wat de provincie ziet als de
pijlers van de huidige en toekomstige regionale eco
nomie die zij wil stimuleren en ondersteunen. Deze
strategie fungeert daardoor ook als beoordelingskader
voor de plannen en initiatieven waartoe de provincie
ondernemend Overijssel uitdaagt. De provincie gaat de
plannen en initiatieven van partijen op een transparan
te wijze beoordelen en waar wenselijk ondersteunen
en honoreren.
Rollen van de provincieDe provincies zijn verantwoordelijk voor het regionaal
economisch beleid en de daarbij passende ruimtelijke
inrichting. Het Rijk decentraliseert deze taken en
concentreert zich op het nationale ‘topsectoren’ beleid.
De provincies zijn verantwoordelijk voor het tot stand
1. Inleiding
7
brengen en ondersteunen van innovatieve samen
werkingsverbanden tussen ondernemers, kennis
instellingen en overheden bedrijventerreinenbeleid, het
regionale vestigingsklimaat en de fysieke inpassing van
bedrijven en kennisinstellingen. De provincie krijgt
daarmee de regie over het regionaal (ruimtelijk)
economisch beleid. Wij pakken deze rol met kracht op.
Een sterke internationale concurrentiepositie vraagt om
regionaal beleid. Het zijn niet landen die met elkaar
concurreren maar juist specifieke regio’s. Regionale
omstandigheden maken het verschil in de kwaliteit van
het vestigings en ondernemersklimaat. Van groot
belang zijn een goede bereikbaarheid en beschikbaar
heid van kwalitatief hoogwaardige werklocaties, een
aantrekkelijk woon en leefklimaat, een op het
bedrijfsleven aansluitende arbeidsmarkt en de aan
wezigheid van innovatieve samenwerkingsverbanden
en sterke kennisposities. Allemaal zaken die bepalend
zijn voor bedrijven of organisaties om zich te vestigen,
te blijven of te groeien. Recent is meer aandacht
gekomen voor de relaties tussen de gevestigde
industrie en daaraan gerelateerde nieuwere sectoren.
Hoe sterker deze verbanden zijn, hoe krachtiger de
regionale economie is. De provincie is bij uitstrek in
staat om deze onderdelen met elkaar te verbinden en
met elkaar in evenwicht te brengen. De toegevoegde
waarde van de provincie komt tot uiting in de volgende
drie rollen:
1. Kwaliteitsbewaker. De meeste economische
opgaven vragen om een regionale afweging. Ook is
de provincie beschermer van “kwetsbare” functies,
zoals natuur en landschap, milieu, water en cultuur.
De provincie is bij uitstek de overheid die de balans
moet bewaken tussen vraag naar functies en het
aanbod op regionaal niveau. De provincie geeft ook
richting aan de omgevingskwaliteit waaraan
ondernemers met hun activiteiten bij moeten
dragen. Het kader hiervoor is de Omgevingsvisie.
2. Beleidsbepaler en investeerder. De provincie
agendeert lange termijn ontwikkelingen, voordat er
politieke belangen in het geding zijn. De provincie
ontwikkelt een visie op de ruimtelijke, sociale en
economische ontwikkeling en zorgt ervoor dat die
visie wordt gerealiseerd door zelf initiatieven te
nemen, mee te investeren in initiatieven van
anderen en door regels te stellen aan gedrag en
beleid van anderen om te beschermen dat wat
moet worden behouden en tegen te houden dat
wat niet bijdraagt aan die visie. De provincie heeft
daarnaast een actieve rol van ontwikkelaar en
(mede)investeerder bij opgaven van een boven
lokale orde en opgaven met meervoudige beleids
doelstellingen, zoals regionale gebiedsontwikkeling.
Ook heeft zij een rol bij het realiseren van bepaalde,
concrete zaken, zoals de aanleg van wegen en de
ontwikkeling van natuurgebieden.
3. Belangenbehartiger. De provincie is in staat om
over grenzen te denken en op verschillende
schaal niveaus te werken aan het oplossen van
regionale problemen. Ze trekt samen met het
bedrijfsleven, de gemeenten en maatschappelijke
organisatie op richting het Rijk als dat nodig is. Ze
kan als gespreks en zakenpartner fungeren voor
de Duitse en Europese overheid en de coördinatie
verzorgen van grensoverschrijdende en Europese
initiatieven. Op verzoek van het bedrijfsleven kan
de provincie deelnemen aan handelsmissies.
Het invullen van bovenstaande verantwoordelijkheden
en rollen vraagt om scherpte wie welke opgave oppakt
en daarbij van andere overheden de ruimte krijgt deze
opgave vorm te geven. Het aanspreken op resultaten
hoort daar bij. Dat betekent dat:
1. Wij de regie voeren op de ontwikkeling van de
regionale economie, voor zover binnen onze
invloedsfeer.
2. We ons concentreren op de ontwikkeling van kracht
vanuit de taak en inhoud.
3. Daar waar mogelijk en nodig we over grenzen heen
kijken; we denken daarbij niet in strikte territoriale
en administratieve grenzen, maar kijken hier
overheen (bijvoorbeeld met private partijen,
Gelderland en Duitsland).
4. We flexibele arrangementen en allianties vormen
vanuit de opgaven. Onze aanpak is niet vooraf dicht
getimmerd, maar we leveren maatwerk vanuit de
vraag van ondernemers en kennisinstellingen.
5. We de gemeenten en stedelijke netwerken vooral
zullen aanspreken op hun taak en rol: het aan
pakken van de kaartenbakken, de regeldruk,
vergunningverlening, ruimtelijke ordening en
mobiliteit. Hierover willen we afspraken maken met
de betrokken gemeenten. Waar van toepassing
zullen wij in de uitwerking van programma’s samen
met gemeenten optrekken.
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
8
Rijk en EuropaWij willen de investeringen vermeerderen met
Europese en nationale middelen. Wij hebben daarom
ons uitvoeringskader zo geformuleerd, dat deze
uitwerking een basis biedt voor de “slimme specialisa
tie strategie”, die vereist is voor de nieuwe periode
van de structuurfondsen 20142020.
Europese programma’s zien wij primair als instrument
voor regionaal en regionaaleconomisch beleid. Dit is
in lijn met de visie vanuit de Europese Commissie en
het Europees Parlement. De provincies willen de
middelen uit de structuurfondsen in relatie tot de
Europa2020 strategie inzetten in een regionaal
programma dat regionaal wordt aangestuurd en
uitgevoerd. Binnen dit programma zetten wij in op
forse inzet in onze topsectoren. Overigens zullen de
nieuwe Europese programma’s een robuust onderdeel
hernieuwbare energie moeten hebben, omdat de
verordeningen eisen dat minimaal 20 % van de
EFROmiddelen in de komende programmaperiode
voor hernieuwbare energie ingezet moet
gaan worden.
Onze aanpakWij gaan uit van eigen kracht van de Overijsselse
economie en zetten in op een combinatie van
toon aangevende gebiedsgerichte projecten, verster
king van vestigings en ondernemingsklimaat en een
bedrijvenbeleid voor specifieke economische sectoren.
Wij kiezen voor een vraaggerichte benadering. De
bedrijven zijn verantwoordelijk voor de strategie
vorming en kennisinstellingen voor de onderzoeks
programmering. De provincie heeft oog voor de
traditionele maakindustrie en werkgelegenheid en
jaagt het proces van samenwerking, roadmapping (het
ontwikkelen van een innovatiestrategie) en open
innovatie aan en ondersteunt projecten en program
ma’s via innovatiefondsen en subsidies. Via open
innovatie wordt ook het buitenlandse bedrijfsleven
betrokken. Hier zijn goede ervaringen mee opgedaan
in de afgelopen periode.
BUITENLANDSEPARTICIPATIE
INNOVATIEFONDSEN
SUBSIDIES
PRODUCTONTWIKKELING
TECHNOLOGIE ONTWIKKELING
VALORISATIEROA
DM
AP
OPE
N IN
NO
VATI
E
MKB, Spin-offs, Multinationals
STRATEGIEVORMING
ONDERZOEKSPROGRAMMERING
Universiteiten & kennisinstellingen
9
Voor de uitvoering van ons beleid formuleren we de
volgende kaders:
• De agendasetting vindt plaats door bedrijfsleven
en kennisinstellingen.
• Bij initiatieven die dicht tegen de markt aanliggen,
werken we met risicovolle businesscases die een
verdienmodel hebben en als onderscheidend,
vernieuwend en duurzaam worden beoordeeld.
• Onze middelen zetten we vooral in via leningen,
garanties (onderdeel van subsidieinstrumentarium)
en fondsen (participaties). In principe wordt niet
meer dan 50% gefinancierd door gezamenlijke
overheden.
• Projecten die gericht zijn op aanjagen en onder
steunen van uitvoeringsorganisaties kunnen via
subsidies worden gefinancierd.
• Voorbeeldprojecten waarin het bedrijfsleven
verantwoordelijkheid neemt voor de realisatie van
omgevingskwaliteit in vooral de GroenBlauwe
hoofdstructuur worden ondersteund.
• Projecten mogen ook partners van buiten Overijssel
kennen, de projecten moeten wel renderen in
Overijssel en aantoonbaar leiden tot versterking
van de economische structuur en de internationale
concurrentiepositie van het bedrijfsleven in
Overijssel.
• De financiële bijdrage van de provincie is nodig om
projecten gerealiseerd te krijgen.
De uitvoering van de fondsen zetten we op afstand en
laten we over aan professionals.
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
10
Om de strategische ligging van Overijssel op de
verbinding Randstad – Duitsland – Noordoost
Nederland – Scandinavië optimaal te benutten zetten
wij in op een gerichte versterking van ons interna
tionale vestigings en ondernemingsklimaat. We
willen duurzame werklocaties creëren met ruimtelijke
kwaliteit die ondernemers voldoende ruimte bieden
en die fysiek en digitaal goed bereikbaar zijn. De
aanwezigheid van voldoende zoet water is ook een
belangrijke vestigingsplaatsfactor en biedt mogelijk
heden voor economische ontwikkeling. Daarnaast
zetten we in op vermindering van de regeldruk en
een effectieve handhaving.
Het is niet alleen de ‘hardware’ in de vorm van
ruimte, omgevingskwaliteit en bereikbaarheid, maar
ook de ‘software’ die in toenemende mate de
aantrekkelijkheid van onze steden en regio’s bepalen
om er te wonen, te werken en te ondernemen. Het
gaat dan om zaken als een aantrekkelijke en veilige
woonomgeving, aantrekkelijk landschap en natuur,
levendige (historische) binnensteden, de aanwezig
heid van culturele, recreatieve en onderwijsvoor
zieningen, festivals en evenementen en de beschik
baarheid van menselijk kapitaal.
Vanuit de andere kerntaken van de provincie wordt
een aantal programma’s ontwikkeld die het vesti
gings en ondernemingsklimaat mede versterken. Het
gaat daarbij onder anderen om investeringen in een
aantrekkelijk landelijke gebied met natuur, landbouw
en landschap (kerntaakprogramma Inrichting Landelijk
Gebied), versterking van economische infrastructuur
in binnensteden (programma Netwerksteden) en
versterking van de culturele basisinfrastructuur
(kerntaakprogramma Culturele Infrastructuur en
Monumentenzorg).
2.1 Ruimte voor bedrijvigheidDe provincie draagt, samen met gemeenten, primair
zorg voor de ontwikkeling en realisatie van werk
locaties die voldoen aan de (toekomstige) eisen van
ondernemingen en de bereikbaarheid (zowel fysiek, als
digitaal) van deze locaties. Dit is een structurele taak.
De provincie is aangewezen als regisseur voor de
planning en programmering van bedrijventerreinen.
Wij willen een betere afstemming bereiken tussen de
vraag en het aanbod van werklocaties in onze
provincie. Daarbij is expliciet aandacht voor hergebruik
van bestaande terreinen en gebouwen en voor
uitbreidings mogelijkheden van lokaal gewortelde
bedrijvigheid in de maakindustrie.
De leegstand van de kantoren in Nederland was in
2010 gemiddeld 13,5 %. De verwachting is dat de
leegstand de komende jaren mogelijk nog meer zal
toenemen. Deze landelijke tendens zien we ook in de
Overijsselse steden. Vanuit de Rijksoverheid is daarom
het Actieprogramma Aanpak Leegstand Kantoren
gelanceerd.
De provincie gaat samen met gemeenten en markt
partijen de komende jaren de leegstand van kantoren
beteugelen.
Wat gaan we daar voor doen?Revitalisering van netto 1290 hectare verouderde
bedrijventerreinen en behoud van de kwaliteit van
bestaande bedrijventerreinen en het tijdelijk of
permanent transformeren van industrieel erfgoed en
kantoren naar onderscheidende economischculturele
omgevingen. Vooral op de oudere industrieterreinen
liggen er mogelijkheden. Daarbij is ook aandacht voor
asbestsanering. We gaan ook het kantorenbeleid
aanscherpen en hiervoor meer samenwerken met de
regionale kernen en de steden in de provincie en
marktpartijen. De provincie gaat meer ruimtelijk
ordenen vanuit economische en maatschappelijke
meerwaarde en innovatie.
2. Optimalisering vestigings- en ondernemingsklimaat
11
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
12
De provincie zet zich in voor een veilige provincie en
veilige IJsseldelta, mede vanwege de ontwikkelkansen
van steden en regio’s. Daarmee is het een factor voor
vestiging.
De provincie zet zich tevens in dat er ook in droge
tijden voldoende zoet water beschikbaar is economi
sche sectoren als de landbouw, de industrie, recreatie
en toerisme, maar ook voor het in stand houden van
natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten.
Wat of wie inspireert hier?Het Havenkwartier in Deventer wordt in de loop der
jaren omgevormd tot een beeldbepalende plek in de
stad waar wonen, werken en recreëren samen gaan.
Een ander voorbeeld is de De Gieterij waar nu het ROC
van Twente in Hengelo is gevestigd. In de voormalige
gieterij van Stork heeft het ROC een ruimtelijk inspire
rende leerwerkomgeving gerealiseerd. Het gebouw
won de prijs van de BNA (Bond van Nederlandse
Architecten) voor het mooiste gebouw van het jaar en
de Overstichtsprijs voor Erfgoedbehoud.
De innovatieve manier waarop de gemeente Zwolle
de leegstand van kantoren op het Oosterenk rond de
Isala Klinieken aanpakt. De gemeente Zwolle vervult
hierin de rol van voortrekker.
Wie gaan we hiervoor uitdagen?De steden en kernen in de provincie, stedelijke
netwerken en marktpartijen om te komen tot een
duurzame balans van vraag en aanbod op de markt
van bedrijfslocaties. Partijen worden ook uitgedaagd
om meer aandacht te besteden aan het kwaliteits
niveau van werklocaties, bijvoorbeeld via Park
management. Wij dagen ook ondernemers uit hun
verantwoordelijkheid te nemen voor het duurzaam
benutten en versterken van de omgevingskwaliteit van
vooral het landschappelijk gebied.
Wij dagen de waterschappen en Rijkswaterstaat uit om
te komen tot een veilig en duurzaam waterbeheer.
2.2 Bijdrage aan gebiedsspeerpuntenWij kennen een forse investeringsagenda gericht op
grote ruimtelijke ontwikkelingsprojecten met complexe
opgaven. Wij verbinden onze inzet gericht op ver
sterking van het vestigings en ondernemers klimaat
en inzet op specifieke sectoren met de gebiedsgerichte
projecten. De gebiedsgerichte aanpak richt zich op
samenhangende versterking van wonen, natuur, water
en werken. Wij zetten in op gebiedsontwikkelingen
met een belangrijke economische component.
Wat gaan we daar voor doen?Verdere gebiedsontwikkeling van de Innovatiedrie
hoek (doorontwikkeling Kennispark tot nationale
campus, Hart van Zuid en Luchthaven), Spoorzone
Zwolle (in combinatie met de Hanzelijn), Ruimte voor
de Vecht, IJsseldelta Zuid en NoordoostTwente.
Wat of wie inspireert hier?
Kennispark Twente is de innovatiecampus van de
Universiteit Twente en Saxion Hogecholen waar
kennisintensieve ondernemers zich succesvol kunnen
ontwikkelen. Hier vinden startende en doorgroeiende
kennisintensieve ondernemers toegang tot netwerken
met financiers, talentvolle werknemers, business
development supportprogramma’s en nieuwe ideeën.
Kennispark Twente biedt de omgeving voor innovatie
en ondernemerschap: zo bouwen de UT en Kennispark
Twente aan The Gallery als nieuw centrum voor
innovatieve bedrijven op de campus en zijn hoogwaar
dige onderzoeksfaciliteiten van de UT open gesteld voor
bedrijven. Kennispark coördineert ook de gebiedsont
wikkeling op de campus en de aanliggende werk
locatie. Kennispark Twente is één van de 4 innovatie
campussen die van nationaal belang zijn. Kennispark
Twente is een initiatief van de Provincie Overijssel, de
gemeente Enschede, de Universiteit Twente en Saxion.
Wie gaan we hiervoor uitdagen?Het Rijk, de stedelijke netweken, gemeenten, het
bedrijfsleven en de onderwijs en kennisinstellingen.
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
13
14
2.3 Verbeteren fysieke en digitale bereikbaarheidEen goede bereikbaarheid is een essentiële rand
voorwaarde voor de ontwikkeling van de regionale
economie. Een fors deel van onze investeringsimpuls
komt direct ten goede aan de bereikbaarheid en
daarmee aan het functioneren van de stedelijke
netwerken Netwerkstad Twente, ZwolleKampen
Netwerkstad en Stedendriehoek (Deventer). Naast
investeringen in het (vaar)wegennet zetten we in op
de versterking van het openbaar vervoer en keten
mobiliteit, multimodale overslag en op een snelle en
betrouwbare internetverbindingen om onze positie
binnen de kenniseconomie verder te versterken.
Wat gaan we daar voor doen?Realisering van capaciteitsuitbreiding van de A1
tussen Apeldoorn en Azelo. Investeringen in de N34,
N340, N50, en N307. Investeringen in de N35 om de
verbinding tussen ZwolleKampen Netwerkstad en
Twente te verbeteren. Daarnaast investeren we in de
N348 tussen Raalte en Ommen en de N18 (versterken
verbinding tussen Twente en Doetichchem/ Arnhem.
Opwaardering van diverse spoorlijnen: de Kamperlijn,
de Vechtdallijnen en de verbinding ZwolleEnschede.
Specifiek voor het goederenvervoer investeren we in
de verbetering van vaarwegen en multimodale overslag,
in samenwerking met de havens van Rotterdam en
Amsterdam. Op dit moment wordt, onder regie van
de Regio Twente (Logistieke Draaischijf) en de
gemeente Zwolle, onderzocht hoe de logistieke sector
in deze regio’s verder kan worden versterkt. Onze inzet
bepalen we op basis van de uitkomsten van deze
onderzoeken.
Wat of wie inspireert hier? Doordat de provincie de verbreding van de A1 tussen
de Stedendriehoek en Twente heeft voorgefinancierd
aan het Rijk zal de verbreding van deze rijksweg eerder
gerealiseerd worden en sneller bijdragen aan de
bereikbaarheid van de provincie. Twente wil meer
vervoer over het water. Het bedrijfsleven in Twente en
de Duitse grensstreek kijkt steeds nadrukkelijker naar
het water als vervoersas, nu de wegen dichtslibben en
de stijgende dieselprijzen vervoer per truck onaan
trekkelijker maken. Combi Terminal Twente (CTT) in
Hengelo is een multimodale overslag die een eco
nomische impuls aan het gebied heeft gegeven en een
alternatief biedt voor milieu belastend wegvervoer.
Wie gaan we hiervoor uitdagen?De provincie gaat het Rijk uitdagen om de bereik
baarheid van de provincie via het water te vergroten
door een betere ontsluiting van de havens aan het
IJssel meer en Twente. Ook dagen wij het Rijk uit de
Betuwelijn te optimaliseren. Wij dagen de logistieke
sector uit om helder te maken welke bijdrage, buiten
de investeringen in de bereikbaarheid, van de
provincie wordt gevraagd.
2.4 Verminderen regeldrukMinder regels vergemakkelijken het ondernemen en
verminderen de administratieve lasten van onder
nemers. Hoewel de regeldruk vanuit de provincie
beperkt is (ongeveer 5% van alle regels), sluiten wij
ons aan bij de rijksdoelstelling om het aantal regels
te verminderen en waar mogelijk te vereenvoudigen.
Een goed voorbeeld is ons nieuwe subsidiekader dat
we recent hebben vorm gegeven.
Wat gaan we daarvoor doen?Wij zullen er bij andere overheden op aandringen
hun regelgeving kritisch te bezien en te stroomlijnen,
waar dit een relatie heeft met het regionaal eco
nomisch beleid.
Wij streven naar een snelle vergunningverlening. Wij
koppelen subsidies aan benodigde vergunningen en
benoemen in samenwerking met de gemeenten
accounthouders voor de top 30 ‘grote’ bedrijven.
Bij grote projecten draait de provincie mee in ont
wikkelteams.
Wat of wie inspireert hier?De gemeente Deventer heeft een nieuwe Algemene
Plaatselijke Verordening (APV) opgesteld waarmee de
afgelopen jaren de regeldruk voor het lokale bedrijfs
leven en burgers sterk is verminderend. De nieuwe
APV is een van de maatregelen die Deventer uitvoert
om de regeldruk te verminderen en de dienstverlening
te verbeteren. De insteek van deze APV is regelgeving
waar burgers en bedrijven mee gebaat zijn en regels
die worden gekenmerkt door eenvoud in uitvoering.
Zo kunnen vergunningen ook voor onbepaalde tijd
worden afgegeven. Het jaarlijks opnieuw aanvragen
van een vergunning is hierdoor overbodig. De
gemeente Deventer voorkomt hiermee dat de
uitvoeringslasten van regels een rem zetten op een
concurrerende en ondernemende economie. De
gemeente Deventer heeft hiervoor van het Rijk een
bewijs van goede dienst ontvangen.
2.5 Versterken culturele infrastructuurEen sterk ondernemersklimaat komt alleen goed tot
stand in een omgeving die dat ondersteunt en
uitnodigt tot ontmoeting, inspiratie en creativiteit. Zo
is er aantoonbaar verband tussen de beschikbaarheid
van voldoende culturele voorzieningen en de
aantrekkelijkheid van een stad als woon en werk
omgeving. Samenwerking tussen ondernemers en
kunstenaars leidt tot innovatieve ideeën met econo
mische meerwaarde.
Wat gaan we daarvoor doen?• versterking van de culturele basisinfrastructuur
(kerntaakprogramma Culturele Infrastructuur en
Monumentenzorg);
• het leggen van verbindingen tussen de creatieve
sector en het MKB. Bijvoorbeeld met de projecten
‘Met creativiteit meer economie’ en ‘Kunstenaar
als coach voor het MKB’ en ‘de =MEER innovatie
prijs voor cocreatie’;
• verbinden van enkele grootschalige festivals en
evenementen met het lokale/ regionale bedrijfs
leven en kunst, cultuur, sport en zorg (programma
Vrijetijdseconomie);
• betrokkenheid van ondernemers bij culturele
activiteiten en manifestaties en maatschappelijke
initiatieven zal eveneens gestimuleerd worden.
Hierbij wordt nadrukkelijk de samenwerking met
gemeenten, onderwijsorganisaties en sociale
instellingen gezocht.
Door het maken van slimme en nieuwe combinaties
tussen de doelen en de middelen van de programma’s
zorgen we er voor dat deze elkaar versterken.
Wat of wie inspireert hier?Museum De Fundatie in Zwolle en Wijhe en Het
Nederlands Symfonieorkest tonen verregaand
ondernemerschap. Dat vertaalt zich in groeiende
bezoekersaantallen. Beide culturele instellingen zijn
bereid hun deskundigheid te delen.
De Nieuwe Oost: de grootste talentontwikkelaar in
Nederland, voortkomend uit een productiehuis voor
toneel, popmuziek en literatuur.
Wie gaan we uitdagen?Culturele instellingen gaan wij uitdagen om onder
nemender te worden en andere vormen van samen
werking en nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen.
Ook doen wij een beroep op het kunstvakonderwijs
om samen met culturele instellingen vraag en aanbod
beter op elkaar te laten aansluiten. Wij dagen de
industrie uit om, meer dan nu, de conceptuele kracht
van de creatieve sector te gebruiken.
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
15
16
De ontwikkeling van de regionale (kennis)economie
wordt in toenemende mate bepaald door de aan wezig
heid van menselijk kapitaal. De beroepsbevolking moet
‘een leven lang leren’, ook wel sociale innovatie
genoemd, om te kunnen blijven werken met nieuwe
software en apparatuur, om innovaties te begrijpen en
toe te passen.
Mogelijke groei van onze bedrijven staat onder druk
door een groeiend tekort aan vooral technisch
personeel op alle onderwijsniveaus. De beschikbaar
heid van gekwalificeerd personeel door het bedrijfs
leven is van doorslaggevende betekenis voor een
gezonde Overijsselse economie in de toekomst. De
provincie gaat via een krachtige onderwijsarbeids
marktaanpak regionale samenwerking vormgeven
tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, gemeentes,
sociale werkplaatsen en instellingen. Het gaat daarbij
om alle niveaus van de arbeidsmarkt: topsectoren,
startende ondernemingen en werkgelegenheid op
mboniveau.
De provincie wil in het kader van maatschappelijk ver
ant woord ondernemen de bijdrage van bedrijven aan
het sociale beleid van gemeenten en regio’s, verster
ken. Dit zal onder andere tot uiting komen bij opdrach
ten en aanbestedingen, waarin expliciet gevraagd zal
worden naar de beschikbaarstelling van leerwerk
plaatsen (zie ‘stimulering van leerwerk trajecten’).
3.1 Human capital binnen het Overijsselse topsectorenbeleid
Binnen onze topsectoren doet de problematiek van
een toenemend tekort aan voldoende gekwalificeerd
personeel zich vooral voor in de hightech en kunst
stoffenindustrie en de zorg. Zo zal 30% van de
technici de komende tien jaar uitstromen, terwijl de
instroom en interesse in techniek beperkt is. Op dit
moment is er al een tekort aan (hoog) geschoolde
medewerkers, zowel vakmensen als ingenieurs, in
(bèta)techniek. Ook in de bouw en landbouw speelt
de toekomstige beschikbaarheid van voldoende
gekwalificeerd personeel. Op korte termijn is nog
sprake van een overschot aan arbeidskrachten, maar
als gevolg van te lage instroom, vergrijzing en
versnelde uitstroom dreigt ook hier een tekort. De
provincie wil via de stimulering van nieuwe onderwijs
arrangementen bijdragen aan een technisch gekwali
ficeerde beroepsbevolking.
Wat gaan we daar voor doen? Wij stellen gezamenlijk met het bedrijfsleven en de
onderwijsinstellingen een humancapitalagenda op
voor de Overijsselse topsectoren.
Versterken van de samenwerking tussen onderwijs
en bedrijfsleven door een betere afstemming van het
onderwijs op de economische potentie van de regio.
Dat doen wij door het realiseren van Centra voor
Innovatief vakmanschap (MBO) en Centers of exper
tise (HBO).
De provincie wil opleidingsinstituten voor onder
wijs gevenden (pedagogische academies, leraren
opleidingen VO, Twente School of Education, e.a.)
ondersteunen bij de ontwikkeling van een aanbod
waarin bètatechniek een centrale rol krijgt. In dit
kader wil de provincie de ontwikkeling van een
kenniscentrum onderwijskolom bevorderen.
Wat of wie inspireert hier?In samenwerking met Demcon Advanced Mechatronics
is de hogeschool Saxion in Enschede een voltijdoplei
ding Mechatronica gestart. Mechatronicaspecialisten
werken op het snijvlak van werktuigbouw, elektronica
en informatica. Met de opleiding speelt Saxion in op de
ontwikkelingen in de Twentse hightech industrie.
Hogeschool Windesheim heeft samen met Wavin en
API een lectoraat kunststoftechnologie opgezet.
Windesheim en Deltion zijn betrokken bij het Polymer
Sciene Park (DSM, Wavin). Ook hier spelen de onder
wijsinstellingen in op de regionale opleidings en
onderzoeksvraag van het bedrijfsleven.
Het Devlab(Development Laboraties), is een initiatief
van 12 MKBbedrijven, waarbij er intensieve contac
ten zijn met HBO en WO voor stages, afstuderen en
onderzoek.
Wie gaan wij uitdagen?Bedrijven en onderwijsinstellingen om tot opleidings
en onderzoeksprogramma’s te komen die aansluiten
op de vraag van het regionale bedrijfsleven.
3.2 Bevorderen van ondernemerschap bij starters/ spin-offs
De provincie ondersteunt initiatieven die starters
helpen in hun ondernemerschap, zodat ze sneller en
succes rijker beginnen en zo de slaagkans van hun
3. Versterken van human capital en ondernemerschap
17
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
18
bedrijf vergroten. Onze bijzondere aandacht gaat uit
naar starters/ spinoffs in de door ons geprioriteerde
stuwende sectoren. Kennispark Twente heeft
inter nationaal faam opgebouwd als het gaat om het
valoriseren van kennis in nieuwe bedrijvigheid,
zogenaamde spinoffs. De afgelopen 20 jaar zijn er
vanuit Kennispark Twente ruim 750 ontstaan. Deze
spinoffs (met een zeer hoog overlevingspercentage)
zijn de bedrijven van de toekomst en daarmee nieuwe
werkgevers. Wij willen de aanwezige kennis en
ervaring rond kennisvalorisatie en ondernemerschap
(spinoffs) bij Kennispark Twente (UT en Saxion)
verbreden naar de regio Zwolle (Kennispoort regio
Zwolle en Hogeschool Windesheim).
Daarnaast bieden wij steun bij het investeringen in
ondernemersvaardigheden via het bestaande
coachings programma ‘Ik Start Smart’, dat door de
Kamer van Koophandel in samenwerking met
gemeenten, onderwijs, de Regionale Bureaus
Zelf standigen (RBZ) en stichting Qredits (microkrediet)
wordt uitgevoerd. In 2012 ondersteunen we een
initiatief waarin Kamer van Koophandel en Regionale
Organisatie Zelfstandigen (ROZ) Twente startende en
doorstartende ondernemers helpen om de gevolgen
van de economische crisis het hoofd te bieden. De
steun kan bestaan uit kredietverlening, hrmadvies,
marketing, e.d. De provinciale ondersteuning
stimuleert de gewenste samenwerking tussen Kamer
van Koophandel en ROZ Twente.
Wat gaan wij daar voor doen?Ondersteuning van 500 starters en 150 spinoffs.
Wat of wie inspireert hier?
Binnen het valorisatieprogramma Kennispark Twente
neemt ondernemerschap binnen de opleiding een
belangrijke plaats in. Al tijdens de studie maken
studenten kennis met onderschap en krijgen ze de
kans een eigen bedrijf op te zetten.
IkStartSmart is een initiatief waarbij verschillende
partijen samenwerken bij het begeleiden van mensen
die een eigen bedrijf willen opzetten. De begeleiding
door coaches uit het bedrijfsleven is een belangrijke
succesfactor.
De pilotTopondernemerregelingvanWindesheim
(HBO), Deltion (MBO) en Landstede (MBO) in Zwolle.
Binnen het institutionele kader van het middelbaar en
hoger onderwijs worden studenten gestimuleerd om
hun diploma te halen en een succesvol bedrijf op te
bouwen. De hogeschool en de mboinstellingen gaan
onder andere afwijkende tentamenmomenten
instellen, en de aanwezigheidsplicht anders inrichten
voor succesvolle ondernemers. Ook krijgen de
studentondernemers de mogelijkheid hun eigen
bedrijf in te brengen als afstudeeronderwerp.
3.3 Stimuleren van leerwerktrajectenAlleen investeren in de ontwikkeling van werkgelegen
heid in de topsectoren is niet voldoende voor een
gezonde Overijsselse economie. Werkgevers hebben
duidelijk gemaakt dat de kansen voor mensen zonder
Mboopleidingsniveau zeer beperkt zijn. De uitdaging is
om laagopgeleiden toe te leiden naar gekwalificeerde
functies met een adequate beloning en perspectief op
doorgroei. Het is duidelijk dat dit uitsluitend kan
worden gerealiseerd door het bedrijfsleven, met
voldoende ondersteuning vanuit gemeenten, onderwijs
en andere instellingen. De provincie gaat deze
regionale samenwerking stimuleren.
Wat gaan we daar voor doen?De provincie wil regionale samenwerking stimuleren.
Deze samenwerking moet leiden tot afspraken over
aantallen, soorten trajecten, taakverdeling en
bekostiging van de leerwerktrajecten. De samen
werking moet bij voorkeur gestalte krijgen in
regionale actieplannen ‘leerwerktrajecten’. In dit
kader willen wij ondersteuning bieden aan lokale en
regionale initiatieven op het gebied van thuiszorg,
persoonlijke dienstverlening en verpleging. Vooral in
deze sectoren ontstaan baanperspectieven op
laaggeschoold niveau. De provincie wil projecten
ondersteunen waarbij werkzoekenden instromen in
deze werkplekken en via begeleiding en scholing
doorgroeien naar stabiele banen. Wij willen in deze
regionale arrangementen de volgende onderdelen
inbrengen:
• Voortzetting van het 1000jongerenplan.
• De realisatie van het werkschoolmodel. Hierbij
sluit de provincie aan bij het kabinetsbeleid,
waarbij aan schoolverlaters eveneens leerwerk
banen worden aangeboden door bedrijven.
• De uitvoering van het actieplan ‘laaggeletterdheid’,
gericht op bestrijding laaggeletterdheid en
onvoldoende rekenvaardigheid op het werk.
19
Ook hier is de provinciale betrokkenheid vooral
gericht op het stimuleren van de actieve deelname
van bedrijven in de aanpak.
• Versterking van ‘social return’. Conform de wens
van Provinciale Staten zal de provincie (als
werk gever en opdrachtgever voor diensten en
werkzaamheden) bij aanbestedingen en
opdrachten die daarvoor geschikt zijn, nadrukkelijk
vragen om leerwerkplekken bij opdrachtnemers en
daarnaast inzet van ‘social return’ bij gemeenten,
waterschappen en woningcorporaties stimuleren.
Wat of wie inspireert hier?Het 1000-jongerenplan. Met dit project (start in 2010)
wordt aan kwetsbare jongeren een leerwerkbaan én
intensieve begeleiding geboden op het gebied van
schuldsanering, huisvesting e.d. De provincie biedt in
dit project aan werkgevers een subsidie voor begelei
dingskosten op de werkplek. De ervaringen die in dit
project worden opgedaan zijn van groot belang bij de
voorgestelde regionale arrangementen.
RouveenKaasspecialiteiten streeft ernaar om mensen
in dienst te nemen met minimaal een MBO diploma.
Meestal is dit geen Voeding of Levensmiddelentech
nologieopleiding. Om die redenen wordt er intern een
opleiding levensmiddelentechnologie en hygiëne
gegeven. Dit is niet alleen belangrijk voor het maken
van de vele kaasspecialiteiten, maar ook om te
kunnen mee denken in proces en kwaliteitsverbete
ringen en het ontwikkelen van nieuwe producten.
Nieuwe medewerkers worden opgenomen in een
opleidingsplan. Door het breed opgezette opleidings
beleid in nauwe samenwerking met het AOC Oost
Voeding, ontstaan er goede doorstroommogelijk
heden voor de medewerkers van Rouveen Kaas
specialiteiten. Voor de mensen biedt dat voortdurend
nieuwe uitdagingen.
Wie gaan wij uitdagen?Regionale ondernemers, MBOinstellingen, gemeenten,
sociale werkplaatsen en hulpverlenende instellingen.
3.4 Arbeidsmarktinformatie en kennis uitwisselingDe provincie wil op bredere schaal informatie
uitwisseling stimuleren op het gebied van onderwijs
en arbeidsmarkt, ook waar het grensoverschrijdende
arbeid en onderwijs betreft. Dit zal gebeuren door de
organisatie van conferenties, studiedagen en semi
nars. Ook hier zal met betrokken arbeidsmarktpartijen
nauw worden samengewerkt.
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
20
Wij willen bijdragen aan het versterken van de (inter
nationale) concurrentiepositie van het Overijsselse
bedrijfsleven. Het versterken van sterke sectoren
draagt naar onze overtuiging bij aan ontwikkel en
trekkracht voor andere sectoren. Overijssel heeft een
uitstekende uitgangspositie in een viertal top
sectoren: Hightech, Chemie, Energie en Life Sciences/
Health. Deze positie hangt samen met de werk
gelegenheid in de sector, de toegevoegde waarde, de
export, investeringen in onderzoek en ontwikkeling
en aanwezige kennis posities. Deze sterke regionale
clusters leveren een grote bijdrage aan de welvaart in
Overijssel en oefenen een grote aantrekkingskracht
uit op buitenlandse bedrijven om zich te vestigen in
Overijssel of met Overijsselse bedrijven samen te
werken. Overijssel streeft naar een hogere toege
voegde waarde door de Hightech industrie door
middel van innovatie. Verder streven we naar een
versterking van de wetenschappelijke positie van de
Overijsselse topsectoren en van het vergroten van de
internationale oriëntatie van het bedrijfsleven. Om
deze ambities waar te kunnen maken staan de
bedrijven en kennisinstellingen voor de volgende
uitdagingen:
• Er moet voldoende gekwalificeerd technisch
personeel beschikbaar zijn en blijven om te
kunnen voldoen aan de behoefte van de
bedrijven. Samenwerking tussen de gehele
onderwijskolom
en het bedrijfsleven is daarbij noodzaak.
• Samenwerking tussen bedrijven moet blijvend
worden gestimuleerd, waarbij een actieve en
agenderende rol van het bedrijfsleven uit
gangs punt is.
• Innovaties bij kennisinstellingen moeten zo
efficiënt mogelijk tot economisch rendement
komen via het bestaande bedrijfsleven en
spinoffs.
• Financieringsarrangementen moeten innovatieve
bedrijven en samenwerkende bedrijven optimaal
ondersteunen.
De basis voor onze inzet is het met het bedrijfsleven,
de kennisinstellingen en de overheden ontwikkelde
businessplan High Tech Twente/ Innovatiesprong
Twente, als ook het position paper Kunststoffen voor
de regio Zwolle en de uitwerking van deze plannen in
zogenaamde technology roadmaps. Op het gebied
van Life sciences/ Health verbinden wij onze inzet aan
de Red Medtech Highway: een as van Twente via
Nijmegen naar Oss en Eindhoven, met aftakking naar
Groningen en Munster. Op deze as raakt ook de
regio Zwolle steeds meer aangesloten.
Wij kiezen nadrukkelijk voor een eigen inkleuring ten
opzichte van en aanvullend op het nationale Top
sectorenbeleid. Vanuit bedrijfsleven is een duidelijk
signaal afgegeven dat de nationale aanpak niet goed
past bij de behoeften van het Overijssels MKB.
Governance: sturing innovatiebeleidVoor de sturing van het innovatiebeleid in Overijssel
zetten wij in op een scherpere verdeling van verant
woordelijkheden en innovatie in de samenwerking
tussen overheden en tussen overheid en bedrijfsleven,
onderwijs en onderzoekinstellingen.
Daarbij hanteren wij de volgende uitgangspunten:
1. Innovatie is een van de pijlers van economisch
beleid. Het governancemodel heeft op dit
onderdeel betrekking.
2. Human capital maakt onderdeel uit van het
governancemodel op innovatie.
3. De overheden gaan over de organisatie en
uit voering van het voorwaardenscheppend beleid
in een goede onderlinge rolverdeling.
4. Op strategisch niveau stemmen overheden hun
beleid af met de kennisinstellingen en het bedrijfs
leven gericht de ontwikkeling van de economie
van Overijssel.
De uitwerking van de hiervoor benoemde uitgangs
punten leidt tot het volgende hoofdmodel voor de
governance, bestaande uit een Strategie Board, één
Innovatieloket/ uitvoeringsorganisatie en een Platform
regionaal bedrijfsleven en kennisinstellingen per regio.
Voor de beoordeling van concrete projecten willen wij
op provinciaal niveau een onafhankelijk en deskundig
Investment Committee in het leven roepen.
Kennispark Twente (inclusief het Innovatie Platform
Twente), Kennispoort Zwolle en Innovatienetwerk/
Stedendriehoek Onderneemt vormen voor ons de
loketten waar ondernemers met hun innovatievragen
terecht kunnen. Vanuit deze loketten worden op
verzoek van het bedrijfsleven en de kennisinstellingen
vragen uitgezet, en wordt, wanneer noodzakelijk,
ondersteuning gegeven. Deze innovatieloketten
4. Toename innovatiekracht industrie
vormen de spil tussen de ondernemers en de
verschillende intermediaire organisaties die zich
met innovatie bezighouden.
4.1 Versterken wetenschappelijke positieDe toenemende kennisintensiteit van producten
vraagt ook om steeds grotere investeringen in
fundamenteel en toegepast onderzoek. In het
doortrekken van de trend naar lichter en kleiner, met
een lagere footprint (minder grondstoffen, minder
energie, minder water en herbruikbaar) en hogere
functionaliteiten, raken de domeinen van hightech
systemen en hightech materialen de excellente
wetenschappelijke omgeving van de kennis
instellingen van de Universiteit Twente, waar
informatie en communicatietechnologie, nano
technologie en biomedische technologie tot de
wereldklasse behoren (CTIT, MESA+ en MIRA). Deze
technologie levert een belangrijke bijdrage aan de
toekomstige economische positie van Overijssel en
het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
Ook in de technologievelden mechatronica/ robotica,
materiaalkunde en kunststoftechnologie heeft
Overijssel een sterke (nationale) kennispositie die
nauw aansluit bij de Overijsselse industrie.
21
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
22
Wat gaan we daarvoor doen?Het vergroten van het rendement op investeringen in
onderzoek en ontwikkeling door het faciliteren van
business development en door de toegang voor
bedrijven tot risicokapitaal te vergemakkelijken.
Hiermee voorkomen we dat er een zogenaamd
innovatiegat ontstaat.
Het gesignaleerde probleem van het ‘innovatiegat’
doet zich vooral voor bij bedrijven die van klein door
willen groeien naar middelgroot tot groot. Bedrijven
met groeipotentie, zogenaamde gazellen, hebben
vaak forse kapitaalinjecties nodig, die veelal niet of
gedeeltelijk door banken geleverd wordt vanwege de
hoge technologische en marktrisico’s. Wij onde r
zoeken de mogelijk toegevoegde waarde van een
fonds gericht op de behoefte van deze doelgroep.
De provincie stimuleert, onder andere via de inzet van
de ontwikkelingsmaatschappij Oost NV, de samen
werking tussen bedrijfsleven, wetenschap en
onderwijs via open innovatiecentra: bijvoorbeeld het
Polymer Science Park en het Open Innovatie Centrum
Advanced Materials. Daarnaast ondersteunt de
provincie Kennispark Twente, stichting Kiemt en
stichting Health Valley bij de begeleiding van kennis
intensieve starters (spinoffs) op het gebied van ICT,
nanotechnologie, medische technologie en energie
en milieutechnologie.
We zetten in op Overijssel als ‘etalage voor innovatie’.
Waar relevant geven we ruimte aan het fysiek
zichtbaar maken van innovaties in stedelijke en
landelijke gebieden b.v. op de thema’s energie
(energielandschappen), bouw (hightech) en landbouw.
Wat of wie inspireert hier?AMMON is een door de industrie geleid programma
met als (langere termijn) doelstelling het realiseren
van een krachtiger industriële (technologische)
infrastructuur voor OostNederland. Op korte termijn
moet AMMON industriële spelers in OostNederland
in staat stellen door onderlinge samenwerking meer
onderscheidende producten sneller en effectiever in
de markt te zetten.
Afgeleide doelstelling is het creëren van een indus
triële community in OostNederland waarin spelers
elkaars business en technologische mogelijkheden
Wat gaan we daar voor doen?Het opstellen van een meerjarige agenda met de
Overijsselse Centra voor Research en Innovatie (OCRI)
voor de zorg (Hightech Health Farm) en voor
bio energie (BE2.O) en het financieel ondersteunen
van de uitvoering van deze agenda.
De provincie wil bijdragen aan de versterking van de
wetenschappelijke positie op het gebied van ICT,
nanotechnologie en medische technologie, daar
waar dit aansluit bij de vraag van het regionale
bedrijfs leven en het bedrijfsleven zelf ook bereid is
mee te investeren.
Wat of wie inspireert hier?Het instituut MIRA voor onderzoek van biomedische
technologie en technische geneeskunde gaat een
Hightech Health Farm opzetten. Die locatie moet een
proeftuin worden voor medische technologie en
brengt wetenschappelijk onderzoek, klinische
toepassingen en patiënten op een plek bij elkaar.
Focus ligt op chronisch zieken. De ambitie is om zorg
aan patiënten te bieden in een thuissituatie, waar
voor de patiënt dan niet naar een (dure en verre)
ziekenhuissetting hoeft te gaan.
Wie gaan wij uitdagen?De Universiteit Twente met haar onderzoeksinstituten,
de gezondheidssector en de industrie.
4.2 Verhogen van het economisch rendement van bedrijvenDe afgelopen acht jaar is vanuit verschillende
programma’s (o.a. Pieken in de Delta, GO EFRO, ICT
Diensteninnovatie, Nano4vitality, Twents Innovatie
route) fors geïnvesteerd in de sector Hightech. De
kennisinfrastructuur is versterkt en er zijn veel
innovatieprojecten op gang gebracht. Nog te vaak
blijft onderzoek en ontwikkeling steken in prototypes
en producten die niet verder zijn opgepakt door de
industrie. Een extra stap is nodig om het rendement
op de investeringen in onderzoek en ontwikkeling
(verder) te vergroten. Open innovatiecentra, waarin
de kennisinstellingen samenwerken met het
bedrijfs leven, spelen in toenemende mate een
belangrijke rol bij het tot waarde brengen van
kennis. Open innovatie biedt kostenvoordelen en
meer innovatiekracht in de gehele keten.
23
goed kennen, nauwer samenwerken en waarin
sleutelspelers elkaar vertrouwen: de basis voor snelle
totstandkoming van toekomstige consortia.
Inmiddels maken Pentair (Norit), Ten Cate, Wavin
en Bronkhorst deel uit van de samenwerking. Er is
interesse van enkele andere grotere bedrijven om toe
te treden. De sturing van het programma is in
handen van de Industrial Board, waarin de CEO’s
van de grote deelnemers vertegenwoordigd zijn.
Het Polymer Sciende Park, een samenwerkings
verband tussen DSM, Wavin, Hogeschool Windes
heim, Deltion College, Gemeente Zwolle en de
Provincie Overijssel, vormt de aftrap voor een open
innovatiecentrum voor bedrijven en onderwijs, onder
de noemer Polymer Science Park (PSP). Het PSP richt
zich op bedrijven, onderwijs en kennisinstellingen.
Het PSP wil hen stimuleren om kennis en kunde op
het gebied van kunststoffen en coatings te verbreden
en verbeteren, en ook de bedrijvigheid ervan te
vergroten. Deze voorziening leidt tot betere pro
ductie processen en meer producttoepassingen. Het
PSP wordt een ecosysteem van samenwerkende
partijen in de kunststof waardeketen en opent begin
2012 haar deuren.
Wie gaan wij uitdagen?Ondernemers, onderwijs en kennisinstellingen
(Gouden driehoek).
4.3 Vergroten internationale oriëntatie bedrijfslevenBedrijven en kennisinstellingen laten zich niet
beperken door administratieve grenzen van gemeen
ten, regio’s, provincies of landen. Internationale
samenwerking is voor bedrijven een belangrijk middel
om de eigen concurrentiepositie te versterken. Veel
bedrijven vinden op eigen kracht de voor hen
geschikte partners. Vaak kan internationalisering
ondersteunend werken aan de economische agenda.
Het is dan ook niet voor niets dat wij, in afstemming
met de nationale topsectoren, inzetten op gerichte
buitenlandse acquisitie van hoogwaardige activiteiten
die een bijdrage leveren aan onze speerpuntsectoren
Hightech, Chemie, LifeSciences/Health en Energie. Wij
streven er naar in de periode 20122015 in totaal
€100 miljoen aan directe buitenlandse investeringen
aan te trekken. Wanneer het bedrijfsleven ons daarom
vraagt willen wij technologische samen werking tussen
(consortia van) bedrijven en kennis instellingen en
internationale handelsbevordering stimuleren.
Daarbij is het interessant te onderzoeken op welke
wijze het Overijsselse bedrijfsleven beter kan
profiteren van de economische groei in Duitsland en
de daar aanwezige kennisposities.
Wat gaan wij daarvoor doen? Het aantrekken van buitenlandse investeringen (door
de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland (Oost
NV) in samenwerking met het Netherlands Foreign
Investment Agency (NFIA)).
Het faciliteren van grensoverschrijdende technologische
samenwerking, in het bijzonder met onze Duitse buren.
Het (mede) organiseren van en deelname aan handels
missies wanneer het bedrijfsleven ons daarom vraagt.
Wat of wie inspireert hier?Smart Bot is een grensoverschrijdend samenwerkings
verband van 24 partners in Duitsland en Nederland op
het gebied van complexe robots. Het doel van de
samenwerking is om zogenaamde multisensor robot
platforms te ontwikkelen en te maken voor de
zeevaart, landbouw en industrie. De samenwerking is
de basis voor het ontstaan van een internationale
‘kennishub’ op het gebied van multisensorrobots.
Wie gaan wij uitdagen?Het midden en kleinbedrijf op het gebied van
hightech, life sceinces/ health, energie en chemie,
Oost NV, het NFIA, gemeenten, het World Trade
Centrum (WTC) Hengelo, de Kamer van Koophandel
Oost Nederland.
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
24
Inzet op een duurzame economie draagt bij aan
economische groei en werkgelegenheid. Onze
energievoorziening speelt hierbij een belangrijke rol.
Een groot deel van ons energieverbruik is (in)direct
gekoppeld aan economische activiteiten en de
bebouwde omgeving. Om de inrichting van de
economie duurzaam te maken en minder afhankelijk
van fossiele, dan wel geïmporteerde energie is de
opgave primair om hernieuwbare energie een bredere
en grotere toepassing te laten krijgen. Die opgave is
internationaal, maar kan in Overijssel goed gecombi
neerd worden met het verduur zamen van de energie
voorziening: groene groei. Gegeven het bestaande
zwaartepunt voor bioenergie, zal de opgave zijn vooral
daar deze combinatie in duurzame econo mische
ontwikkeling vorm te geven. De provincie wil daarom
hernieuwbare energie breder en sterker toepasbaar
maken en streeft naar 20% hernieuw bare energie in
2020. Het aandeel hernieuw bare energie uit biomassa
is daarin meer dan 50 %. Verder streeft de provincie
naar meer slimmere energienetwerken en meer
energiebesparing in de gebouwde omgeving en
bij bedrijven.
5.1 Bio-energieBioenergie is in Nederland de belangrijkste bron van
hernieuwbare energie. Het hebben van een goede
thuismarkt, waar ook innovaties kunnen worden
beproefd, helpt bedrijven in Overijssel bij verdere
expansie en export. In Overijssel is een actief cluster
van bedrijven en kennisinstellingen rond bioenergie
aanwezig, die de hele keten tussen oogst, bewerking
en conversie afdekken. Deze bedrijven en instellingen
hebben zich verenigd in het Bioenergiecluster Oost
Nederland (BEON). Dit cluster biedt een kans om de
ontwikkeling van biomassa als biobrandstof vorm te
geven, als onderdeel van de transitie naar een
biogebaseerde economie.
Wat gaan we daar voor doen?Ondersteunen van de brede toepassing van bestaande
technieken (vergisting), maar ook koploperprojecten
wat betreft innovatieve technieken. Wij investeren in
het Bioenergiepark Twente, als proeftuin voor nieuwe
bioenergietoepassingen. Financiering van het onder
zoeksprogramma OCRI (Overijssels Centrum voor
Research en Innovatie) aan de Universiteit Twente, met
een pijler bioenergie (BE2.O). Hierin worden o.a. de
toepassingen voor pyrolyseolie onderzocht.
Wat of wie inspireert hier?De pyrolysefabriek in Hengelo van BTG in samen
werking met de Universiteit Twente. Hier wordt een
innovatief product geproduceerd, dat kan uitgroeien
tot wereldniveau. Hetzelfde geldt voor de Bio
ethanol fabriek in Hardenberg waar een nieuwe
technologie wordt toegepast vanuit uitsluitend
biomassa rest stromen.
Op lokale en regionale schaal zien wij veel agrariërs
die investeren in mestvergistingsinstallaties. De eerste
prototype minivergister met pure mest (HoST in
Enschede) bewijst in Langeveen dat het concept
werkt. Uitrol in Overijssel en daarbuiten wordt
verwacht. Vergistingsinstallaties kunnen ook met
elkaar verbonden worden tot een groen gashub.
Voorbeeld hiervan is het project Groen Gashub
Salland en het groen gashub project in Twente.
Wat gaan we daar voor doen?Wij bieden die partijen die in hoge mate kunnen
bijdragen aan onze ambities de mogelijkheid om
subsidies, leningen, garanties en participaties aan
te vragen. We steunen bioenergieprojecten ook
door actief ondersteuning te bieden aan stuur
groepen en projectgroepen.
Wie gaan wij uitdagen?Wij dagen grotere chemie en technologiebedrijven
uit te investeren in nieuwe processen en producten op
het gebied van bioenergie. Wij dagen biomassa
producenten, overheden en netwerkbedrijven uit de
keten van productie tot en met afzet (consument) te
verbinden. Een gesloten biomassaketen is een
voorwaarde voor de biobased economy.
5.2 Slimmere energienetwerkenSlimmere energienetwerken maken op termijn een
20 tot 30% besparing op de energieopwekking
mogelijk. Hier ligt ook een relatie met de gelijktijdige
ontwikkeling van meer decentrale, duurzame
energieopwekking en energieopslag (slimme bouw).
Rondom deze smart gids, smart monitoring en
intelligente bouw ontwikkelt zich een netwerk van
bedrijven en toenemende samenwerking met de
Universiteit Twente. Deze ontwikkeling biedt kansen
voor een toekomstig cluster.
5. Transitie duurzame energievoorziening
25
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
26
hun energierekening zien dalen. De koplopersgroep
woningbouwcorporaties die versnelt hun woning
voorraad energiezuiniger maken.
Wie gaan wij uitdagen?Wij dagen bouw en installatiebedrijven uit die kansen
die zich voordoen op dit thema actief te benutten.
Door hier een gezamenlijke marktbenadering in te
ontwikkelen. Particuliere woningeigenaren dagen wij
uit te investeren in het energiezuiniger maken van
hun woning. Wij dagen alle woningbouwcorporaties
uit te investeren in het versneld energiezuiniger
maken van hun woningvoorraad.
Wat gaan we daar voor doen?Ondersteunen van de ontwikkeling van dit nieuwe
cluster, mede in relatie tot onze inzet voor de sectoren
hightech en de bouw.
Wat of wie inspireert hier?Verschillende partijen werken aan slimme technieken
om energiebesparing in huis te realiseren en energie
effectief op het juiste moment in te zetten. Concreet
is een pilot van start gegaan in Zwolle waar een
experiment loopt met een slim energienetwerk. Hier
komen slimme meters / technologie, eigen energie
opwekking en de distributie van energie samen.
Deze pilot is opgezet door netwerkbedrijf Enexis in
samenwerking met een woningbouwcorporatie. Ook
in Twente is een vergelijkbaar project gaande.
Wie gaan wij uitdagen?Wij dagen particuliere eigenaren van woningen en
woningbouwcorporaties uit te investeren in slimme
(sensor)technologie om energie te besparen. Te
investeren in energieefficiëntie. Wij dagen net
werkbedrijven uit te investeren in slimme energie
netwerken.
5.3 Energiebesparing in de gebouwde omgeving en bij grote bedrijven
Investeringen in hernieuwbare energie brengt als
spinoff werk voor bouwbedrijven en installatie
bedrijven. In het energiefonds is € 100 miljoen
gereserveerd voor leningen aan de woningbouw
corporaties. Deze middelen zijn bestemd voor de
verduurzaming van de bestaande woningbouw
voorraad.
Wat gaan we daar voor doen?Realiseren van energiebesparende maatregelen bij
15.000 woningen. Wij bieden particuliere woning
eigenaren leenmogelijkheden om te investeren in
hun woning. Met corporaties maken we afspraken
over het versneld energiezuiniger maken van hun
woningvoorraad.
Wat of wie inspireert hier?De samenwerking tussen gemeenten, bouw en
installatiebedrijven en marketingbureaus om te
komen tot een effectieve marktbenadering. Die
particuliere woningeigenaren die investeren in het
energiezuiniger maken van hun woning en daarmee
27
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie
Foto:Aardehuis
28
Overijssel heeft een sterke toeristischrecreatieve
sector. De sector steunt op de aantrekkelijke
(historische) steden en een afwisselend landschap,
rijke cultuurhistorie en de fraaie en bijzondere natuur.
In de afgelopen decennia is het belang van toerisme
sterk toegenomen en vergroeid met aangrenzende
terreinen als kunst, cultuur, sport, zorg en natuur. Ook
het funshoppen is enorm gegroeid. We spreken
daarom ook wel van de vrijetijdseconomie, waarbij
het idee gastvrijheid in al zijn facetten centraal staat.
Gezien de kwaliteiten van Overijssel kan het toerisme
nog verder groeien: meer gasten, die langer blijven en
een hoger bestedingspatroon laten zien. In 2014
realiseert Overijssel daardoor een marktaandeel van
10% op de Nederlandse markt (meerdaags verblijf) en
in totaal 3.000 extra arbeidsplaatsen (in 2011
31.000). In de vrijetijdseconomie in Overijssel gaat
jaarlijks 1,7 miljard euro om. Vakantiegangers
brengen daarvan € 366 miljoen in; waarvan € 60
miljoen door onze gasten uit Duitsland en België.
Samenwerking in de toeristische keten wordt gezien
als essentiële voorwaarde voor succes. In 2011 is
daarom toegewerkt naar de formele oprichting van
‘’Gastvrij Overijssel’’. Dit is een samenwerkings
verband van alle stakeholders uit de toeristische
keten; bedrijfsleven, Kamer van Koophandel, Regio
nale Bureaus voor Toerisme en kennisleveranciers als
de Saxion Hospitality Business School. Deze door de
provincie geïnitieerde samenwerking maakt het
mogelijk om steeds op 1 plek ontwikkelingen en
activiteiten te bespreken en een gezamenlijke koers
te bepalen. Voor die koers geldt als drager, de in
2010/2011 ontwikkelde Marketing Impuls Toerisme
Overijssel die onder regie van de provincie tot stand
kwam. Hierin zijn actielijnen per merk en campagnes
voor de provincie opgenomen en is neergelegd op
welke doelgroepen wordt gemikt. Wij willen deze
nieuwe structuur de komende 4 jaar financieel
ondersteunen en sluiten aan bij het Manifest
‘Gastvrij Overijssel’ 20122015.
Wij zetten in op duurzame vernieuwing van de gast
vrijheidseconomie door: ontwikkeling van nieuwe
productmarktpartnercombinaties (PMPC’s),
verhoging van de belevingswaarde van de routenet
werken en natuur & cultuur, versterking van het
duurzame ondernemerschap, vereenvouding en
versterking van de toeristische keten en meer
aandacht voor de promotie en marketing van de
vijf toeristische Amerken in Overijssel. In de promotie
krijgen de Hanzesteden als thema een plek. Het
vernieuwde festival en evenementenbeleid draagt
ook bij aan het stimuleren van de gastvrijheids
economie.
6.1 Nieuwe product-markt- partner-combinatie en duurzame ondernemerschapKeuze en combinatiegedrag van consumenten
dwingt ondernemers tot het maken van aantrekkelijke
producten en arrangementen. Nieuwe PMPC’s
vergroten de aantrekkelijkheid voor consumenten en
de toegevoegde waarde van de sector. Daarbij zijn
verbindingen met andere sectoren essentieel. Juist op
het snijvlak van sectoren ontstaan interessante
mogelijkheden voor nieuwe PMPC’s. De verbinding
met kunst, cultuur, sport, zorg en natuur bieden volop
kansen, evenals verbindingen met nevenactiviteiten
van de landbouw. Het ‘Overijssels Water’ voor de
watersport en waterrecreatie, de toeristische
cultuurbeleving en het ‘puur’ produceren en
consumeren van producten Overijssel zijn nieuwe
toeristische thema’s die in Overijssel meer aandacht
gaan krijgen.
Verduurzaming en vernieuwing van de bedrijfsvoering
is voor de concurrentiepositie én de uitstraling van het
bedrijf en de toeristische regio van belang. Wij willen
ondernemers stimuleren om te excelleren in gastheer
schap en duurzame productvernieuwing, samen met
anderen en met overheden en kennisinstellingen.
Wat gaan we daar voor doen?Het regisseren van programma’s voor Overijssels
Water, Cultuurbeleving en Puur Natuur en het
adopteren van nieuwe PMPC’s vanuit deze
programma’s door het bedrijfsleven.
Samen met Hiswa, Recron en Koninklijke Horeca
Nederland vormt Duurzaam Ondernemerschap het
thema in het vinden van nieuwe wegen om het
energieverbruik terug te dringen en tot kosten reductie
te komen. Hiermee wordt een duurzame dimensie
toegevoegd aan het programma Innovatief Onder
nemen in Toerisme in Overijssel (IOTO) 20102014. Er
wordt toegewerkt naar het predicaat ‘green key’/
‘blauwe vlag’. Bij dit project wordt een koppeling
6. Een nog gastvrijere regio: toerisme 2.0
29
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
30
routes zijn goed bewegwijzerd en behoren tot de
beste van Nederland. De fysieke toeristische infra
structuur is daarmee kwantitatief en kwalitatief
voldoende ontwikkeld. Ze stimuleert tevens vormen
van duurzaam vervoer. De routenetwerken zijn ook
digitaal ontsloten met applicaties voor telefoon, tablet
en computer. Wel is er nog winst te halen uit de
kwaliteitsverbetering van de routes zelf, bijvoorbeeld
door ze te verplaatsen en verkeersveiliger te maken.
Wat gaan we daar voor doen?Verhogen van de belevingswaarde van de routenet
werken. Met het bedrijfsleven en ketenpartners willen
wij tot nieuwe allianties komen. Deze moeten
uitmonden in nieuwe plannen en projecten, die
gasten verleiden tot een bezoek aan en zorgen voor
meer bestedingen in Overijssel. De routenetwerken
zijn daarvoor als zodanig niet voldoende. Het gaat om
het toevoegen van thematische waarde door meer
gebruik te maken van bijvoorbeeld de Overijsselse
cultuurhistorie en arrangementen met ondernemers
aan die routes.
Wat of wie inspireert hier?Verhalenknooppunten uit het Vechtdal. Op 30
locaties in het routenetwerk in het Vechtdal staat een
audionetic, een paal waarmee door trappen op een
pedaal elektriciteit wordt gegeneerd om meerdere
verhalen voor jong en oud te kunnen horen over het
gebied. Het recent verschenen boek van Jan Terlouw,
Hellehonden, is een uitstekend voorbeeld van hoe
cultuurhistorie interesse kan opwekken voor een
bezoek aan Twente.
Wie gaan wij uitdagen?Het toeristisch bedrijfsleven, brancheverenigingen als
Recron, Hiswa en Koninklijke Horeca Nederland,
partners als Saxion Hogescholen, het Historisch
Centrum Overijssel en Musea zijn aan zet als het gaat
om het verbinden van de routenetwerken met cultuur
& natuur in arrangementen.
6.3 Promotie en marketing 5 A-merkenUit consumentenonderzoek blijkt dat Overijssel geen
herkenbare toeristische bestemming is. De regio’s (5
Amerken) binnen Overijssel zijn dit wel. De 5
Amerken zijn: Salland “Natuurlijk gastvrij”; Twente
“Landgoed van Overijsel”; Vechtdal Overijssel “Alle
Tijd”; Waterreijk Weerribben Wieden “Ontspannen in
gelegd met het Energiefonds. Ook zetten wij in op
het realiseren van bedrijfsnatuurplannen. Deze
plannen zorgen voor een ‘natuurlijke’ en duurzame
inbedding van het bedrijf in zijn omgeving.
Wat of wie inspireert hier?In 2010 won Waterreijk WeerribbenWieden de EDEN
Award, de prijs voor “European Destinations of
Excellence”. De EDEN AWARD beloont de combinatie
van duurzame ontwikkeling en toerisme.
Overijssel kent een aantal topkampeerterreinen. Drie
daarvan hebben in 2012 internationale erkenning
gekregen door het predicaat ‘Superplatz’. Deze
onderscheiding van de Duitse ADAC is te vergelijken
met de Michelinster in de horeca. De Overijsselse
Superplatzen zijn de campings Beerze Bulten, Kleine
Wolf en Papillon. Om de waardering Superplatz te
verkrijgen moeten de campings voldoen aan strenge
criteria, waaronder luxe voorzieningen en ruime
kampeerplaatsen die tegemoet komen aan de hoge
kwaliteitseisen van de gasten. Het predicaat Super
platz is voor de kampeerder een belangrijk en
vertrouwd keurmerk.
Wie gaan wij uitdagen?Wij gaan de ondernemers en de ketenpartners in de
vrijetijdseconomie uitdagen om samen de nieuwe
programma’s rond de thema’s Overijssels Water,
Cultuurbeleving en Puur Natuur vorm te geven en
nieuwe PMPC’s te realiseren. Natuurorganisaties
dagen wij uit om samen met de recreatiesector te
werken aan gastvrijheid in en rond de natuurgebieden.
Wij dagen culturele instellingen uit om de samen
werking met de toeristische sector nog meer te
zoeken en gezamenlijk een kwalitatief goed en
aantrekkelijk aanbod samen te stellen.
6.2 Beleving routestructurenIn de afgelopen 40 jaar is stelselmatig gewerkt aan
de verbetering en vervolmaking van routenetwerken
voor fietsen, wandelen, varen en paardrijden.
Overijssel beschikt over ruim 3.000 km fijnmazig
toeristisch fietsroutenetwerk en 500 km mountain
bikenetwerk, 4.000 km wandelnetwerk, 95 km
toeristische vaarroutes, 400 km kanoroutes en 400
km aan paardrijroutes. Deze netwerken liggen veelal
in de GroenBlauweHoofdstructuur en zijn verbonden
met de aanwezige groenblauwe kwaliteiten. Deze
het grootste wetland van Europa”en IJsseldelta
“water, vriend en vijand”. Deze merken genieten
buiten Overijssel echter nog te weinig bekendheid.
De kwaliteiten van het toerisme in Overijssel moeten
met behulp van promotie en marketing indringender
onder de aandacht van de consumenten worden
gebracht. Het profiel van de 5 toeristische merken in
Overijssel moet daarvoor met specifieke acties, maat
regelen en arrangementen scherper worden. De
Hanze als thema behoort hier ook toe. De Nationale
parken Weerribben Wieden en de Sallandse Heuvel
rug en de Nationale landschappen Noordoost Twente
en de IJsseldelta vormen het groenblauwe decor,
waarin onze Amerken moeten excelleren.
In 2010/2011 is met behulp van de trits: “bezinnen,
kansen zien/kansen benutten, waardecreatie” onder
leiding van Saxion Hogescholen gewerkt aan het
verscherpen van de profielen van de 5 toeristische
merken. Onder de noemer ‘’Guest Journey’ is duidelijk
geworden wat een gast belangrijk vindt en hoe de
merken daar op in moeten spelen. Daarbij wordt
uiteraard nauw gelet op de te bereiken doelgroep van
consumenten. De Regionale Bureaus voor Toerisme
geven hieraan samen met bedrijfsleven en keten
partners vorm.
Wat gaan we daar voor doen?Het voorbereidende werk in 2010/2011 moet in de
komende periode worden verzilverd in concrete
samenwerking, nieuwe producten en een verscherping
van het specifieke profiel van de merken. Alle voor
waarden zijn daar nu voor aanwezig; een nieuwe
keten, vastgelegde samenwerking, profielen, ont
wikkelingsrichtingen en een marketingstrategie voor
meerdere jaren.
Wat of wie inspireert hier?De Marketing Impuls Toerisme Overijssel wordt door
alle partners en partijen in Overijssel onderschreven.
Hij geldt daarmee als richtingbepaler en drager voor
de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden en
arrangementen.
Wie gaan wij uitdagen?Wij dagen het toeristisch bedrijfsleven en de Regiona
le Bureaus voor Toerisme in West Overijssel en Twente
uit om de marketingimpuls te vertalen in concreet te
ondernemen activiteiten en campagnes.
6.4 Evenementen en festivalsEvenementen en festivals kunnen een belangrijke
bijdrage leveren aan het versterken van de regionale
economie. Dit kan door het zoeken van de verbinding
31
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
32
ondernemers, onderwijs, en vrijwilligers, heeft een
landelijke uitstraling en werkt als een cultureel
economische olievlek voor de gehele regio.
Het festival is een vernieuwende samenwerking
aangegaan met ruim 85 toeristische Sallandse
ondernemers om als pilot meerdaagse verblijfs
arrangementen te ontwikkelen. Tegelijkertijd wordt
het festival verlengd van drie naar vier dagen. Dit jaar
zijn 150 toeristische arrangementen beschikbaar en via
Internet te boeken. DOS heeft zich hiermee gekoppeld
aan de toeristische regio Salland en zorgt voor veel
extra dagrecreanten en toeristen die meerdere dagen
verblijven in onze provincie.
Wie gaan wij uitdagenWe nodigen de bestaande grote festivals en evene
menten, die hun organisatietalent hebben bewezen,
uit om met de gevraagde meerjarenvoorstellen te
komen. Via een jaarlijkse tender kunnen ook anderen
in aanmerking komen voor de ondersteuning van hun
innovatieve idee.
met het lokale/regionale bedrijfsleven en door
dwarsverbanden te leggen met kunst, cultuur, sport,
zorg, natuur en nevenactiviteiten van de landbouw.
Juist op het snijvlak van disciplines kunnen nieuwe
arrangementen ontstaan, die gasten kunnen interesse
ren voor een (langer) bezoek aan of een verblijf in
Overijssel. Naast versterking van de regionale econo
mie, wil de provincie dat de evenementen en festivals
een bijdrage leveren aan de verscherping van het
profiel van de 5 Amerken in Overijssel. De Regionale
Bureaus voor Toerisme krijgen daarom een adviseren
de taak bij het selecteren van voorstellen.
Wat gaan we daar voor doen?We stellen voor de vier komende jaren geld beschik
baar voor plannen die aan bovenstaande criteria
tegemoet komen. Meerjarenprogramma’s moeten het
fundament leggen onder de gewenste ontwikkeling.
Een deel van het geld houden we jaarlijks beschikbaar
voor innovatie ideeën. Deze moeten idealiter tegemoet
komen aan meerdere doelstellingen van het hoofd
lijnenakkoord.
Wat of wie inspireert hier?Deventer Op Stelten (DOS) is een internationaal
theaterfestival dat vorige jaar 130.000 bezoekers trok.
Het festival verbindt culturele instellingen, lokale
33
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
34
De Nederlandse agrofood sector is internationaal
koploper en een van de motoren van de Nederlandse
economie. Ook voor Overijssel is de betekenis van deze
sector groot. De sector levert een stevige bijdrage aan
de Overijsselse economie en zorgt voor een goed
vestigingsklimaat voor nietagrarische sectoren. De
sector wordt geconfronteerd met verdwijnende van
zelfsprekendheden. De landbouw is niet langer de
dominante bewoner en ondernemer op het platteland.
De vanzelfsprekende acceptatie van het boerenbedrijf
verdwijnt. Een zoon is niet meer per definitie garantie
voor de continuïteit van het bedrijf. Europa beschouwt
de landbouw niet lager meer als haar eigen instrument
om voedselzekerheid te garanderen. In 2014 wordt het
nieuwe Europese Landbouwbeleid van kracht, waarin
minder geld beschikbaar komt voor bedrijfstoeslagen.
De focus van het nieuw Europees Landbouw beleid
wordt verlegd naar concurrentiekracht en innovatie en
vergroening en verduurzaming van de sector. De land
bouw, in Overijssel vooral de veehouderij, en de agro
food sector moeten zich ontwikkelen tot een volledig
duurzame bedrijfstak met een breed draagvlak in de
samenleving. Specifiek voor de veehouderij gaat het
hier om een sector die produceert met respect voor
mens, dier gezondheid en milieu.
De provincie streeft naar een versterking van de
concurrentiekracht van de sector via de stimulering van
nieuwe duurzame economische ketens. De sector moet
een jaarlijkse groei van de toegevoegde waarde laten
zien die boven het landelijk gemiddelde ligt. Daarnaast
moedigt de provincie maatschappelijk verantwoord
ondernemerschap aan, stuurt zij aan op slim herge
bruik van restmateriaal (biobasedeconomie) via het
programma Hernieuwbare Energie en mede verant
woordelijkheid voor de kwaliteit van de groene
omgeving en draagt zij bij aan de verbetering van het
imago van de primaire sector. Vanuit ons programma
voor een vitale en zichzelf vernieuwende regionale
economie investeren we in de versterking van de
concurrentiekracht en maatschappelijk verantwoord
ondernemerschap in de landbouw, het terug dringen
van (giftig) afval (zoals asbest) en moedigen wij
hergebruik van materialen aan.
7.1 Versterken concurrentiekrachtHet grootste deel van de toegevoegde waarde en de
werkgelegenheid in Overijssel wordt gerealiseerd in de
toeleverende en verwerkende bedrijvigheid in de
steden en kernen. De bijdrage van de primaire
sector is relatief klein en loopt geleidelijk terug.
Fuseren en opschalen is een doorgaande trend in
de toeleverende en verwerkende industrie. Deze
opschaling zorgt voor een sterke sector die kan
concurreren op de wereldmarkt.
Het economisch perspectief van ondernemers ver
betert door het produceren van producten in keten
verband met een hogere toegevoegde waarde die
afnemers daadwerkelijk willen betalen. De (technologi
sche) ontwikkeling van deze nieuwe productmarkt
partner combinaties is een belangrijke kans voor
Overijssel. Innovatieve voorlopers pakken die kans.
Restproducten van de landbouw zijn doorgaans
afval. In de biobased economy is afval van het ene
bedrijf grondstof voor het andere. Ondanks dat er veel
biomassa omgaat in Overijssel, manifesteert de land
bouw zich nog nauwelijks op dit terrein. Hier liggen
kansen voor nieuwe productmarktpartner combina
ties. Om mee te kunnen doen met de biobased
economy moet de sector op zoek naar samenwerkings
verbanden met proces en afval verwerkende bedrijven.
De eerste stappen hiervoor worden gezet in het
programma voor hernieuwbare energie.
Goed ruimtelijk beleid is van groot belang voor de
primaire sector. De omgevingsvisie biedt voldoende
ruimte. In de praktijk zijn er echter knelpunten rond
stallenbouw die met inzet van meer kennis opgelost
kunnen worden. De verkavelingssituatie in Overijssel is
minder gunstig dan in de rest van Nederland. Vanuit
het inrichtingsprogramma landelijk gebied werken we
samen met onze partners aan verbetering van de
kavelstructuur.
Wat gaan we daar voor doen?Wij ondersteunen de voorlopers door financieel bij te
dragen aan het uitwerken van hun kennisvragen. Het
instrument agrokennisvouchers zetten we voort.
We stimuleren de ontwikkeling van duurzame stallen
die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. De ervarin
gen die we hebben opgedaan in het project van de
Rijksbouwmeester “mooie en innovatieve varkens
stallen”, ons programma Ruimtelijke Kwaliteit en door
de Ervenconsulent van het Oversticht werken we uit in
overleg met de sector.
7. Verduurzaming en innovatie in de Agro-food-sector
35
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
36
gekoppeld is aan de primaire productie van de
melkveehouderij, liggen hier kansen. Overijsselse
ondernemers zullen sneller moeten verduurzamen
om de kansen te verzilveren. We zien de biologische
landbouw als voorloper van maatschappelijk onder
nemerschap. Bedrijvigheid die aandacht voor de
omgeving, energie, milieu, water, volksgezondheid en
dierenwelzijn volkomen vanzelfsprekend vindt.
Verbrede landbouw en nieuwe economische dragers
in het landelijke gebied maken vaak gebruik van
vrijkomende agrarische bebouwing.
Wat gaan we daar voor doen?Vanuit het programma inrichting landelijk gebied
zetten wij in op vermindering van emissies uit de
landbouw en inpassing van de Kaderrichtlijn Water.
Dat doen wij via de projecten Proeftuin Natura 2000,
Salland waterproof en de stimuleringsregeling
Emissiebeperkende technieken.
Vanuit het programma Nieuwe energie zetten we in
op duurzame energie en energiebesparing in de
agrarische sector. Hierbij is ook aandacht voor het
gebruik van mest als energiebron. We ondersteunen
de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoord
ondernemerschap ook in voormalige agrarische
bebouwing. Het lopende project Echt Overijssel!
stimuleert duurzame samenwerking van landbouw,
natuurbeheer en ketenpartners. Dit project willen wij
in overleg met de sector doorontwikkelen.
In Overijssel liggen diverse Natura 2000 gebieden.
Om de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen
moet de stikstofbelasting worden teruggebracht. De
Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) geeft hiervoor
het kader waarbij het uitgangspunt is dat de econo
mische ontwikkeling niet in gevaar gebracht wordt.
In principe biedt de PAS voldoende ruimte. Voor
waarde is dat de uitvoering van PAS maatregelen is
geborgd en gefinancierd. Hierover wordt onder
handeld met het Rijk.
Wat of wie inspireert hier?ZuivelcoöperatieRouveen is in 2012 gestart met een
langlopend verduurzamingsprogramma voor al haar
leden. Zuivelcoöperatie CONO uit Hellendoorn,
bekend van Ben & Jerry’s ijs, heeft al ervaring met een
dergelijk programma. CONO en Rouveen lopen
hiermee landelijk aan kop.
De regeling Plannenmetdetoekomst, die zich richt
op versterking van het ondernemerschap in de
landbouw, zetten wij voort (doorontwikkeling huidige
regeling). Daarbij leggen wij focus op ondernemers in
of bij de groenblauwe hoofdstructuur die landbouw
en zorg voor natuur en landschap in hun bedrijfs
voering integreren. In overleg met de sector onder
zoeken we of we voorlopers moeten bijven onder
steunen met subsidie uit de Keteninnovatieregeling.
Wat of wie inspireert hier?Annemarie en Herbert Noordman zochten een goede
manier om hun varkensbedrijf bij Lemelerveld uit te
breiden. Deelname aan de ontwerpwedstrijd “mooie
en innovatieve varkensstallen” leidde tot het ontwerp
van een mooie en duurzame varkensstal voor 5000
vleesvarkens. De stal heeft 1ster van de dieren
bescherming en een bezoekerspaviljoen. Het ontwerp
“Veldhoekporc” wordt in 2012 uitgevoerd.
Koolzaadtelersvereniging Colzaco innoveert de
productie van koolzaadolie. Koolzaad werd van
oudsher geteeld als bodemverbeteraar. Eind vorige
eeuw kwam koolzaad opnieuw in de belangstelling,
maar dan als biobrandstof. Als spijsolie was koolzaad
niet geschikt. De Oost Nederlandse Koolzaadtelers
vereniging Colzaco heeft met een bijdrage van
Overijssel een nieuw procedé ontwikkeld om van
koolzaadolie spijsolie te maken. Spijsolie levert een
hogere economisch rendement op dan brandstof. De
“brassicaolie” slaat aan in culinaire kringen. In 2008
won de brassicaolie de horecava innovation award.
Ook commercieel is de olie succesvol en nu verkrijg
baar op de Nederlandse markt. Colzaco bereidt zich
voor op export binnen Europa.
Wie gaan wij uitdagenWij dagen ondernemers uit om innovatieve plannen
te ontwikkelen die een antwoord geven op de
verdwijnende vanzelfsprekendheden in de landbouw.
7.2 Maatschappelijk verantwoord ondernemerschapOndanks de economische crisis is de vraag naar
biologisch geproduceerd voedsel toegenomen.
Koploper is de zuivel. Grote zuivelexporteur Neder
land moet echter biologische zuivel importeren om
aan de eigen vraag te voldoen. Juist voor Overijssel,
waar de levensmiddelenindustrie relatief sterk
Natuurboerenuithetproject“EchtOverijssel!”, een
project van Natuurmonumenten, Stichting Dianthus
en Wageningen Lifestock Research. Veehouders in het
project werken aan een grotere rijkdom aan plant en
diersoorten op en rond landbouwgronden. Ook
proberen ze hun grondstofkringlopen te sluiten zodat
ze niet meer afhankelijk zijn van import van veevoer
uit het buitenland. Deze kernwaarden maken ze zicht
baar aan de markt zodat die bereid is om meer te
betalen voor de producten van de veehouders.
Bovendien ontwikkelen ze nieuwe productmarkt
combinaties die slim in de markt gezet moeten
worden. In 2011 hebben de natuurboeren zo succes
vol hun vlees op de markt (lokale supermarkt)
gebracht dat de vraag het aanbod overstijgt.
De vakbeurs voor de biologische landbouw, de biovak
is in Zwolle in 5 jaar tijd uitgegroeid tot een belangrijk
evenement voor de landbouw. De beurs heeft ca. 400
stands, tientallen workshops en beursprogramma’s en
trekt ongeveer 17.000 bezoekers. De provincie heeft
de ontwikkeling van de beurs in de aanloop onder
steund. Inmiddels is de beurs voldoende in staat om
haar eigen broek op te houden.
Het project ‘Asbestvanhetdak,zonnepanelenerop’.
Dit project, dat in 2011 is afgerond, combineerde
maatschappelijk verantwoord ondernemen met
verbreding van de landbouw (duurzame energie) en
bood agrariërs een nieuwe aanvullende bron van
inkomsten.
Wie gaan wij uitdagen?Wij dagen de primaire sector en partijen in de keten
uit om maatschappelijk verantwoord te ondernemen
en leggen zelf de verbinding naar andere provinciale
thema’s, zoals asbestsanering bij agrarische bedrijven.
Eigenaren van natuurgronden. Zij kunnen er voor
zorgen dat de veehouders langdurig de beschikking
krijgen over natuurgronden, zodat ze hun concept
kunnen versterken en uitbreiden. We dagen de
boeren, de eigenaren van natuurgronden en keten
en marktpartijen binnen een regio uit om samen
werkingsverbanden op te zetten.
37
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
38
Een bijzondere sector voor Overijssel is de bouw.
Normaal vooral lokaal georiënteerd, in de Overijsselse
situatie een stuwende sector die veel geld in de rest
van het land verdient. Het is ook een sector die als
conjunctuurindicator van onze regionale economie kan
worden gezien. Hightech toepassingen en energie
besparing spelen een steeds grotere rol in de bouw.
De bouw zal meer dan nu innovatief en duur zaam
ondernemerschap moeten tonen om haar sterke (inter)
nationale positie voor de toekomst veilig te stellen. Ook
de samen werking met kennisinstellingen zal versterkt
moeten worden.
8.1 Investeren in en voor de bouwDe financiële crisis heeft grote veranderingen teweeg
gebracht op de woning en kantorenmarkt. De
provincie Overijssel heeft diverse (recessie)maat regelen
genomen om de gevolgen hiervan te beperken. Dit
hebben wij gedaan door te investeren in innovatie in de
bouw en door te investeren in infrastructuur projecten
en projecten gericht op energiebesparing in de
bestaande bouw. De provincie wil de concurrentie
kracht van de bouwsector verder versterken.
Wat gaan we daar voor doen?• meer sturen op regionaal niveau in plaats van op
gemeentelijk niveau. Daar ligt immers onze opgave
als regionaal gebiedsregisseur;
• we gaan minder sturen met geld en meer met
kennis, overleg en afstemming om zo de ver schil
lende partijen op de woningmarkt te kunnen laten
inspelen op de veranderende verhoudingen
op de woningmarkt;
• we zetten onze huidige afspraken met gemeenten
door en stimuleren particulieren met starters leningen
en de stimuleringsregeling voor Collectief Particulier
opdrachtgeverschap.
De provincie verbindt initiatieven, ideeën en belangen
van de partijen op de woningmarkt met elkaar. In de
komende jaren zetten we in op activiteiten waarmee
we met onze partners in gezamenlijkheid oplossingen
zoeken en innovaties bedenken en toepassen. Uiter
aard met behoud van eigen verantwoordelijkheid. Onze
partners krijgen een belangrijker rol in het aangeven
welke problemen gezamenlijk worden opgelost. Als dit
bijdraagt aan het realiseren van de provinciale doelen
en de inzet van de provincie meerwaarde biedt, initiëren
we deze activiteiten of participeren daarin.
De ontwikkelingen op de woningmarkt doen meer
dan de afgelopen jaren een beroep op deskundigheid
en creativiteit van ons en andere partners om onder
uitdagende omstandigheden gezamenlijk te zoeken
naar succesvolle samenwerkingsstrategieën, nieuwe
verdienmodellen, samenwerking in de keten, etc.
Wat of wie inspireert hier?Met de subsidieregeling Restauratieachterstanden
Rijksmonumenten hebben in 2009 37 rijksmonumenten
een restauratie kunnen opstarten en in 2011 nog eens
14. Het gaat in totaal om ruim € 28 miljoen provinciale
subsidie. De subsidieregeling hanteerde als voorwaarde
dat de restauraties snel gestart moesten kunnen
worden om een directe impuls aan de bouwsector te
geven. Investeren in een monument loont. Tegenover
elke euro overheidsgeld staat een investering van
ongeveer 3 euro door particulieren. Bovendien zijn
reparatie en renovatie goed voor de werkgelegenheid
door de relatief hoge arbeids component.
Stichting RIBO kon alleen in 2009 al 24 leerlingen in
de restauratiebouw een plek bieden op een van de
restauraties. Daarmee is de specialistische kennis die
monumentenonderhoud en restauraties vergen ook
voor de toekomst geborgd.
Wie gaan wij uitdagen?Wij gaan de woningcorporaties, commerciële ont
wikkelaars en bouwers, de gemeenten en burgers
uitdagen om hun veranderende positie op de
woningmarkt te versterken.
8.2 Stimuleren innovatie en duurzaamheid in de bouw
Innovatie is van het grootste belang om de huidige
concurrentiepositie te behouden en versterken.
Alternatieve bouwmethoden, die op een effectieve
manier omgaan met grondstoffen en afval, hebben
de toekomst. Duurzaamheid wordt een belangrijk
concurrentiewapen. Niet alleen vanwege energie
besparing, maar ook voor de bredere afzetmarkt
voor duurzame woningen. In het energiefonds is
100 miljoen euro beschikbaar voor energiebesparing
in de bestaande woningvoorraad. In het bijzonder
het gebruik van nieuwe materialen biedt kansen.
Wij verwachten dat dit 1000 banen in de bouw
sector genereert.
8. Hightech toepassingen en energiebesparing in de bouw
39
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
40
Om innovaties in de bouw te realiseren, zijn niet alleen
innovatieve bouwers, adviseurs en toeleveranciers
nodig, maar ook opdrachtgevers. Steeds weer blijkt dat
innovatieve opdrachtgevers de motor kunnen zijn voor
een vernieuwende aanpak. De provincie wil deze
innovatiekracht van de bouwsector verder aanjagen.
In toenemende mate is stichting Pioneering een
platform voor ‘launching customers’. Zo is begin 2011
het ‘Opdrachtgevers convenant’ gesloten, waarin 15
Twentse (semi)publieke opdrachtgevers zich committe
ren aan vernieuwend opdrachtgeverschap.
Wat gaan we daarvoor doen?Wij stimuleren innovatie (in de keten) op basis van
concrete businesscases en door innovatief opdracht
geverschap en launching customership.
Wat of wie inspireert hier?StichtingPioneering staat voor vernieuwing van
technologie en ondernemerschap in de bouw. De
kracht van Pioneering is dat ondernemers, kennis
instellingen, overheid èn opdrachtgevers met elkaar
samenwerken. De inbreng van opdrachtgevers draagt
bij aan het principe van Launching Customership.
Bijna 100 bedrijven en instellingen werken actief
samen in tien verschillende projectgroepen, de
‘werkplaatsen’ van Stichting Pioneering. De deel
nemende partijen delen hun kennis in verschillende
business cases en ontwikkelen samen nieuwe
werkwijzen en producten.
Wie gaan wij uitdagen?Regionale bouwondernemers, ontwikkelaars,
architecten, onderwijs en kennisinstellingen.
Wij dagen medeoverheden uit om als launching
customer c.q. innovatief opdrachtgever op te treden.
Uitvoering op afstand zetten vraagt om adequate
monitoring en verantwoording. Zoals Rekenkamer
(Oost Nederland) onderzoek naar het Innovatie
Platform Twente (IPT) (2010) en onderzoek van de
Algemene Rekenkamer naar effecten van landelijk
innovatiebeleid (2011) heeft aangetoond, is goed
monitoren en verantwoorden een uitdaging.
Monitoring van de kerntaak Regionale Economie vindt
plaats op drie niveaus:
1. Monitoring op hoofdlijnen. Hiervoor zijn kengetallen
opgenomen die gerelateerd zijn aan de hoofd
doelen de provinciale begroting. Deze kengetallen
geven een ontwikkeling in de tijd weer en worden
ieder jaar geactualiseerd.
2. Monitoring van het uitvoeringskader Regionale
Economie. Dit vindt jaarlijks plaats in de Staat van
Overijssel op basis van een verder te ontwikkelen
provinciebrede economische monitor.
3. Monitoring binnen deelprogramma’s en projecten.
Deze gegevens zijn vooral nodig voor het beheer en
de uitvoering van de deelprogramma’s.
Omdat onze huidige economische monitor niet het
gewenste inzicht tussen inzet en resultaat van de inzet
kan leveren, wordt, naar analogie van de arbeidsmarkt
monitor, een brede economische monitor ontwikkeld.
We organiseren dit samen met partners als Agentschap
NL en de regio’s Twente (Twente Index), Steden
driehoek en Zwolle, maar ook E’til en Rabobank.
Verder volgen we de ontwikkelingen rondom het
Europa 2020 beleid, om mee te kunnen bewegen met
de indicatoren die door Europa worden ontwikkeld.
Een nulmeting in 2012 maakt deel uit van de aanpak
om een basis te leggen voor periodieke evaluatie. Wij
blijven de arbeidsmarktmonitor voortzetten. Veel
partijen maken hier in de provincie gebruik van. Een
goede basisset van gegevens blijft van essentieel
belang om wijzigingen in de economische structuur
zichtbaar te kunnen maken en te kunnen gebruiken
voor anticiperen op ontwikkelingen.
9. Monitoring
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
41
42
Bijlage 1: Trends en Cijfers
Figuur 1: Economische groei (Bruto binnenlandsproduct, bruto regionaal product), Nederland en Overijssel, 2007-2010 (%).
Figuur 2: Vertrouwen van burgers van Overijssel in de economie (percentage inwoners dat verbetering van de economische situatie in Nederland verwacht de komende
12 maanden), 2009-2011 (%).
Bron: CBS
Bron: Burgerpanel Overijssel
Nederland
Overijssel
5
4
3
2
1
0
-1
-2
-3
-4
-5
2007 2008 2009 2010
45
40
35
30
25
20
15
10
5
02009 2010 2011
Figuur 3: Vertrouwen Overijsselse ondernemers, 2007-2010 (CBS-index ondernemersvertrouwen).
Figuur 4: Aantal vestigingen in Topclusters en prioritaire sectoren in Overijssel, 2007-20111
Bron: COEN (CBS/KvK)
Bron: BIRO
100
80
60
40
20
0
-202007 2008 20102009
2008
2009
2010
2011
2007
Clu
ster
‘Hig
htec
hsys
tem
en e
n -m
ater
iale
n’
Clu
ster
‘Ene
rgie
’
Clu
ster
‘Che
mie
’ in
Ove
rijss
el
Clu
ster
‘Life
Sci
ence
s’
Clu
ster
‘Foo
d, n
utrit
ion
and
flow
ers’
Vrij
etijd
ssec
tor
Sect
or L
andb
ouw
Sect
or B
ouw
nijv
erhe
id
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
1 De afbakening van de topclusters komt overeen met de afbakening door het ministerie van EL&I; de afbakening
van de vrijetijdssector komt overeen met de afbakening van de landelijke standaard; de afbakening van de sectoren
landbouw en bouwnijverheid komt overeen met de afbakening van APOcijfers43
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
44
Figuur 5: Aantal arbeidsplaatsen in Topclusters en prioritaire sectoren in Overijssel, 2007-20112
Bron: BIRO
2008
2009
2010
2011
2007
Clu
ster
‘Hig
htec
hsys
tem
en e
n -m
ater
iale
n’
Clu
ster
‘Ene
rgie
’
Clu
ster
‘Che
mie
’ in
Ove
rijss
el
Clu
ster
‘Life
Sci
ence
s’
Clu
ster
‘Foo
d, n
utrit
ion
and
flow
ers’
Vrij
etijd
ssec
tor
Sect
or L
andb
ouw
Sect
or B
ouw
nijv
erhe
id
30.000
25.000
20.000
15.000
10.000
50.000
45.000
40.000
35.000
5.000
0
2 De afbakening van de topclusters komt overeen met de afbakening door het ministerie van EL&I; de afbakening
van de vrijetijdssector komt overeen met de afbakening van de landelijke standaard; de afbakening van de sectoren
landbouw en bouwnijverheid komt overeen met de afbakening van APOcijfers.
Bijlage 2: Overzicht herstructurerings-projecten 2009-2015
45
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
D U I T S L A N D
F r i e s l a n d
D r e n t h e
G e l d e r l a n d
F l e v o -
l a n dZwartsluis
Staphorst
Balkbrug
Nieuwleusen
Hasselt
Genemuiden
Oldemarkt
Steenwijk
Kampen
Dedemsvaart
Gramsbergen
Hardenberg
DalfsenOmmen
Heino
Wijhe
Lemelerveld
Hellendoorn
Den Ham
Vroomshoop
Vriezenveen
Wierden
Zwolle
AlmeloOlst
Raalte
Nijverdal
RijssenDiepenveen
Holten
Enter
Borne
Tubbergen
Denekamp
Ootmarsum
Oldenzaal
Losser
Delden
Markelo
Hengelo
Enschede
Deventer
Haaksbergen
Goor
Rouveen
Vollenhove
48
45
42
44
43
5354
55
515228
2956 57
41
5
6
33
20 19
47
46
35
3432 21 22
408 7
39
38
3736
49501
3
2
2627
4
24
25
24
11
9
31
30
2313
1412
16
15
1817
Beleidsinformatie mrt.2012 nr.12266167
43
43
Herstructureringsprojecten bedrijventerreinen 2009 - 2015
herstructureringsproject
herstructureringsproject HMO betrokken
bedrijventerrein
voor investeringsoverzicht, zie bijlage
46
Bedrijven- Betrokkenheid
Nr. Gemeente terrein Tranche * Status Financiering** HMO
1. Almelo Dollegoor/ 1 Uitvoering Topper
Slachthuiskade 2.500.000,
MJP 500.000,
2. Buitenhaven 2
3. Turfkade 3
4. Borne Molenkamp 3
5. Dalfsen De Meele 2
6. De Rondweg 3
7. Deventer Bergweide
8. Havenkwartier 1 Uitvoering In actie voor
werk 500.000,
MJP 1.407.560,
9. Dinkelland Kloppendijk 1 Uitvoering MJP 425.000,
10. Echelpoel 1 Uitvoering MJP 117.500,
11. De Mors 1 Uitvoering MJP 1.000.000,
12. Enschede Havengebied Uitvoering Topper x
2.500.000,
HMO 234.000,
13. Hardick en Seckel Uitvoering In actie voor
werk 500.000,
14. Rigtersbleek/
Tubantia
15. Het Reulver 1
16. Het Sander Niet ingepland;
particulier terrein
17. Haaksbergen Westelijk deel Uitvoering In actie voor
’t Varck/ werk 500.000,
St. Isidorushoeve
18. Oostelijk deel 1 Uitvoering MJP 247.500,
‘t Varck
19. Hardenberg Masterplan Uitvoering
Bruchterweg
Nieuwe Haven
20. Rollepaal Uitvoering In actie voor
werk 150.000,
Overzicht herstructureringsprojecten 20092015
47
Bedrijven- Betrokkenheid
Nr. Gemeente terrein Tranche * Status Financiering** HMO
21. Hellendoorn Nijverdal Noord 3
22. ‘t Lochter 3
23. Hengelo Twentekanaal 1 Uitvoering Topper x
2.500.000,
MJP 500.000,
IMG 3.300.000,
HMO 3.000.000,
24. Westermaat ZW 2
25. Timmersveld 1 Uitvoering MJP 72.500,
26. Hof van Twente Twentekanaal 1 Uitvoering MJP 226.000,
Zuid Markelo IMG 1.100.000,
27. Haven Twente 2
kanaal Goor
28. Kampen Haatland 1 Uitvoering Topper
2.000.000,
MJP 500.000,
29. Spoorlanden 2
30. Losser Zoeker Esch/ 1 Afgerond In actie voor
De Pol werk 500.000,
31. Oldenzaal Eekte 1 Uitvoering MJP 500.000, x
Hazewinkel HMO 250.000,
32. Olst – Wijhe De Enk 1 Uitvoering MJP 1.000.000, x
33. Ommen De Strangen 1 Uitvoering
34. Raalte De Zegge 1 Uitvoering MJP 500.000,
IMG 150.000,
35. Spoorzone Oost Niet in
een periode
ingepland.
36. Rijssen Holten De Mors Afgerond In actie voor
werk 500.000,
37. Noordermors 1 Uitvoering MJP 500.000,
1 4
38. De Mors,
Noord en West
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
Overzicht herstructureringsprojecten 20092015
48
Bedrijven- Betrokkenheid
Nr. Gemeente terrein Tranche * Status Financiering** HMO
39. Molendijk Noord 3 HMO 167.000, x
40. De Haar 1 en 2 1 Uitvoering MJP 176.895,
41. Staphorst De Baarge 1 Uitvoering MJP 500.000,
42. Steenwijkerland Groot Verlaat 1 Uitvoering MJP 500.000,
43. De Weijert 1 Uitvoering MJP 378.000, x
44. Dolderkanaal 1 Uitvoering MJP 455.000,
45. Boterberg 1 Uitvoering MJP 260.500,
46. Twenterand Weitzelpoort 1 Uitvoering MJP 500.000,
47. De Sluis 1 Uitvoering MJP 300.000,
48. Wierden Hoge Lucht 1 Uitvoering MJP 500.000, x
49. Kluinveen 3
50. Violenhoek 3
51. Zwartewaterland Waterfront Uitvoering In actie voor
Hasselt werk 1.000.000,
Actiefonds
1.000.000,
52. Zwartewater 2
53. Zevenhont 3
54. Zomerdijk 3
55. Meppelerdiep/ 3
Kranerweerd
56. Zwolle Voorst 1 Uitvoering MJP 1.000.000,
57. De Vrolijkheid 1 Uitvoering MJP 1.000.000,
* Het Meerjarenprogramma Vitale bedrijvigheid 20092015 kent drie tranches. Dit geeft de periode weer
waarin de start van de herstructurering is gepland. Tranche 1: periode 20092011, Tranche 2: periode
20122013, Tranche 3: periode 20142015.
** Financieringsbronnen:
In actie voor werk = Provinciaal Meerjarig Economisch Uitvoeringsprogramma 2005 2008
Topper = Rijksmiddelen
Actiefonds = Actiefonds Overijssel 2007
MJP = Meerjarig Uitvoeringsprogramma Vitale bedrijvigheid 20092015
HMO = Herstructureringsmaatschappij Overijssel
Overzicht herstructureringsprojecten 20092015
49
Bijlage 3: Open Innovatiecentra
Uitvo
ering
skad
er Kern
taa
k Reg
iona
le Eco
no
mie 2
01
2-2
015
D U I T S L A N D
F r i e s l a n d
D r e n t h e
G e l d e r l a n d
F l e v o -
l a n d
Zutphen
MeppelEmmeloord
Hoogeveen
Coevorden
Apeldoorn
Emmen
Nordhorn
Zwartsluis Staphorst
Balkbrug
Nieuwleusen
Hasselt
Genemuiden
Oldemarkt
Steenwijk
Kampen
Dedemsvaart
Grams-bergen
Hardenberg
DalfsenOmmen
Heino
Wijhe
Lemelerveld
Hellendoorn
Den Ham
Vroomshoop
Vriezenveen
Wierden
Zwolle
AlmeloOlst
Raalte
Nijverdal
RijssenDiepenveen
Holten
Enter
Borne
Tubbergen
Denekamp
Ootmarsum
Oldenzaal
LosserDelden
Markelo
Hengelo
Enschede
Deventer
Haaksbergen
Goor
Rouveen
Polymer Science Park
O Open innovatiecentrum voor toegepaste kunststof- technologie
T High Tech Materialen
OICAM
O Open Innovation Center Advanced Materials
T High Tech Materialen
Texperium
O Open innovatiecentrum voor hoogwaardige her- verwerking textiel
T High Tech Materialen
IMPT
O Innovatief Materialen Platform Twente
T High Tech Materialen
LEO
O Center for Service Robotics
T High Tech Systemen, Life Sciences & Health
CMI-NEN
O Center for Medical Imaging North East Netherlands
T Life Sciences & Health, High Tech Systemen
TPRC
O ThermoPlastic composite Research Center
T High Tech Materialen
Field lab
O Field lab for Client Centered Care
T Life sciences & Health, High Tech Systemen
BEON
O Bio-energiecluster Oost-Nederland
T Energie
Pioneering
O Bouwcluster van het Innovatieplatform Twente
Beleidsinformatie jan.2012 nr.12292014
Open innovatie en topsectoren
omschrijvingtopsector(en)
OT
50
Bijlage 4: Governance model Innovatie
BIJEENKOMSTENREGIONAAL BEDRIJFSLEVEN
BIJEENKOMSTENPLATFORM REGIONAAL BEDRIJFSLEVENINNOVATIELOKET
STEDEN-DRIEHOEK
BUSINESSCASE …
BUSINESSCASE
STEDENDRIEHOEK(IN ONTWIKKELING)
INNOVATIELOKETKENNISPOORT
ZWOLLE
BUSINESSCASE …
BUSINESSCASE
STRATEGIE BOARDREGIO ZWOLLE
BIJEENKOMSTENPLATFORM REGIONAAL BEDRIJFSLEVENINNOVATIELOKET
KENNISPARKTWENTE
BUSINESSCASE …
BUSINESSCASE
INVESTMENTCOMMITTEE
STRATEGIE BOARDTWENTE
2013291
Top Related