Overzicht van de presentatie• Verordening (MRR)
– Wat is nieuw?– Taken exploitanten
• Monitoring– Definities– Monitoring methodes– Tiers– Berekening van emissies– Monitoringplan
• Informatie uit richtsnoeren• Sjablonen voor monitoringplan
– Uitgebreid– Vereenvoudigd standaard sjabloon
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Monitoring van emissies binnen EU-ETS
• Monitoring & Reporting Regulation (Verordening) of MRR juni 2012
Monitoring en rapportering van emissies
• Richtsnoeren (GD’s): hoe MRR concreet toepassen?
• Vlaams sjabloon in Word voor monitoring plan
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Richtsnoeren (GD’s)
Bestaan enkel in het Engels, maar GD 1 wordt vertaald
•GD 1: Algemeen voor vaste installaties•GD 2: Algemeen voor luchtvaart•GD 3: Biomassa•GD 4: Onzekerheidsberekeningen•GD 5: Staalname en analyse voor berekenings-
factoren•GD 6: Data management en controleactiviteiten
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Wat is nieuw in MRR?
1. Tier-systeem is aangepast en minder streng
2. Eigen procedures belangrijk, maar geen deel van MP
3. Principe van continue verbetering van MP
4. Risicoanalyse vereist
5. Combinatie van monitoring methodes toegelaten
6. ‘Onredelijke kosten’ en ‘technische onhaalbaarheid’
7. Vereenvoudigingen bij onzekerheidsberekeningen
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Wat is nieuw in MRR? (2)
8. Kleine emittenten (<25 kton): minder administratie
9. Biomassa in lijn met hernieuwbare energierichtlijn
10.Bij laboanalyses is een staalnameplan vereist
11.Regeling voor overgedragen CO2
12.Interactie MP met verificatierapport
13.Gebruik van eye-catchers in richtsnoeren (‘nieuw’, ‘vereenvoudigd’, kleine emittenten,…)
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Taken van de exploitant (1)
• Stelt tegen 15/11/12 monitoring plan (MP) op – Maakt risicoanalyse en zet controleactiviteiten op– Toont aan dat aan de onzekerheidseisen voldaan wordt– Vraagt, zo nodig, onderbouwde afwijkingen van eisen
• Past nadien jaarlijks in geval van wijzigingen of verbeteringen het MP aan tegen 15/11
• Vanaf 2014 (indien nodig) verbeteringsverslag indienen bij VBBV
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Taken van exploitant (2)
• Doet monitoring van de emissies doorheen het jaar• Stelt jaarlijks het emissiejaarrapport (EJR) op• Legt het EJR jaarlijks voor aan een verificateur • Stuurt het EJR met verificatierapport naar LNE • Stuurt significante wijzigingen aan MP naar VBBV
(nadien goedkeuring LNE)• Stuurt ingrijpende tijdelijke wijzigingen naar VBBV
(goedkeuring door VBBV zelf)• Vult logboeken ‘Wijzigingen’ en ‘Tijdelijke wijzigingen’
in
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Tijdschema
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Wanneer Wie Wat
15/11/2012 Exploitant Stuurt voorstel nieuw monitoringplan voor 2013 naar VBBV
1/1/N Start monitoring jaar N
1/1/N Exploitant Stuurt logboeken Wijzigingen en Tijdelijke wijzigingen over (N-1)naar verificateur
1/1/N → 31/12/N Exploitant Noteert wijzigingen en tijdelijke wijzigingen aan MP in jaar N in logboekenMeldt significante wijzigingen en ingrijpende tijdelijke wijzigingen aan VBBV
14/3/N Exploitant Stuurt het door een onafhankelijk verificateur geverifieerd emissiejaarrapportmet logboeken en verificatierapport over jaar (N-1) naar de Afdeling
30/6/N Exploitant Stuurt, indien nodig, het verbeteringsverslag over (N-1) naar VBBV
15/11/N Exploitant Stuurt voorstel nieuw monitoringplan met logboek wijzigingen voor jaar (N+1) naar VBBV
31/12/N Einde monitoring jaar N
Bronstroom, enz (Art. 3 ) (*)
• Bronstroom: Brandstof, grondstof of product
a. waarvan verbruik of productie tot BKG-emissies leidt
b. met koolstof en gebruikt in de berekening van BKG-emissies via de massabalansmethode
• Emissiebron – Deel van de installatie dat emissies veroorzaakt (bvb stoomketel)
• CEMS (continue meting van emissies)– Meetpunt: punt waar men BKG-emissies meet – Emissiepunt: punt waar BKG geëmitteerd wordt
• Annex I activiteit: (EU 2003/87/EC)– Reden waarom installatie onder EU- ETS valt
(*) Meer informatie vindt men in de richtsnoeren (GD)
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Categorie, grootte van bronstroom (Art. 19)
• 3 categorieën installaties – A (≤ 50 kton/j CO2(e))
– B (50-500 kton)
– C (>500 kton)
– Installatie met lage emissies: indien emissies ≤ 25 kton/j CO2(e)
– Berekend op basis van gemiddelde geverifieerde emissies 3 laatste jaren
– Biomassa CO2 niet meegerekend (EF = 0); overgedragen CO2 wel
• Grootte bronstroom– De-minimis: som <1 kton/j CO2(e) of 2% van totale emissie (max 20 kton/j)
– Klein: som < 5 kton/j CO2(e) of 10 % van totale emissie (max 100 kton/j)
– Groot: rest
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM14
Monitoringmethodes (Art. 21 & 22)
A. Berekening van broeikasgassen (BKG): 1. Standaard berekeningsmethode: zie volgende slide
2. Massabalansmethode
B. Meting van BKG (CEMS): verplicht bij N2O-emissies
C. Fall-back : indien men niet redelijk aan tier 1 kan voldoen met andere methodes. Bereken de onzekerheid op de CO2 van de ganse installatie, met als eis:
• 7.5 % voor A-installatie• 5 % voor B-installatie• 2.5 % voor C-installatie
D. Combinatie van voorgaande methodes A tot C
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
A.1 Standaard berekeningsmethode (1) (Art. 24)
a. Verbrandingsemissies: Em = FQ • NCV • EFpre • (1-BioFr) • OF
Met: Em : emissies { ton CO2/j}
FQ: hoeveelheid brandstof { ton/j of Nm³/j}
NCV: netto calorische waarde brandstof {TJ/ton of TJ/Nm³}
EFpre : voorlopige emissiefactor {ton CO2/TJ}
BioFr: biofractie
OF: oxidatiefactor: houdt rekening met onvolledige verbrandingActiviteitsdata: FQ • (NCV)
Berekeningsfactoren: NCV, EFpre, BioFr, OF
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
A.1 Standaard berekeningsmethode (2)
b. Procesemissies:
Em = AD • EF • CF
Met: AD: activiteitsdata { Ton/j of Nm³/j}
EF: emissiefactor {ton CO2/T)
CF: conversiefactor: houdt rekening met onvolledige omzetting van C naar CO2
Berekeningsfactoren; EF, CF
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
A.2 Massabalansmethode (Art 25)
• De exploitant berekent de hoeveelheid CO2 voor elke bronstroom in de massabalans (cfr bijlage II, 3)
• Daartoe maakt hij het verschil tussen Cin en Cuit van de hoeveelheid materiaal in de massabalans en vermenigvuldigt met 3.664 ton CO2 / ton C
• CO2-hoeveelheden van alle bronstromen uit de massabalans worden meegenomen ook deze van overgedragen CO2
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
B.Continue metingsmethode (CEMS) (Art. 40-46)
• Evenwaardig aan berekeningsmethode
• Meet debiet en concentratie (eventueel via complement)
• EN 14181 toepassen voor kwaliteitsborging
• EN 15259 voor meting van stationaire bronemissies
• Alle meetmethoden op basis van EN-standaards
• Labo: EN 17025 accreditatie of equivalentie aantonen
• Bij N2O-emissies is CEMS verplicht (bijlage IV,16)
• Tiersysteem gebruiken
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Overgedragen CO2 en CCS
• Overgedragen CO2 mag men in mindering brengen bij de exporteur indien de ontvanger: (of-of)
– Een opslaginstallatie is met CCS-vergunning ( 2009/31/EC)– Een transportnetwerk is met als doel opslag en een CCS-
vergunning ( 2009/31/EC)– Een opslagplaats is voor geologische opslag vergund onder
2009/31/EC
• Inherente CO2
– CO2 : aanwezig in hoogovengas of raffinaderijgassen
– Inherente CO2 is deel van EF
– Bij export naar ETS: inherente CO2 in mindering bij exporteur
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Tier-systeem
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Hoeveelheid brandstof
Tier 4
Tier 3
Tier2
Tier 1
Netto calorische
waarde
Voorlopige emissiefactor
Oxidatiefactor
Tier 3 Tier 3 Tier 3
Tier 2a/2b Tier 2a/2b Tier 2
Tier 1 Tier 1 Tier 1
Biomassafractie
Tier 2
Tier 1
Tier= vereist kwaliteitsniveau voor parameters van de emissieberekening
Hoe lager het nummer, hoe minder strenge eisen!
Tiers bij berekeningsmethode (Art.26)
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Bronstroom A B C
Groot Minimaal Bijlage V Hoogste Hoogste
Groot, maar kosten onredelijk of technisch
onhaalbaar
Max 2 tiers lager met minimaal tier 1
Max 2 tiers lager met minimaal tier 1
Max 1 tier lager met minimaal tier 1
Minimaal tier 1 Minimaal tier 1 Minimaal tier 1
Klein
De minimis
OPM: bij standaardbrandstoffen gelden voor berekeningsfactoren de tiers uit bijlage V
Groot, maar kosten onredelijk of technisch onhaalbaar, maar met
verbeteringsplan (max 3 j)
Hoogst haalbare tier zonder onredelijke kosten met minimaal tier 1
Conservatieve inschatting tenzij een tier haalbaar is zonder bijkomende inspanning
Tiers voor verbrandingsemissies bij berekeningsmethode (Bijlage II)
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Hoeveel-heid
Calorischewaarde
Emissiefactor
Oxidatiefactor
Biomassa fractie
Tier 4
Tier 3
Tier 2
Tier 1
1,5 %
2,5 %
5 %
7,5 %
Analyse
Factuur
Referentie Referentie 1
Referentie
Analyse Analyse
Referentie Analyse
Referentie
Tiers bij CEMS (Art. 41)
• Regels analoog aan berekeningsmethode
– Hoogste tier 4 (2.5%) bij grote bronstroom (>5000 ton CO2/j of > 10% van totale emissies)
• Grote bronstroom, maar onredelijke kosten: één tier lager (5%)
– Kleine bronstromen: één tier lager dan grote• Tier 3 : 5%• Tier 2: 7.5 %• Minimaal tier 1 (10%)
– Indien tier 1 (10%) onhaalbaar is, FB toepassen
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Tiers voor CEMS, N2O, CCS
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Tier 1 Tier 2 Tier 3 Tier 4
CO2-emissies ± 10 % ± 7,5 % ± 5 % ± 2,5 %
N2O-emissies ± 10 % ± 7,5 % ± 5 % NVT
CO2-overdracht ± 10 % ± 7,5 % ± 5 % ± 2,5 %
Afwijkingen van tiers
Aanvraag indienen bij VBBV in geval van• Onredelijke kosten: (Art. 18)
– als bijkomende kost voor het uitvoeren van een maatregel groter is dan de opbrengst
– Prijs emissierechten: 20 €/ton
– Kost C is redelijk als C < 20 {€/ton}• AEm • (UAct - UNieuw tier)
– Waarbij: C: jaarlijkse kost uit investering (€/jaar)
Aem: gemiddelde jaaremissie van de bronstroom (ton CO2 /j)
Uact : huidige onzekerheid (%)
UNieuw tier : nieuwe tier die men kan bereiken (%)
• Technische onmogelijkheid (Art. 17)
om een maatregel te realiseren. Moet onderbouwd worden!
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Standaard berekeningsmethodeActiviteitsdata
Hoe emissie berekenen?
– Continu: in-lijn meting meet het bronstroomdebiet FQ
– Batch: FQ = P - E + (Sbegin – Seinde) • Met: P, E de aanvoer en afvoer van de bronstroom en S de voorraad• Toegepast als men facturen gebruikt of /en als er geen eigen meters staan• Onzekerheid op stockvariatie toevoegen, tenzij de voorraad minder dan 5 % van
het verbruik kan bevatten.• Verbruik uit voorraad mag geschat worden in geval van onredelijke kosten.
Em = FQ • NCV • EFpre • (1-BioFr) • OF
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
BerekeningsmethodeBerekeningsfactoren
• Welke?
– Standaardberekening brandstof: NCV, EF, OF, BioFr
– Standaardberekening grondstof: EF, CF, BioFr
– Massabalans: C-gehalte, NCV, BioFr
• Overzicht tiers in bijlagen II en V
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Berekeningsmethode (2) Berekeningsfactoren
• Referentiewaarden in geval van lage tiers– Type I: IPPC-waarde uit bijlage VI of waarde gegarandeerd door
leverancier of gebaseerd op vroegere analyses– Type II: nationale waarden (NVT)
• Labo-analyses: enkel als de hoogste tier van toepassing is– Competent labo (EN ISO/IEC 17025 of equivalent)– Staalnameplan moet beschikbaar zijn
– Analyses op basis van (inter)nationale standaards
– OPM: Indien installatie met lage emissies• Technisch competent labo volstaat
• Staalnameplan met eventueel lagere frequentie van staalname
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Berekeningsmethode (3) Berekeningsfactoren: bijzondere eisen
• EF ( ton CO2/TJ)
– Mits toelating VBBV: EF in ‘ton CO2/ton bronstroom’ (Art. 36 (2))
– In geval van analyses: C-factor bepalen
– Biomassa: EFprel en tier zijn gebaseerd op totale C (100% fossiel) (Art. 3(35))
• OF en CF (Art 37)
– Bij analyses: OF = 1- Cas/Cverbrand
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Onzekerheidsanalyse
• Exploitant toont in een bijgevoegd document in bijlage 1 van het sjabloon aan dat aan alle tiers voldaan is voor: (Art. 12 (1)a)
– Activiteitsdata– Berekeningsfactoren
• MRR laat vereenvoudigingen toe voor installaties met geringe emissies (zie verder) (Art. 47)
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Opmaak monitoringplan (Art. 12(1))
• Moet eenvoudig en transparant zijn• Bepaal eerst installatiegrenzen, categorie, grootte van
bronstromen, vereiste tiers• Maak lijst van databronnen: zijn tiers haalbaar?
– Zo niet: is lagere tier haalbaar en onderbouwbaar?– CEMS? Fall-back?
• Maak risicoanalyse en leg controleactiviteiten vast: sjabloon hiervoor bestaat
• Kandidaten ‘eenvoudige installaties’ maken risicobeoordeling en mogen bij positieve evaluatie vereenvoudigd standaard sjabloon voor MP gebruiken
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Procedures in het MP (Art. 33; 57-66; en andere)
• Procedures moeten garanderen dat de exploitant de monitoring correct uitvoert
• Werkwijze
– In het MP vermeldt men beknopt een aantal procedures
– de echte procedure maakt geen deel uit van het MP
– echte procedure kan gewijzigd worden zonder ingreep in MP
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Actualiteit van het monitoringplan (Art. 14-16 en 23)
• De exploitant zorgt ervoor dat het MP de actualiteit weergeeft en brengt zo nodig wijzigingen aan (Art 14(2))
• Significante wijzigingen (lijst in Art. 15.3) dadelijk melden aan VBBV voor goedkeuring door LNE (Art. 15 (2))
• Alle wijzigingen noteren in logboek (Art. 16)
• Alle wijzigingen per 15/11 samen met nieuw MP-voorstel naar VBBV sturen voor advies en goedkeuring door LNE
• Ingrijpende tijdelijke wijzigingen binnen 5 dagen aan VBBV voorleggen voor goedkeuring (Art. 23)
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Verbeteringsprincipe (Art. 9 en 69)
• Indien het verificatierapport over jaar (N-1) aanbevelingen bevat stuurt de exploitant tegen 30/6/N een verbeterings-verslag naar het VBBV (Art 69(4)) niet voor installaties met emissies < 25 kton CO2(e)
• Indien een installatie een afwijking van tiers heeft gevraagd en bekomen of fall back toegepast, stuurt de exploitant een verbeteringsverslag naar het VBBV tegen 30/6 (Art 69(1,2,3))
– Jaarlijks voor C-bedrijven– Tweejaarlijks voor B-bedrijven– Vierjaarlijks voor A-bedrijven
• Eerste verbeteringsverslag (indien nodig) in 2014
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
GD-3 Biomassa
• Biomassa = biologisch afbreekbare fractie van producten, afval en resten van biologische oorsprong– Vloeibare biomassa (energieproductie); biodiesel (transport)
• EF= 0 enkel als voldaan is aan duurzaamheidscriteria• Nu bestaan geen duurzaamheidscriteria voor vaste en
gasvormige biomassa (behalve biogas voor transport)• Biomassafractie: analyse volgens EN 15440:2011, bij
voorkeur via de 14C-methode• Lijst met biomassa materialen in GD-3
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Onder controle van de exploitant
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Route CO-3 = huidige onzekerheidsanalyse voor hoeveelheid bronstroom
Route CO-2b: toeslagfactor = 2
Staalname & analyses
• Van toepassing op berekeningsfactoren bij hoogste tier• Analyses door laboratorium, dat
– EN ISO/IEC 17025 geaccrediteerd is, of
– Voldoet aan Art 34 (3) in geval van onredelijke kosten of technische onhaalbaarheid
• Correcte staalname is belangrijk
• Analyse op basis van (inter)-nationale standaards
• Minder strenge eisen bij lagere tiers en kleine emittenten
• Analysefrequentie: – Minimum zoals in bijlage VII
– Indien afwijking hiervan dan geldt 1/3 regel : berekent aantal analyses
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
GD-6: Datastromen en controlesysteem
Datastromen en controlesysteem
1. Ontwerp van een monitoringplan is een iteratief proces Verzamel databronnen Stel datastroomdiagram op Maak risicoanalyse Werk controleactiviteiten uit Beoordeel restrisico’s opnieuw en herstart bij vorige stap
2. Zet datastroomdiagram om in takenlijst en procedures
3. Maak checklijst voor controle op taakuitvoering
4. Risicoanalyse: sjabloon hiervoor beschikbaarGlobaal risico = kans op incident * gevolg schade * controlerisico
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Welke sjablonen?
• Eigen Vlaams sjabloon op Word-basis is verplicht
• Vertrekt van huidig MP-sjabloon en is uitgebreid met alle functionaliteiten uit EU-sjabloon
• Drie formaten:– LANG: voor installaties met CEMS, N2O, Fall back of CCS
– KORT: voor installaties die aan bijzondere voorwaarden voldoen (100-tal)
– MEDIUM: andere installaties
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Waarom eigen Vlaams sjabloon?
• EU-sjabloon op basis Excel heeft als nadeel– Van nul beginnen, d.w.z. veel administratief werk voor bedrijf– Veel assistentie aan bedrijven vereist– Strenge timing moeilijk te respecteren
• Sectorbevraging leert dat de meeste bedrijven liever niet met het EU-sjabloon werken
• Word is meer geschikt voor MP dat enkel beschrijvend is en geen berekeningen vereist
• EU-sjabloon wordt beperkt gebruikt en niet door grote landen
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Aanpak sjabloon
• Geen aparte handleiding• Tekst van MRR (en waar nodig richtlijnen) staat bij de
in te vullen onderdelen• Artikels uit MRR zijn toegevoegd• Hoofdstuk 1 bevat instructies voor invullen, indienen
en onderhoud MP• Waar mogelijk zijn uitklapbare keuzemenu’s voorzien• Voor elk formaat bestaat er naast een blanco ook
een versie met ingevuld voorbeeld
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Inhoud sjablonenHfst. 1- 5
Hfst 1 tot 5 zijn gemeenschappelijk voor de 3 formaten
1: Richtlijnen
2: 2.1- 2.4: Algemene bedrijfsgegevens { huidig hfst 1}
2.5 -2.6: Schema en emissies { huidig 2.5 en 2.6}
3: Bronstromen, emissiebronnen, meet- en emissie- punten { deels in huidig hfst 2}
4: Informatiebronnen om emissies te bepalen { deels in huidig 3.2.2}
5: Berekeningsmethode voor CO2-emissies { huidig 3.2.1; 4.1,
5}
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Sjabloon Hfst. 5 Berekeningsmethode
5.1: Details bronstromen: berekeningswijze emissies { huidig 3.2.1}
– Toevoegen: biomassafractie & onderbouwing afwijking tiers
5.2: Meetinstrumenten en meetsystemen { huidig 4.1 en 4.2}
5.3: Onzekerheidsberekening { huidig hfst 5}
– Toevoegen: bijlage 1: Toon aan dat aan tiers voldaan is.
5.4: Procedures bij gebruik van berekeningsmethode
(voor analyses, staalname en voorraadbeheer): deels nieuw
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Andere methodesHfst 6-9
6. CEMS: meting van CO2 of N2O {indeling zoals hfst 5 van
het sjabloon 2013-2020}
7. Fall back
8. N2O-emissies: hfst bevat enkel procedures; gaat samen met hfst 6.
9. CCS: overgedragen of inherente CO2 en geologische opslag van CO2
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Management & controle
• Bevat vrij algemene procedures met verwijzing naar eigen procedures
• Hfst 10 (sjabloon LANG) = Hfst 6 in andere sjablonen• Risicobeheer: elke exploitant moet een risico-analyse
maken en insturen met het eerste MP-voorstel– Sjabloon hiertoe is beschikbaar
• Logboeken ‘wijzigingen’ en ‘Tijdelijke wijzigingen’– Verplicht in te vullen– Logboek ‘Wijzigingen’ mee insturen met MP-voorstel
• 10 (6).3.9: melden van veranderingen aan capaciteits- of activiteitsniveau en werking van de installatie
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon (‘KORT’)
5. Berekeningsmethode• is reeds ingevuld voor bronstromen ‘aardgas’ en ‘gasolie’
6. Procedures voor management & controle• Zijn reeds ingevuld met standaard teksten• Mogen zo gebruikt (of aangepast) worden mits actualisering• ‘Eigen procedures’ waarnaar hfst 6 verwijst, moeten bestaan
7. Bijlagen
8. Tool-box:• Bevat reeds ingevulde tabellen voor hfst 5 die men met
kopieer/plak kan overhalen naargelang de toepassing
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Wie mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon gebruiken?
• Gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon is bedoeld voor “eenvoudige” installaties (met “eenvoudige” monitoring van emissies)
• Hiertoe moeten bedrijven zelf “risicobeoordeling” uitvoeren op basis van sjabloon
• Gebruik van gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon is afhankelijk van resultaat van deze risicobeoordeling
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Wie mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon gebruiken? (2)
Risicobeoordeling bestaat uit drie stappen:
1. Identificatie van installaties die ‘te complex’ zijn voor gebruik van gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon
Vb. meer dan 3 grote bronstromen Vb. gebruik van CEMS,CCS, fall back methode,… …
indien geen ‘te complexe’ installatie stap 2
2. Identificatie van installaties die wel in aanmerking komen Vb. enkel standaardbrandstoffen en geen proces emissies Vb. enkel CO2 uit kleine of de-minimis bronstromen …
indien installatie nog in aanmerking komt stap 3
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Wie mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon gebruiken? (3)
Risicobeoordeling bestaat uit drie stappen:
3. Zijn de controleactiviteiten voldoende en zijn ze procedureel vastgelegd?
‘Risico’ betekent ‘kans op fouten in de monitoring data’ Risicoanalyse op basis van excel sjabloon Installaties met lage emissies (< 25.000 ton CO2(e) ) kunnen hier
vereenvoudigd sjabloon gebruiken voor risicoanalyse
Indien ook hier resultaat positief: installatie mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon gebruiken
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Vereenvoudigingen voor installaties met lage emissies
(< 25000 ton CO2(e) /j ) (Art. 47)
• Onzekerheden: tiers verlagen tot min. tier 1 voor activiteitsdata en berekeningsfactoren zonder onderbouwing van onredelijke kosten
• Enkel voor MP-2013 bewijzen dat aan tiers voldaan is
• Risicobeoordeling op basis van eenvoudige risicoanalyse
• Geen reactie vereist op verbeteringsvoorstellen verificateur
• Hoeveelheid brandstof baseren op facturen en geschatte voorraden• Indien men analyses moet gebruiken volstaat competent labo
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
6. BerekeningsmethodeBerekeningsfactoren & tiers: tabel 8 uit GD-1
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Type bronstroom Factor Tier Tier bepalingEF 1 Type I referentiewaarde (bvb uit bijlage VI)
2a Type II referentiewaarde
2b Vastgelegde benaderingen (indien van toepassing)
3 Labo-analyses
OF 1 Referentiewaarde van OF=1
2 Type II referentiewaarde
3 Labo-analyses
NCV 1 Type I referentiewaarde (bvb uit bijlage VI)
2a Type II referentiewaarde
2b Inkoopdata (indien van toepassing)
3 Labo-analyses
OF 1 Type I biomassafractie(referentiewaarden)
2 Type II biomassafractie (laboanalyses)
Verbrandingsemissies
Verbrandingsemissies
Verbrandingsemissies en massabalans
Verbrandingsemissies en massabalans
6. BerekeningsmethodeBerekeningsfactoren & tiers: tabel 8 uit GD-1
Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen 010-081 18.09.2012/XM
Type bronstroom Factor Tier Tier bepalingProcesemissies (methode A: gebaserd op input)
EF 1Labo-analyses en stoichiometrische waarden
1 Type I referentiewaarden
2 Type I referentiewaarden
3 Labo-analyses en stoichiometrische waarden
1 Referentiewaarde CF = 1
2 Labo-analyses en stoichiometrische waarden
C-gehalte 1 Type I referentiewaarde (bvb uit bijlage VI)
2a Type II referentiewaarde
2b Vastgelegde benaderingen (indien van toepassing)
3 Labo-analyses
Procesemissies (methoden A en B)
CF
Massabalans voor bronstromen
Procesemissies (methode B: gebaserd op output)
EF
Top Related