tijdlokalisering op tijdsaslexicaal aspectaspectuele klasseninterne structuur van eventualitiesaktionsart= lexicaal aspect
grammaticaal aspectgrammaticale elementen die spelen met de interne structuur van eventualitiesviewpoint aspect grammaticaal aspect
Variatie in betekenisTijd en aspect in teksten: Deel I
Inleiding
Tijd als voornaamwoordReichenbach[The determination of the reference time R] is [] given by the context of speech. In a story, for instance, the series of events recounted determines the point of reference which in this case is in the past, seen from the point of speech; some individual events lying outside this point are then referred, not directly to the point of speech, but to this point of reference determined by the story.
Tijd als voornaamwoordParteeGeeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijdenII.Sam took the car yesterday and Sheila took it today.When Susan walked in, Peter left.Tijden kunnen anaforisch gebruikt worden
Tijd als voornaamwoordParteeGeeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijdenI.She left me.I didnt turn off the stove.Tijden kunnen deictisch gebruikt wordenShe verwijst naar een specifieke persoon zonder terug te verwijzen.Didnt turn off the stove verwijst naar een specifiek moment waarop ik de kachel vergeten ben uit te zetten.
Tijd als voornaamwoordParteeGeeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijdenIII.Every student spoke to the student in front of him.When you eat Chinese food, youre always hungry an hour later.Tijden kunnen gebonden wordenhim hangt af van every studentyoure always hungry an hour later hangt af van when you eat Chinese
Tijd als voornaamwoordParteeGeeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijdenIV.> herhaalt illustraties I en II (laat zien dat tijden zowel anaforisch als deictisch gebruikt kunnen worden)
Tijd als voornaamwoordParteeGeeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden
> tijden kunnen anaforisch gebruikt worden> tijden kunnen deictisch gebruikt worden> tijden kunnen gebonden worden
Tijd als voornaamwoordParteeGeeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden
> tijden kunnen anaforisch gebruikt worden> tijden kunnen deictisch gebruikt worden> tijden kunnen gebonden worden
Tijd als voornaamwoordParteeI will try to show that there are uses of the tenses parallel to each of the uses of the pronouns, suggesting that the best representation of the English tenses should be structurally similar to the representation of pronouns(leaving open for the time being whatform that representation should take).p. 602> Dit was in 1973>> Fast forward naar 1981-1993
Eerste stappen in DRT
Begin jaren 80> Besef groeit dat taalkunde die zich enkel bezighoudt met gesoleerde zinnen niet compleet is.> Ontwikkeling van modellen die bijhouden wat er in zinnen binnen n discourse gezegd wordt zodat de regels die spelen binnen de opbouw van een discourse bestudeerd kunnen worden.> Twee onafhankelijk ontwikkelde modellen: File Change Semantics (Heim) en Discourse Representation Theory (Kamp & Reyle).
Begin jaren 90> Publicatie van From discourse to logic> Kamp en Reyles uitwerking/handboek van Discourse Representation Theory
Basis van DRT> De semantiek> Creren van een mini-wereld waarin we alle informatie verzamelen die een discourse ons geeft. Deze mini-wereld bevat de individuen die gentroduceerd worden en bevat alle informatie die we over hen hebben.> De representatie van deze mini-wereld wordt Discourse Representation Structure genoemd of ook kortweg Box.
Een speelgoedvoorbeeldjeNijntje houdt van Boris. Ze is heel blij.de individuen in onze mini-wereld:de informatie over hen :NijntjeBoris
Een speelgoed-formalizeringNijntje houdt van Boris. Ze is heel blij.de individuen in onze mini-wereld:de informatie over hen:NijntjeBorisxy(x)(y)x houdt van yx is heel blijuniverseconditionsbox of DRS
Een vereenvoudigde procedure> Regels voor eigennamen:- Introduceer een nieuwe discourse referent in de universe.- Introduceer in de set met conditions een condition waarbij je de discourse referent die je gentroduceerd hebt plaats in haakjes achter de eigennaam.
Een vereenvoudigde procedurexNijntje(x)yBoris(y)Nijntje houdt van Boris.
Een vereenvoudigde procedure> Regels voor werkwoorden:- Voeg een condition toe waarin je op basis van de syntactische informatie de discourse referenten die staan voor de argumenten van het werkwoord aan elkaar linkt.- Vb.x looptx houdt van yx gaf y aan z
Een vereenvoudigde procedurexNijntje(x)yBoris(y)Nijntje houdt van Boris.x houdt van y
Een vereenvoudigde procedure> Regels voor voornaamwoorden:- Introduceer een nieuwe discourse referent in de universe.- Introduceer in de set met conditions een condition van het type = waarbij de nieuw gentroduceerde discourse referent is en een passende discourse referent is die je kiest uit de universe van de DRS.
Een vereenvoudigde procedurexNijntje(x)yBoris(y)Nijntje houdt van Boris.x houdt van yZij is heel gelukkig.zz=xz is heel gelukkig/ x is heel gelukkig
En wat nu we een DRS hebben?> In semantiek proberen we in het algemeen de betekenis van een zin te omschrijven door te specificeren wat het geval moet zijn opdat de zin waar zou zijn.> In DRT is dit niet anders maar i.p.v. zinnen hebben we het nu over DRSen:Een DRS is waar als we voor elke discourse referent in de universe een individu in de echte wereld kunnen vinden die voldoet aan alle conditions.
Waarheid van een DRSxNijntje(x)yBoris(y)x houdt van yzz=xz is heel gelukkigDeze DRS is waar als we in de echte wereld een individu kunnen vinden dat Nijntje heet en n dat Boris heet. Bovendien moet dit Nijntje-individu van het Boris-individu houden en heel gelukkig zijn.
Tijd en aspect in DRT: basisaannames
Basisaannames> Hoe kijken Kamp & Reyle naar tijd? Maken ze een onderscheid tussen verleden/heden of tussen verleden/heden/toekomst?> Hebben ze een semantiek die gebaseerd is op points, intervals of events? > Hoeveel aspectuele klassen onderscheiden ze? > Wat zeggen ze over grammaticaal aspect?
Basisaannames> Hoe kijken Kamp & Reyle naar tijd? Maken ze een onderscheid tussen verleden/heden of tussen verleden/heden/toekomst?Kamp & Reyle maken een onderscheid tussen verleden, heden en toekomst.
Basisaannames> Hebben ze een semantiek die gebaseerd is op points, intervals of events? cf. fragment 1> Hoeveel aspectuele klassen onderscheiden ze? cf. fragment 2+3> Wat zeggen ze over grammaticaal aspect? cf. fragment 4
Tijd en aspect in DRT: een eerste lading relevante feiten
Relevante feitenMary was ill on Sunday.Mary was writing on Sunday.Mary wrote a letter on Sunday.Mary won a race on Sunday.Vendler st.Vendler act.Vendler acc.Vendler ach.DRT statesDRT events
Relevante feiten> Voor accomplishments en achievements vindt de eventuality plaats binnen het moment> Voor states en activities kan de eventuality echter ook vroeger begonnen zijn en ook nog verder voortduren.> We kunnen elke eventuality linken aan een in de discourse gespecificeerd moment in de tijd.
Relevante feiten> We kunnen elke eventuality linken aan een in de discourse gespecificeerd moment in de tijd.> We moeten bijgevolg in onze DRS referenten voor momenten kunnen toevoegen. > t > Vb. On Sunday introduceert een referent t en een condition On Sunday (t)
Relevante feiten> Voor accomplishments en achievements vindt de eventuality plaats binnen het moment> Voor states en activities kan de eventuality echter ook vroeger begonnen zijn en ook nog verder voortduren.> In onze DRS moeten we bijgevolg de relatie tussen t en events enerzijds en states anderzijds anders definiren. > States:st> Events:et
Relevante feiten> I didnt turn off the stove. > Blijkbaar hebben we niet altijd een bijwoordelijke bepaling nodig om eventualities in de tijd te lokaliseren.Twee mogelijkheden:Ofwel zeggen we dat eventualities direct gelinkt kunnen worden aan n.Ofwel zeggen we dat eventualities een moment t introduceren dat op zijn beurt gelinkt kan worden aan n.
Relevante feiten> I didnt turn off the stove. > Blijkbaar hebben we niet altijd een bijwoordelijke bepaling nodig om eventualities in de tijd te lokaliseren.Twee mogelijkheden:Ofwel zeggen we dat eventualities direct gelinkt kunnen worden aan n.Ofwel zeggen we dat eventualities een moment t introduceren dat op zijn beurt gelinkt kan worden aan n.
Tijd en aspect in DRT: een eerste set regels
Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt?> We nemen aan dat er altijd een discourse referent n voorhanden is die staat voor het spreekmoment.n> Als er geen bijwoordelijke bepaling van tijd is introduceert een werkwoord een nieuwe referent t (t1, t2,).t> States introduceren een nieuwe referent s (s1, s2,)> Events introduceren een nieuwe referent e (e1, e2, )s/e
Terug naar NijntjeNijntje houdt van Boris. xNijntje(x)yBoris(y)ntsn=tsts: x houdt van y
Top Related