Download - Tekst lezing herman wijffels 2011

Transcript
Page 1: Tekst lezing herman wijffels 2011

OUTLINE HENK VAN LUIJK LEZING 31 – 5 – 2011

HERMAN WIJFFELS

Met genoegen heb ik de uitnodiging voor deze tweede Henk van Luijk

Lezing aanvaard. Henk van Luijk is de grondlegger van het vak

bedrijfsethiek op academisch niveau. Hij heeft een belangrijke

bijdrage geleverd aan de wetenschappelijke reflectie op het

maatschappelijk functioneren van ondernemingen. Het is terecht dat

zijn werk met deze – nog jonge – traditie wordt geëerd en levend

gehouden. Daar is ook alle aanleiding toe in de huidige fase van

maatschappelijk transitie, zoniet transformatie. De rol en het

functioneren van ondernemingen moeten in dat perspectief opnieuw

worden geijkt op een in deze tijd passende ethische grondslag. Ik zal

daarop mijn zicht geven langs de volgende lijn:

1) De maatschappelijke grondslag, ratio en legitimiteit van

het stelsel van particuliere ondernemingsgewijze

productie (POP);

2) Het aandeelhouderskapitalisme dat zich de laatste paar

decennia tot een dominante stroming heeft ontwikkeld,

hoe verhoudt zich dat daartoe;

3) Welke voor ondernemingen relevante maatschappelijke

vraagstukken en ontwikkelingen dienen zich aan;

dynamisch perspectief;

4) Implicaties daarvan voor het ethisch en praktisch

handelen van ondernemingen.

Ad 1) Grondslag POP

POP zie ik als een intelligente constructie om tegelijkertijd

maatschappelijk en individueel belang na te streven. Individuen en

groepen die zich in een onderneming met elkaar verbinden, krijgen

de ruimte om via ondernemingsactiviteiten die voorzien in de

Page 2: Tekst lezing herman wijffels 2011

behoeften van mensen en aldus bijdragen aan welvaart en welzijn,

hun eigenbelang na te streven. Het gaat uitdrukkelijk om de

combinatie van beide elementen. Het eigenbelang staat ten dienste

van het algemeen belang. POP is niet een ongerichte en onbeperkte

legitimatie om voor eigenbelang te gaan. Het stelsel is primair gericht

op het zo effectief en efficiënt mogelijk genereren van

maatschappelijke toegevoegde waarde. Wie dat goed doet mag

daarin ook ruim delen in de vorm van winst. Maar in die orde. Het

nastreven van eigenbelang en winst zijn middelen om een hoger

doel, welvaart en welzijn, menselijke en maatschappelijke

ontwikkeling, ultiem menselijke waardigheid te bereiken. Zo is het

stelsel bedoeld, ook door de grondlegger ervan, Adam Smith. Hij

plaatste zijn beschouwingen over welvaartscreatie in zijn Wealth of

Nations niet voor niets binnen het kader van “moral sentiments”.

Ondernemingsactiviteiten moeten niet alleen winst opleveren, maar

ook en primair maatschappelijke toegevoegde waarde. Beide criteria

zijn relevant. Als alleen op winst wordt gestuurd, wordt winst

gepromoveerd van middel tot doel en komt de wereld op zijn kop te

staan.

Ad2) Aandeelhouderskapitalisme

Dat laatste, het omkeren van doel en middel, is wat in belangrijke

mate is gebeurd in het aandeelhouderskapitalisme zoals zich dat de

laatste paar decennia heeft ontwikkeld. Ik heb daar, enigszins

gestileerd weergegeven, het volgende zien gebeuren:

- De hogepriesters van deze ideologie, op Wall Street, hebben na

de val van de Muur (wegvallen van alternatief en rivaal) ruimte

gezien om het kapitalistische spel in al zijn scherpte te gaan

spelen;

Page 3: Tekst lezing herman wijffels 2011

- In hun perspectief is het doel van een onderneming geen ander

dan het maken van een zo hoog mogelijk rendement voor de

eigenaren/aandeelhouders;

- Zij definiëren een onderneming als een verhandelbare, contant

gemaakte, toekomstige kasstroom;

- Het verhogen van de winst per aandeel, liefst jaarlijks met

dubbele cijfers, is dè manier om de waarde van die kasstroom

omhoog te brengen

- De rol van het bestuur van een onderneming is geen andere

dan dat laatste te doen (agency theorie);

- De belangen van aandeelhouders en bestuurders werden

daarom op één lijn gebracht via het renumeratiebeleid

(bonussen, aandelenopties);

- Inkoop van eigen aandelen werd een instrument om de winst

per aandeel op te krikken;

- Idem door het verhogen van de leverage (verhouding eigen en

vreemd vermogen);

- Als sluitstuk werd ook in het boekhoudsysteem de actuele

waarde centraal gesteld door de invoering van zgn. fair value

accounting (IFRS).

Deze eenzijdig monetair gerichte benadering van POP heeft een

aantal aspecten van het systeem uit zijn evenwicht getrokken:

- Maximaliseren van financiële waarde werd doel, het leveren

van producten en diensten middel;

- Ook het exploiteren van klanten, leveranciers, medewerkers en

natuurlijke hulpbronnen, eventueel over de grenzen van het

houdbare heen ten koste van loyaliteit, staat ten dienste van

dat doel;

- Korte termijn oriëntatie, disconteren lange termijn ten koste

van investeren in research en ontwikkeling en medewerkers;

Page 4: Tekst lezing herman wijffels 2011

- Erosie van het maatschappelijk vertrouwen in

ondernemingsbestuurders door renumeratiebeleid, evenals in

publieke sector bestuurders, die deze ontwikkelingen op hun

beloop lieten, zelfs faciliteerden en er soms aan meededen.

In de financiële sector hebben deze verschijnselen zich in nog

versterkte vorm voorgedaan. Niet verwonderlijk, want in het deel

ervan dat we investment banking of zakenbankieren noemen, zetelen

de hogepriesters waar ik eerder over sprak. Zij slaagden erin

ondernemingen in de reeële economie naar hun pijpen te laten

dansen, waarbij de zgn. analisten het uitvoerende werk deden. Ook

hier deed zich in feite een omkering voor. De financiële sector werd

de ‘baas’ van de reeële economie in plaats van de dienaar, zoals het

hoort te zijn. Mede door een golf van financiële innovaties

ontwikkelde het zakenbankieren zich tot een zeer speculatief

georiënteerde activiteit, waarin het creëeren van monetaire waarde

centraal stond. In de jacht op de daarmee te verdienen bonussen

zong dit deel van de sector zich steeds verder los van de reeële

economie en de daarmee verbonden maatschappelijke belangen.

Achteraf gezien, voorbij de de crisis van 2008, is de waarde die aldus

werd gecreëerd wel gekwalificeerd als phantom wealth,

spookwaarde. Terecht lijkt mij. En kwalijk ook, omdat toen dat

speculatieve spel in elkaar stortte, de aldus geslagen gaten moesten

worden gedicht met reëel, in de echte economie verdiend geld. Het is

temeer kwalijk omdat het bankwezen beschikt over een zeer

bijzonder maatschappelijk prerogatief, de geldscheppende functie.

Deze functie is aan het bankwezen toevertrouwd als een efficiënte

methode om het maatschappelijk welvaartsstreven te faciliteren.

Door deze functie vooral in te zetten voor het speculatieve spel is de

sector in feite disfunctioneel bezig geweest. Een vraag die gesteld

moet worden is dan ook of, na deze en ook eerdere ervaringen, de

Page 5: Tekst lezing herman wijffels 2011

maatschappelijk zo cruciale geldscheppende functie bij het

bankwezen nog wel in goede handen is. Of anders gesteld, of als

reactie op de financiële crisis niet een fundamentele hervorming van

het financiële stelsel moet worden overwogen, een die aanzienlijk

verder gaat dan de nu aan de orde zijnde strengere regels en toezicht

binnen het vigerende stelsel.

Conclusie van dit deel van mijn betoog is dat het stelsel van

ondernemingsgewijze productie de laatste paar decennia, op zijn

minst gedeeltelijk, is losgeslagen van maatschappelijke ankers en

daardoor is gaan disfunctioneren. Ik zeg gedeeltelijk omdat er

gelukkig ook nog veel andere bedrijven en visionaire bestuurders zijn

die het oog op de bal hebben gehouden. Maar dat heeft niet kunnen

verhinderen dat de eenzijdige oriëntatie die is ontstaan op monetaire

korte termijn-doelen, op geforceerd en speculatief geld met geld

maken, onder leiding van de financiële sector, een crisis heeft

veroorzaakt waarvan de rekening nog lang niet is vereffend. Vanuit

het perspectief van deze lezing is de onderliggende oorzaak, het

negeren van de ethiek, van de moral sentiments, die het stelsel richt

op het bijdragen aan het overstijgende doel: het dienstbaar zijn aan

de maatschappelijke ontwikkeling en de menselijke waardigheid.

Het weer in de juiste orde plaatsen van doel en middel is de

achterliggende idee van CSR, MVO, duurzaam ondernemen. Die

tegenbeweging is niet alleen nodig als correctie op wat fout ging,

maar ook in het licht van de enorme maatschappelijke uitdagingen

waar de mensheid zich momenteel voor geplaatst ziet.

Ad 3) Duurzaamheid als maatschappelijke uitdaging

- Onduurzaamheid is mede ontstaan door successen industriële

tijd: enorme stijging wereldbevolking en welvaart; tevens

emancipatie. Gevolg: ecologische mismatch met natuurlijke

Page 6: Tekst lezing herman wijffels 2011

hulpbronnen (overshoot) en sociaal-organisatorische mismatch

(mechanistisch, lineaire processen).

- Streven naar duurzaamheid is reactie op onhoudbaarheid van

het bestaande en aspiratie om nieuwe inzichten, kennis en

mogelijkheden toe te passen bij het vorm geven aan een

nieuwe fase in de maatschappelijke ontwikkeling. Het moet en

het kan.

- Kern ervan is het zorgvuldiger gebruik maken van beschikbare

potenties, potenties van mensen en van natuurlijke

hulpbronnen. Einde maken aan zowel overbelasting als

onderbenutting.

- Bij mensen gaat het dan om de overgang van

piramidale/mechanistische organisatievormen naar meer

organische vormen met gedistribueerde

verantwoordelijkheden. Ook werken aan duurzame

inzetbaarheid door ontwikkelingsgericht personeelsbeleid en

sociale zekerheid.

- Ecologisch gezien gaat het erom een einde te maken aan het

behandelen van de aarde als onuitputtelijke hulpbron en

eindeloos grote afvalbak. Geen van tweeën is in de huidige

situatie het geval. Daarom lineaire processen omvormen tot

circulaire. Natuur als voorbeeld nemen: werken zonder

vervuiling en zonder afval; cradle to cradle.

- Komt neer op een zeer ingrijpende transformatie van ons

gehele economisch bestel. Van een lineair georganiseerde,

exploiterende wegwerpeconomie naar een circulair

georganiseerde, selfsustaining, zelfdragende, zichzelf voedende

economie. Is opdracht voor gehele samenleving, maar

ondernemers/ondernemingen zullen daarin een cruciale rol

moeten spelen. Zonder hen zal het niet gaan.

Page 7: Tekst lezing herman wijffels 2011

- Ondernemers zijn bij uitstek degenen die nieuwe ideeën en

mogelijkheden in de realiteit moeten brengen.

Ondernemerschap is daarvoor uitgevonden als

maatschappelijke activiteit. Zie waar ik mee begon.

- Uit voorgaande wordt duidelijk dat

bedrijfs/ondernemingsethiek niet iets statisch is, maar

evolueert met de omstandigheden. Het onderliggende beginsel

blijft weliswaar hetzelfde - dienstbaarheid aan

maatschappelijke doelstellingen - maar het is ook sterk

situationeel bepaald, heeft een evolutionair karakter.

Ad 4) Implicaties

- De notie duurzaamheid is in feite gebaseerd op een evoluerend

wereldbeeld. Schuiven op van atomistisch beeld, de deeltjes

staan voorop, naar verbinding en samenhang, het relationele

aspect staat voorop. Is ook in fysica terug te vinden door

opkomst kwantumfysica.

- Heeft vergaande consequenties: als alles met elkaar verbonden

en dus onderling afhankelijk is, betekent een ander tekort doen

in feite dat je jezelf tekort doet. Plaatst eigenbelang in een

ander, ruimer perspectief. Verlicht eigenbelang is rekening

houden met belangen van anderen nu en straks.

- Tijdsdimensie is daarin van groot belang. In feite vraagt

duurzaamheid om het weer meer gewicht geven aan langere

termijn overwegingen; om het loslaten van de overmatige

gerichtheid op het hier en nu, op de contante waarde, om een

andere discontovoet voor het wegen van de toekomst. Ons

werk zien in evolutionair, overstijgend perspectief.

- In een circulair georganiseerde economie krijgen relaties tussen

partijen in een productieketen een ander en intensiever

karakter. In duurzame ketens staat samenwerking voorop en

Page 8: Tekst lezing herman wijffels 2011

afspraken die daarbij horen. De verhouding tussen

samenwerking en concurrentie verschuift om duurzaamheid te

kunnen realiseren. Dit plaatst vraagtekens bij de atomistische

grondslag en sociaal-darwinistische van het vigerende

mededingingsbeleid.

- Iets soortgelijks is aan de hand bij een andere maatschappelijke

institutie, intelectueel eigendom. Als de transitie naar

duurzaamheid cruciaal is voor de toekomst van de mensheid, is

het dan verstandig om kennis die daarvoor essentieel is te

monopoliseren voor commercieel gebruik? Of anders gezegd:

moeten we niet zoeken naar andere manieren om onderzoek

en ontwikkeling, om innovatie te financieren?

- Deze twee voorbeelden maken duidelijk dat het bij de

omvorming van de economie ook gaat om verandering in (de

toepassing van) van wet- en regelgeving, van kaderscheppende

instituties. Ook de overheid heeft zijn rol te spelen.

- Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (eigenlijk een

tautologie) in de omstandigheden van de 21ste

eeuw draait om

het scheppen van waarde in drie dimensies: sociaal, ecologisch

en economisch. Is daarmee onderwerp van meerdimensionaal

optimaliseren, niet eendimensionaal maximaliseren.

Ondernemingsbestuur gaat van P- naar PPP-governance.

- Op een dieper liggend niveau bewegen we in ons antwoord op

de vraag naar wat in deze tijd goed leven – en dus goed

ondernemen – is, naar een ander bewustzijn over de aard van

de werkelijkheid waarin we leven. Kern ervan is het

onderkennen en begrijpen van de onderlinge verbondenheid en

interdependentie van alle leven op onze planeet.

- In termen van ethiek betekent het een overgang van een

atomistische en sociaal-darwinistische ethiek, naar een wijdere,

uitgebreide relationele ethiek. Daarin toetsen we ons handelen

Page 9: Tekst lezing herman wijffels 2011

op de sociale en ecologische effecten ervan voor mensen en

ecosystemen dichtbij en ver weg, nu en straks.

- Daarbij doet zich een interessant soort omkering voor. Waar

vroeger en vaak nog steeds, zorgvuldig sociaal en milieubeleid

vooral werden gezien als een kostenpost en dus een bedreiging

voor een florerende economie, ziet dat er vanuit de optiek van

duurzaamheid andersom uit. Duurzame inzet van mensen en

natuurlijke hulpbronnen vormen de basis van vitale, goed

renderende economische activiteiten, via hogere creativiteit en

productiviteit.

- Wie aan dit idee nog moet wennen doet er goed aan zich te

verdiepen in het snel toenemende aantal gevallen waarin het

consistent werken aan duurzaamheid zich bewijst als

aantrekkelijke businesscase. Vanuit de achtergrond en opzet

van POP is dat ook logisch. Als een onderneming grote

maatschappelijke toegevoegde waarde levert, vertaalt zich dat

ook in een bevredigende bottom line.

- Noem aantal voorbeelden:

Unilever, Marine Stewardship Council, halvering eco-voetafdruk

per product. Achtergrond is beschikbaarheid grondstoffen.

Chocolade-industrie, farmers first, idem.

Chemie, AKZO, DSM, biochemie, biobased economy.

Desso, Ahrend, C2C, kostenbesparing, kanteling

bedrijfsconcept.

HRM wordt HD, werknemers associates.

- Het grondpatroon dat we steeds zien terugkomen bij het

streven naar duurzaamheid is intensivering en een hogere

kwaliteit van relaties; met klanten en toeleveranciers, met

medewerkers en met de aarde als natuurlijke hulpbron. Hoe

beter die kwaliteit is hoe beter een bedrijf gesteld staat om

renderend te zijn en te blijven.

Page 10: Tekst lezing herman wijffels 2011

Conclusies

1) De maatschappelijke en daarmee ethische grondslag van het

ondernemen is het leveren van toegevoegde waarde die

bijdraagt aan de ontwikkeling van mens en maatschappij. Dat is

het doel en tegelijkertijd de legitimatie van het stelsel van

particuliere ondernemingsgewijze productie. Het leveren van

producten en diensten en het daarmee winst maken, zijn in dat

perspectief middel om het doel te bereiken.

2) Het aandeelhouderskapitalisme, zoals dat ook in onze contreien

enige ingang heeft gevonden is een verwording van zoals het

stelsel bedoeld is. Doel en middel worden in vergaande mate

omgekeerd. Het stelsel en in het bijzonder delen van de

financiële sector zijn daardoor maatschappelijk gaan

disfunctioneren. De crisis van eind 2008 vindt daarin een

belangrijke oorzaak. MVO, hoewel in feite een tautologie, is een

welkome en noodzakelijke tegenbeweging. Die beweging is pas

voltooid als ondernemingen volledig in hun core business

conform de oorspronkelijke maatschappelijk/ethische grondslag

functioneren.

3) De noodzaak en de mogelijkheid om een eind te maken aan de

heersende onduurzaamheid plaatst het maatschappelijk

functioneren van ondernemingen in een nieuwe context.

Ondernemingen hebben een cruciale rol te spelen bij het

herinrichten van economische processen, van de manier

waarop we in onze behoeften voorzien, op basis van circulaire

principes. Voor het bestuur van ondernemingen betekent dit

een overgang van P – naar PPP-governance.

4) Werken aan duurzaamheid is niet alleen een maatschappelijke

noodzaak, maar als gevolg daarvan in toenemende mate een

voorwaarde voor rentabiliteit en continuïteit.