Nooit meer van het padje af met
het zorgpad?
Waardigheid & Trots Congresdagen 3 en 4 juli 2017
Leila Kaddioui, Verpleegkundig specialist GGZHart voor zorg
Gedragspobleem, probleemgedrag of onbegrepen gedrag?
Gedragsprobleem:
1 richting
Oordelend
Geen context
Geen aandeel hulpverleners
Probleemgedrag:
Meer partijen
Bredere context
Neutraal?
Reflectie op eigen aandeel?
Onbegrepen gedrag:
Nodigt uit tot gedrag beter willen begrijpen en samenwerken
Oorzaken achterhalen en behandelen/manieren om er beter mee om te gaan
Reflectie op eigen aandeel2
3 3
Onbegrepen gedrag
“Al het gedrag van een cliënt dat door de cliënt en/of zijn
omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren.
Het betreft gedrag met nadelige consequenties voor diens
kwaliteit van leven, waarbij zorgverleners een rol hebben in
het voorkomen of verminderen ervan.”(Verenso richtlijn probleemgedrag)
4 4
Onbegrepen gedrag
Onbegrepen gedrag kan zich op vele manieren uiten:
* Wanen en hallucinaties 8-15%
* Depressiviteit en angst 21%
* Agressie en agitatie 31%
* Ontremd gedrag 20%
* Prikkelbaar gedrag 34%
* Doelloos herhalend gedrag 29%
* Verbale agressie 33%
* Slaan 13%
* Apathie 34%
* Rusteloosheid 44% (Zuidema ea, 2008)
5 5
Onbegrepen gedrag
Agitatie: innerlijke rusteloosheid leidend tot ondoelmatig
gedrag, met een sterk repeterend karakter subtypen:
– Motorische agitatie: continu rondlopen, niet stil kunnen
zitten of liggen, rammelen aan deuren, tikken op tafel, alles
overhoop halen
– Verbale agitatie: continu praten, mompelen
– Vocale agitatie: jammeren, schreeuwen, roepen,
zingen, (stereotiepe) geluiden maken
Agressie: gewelddadig gedrag subtypen:
– Verbale agressie: schelden, vloeken, beschuldigen,
dreigen
– Handelende agressie: slaan, duwen, schoppen,
vernielen, met voorwerpen gooien, dreigende gebaren
maken, automutilatie
Prikkelbaarheid: zeer snel boos, geïrriteerd of ontstemd zijn
Apathie: initiatiefloos gedrag, niet tot activiteiten te
bewegen, niet uiten van emoties
Ontremming: gedrag gekenmerkt door hyperactiviteit en
controleverlies (seksueel/vraatzucht)
6 6
Conclusies
Prevalenties in beide groepen zijn hoog en hardnekkig!
Erg belastend voor cliënt/omgeving
Onvoldoende volgens de richtlijnen werken leidt tot risico’s
Onbegrepen gedrag gaat niet vanzelf weg zelfs verergeren
Vroegtijdige diagnose en adequate professionele ondersteuning is nodig
7
Probleemstelling
“Het huidige zorgaanbod aan onze cliënten met onbegrepen
gedrag is onvoldoende helder geconcretiseerd wat betreft de
beschrijving van opeenvolgende stappen, beslismomenten en
criteria in het zorgproces. Dit heeft een nadelig effect op de
kwaliteit en efficiëntie van zorgverlening.”
8
9 9
Doelstelling & resultaten:
Doelstelling:
Optimaliseren proces zorgverlening bij onbegrepen gedrag
leidend tot afname klachten.
Resultaten:
De inzet van psychofarmaca en VBM zoveel mogelijk
beperken;
Onbegrepen gedrag verminderen of voorkomen;
Toename zelfvertrouwen medewerkers in omgaan met
onbegrepen gedrag;
Psychofarmaca & VBM beperkenPsychofarmaca:
Antidepressiva, antipsychotica, anxiolytica, hypnotica, antidementie middelen
Neemt beetje af maar niet voldoende: 64%61%
Alleen AP & AD in geringe mate afgenomen
“Hard” bewijs voor inzet weinig beschikbaar of:
Soms bewijs dat het NIET effectief is (bij dementie)
Vaak: geen juiste duur/indicatie
Psychosociale interventies, scholing, medicatie review van belang
AP: te vaak en te lang voorgeschreven wens wettelijke vertegenwoordiger;
Werkzaamheid beperkt en veel bijwerkingen;
(Zuidema, 2014/2017)
10
Psychofarmaca & VBM beperken
Meest gebruikte VBM:
Bedhekken (60%)
Alarmeringssystemen (28%)
Tafelbladen (bevestigd aan bed of rolstoel om eruit vallen te voorkomen) (18%)
Medicatie (bijvoorbeeld kalmeringsmiddelen) (12%)
(Landelijke Prevalentiemeeting Zorgproblemen, 2014)
Kan leiden tot:
Onjuiste inzet (vallen voorkomen)
Lichamelijke achteruitgang, onrust, angst, ongemak
Inbreuk op privacy en zelfstandigheid
Kan als pijnlijk/onprettig worden ervaren
11
Toename zelfvertrouwen medewerkers
Onderzoek zorgprogramma “Grip op probleemgedrag” wijst uit:
Scores op de werkdruk voor medewerkers blijven hetzelfde (gemiddeld)
Scores op burnout waren laag veranderden niet tijdens implementatie GRIP
Scores op werktevredenheid stegen significant na implementatie
Wordt als bruikbaar en zinvol ervaren (S. Zwijsen ea, 2015)
12
Afname onbegrepen gedrag
Afname onbegrepen gedragafhankelijk van meerdere factoren:
+Erkenning pijn als belangrijke factor in ontstaan/voortbestaan gedrag
+“Toestandsbeeld” afdeling: Cultuur (ervaren werkdruk, eensgezinde visie,
opvolgen adviezen, medicatie awareness?). Structuur (Team: los zand
/zelforganiserend? Manager: kwaliteiten? Woonvorm: inrichting?)
+Organisatie in transitie? Bezuinigingen prioriteiten, personeelsverloop,
formatieplanning?
+Budgettering meerzorg, scholing, activiteiten
+Beschikbaarheid gestructureerd multidisciplinair overleg, psycholoog/arts
+Beschikbare kennis en kunde, cyclische scholing medewerkers,
vrijwilligers, mantelzorgers
+Implementatie en cyclische evaluatie/borging zorgpaden en zorgprograma’s
+Inzet 8 kernelementen
+ Startpunt locaties
___________________________________________________________________
=Zorgpad met o.a. GRIP & STA OP elementen13
14 14
Zorgpad Onbegrepen GedragZorgpad: beschrijving opeenvolgende stappen,
beslismomenten en criteria in het zorgproces voor
cliëntengroep met specifieke hulpvraag. Het is een
concretisering van een zorgprogramma met als doel
kwalitatieve en efficiënte zorgverlening te verzekeren.
Zorgprogramma: inhoud van de behandeling welke
opgebouwd kan zijn uit diverse zorgmodules. Met de
modules wordt een zorgprogramma samengesteld,
waardoor er een op evidentie gebaseerde behandelaanpak
beschikbaar komt voor een bepaalde groep patiënten.
15 15
Kernelementen
1 Gedegen analyse gedrag
2 Multidisciplinair werken
3 Oorzaak behandelen, niet gedrag zelf
4 Psychosociale interventies eerst uitproberen
5Toch psychofarmaca volgens richtlijn
6 Mantelzorgers zoveel mogelijk betrekken
7 Behandeling altijd evalueren
8Behandeling evalueren met extra aandacht voor staken psychofarmaca
16 16
Zorgpad: wanneer inzetten?
Zodra een cliënt gedrag vertoont wat de cliënt en of zijn omgeving als een
probleem ervaren. Dit in overleg met de behandelend arts.
De behandelend arts heeft de regie over het zorgpad.
17 17
Zorgpad: de 9 stappen
9 stappen
Geen sprake meer van onbegrepen gedrag? Dan hoef je rest stappen niet meer
te doorlopen
18 18
Stap 1 Probleembeschrijving- en verheldering
Wat doe je als zorgmedewerker als je onbegrepen gedrag signaleert?
* Beschrijf voor wie het gedrag een probleem is en sinds wanneer het zich
voordoet
* Ga na of dit gedrag een gevaar is voor cliënt zelf en of voor de omgeving:
acuut of niet?
* Maak, i.o.m. arts, eventueel een eerste inventarisatie van het gedrag
19 19
Stap 2 Uitsluiten van oorzaken door lichamelijke
factoren/medicijngebruik
Wat doe je als arts?
* Voer lichamelijk/neurologisch/bloedonderzoek uit
* Controleer de medicatie
* Probeer lichamelijke problemen te verhelpen/verzachten: PIJN??!
* Inzet FT/ET/wondvpk/logo?
20 20
Stap 3 Nadere probleemverkenning
Wat doe je als arts samen met de psycholoog?
* Stem af wie het psychiatrisch onderzoek gaat uitvoeren
Wat doe je als psycholoog?
* Verhelder de hulpvraag verdergedrag analyse met VZ
* Kijk in cliëntendossier en in levensverhaal naar aanknopingspunten
* Ga in gesprek met cliënt/mantelzorgers/zorgmedewerkers/vrijwilligers
ondersteuning en begrip kweken/levensloop uitvragen/psycho educatie
* Medische vragen? Naar arts verwijzen
21 21
Stap 4 Probleemdefinitie
Wat doe je als team?
* Tijdens BZO/bewonersoverleg: samen analyse verder aanvullen
* Gezamenlijk voorlopig standpunt over ontstaan onbegrepen gedrag
* Meerdere vormen van onbegrepen gedrag bij cliënt? Stel dan prioriteiten
22 22
Stap 5 Aanvullende diagnostiek
Wat doe je als team?
* Bepaal samen tijdens BZO welke aanvullende diagnostiek er nodig is
Wat doe je als arts?
* Overleg met psycholoog over consultvraag bij specialist
Wat doe je als psycholoog:
* Aanvullende diagnostiek gericht op cliënt en op systeem
23 23
Stap 6 Formuleer het doel
Wat doe je als team?
Overleg gezamenlijk tijdens BZO over het gewenste gedrag:
* Welk gedrag willen we zien?
* Moet het: voorkomen worden, verdwijnen, verminderen, geaccepteerd?
* Overleg gezamenlijk tijdens BZO globaal over de interventies die bij beoogde
doel zouden kunnen passen
24 24
Stap 7 Interventieplan maken
Wat doe je als zorgmedewerker samen met de psycholoog?
* Nadere uitwerking/concretisering mogelijke interventies met afspraken in een
interventieplan mantelzorgers betrekken!
Wat doet de psycholoog?
* Opstellen omgangsadvies, eventueel crisissignaleringsplan,
coaching/PE team, mantelzorgers, vrijwilligers
Altijd doen:
*Mantelzorg/familie betrekken, bewonersoverleg
25 25
Stap 8 Evaluatie
Wat doe je als team?
* Tijdens BZO bespreek je of het doel wel of niet bereikt is
* Doel bijstellenstap 6 of 9
* Behandeling bijstellen stap 7 of 9
* Nadere diagnostiek stap 5 of 9
26 26
Stap 9 Kernteam onbegrepen gedrag
Is het gewenste doel ondanks de interventies niet bereikt? En blijft er voor de
cliënt of zijn omgeving een probleem bestaan? Dan kan i.o.m. de arts het
kernteam onbegrepen gedrag ingeschakeld worden. Deze kun je benaderen via
………@sintjacob.nl of bellen.
Top Related