Download - Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

Transcript
Page 1: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

april 2014

02

schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,

akkerbouw en veehouderij

Andre Beerepoort:

“ Baseer overname op toekomstperspectief”

Monitoringsonderzoek aspergespagina 16

Line-Up uniek vlees- pluimveeconcept pagina 23

Bedrijfsovername complex procespagina 8 - 11

Page 2: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 20142

In dit nummer

inzicht in agrifirm resultaten 3

Ervaringen met vochtige voeders 4

Terugblik Ledendagen 6

Bedrijfsovername complex proces 8

Veiligheid gewasbeschermingsmiddelen 14

Communicatie bloembollensector 15

producten tegen wildschade 17

Beweiden in combinatie met melkrobot 18

Betere vertering met VigOR 22

Samenspel 24

Geitenhouders willen bedrijf uitbreiden

7

Tweede praktijktest sojateelt in Nederland

12

Monitoringsonderzoek asperges

16

Line-Up uniek vleespluimvee concept

23

Strak toommanagement tot afleveren

20

Belang leden voorop

De bedrijven binnen Agrifirm Group lieten in

2013 wisselende resultaten zien. De ledenbedrijven

Agrifirm Feed en Agrifirm Plant sloten 2013 af met

goede financiële en marktprestaties en ook binnen

niet ledenbedrijven zagen we prima resultaten. Het

totale volume voer steeg met 4% ten opzichte van

2012 en kwam daarmee voor het eerst boven de 7

miljoen ton uit. In de plantaardige sector is het volu­

me kunstmest, granen en overige producten met

7,5% gestegen en uitgekomen op 1,1 miljoen ton.

Echter, mede door sterk gewijzigde markt­

omstandigheden, stonden de resultaten van met

name de Co­producten divisie sterk onder druk.

Het netto jaarresultaat van Agrifirm kwam uit op

20 miljoen euro.

In workshops bij de Agrifirm Ledendagen hebben

we met onze leden gesproken over de resultaten

2013 en de strategie van Agrifirm. De belangrijkste

uitkomsten deel ik graag met u.

> Agrifirm blijft een coöperatie. Het vermogen

wordt niet verdeeld onder de leden.

> Ledenkortingen en Ledenvoordeel worden op basis

van de omvang van de transactie uitbetaald.

> De rendementseisen aan de ledenbedrijven

liggen lager dan bij niet­ledenbedrijven, zodat

de Nederlandse leden scherp bediend blijven.

> Verdere groei in het buitenland is gewenst,

mits overzichtelijk en met beperkte risico’s.

> De krachtige combinatie van veehouderij en

plantaardige activiteiten blijft in stand.

Het ledenbelang blijft voorop staan. Dat is de basis

voor alle stappen die we de komende periode binnen

Agrifirm zetten. Deze heldere keuze inspireert ons

om, met passie voor het vak, hard te blijven werken

en scherpe keuzes te maken om de groei en bloei

van uw onderneming mogelijk te maken.

Ton Lomanvoorzitter hoofddirectie Agrifirm Group

Page 3: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 3

Agrifirm steunt landbouw Afrika

agrifirm plant ondersteunt van 2014 tot

en met 2016 Building on fertile grounds,

een landbouw ontwikkelingsproject in

Burundi. in 2012 is Dick Douma gestart

met een project om met bemesting de

opbrengst van gewassen te verhogen.

Harry Roerink en Erwin Boogaard

begeleiden het vervolgproject.

Harry Roerink is half februari naar

Burundi geweest voor de kick-off.

“ik heb verschillende telers bezocht.

Sommigen van hen brachten de teelt-

Agrifirm Plant en Agrifirm Feed ondersteunen verschillende inter nationale ontwik-

kelingsprojecten. Begin 2014 reisden medewerkers af naar Burundi en Kenia.

adviezen al in de praktijk en zij waren

enthousiast over de opbrengststijging.

ik kon ook goed zien waar Dick vorig jaar

was geweest, op die percelen staan nu

gewassen die in nederland niet zouden

misstaan. Dat is belangrijk voor de telers,

met hogere opbrengsten kunnen ze beter

voor hun gezin zorgen”, vertelt Roerink.

Vanuit agrifirm Feed gingen Liesbeth

Mulders en Frank Jeurissen naar Kenia

om een businessplan op te stellen voor

hooiproductie en -handel voor Kieni

Dairy, een unie van zeven melk-

coöperaties. Dit is onderdeel van de

samen werking met agriterra. Mulders

en Jeurissen be zochten verschillende

boeren en zuivelfabrieken. aan het

eind van de week presenteerden ze

hun bevin dingen aan Kieni Dairy. “We

hebben verschillende partijen hooi

gezien, van goede tot heel slechte

kwaliteit. Onze conclusie: zorg eerst

voor kwaliteit en dan pas kwantiteit.

goede kwaliteit ruwvoer levert meer

melk en inkomen op.”

inzicht in agrifirm resultaten

Een greep uit onze vacatures

Bij deze Schakel in Succes ontvangt u ook

het agrifirm Jaarbericht 2013. Daarin worden

de resultaten van agrifirm group en de beide

leden bedrijven agrifirm plant en agrifirm

Feed in 2013 beschreven. Ook ko men de

directies aan het woord over de resultaten en

de strategie voor 2014 en verder.

Het thema van het Jaarbericht is ‘passie’.

Ondernemers en agrifirm-medewerkers

vertellen wat hun hart sneller doet kloppen.

Het volledige financiële verslag is beschikbaar

op www.agrifirm.com/jaarverslagen.

> Teamleider Commerciële Binnendienst | Veghel | nutriControl

> Hoofd Nutritie | apeldoorn | agrifirm Feed

> Adviseur Vleespluimvee | nederland | agrifirm Feed

Kijk voor meer informatie en actuele vacatures

op www.agrifirm.com/werkenbijagrifirm

of volg ons op twitter @agrifirmjobs

jaarbericht 2013Koninklijke Agrifi rm Group

passie voor ons vak

jaarbericht2013_hart.indd 1 14-03-14 11:40

Page 4: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 20144

‘ perfecte aanvulling op zetmeelrijk rantsoen’

“Proti+ is een perfecte aanvulling op ons maïsrijke rantsoen. Dit pro duct

past in onze strategie om efficiënt en gemakkelijk te werken.” Zo kijkt

Hans van den Broek terug op de eerste maanden waarin hij Proti+ voert.

Het bedrijf van Hans en zijn vrouw Rianne in het noord-Brabantse Odiliapeel

is volop in ontwikkeling. afgelopen jaar hebben ze een nieuwe stal in gebruik

genomen. Momenteel bestaat de veestapel uit 140 melkkoeien en 140 stuks

jongvee. De gemiddelde productie bedraagt 9.900 kilo, met 4,45 procent

vet en 3,60 procent eiwit. Hans is ook akkerbouwer. Hij bewerkt ruim

Beter rantsoen, lagere kosten

Vochtrijke voeders van Bonda

Vochtrijke mengvoeders zijn jaarrond

be schikbaar, zeer smakelijk en hebben

een constante samenstelling. Net als

afzonder lijke enkelvoudige producten

dragen ze bij aan lagere voerkosten en

de kwaliteit van het rantsoen.

Een extra voordeel van vochtrijk mengvoer

is dat meer producten toepasbaar worden

voor de rundveehouder. Sommige producten

zijn enkelvoudig slechts beperkt te voeren,

maar in een mengvoer komen ze wel tot

hun recht. Specialist in vochtrijke diervoeders

Bonda produceert in ’s-Hertogenbosch twee

stapelbare vochtrijke mengvoeders: proti+

is eiwitrijk en gluco+ is de energierijke

variant. Hans van den Broek en Theo van

goch hebben er goede ervaringen mee.

Meer informatie: www.bonda.nl.

Hans van den Broek, Odiliapeel

Gluco+ is energierijk mengvoeder.>

Page 5: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 5

‘ Rantsoen beter in balans’

Theo heeft samen met zijn vrouw

Marijke een bedrijf in ammerzoden,

in de Bommelerwaard. Ze melken

65 melkkoeien en hebben 42 stuks

jongvee. De roodbonte koeien op dit

bedrijf geven gemiddeld 8.000 liter,

met 4,63 procent vet en 3,69 procent

eiwit. in de ontwikkeling van zijn on-

derneming streeft Van goch naar –

zoals hij dat zelf noemt – evenwicht.

“ik wil grondgebonden en duurzaam

melkvee houden met lage kosten.” in

2009 heeft hij een nieuwe stal gebouwd,

volgens de richtlijnen van de Maatlat

Duurzame Veehouderij (MDV). Daarin

is extra aandacht besteed aan koe-

comfort, stal klimaat en energie-

besparing. in het afgelopen jaar heeft

Theo geïnvesteerd in zonnepanelen

en hij heeft nog meer plannen voor

energiebesparende maatregelen.

Theo hecht eraan zijn koeien ’s zomers

te weiden, ook al heeft hij een kleine

huiskavel. Hij combineert weidegang

met zomerstalvoedering. “Met zomer-

stalvoedering benut je het gras

optimaal.” Een nadeel van zomer -

stal voedering is de variatie in de

voeder waarde. “De ene snee gras is

de andere niet. Je moet eigenlijk drie

weken vooruit kunnen denken, om

te bepalen wanneer je op welk perceel

maait.”

RUsT iN HeT RANTsoeN

De specialist van agrifirm Feed

stelde voor gluco+ in het rantsoen

op te nemen. Dat brengt ’s zomers

rust in het rantsoen. Ook in de winter

ziet Van goch voordelen. “Door het

vochtige product krijg ik een betere

menging van het rantsoen in de

voermeng wagen, zodat de koeien

niet meer selectief vreten aan het

voerhek.”

90 hectare en teelt behalve maïs en gras ook suikerbieten en frites aardappelen.

arbeid is een beperkende factor op dit groeiende bedrijf. in de bedrijfsvoering houdt

Van den Broek daarom van eenvoud. Dat geldt ook voor de voerstrategie. “Keep it

simple”, is zijn motto. “als je het ingewikkeld maakt, vergroot je de kans op fouten.”

GLANZeNDe KoeieN

De ruwvoerbasis voor zijn melkgevende koeien bestaat voor twee derde uit snijmaïs

en een derde uit gras, aan gevuld met gehakseld stro. als aan vulling op het energie-

rijke ruwvoer heeft Van den Broek altijd bierbostel ingezet als vast rantsoenbestand-

deel. “Dat heeft een positief effect op de gezondheid. Met bier bostel heb je altijd

glanzende koeien.” Sinds november 2013 heeft hij dit product vervangen door proti+.

“proti+ bevat ook eiwit en er zit bovendien meer pensenergie in. Dat is belangrijk

voor de gehaltes. En – ook heel interessant – het verlaagt de kostprijs.”

Theo van goch, ammerzoden

“Met Gluco+ heb ik het rantsoen beter in balans. Het eiwit

brengt rust in het rantsoen en het hoge energiegehalte

heeft een gunstig effect op de gehalten.” Dat is de ervaring

van Theo van Goch.

Hans van den Broek voert Proti+.

Theo van Goch voert Gluco+.

>

>

Page 6: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 20146

Agrifirm Ledendagen in beeldVeel leden bezochten de agrifirm Ledendagen die in

februari werden gehouden. Ze volgden inspirerende

workshops over een breed scala aan onderwerpen zoals

social media, rundveevoeding en precisieteelt.

Daarnaast gaven het bestuur en de hoofddirectie

toelichting op de agrifirm resultaten over 2013 en de

strategie voor de komende jaren. Op sommige locaties

werden tevens extra sectorbijeenkomsten gehouden.

Op deze pagina een indruk van de Ledendagen, op

www.agrifirm.com vindt u per locatie een foto -

reportage en een videocompilatie.

Page 7: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 7

Het geitenbedrijf van de familie Buiks

telt nu zo’n 600 melkgeiten. Uitbreiden

was tot voor kort geen optie, vanwege

de bouwstop in de provincie noord-

Brabant. Die werd eind vorig jaar opge-

heven, waarna de familie Buiks direct

contact zocht met agrifirm Exlan.

“We willen het bedrijf over een jaar of

tien graag overdragen aan onze zoon

patrick, maar dan moet het wel groeien”,

vertelt vader paul. patrick vult hem aan:

“600 geiten is eigenlijk te weinig om

rendabel te zijn. We willen binnen twee

jaar groeien naar 1000 geiten, uiteinde-

lijk moeten het er 1200 worden. Dan

heb je een solide financiële basis.”

ZoRG VULDiGHeiDssCoRe

adviseur Elroy Vlemminx van agrifirm

Exlan begeleidt de familie met het aan-

vragen van de vergunningen om de uit-

breiding te realiseren. Ook helpt hij met

het invullen van de Brabantse Zorg-

vuldigheidsscore Veehouderij (BZV).

Elroy: “Deze nieuwe toetsing is in-

gesteld door de provincie en kent

drie hoofdthema’s: Volksgezondheid,

Diergezondheid en -welzijn en Fysieke

leefomgeving. Een veehouder die wil

uitbreiden, moet per onderdeel mini-

maal een voldoende scoren. Daarnaast

moeten we aan een hele reeks andere

voorwaarden voldoen.” anja is blij met

de ondersteuning van Elroy. “Hij is vol-

ledig op de hoogte van alle wetten en

regels. Tegen de tijd dat wij ons er zelf

in verdiept hebben, zijn de regels al

weer aangepast en aangevuld.”

DiALooG

Een extra onderdeel van de BZV is

dialoog met de omgeving. Elroy legt

uit: “De veehouder moet zijn plannen

aan de buurt presenteren. Zij kunnen

dan vragen stellen en hun mening

geven.” Een goed plan, aldus paul.

“Het is wel spannend, maar ik denk dat

het goed is om de buurt te laten zien

wat je doet en wat je van plan bent.”

iNRiCHTiNG

De bouwtekeningen en de vergun-

ningsaanvragen liggen klaar, alleen de

inrichting van de stal staat nog niet

vast. Dat gebeurt de komende tijd, ver-

telt Marco Schoenmakers van agrifirm

Feed: “Elroy is van het regelwerk, ik

help met de praktische inrichting van

de stal. ik bespreek met paul, anja en

patrick de looplijnen in de stal, de voer-

gang, hoe de opfok geregeld is, het wel

of niet inzetten van personeel. En voer

natuurlijk. Samen maken we een plan

van aanpak.” paul sluit af: “ieder heeft

zijn eigen rol en expertise. Zo maken

we er samen een mooie stal van.”

Paul, Anja en Patrick Buiks willen hun geitenbedrijf in het Brabantse Teteringen

uit breiden. Agrifirm exlan adviseur elroy Vlemminx begeleidt hen bij het

vergunningentraject. specialist Marco schoenmakers van Agrifirm Feed denkt

met de familie mee over de inrichting van hun nieuwe stal.

‘ Dialoog met de buurt is belangrijk’

agrifirm Exlan helpt met uitbreiding

Op de achtergrond Anja en Patrick Buiks met Exlan adviseur Elroy Vlemminx (m), vooraan Paul Buiks met Marco Schoenmakers (r).

>

Page 8: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 20148

Het thema van de Agrifirm Jongerendag 2014 was bedrijfs-

opvolging. in deze schakel in succes praten we hierover door

met twee van de sprekers, lector familiebedrijven ilse Matser

en ondernemerscoach sieto van Houten.

“Het allerbelangrijkste voor een succes-

volle bedrijfsoverdracht? Dat is com-

municatie.” Sieto van Houten van

agrifirm Exlan hoeft er niet lang over

na te denken. als ondernemerscoach

zit hij vaak bij ondernemers aan tafel

en de bedrijfsopvolging is daarbij een

regelmatig terugkerend thema. “Soms

is dat de reden voor het gesprek, maar

ook bij andere veranderingen, zoals

uitbreiding van het bedrijf, komt het

thema bedrijfsopvolging ter sprake.

De toekomst van het bedrijf heeft

Bedrijfsovername complex proces

‘ Zoektocht naar de beste strategie’

Page 9: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 9

immers invloed op de keuzes die ge-

maakt worden, en andersom. Eigenlijk

zijn agrarisch ondernemers altijd bezig

met de volgende generatie.”

eNqUêTe

“De overdracht is dan ook een bijna

continu proces”, vult ilse Matser aan.

“Bijna altijd zijn er meerdere generaties

bij het bedrijf betrokken en in zekere

zin blijft opvolging daarmee altijd een

thema. Of het nu gaat om de voorbe-

reiding op de daadwerkelijke overname, >

of de zoektocht naar de rol van de

verschillende generaties.” Matser is

lector Familiebedrijven aan Hogeschool

Windesheim en directeur van het

nederlandse Centrum voor het Familie-

bedrijf. in voorbereiding op de agrifirm

Jongerendag ondervroeg ze samen

met agrifirm in een online enquête

de jonge ondernemers die zich voor

de dag hadden aangemeld. 120 van

de 550 jongeren vulden de enquête in.

95 procent van hen heeft de intentie

om het ouderlijk bedrijf over te nemen.

“Een grote meerderheid noemt als

belangrijkste reden dat ze boer zijn

het mooiste vak vinden wat er is.

Een heel positieve reden dus.”

CoMPLex PRoCes

Tegelijkertijd is juist die passie één van

de redenen dat een bedrijfsoverdracht

een complex proces is, met veel ge-

voeligheden. “Het bedrijf gaat iedere

ondernemer aan het hart, daarnaast

zijn ze er voor hun inkomen van afhan-

kelijk en gaan wonen en werken vaak

bijna naadloos in elkaar over. Het is ook

niet altijd gemakkelijk om met familie

samen te werken. Om dat goed te laten

verlopen is het belangrijk om veel te

praten. niet alleen over praktische

zaken, maar ook over emoties. Dat

vinden veel mensen moeilijk”, legt

Matser uit. Matser en Van Houten zijn

het erover eens wanneer een bedrijfs-

overdracht binnen het gezin een succes

is: als er toekomstperspectief is voor de

onderneming, de ouders op een goede

manier van hun pensioen kunnen ge-

nieten en er sprake is van acceptatie en

harmonie binnen het hele gezin. Van

Houten: “als de partijen goed commu-

niceren en daar op tijd mee beginnen,

lukt dat gelukkig bijna altijd, maar het

is geen vanzelfsprekendheid.”

oVeRLeG

Dat blijkt ook uit het onderzoek.

Een derde van de jongeren geeft aan

dat ze het moeilijk vinden om over

de overname te praten en eenzelfde

percentage vindt zelfs dat het over-

nametraject tot nu toe niet geslaagd

is. “De emoties die bij een overname

komen kijken maken het altijd een

moeilijk traject, en in familiebedrijven

geldt dat nog meer”, stelt Matser.

“Je kent elkaar door en door en hebt

vaak aan een half woord genoeg. in de

dagelijkse praktijk is dat heel handig,

maar voor een soepele overname en,

niet te vergeten, een soepele samen-

werking voor en na de overname, is het

belangrijk om regelmatig aan tafel te

zitten om te overleggen.”

CoACH

Daar is een belangrijke rol voor de

ondernemerscoach weggelegd. “ik

ben geen onderdeel van het bedrijf

“ Eigenlijk zijn agrarisch ondernemers altijd bezig met de volgende generatie.”

Page 10: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 201410

en van de familie”, legt Van Houten uit.

“Daardoor kan ik het proces van een af-

standje bezien en de emoties bespreek-

baar maken.” Veel ondernemers zien de

meerwaarde van een coach, ook als er

geen problemen zijn. Van Houten

wordt naar eigen zeggen meestal om

advies gevraagd omdat ondernemers

zich realiseren dat de bedrijfsopvolging

een kwetsbaar en complex traject is en

ze het belangrijk vinden om dit goed te

doen. Het gaat dan niet om problemen

oplossen, maar om een zoektocht naar

de beste strategie. Ruim de helft van

de klanten wordt naar de coach door-

verwezen via hun agrifirm specialist.

“Zij hebben nauw contact met de

onder nemer en voelen vaak goed aan of

er behoefte is aan een sparringpartner.”

BRoeRs eN ZUsseN

naast emoties, komen bij de coaching

feitelijke zaken op tafel. Van Houten:

“ik betrek meerdere partijen, zoals de

bank en de boekhouder, bij het proces

en praat over zaken als financierbaar-

heid, het opbouwen van vermogen

en het afdekken van risico’s. Er gebeurt

ontzettend veel op juridisch en fiscaal

gebied, dat kun je als ondernemer niet

allemaal zelf bijhouden.” Een belangrijk

gespreksonderwerp is bovendien de rol

van de overige gezinsleden, benadrukt

Van Houten. “Hoe zorg je ervoor dat

iedereen, ook de broers en zussen die

het bedrijf niet overnemen, een goed

gevoel aan de overdracht overhoudt

en dat niemand zich tekort gedaan

voelt? Het is belangrijk om daar over

te communiceren en goede afspraken

te maken.” Bij dertig procent van de

jongeren die de enquête invulden,

is bovendien sprake van meerdere

overnamekandidaten, wat het proces

nog ingewikkelder maakt.

PARTNeR

Behalve de positie van de broers en

zussen, benadrukt Matser de rol van

de partner van met name de opvolger.

“Hoewel bijna de helft van de partners

ook uit de agrarische sector afkomstig

is, blijkt uit de enquête dat zij niet vaak

aan tafel zitten bij financiële of zakelij-

ke beslissingen en weinig betrokken

worden bij het bedrijf. Dat terwijl de

boerderij onvermijdelijk veel impact

heeft op het leven van de partner en

Tien jaar geleden nam de toen 24 jaar oude andre Beerepoort uit Wijdenes

een moedige beslissing. Hij maakte een doorstart met het bloembollenbedrijf

van zijn vader en oom. “Of het op dat moment echt een weloverwogen keuze

was, weet ik eigenlijk niet”, vertelt andre. “Maar achteraf ben ik blij dat ik de

stap genomen heb”. Het bollenbedrijf van zijn vader en oom verkeerde in

zwaar weer. Overname door andre was de enige manier om het bedrijf een

toekomst te bieden. andre: “De doorstart is organisatorisch prima verlopen,

alleen op persoonlijk vlak was het wel eens moeilijk. Het was natuurlijk ook

een bijzondere situatie voor mijn vader en mijn oom.” Volgens andre spelen

emoties vaak een grote rol bij bedrijfsovernames. Vooral als het om familie

gaat. andre: “natuurlijk is het mooi als een bedrijf overgenomen kan worden

door de volgende generatie. Toch moeten jongeren vooral ook naar de markt

kijken en beoordelen of het bedrijf financieel toekomst heeft. Daar moeten ze

hun keuze op baseren.”

Het bedrijf van andre is in 10 jaar tijd uitgegroeid tot een succesvolle onder-

neming. Mét de hulp van zijn vader, want hij werkt nog steeds volop mee in

het bedrijf. andre: “Samen werken we er hard aan om het bedrijf nog succes-

voller te maken.” Om het bedrijf dan over 20 jaar over te dragen aan zijn eigen

kinderen? “nou dat zullen we dan wel zien”, lacht andre. “alleen als ze het zelf

willen. Ze zijn nu pas 8 en 4, dus dat duurt nog wel even.”

‘ Baseer overname op toekomstperspectief’

Andre Beerepoort>

Page 11: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 11

in augustus 2010 gaf Hans graveland (67) het stokje van zijn bedrijf over

aan zijn zoon Klaas (42) en schoondochter Ranate. Het rundveebedrijf telt

90 melkkoeien, 50 stuks jongvee en heeft 48 hectare grasland in gebruik.

Hans mag dan op papier geen eigenaar meer zijn van het bedrijf, in de praktijk

staat hij toch nog zeker zo’n 6 uur per dag tussen de koeien. Hans: “ik ben nog

steeds betrokken bij het bedrijf, alleen nu ben ik niet meer degene die alle

beslissingen neemt. ik heb nu meer een adviesrol: de ene keer volgt Klaas

mijn advies, de andere keer niet.” Moeite met deze nieuwe rolverdeling heeft

Hans niet. “Toen ik het bedrijf overnam van mijn vader, wilde ik ook mijn

eigen keuzes maken. ik weet hoe het werkt.”

De bedrijfsoverdracht verliep volgens Hans prima. Dat had volgens hem vooral

te maken met een goede planning en met heldere afspraken. “20 jaar geleden

kwam Klaas in het bedrijf. Mijn vrouw en ik hebben zo’n 12 jaar geleden een

ander huis betrokken en Klaas is op de boerderij gaan wonen. Toen hebben

we al een eerste stap naar de overname gezet . in 2010 zijn we met z’n allen

om tafel gaan zitten om de feitelijke overname te bespreken. Mijn vrouw en

ik, Klaas en onze drie dochters. Eigenlijk hebben we het toen in één avond

geregeld, samen met de accountant. Het gaat erom dat iedereen weet waar

hij aan toe is. Helder communiceren voorkomt gedoe achteraf.”

‘ Soepele overname door heldere afspraken’

hij/zij ook weer invloed heeft op de

familieverhoudingen.” Bovendien

ziet Matser een waardevolle rol voor

de partners weggelegd, juist omdat

zij minder met het bedrijf verweven

zijn. De meerderheid van de partners

heeft een baan buiten het bedrijf en

steeds vaker zijn ze hoogopgeleid.

“Zij kunnen juist een frisse blik op

het bedrijf werpen en dat kan heel

waardevol zijn. Zowel voor de bedrijfs-

voering, als voor het overnametraject.

Zie het maar als een soort Raad van

advies, het is niet voor niets dat veel

grote bedrijven daarmee werken.”

ADVies

Een ander advies dat Matser de op-

volgers wil meegeven, is om goed na

te denken over de toekomststrategie

van het bedrijf. “Waar liggen kansen

voor het bedrijf en wat past bij jezelf?

Wees niet bang om te veranderen.”

Ook Van Houten raadt jonge onder-

nemers aan te zorgen voor een bedrijf

dat bij ze past. “En wees trots op je

vak. Boer zijn is een heel mooi beroep.”

Juist dat maakt het voor de overdragers

vaak moeilijk om het bedrijf los te

laten. “Dat is ook heel normaal, dat

dat moeite kost”, vindt Matser. “Dat

is ook iets om goed over na te denken

voordat je als ondernemer het bedrijf

overdraagt: hoe ga je de betrokkenheid

bij het bedrijf vanaf nu invullen?”

Van Houten: “Vertrouw op de opvolger,

durf los te laten. geef hem of haar de

ruimte om het bedrijf te ontwikkelen

en te veranderen, ook al in aanloop

naar de overname. De opvolger wordt

boer, hij of zij moet verder met het

bedrijf.”

“ Het is belangrijk om veel met elkaar te praten en goede afspraken te maken.”

Hans Graveland

>

Page 12: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 201412

Compleet weiden

Picto

Combi weiden

Compact weiden

Afzetpool in tweede jaar sojateelt

Eerste test succesvol verlopen

agrifirm plant informeert geïnteresseer-

de telers graag over de teelt en het ver-

wachte resultaat.

november tot en met mei. De soja

wordt verkocht aan de levens-

middelenindustrie en de veevoeder-

sector. De markt bepaalt de prijs.

Daarnaast wordt een extra premie

betaald voor niet-genetisch gemodifi-

ceerde soja bonen.

HooGwAARDiG KRACHTVoeR

Voor veehouders verkent agrifirm plant

de mogelijkheden om soja opnieuw

beschikbaar te maken als hoogwaardig

krachtvoer voor vee. Dit gebeurt dan na

bewerking bij een industriële partner.

Zo kunnen veehouders meer grond-

gebonden ondernemen; dat draagt bij

aan een meer gesloten kringloop.

Soja biedt mogelijkheden voor akker-

bouwers of veehouders met interesse

in de teelt van een nieuwe gewas.

Zij kunnen een rendement verwachten

dat vergelijkbaar is met zomertarwe of

gerst. Binnen het bouwplan geeft soja,

als extensieve vrucht, de grond rust.

inzaaien gebeurt eind april en de oogst

is aan het einde van de zomer.

soJA PooL

agrifirm plant begint in 2014 met

een soja pool. Bij de start van de teelt

tekenen de deelnemers hiervoor een

contract, met de voorwaarden voor

de afname van soja. afzet van soja

vindt plaats in de periode van

De eerste Agrifirm praktijktest met soja is succesvol afgerond. in 2013 werd

verspreid over Nederland soja geteeld, met goede resultaten. Daarom gaan veel

ondernemers nu soja testen op het eigen bedrijf. Agrifirm Plant ondersteunt met

teeltadvies en het opzetten van een soja pool.

AANMeLDeN

Voor de praktijktest met soja zoekt

agrifirm in 2014 telers die op een

akkerbouwmatige wijze soja gaan

verbouwen. Volgt u nieuwe ontwikke-

lingen op de voet? En heeft u interesse

om aan dit innovatieve project deel te

nemen? De specialisten van agrifirm

plant begeleiden u hier graag bij.

Meld u vóór 9 april 2014 aan bij uw

specialist of bel naar de afdeling

Verkoopondersteuning agrifirm plant

via (088) 488 12 10.

plant

> Specialist Gert Brommer tijdens de eerste praktijktest.

Page 13: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 13

De telers van duurzame brouwgerst

timmeren niet alleen qua productie

stevig aan de weg. Er worden regelma-

tig bijeenkomsten georganiseerd waar

betrokkenen en belangstellenden een

kijkje krijgen in de complete gerst-

mout-bier-keten. Door kennis te delen

groeit het draagvlak voor het telen,

verwerken en vermarkten van duur-

zame brouwgerst.

“Met ons voorkoopordersysteem weten

we grotendeels wanneer de telers welke

gewasbeschermingsmiddelen willen.

Door weersinvloeden kan het gewenste

aflevermoment wijzigen. We kunnen

daar flexibel op inspelen dankzij het

voorkoopordersysteem, onze drie

distributiecentra en de samenwerking

met Van den anker, een gespecialiseerde

logistieke dienstverlener.”

PRoFessioNALiseRiNG

“We leveren circa 10% van de gewas-

beschermingsmiddelen via onze distri-

butiecentra in Hoogezand, Langeweg

en Emmeloord.” Voor de overige 90%

LeReN KeNNeN

De ketenpartners leren van elkaar. Tijdens

werkbezoeken be spreken ze onder-

werpen als rassen keuze, ziektes en

bemestingsstrate gieën. Ook de verwerk-

baarheid van brouwgerst in de mouterij

en de invloed van het oogstproduct op

het eindresultaat zijn leerzame onder-

werpen. Zo leren de be trokkenen elkaar

kennen en oog krijgen voor elkaars

van de leveringen heeft agrifirm plant

een exclusief samenwerkingsverband

met Van den anker uit Son. Dit bedrijf is

toegespitst op de distributie van onder

andere gewasbeschermingsmiddelen.

“Van den anker investeerde voor ons

flink in een automatische ordersorteer-

machine. Dit systeem werkt secuur en

efficiënt.” Wanneer een teler met spoed

iets nodig heeft, maakt agrifirm plant

haar motto waar. “als het nodig is, leveren

we binnen drie uur overal in nederland.”

eMMeLooRD

Het distributiecentrum in Emmeloord

is onlangs gemoderniseerd en gepro-

omstandigheden in de keten. Een

mooie basis om samen te werken aan

thema’s als duurzaamheid en verbeteren

van rendement. Het project loopt van

oogst 2012 t/m oogst 2014. Het doel

is dat de keten opschaalt naar de ver-

werking van 10.000 ton duur zame

brouwgerst in 2014.

fessionaliseerd voor zowel uitgifte van

gewasbeschermingsmiddelen als voor

zaai zaden. “De vestiging Emmeloord is

nu compacter ingericht. Door de kortere

looplijnen kunnen medewerkers efficiën-

ter werken. goedkoper functioneren,

betekent in een coöperatie voordeel voor

de leden. Voor zaaizaden bijvoorbeeld

is de verwerkingscapaciteit nu zo inge-

richt dat we hoge pieken uitstekend

kunnen opvangen en in kort tijdsbestek

kunnen leveren ‘just in time’. Dit betekent

in praktijk dat er in de drukke periode

20 vrachtauto’s per dag de weg op

kunnen om klanten in het hele land

van zaai zaden te voorzien.”

Brouwgersttelers die werken volgens het Veld leeuwerik-programma

voor duurzame teelt liggen op koers. in het tweede jaar van het

ketenproject leverden zij 8000 ton duurzame gerst aan ketenpartners

Heineken, Holland Malt en Agrifirm Plant. Dit is goed voor zo’n

375.000 hectoliter bier.

Bij Agrifirm Plant speelt de logistiek van gewasbeschermingsmiddelen een belangrijke

rol. “ons motto is: efficiënt als het kan, spoed als het moet”, vertelt Vincent Roelofs,

manager vestigingen en logistiek.

Keten duurzame brouwgerst ligt op koers

Snelle en efficiënte levering

Telersbijeenkomst bij Holland Malt. >

Page 14: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 20141414

Veiligheid gewas beschermings -middelen staat voorop

van rendement door kennis en het ver-

beteren van veiligheid en duurzaamheid.”

BRUGFUNCTie

Cebeco agrochemie is een inkoop-

kennis-organisatie, die de brug vormt

tussen leveranciers en de twee coöpe-

raties die aandeelhouder zijn van

Cebeco agrochemie, waarvan agrifirm

plant er een is. “Cebeco agrochemie

heeft één landelijke dekking, wat ons

aantrekkelijk maakt voor leveranciers.

in nederland worden veel aardappels

en uien geteeld, maar wereldwijd zijn

dit kleine gewassen. Ontwikkeling van

middelen vraagt hoge investeringen.

producenten wegen de kosten en baten

tegen elkaar af. Voor de kleine gewassen

“Onze teeltspecialisten weten goed

wat er speelt, doordat ze continu in

gesprek zijn met telers uit alle sectoren.

De telers krijgen gedegen advies en

omgekeerd is de informatie van de

teeltspecialisten van grote waarde voor

agrifirm plant en Cebeco agrochemie”,

legt Venhuizen uit. “informatie uit de

markt kan verder onderzoek naar de

meest optimale inzet van een gewas-

beschermingsmiddel wenselijk maken.

Op diverse proefvelden in nederland

testen en onderzoeken we bijvoorbeeld

hoe een gewas reageert op bescher-

mingsmiddelen, hoe we het residu in

het geoogste product kunnen verlagen

of waarmee we het rendement kunnen

verhogen. alles draait om vermeerderen

zijn de baten veel lager, waardoor de

interesse voor deze voor nederland

essentiële gewassen soms beperkt is.

Wij overleggen intensief om ook hier-

voor een voldoende breed en effectief

middelenpakket te behouden”, legt

Zwemer uit.

VeiLiGHeiD iN DRUKBeVoLKT NeDeRLAND

in nederland geldt strenge wetgeving

op het gebied van gewasbeschermings-

middelen. Zwemer vertelt hierover:

“nederland is een dichtbevolkt, water-

rijk en intensief telend land. Veiligheid

en volksgezondheid spelen daarom

een grote rol. na de ontdekking van

een werkzame stof volgt een jarenlang

proces van onderzoek om het juiste

en voor de praktijk toepasbare product

te ontwikkelen.” Venhuizen vult aan:

“De kennis van onze teeltspecialisten

draagt daar aan bij. na uitgebreide

toetsing wordt het gewasbescher-

mingsmiddel geregistreerd en toe-

gelaten. Bij juist gebruik van het middel

is veiligheid voor de consument en het

milieu gegarandeerd.”

plant

“wij hechten er aan om een goed breed middelenpakket beschikbaar te hebben”,

zegt Rinus Zwemer, directeur van Cebeco Agrochemie. Aaldrik Venhuizen, manager

Research & Development van Agrifirm Plant voegt toe: “Cebeco Agro chemie en

Agrifirm Plant streven samen naar veiligheid en duurzaamheid en het beste

resultaat voor onze telers.”

‘ Bij juist gebruik is veiligheid voor de consument gegarandeerd.’

Rinus Zwemer

Directeur Cebeco

agrochemie

Aaldrik Venhuizen

Manager Research

& Development

agrifirm plant

Page 15: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 15

feed

‘ Ondernemen in een glazen huis’

Communicatie belangrijk in bollenteelt

andere manier van onder scheiding in

de bollensector.”

PosiTieF NieUws

Kuper bevestigt dat communicatie

belangrijk is om meer begrip te krijgen

voor de bollensector. “Social media kan

ook voor deze sector een medium zijn

om positief in het nieuws te komen.”

Van der Heijden: “Dat begint wel met

duurzaam en veilig ondernemen. Ook

de agrifirm plant specialist kan hierin

een rol spelen. Bijvoorbeeld door sa-

men de kwaliteit van de verschillende

percelen in kaart te brengen. Met de

Veris Scan, een apparaat dat kaarten

maakt van onder andere de variatie

van pH en organische stof in de bo-

dem. agrifirm plant verwerkt dit tot

taakkaarten en daarmee kunnen we

nog plaats specifieker bemesten en

plaagbescherming toepassen. Dat kan

ons minder middelafhankelijk maken.

Dat is belangrijk, want we ondernemen

momenteel in een glazen huis.”

minimaal hetzelfde resultaat te halen.

Dit houdt in, dat er op onregelmatige

tijden een bespuiting wordt uitgevoerd.

Dit kan voor de omgeving de indruk ge-

ven dat er veel gespoten wordt, maar in

totaal wordt er minder middel gebruikt.

HART VooR oMGeViNG

“als telers begrijpen we dat omwonen-

den meer openheid willen. Door te

communiceren willen we duidelijk

maken waarom we bepaalde dingen

doen”, legt Van der Heijden uit. Om die

reden is er een gedragscode opgesteld

met tien belangrijke punten. “We zijn

een branche met hart voor het milieu

en voor onze omwonenden. in een

opleidingstraject onder leiding van een

communicatiespecialist, leren we dit

beter uit te dragen. Het zou in de toe-

komst kunnen leiden tot een label of

“Omwonenden vrezen voor hun ge-

zondheid. Met goede communicatie

kunnen we die ongerustheid weg-

nemen”, stelt Van der Heijden.

Hij teelt op zijn bedrijf in Vledder (Dr.)

op een oppervlakte van 40 hectare

voornamelijk lelies.

iMAGo

“Voor een hoge effectiviteit van spuiten,

werken telers met een uitgekiend spuit-

schema”, vertelt Hans Kuper, teamleider

Bloembollen bij agrifirm plant. De ver-

schillende middelen kennen een eigen

ideaal spuitmoment en worden volgens

een schema toegepast. Middelen die

onkruiden bestrijden werken bijvoorbeeld

vaak beter wanneer er nog geen of dunne

waslaag op het onkruid aanwezig is.

Dit geeft de mogelijkheid om bij

het spuiten met minder actieve stof

er is een discussie over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de

bollen sector. Volgens bloembollen kweker Hans van der Heijden is communicatie

en dialoog essentieel.

< Hans van der Heijden (r) in gesprek met Hans Kuper.

plant

Page 16: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 201416

Compleet weiden

Picto

Combi weiden

Compact weiden

‘ Actualiseren van kennis voor beter advies’

nieuw onderzoek asperges

tenveld in Rolde.” De veldjes in Rolde wor-

den volledig bemest, maar op verschillende

stroken worden al 60 jaar bepaalde ele-

menten zoals borium, koper, magne sium,

fosfaat, kali, stikstof en kalk weg gelaten.

“Deze proef geeft inzichten die nodig zijn

om asperges optimaal te kunnen blijven

telen. precisie bemesten is bijvoorbeeld

een mogelijke optie. Maar dan moet je aan

de plant kunnen zien en/of meten aan

welke elementen het gewas een gebrek

heeft. Bij asperges is dat vaak gissen.”

MoNiToRiNGssysTeeM

“Het ontwikkelen van een monitorings-

systeem behoort daarom ook tot de proef.

Door de planten nauwgezet te volgen zien

we hoe een bepaald elementengebrek op-

tisch zichtbaar wordt en welk effect dit

oPBReNGsT eN KwALiTeiT

“We willen aspergetelers nog beter

kunnen adviseren over de teelt van

kwantitatief en kwalitatief betere as-

perges”, vertelt Rolf van Dijck, specialist

akkerbouw en vollegrondsgroenten bij

agrifirm plant. “Om dit voor elkaar te

krijgen is meer kennis nodig over het

effect van bepaalde elementen op het

gewas en daarvoor gaan we twee jaar

lang asperges telen op het gebreksziek-

Een aspergeperceel gaat in de meeste

gevallen ruim tien jaar mee. De effec-

ten van nieuwe rassen of van een aan-

gepaste bemesting of mineralengift

zijn daardoor pas na vele jaren terug

te zien. De huidige teeltadviezen zijn

daarnaast gebaseerd op ruim 50 jaar

oude publicaties van onder andere

Wageningen UR. in de tussentijd is er

geen bemestingsonderzoek gedaan

en zijn adviezen niet aangepast.

op het gebreksziektenproefveld in Rolde (Dr.) voeren Agrifirm

Plant en veredelingsbedrijf Limgroup uit Horst aan de Maas

de komende twee jaar gezamenlijk onderzoek uit in asperges.

De resultaten van het onderzoek moeten leiden tot gerichtere

en betere bemestingsadviezen.

< Piet Beurskens van Limgroup (r) met Agrifirm Plant specialist Rolf van Dijck.

plant

Page 17: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 17

heeft op de groei”, legt piet Beurskens,

Sales Manager bij Limgroup, uit.

agrifirm plant zoekt bewust de samen-

werking met het Limburgse bedrijf,

dat wereldwijd een vooraanstaande

positie heeft in de ontwikkeling en

verkoop van (nieuwe) aspergerassen.

Enkele bekende rassen zijn onder

andere ‘Backlim’en ‘grolim’.

FiNANCieeL ResULTAAT

Van Dijck besluit: “Door middel van

dit onderzoek gaan we gebreken sneller

herkennen en onderscheiden en geven

we de teler handvatten om gericht

te bemesten. Uiteindelijk moet dit

resulteren in een langere levensduur,

hogere productie, betere kwaliteit en

dus een beter financieel resultaat.”

De laatste jaren neemt de wildschade enorm toe. Agrifirm Plant levert diverse

producten ter bescherming van het gewas en voor het verjagen van zowel vogels

als wild.

De ervaring leert dat het afwisselen van producten het meeste effect heeft. De

dieren worden daardoor in verwarring gebracht en blijven voor langere tijd weg.

Een knalapparaat, konijnennetten, geluidssystemen en diverse vliegers zijn leverbaar.

Speciaal voor het verjagen van ganzen en spreeuwen heeft agrifirm plant een

laserpen in het assortiment.

LAseRPeN

Schiphol werkt al vijf jaar met de laserpen. Deze groene laserbundel werkt goed tot een

daglichtsterkte van 15.000 lux. in het donker heeft de bundel een bereik van meer

dan 2.000 meter en kan daardoor vogels op grote afstand ver jagen. De dieren ervaren

de laserbundel als slaan met een stok en vluchten altijd direct wanneer zij de laserbun-

del zien. Bij regelmatig gebruik beschouwen de vogels het perceel als onveilig gebied.

De producten zijn te bestellen via Mijn Agrifirm Plant of vraag ernaar bij uw specialist.

De teelt van groenbemesters zorgt voor een goede structuur en een vruchtbare

bodem voor uw bloem bollenteelt. De juiste groenbemester legt de basis voor de

teelt van een gezonde bol.

Het gebruik van gecertificeerd zaaizaad is belangrijk, want dit zaad garandeert resis-

tenties tegen ziekten en plagen. Bovendien is het gebruik van niet-gecertificeerd

zaaizaad in nederland verboden.

wAT wANNeeR KieZeN?

Kies bij een risico op aantasting door Melodoigyne Chitwoodi of tabaks ratelvirus voor

een multiresistente bladrammenas. Uit onderzoek blijkt dat het bladrammenas ras

‘Contra’ meestal de hoogste reducties geeft van het Chitwoodi aaltje. Bovendien

is ‘Contra’ een van de weinige rassen die ook resistent is tegen Melodoigyne Hapla.

Bij een risico op aantasting door pratylenchus penetrans kan het beste wordengekozen

voor Japanse haver. Een mogelijk nadeel is dat Japanse haver een waardplant lijkt

te zijn voor het plamV virus. Daarom vermeerdert agrifirm plant haar zaaizaad van

de Japanse haver - ras ‘pratex’ - in regio’s waar geen plamV vectordruk aan wezig is.

Heeft u vragen over de juiste keuze van groenbemester of wilt u graag aaltjesadvies?

Neem dan contact op met uw specialist.

< Piet Beurskens van Limgroup (r) met Agrifirm Plant specialist Rolf van Dijck.

Bescherm gewas tegen wildschade

groenbemesters basis voor gezonde bollenteelt

plant

Page 18: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 201418

De keus om naar buiten te gaan, laat

Druif over aan zijn koeien. “in het wei-

deseizoen zetten we de staldeuren

open en via de weidebox kunnen de

dieren naar buiten,” vertelt de veehou-

der. “Weiden komt het beenwerk en de

klauwgezondheid van de koeien ten

goede. Voor ons meer werk, maar dat

betaalt zich terug in het plezier dat we

er aan hebben als de koeien buiten

lopen.” Met twee robots laat de bezet-

ting van ruim 90 koeien het ook toe om

te weiden. Toch ziet hij ook knelpunten.

“Je bent in grote mate afhankelijk van

het weer en ook de bemesting van het

land is een aandachtspunt.”

BeMesTiNG

De beweidingspercelen worden als

eerste bemest. De veehouder wint

advies over bemesting in bij Herman

Marsman, specialist Rundveehouderij

bij agrifirm Feed. Druif: “Voorheen ge-

bruikte ik op al mijn percelen dezelfde

kunstmest. ik denk er nu over om voor

de te beweiden percelen een andere

verhouding te gebruiken, met meer

ammonium en minder nitraat.” Mars-

man legt uit: “ammonium wordt heel

langzaam in nitraat omgezet. Vervol-

gens neemt de grasplant het gevormde

nitraat geleidelijk op. Hierdoor is de kans

op uitspoeling kleiner en is het veiliger

en gezonder voor het te weiden vee.”

sMAKeLiJKHeiD

De smakelijkheid van het gras is

volgens Druif de succesfactor om

weidegang te laten slagen. Hij doet er

Arnold Druif is overtuigd beweider. samen met zijn vrouw en vader runt hij een melkveebedrijf in

het Noord-Hollandse Midwoud. “weidegang is altijd onderdeel van onze bedrijfs voering geweest

en dat wil ik graag zo houden.” De komst van de melkrobot op zijn bedrijf weerhoudt

hem er dan ook niet van zijn koeien te blijven weiden.

‘ Smakelijk gras is succesfactor’

Beweiden in combinatie met melkrobot

‘ Weiden is goed voor het beenwerk en de klauwgezondheid.’

feed

Page 19: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 19

Arnold Druif (r) met specialist Herman Marsman.

alles aan om zijn gras zo smakelijk

mogelijk te houden. “Tijdig inscharen

om groeitrappen te krijgen is de uit -

daging. Dit betekent dat de koeien in

het voorjaar niet te laat naar buiten

moeten”, vertelt Druif. Daarnaast ziet

hij het moment van maaien als

belangrijk onderdeel. “Dit doen we

ten dienste van het beweiden. Dat

betekent bijvoorbeeld dat we grasbos-

sen met de grasmaaier maaien en niet

met de weilandbloter. Hoe weinig het

ook is, het gemaaide gras harken we

bij elkaar om er vervolgens één of twee

balen van te laten maken. Zo houden

we het grasland zo schoon en smakelijk

mogelijk.”

GeLeiDeLiJKe oVeRGANG

Tot slot vindt Druif geleidelijke over-

gangen belangrijk. “Dat begint al bij het

weiden van het jongvee. De drachtige

dieren doen we dag en nacht naar bui-

ten. Zo leren ze te weiden voordat ze

in het melkgevende koppel komen.”

Verder doelt Druif met de geleidelijke

overgang op het rantsoen. “De koeien

halen een groot deel van het rantsoen

op stal. Er moet dus niet alleen smake-

lijk gras in de wei zijn, maar ook kwali-

tatief goed voer voor het voerhek lig-

gen. Zo houden we onze koeien gezond.

En gezonde koeien geven goed melk.”

BeDRiJFsGeGeVeNs

Firma A. en s. Druif

oMVANG

97 melkkoeien, 60 stuks jongvee,

56 ha grond, waarvan 22 ha huis-

perceel voor weidegang.

305-DAGeNPRoDUCTie

9.200 kg, 4,46% vet en 3,45% eiwit

in de praktijk kan er een groot verschil zijn tussen het berekende en het

verteerde rantsoen, waardoor het optimale resultaat niet wordt behaald.

De specialist Vleesveehouderij van agrifirm zet gRip in om dit verschil te

beperken. Met als resultaat een gezonde pens, vitale kalveren en meer

rendement.

oNDeRsTeUNiNG BiJ ieDeRe sTAP

Voor elk van de 5 stappen van het rantsoen heeft agrifirm Feed kennis en

hulpmiddelen beschikbaar. Onder andere de volgende hulpmiddelen dragen

bij aan een betere pensgezondheid en dus een hogere groei.

> rantsoenberekening met BufferZuurBalans

> laadlijsten

> schudbox

> mestzeef

Kijk voor meer informatie op www.agrifirm.com/grip

nieuw concept voor vleesvee: gRip

Berekend rantsoen

geladen rantsoen

gevoerde rantsoen

Opgenomen rantsoen

Verteerde rantsoen

1 2 3 4 5

> feed

Groei, Rantsoen, inzicht en Pens. Dat staat centraal in het nieuwe vlees-

veeconcept GRiP. Het rantsoen bestaat uit vijf stappen.

Page 20: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 201420

De koppels in de vleesvarkenshokken

zijn nagenoeg allemaal broers en

zussen. De tomen blijven bij elkaar

vanaf de eerste week in het kraamhok

tot aan het eind. Ook al zijn de groepen

niet allemaal even groot, er wordt na

de eerste week niet meer overgelegd,

vertelt varkenshouder antoon Schou-

ten. “We willen zo weinig mogelijk

mengen. De eerste 24 uur doen we

dat sowieso niet, want de biggen

moeten biest van hun eigen moeder

hebben gehad. alleen als een toom

te groot is voor één zeug, leggen we

biggen over naar een andere toom.”

Het is een maatregel om de gezond-

heid van de varkens te verbeteren en

het antibioticagebruik te verminderen.

“Mengen van dieren veroorzaakt stress

en risico’s op het overdragen van ziek-

tekiemen van het ene koppel op de

andere”, legt de varkenshouder uit.

GesLoTeN BeDRiJF

antoon Schouten heeft samen met

zijn vrouw Wilma een gesloten bedrijf

met akkerbouw (om CCM te verbouwen)

in Schijndel (noord-Brabant). Hun var-

kensstapel bestaat uit 300 zeugen en

2.500 vleesvarkens. Het bedrijf is

volledig gesloten, ze fokken hun eigen

zeugen en de biggen blijven op dit

bedrijf tot ze worden afgeleverd als

vleesvarken.

PRoJeCT ANTiBioTiCAGeBRUiK

Schouten werkt met een strak toom-

management sinds hij heeft mee-

gedaan aan een project voor verlaging

van antibioticagebruik. Dat was op

initiatief van Keten Duurzaam Varkens-

vlees (KDV), de afzetorganisatie waarbij

hij aangesloten is. in dit project is ook

gekeken naar andere maatregelen, op

gebied van klimaat, voeding en drink-

water. Het bij elkaar houden van de to-

men past goed op dit bedrijf. Schouten

heeft kraamopfokhokken. na het spe-

nen wordt de zeug verplaatst en blijven

de biggen in het kraamopfokhok.

sPeeNDiP KLeiNeR

Specialist Varkenshouderij Jan van acht

van agrifirm ziet ook voordelen in de

voeding. “De speendip is veel kleiner,

omdat er minder stressfactoren zijn

rond het spenen. De zeug en de melk

vallen weg, maar voor de rest blijft al-

les hetzelfde voor de biggen: de omge-

Arbeidsefficiëntie en een zeer laag antibioticagebruik kunnen

prima samen gaan. Dat blijkt uit de ervaringen van varkens-

houder Antoon schouten in schijndel. “Alleen al omdat het

je werk een stuk leuker maakt, is het de investering waard.”

Minder stress en nauwelijks antibiotica

Strak toommanagement

feed

Page 21: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 21

< Antoon Schouten (r) en Jan van Acht in een kraamopfokafdeling.

goed mogelijk te benutten. Zo hanteert

antoon een tweeweken-systeem. Hij

insemineert eens in de 14 dagen, in

plaats van elke week.

sPRiNGLeVeND

De maatregelen om het antibiotica-

gebruik te verminderen hebben op dit

bedrijf een spectaculair effect gehad.

De dierdagdosering is gedaald tot 0,2

voor de vleesvarkens. Bij de zeugen tot

minder dan 2. “Dat wil niet zeggen dat

we helemaal geen gezondheidskosten

meer hebben”, relativeert Schouten.

“We voeren bij voorbeeld wel een extra

enting uit.” Jan van acht ziet ook voor-

delen in de voerbenutting en de kwali-

teit. “als een dier ziek is geweest, zie je

een dip in de groei. Die wordt later wel

gecompenseerd, maar het gaat altijd ten

koste van de voeder conversie en de clas-

sificatie.” Voor de varkenshouder is het

duidelijk dat investeren in vermindering

van antibiotica loont. “alleen al omdat

het je werk een stuk leuker maakt.

antibiotica gebruik je als er gezond-

heidsproblemen zijn. als alles spring-

levend is, loop je toch met veel meer

plezier door het hok!”

Meer weten over het bedrijf van

Antoon Schouten? Kijk dan op

www.varkenshouderijschouten.nl

in de voeding van de biggen op het bedrijf van Schouten spelen air Line®-voeders een

belangrijke rol: air Line® Speen, air Line® [2.0] Big en – aan het einde van de opfok

air Line® [2.0] Start. Deze voeders hebben een hoge energiewaarde en bevatten de

juiste aminozuurverhoudingen. Door het gebruik van deze geconcentreerde voeders

hebben de biggen gedurende de opfok relatief weinig voer nodig. (25,7 kg, voor

een big van 25 kg).

Wanneer de biggen worden verplaatst naar de vleesvarkensstal worden alle biggen

gewogen om ze ook hier op timaal te kunnen voeren. De vlees varkens krijgen brijvoer.

in een hoogenergetisch rantsoen verwerkt hij enkelvoudige grondstoffen als tarwe

en soja, een eiwitrijk bijproduct (tarwegistconcentraat), energierijke bijproducten

(Bondamix en Bivamix) en aardappelstoomschillen. Ook bevat de brij een voor-

mengsel van tarwe zetmeel en CCM. in de rantsoen optimalisatie wordt tevens

rekening gehouden met de stabiliteit van de brij (Solide index).

Resultaten

Gespeende biggen

> leeftijd in dagen bij opleg 64

> gemiddelde levensgroei / dag 368

> kg voerverbruik bij 25kg 25,7

Vleesvarkens (beren en gelten)

> uitval 1,1%

> gemiddelde groei / dag 820

> spierdikte 64,9

> spekdikte 13,4

> voerconversie 2,33

air Line® voor de biggen, brijvoer voor varkens

ving, de voerbak en hun toomgenoten.”

Het systeem is relatief duur, omdat een

bedrijf meer kostbare kraamhokken

nodig heeft. “We hebben puur vanwege

de arbeid hiervoor gekozen. Je hebt

minder verplaatsingen en je hoeft minder

vaak hokken schoon te maken”, aldus

Schouten. “We zijn met z’n tweeën, we

moeten het zo efficiënt mogelijk doen.”

Schouten heeft in zijn bedrijfsvoering

meer keuzes gemaakt om de arbeid zo

feed

Page 22: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 201422

“Mijn ouders hebben altijd van agrifirm

gevoerd en tot drie koppels terug heb-

ben we dat zo gehouden. Toen zijn we

overgeschakeld naar een andere voer-

leverancier, maar het eiwitgehalte in

het voer was hoog en ook kregen we te

maken met darmontstekingen”, vertelt

Reefman. “Op een gegeven moment

kwam ik een filmpje van de gezond-

heidsdienst voor dieren tegen over

VigOR. na verder geïnformeerd te

hebben, besloten we terug te gaan

naar agrifirm.”

LAGeRe VoeRoPNAMe

“We hebben het koppel opgestart met

legstart en vervolgens VigOR toege-

voegd aan het kernvoer”, legt Reefman

uit. Sindsdien ziet hij duidelijke verschil-

len met voorgaande koppels. “Dit koppel

neemt, bij betere resultaten, gemiddeld

118 gram voer per dag op, terwijl we

eerder op 122 gram zaten. De kippen

doen het super en het scheelt gewoon-

weg voerkosten.” Herman Timmerman,

specialist Legpluimveehouderij bij

agrifirm Feed: “De lagere voeder-

conversie geeft het positieve effect

op de vertering aan, wat ook uit onder-

zoeksresultaten naar voren is gekomen.

De verteerbaarheid van eiwitten en

vetten is hoger dan bij standaardvoer.”

GeZoNDe DARMeN

goede vertering en gezonde darmen

gaan hand in hand. “We hebben één

keer een koppel gehad met chronische

darmontsteking, dat willen we niet

weer”, aldus Reefman. “De resultaten

die ons met VigOR zijn beloofd, zien

we nu gelukkig ook in onze eigen stal

terug.” De goede darmgezondheid zorgt

voor een sterke kip. Maar ook wat be-

treft de mest ziet Reefman duidelijk

verschil. “Het is nu stapelbaar”, lacht hij.

“Voorheen hadden we vanwege de lage

Pluimveehouders Bertus en Henriëtte

Reefman runnen in Bruchterveld (ov.)

een legpluimveebedrijf met 20.000

Lohmann Brown hennen. De introductie

van ViGoR was voor hen reden om

opnieuw van Agrifirm Feed te gaan

voeren.

kwaliteit nog wel eens afzetproblemen

met de mest. nu hebben we juist lagere

afvoerkosten.”

VeRwACHTiNGeN UiTGeKoMeN

Op de vraag of hij volgend koppel weer

VigOR gaat voeren, heeft Reefman geen

bedenktijd nodig. “Ja, onze verwachtin-

gen zijn uitgekomen. Hoewel we ons

realiseren dat het technisch resultaat

niet alleen afhankelijk is van het voer,

heeft het voor ons heel goed uitgepakt.

Het voer mag dan misschien iets duur-

der zijn, maar met een sterke hen, lagere

voeropname en betere kwaliteit mest

verdienen we dat snel terug.”

< Bertus en Henriëtte Reefman.

BeDRiJFsGeGeVeNs

Bertus & Henriëtte Reefman

Leeftijd hennen: 74 weken

aantal eieren p.o.h.: 342

Uitval legperiode: 2,8%

Voederconversie: 2,19

‘ We zien het beloofde effect terug in de stal’

Betere vertering met VigOR

feed

Page 23: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes april 2014 23

Uitgangspunt van Line-Up is het ver-

schillende groeipatroon van hennen en

hanen in de vleeskuikenstal. “De stan-

daard voeders zijn afgestemd op de

behoefte van hanen, waardoor hennen

de nutriënten niet optimaal benutten”,

legt verkoopleider andré Denekamp uit.

“Met Line-Up worden hennen en hanen

in dezelfde stal gescheiden gehuisvest

en gevoerd. Daardoor kan met hennen-

en hanenvoeders worden gewerkt.”

HeT CoNCePT

Een oplierbare afzetting deelt de stal in

tweeën. De kuikens worden gesekst en

gescheiden opgezet. in de eerste weken

krijgen de hennen en hanen hetzelfde

voer, daarna worden twee verschillende

voersoorten en voerregimes toegepast.

Denekamp: “De kuikens worden in drie

keer afgeleverd, waardoor drie keer naar

de maximale bezettingsgraad wordt

toegewerkt. De hanen blijven tot het

einde van de ronde in de stal. De hennen

worden op twee momenten tussentijds

afgeleverd.” Op 35 dagen wordt een der-

de van de hennen af geleverd op 1.800

gram, op 39 dagen de overige hennen

op 2.100 gram. Daarna krijgen de hanen

de beschikking over de hele stal om door

te groeien tot ruim 3 kilo op 45 dagen.

“Hierdoor is de stalbezetting optimaal

en kunnen we de hogere groeipotentie

en voer efficiëntie van de hanen optimaal

benutten.”

VooRDeLeN

Door de inzet van een speciaal hennen-

voer is de nutriëntenbenutting beter

en is een lagere water/voerverhouding

mogelijk. Dit zorgt samen voor droger

strooisel, waardoor minder voetzool-

laesies voorkomen. Dit is beter voor het

welzijn en de gezondheid. Daarnaast

zorgt gescheiden voeren voor unifor-

mere kuikens en efficiëntere groei.

“in combinatie met de optimale stal-

bezetting levert dat een beter rende-

ment op. Bij een bedrijfsomvang

van 5.000 m2 kan het saldovoordeel

oplopen tot €4 per m2”, rekent Denekamp

uit. “Bij deze bedrijfsomvang is de

investering in de afscheiding en het

gescheiden voersysteem in minder

dan twee jaar terug te verdienen.”

VeeL BeLANGsTeLLiNG

Line-Up is ontwikkeld door het agrifirm

innovation Center in samenwerking

met agrifirm Feed en uitgebreid getest

Beter resultaat met scheiden hennen en hanen

op researchfarm Laverdonk en enkele

praktijkbedrijven. “Drie bedrijven heb-

ben nu anderhalf jaar ervaring met het

concept, één bedrijf al meer dan drie

jaar”, vertelt Denekamp. “Zij zijn erg

enthousiast. Over de hogere efficiëntie,

maar ook over het werkplezier. Ze vin-

den het geweldig om met de mooie,

grote hanen te werken.” Het concept

is geïntroduceerd tijdens de agrifirm

Ledendagen en de LiV Venray. “Er is

veel belangstelling, zowel vanuit de

media als vanuit de sector. Meerdere

vlees kuikenhouders hebben serieus

interesse in het systeem.”

Hennen en hanen hebben verschillende voerbehoeftes. Agrifirm

speelt hier als eerste op in met het concept Line-Up, waarbij hennen en hanen

gescheiden worden gehuisvest in dezelfde stal. Dit zorgt voor gezondere en

uniformere kuikens, minder voet zoolproblemen en een hoger rendement.

< Bertus en Henriëtte Reefman.

> Line­Up werd gelanceerd tijdens de LIV Venray.

Line-Up uniek vleespluim vee concept

feed

Page 24: Schakel in Succes nr. 2 – april 2014

schakel in succes is het relatiemagazine van agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie afdeling Communicatie agrifirm ([email protected]) Fotografie Marcel Bekken, albert Brunsting, Fotostudio Wick natzijl, Ronald van den Heerik, iStockphoto, Marnix Klooster, Wim Roefs, Van assendelft Fotografie en agrifirm Concept en realisatie JEEn bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel

issN 2211-5811

colofon

Samenspel Luuk Bouwers heeft 1.220 vleesvarkens en een akkerbouwbedrijf met 100 ha grond. in 2001 liet hij een nieuwe stal bouwen voor

scharrelvarkens. omdat de afzet van de scharrelvarkens stagneerde, besloot hij na een aantal jaar over te stappen op reguliere

varkenshouderij. Gangbare varkens houden in een scharrelschuur viel niet mee, daarom vielen de technische resultaten tegen.

sinds 2001 werkt Bouwers aan het optimaliseren van de stal. De stijgende lijn werd versterkt voortgezet toen specialist Marcel Plijner

4 jaar geleden op het bedrijf kwam. De biggenaankoop, het gebouw, het ventilatiesysteem en de voerkeuze: alles werd aangepast.

ook stapte Bouwers over op het Good Farming star concept. inmiddels liggen de technische resultaten op het gemiddelde landelijke

niveau. Het volgende gezamenlijke project: de voerschema’s optimaliseren zodat de resultaten binnenkort boven het landelijk

gemiddelde liggen.

“Luuk is een echte doorzetter die zijn bedrijf constant spiegelt aan andere bedrijven in de sector. Dat is goed,

want dat houdt ons beiden scherp.”

Marcel Plijner, specialist Varkenshouderij Agrifirm Feed

“ Marcel is enorm fanatiek in het analyseren van cijfers. Zijn uitgebreide analyses zijn erg waardevol voor ons bedrijf.”

Luuk Bouwers

varkenshouder en akkerbouwer in Zuidwolde