1
juni 2015
SBA ARBEIDSMARKTMONITOR
Apotheekbranche 2015
© Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA), Nieuwegein, juli 2015.
De SBA is uitvoeringsorganisatie van sociale partners in de branche openbare apotheken:
werkgevers (VZA en ASKA) en werknemers (FNV en CNV Zorg & Welzijn).
De SBA bevordert de kwaliteit en continuïteit van het apotheekteam van de openbare apotheek.
Voor meer informatie, zie www.sbaweb.nl
Aan de in deze uitgave opgenomen informatie kunnen geen rechten worden ontleend. De Stichting Bedrijfsfonds Apotheken
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden van de in deze uitgave opgenomen informatie
en/of voor de gevolgen daarvan. Het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie komt voor eigen risico van de
gebruiker.
Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen
3
Voorwoord en leeswijzer
Met de SBA Arbeidsmarktmonitor brengt de Stichting Bedrijfsfonds
Apotheken de situatie op de arbeidsmarkt en het personeelsbeleid in de
openbare apotheek in kaart. In deze Arbeidsmarktmonitor wordt met
branche dus alle openbare apotheken bedoeld. De vorige edities zijn door
externe partijen in opdracht van de SBA verzorgd. Dit onderzoek inclusief de
analyse voeren wij voortaan elk jaar zelf uit (voorheen om de twee jaar). De
arbeidsmarktmonitor vormt mede de basis voor landelijk beleid voor werk en
scholing binnen de branche.
In deze monitor hebben wij voor onze analyse geput uit diverse bestaande
onderzoeken en bestanden. De cijfers hebben over het algemeen betrekking
op de stand van zaken eind 2014. Waar mogelijk, is een vergelijking gemaakt
met de vorige arbeidsmarktmonitor van 2011-2012. Wanneer er geen
structurele of trendmatige veranderingen te zien zijn, is de presentatie van
tijdreeksen soms achterwege gelaten, om het overzichtelijk te houden.
Hoofdstuk 1 geeft algemene ontwikkelingen weer die invloed hebben op de
arbeidsmarkt en het personeelsbeleid van de openbare apotheek.
Hoofdstuk 2 toont de kenmerken van de openbare apotheek. Hoeveel
openbare apotheken zijn er? Wat zijn de kenmerken? Hoe is de ontwikkeling
van de functies in de openbare apotheek?
Hoofdstuk 3 laat een analyse zien van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Is het ziekteverzuim toegenomen binnen de openbare apotheekbranche?
Worden de vacatures snel vervuld?
Hoofdstuk 4 biedt informatie over de medewerkerstevredenheid en de
ervaren werkdruk.
Hoofdstuk 5 geeft een analyse van de inzet van deskundigheidsbevordering
binnen een apotheek. Hoeveel uren worden besteed aan nascholing?
Tot slot in hoofdstuk 6 een analyse van het onderwijs en de arbeidsmarkt.
Wat zijn de ontwikkelingen in de opleidingen apothekersassistent,
farmaceutisch consulent en operationeel manager? En zijn er voldoende
stageplekken?
4
Management samenvatting
Uit eerdere arbeidsmarktmonitoren is gebleken dat wetswijzigingen hebben
geleid tot een lagere groei van het aantal openbare apotheken en tot een
toenemende werkdruk. De afgelopen jaren hebben apotheken bovendien
gewerkt aan een efficiëntere bedrijfsvoering en meer samenwerking met
andere apotheken en 1e lijns zorgaanbieders. Ruim 77% van de apotheken
is aangesloten bij een formule of keten. Dit biedt inkoopvoordelen en een
sterkere onderhandelingspositie ten opzichte van zorgverzekeraars.
De beschreven ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een voorzichtige
positieve kanteling in de arbeidsmarkt. Uit deze SBA Arbeidsmarktmonitor
blijkt dat de werkgelegenheid weer iets aantrekt. Daarnaast blijkt dat
medewerkers in 2014 meer uren aan nascholing hebben besteed en dat het
aantal openbare apotheken met 5 is toegenomen ten opzichte van 2013.
Ook het ziekteverzuim van de apotheken aangesloten bij BLA is met 0,2%
gedaald.
Het aantal apothekersassistenten en uren vastgelegd in het contract
is het afgelopen jaar redelijk stabiel gebleven. Het aantal algemeen
ondersteunende medewerkers is in aantal het sterkst toegenomen. Kijkend
naar het arbeidscontract wordt er in alle functies meer uren gewerkt. De
leidinggevenden en bezorgers maken de meeste extra uren ten opzichte van
hun contract.
In de Cao worden er 15 verschillende functies beschreven. 94% van de
apotheken zet vijf of minder functies in. Een apotheek zet zelden 8 of meer
verschillende functies in.
Het aantal geplaatste vacatures is met 36% toegenomen. Het betreft voor
43% een vervangingsvraag en 37% een uitbreidingsvraag. In 2014 zijn er
772 apothekersassistenten ingestroomd in de branche, 244 zijn door middel
van doorstroom apothekersassistenten geworden en 921 assistenten zijn
uitgestroomd.
5
Management samenvatting
Uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek blijken apotheekmedewerkers
minder tevreden te zijn over de werkzaamheden die ze verrichten binnen de
apotheek. Daarentegen is 64% van de medewerkers wel tevreden over de
sfeer en samenwerking binnen de apotheek.
23% van de apotheekmedewerkers ervaart werkdruk. 15% van de
medewerkers vindt dat ze onvoldoende wordt geïnformeerd over het
gevoerde beleid en de strategie en 11% is niet tevreden over het gevoerde
personeelsmanagement binnen hun apotheek.
In 2014 zijn het aantal cursussen en het gemiddeld aantal studiebelastings-
uren per medewerker na jaren van daling weer iets toegenomen. Er is een
tendens merkbaar dat er meer behoefte is aan korte cursussen.
Het aantal studenten dat de opleiding tot apothekersassistent of
operationeel manager volgt, is al jaren redelijk stabiel. Het aantal instromers
in de studie Farmaceutisch consulent is aan het afnemen. Van de studenten
die hun diploma apothekersassistent hebben behaald, gaat 84% aan het
werk. Tijdens deze opleiding moet er stage worden gelopen. Het tekort aan
stageplaatsen is het afgelopen schooljaar beperkt gebleven tot 2% bij de
BOL-leerweg en 5% bij de BBL-leerweg.
Gelet op het aantal vacatures en aantal gediplomeerden, biedt de
arbeidsmarkt goede kansen voor starters. Er zijn meer vacatures dan kunnen
worden ingevuld door starters.
6
Inhoudsopgave
Voorwoord en leeswijzer 3
Management samenvatting 4
Inhoudsopgave 6
Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen 8
1.1 Inleiding 8
1.2 Demografische ontwikkelingen 8
1.3 Economische ontwikkelingen 8
1.4 Politieke en juridische ontwikkelingen 9
1.5 Sociale ontwikkelingen 10
1.6 Technologische ontwikkelingen 10
1.7 HR ontwikkelingen 10
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers 12
2.1 Aantal apotheken 12
2.2 Soorten apotheken 14
2.3 Grootte van de apotheek 15
2.4 Aantal apothekers 16
2.5 Aantal medewerkers per functie en in uren 16
2.6 Werkelijk gewerkte uren 18
2.7 Leeftijdsopbouw 19
2.8 Functiedifferentiatie 20
2.9 Financiële ontwikkelingen 21
2.10 Salarissen 21
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt 24
3.1 Vacatures 25
3.2 Ziekteverzuim 28
3.3 Mobiliteit op de arbeidsmarkt 29
7
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 4 HR- instrumenten en Cao Apotheken 33
4.1 Risico Inventarisatie & Evaluatie 33
4.2 Medewerkerstevredenheid 34
4.3 Werkdrukonderzoek 39
4.4 Arbeidsomstandigheden 40
4.5 Cao Apotheken 41
Hoofdstuk 5 Deskundigheidsbevordering 43
5.1 Nascholing (cursussen) 43
5.2 Aantal uren nascholing 44
5.3 KAOF 44
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46
6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs 46
6.2 Aantal studenten opleiding apothekersassistent 48
6.3 Regionale ontwikkelingen opleiding apothekersassistent 50
6.4 Vraag en aanbod op de stagemarkt 51
6.5 Opleiding Farmaceutisch consulent en operationeel manager 53
6.6 Aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt 54
Bijlage 1 Bronnenlijst 55
Bijlage 2 Verklarende woordenlijst 56
Bijlage 3 Methodologische verantwoording 58
8
Algemene ontwikkelingen
1.1 Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de algemene ontwikkelingen rondom de openbare
apotheek. Er vinden allerlei veranderingen plaats in de directe (macro-)
omgeving van de apotheek die invloed hebben op de bedrijfsvoering.
1.2 Demografische ontwikkelingen
De Nederlandse bevolking wordt gemiddeld steeds ouder. Op hogere leeftijd
komt het lijden aan meer dan één chronische ziekte, multimorbiditeit steeds
vaker voor. Bijna één op de drie 75-plussers heeft meer dan één chronische
ziekte. Ook het aantal welvaartsziekten neemt toe. Rekening houdend met
demografische en epidemiologische ontwikkelingen, is de schatting dat
het aantal ouderen van 65 jaar en ouder met multimorbiditeit in Nederland
toeneemt van circa 1 miljoen in 2008 tot 1,5 miljoen in 2020. Deze ouderen
blijven steeds langer thuis wonen en zullen dan ook een zwaarder beroep
doen op huisartsen en apotheken.1 De verwachting is dat het aantal
80-plussers van 650.000 in 2010 toeneemt tot 1.200.000 in 2030 (800.000 in
2020).
1.3 Economische ontwikkelingen
In 2014 besteedden de Nederlanders gezamenlijk 4.128 miljoen euro aan
geneesmiddelen via de openbare apotheek (zie ook paragraaf 2.9). Hiermee
zijn de uitgaven met 1% gestegen ten opzichte van 2013. Per hoofd van
de bevolking is dit € 245,- per jaar.2 Dit cijfer ligt flink lager dan het West-
Europese gemiddelde van € 385,-.
Ruim driekwart (75-80%) van de totale zorguitgaven wordt besteed aan 30%
van de patiënten lijdend aan chronische ziekten.
1 SCP.nl: raming aantal ouderen tot 20302 SFK.nl
1
Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen
9
1.4 Politieke en juridische ontwikkelingen
Afgelopen jaren zijn er veel wetswijzigingen doorgevoerd met vergaande
consequenties voor de financiële positie van de apotheken. Bijvoorbeeld
het preferentiebeleid, de vrije tarifering en de prestatiebekostiging.
Door deze wetswijzigingen hebben zorgverzekeraars een aanzienlijk
sterkere onderhandelingspositie gekregen ten opzichte van de apotheken.
Apotheken zijn noodgedwongen bezig om een efficiëntere bedrijfsvoering te
ontwikkelen. Door veranderingen als de invoering van het Landelijk Schakel
Punt (LSP) en het eerste uitgiftebeleid, is een duidelijke behoefte ontstaan
aan korte nascholingsbijeenkomsten met actuele thema’s (zie ook hoofdstuk
5: Deskundigheidsbevordering).
Decentralisatie zorg
Decentralisatie van de overheid heeft als gevolg dat de gemeenten meer
verantwoordelijkheden krijgen (Wet Maatschappelijke Ondersteuning),
waarbij er minder geld beschikbaar wordt gesteld. De meeste gemeenten
zetten in op zorg in de directe leefomgeving van de zorgvragers. Hierdoor
wordt de eerstelijnszorg steeds belangrijker. Voor de apotheek, een
onderdeel van de eerstelijnszorg betekent dit: veel meer samenwerking
zoeken met andere eerstelijnszorg organisaties.
Nieuw ontslagrecht
Het nieuwe ontslagrecht stelt apotheken voor nieuwe uitdagingen
in het personeelsbeleid. De wet geldt vanaf 1 juli 2015. Een van de
aspecten van deze wet is dat in plaats van na drie jaar de werknemer al
na twee jaar een vast contract moet worden aangeboden. De mogelijke
consequenties van deze nieuwe wetgeving zullen we volgen in komende SBA
Arbeidsmarktmonitoren.
Participatiewet
In de Participatiewet, ingegaan per 1 januari 2015, zijn de Wet Werk en
Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een deel van de
Wajong samengevoegd. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor het bieden
van ondersteuning aan mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.
Uitgangspunt is dat iedereen de kans krijgt om volwaardig mee te doen in de
samenleving. Hoeveel mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt
werkzaam zijn binnen de openbare apotheken is nog niet onderzocht. Dit
willen wij het komend jaar nader onderzoeken.
10
Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen
1.5 Sociale ontwikkelingen
Het ‘recht op zorg’ uit de verzorgingsstaat maakt plaats voor (beloning van)
individueel maatwerk als ondersteuning van de eigen regie. Dat leidt tot
meer aandacht voor het individu, wat past in deze maatschappij die steeds
individueler wordt ingericht. Burgers zullen zich in de nabije toekomst meer
bewust worden van de eigen verantwoordelijkheid voor hun (kwaliteit van)
leven. Deze algemene tendens geldt ook voor de zorg. De meerwaarde
van een zorgverlener blijkt steeds meer uit de ondersteuning en coaching
van de ‘eigen kracht’ van de patiënt. Maatwerk, persoonsgerichte zorg,
shared decision making, personalized medicine en ondersteuning van
zelfmanagement zijn daarbij van belang. Zo verschuift ook bij de apothekers
de focus van ziekte en zorg naar gedrag en gezondheid.3 Deze ontwikkeling
vraagt om een ander soort medewerker (zie ook hoofdstuk 6: Ontwikkelingen
in het onderwijs).
1.6 Technologische ontwikkelingen
Via mobiele technologie zal de patiënt allerlei apps krijgen om de compliance
en therapietrouw te verbeteren en de zelfstandigheid te vergroten.4 Dit heeft
invloed op de advies- en begeleidingstaken van de apotheek. Door inzet
van technologische ontwikkelingen als smart filling, central filling, baxteren
richten apotheken hun processen bovendien efficiënter in. In hoofdstuk 2,
paragraaf 2.5 wordt duidelijk dat deze ontwikkelingen niet direct ten koste
gaan van het aantal arbeidsplaatsen.
1.7 HR ontwikkelingen
De volgende ontwikkelingen zijn zichtbaar in het personeelsbeleid van de
apotheek:
• Strategische personeelsplanning; apotheken zien strategische
personeelsplanning steeds meer als onmisbaar instrument om te voldoen
aan de veranderende eisen die aan medewerkers en organisaties worden
gesteld. Een duidelijk beeld van het huidige en in de toekomst benodigde
personeelsbestand (zowel kwalitatief als kwantitatief) is essentieel om goed
te kunnen inspelen op belangrijke ontwikkelingen. Op basis hiervan kunnen
apotheken beleid vormen gericht op instroom, doorstroom en uitstroom
van personeel. Grote samenwerkingsverbanden zijn al begonnen om
werkzaamheden in te richten op taakniveau in plaats van op functieniveau
(zie ook hoofdstuk 4, HR-instrumenten en Cao Apotheken).
• Lean; een filosofie en vooral een manier van werken waarbij alles en iedereen
3 KNMP: Contouren Toekomstvisie Farmaceutische Zorg 2020.4 KNMP.nl; ‘Uitwerking van de Toekomstvisie Farmaceutische Patiëntenzorg 2020
11
Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen
in de onderneming zich richt op het creëren van waarden in alle processen
en het voorkomen van verspilling. Door de klant centraal te stellen, creëer
je maximale toegevoegde waarde voor de klant tegen minimale inspanning.
Hierdoor verbetert de kwaliteit en dalen de kosten. Als gevolg hiervan meet
men ook een hogere klanttevredenheid en voelt de medewerker zich meer
betrokken. Afgelopen jaren is er meer vraag naar nascholing over Lean
werken (zie ook hoofdstuk 5: Deskundigheidsbevordering).
• Duurzame inzetbaarheid; een thema dat vooral vanuit de overheid en sociale
partners wordt gepromoot. Duurzame inzet van medewerkers binnen de
apotheekbranche moet gestimuleerd worden. Motivatie, terugdringing van
psychosociale werkbelasting en goede begeleiding bij langer doorwerken zijn
belangrijke pijlers voor duurzame inzet van medewerkers binnen apotheken
(zie ook hoofdstuk 4: HR-instrumenten en Cao Apotheken).
12
Feiten en cijfers
2.1 Aantal apotheken
Het aantal apotheken nam na dalingen in de afgelopen twee jaar in 2014
weer licht toe. Deze toename komt in zijn geheel op het conto van de
poliklinisch apotheken, waarvan er 5 zijn bijgekomen.
Figuur 1 Aantal apotheken
Van de 403 gemeenten hebben 34 gemeenten in 2014 geen openbare
apotheek. Deze gemeenten bevinden zich voornamelijk in de noordelijke
provincies, Gelderland en in Zeeland. Dit ‘gemis’ wordt deels gecompenseerd
door een groter aantal apotheekhoudende huisartsen dan in de
Randstedelijke provincies. Van de steden heeft Amsterdam de meeste
apotheken (103), gevolgd door de gemeente Den Haag (88) en Rotterdam
(80) (zie figuur 2).5
5 Zorgatlas.nl: Aantal openbare apotheken per gemeente
2
13
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
Figuur 2 Spreiding apotheken in Nederland
14
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
2.2 Soorten apotheken
Het aantal openbare apotheken dat eigendom is van een keten, is al jaren vrij
constant. Met een lichte toename van 16 kwam dat in 2014 uit op 32% van
het totaal aantal apotheken.
Het aantal franchise-apotheken stijgt al enige jaren veel sterker. Het
aandeel van alle apotheken die als franchisenemer zijn aangesloten bij een
overkoepelende organisatie kwam eind 2014 uit op 45%. Dit bedroeg in 2011
nog 30% van het totaal aantal apotheken.
Het gezamenlijke aandeel van apotheken in eigendom van ketens en
franchise-apotheken bedraagt inmiddels 77%. Dit betekent dat het aantal
zelfstandige apotheken (niet onder franchise werkend) is afgenomen tot
23% (456 apotheken). Dit aantal daalt waarschijnlijk verder de komende
jaren. Een groot deel van deze zelfstandige apotheken sluit zich steeds vaker
aan bij samenwerkingsverbanden, zonder dat zij dit uiten naar het publiek.
Een apotheek aangesloten bij een samenwerkingsverband heeft meer
onderhandelingskracht tegenover de zorgverzekeraars dan een individuele
apotheek. Dit maakt de grens tussen zelfstandige apotheken en franchise-
apotheken steeds minder scherp.
Figuur 3 Soort apotheek
15
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
De aantallen dienstapotheken en poliklinische apotheken zijn in
onderstaande tabel weergegeven in verhouding tot gewone apotheken.
Hun aandeel is stabiel.
Tabel 1 Karakter apotheken
Karakter apotheek 2011 2012 2013 2014
% % % %
Zelfstandige apotheek 95 95 94 94
Poliklinische apotheek 3 3 4 4
Dienstapotheek 2 2 2 2
2.3 Grootte van de apotheek
Uit onderstaande tabel blijkt dat het aantal apotheken met meer dan 15
medewerkers de afgelopen twee jaar is toegenomen. Ook het aantal kleine
apotheken stijgt licht de afgelopen jaren. De groei van de kleine en grote
apotheken gaat met name ten koste van de apotheken met tussen de 9 en 15
medewerkers.
Tabel 2 Apotheekomvang
Omvang 2008 2010 2012 2014
% % % %
Klein (<9 medewerkers) 24 25 26 27
Middel (9-11 medewerkers) 22 22 21 19
Groot (12-15 medewerkers) 27 25 24 22
Zeer groot (> 15 medewerkers 28 28 28 32
16
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
2.4 Aantal apothekers
Het aantal apothekers is in 2014 weer iets gestegen. Dit komt met name door
de groei van het aantal tweede apothekers.
Tabel 3 Aantal apothekers
Aantallen 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Gevestigd Apotheker 1.980 1.997 1.981 1.974 1.979
Tweede apotheker 878 862 857 894 950
Totaal 2.858 2.859 2.838 2.868 2.929
De wijzigingen in de aantallen werkzame apothekers lijken per saldo beperkt,
maar de onderliggende aantallen van apothekers die van functie veranderen
zijn veel groter. Van alle apothekers die op 1 januari 2014 geregistreerd staan
als gevestigd apotheker6, zijn er een jaar later ongeveer 250 geen gevestigd
apotheker meer in dezelfde apotheek. Deze vrijgekomen posities zijn vooral
ingenomen door apothekers die daarvoor nog niet in dezelfde apotheek
werken. In 10% van de gevallen wordt een gevestigd apotheker opgevolgd
door een tweede apotheker die een jaar eerder al geregistreerd stond in
dezelfde apotheek. Tweede apothekers blijven in vrijwel gelijke mate als de
gevestigd apotheker verbonden aan dezelfde apotheek; bijna 90% van de
tweede apothekers is na een jaar nog steeds tweede apotheker in dezelfde
apotheek.
Nederland telt ongeveer 2.000 apothekers in loondienst.
2.5 Aantal medewerkers per functie en in uren
Het aantal apothekersassistenten is in 2014 redelijk vergelijkbaar ten opzichte
van 2013. Het aantal contract uren is redelijk stabiel ten opzichte van 2013
(tabel 5). Het aantal ondersteunende medewerkers zien we de afgelopen
jaren stijgen (9% toegenomen ten opzichte van 2013; tabel 4).
6 Artikel 61 van de Geneesmiddelenwet regelt dat er per apotheek altijd één apotheker moet zijn ingeschreven in het register van gevestigd apothekers.
17
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
Tabel 4 Aantal medewerkers
Medewerkers Aantal 2012 Aantal 2013 Aantal 2014
Apothekersassistent 14.544 14.489 14.515
Apothekersassistent coördinerend 220 209 197
Apothekersassistent kwaliteitszorg 127 128 127
Apothekersassistent fpz 114 92 86
Teamleider 159 165 175
Farmaceutisch consulent 130 101 121
Operationeel manager 171 172 174
Drogisterijmedewerker 198 199 190
Algemeen ondersteunend medewerker/BBL-er 8
2.752 2.906 3.159
Bezorger 1.568 1.620 1.625
Schoonmaker 523 504 500
Administratief secretarieel medewerker 227 232 222
Financieel administratief medewerker 192 190 171
Overig (werknemer oud A/B,nvt) 2.694 2.462 2.229
Totaal 23.619 23.469 23.491
07
Tabel 5 Gemiddelde contract uren per medewerker
Medewerkers Gemiddelde contract uren
2013
Gemiddelde contract uren
2014
Apothekersassistent 24 24
Apothekersassistent coördinerend 29 29
Apothekersassistent kwaliteitszorg 26 28
Apothekersassistent fpz 25 26
Teamleider 32 32
Farmaceutisch consulent 28 29
Operationeel manager 31 32
Drogisterijmedewerker 25 23
Algemeen ondersteunend medewerker/BBL’er 20 20
Bezorger 11 11
Schoonmaker 14 14
Administratief secretarieel medewerker 21 21
Financieel administratief medewerker 21 21
7 Een BBL-er is weliswaar een aparte functie in het functiehuis, maar wordt door PMA samengeteld bij de Alge-meen ondersteunende medewerker, aangezien beide functies in dezelfde functiegroep (salarisschaal 3) vallen.
18
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
2.6 Werkelijk gewerkte uren
Over het algemeen maken alle medewerkers van het apotheekteam meer
uren dan in hun arbeidscontract is vastgelegd (zie tabel 6).8 Leidinggevenden
en bezorgers maken de meeste extra uren ten opzichte van het contract. De
bezorger is gemiddeld een oudere werknemer (zie tabel 8) met een beperkt
aantal contracturen (zie tabel 5).
Tabel 6 Gemiddeld aantal overuren versus gemiddeld aantal contracturen 2014 9
Medewerkers
Gem
idd
eld
tev
eel
gew
erkt
e u
ren
p
er ja
ar
Gem
idd
eld
co
ntr
actu
ren
201
4 p
er w
eek
Ure
n o
p b
asis
va
n 4
6 w
eken
p
er ja
ar
Ver
ho
ud
ing
o
veru
ur
per
wee
k to
t co
ntr
act u
ur
per
wee
k
Uren Uren Uren/46 weken
%
Apothekersassistent 30,72 24,46 0,67 2,73%
Apothekersassistent coördinerend 38,37 29,35 0,83 2,84%
Apothekersassistent kwaliteitszorg 31,7 27,61 0,69 2,50%
Apothekersassistent fpz 28,25 25,67 0,61 2,39%
Teamleider 44,33 31,51 0,96 3,06%
Farmaceutisch consulent 25,46 29,32 0,55 1,89%
Operationeel manager 39,07 31,73 0,85 2,68%
Drogisterijmedewerker 17,58 23,03 0,38 1,66%
Algemeen ondersteunend medewerker/ BBL’er
30,27 20,06 0,66 3,28%
Bezorger 42,46 11,32 0,92 8,15%
Schoonmaker 13,82 14,01 0,30 2,14%
Administratief secretarieel medewerker 32,16 21,23 0,70 3,29%
Financieel administratief medewerker 20,22 20,64 0,44 2,13%
8 Bron: UiB, SBA9 Over 2013 zijn geen cijfers beschikbaar. Bron: PMA & UiB.
19
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
2.7 Leeftijdsopbouw
Het aantal jongeren is in alle functiecategorieën gedaald. Daarentegen is
het aantal medewerkers in de leeftijd van 25-35 jaar toegenomen. Voor het
overzicht zijn de gegevens in twee tabellen weergegeven. In tabel 7 is de
leeftijdsverdeling te zien van medewerkers in de functies apothekersassistent
(inclusief coördinerend, kwaliteitszorg, fpz), teamleider, farmaceutisch
consulent en operationeel manager. Tabel 8 laat de leeftijdsverdeling
zien van de functies drogisterijmedewerker, algemeen ondersteunend
medewerker, bezorger, schoonmaker, administratief secretarieel medewerker
en financieel medewerker. Bij de eerst groep is 2% mannelijk en bij de
tweede groep 27%. Dit komt met name doordat de bezorgers vaak van het
mannelijk geslacht zijn.
Tabel 7 Leeftijdsverdeling functies assistent t/m operationeel manager
Leeftijd Functiecategorie 2013
Functiecategorie 2013
Functiecategorie 2014
Functiecategorie 2014
Aantal % Aantal %
< 25 jaar 1.329 9 1.329 9
25 - 35 jaar 3.941 26 3.895 25
35- 45 jaar 4.302 28 4.263 28
45- 55 jaar 4.117 27 3.798 25
> 55 jaar 1.667 11 2.110 14
Totaal 15.356 100 15.395 100
aantal vrouw 15.081 98 15.113 98
aantal man 275 2 282 2
20
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
Tabel 8 Leeftijdsverdeling functies drogisterijmedewerker t/m financieel
administratief medewerker
Leeftijd Overige medewerkers 2013
Overige medewerkers 2013
Overige medewerkers 2014
Overige medewerkers 2014
Aantal % Aantal %
< 25 jaar 1.423 25 1.533 26
25 - 35 jaar 871 15 955 16
35- 45 jaar 793 14 772 13
45- 55 jaar 1.359 24 1.362 23
> 55 jaar 1.205 21 1.245 21
Totaal 5.651 100 5.867 100
aantal vrouw 4.119 73 4.320 74
aantal man 1.532 27 1.527 26
2.8 Functiedifferentiatie
In de Cao Apotheken is een verdeling vastgelegd van 15 mogelijke functies
binnen een apotheek (zie paragraaf 2.5). 96% van de apotheken gebruikt
maximaal 5 of minder functies (zie tabel 9). 87% van de grote apotheken
(> 15 medewerkers) gebruikt 5 of minder functies binnen de apotheek. Geen
enkele apotheek heeft meer dan acht functies.
Tabel 9 Toepassing aantal functies in een apotheek 10
Verschillende functies in een apotheek Verdeling
Aantal %
0 11
1 16
2 27
3 25
4 18
5 9
6 3
7 1
8-15 0
10 Alternatieve afhaalpunten met geen of andere medewerkers.
21
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
2.9 Financiële ontwikkelingen
Onderstaande grafiek toont de uitgaven aan farmaceutische zorg
in het basispakket via openbare apotheken (in mln €). De uitgaven
aan farmaceutische zorg zijn in 2014 op één jaar na de laagste van de
afgelopen 10 jaar. Vooral de overheveling van fertiliteitshormonen
naar het ziekenhuisbudget, lagere tariefinkomsten voor apothekers en
lagere geneesmiddelenprijzen door patentverloop zorgden voor de lage
uitgavenstijging van slechts 1,0%. De gemiddelde omzet per apotheek is
slechts 1% in 2014 gestegen (zie figuur 5).11
Figuur 4 Uitgaven aan farmaceutische zorg via openbare apotheken
2.10 Salarissen
Bijgaande tabel geeft het gemiddelde salaris per functie weer. Het
gemiddelde salaris valt bij alle functies in de hoogste twee treden van de
schaal. Dit betekent dat veel medewerkers niet meer groeien in salaris binnen
hun bestaande functie.
11 Bron: SFK.nl
22
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
Figuur 5 Gemiddelde omzet per openbare apotheek (*€ 1.000,- ) vergoed uit
het basispakket
Tabel 10 Gemiddeld salaris, gemiddelde schaal en trede per medewerker
(bij 36-urige werkweek )
Functies 2014
Gemiddelde salaris in € Schaal Trede
Apothekersassistent 2.530,49 6 8
Apothekersassistent coördinerend 2.874,55 7 9
Apothekersassistent kwaliteitszorg 2.893,86 7 9
Apothekersassistent fpz 2.867,55 7 9
Teamleider 3.225,57 8 9
Farmaceutisch consulent 2.964,53 8 7
Operationeel manager 3.604,93 9 9
Drogisterijmedewerker 2.067,15 4 6
Algemeen ondersteunend medewerker
1.921,07 3 6
Bezorger 1.947,61 3 6
Schoonmaker 1.864,73 2 7
Administratief secretarieel medewerker
2.344,72 5 9
Financieel administratief medewerker 2.632,21 6 9
23
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
De salarisschalen voor aa’s Cao Apotheken afgezet tegenover Cao Ziekenhuizen
De salarisschalen van de apothekersassistenten binnen de Cao Apotheken
hebben twee treden minder dan dezelfde salarisschalen in de Cao
Ziekenhuizen. Bij de Cao Ziekenhuizen kunnen apothekersassistenten dus
meer doorgroeien.
De secundaire arbeidsvoorwaarden buiten beschouwing gelaten, ontvangt
een apothekersassistent conform de Cao Apotheken een hoger salaris
in dezelfde trede dan conform de Cao ziekenhuizen. Het eindsalaris is
daarentegen hoger conform de Cao Ziekenhuizen.
Tabel 11 Salaris apothekersassistent binnen Cao Ziekenhuizen versus Cao apotheken
(brutobedragen per maand bij een werkweek van 36 uur)
Functie apothekersassistente
Cao Apotheken 2014Salarisschaal 6
Cao Ziekenhuizen 1 januari 2016Salarisschaal 40
Trede € €
0 1.921 1.821
1 1.992 1.935
2 2.067 2.066
3 2.144 2.195
4 2.224 2.251
5 2.307 2.317
6 2.393 2.378
7 2.482 2.442
8 2.575 2.505
9 2.671 2.567
10 - 2.631
11 - 2.695
24
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
De openbare apotheekbranche is met ruim 1.000 vacatures voor
apothekersassistenten in 2014 een kansrijke branche. Dit wordt bevestigd
door de rapportage ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018’ van
het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA)12.
Deze rapportage schetst een beeld van te verwachten
arbeidsmarktontwikkelingen, nu en op middellange termijn. Hieruit blijkt
dat binnen het mbo gezondheidszorg de vervangingsvraag naar mbo-
apothekersassistenten relatief hoog is met 8,5% (1.360 assistenten) ten
opzichte van 4,9% voor de gezondheidszorg in het algemeen. De verwachting
is dat afgestudeerden aan de opleiding Apothekersassistent goede
baankansen hebben. De reden van de relatief hoge vervangingsvraag is nog
onbekend. Dit wordt nader onderzocht.
De ontwikkelingen geschetst in hoofdstuk 1 laten zien dat er enerzijds
door technologische ontwikkelingen (ceteris paribus) meer ruimte komt
voor apothekersassistenten om farmaceutische zorg te leveren aan cliënten.
Anderzijds zal het werk van de apothekersassistent verbreden en verdiepen
door de toename van complexere zorgvragen, sociale ontwikkelingen en zorg
in de wijk. Hierdoor zal er voor de komende jaren geen sprake zijn van een
afnemende behoefte aan apothekersassistenten.
Dit derde hoofdstuk laat zien hoe vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
zich ontwikkelen, zowel landelijk als regionaal. De informatiebron hiervoor
is Apotheekwerk.nl, de vacaturebank voor apotheekmedewerkers.
Apotheekwerk.nl geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt; 85% van de vacatures voor apotheekmedewerkers is ook op
Apotheekwerk aangemeld. Dit geeft echter alleen een beeld van vacatures
die extern bekend worden gemaakt en niet van vacatures die zonder externe
publicatie worden ingevuld. Dit betekent dat de ontwikkelingen beschreven
in dit hoofdstuk indicatief zijn. In paragraaf 3.2 wordt het ziekteverzuim en in
12 De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), uitgekomen in december 2013
3
25
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
paragraaf 3.3 wordt tot slot de mobiliteit op de arbeidsmarkt (doorstroom en
de uitstroom van medewerkers) beschreven.
3.1 Vacatures
De vraag naar apothekersassistenten trekt aan. Op Apotheekwerk.nl,
de vacaturebank voor apotheekmedewerkers, is het aantal aangemelde
vacatures in 2014 toegenomen ten opzichte van 2013. In 2013 zijn in totaal
797 vacatures geplaatst; in 2014 is het aantal vacatures gestegen naar 1.084
(zie figuur 6). Het gaat vooral om vacatures voor apothekersassistenten
(88%).13
Figuur 6 Aantal aangemelde vacatures
Meeste vacatures betreffen een vervangingsvraag
Apotheken hebben verschillende redenen voor vacatures. Door vertrek
van medewerkers komen werkplekken vrij die zij opnieuw moeten invullen
(vervangingsvraag). Daarnaast kan een apotheek ruimte hebben om uren
uit te breiden (uitbreidingsvraag), waardoor nieuwe medewerkers worden
geworven. In 2014 betreft 43% van de vacatures een vervangingsvraag en
37% een uitbreidingsvraag.
13 Bron: Apotheekwerk.nl
26
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Figuur 7 Reden vacaturestelling
De vacatures worden vooral ingevuld door nieuw gediplomeerden,
herintreders en in mindere mate door switchers.14
Meeste vacatures bij zelfstandige apotheken
In 2013 en 2014 zijn de meeste vacatures geplaatst door zelfstandige
apotheken, gevolgd door ketens en vervolgens formules. Ketens en
formules vormen gezamenlijk zo’n 70% van de markt. Samen plaatsen zij
meer vacatures dan zelfstandige apotheken. Desalniettemin is het aandeel
vacatures geplaatst door zelfstandige apotheken aanzienlijk in verhouding
tot ketens en formules. Deze laatste twee kunnen bij het uitzetten van een
vacature naast Apotheekwerk.nl gebruik maken van corporate faciliteiten.
Het is dus aannemelijk dat zij naar verhouding minder gebruik maken van
Apotheekwerk.nl dan zelfstandige apotheken.15
14 Bron: Apotheekwerk15 Bron: Apotheekwerk
27
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Figuur 8 Vacatures naar soort apotheek (%)
In 2013 staan vacatures gemiddeld 100 dagen open. In 2014 is dit gedaald
naar 40 dagen. Dit lijkt er op te wijzen dat er voldoende aanbod is van
gekwalificeerd personeel.
Regionale verdeling vacatures
In figuur 9 is te zien hoe vacatures zijn verdeeld over de verschillende
provincies. De meeste vacatures zijn aangemeld in Brabant, Zuid-Holland,
Utrecht en Noord-Holland. Dit zijn de regio’s met de meeste vacatures per
jaar. Uit gegevens van het Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA)
blijkt dat dit de regio’s zijn waar de meeste apothekersassistenten aan het
werk zijn.16
16 Bron: PMA 2014
28
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Figuur 9 Aantal gemelde vacatures in 2014 verdeeld over provincies
Figuur 10 Aantal werkzame apothekersassistenten per provincie 2014
3.2 Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim binnen de openbare apotheekbranche daalt de afgelopen
jaren. In 2011 was het verzuim bij apotheken die niet bij het Brancheloket
Apotheken (BLA) zijn aangesloten nog 4,2%, terwijl dat in 2013 daalt naar
3,5%. De cijfers over 2014 zijn nog niet bekend.17
17 Bron: Arboned
29
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Tabel 12 Ziekteverzuim in de apotheekbranche
2011 2012 2013 2014
% % % %
Ziekteverzuim niet bij Brancheloket aangesloten apotheken
4,2 3,9 3,5 -
Ziekteverzuim BLA 4,1 3,8 3,3 3,1
Van de apotheken die zijn aangesloten bij het Brancheloket Apotheken zijn
de cijfers over 2014 wel bekend. Het algemeen ziekteverzuimpercentage bij
de ongeveer 600 aangesloten apotheken komt in 2014 uit op 3,1%. Dit is een
daling van 0,2% punten ten opzichte van het jaar ervoor (2013: 3,3%).
Het Brancheloket Apotheken is aanspreekpunt voor preventie, verzuim en
re-integratie. De belangrijkste doelstelling van het loket is het verzuim bij
de aangesloten apotheken te minimaliseren. De aangesloten apotheken zijn
alle zelfstandigen (ook franchise apotheken). De ketenapotheken zijn niet
aangesloten bij het loket en zijn eigenrisicodrager.
Het Brancheloket Apotheken is een samenwerkingsverband van ArboNed
(arbodienstverlening), Keerpunt (re-integratie) en de Amersfoortse
Verzekeringen (inkomensverzekering bij ziekte).
3.3 Mobiliteit op de arbeidsmarkt
De mobiliteit op de arbeidsmarkt is onder te verdelen in verschillende
stromen. Er is mobiliteit door apotheekmedewerkers die instromen in
openbare apotheek (instroom), die van functie veranderen (doorstroom) en
door medewerkers die de openbare apotheek verlaten (uitstroom).
Instroom
Meer dan 2.000 medewerkers stromen jaarlijks in. Dit zijn nieuwe
medewerkers die nog niet bij de openbare apotheek werkten, maar van
ergens anders (bv ziekenhuis) komen of bijvoorbeeld net-gediplomeerd
zijn. Ongeveer 20% bestaat uit herintreders, medewerkers die al eerder bij
de openbare apotheek hebben gewerkt, maar een (korte of lange) periode
elders of niet hebben gewerkt.
30
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Zoals blijkt uit onderstaande tabel.
Tabel 13 Instroom 18
Instroom in functies
Inst
roo
m
Inst
roo
m
her
intr
eder
s
Tota
al
Inst
roo
m
Inst
roo
m
her
intr
eder
s
Tota
al
2013 2013 2013 2014 2014 2014
Apothekersassistent 340 331 671 442 330 772
Apothekersassistent: Variant Coördinerend Apothekersassistent
0 0 0 0 1 1
Apothekersassistent: Variant Apothekers assistent kwaliteitszorg
0 0 0 0 0 0
Apothekersassistent: Variant Farmaceutische patiëntenzorg
1 0 1 0 0 0
Teamleider 1 2 3 5 4 9
Farmaceutisch consulent 0 3 3 16 3 19
Farmaceutisch manager 8 6 14 6 5 11
Drogisterijmedewerker 24 5 29 29 3 32
Algemeen ondersteunend medewerker/BBL
677 54 731 821 70 891
Bezorger 371 28 399 364 18 382
Schoonmaker 53 2 55 43 1 44
Administratief secretarieel medewerker 20 3 23 18 1 19
Financieel administratief medewerker 14 0 14 11 1 12
Overig 144 24 168 114 8 122
Totaal 1.653 458 2.111 1.869 445 2.314
18 Bron: PMA
31
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Doorstroom
Jaarlijks wisselen iets meer dan 400 medewerkers bij de openbare apotheek
van functie. Dit zijn met name de algemeen ondersteunend medewerkers die
apothekersassistent worden. Hieronder vallen ook de BBL-leerlingen, die zijn
ingeschaald als algemeen ondersteunend medewerker.
Tabel 14 Doorstroom
Doorstroom in functies interne instroom
interne uitstroom
interne instroom
interne uitstroom
2013 2013 2014 2014
Apothekersassistent 264 58 244 69
Apothekersassistent: Variant Coördinerend Apothekersassistent
9 7 12 11
Apothekersassistent: Variant Apothekersassistent kwaliteitszorg
5 3 10 5
Apothekersassistent: Variant Farmaceutische patiëntenzorg
0 20 5 5
Teamleider 11 4 18 6
Farmaceutisch consulent 11 28 15 7
Farmaceutisch manager 5 5 10 2
Drogisterijmedewerker 9 2 5 8
Algemeen ondersteunend medewerker/BBL
48 183 42 162
Bezorger 8 12 13 13
Schoonmaker 3 9 1 5
Administratief secretarieel medewerker 2 3 8 3
Financieel administratief medewerker 6 5 2 4
Overig 57 99 20 105
Totaal 438 438 405 405
32
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Uitstroom
Jaarlijks vertrekt 9% van het totaal aantal werkzame medewerkers uit
de openbare apotheek (uitstroom). Een klein deel hiervan (0,6%) zijn
medewerkers die vanwege pensionering hun dienstverband beëindigen. Het
grootste deel verlaat de openbare apotheek om andere nog nader uit te
zoeken redenen.
Tabel 15 Uitstroom
Uitstroom
Pen
sio
en
Ove
rig
Tota
al
Pen
sio
en
Ove
rig
Tota
al
2013 2013 2013 2014 2014 2014
Apothekersassistent 104 828 932 134 787 921
Apothekersassistent: Variant Coördinerend
3 10 13 5 9 14
Apothekersassistent: Variant kwaliteitszorg
0 1 1 1 5 6
Apothekersassistent: Variant FPZ 0 3 3 1 5 6
Teamleider 0 4 4 2 9 11
Farmaceutisch consulent 0 15 15 0 7 7
Farmaceutisch manager 1 12 13 0 17 17
Drogisterijmedewerker 1 34 35 0 38 38
Algemeen ondersteunend medewerker/BBL
4 438 442 4 514 518
Bezorger 1 342 343 0 377 377
Schoonmaker 6 62 68 2 42 44
Administratief secretarieel medewerker 3 14 17 0 34 34
Financieel administratief medewerker 2 15 17 1 28 29
Overig 14 344 358 8 262 270
Totaal 139 2.122 2.261 158 2.134 2.292
33
HRinstrumenten en Cao Apotheken
De arbeidsmarkt voor apotheekmedewerkers verandert, net als het werk
in de apotheken. Apotheekmedewerkers worden bijvoorbeeld geacht zich
proactiever op te stellen richting cliënten. Denk daarbij aan advisering
en verkoop van middelen in de vrije verkoop. Ook de samenstelling van
apotheekteams verandert: de teams vergrijzen en laten meer diversiteit
zien in leeftijd, culturele achtergrond en levensfasen. Bovendien moeten
medewerkers langer doorwerken tot hun pensioen.
Het wordt steeds belangrijker voor apotheken om inzetbaarheidsbeleid voor
medewerkers te ontwikkelen op basis van een bredere benadering. Dit is
noodzakelijk vanwege de snelle ontwikkelingen voor apotheken (wet- en
regelgeving, relatie zorgverzekeraars en apotheken) en daarmee samenhan-
gende veranderingen in hun bedrijfsvoering. Het inzetbaarheidsbeleid staat
echter nog niet bij alle apothekers even stevig op de agenda.
In dit hoofdstuk brengen wij de inzetbaarheid in beeld op basis van:
• de resultaten uit de Risico Inventarisatie & Evaluatie (paragraaf 4.1);
• het medewerkerstevredenheidsonderzoek (paragraaf 4.2);
• het werkdrukonderzoek (paragraaf 4.3);
• de stand van zaken rondom arbeidsomstandigheden (paragraaf 4.4);
• de Cao Apotheken (paragraaf 4.5).
4.1 Risico Inventarisatie & Evaluatie
De RI&E staat voor het wettelijk verplichte onderzoek en de schriftelijke
vastlegging van veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor medewerkers in een
apotheek. In een RI&E worden risico’s geïnventariseerd en de kans dat de
risico’s zich voordoen geëvalueerd. Ook de ernst van de eventuele gevolgen
staan erin beschreven. De RI&E vormt samen met een plan van aanpak een
belangrijk onderdeel van een goed Arbo- en ziekteverzuimbeleid.
De vijf belangrijkste risico’s binnen apotheken zijn (geclusterd) weergegeven
in tabel 16.19
19 Bron: Risico Inventarisatie en –Evaluatie Apotheken, Stichting Bedrijfsfonds Apotheken 2015
4
34
Tabel 16 De vijf belangrijkste risico’s binnen apotheken
Onderwerp Risico
1 Arbeids-omstandigheden
De apotheek heeft het beleid en doelstellingen rond arbeidsomstandigheden niet schriftelijk vastgelegd. Arbeidsomstandigheden zijn geen vast agendapunt op het werkoverleg
2 Preventie Medewerkers worden niet in de gelegenheid gesteld om een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) te ondergaan
3 Prikhandelingen Medewerkers zijn niet geschoold in het uitvoeren van zogenoemde prikhandelingen
4 Psychosociale Arbeidsbelasting
Medewerkers klagen over werkdruk, stress of bijbehorende gezondheidsproblemen
5 Agressie en geweld
Binnen de apotheek is geen periodieke evaluatie van het beleid op het gebied van agressie en geweld. Er is geen voorlichting, instructie en/of training over agressie en geweld aan medewerkers. Agressie- en geweldrisico’s worden niet in kaart gebracht.
Deze onderwerpen komen in de volgende paragrafen uitgebreider aan bod
4.2 Medewerkerstevredenheid
Met een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) brengt een apotheek
de verwachtingen, wensen en ervaringen van medewerkers in kaart aan de
hand van vooraf bepaalde onderwerpen. In deze paragraaf presenteren we
de resultaten van het MTO 2014 20. Aan dit onderzoek hebben 216 apotheken
meegedaan. De vragen van het MTO 2014 hadden betrekking op:
• de immateriële kant van het werk (werkzaamheden, communicatie en contact
met cliënten, sfeer en samenwerking, werkdruk);
• de faciliterende kant van het werk (beleid en strategie,
personeelsmanagement en leiderschap, arbeidsvoorwaarden).
Werkzaamheden
Uit het MTO blijken apotheekmedewerkers in 2014 ten opzichte van 2013
minder tevreden te zijn over de werkzaamheden die ze verrichten binnen
de apotheek. Er is meer nadruk komen te liggen op de frontoffice (met
name de balie) en minder op de backoffice. Het aantal taken neemt af of
wordt gesplitst in taken voor niveau 3- of niveau 4-opgeleide medewerkers.
Met name voor niveau 4-opgeleide medewerkers is het werk binnen de
apotheek steeds minder afwisselend. Een deel van de assistenten geeft aan
moeite te hebben om hele dagen achter de balie te staan. Meestal omdat
zij dit zwaarder werk vinden, zowel fysiek als geestelijk. Uit het MTO blijkt
dat dit niet moet worden onderschat: langdurig baliewerk vergroot de
20 Bron: Medewerkerstevredenheidsonderzoek Totaalrapport 2014, Zorg en Innovatiegroep 2015 voor apotheken
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
35
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
werkdrukbelasting, waardoor de kans op fouten toeneemt. De tevredenheid
van medewerkers over te verrichten baliewerkzaamheden is niet hoog (zie
figuur 11).
Figuur 11 Tevredenheid baliewerkzaamheden MTO 2014
Door taken in te roosteren met een duur van 2 uur, proberen apotheken
roulatie en afwisseling terug te brengen in het werk. Naarmate een
medewerker dezelfde functie langer uitoefent, neemt de tevredenheid met
de werkzaamheden toe.
Communicatie
68% van de apothekersassistenten is tevreden over de manier van
communiceren en het contact met cliënten. 57% van de apothekers-
assistenten is tevreden over het voeren van informatiegesprekken in een
aparte ruimte (zie figuur 12). 72% van de medewerkers vindt het tevens ook
belangrijk dat er aparte ruimtes zijn voor het voeren van deze gesprekken.
Figuur 12 Tevredenheid over het voeren van informatiegesprekken in een aparte ruimte
36
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
Deze aparte ruimtes ontbreken regelmatig binnen de apotheek. Dit beperkt
het professioneel handelen van de assistent. Naarmate een medewerker
ouder is en meer werkervaring heeft, neemt de tevredenheid over de
communicatie en het contact met cliënten toe.
Sfeer en samenwerking
64% van de apotheekmedewerkers is tevreden over de sfeer en
samenwerking binnen de apotheek. Samenwerking en onderlinge werksfeer
zijn essentieel voor de werkuitvoering. Dit geldt zowel voor informele als
formele samenwerking. Formeel contact in de vorm van werkoverleg draagt
bij aan een goede samenwerking. Medewerkers zijn echter minder tevreden
over de wijze waarop het werkoverleg wordt gevoerd; slechts 51% is (zeer)
tevreden. Het minst tevreden zijn zij over de manier waarop met spanningen
binnen het team wordt omgegaan (zie figuur 13).
Figuur 13 Tevredenheid over de omgang met spanningen binnen het team
Werkdruk
23% van de apotheekmedewerkers ervaart werkdruk. Zij beleven
de werkdruk op verschillende manieren tijdens de uitvoering van
verschillende taken. Toch ervaren zij de werkdruk op dit moment nog
niet als negatief. Apotheekmedewerkers zijn beperkt tevreden over de
bestaande regelmogelijkheden tijdens het uitvoeren van taken. Met meer
regelmogelijkheden binnen het werk, kunnen zij vaker zelf het werk indelen
en vanuit hun eigen expertise (cliënt-) problemen oplossen. Zij ervaren dan
waarschijnlijk minder werkdruk.
Apotheekmedewerkers zijn ontevreden over de tijd die zij hebben om taken
naar behoren te kunnen uitvoeren en de tijd die overblijft om andere taken
op te pakken naast de dagelijkse werkzaamheden (zie figuur 14).
37
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
Figuur 14 Tevredenheid over de tijd om naast de dagelijkse werkzaamheden andere
taken op te pakken
Beleid en strategie
Rond de 15% van de apotheekmedewerkers vindt dat ze onvoldoende
worden geïnformeerd over het gevoerde beleid en de strategie binnen de
apotheek waar ze werkzaam zijn. Zij zijn ontevreden over de manier waarop
ze op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen die het werk treffen
(zie figuur 15).
Figuur 15 Tevredenheid over de mate waarin men op de hoogte wordt gehouden van
nieuwe ontwikkelingen
38
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
Denk hierbij aan overheidsbeleid, beleid zorgverzekeraars en nieuwe
medicijnen. Maar ook aan interne zaken die spelen in de apotheek, zoals
samenwerking met andere partijen, inkrimping of uitbreiding. Naarmate de
leeftijd en het aantal jaren werkervaring van een medewerker toenemen,
neemt ook de behoefte toe om op de hoogte te zijn van beleids- en
strategische informatie. Deze informatiebehoefte neemt ook toe naarmate
medewerkers langer in dezelfde apotheek werkzaam zijn.
Personeelsmanagement en Leiderschap
Rond de 11% van de apotheekmedewerkers is niet tevreden over het
gevoerde personeelsmanagement binnen hun apotheek. De mogelijkheden
om een opleiding te volgen en om hun vaardigheden en talenten verder
te ontwikkelen ervaren zij als beperkt (zie tabel 17). In de praktijk blijken
hiervoor twee knelpunten te zijn: kosten en tijd.
Tabel 17 Tevredenheid opleiding en talenten ontwikkelen
Tevredenheid De mogelijkheden om een opleiding te volgen
De mogelijkheden om de vaardigheden en talenten verder te ontwikkelen
Neutraal 25% 23%
Zeer ontevreden 4% 3%
Ontevreden 8% 9%
Niet tevreden/niet ontevreden 19% 22%
Tevreden 28% 30%
Zeer tevreden 15% 13%
Medewerkers zijn ook ontevreden over de manier waarop de functionerings-
en beoordelingsgesprekken worden gevoerd en hoe de teamleden worden
aangesproken op hun functioneren. Ook blijken leidinggevenden ideeën van
het team niet altijd op prijs te stellen. Verder laten zij het team beperkt hun
ideeën zelfstandig uitwerken.
Tot slot stimuleren zij de persoonlijke ontwikkeling niet voldoende in de
richting die medewerkers wensen.
Naarmate de leeftijd en het aantal jaren werkervaring toenemen, neemt
de behoefte aan goed personeelsbeleid toe. Dit geldt ook naarmate
medewerkers langer werkzaam zijn in dezelfde apotheek.
Arbeidsvoorwaarden
Meer dan de helft van de apotheekmedewerkers is overwegend tevreden
over de arbeidsvoorwaarden binnen de apotheek. Dit uit zich met name
in de werktijden (inclusief pauzes) en de mogelijkheid om werktijden aan
te passen aan de privésituatie. Uit het MTO blijkt dat naarmate de leeftijd
39
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
en het aantal jaren werkervaring toenemen, de behoefte aan goede
arbeidsomstandigheden ook toenemen. Over de tevredenheid over andere
arbeidsvoorwaarden is niets bekend.
Figuur 16 Tevredenheid over de werktijden
4.3 Werkdrukonderzoek
Als een medewerker werkdruk ervaart, dan betekent dit dat zij gedurende
een langere periode het werk niet afkrijgt of dat zij niet de gewenste
kwaliteit kan leveren. Daarbij is zij niet zelf in staat verandering hierin te
brengen. Als gevolg daarvan ontstaat een disbalans tussen stressbronnen die
een medewerker ervaart tijdens het werk en de energiebronnen die het werk
voor haar leuk en uitdagend maken. Door deze disbalans kan de medewerker
haar werk niet goed uitvoeren.
Volgens artikel 16 van de Cao Arbeidsomstandigheden Apotheken moet de
werkgever periodiek een werkdrukmeting uitvoeren om de werkdruk in kaart
te brengen en te kunnen voorkomen. Ook wanneer de Risico Inventarisatie
en -Evaluatie Apotheken hiertoe aanleiding geeft, moet de werkgever
de werkdruk meten. De werkgever kan daarbij gebruikmaken van het
meetinstrument dat voor de branche is ontwikkeld. In 2014 blijken apotheken
onvoldoende gevolg te geven aan deze verplichting. WDO is namelijk
beperkt ingezet. Uit paragraaf 4.2 blijkt dat de factor tijd en het gebrek aan
regelmogelijkheden op termijn de werkdruk kunnen verhogen.
40
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
4.4 Arbeidsomstandigheden
In deze paragraaf gaan we in op de psychosociaal belastende factoren
waarmee apotheekmedewerkers tijdens het werk te maken krijgen. Denk aan
calamiteiten tijdens de werkuitvoering, prikaccidenten en situaties die zich
voordoen en die besproken worden met een vertrouwenspersoon.
Calamiteitenopvang
Calamiteitenopvang is binnen de branche Openbare Apotheken belegd
bij Stichting Bedrijfsfonds Apotheken in samenwerking met ArboNed.
Een calamiteit is een onverwachte gebeurtenis die niet tot de dagelijkse
werkpraktijk behoort.21 Te denken valt aan een overval, agressie
door cliënten, overlijden of een ongeval op de werkplek. Het doel van
calamiteitenopvang is om een snelle bereikbaarheid en eerste opvang te
realiseren door betrokken medewerker(s) en werkgever te ondersteunen en
adviseren in de ontstane situatie. Het tijdig herkennen en kanaliseren van
stressklachten die veroorzaakt worden door een calamiteit kan (langdurige)
uitval van medewerkers voorkomen.
In 2014 is er geen calamiteitenopvang ingezet op basis van meldingen bij
ArboNed. In 2013 is dit één keer voorgekomen.22
Vertrouwenspersoon
In de Cao Arbeidsomstandigheden Apotheken 2014 zijn een protocol
van Ongewenste omgangsvormen en een protocol Agressie en geweld
opgenomen. Onder de werksfeer van de vertrouwenspersoon vallen:
• ongewenste omgangsvormen seksuele intimidatie;
• agressie en geweld;
• pesten en discriminatie tussen medewerkers onderling.23
Ongewenste omgangsvormen zijn voorvallen waarbij een medewerker
psychisch of fysiek, bedoeld of onbedoeld wordt lastiggevallen, bedreigd of
aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de
werksituatie. Een vertrouwenspersoon adviseert de apotheker over het beleid
ongewenste omgangsvormen. Ook begeleidt de vertrouwenspersoon de
medewerkers die zijn geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen.
In 2014 zijn er 17 meldingen geweest van situaties die zijn behandeld door
een vertrouwenspersoon van ArboNed. In 2013 waren dat er 13. 24
21 Bron: ArboNed, 201422 Bron: Jaarrapportage Vertrouwenspersoon en Calamiteitenopvang 2014, ArboNed 201523 Bron: ArboNed, 201424 Bron: Jaarrapportage Vertrouwenspersoon en Calamiteitenopvang 2014, ArboNed 2015
41
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
De meldingen zijn onder te verdelen in:
• persoonlijke aard;
• conflict;
• intimidatie;
• werk gerelateerd;
• agressie of geweld;
• pesten;
• juridisch gerelateerd;
• discriminatie.
Prikaccidenten
In de Cao Arbeidsomstandigheden Apotheken 2014 is een protocol
Prikaccidenten opgenomen. Een prikaccident is een verzamelnaam voor prik-,
spat-, snij- en bijtongevallen, waarbij een persoon op een zodanige wijze in
contact komt met menselijk bloed en/of speeksel, dat hij of zij het risico loopt
besmet te worden met hepatitis B, C en/of met hiv.25
In 2014 zijn er 42 meldingen geweest van accidenten, waarvan 41 prik-
accidenten en 1 spataccident. De 42 meldingen zijn terug te herleiden tot
gebrek aan deskundigheid en inrichting van de werkplek. In 2013 waren er 36
prikaccidenten. 26
4.5 Cao Apotheken
De openbare apotheekbranche kent een Cao Apotheken. In deze collectieve
arbeidsovereenkomst zijn de afspraken over de arbeidsvoorwaarden in de
openbare apotheek geregeld. Deze Cao geldt alleen voor de apotheek-
medewerkers (niet de apothekers) van openbare apotheken. De Cao heeft dus
geen betrekking op de apotheekhoudende huisartsen, ziekenhuisapotheken
of apotheken vallend onder een gezondheidscentrum.
Tijdens het schrijven van deze Arbeidsmarktmonitor (mei 2015) waren er nog
geen afspraken over een nieuwe Cao Apotheken 2015. De Cao Apotheken van
2014 was in mei 2015 nog van kracht.
Servicedesk Cao
In de openbare apotheekbranche zijn twee instanties waar de werkgevers
(apothekers) en werknemers (apotheekmedewerkers) een toelichting kunnen
krijgen op de Cao Apotheken. Apothekers kunnen hiervoor terecht bij de
KNMP en apotheekmedewerkers bij de Servicedesk van de SBA. Zij kunnen
via mail en telefonisch uitleg krijgen over de inhoud van de cao. Er wordt
geen juridisch advies gegeven. De meeste van de binnengekomen Cao vragen
25 Bron: Jaaroverzicht Prikpunt 2014, VaccinatieZorg 201526 Bron: Jaaroverzicht Prikpunt 2014, VaccinatieZorg 2015
42
Hoofdstuk 4 HRinstrumenten en Cao Apotheken
gaan over verlofregelingen, vergoedingen, contracten, arbeidsvoorwaarden,
vakantie-uren en het Jaarurensysteem dat in 2014 is ingevoerd.
Uren in Balans (urenregistratie)
Om de handhaving van de Cao te ondersteunen, is het softwareprogramma
‘Uren in Balans’ (UiB) ontwikkeld.
Het programma is bedoeld voor de planning en urenregistratie van
medewerkers die vallen onder de Cao Apotheken. De verwerking in UiB van
gewerkte uren van apotheekmedewerkers zorgt voor een correcte registratie
van uren, vakantie en verlof volgens de wettelijke en cao-regelgeving.
Daarnaast is het mogelijk om met UiB een werkplanning te maken.
UiB is ontwikkeld en wordt up-to-date gehouden in nauwe samenwerking
tussen de SBA en KNMP, in opdracht van cao-partijen. Het programma
wordt gefinancierd uit de brancheafdracht aan de SBA. Zodoende kan
de SBA het programma zonder extra kosten ter beschikking stellen aan
openbare apotheken (waaronder ook clusterapotheken en ketenapotheken).
Twaalfhonderd apotheken maken gebruik hiervan.
43
Deskundigheidsbevordering
In dit hoofdstuk staat het volgen van nascholing centraal. In artikel 38
van de Cao Apotheken 2014 is een minimumregeling opgenomen ter
bevordering van scholing van werknemers. Deze regeling bestaat uit een
studiekostenvergoeding per salarisschaal en dienstverband. Bijvoorbeeld:
de studiekosten-vergoeding bij een dienstverband van 24 uur of meer in
salarisschaal 6 is € 750,- per jaar.
Onder studiekosten vallen:
• cursus-, les- of schoolgelden;
• kosten examens;
• kosten boeken en studiemateriaal;
• lesuren buiten werktijd besteed aan studie;.
• bij E-learning worden de studiebelastingsuren (SBU) van door SANA
gecertificeerde cursussen vergoed.
5.1 Nascholing (cursussen)
Tabel 18 laat de verhouding zien tussen klassikale en e-learning cursussen van
verschillende aanbieders.
Tabel 18 Verhouding aangeboden cursussen per thema
Jaar/thema Communicatie/kwaliteit/P&O logistiek
Farmaceutisch inhoudelijk
2014 klassikaal 28% 72%
2014 E-learning 13% 87%
Farmaceutisch inhoudelijke cursussen worden het meest aangeboden.
5
44
5.2 Aantal uren nascholing
Het aantal cursussen en het gemiddeld aantal studiebelastingsuren per
medewerker zijn de afgelopen jaren toegenomen27. Daarnaast zijn de
cursussen de afgelopen jaren korter (minder uren) geworden. Er is steeds
meer behoefte aan korte cursussen, waarbij een actueel thema wordt belicht.
Tabel 19 Nascholing gevolgd door apothekersassistent
Aantal cursussen per assistent 2014
Aantal cursussen per assistent 2013
Gemiddeld aantal SBU 2014
Gemiddeld aantal SBU 2013
E-learning 3,10 2,65 7,68 7,33
Klassikale nascholing 1,4 1,06 8,79 7,80
Aanbieders van SANA-geaccrediteerde nascholing zijn verplicht om de
behaalde scholingspunten in te voeren. SANA rapporteert jaarlijks over
de totalen. Uit deze cijfers blijkt ook dat de groei van e-learning doorzet
ten opzichte van scholing met fysieke bijeenkomst(en). Van alle uren
geaccrediteerde nascholing, werd in 2014 70% via e-learning of andere
individuele vormen van nascholing behaald. In 2013 was dat nog 67%.28
5.3 KAOF
In het Kwaliteitsregister Apothekersassistenten Openbare Farmacie (KAOF)
kunnen apothekersassistenten zich registeren en hun geaccrediteerde
bijscholing bijhouden. In 2014 hebben bij het KAOF geregistreerde
apothekersassistenten meer nascholing gevolgd dan in 2013. In 2014 hebben
zij in totaal 67.445 uren nascholing gevolgd. Dat is 37% meer dan in 2013 met
49.132 uren nascholing. Deze stijging is deels te verklaren uit het hoger aantal
KAOF-geregistreerden. In 2014 waren er 6.037 geregistreerden, 18% hoger
dan in 2013 met 5.134 geregistreerden.
In 2014 is het gemiddelde aantal uren nascholing voor het eerst in drie jaar
tijd weer gestegen. In 2014 volgden geregistreerden gemiddeld 11,2 uur
nascholing per jaar, terwijl dat in 2013 nog een gemiddelde van 9,6 uur was.
27 Bron: SBA klassikale en E-Studie cursussen 2014 - 201328 Bron: Sanaweb.nl; 7 mei 2015
Hoofdstuk 5 Deskundigheidsbevordering
45
Hoofdstuk 5 Deskundigheidsbevordering
Hoewel meerdere factoren een rol kunnen spelen (bijvoorbeeld een groter
aanbod van geaccrediteerde nascholing), kunnen we voorzichtig concluderen
dat apotheekmedewerkers weer meer nascholing volgen. De dalende tendens
van de afgelopen jaren lijkt doorbroken te zijn. In het SBA-onderzoek over
nascholing begin 2014 heeft 32% van de respondenten (aantal 255) ook
aangegeven in 2014 meer uren aan nascholing te willen besteden dan in 2013.
Om kwaliteits geregistreerd te blijven in KAOF moeten apothekersassistenten
in totaal 60 tot 80 uren nascholing volgen in vijf jaar tijd.
Figuur 17 Gemiddeld aantal scholingspunten per jaar voor KAOF-geregistreerden
46
Onderwijs en Arbeidsmarkt
In dit hoofdstuk staan de ontwikkelingen rond de opleiding
Apothekersassistent centraal. We beschrijven de ontwikkelingen van
het aantal studenten en het aantal gediplomeerden, zowel landelijk als
regionaal. Daarnaast gaan we in op de vraag naar en het aanbod van
stagiaires. Het hoofdstuk sluit af met de aansluiting van het onderwijs
op de arbeidsmarkt.
6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs
Er is de afgelopen jaren veel veranderd in de openbare apotheek. De
aandacht is verschoven van het bereiden van geneesmiddelen naar het
leveren van farmaceutische zorg. Daarnaast is het steeds belangrijker om
samen te werken met andere zorgverleners en wordt van assistenten een
ondernemende, meer commerciële houding verwacht. Deze ontwikkelingen
vragen om andere competenties en kennis van apothekersassistenten. Dit
heeft invloed op de inrichting van de opleiding Apothekersassistent.
Nieuw kwalificatiedossier
In 2016 gaat het nieuwe kwalificatiedossier29 Apothekersassistent van
kracht, waarin de geschetste ontwikkelingen een plek hebben gekregen. De
grootste verandering in het nieuwe kwalificatiedossier is de verplaatsing van
bereidingsvaardigheden van de beroepsspecifieke basis naar het keuzedeel
‘Bereiden en aseptisch handelen’. Daarmee ontstaat in de beroepsspecifieke
basis vanaf 2016 ruimte voor het vak productzorg: het beschikbaar stellen van
geneesmiddelen en indien nodig deze voor toediening gereed maken.
Met het keuzedeel ‘Bereiden en aseptisch handelen’ kunnen studenten
zich vanaf 2016 voorbereiden op het werk in een bereidende openbare
apotheek, op de bereidingsafdeling van een ziekenhuisapotheek of bij een
doorleverende grootbereider.
29 In het kwalificatiedossier Apothekersassistent zijn de normen vastgelegd, waaraan een startende apothekersassistent moet voldoen. Het onderwijs is gehouden om de norm te realiseren die in het kwalificatiedossier is vastgelegd.
6
47
Het beroepsgerichte basisdeel van het kwalificatiedossier is opgedeeld
in kerntaken. Aangezien ook in het nieuwe kwalificatiedossier de
terhandstelling van medicijnen centraal staat, is de eerste kerntaak het
verzorgen van medicatiebegeleiding. De tweede kerntaak is het begeleiden
en adviseren van cliënten los van de receptgang. De derde kerntaak is het
bieden van productzorg. En de vierde kerntaak is het werken aan kwaliteit
en deskundigheid.
Communicatie is binnen alle kerntaken de rode draad. Naast de kerntaken
kiezen studenten keuzedelen. De keuzedelen behelzen in totaal 15% van de
totale opleiding.
Studenten kunnen vanaf 2016 kiezen uit de volgende beroepsgerichte
keuzedelen:
• verdieping farmaceutische patiëntenzorg;
• bereiden en aseptisch handelen;
• intra- en transmurale zorg
• eerstelijns- en ketenzorg.
Daarnaast kunnen studenten vanaf 2016 kiezen uit twee niet-beroepsgerichte
keuzedelen:
• Duits in de beroepscontext;
• en doorstroom hbo gezondheidszorg30.
Figuur 18 Keuzedelen
Bron: Pharmaceutisch Weekblad 28 nov. 2014; 149-48, auteur: Marnix Westein
30 Het nieuwe kwalificatiedossier en de keuzedelen zijn beschikbaar via www.kwalificatiesmbo.nl
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
48
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
6.2 Aantal studenten opleiding apothekersassistent
Het aantal studenten31 dat de opleiding tot apothekersassistent volgt,
schommelt sinds het schooljaar 2009/2010 maar blijft redelijk stabiel. Het
aantal ingeschreven studenten in 2013/2014 is 2.279. Het aantal ingeschreven
studenten is een stuk lager dan 10 jaar geleden, toen er 2.624 studenten
stonden ingeschreven. De exacte studentenaantallen van particuliere
aanbieders zijn niet bekend. In 2014 heeft de SBA een stage- onderzoek
uitgevoerd32, waaraan 1.179 apotheken meewerkten. Daaruit blijkt dat
ongeveer 9,5% van de stagiaires een particuliere opleiding volgen.
Tabel 20 Uitkomsten stage-onderzoek SBA 2014 33
Organisatie Stagiaires (%)
ROC 83%
Particulier 9,4%
Overig 5,4%
Weet niet 2,1%
In figuur 19 is het totaal aantal studenten te zien dat is ingeschreven bij de
opleiding apothekersassistent van een ROC. Ongeveer een derde van deze
studenten volgt het eerste jaar van de opleiding. De meeste studenten die
de opleiding apothekersassistent doen, hebben een vmbo tl-vooropleiding,
gevolgd door vmbo kader. Opvallend is dat het aantal studenten met een
havo-vooropleiding toeneemt.
Figuur 19 Landelijk: totaal aantal studenten en instroompercentage34
31 Als in dit rapport wordt gesproken over studenten, gaat het om studenten aan door de overheid bekostigde onderwijsinstellingen. In dit geval de Roc’s
32 Bron; stage onderzoek SBA 201433 Bron: stage onderzoek SBA 201434 Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
49
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
Opleidingsvarianten
De opleiding tot apothekersassistent wordt in twee varianten aangeboden op
het ROC:
• de beroeps opleidende leerweg (BOL);
• de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Studenten in de BOL-variant zitten vooral op school en lopen een beperkt
aantal dagen stage in de apotheek. BBL-leerlingen hebben een dienstverband
van 24-32 uur in de apotheek en gaan meestal een dag per week naar school.
Verreweg de meeste studenten volgen de BOL-opleiding (zie figuur 20).
Over de afgelopen vijf jaar volgt gemiddeld 85% van de studenten de BOL-
opleiding.
Figuur 20 Verhouding aantal studenten BOL versus BBL
Het aantal apotheken met BBL-leerlingen is in 2011 gehalveerd ten opzichte
van het jaar 2000. Het ontbreekt apotheken aan tijd om BBL-leerlingen te
begeleiden. Daarnaast hebben apotheken steeds minder financiële middelen
ter beschikking om een BBL-leerling in dienst te nemen. Tussen 2008 en
2012 konden apotheken gebruikmaken van een BBL-subsidie35 via de SBA als
tegemoetkoming in de kosten. De subsidieregeling is eind 2012 beëindigd. Dit
verklaart waarschijnlijk de grote toename van instromende studenten in dat
jaar.
Tabel 21 Aantal instromers BBL
2009 2010 2011 2012 2013
instroom BBL 116 106 146 226 100
35 Meer informatie over BBL-subsidie en andere subsidieregelingen is te vinden op www.sbaweb.nl
50
84% van de gediplomeerden gaat aan het werk
Tussen 2008 en 2013 hebben gemiddeld 675 studenten hun diploma
apothekersassistent gehaald. Het aantal (verwachte) gediplomeerden van
de afgelopen jaren ligt onder dit gemiddelde. De doorstroom naar het
hbo is beperkt. Figuur 21 laat zien dat zo’n 84% van de gediplomeerden
niet doorstroomt en dus gaat werken. Het grootste deel van deze
gediplomeerden gaat werken in de openbare apotheek. Cijfers van het
Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA) laten zien dat in 2013 ‘339’
en in 2014 ‘442’ nieuwe apothekersassistenten zijn ingestroomd. Gemiddeld
stroomt slechts 15% van de gediplomeerden door naar het hbo.
Figuur 21 Gediplomeerden en doorstroom 2008 t/m 2013
* Het aantal gediplomeerden in 2013 is indicatief, is nog niet vastgesteld. Daarom is het aantal doorstromers ook nog niet bekend.36
6.3 Regionale ontwikkelingen opleiding apothekersassistent
Gelet op de bevolkingsdichtheid in de verschillende regio’s, is het aantal
studenten goed verdeeld over de regio’s. De meesten studenten bevinden
zich naar verhouding in de vier grote steden. Daar is de bevolkingsdichtheid
groter en daar zijn ook de meeste apotheken gevestigd. Uit data van
het Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA) blijkt dat de meeste
apothekersassistenten werkzaam zijn in de provincies Noord-Holland, Zuid-
Holland, Gelderland, Utrecht en Brabant.
36 Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
51
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
Figuur 22 Ontwikkeling leerlingenaantallen per regio
6.4 Vraag en aanbod op de stagemarkt
De SBA heeft in 2014 een onderzoek uitgevoerd naar de stageproblematiek
in de apotheek. Aanleiding hiervoor waren signalen dat de aansluiting
tussen vraag naar en aanbod van stageplaatsen binnen apotheken niet
goed is. ROC’s geven aan dat er te weinig stageplaatsen zijn voor leerlingen
van de opleiding tot apothekersassistent (BOL/BBL) of dat een tekort aan
stageplaatsen dreigt te ontstaan. Deze signalen zijn opmerkelijk, aangezien
er voldoende apotheken aangemerkt zijn als erkend leerbedrijf.
Uitkomsten stageonderzoek
Uit het onderzoek blijkt de omvang van de vermeende stageproblematiek
mee te vallen. Het tekort aan stageplaatsen is het afgelopen schooljaar
beperkt gebleven tot 2% bij de BOL-leerweg en 5% bij de BBL-leerweg. Het
huidige tekort zit vooral bij de eerstejaars studenten (tekort van 3%). Ook
regionaal lijkt de omvang van de stageproblematiek mee te vallen. Er zijn
minimale regionale verschillen. Dit is opvallend omdat een groot deel van de
ROC’s aangeeft dat het aantal stageplaatsen de afgelopen vier schooljaren is
afgenomen. Hoewel het tekort aan stageplaatsen mee lijkt te vallen, moesten
de ROC’s veel moeite doen om hun studenten in 2014 aan een stageplaats
te helpen. De helft van de ROC’s voorziet voor de lange termijn een
afname van het aantal stageplaatsen. De ROC’s in de Randstad verwachten
verhoudingsgewijs vaker een tekort.
52
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
Tevredenheid over de kennis en vaardigheden van stagiaires
Het is gebleken dat 53% van de apotheken tevreden is over de kennis en
vaardigheden van de stagiaires. 12% is ontevreden37.
Figuur 23 Uitkomsten stage onderzoek 2014 tevredenheid vakkennis en vaardigheden
Oorzaken afname stageplaatsen
Belangrijke oorzaken voor de afname van stageplaatsen zijn volgens de
ROC’s het gebrek aan capaciteit of tijd om stagiairs te begeleiden in de
apotheek. De bezetting in apotheken staat onder druk door veranderingen
en bezuinigingen en de werkdruk neemt toe (zie paragraaf 4.2). Eén op de
tien apotheken denkt dat zij op de lange termijn minder stageplaatsen zullen
aanbieden. Hierbij noemen de apotheken dezelfde redenen als de ROC’s.
Daarnaast lijkt het erop dat het gemiddeld aantal stagiairs per apotheek
ook zal dalen bij de groep apotheken die tot nu toe trouw stageplaatsen
aanbiedt.
Winst te behalen in de organisatie van de stage
Zowel de ROC’s als de apotheken benoemen verschillende knelpunten
rondom het plaatsen en begeleiden van stagiairs. De belangrijkste
knelpunten zijn vooral de hoeveelheid tijd die het apotheken kost
(voorbereiding, begeleiding, administratieve afhandeling, etcetera) en het
maken van een goede match tussen apotheek en stagiair. ROC’s zeggen
dat het vooral lastig is om eerstejaars te plaatsen. ROC’s en apotheken
hebben dan ook vooral behoefte aan hulpmiddelen om de tijdsbelasting te
minimaliseren en aan meer contactmomenten tussen beide partijen om een
goede match te maken.
37 Bron: stage onderzoek SBA 2014
53
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
6.5 Opleiding Farmaceutisch consulent en operationeel manager
Opleiding Farmaceutisch consulent
Sinds enkele jaren is er een hbo-opleiding Farmaceutisch consulent. De
opleiding is opgezet omdat er behoefte is aan een schakel tussen apotheker
en apothekersassistenten. Sinds de start van de opleiding hebben in totaal
zo’n 450 studenten hun diploma voor deze opleiding behaald. Niet al deze
afgestudeerden zijn in de branche werkzaam als farmaceutisch consulent.
In 2014 zijn namelijk 121 farmaceutisch consulenten ingeschaald op hun
niveau ten opzichte van 101 in 2013. Deze aantallen geven een enigszins
vertekend beeld, aangezien er ook apothekersassistenten zijn die deels als
farmaceutisch consulent werken. Die aantallen zijn echter niet bekend. Saxion
Next gaat een onderzoek doen naar de verklaring voor de teruglopende
studentenaantallen.
Tabel 22 Instroom en afgegeven diploma’s opleiding Farmaceutisch consulent38
Farmaceutisch consulent 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Instroom 89 29 75 35 37 27
Afgegeven diploma’s 46 65 83 69 41 25
Opleiding Operationeel managers
De meeste Operationeel Managers (OM-ers) die zijn doorgegroeid vanuit een
functie binnen de apotheek, hebben de opleiding Farmakunde gevolgd. Deze
is te volgen aan de Hogeschool Utrecht.
Per jaar stromen er 129 voltijd- en 25 deeltijdstudenten in bij deze opleiding.
Van de voltijd- studenten is bekend dat 49% de studie binnen 5 jaar heeft
afgerond. Van de deeltijd- studenten zijn geen cijfers bekend. Behalve
in apotheken gaan afgestudeerden aan de slag bij groothandels en in de
farmaceutische industrie.
38 Bron: Saxion Next
54
Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt
6.6 Aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
Gelet op het aantal vacatures en aantal gediplomeerden, biedt de
arbeidsmarkt goede kansen voor starters. Er zijn meer vacatures dan kunnen
worden ingevuld door starters. De overige vacatures worden ingevuld door
herintreders en medewerkers die van werkgever veranderen.
Figuur 24 Relatie vacatures - gediplomeerden
55
Bronnenlijst
De volgende bronnen zijn bij het opstellen van deze Arbeidsmarktmonitor
geraadpleegd:
• Arboned 2014
• Arboned 2015: Jaarrapportage Vertrouwenspersoon en Calamiteitenopvang
2014
• Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
• KNMP: Contouren Toekomstvisie Farmaceutische Zorg 2020
• KNMP.nl: Uitwerking van de Toekomstvisie Farmaceutische Patiëntenzorg
2020
• PMA bestand 2014 & 2013
• SANA: Sanaweb.nl; 7 mei 2015
• SBA: Uren in Balans
• SBA: Apotheekwerk
• SBA: Risico Inventarisatie en- evaluatie Apotheken
• SBA: Medewerkerstevredenheidsonderzoek Totaalrapport 2014
• SBA: Klassikale & E-Studie cursussen
• SCP.nl; raming aantal ouderen tot 2030
• SFK.nl
• SBA: stage onderzoek SBA 2014
• Saxion Next
• VaccincatieZorg 2015: Jaaroverzicht Prikpunt 2014
• Zorgatlas.nl: Aantal openbare apotheken per gemeente
Bijlage 1
56
Bijlage 2Verklarende woordenlijst
Apotheek Apotheek is de naam van de plek waar men medicijnen verkoopt en (tegenwoordig steeds minder) vervaardigt.
Arbeidsjaar Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.
Arbeidsproductiviteit Verwerkingsgraad van het aantal receptregels per fte.
Baanwisselaar Een persoon die vrijwillig van werkgever wisselt.
Beroepsbevolking in de zorg Tot de beroepsbevolking in de zorg worden alle personen tussen de 15 en 65 jaar gerekend die ten minste 12 uur per week werken of willen werken (en actief op zoek zijn naar een baan in de zorg. Zowel werknemers, zelfstandigen en meewerkende gezinsleden tellen mee.
Cohort een groep scholieren die in hetzelfde schooljaar zijn begonnen aan dezelfde opleiding.
Deskundigheidsbevordering Bevordering van iemands deskundigheid d.m.v. (bij)scholing, vakliteratuur, collegiale consultatie enz
Doorstroom Doorstroom betreft wijzigingen in een taak waarbij de persoon een taak blijft uitoefenen in dezelfde functie. Van doorstroom is sprake wanneer een persoon geconfronteerd wordt met (1) uitbreiding of verkleining van een aanstelling of (2) het verloren gaan van een bestaande aanstelling in combinatie met een nieuwe aanstelling of taakuitbreiding elders (zelfde functie) of (3) een additionele aanstelling zonder dat een aanstelling verloren is gegaan.
Flexibele arbeidsrelatie Een baan van een werknemer waarbij sprake is van een arbeidsovereenkomst waarin (i) de afspraak over de arbeidsduur varieert en/of (ii) de duur van de betrekking bepaald is.
FTE Fulltime-equivalent (voltijdbanen). Het is een rekeneenheid waarmee de omvang van een dienstverband of de personeelssterkte kan worden uitgedrukt.
Gewerkte uren Het totaal aantal uren feitelijk gewerkte tijd van iemand die betaalde arbeid verricht.
Instroom De nieuwe instroom van personen op de arbeidsmarkt die eerder nog niet tot de werkzame beroepsbevolking behoorden. Daarbij kan het gaan om gediplomeerde schoolverlaters maar ook om herintreders.
MTO Medewerkerstevredenheidsonderzoek
57
Bijlage 2 Verklarende woordenlijst
Onvervulde vraag Het onvervulde deel van de totale vraag. Deze vraag neemt toe als niet volledig in de jaarlijkse vraag naar nieuw personeel kan worden voorzien.
Regio Provincie
RI&E Risico inventarisatie en - evaluatie
Uitbreidingsvraag De groei van de werkgelegenheid in positieve of negatieve zin
Uitstroom Personen die het jaar ervoor in de apotheek werkzaam waren en in het huidige jaar niet meer. Een deel van de uitstroom is definitief (volledig arbeidsongeschiktheid, uittrede naar VUT of pensioen, overlijden).
Uitval Voortijdig schoolverlaten
Vacature Een onbezette arbeidsplaats. Volgens de CBS-definitie is een vacature een arbeidsplaats waarvoor, binnen of buiten een onderneming of instelling, personeel wordt gezocht dat onmiddellijk of zo spoedig mogelijk kan worden geplaatst. Net als een arbeidsplaats kan ook een vacature een deeltijdfunctie betreffen.
Vervangingsvraag Vraag naar personeel als gevolg van uitstroom, functieverkleiningen of functiewijzigingen.
WDO Werkdrukonderzoek
Werkgelegenheid Het totaal aan banen van werknemers en zelfstandigen, plus openstaande vacatures.
Werknemer Mensen die arbeid verrichten tegen loon of salaris. Ook directeuren-grootaandeelhouders horen hiertoe, voor zover ze op de loonlijst van een bedrijf staan.
Werkzame personen (of werkenden)
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week.
Ziekteverzuim Een werknemer komt als gevolg van ziekte zijn arbeidsovereenkomst niet na.
58
Bijlage 3 Methodologische verantwoording
De Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA) brengt sinds 2001 iedere twee
jaar een arbeidsmarktmonitor uit. Deze arbeidsmarktmonitor 2015 brengt
de SBA zelf uit, gebaseerd op data die de SBA tot haar beschikking heeft en
externe bronnen.
Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA)
De kwartaalbestanden van PMA bevatten de volgende gegevens van
apotheken die premie afdragen over het brutoloon van de apotheek-
medewerkers niet zijnde apothekers: NAW over de apotheek en PMA
nummer en NAW (meisjesnaam), geboortedatum, geslacht, functie, PMA
nummer en aantal contracturen per week van de apotheekmedewerkers.
Deze gegevens gebruiken we voor de diverse tabellen in het rapport. Door
het ‘opschonen’ van de cijfers wijken zij enigszins af van de SFK cijfers. In de
“schone”cijfers komen geen medewerkers met meerdere contracten voor.
SBA Apotheekwerk
SBA Apotheekwerk is de vacaturebank voor apotheekmedewerkers.
Apotheek werk heeft een marktbereik van 85% voor de gehele apotheek-
branche en 95% in de openbare apotheekbranche. Apotheekwerk is
daarmee een betrouwbare bron voor vacatures die extern zijn uitgezet en
kan vanuit die invalshoek vraag en aanbod op de arbeidsmarkt analyseren.
Apotheekwerk biedt geen informatie over werkgelegenheid die intern wordt
vervuld.
Onderwijsdata
De SBA heeft gebruikgemaakt van gegevens van de Dienst Uitvoering
Onderwijs (DUO) omtrent de instroom leerlingen, doorstroom en diploma-
rendement van leerlingen. Daarnaast heeft de SBA in 2014 een stage
onderzoek gedaan onder 1.179 apotheken en 25 ROC’s, naar de aansluiting
van vraag en aanbod op de stage-markt. Hiermee geeft dit onderzoek een
representatief beeld van de ontwikkelingen op dit terrein in de branche.
Bijlage 3
59
Bijlage 3 Methodologische verantwoording
Verzuim
De verzuimcijfers zijn beschikbaar gesteld door Brancheloket Apotheken.
Hierbij zijn 600 apotheken aangesloten, aangevuld met cijfers van openbare
apotheken die niet zijn aangesloten bij Brancheloket maar wel bij Arboned.
Deze cijfers zijn aangeleverd door Arboned.
Stichting Farmaceutische kengetallen (SFK)
De SFK is een stichting die naast de KNMP is opgezet en die zich sinds 1990
bezighoudt met het verzamelen en analyseren van gedetailleerde gegevens
omtrent het geneesmiddelengebruik in Nederland.
RI&E
Voor het overzicht dat is opgesteld is gebruik gemaakt van het kwalitatieve
databestand 2014. Dit bestand is eigendom van Stichting Bedrijfsfonds
Apotheken. De analyse is gemaakt op basis van de risico’s die voortkomen
binnen totaal 210 apotheken. De meest voorkomende meldingen van risico’s
binnen apotheken worden gepresenteerd in de tabel.
MTO
Voor de uitkomsten en conclusies MedewerkersTevredenheidsonderzoek
(MTO) is gebruik gemaakt van het databestand 2014. Dit databestand
is geanonimiseerd ter beschikking gesteld door Zorg en Innovatiegroep
aan Stichting Bedrijfsfonds Apotheken. Bij de gemiddelde waarden van
tevredenheid wordt een normscore gehanteerd van 3,7. Dit betekent dat
medewerkers (zeer) tevreden zijnover de aspecten die hoger scoren dan
de normscore. Aspecten die lager scoren dan de normscores vormen de
prioriteiten voor de korte en langere termijn. Totaal aantal respondenten die
in 2014 het MTO hebben ingevuld betreft 2579.
UiB
Uren in Balans is een urenregistratieprogramma, welke door 1.200 openbare
apotheken wordt gebruikt. In dit programma is de Cao Apotheken verwerkt.
Als de openbare apotheken dit programma goed gebruiken volgen zij de Cao
Apotheken. Het JaarUenSysteem saldo geeft aan het einde van het jaar aan
hoeveel er per saldo is overgewerkt. Dit gegeven is gebruikt voor Hoofdstuk
2 Tabel 6, Gemiddeld aantal overuren versus gemiddeld aantal contracturen
2014. Voor hoofdstuk 2 Tabel 2 Grootte van de apotheken zijn de gegevens
over de apotheken met aantal medewerkers verbonden aan de apotheek uit
UiB gebruikt.
Top Related