SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3...

59
1 juni 2015 SBA ARBEIDSMARKTMONITOR Apotheekbranche 2015

Transcript of SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3...

Page 1: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

1

juni 2015

SBA ARBEIDSMARKTMONITOR

Apotheekbranche 2015

Page 2: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

© Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA), Nieuwegein, juli 2015.

De SBA is uitvoeringsorganisatie van sociale partners in de branche openbare apotheken:

werkgevers (VZA en ASKA) en werknemers (FNV en CNV Zorg & Welzijn).

De SBA bevordert de kwaliteit en continuïteit van het apotheekteam van de openbare apotheek.

Voor meer informatie, zie www.sbaweb.nl

Aan de in deze uitgave opgenomen informatie kunnen geen rechten worden ontleend. De Stichting Bedrijfsfonds Apotheken

aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden van de in deze uitgave opgenomen informatie

en/of voor de gevolgen daarvan. Het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie komt voor eigen risico van de

gebruiker.

Page 3: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen

3

Voorwoord en leeswijzer

Met de SBA Arbeidsmarktmonitor brengt de Stichting Bedrijfsfonds

Apotheken de situatie op de arbeidsmarkt en het personeelsbeleid in de

openbare apotheek in kaart. In deze Arbeidsmarktmonitor wordt met

branche dus alle openbare apotheken bedoeld. De vorige edities zijn door

externe partijen in opdracht van de SBA verzorgd. Dit onderzoek inclusief de

analyse voeren wij voortaan elk jaar zelf uit (voorheen om de twee jaar). De

arbeidsmarktmonitor vormt mede de basis voor landelijk beleid voor werk en

scholing binnen de branche.

In deze monitor hebben wij voor onze analyse geput uit diverse bestaande

onderzoeken en bestanden. De cijfers hebben over het algemeen betrekking

op de stand van zaken eind 2014. Waar mogelijk, is een vergelijking gemaakt

met de vorige arbeidsmarktmonitor van 2011-2012. Wanneer er geen

structurele of trendmatige veranderingen te zien zijn, is de presentatie van

tijdreeksen soms achterwege gelaten, om het overzichtelijk te houden.

Hoofdstuk 1 geeft algemene ontwikkelingen weer die invloed hebben op de

arbeidsmarkt en het personeelsbeleid van de openbare apotheek.

Hoofdstuk 2 toont de kenmerken van de openbare apotheek. Hoeveel

openbare apotheken zijn er? Wat zijn de kenmerken? Hoe is de ontwikkeling

van de functies in de openbare apotheek?

Hoofdstuk 3 laat een analyse zien van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Is het ziekteverzuim toegenomen binnen de openbare apotheekbranche?

Worden de vacatures snel vervuld?

Hoofdstuk 4 biedt informatie over de medewerkerstevredenheid en de

ervaren werkdruk.

Hoofdstuk 5 geeft een analyse van de inzet van deskundigheidsbevordering

binnen een apotheek. Hoeveel uren worden besteed aan nascholing?

Tot slot in hoofdstuk 6 een analyse van het onderwijs en de arbeidsmarkt.

Wat zijn de ontwikkelingen in de opleidingen apothekersassistent,

farmaceutisch consulent en operationeel manager? En zijn er voldoende

stageplekken?

Page 4: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

4

Management samenvatting

Uit eerdere arbeidsmarktmonitoren is gebleken dat wetswijzigingen hebben

geleid tot een lagere groei van het aantal openbare apotheken en tot een

toenemende werkdruk. De afgelopen jaren hebben apotheken bovendien

gewerkt aan een efficiëntere bedrijfsvoering en meer samenwerking met

andere apotheken en 1e lijns zorgaanbieders. Ruim 77% van de apotheken

is aangesloten bij een formule of keten. Dit biedt inkoopvoordelen en een

sterkere onderhandelingspositie ten opzichte van zorgverzekeraars.

De beschreven ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een voorzichtige

positieve kanteling in de arbeidsmarkt. Uit deze SBA Arbeidsmarktmonitor

blijkt dat de werkgelegenheid weer iets aantrekt. Daarnaast blijkt dat

medewerkers in 2014 meer uren aan nascholing hebben besteed en dat het

aantal openbare apotheken met 5 is toegenomen ten opzichte van 2013.

Ook het ziekteverzuim van de apotheken aangesloten bij BLA is met 0,2%

gedaald.

Het aantal apothekersassistenten en uren vastgelegd in het contract

is het afgelopen jaar redelijk stabiel gebleven. Het aantal algemeen

ondersteunende medewerkers is in aantal het sterkst toegenomen. Kijkend

naar het arbeidscontract wordt er in alle functies meer uren gewerkt. De

leidinggevenden en bezorgers maken de meeste extra uren ten opzichte van

hun contract.

In de Cao worden er 15 verschillende functies beschreven. 94% van de

apotheken zet vijf of minder functies in. Een apotheek zet zelden 8 of meer

verschillende functies in.

Het aantal geplaatste vacatures is met 36% toegenomen. Het betreft voor

43% een vervangingsvraag en 37% een uitbreidingsvraag. In 2014 zijn er

772 apothekersassistenten ingestroomd in de branche, 244 zijn door middel

van doorstroom apothekersassistenten geworden en 921 assistenten zijn

uitgestroomd.

Page 5: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

5

Management samenvatting

Uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek blijken apotheekmedewerkers

minder tevreden te zijn over de werkzaamheden die ze verrichten binnen de

apotheek. Daarentegen is 64% van de medewerkers wel tevreden over de

sfeer en samenwerking binnen de apotheek.

23% van de apotheekmedewerkers ervaart werkdruk. 15% van de

medewerkers vindt dat ze onvoldoende wordt geïnformeerd over het

gevoerde beleid en de strategie en 11% is niet tevreden over het gevoerde

personeelsmanagement binnen hun apotheek.

In 2014 zijn het aantal cursussen en het gemiddeld aantal studiebelastings-

uren per medewerker na jaren van daling weer iets toegenomen. Er is een

tendens merkbaar dat er meer behoefte is aan korte cursussen.

Het aantal studenten dat de opleiding tot apothekersassistent of

operationeel manager volgt, is al jaren redelijk stabiel. Het aantal instromers

in de studie Farmaceutisch consulent is aan het afnemen. Van de studenten

die hun diploma apothekersassistent hebben behaald, gaat 84% aan het

werk. Tijdens deze opleiding moet er stage worden gelopen. Het tekort aan

stageplaatsen is het afgelopen schooljaar beperkt gebleven tot 2% bij de

BOL-leerweg en 5% bij de BBL-leerweg.

Gelet op het aantal vacatures en aantal gediplomeerden, biedt de

arbeidsmarkt goede kansen voor starters. Er zijn meer vacatures dan kunnen

worden ingevuld door starters.

Page 6: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

6

Inhoudsopgave

Voorwoord en leeswijzer 3

Management samenvatting 4

Inhoudsopgave 6

Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen 8

1.1 Inleiding 8

1.2 Demografische ontwikkelingen 8

1.3 Economische ontwikkelingen 8

1.4 Politieke en juridische ontwikkelingen 9

1.5 Sociale ontwikkelingen 10

1.6 Technologische ontwikkelingen 10

1.7 HR ontwikkelingen 10

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers 12

2.1 Aantal apotheken 12

2.2 Soorten apotheken 14

2.3 Grootte van de apotheek 15

2.4 Aantal apothekers 16

2.5 Aantal medewerkers per functie en in uren 16

2.6 Werkelijk gewerkte uren 18

2.7 Leeftijdsopbouw 19

2.8 Functiedifferentiatie 20

2.9 Financiële ontwikkelingen 21

2.10 Salarissen 21

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt 24

3.1 Vacatures 25

3.2 Ziekteverzuim 28

3.3 Mobiliteit op de arbeidsmarkt 29

Page 7: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

7

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 4 HR- instrumenten en Cao Apotheken 33

4.1 Risico Inventarisatie & Evaluatie 33

4.2 Medewerkerstevredenheid 34

4.3 Werkdrukonderzoek 39

4.4 Arbeidsomstandigheden 40

4.5 Cao Apotheken 41

Hoofdstuk 5 Deskundigheidsbevordering 43

5.1 Nascholing (cursussen) 43

5.2 Aantal uren nascholing 44

5.3 KAOF 44

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46

6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs 46

6.2 Aantal studenten opleiding apothekersassistent 48

6.3 Regionale ontwikkelingen opleiding apothekersassistent 50

6.4 Vraag en aanbod op de stagemarkt 51

6.5 Opleiding Farmaceutisch consulent en operationeel manager 53

6.6 Aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt 54

Bijlage 1 Bronnenlijst 55

Bijlage 2 Verklarende woordenlijst 56

Bijlage 3 Methodologische verantwoording 58

Page 8: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

8

Algemene ontwikkelingen

1.1 Inleiding

Dit hoofdstuk gaat in op de algemene ontwikkelingen rondom de openbare

apotheek. Er vinden allerlei veranderingen plaats in de directe (macro-)

omgeving van de apotheek die invloed hebben op de bedrijfsvoering.

1.2 Demografische ontwikkelingen

De Nederlandse bevolking wordt gemiddeld steeds ouder. Op hogere leeftijd

komt het lijden aan meer dan één chronische ziekte, multimorbiditeit steeds

vaker voor. Bijna één op de drie 75-plussers heeft meer dan één chronische

ziekte. Ook het aantal welvaartsziekten neemt toe. Rekening houdend met

demografische en epidemiologische ontwikkelingen, is de schatting dat

het aantal ouderen van 65 jaar en ouder met multimorbiditeit in Nederland

toeneemt van circa 1 miljoen in 2008 tot 1,5 miljoen in 2020. Deze ouderen

blijven steeds langer thuis wonen en zullen dan ook een zwaarder beroep

doen op huisartsen en apotheken.1 De verwachting is dat het aantal

80-plussers van 650.000 in 2010 toeneemt tot 1.200.000 in 2030 (800.000 in

2020).

1.3 Economische ontwikkelingen

In 2014 besteedden de Nederlanders gezamenlijk 4.128 miljoen euro aan

geneesmiddelen via de openbare apotheek (zie ook paragraaf 2.9). Hiermee

zijn de uitgaven met 1% gestegen ten opzichte van 2013. Per hoofd van

de bevolking is dit € 245,- per jaar.2 Dit cijfer ligt flink lager dan het West-

Europese gemiddelde van € 385,-.

Ruim driekwart (75-80%) van de totale zorguitgaven wordt besteed aan 30%

van de patiënten lijdend aan chronische ziekten.

1 SCP.nl: raming aantal ouderen tot 20302 SFK.nl

1

Page 9: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen

9

1.4 Politieke en juridische ontwikkelingen

Afgelopen jaren zijn er veel wetswijzigingen doorgevoerd met vergaande

consequenties voor de financiële positie van de apotheken. Bijvoorbeeld

het preferentiebeleid, de vrije tarifering en de prestatiebekostiging.

Door deze wetswijzigingen hebben zorgverzekeraars een aanzienlijk

sterkere onderhandelingspositie gekregen ten opzichte van de apotheken.

Apotheken zijn noodgedwongen bezig om een efficiëntere bedrijfsvoering te

ontwikkelen. Door veranderingen als de invoering van het Landelijk Schakel

Punt (LSP) en het eerste uitgiftebeleid, is een duidelijke behoefte ontstaan

aan korte nascholingsbijeenkomsten met actuele thema’s (zie ook hoofdstuk

5: Deskundigheidsbevordering).

Decentralisatie zorg

Decentralisatie van de overheid heeft als gevolg dat de gemeenten meer

verantwoordelijkheden krijgen (Wet Maatschappelijke Ondersteuning),

waarbij er minder geld beschikbaar wordt gesteld. De meeste gemeenten

zetten in op zorg in de directe leefomgeving van de zorgvragers. Hierdoor

wordt de eerstelijnszorg steeds belangrijker. Voor de apotheek, een

onderdeel van de eerstelijnszorg betekent dit: veel meer samenwerking

zoeken met andere eerstelijnszorg organisaties.

Nieuw ontslagrecht

Het nieuwe ontslagrecht stelt apotheken voor nieuwe uitdagingen

in het personeelsbeleid. De wet geldt vanaf 1 juli 2015. Een van de

aspecten van deze wet is dat in plaats van na drie jaar de werknemer al

na twee jaar een vast contract moet worden aangeboden. De mogelijke

consequenties van deze nieuwe wetgeving zullen we volgen in komende SBA

Arbeidsmarktmonitoren.

Participatiewet

In de Participatiewet, ingegaan per 1 januari 2015, zijn de Wet Werk en

Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een deel van de

Wajong samengevoegd. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor het bieden

van ondersteuning aan mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.

Uitgangspunt is dat iedereen de kans krijgt om volwaardig mee te doen in de

samenleving. Hoeveel mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt

werkzaam zijn binnen de openbare apotheken is nog niet onderzocht. Dit

willen wij het komend jaar nader onderzoeken.

Page 10: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

10

Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen

1.5 Sociale ontwikkelingen

Het ‘recht op zorg’ uit de verzorgingsstaat maakt plaats voor (beloning van)

individueel maatwerk als ondersteuning van de eigen regie. Dat leidt tot

meer aandacht voor het individu, wat past in deze maatschappij die steeds

individueler wordt ingericht. Burgers zullen zich in de nabije toekomst meer

bewust worden van de eigen verantwoordelijkheid voor hun (kwaliteit van)

leven. Deze algemene tendens geldt ook voor de zorg. De meerwaarde

van een zorgverlener blijkt steeds meer uit de ondersteuning en coaching

van de ‘eigen kracht’ van de patiënt. Maatwerk, persoonsgerichte zorg,

shared decision making, personalized medicine en ondersteuning van

zelfmanagement zijn daarbij van belang. Zo verschuift ook bij de apothekers

de focus van ziekte en zorg naar gedrag en gezondheid.3 Deze ontwikkeling

vraagt om een ander soort medewerker (zie ook hoofdstuk 6: Ontwikkelingen

in het onderwijs).

1.6 Technologische ontwikkelingen

Via mobiele technologie zal de patiënt allerlei apps krijgen om de compliance

en therapietrouw te verbeteren en de zelfstandigheid te vergroten.4 Dit heeft

invloed op de advies- en begeleidingstaken van de apotheek. Door inzet

van technologische ontwikkelingen als smart filling, central filling, baxteren

richten apotheken hun processen bovendien efficiënter in. In hoofdstuk 2,

paragraaf 2.5 wordt duidelijk dat deze ontwikkelingen niet direct ten koste

gaan van het aantal arbeidsplaatsen.

1.7 HR ontwikkelingen

De volgende ontwikkelingen zijn zichtbaar in het personeelsbeleid van de

apotheek:

• Strategische personeelsplanning; apotheken zien strategische

personeelsplanning steeds meer als onmisbaar instrument om te voldoen

aan de veranderende eisen die aan medewerkers en organisaties worden

gesteld. Een duidelijk beeld van het huidige en in de toekomst benodigde

personeelsbestand (zowel kwalitatief als kwantitatief) is essentieel om goed

te kunnen inspelen op belangrijke ontwikkelingen. Op basis hiervan kunnen

apotheken beleid vormen gericht op instroom, doorstroom en uitstroom

van personeel. Grote samenwerkingsverbanden zijn al begonnen om

werkzaamheden in te richten op taakniveau in plaats van op functieniveau

(zie ook hoofdstuk 4, HR-instrumenten en Cao Apotheken).

• Lean; een filosofie en vooral een manier van werken waarbij alles en iedereen

3 KNMP: Contouren Toekomstvisie Farmaceutische Zorg 2020.4 KNMP.nl; ‘Uitwerking van de Toekomstvisie Farmaceutische Patiëntenzorg 2020

Page 11: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

11

Hoofdstuk 1 Algemene ontwikkelingen

in de onderneming zich richt op het creëren van waarden in alle processen

en het voorkomen van verspilling. Door de klant centraal te stellen, creëer

je maximale toegevoegde waarde voor de klant tegen minimale inspanning.

Hierdoor verbetert de kwaliteit en dalen de kosten. Als gevolg hiervan meet

men ook een hogere klanttevredenheid en voelt de medewerker zich meer

betrokken. Afgelopen jaren is er meer vraag naar nascholing over Lean

werken (zie ook hoofdstuk 5: Deskundigheidsbevordering).

• Duurzame inzetbaarheid; een thema dat vooral vanuit de overheid en sociale

partners wordt gepromoot. Duurzame inzet van medewerkers binnen de

apotheekbranche moet gestimuleerd worden. Motivatie, terugdringing van

psychosociale werkbelasting en goede begeleiding bij langer doorwerken zijn

belangrijke pijlers voor duurzame inzet van medewerkers binnen apotheken

(zie ook hoofdstuk 4: HR-instrumenten en Cao Apotheken).

Page 12: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

12

Feiten en cijfers

2.1 Aantal apotheken

Het aantal apotheken nam na dalingen in de afgelopen twee jaar in 2014

weer licht toe. Deze toename komt in zijn geheel op het conto van de

poliklinisch apotheken, waarvan er 5 zijn bijgekomen.

Figuur 1 Aantal apotheken

Van de 403 gemeenten hebben 34 gemeenten in 2014 geen openbare

apotheek. Deze gemeenten bevinden zich voornamelijk in de noordelijke

provincies, Gelderland en in Zeeland. Dit ‘gemis’ wordt deels gecompenseerd

door een groter aantal apotheekhoudende huisartsen dan in de

Randstedelijke provincies. Van de steden heeft Amsterdam de meeste

apotheken (103), gevolgd door de gemeente Den Haag (88) en Rotterdam

(80) (zie figuur 2).5

5 Zorgatlas.nl: Aantal openbare apotheken per gemeente

2

Page 13: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

13

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

Figuur 2 Spreiding apotheken in Nederland

Page 14: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

14

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

2.2 Soorten apotheken

Het aantal openbare apotheken dat eigendom is van een keten, is al jaren vrij

constant. Met een lichte toename van 16 kwam dat in 2014 uit op 32% van

het totaal aantal apotheken.

Het aantal franchise-apotheken stijgt al enige jaren veel sterker. Het

aandeel van alle apotheken die als franchisenemer zijn aangesloten bij een

overkoepelende organisatie kwam eind 2014 uit op 45%. Dit bedroeg in 2011

nog 30% van het totaal aantal apotheken.

Het gezamenlijke aandeel van apotheken in eigendom van ketens en

franchise-apotheken bedraagt inmiddels 77%. Dit betekent dat het aantal

zelfstandige apotheken (niet onder franchise werkend) is afgenomen tot

23% (456 apotheken). Dit aantal daalt waarschijnlijk verder de komende

jaren. Een groot deel van deze zelfstandige apotheken sluit zich steeds vaker

aan bij samenwerkingsverbanden, zonder dat zij dit uiten naar het publiek.

Een apotheek aangesloten bij een samenwerkingsverband heeft meer

onderhandelingskracht tegenover de zorgverzekeraars dan een individuele

apotheek. Dit maakt de grens tussen zelfstandige apotheken en franchise-

apotheken steeds minder scherp.

Figuur 3 Soort apotheek

Page 15: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

15

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

De aantallen dienstapotheken en poliklinische apotheken zijn in

onderstaande tabel weergegeven in verhouding tot gewone apotheken.

Hun aandeel is stabiel.

Tabel 1 Karakter apotheken

Karakter apotheek 2011 2012 2013 2014

% % % %

Zelfstandige apotheek 95 95 94 94

Poliklinische apotheek 3 3 4 4

Dienstapotheek 2 2 2 2

2.3 Grootte van de apotheek

Uit onderstaande tabel blijkt dat het aantal apotheken met meer dan 15

medewerkers de afgelopen twee jaar is toegenomen. Ook het aantal kleine

apotheken stijgt licht de afgelopen jaren. De groei van de kleine en grote

apotheken gaat met name ten koste van de apotheken met tussen de 9 en 15

medewerkers.

Tabel 2 Apotheekomvang

Omvang 2008 2010 2012 2014

% % % %

Klein (<9 medewerkers) 24 25 26 27

Middel (9-11 medewerkers) 22 22 21 19

Groot (12-15 medewerkers) 27 25 24 22

Zeer groot (> 15 medewerkers 28 28 28 32

Page 16: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

16

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

2.4 Aantal apothekers

Het aantal apothekers is in 2014 weer iets gestegen. Dit komt met name door

de groei van het aantal tweede apothekers.

Tabel 3 Aantal apothekers

Aantallen 2010 2011 2012 2013 2014

Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal

Gevestigd Apotheker 1.980 1.997 1.981 1.974 1.979

Tweede apotheker 878 862 857 894 950

Totaal 2.858 2.859 2.838 2.868 2.929

De wijzigingen in de aantallen werkzame apothekers lijken per saldo beperkt,

maar de onderliggende aantallen van apothekers die van functie veranderen

zijn veel groter. Van alle apothekers die op 1 januari 2014 geregistreerd staan

als gevestigd apotheker6, zijn er een jaar later ongeveer 250 geen gevestigd

apotheker meer in dezelfde apotheek. Deze vrijgekomen posities zijn vooral

ingenomen door apothekers die daarvoor nog niet in dezelfde apotheek

werken. In 10% van de gevallen wordt een gevestigd apotheker opgevolgd

door een tweede apotheker die een jaar eerder al geregistreerd stond in

dezelfde apotheek. Tweede apothekers blijven in vrijwel gelijke mate als de

gevestigd apotheker verbonden aan dezelfde apotheek; bijna 90% van de

tweede apothekers is na een jaar nog steeds tweede apotheker in dezelfde

apotheek.

Nederland telt ongeveer 2.000 apothekers in loondienst.

2.5 Aantal medewerkers per functie en in uren

Het aantal apothekersassistenten is in 2014 redelijk vergelijkbaar ten opzichte

van 2013. Het aantal contract uren is redelijk stabiel ten opzichte van 2013

(tabel 5). Het aantal ondersteunende medewerkers zien we de afgelopen

jaren stijgen (9% toegenomen ten opzichte van 2013; tabel 4).

6 Artikel 61 van de Geneesmiddelenwet regelt dat er per apotheek altijd één apotheker moet zijn ingeschreven in het register van gevestigd apothekers.

Page 17: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

17

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

Tabel 4 Aantal medewerkers

Medewerkers Aantal 2012 Aantal 2013 Aantal 2014

Apothekersassistent 14.544 14.489 14.515

Apothekersassistent coördinerend 220 209 197

Apothekersassistent kwaliteitszorg 127 128 127

Apothekersassistent fpz 114 92 86

Teamleider 159 165 175

Farmaceutisch consulent 130 101 121

Operationeel manager 171 172 174

Drogisterijmedewerker 198 199 190

Algemeen ondersteunend medewerker/BBL-er 8

2.752 2.906 3.159

Bezorger 1.568 1.620 1.625

Schoonmaker 523 504 500

Administratief secretarieel medewerker 227 232 222

Financieel administratief medewerker 192 190 171

Overig (werknemer oud A/B,nvt) 2.694 2.462 2.229

Totaal 23.619 23.469 23.491

07

Tabel 5 Gemiddelde contract uren per medewerker

Medewerkers Gemiddelde contract uren

2013

Gemiddelde contract uren

2014

Apothekersassistent 24 24

Apothekersassistent coördinerend 29 29

Apothekersassistent kwaliteitszorg 26 28

Apothekersassistent fpz 25 26

Teamleider 32 32

Farmaceutisch consulent 28 29

Operationeel manager 31 32

Drogisterijmedewerker 25 23

Algemeen ondersteunend medewerker/BBL’er 20 20

Bezorger 11 11

Schoonmaker 14 14

Administratief secretarieel medewerker 21 21

Financieel administratief medewerker 21 21

7 Een BBL-er is weliswaar een aparte functie in het functiehuis, maar wordt door PMA samengeteld bij de Alge-meen ondersteunende medewerker, aangezien beide functies in dezelfde functiegroep (salarisschaal 3) vallen.

Page 18: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

18

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

2.6 Werkelijk gewerkte uren

Over het algemeen maken alle medewerkers van het apotheekteam meer

uren dan in hun arbeidscontract is vastgelegd (zie tabel 6).8 Leidinggevenden

en bezorgers maken de meeste extra uren ten opzichte van het contract. De

bezorger is gemiddeld een oudere werknemer (zie tabel 8) met een beperkt

aantal contracturen (zie tabel 5).

Tabel 6 Gemiddeld aantal overuren versus gemiddeld aantal contracturen 2014 9

Medewerkers

Gem

idd

eld

tev

eel

gew

erkt

e u

ren

p

er ja

ar

Gem

idd

eld

co

ntr

actu

ren

201

4 p

er w

eek

Ure

n o

p b

asis

va

n 4

6 w

eken

p

er ja

ar

Ver

ho

ud

ing

o

veru

ur

per

wee

k to

t co

ntr

act u

ur

per

wee

k

Uren Uren Uren/46 weken

%

Apothekersassistent 30,72 24,46 0,67 2,73%

Apothekersassistent coördinerend 38,37 29,35 0,83 2,84%

Apothekersassistent kwaliteitszorg 31,7 27,61 0,69 2,50%

Apothekersassistent fpz 28,25 25,67 0,61 2,39%

Teamleider 44,33 31,51 0,96 3,06%

Farmaceutisch consulent 25,46 29,32 0,55 1,89%

Operationeel manager 39,07 31,73 0,85 2,68%

Drogisterijmedewerker 17,58 23,03 0,38 1,66%

Algemeen ondersteunend medewerker/ BBL’er

30,27 20,06 0,66 3,28%

Bezorger 42,46 11,32 0,92 8,15%

Schoonmaker 13,82 14,01 0,30 2,14%

Administratief secretarieel medewerker 32,16 21,23 0,70 3,29%

Financieel administratief medewerker 20,22 20,64 0,44 2,13%

8 Bron: UiB, SBA9 Over 2013 zijn geen cijfers beschikbaar. Bron: PMA & UiB.

Page 19: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

19

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

2.7 Leeftijdsopbouw

Het aantal jongeren is in alle functiecategorieën gedaald. Daarentegen is

het aantal medewerkers in de leeftijd van 25-35 jaar toegenomen. Voor het

overzicht zijn de gegevens in twee tabellen weergegeven. In tabel 7 is de

leeftijdsverdeling te zien van medewerkers in de functies apothekersassistent

(inclusief coördinerend, kwaliteitszorg, fpz), teamleider, farmaceutisch

consulent en operationeel manager. Tabel 8 laat de leeftijdsverdeling

zien van de functies drogisterijmedewerker, algemeen ondersteunend

medewerker, bezorger, schoonmaker, administratief secretarieel medewerker

en financieel medewerker. Bij de eerst groep is 2% mannelijk en bij de

tweede groep 27%. Dit komt met name doordat de bezorgers vaak van het

mannelijk geslacht zijn.

Tabel 7 Leeftijdsverdeling functies assistent t/m operationeel manager

Leeftijd Functie­categorie 2013

Functie­categorie 2013

Functie­categorie 2014

Functie­categorie 2014

Aantal % Aantal %

< 25 jaar 1.329 9 1.329 9

25 - 35 jaar 3.941 26 3.895 25

35- 45 jaar 4.302 28 4.263 28

45- 55 jaar 4.117 27 3.798 25

> 55 jaar 1.667 11 2.110 14

Totaal 15.356 100 15.395 100

aantal vrouw 15.081 98 15.113 98

aantal man 275 2 282 2

Page 20: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

20

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

Tabel 8 Leeftijdsverdeling functies drogisterijmedewerker t/m financieel

administratief medewerker

Leeftijd Overige medewerkers 2013

Overige medewerkers 2013

Overige medewerkers 2014

Overige medewerkers 2014

Aantal % Aantal %

< 25 jaar 1.423 25 1.533 26

25 - 35 jaar 871 15 955 16

35- 45 jaar 793 14 772 13

45- 55 jaar 1.359 24 1.362 23

> 55 jaar 1.205 21 1.245 21

Totaal 5.651 100 5.867 100

aantal vrouw 4.119 73 4.320 74

aantal man 1.532 27 1.527 26

2.8 Functiedifferentiatie

In de Cao Apotheken is een verdeling vastgelegd van 15 mogelijke functies

binnen een apotheek (zie paragraaf 2.5). 96% van de apotheken gebruikt

maximaal 5 of minder functies (zie tabel 9). 87% van de grote apotheken

(> 15 medewerkers) gebruikt 5 of minder functies binnen de apotheek. Geen

enkele apotheek heeft meer dan acht functies.

Tabel 9 Toepassing aantal functies in een apotheek 10

Verschillende functies in een apotheek Verdeling

Aantal %

0 11

1 16

2 27

3 25

4 18

5 9

6 3

7 1

8-15 0

10 Alternatieve afhaalpunten met geen of andere medewerkers.

Page 21: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

21

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

2.9 Financiële ontwikkelingen

Onderstaande grafiek toont de uitgaven aan farmaceutische zorg

in het basispakket via openbare apotheken (in mln €). De uitgaven

aan farmaceutische zorg zijn in 2014 op één jaar na de laagste van de

afgelopen 10 jaar. Vooral de overheveling van fertiliteitshormonen

naar het ziekenhuisbudget, lagere tariefinkomsten voor apothekers en

lagere geneesmiddelenprijzen door patentverloop zorgden voor de lage

uitgavenstijging van slechts 1,0%. De gemiddelde omzet per apotheek is

slechts 1% in 2014 gestegen (zie figuur 5).11

Figuur 4 Uitgaven aan farmaceutische zorg via openbare apotheken

2.10 Salarissen

Bijgaande tabel geeft het gemiddelde salaris per functie weer. Het

gemiddelde salaris valt bij alle functies in de hoogste twee treden van de

schaal. Dit betekent dat veel medewerkers niet meer groeien in salaris binnen

hun bestaande functie.

11 Bron: SFK.nl

Page 22: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

22

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

Figuur 5 Gemiddelde omzet per openbare apotheek (*€ 1.000,- ) vergoed uit

het basispakket

Tabel 10 Gemiddeld salaris, gemiddelde schaal en trede per medewerker

(bij 36-urige werkweek )

Functies 2014

Gemiddelde salaris in € Schaal Trede

Apothekersassistent 2.530,49 6 8

Apothekersassistent coördinerend 2.874,55 7 9

Apothekersassistent kwaliteitszorg 2.893,86 7 9

Apothekersassistent fpz 2.867,55 7 9

Teamleider 3.225,57 8 9

Farmaceutisch consulent 2.964,53 8 7

Operationeel manager 3.604,93 9 9

Drogisterijmedewerker 2.067,15 4 6

Algemeen ondersteunend medewerker

1.921,07 3 6

Bezorger 1.947,61 3 6

Schoonmaker 1.864,73 2 7

Administratief secretarieel medewerker

2.344,72 5 9

Financieel administratief medewerker 2.632,21 6 9

Page 23: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

23

Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers

De salarisschalen voor aa’s Cao Apotheken afgezet tegenover Cao Ziekenhuizen

De salarisschalen van de apothekersassistenten binnen de Cao Apotheken

hebben twee treden minder dan dezelfde salarisschalen in de Cao

Ziekenhuizen. Bij de Cao Ziekenhuizen kunnen apothekersassistenten dus

meer doorgroeien.

De secundaire arbeidsvoorwaarden buiten beschouwing gelaten, ontvangt

een apothekersassistent conform de Cao Apotheken een hoger salaris

in dezelfde trede dan conform de Cao ziekenhuizen. Het eindsalaris is

daarentegen hoger conform de Cao Ziekenhuizen.

Tabel 11 Salaris apothekersassistent binnen Cao Ziekenhuizen versus Cao apotheken

(brutobedragen per maand bij een werkweek van 36 uur)

Functie apothekersassistente

Cao Apotheken 2014Salarisschaal 6

Cao Ziekenhuizen 1 januari 2016Salarisschaal 40

Trede € €

0 1.921 1.821

1 1.992 1.935

2 2.067 2.066

3 2.144 2.195

4 2.224 2.251

5 2.307 2.317

6 2.393 2.378

7 2.482 2.442

8 2.575 2.505

9 2.671 2.567

10 - 2.631

11 - 2.695

Page 24: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

24

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

De openbare apotheekbranche is met ruim 1.000 vacatures voor

apothekersassistenten in 2014 een kansrijke branche. Dit wordt bevestigd

door de rapportage ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018’ van

het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA)12.

Deze rapportage schetst een beeld van te verwachten

arbeidsmarktontwikkelingen, nu en op middellange termijn. Hieruit blijkt

dat binnen het mbo gezondheidszorg de vervangingsvraag naar mbo-

apothekersassistenten relatief hoog is met 8,5% (1.360 assistenten) ten

opzichte van 4,9% voor de gezondheidszorg in het algemeen. De verwachting

is dat afgestudeerden aan de opleiding Apothekersassistent goede

baankansen hebben. De reden van de relatief hoge vervangingsvraag is nog

onbekend. Dit wordt nader onderzocht.

De ontwikkelingen geschetst in hoofdstuk 1 laten zien dat er enerzijds

door technologische ontwikkelingen (ceteris paribus) meer ruimte komt

voor apothekersassistenten om farmaceutische zorg te leveren aan cliënten.

Anderzijds zal het werk van de apothekersassistent verbreden en verdiepen

door de toename van complexere zorgvragen, sociale ontwikkelingen en zorg

in de wijk. Hierdoor zal er voor de komende jaren geen sprake zijn van een

afnemende behoefte aan apothekersassistenten.

Dit derde hoofdstuk laat zien hoe vraag en aanbod op de arbeidsmarkt

zich ontwikkelen, zowel landelijk als regionaal. De informatiebron hiervoor

is Apotheekwerk.nl, de vacaturebank voor apotheekmedewerkers.

Apotheekwerk.nl geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen op de

arbeidsmarkt; 85% van de vacatures voor apotheekmedewerkers is ook op

Apotheekwerk aangemeld. Dit geeft echter alleen een beeld van vacatures

die extern bekend worden gemaakt en niet van vacatures die zonder externe

publicatie worden ingevuld. Dit betekent dat de ontwikkelingen beschreven

in dit hoofdstuk indicatief zijn. In paragraaf 3.2 wordt het ziekteverzuim en in

12 De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), uitgekomen in december 2013

3

Page 25: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

25

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

paragraaf 3.3 wordt tot slot de mobiliteit op de arbeidsmarkt (doorstroom en

de uitstroom van medewerkers) beschreven.

3.1 Vacatures

De vraag naar apothekersassistenten trekt aan. Op Apotheekwerk.nl,

de vacaturebank voor apotheekmedewerkers, is het aantal aangemelde

vacatures in 2014 toegenomen ten opzichte van 2013. In 2013 zijn in totaal

797 vacatures geplaatst; in 2014 is het aantal vacatures gestegen naar 1.084

(zie figuur 6). Het gaat vooral om vacatures voor apothekersassistenten

(88%).13

Figuur 6 Aantal aangemelde vacatures

Meeste vacatures betreffen een vervangingsvraag

Apotheken hebben verschillende redenen voor vacatures. Door vertrek

van medewerkers komen werkplekken vrij die zij opnieuw moeten invullen

(vervangingsvraag). Daarnaast kan een apotheek ruimte hebben om uren

uit te breiden (uitbreidingsvraag), waardoor nieuwe medewerkers worden

geworven. In 2014 betreft 43% van de vacatures een vervangingsvraag en

37% een uitbreidingsvraag.

13 Bron: Apotheekwerk.nl

Page 26: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

26

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Figuur 7 Reden vacaturestelling

De vacatures worden vooral ingevuld door nieuw gediplomeerden,

herintreders en in mindere mate door switchers.14

Meeste vacatures bij zelfstandige apotheken

In 2013 en 2014 zijn de meeste vacatures geplaatst door zelfstandige

apotheken, gevolgd door ketens en vervolgens formules. Ketens en

formules vormen gezamenlijk zo’n 70% van de markt. Samen plaatsen zij

meer vacatures dan zelfstandige apotheken. Desalniettemin is het aandeel

vacatures geplaatst door zelfstandige apotheken aanzienlijk in verhouding

tot ketens en formules. Deze laatste twee kunnen bij het uitzetten van een

vacature naast Apotheekwerk.nl gebruik maken van corporate faciliteiten.

Het is dus aannemelijk dat zij naar verhouding minder gebruik maken van

Apotheekwerk.nl dan zelfstandige apotheken.15

14 Bron: Apotheekwerk15 Bron: Apotheekwerk

Page 27: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

27

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Figuur 8 Vacatures naar soort apotheek (%)

In 2013 staan vacatures gemiddeld 100 dagen open. In 2014 is dit gedaald

naar 40 dagen. Dit lijkt er op te wijzen dat er voldoende aanbod is van

gekwalificeerd personeel.

Regionale verdeling vacatures

In figuur 9 is te zien hoe vacatures zijn verdeeld over de verschillende

provincies. De meeste vacatures zijn aangemeld in Brabant, Zuid-Holland,

Utrecht en Noord-Holland. Dit zijn de regio’s met de meeste vacatures per

jaar. Uit gegevens van het Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA)

blijkt dat dit de regio’s zijn waar de meeste apothekersassistenten aan het

werk zijn.16

16 Bron: PMA 2014

Page 28: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

28

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Figuur 9 Aantal gemelde vacatures in 2014 verdeeld over provincies

Figuur 10 Aantal werkzame apothekersassistenten per provincie 2014

3.2 Ziekteverzuim

Het ziekteverzuim binnen de openbare apotheekbranche daalt de afgelopen

jaren. In 2011 was het verzuim bij apotheken die niet bij het Brancheloket

Apotheken (BLA) zijn aangesloten nog 4,2%, terwijl dat in 2013 daalt naar

3,5%. De cijfers over 2014 zijn nog niet bekend.17

17 Bron: Arboned

Page 29: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

29

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Tabel 12 Ziekteverzuim in de apotheekbranche

2011 2012 2013 2014

% % % %

Ziekteverzuim niet bij Brancheloket aangesloten apotheken

4,2 3,9 3,5 -

Ziekteverzuim BLA 4,1 3,8 3,3 3,1

Van de apotheken die zijn aangesloten bij het Brancheloket Apotheken zijn

de cijfers over 2014 wel bekend. Het algemeen ziekteverzuimpercentage bij

de ongeveer 600 aangesloten apotheken komt in 2014 uit op 3,1%. Dit is een

daling van 0,2% punten ten opzichte van het jaar ervoor (2013: 3,3%).

Het Brancheloket Apotheken is aanspreekpunt voor preventie, verzuim en

re-integratie. De belangrijkste doelstelling van het loket is het verzuim bij

de aangesloten apotheken te minimaliseren. De aangesloten apotheken zijn

alle zelfstandigen (ook franchise apotheken). De ketenapotheken zijn niet

aangesloten bij het loket en zijn eigenrisicodrager.

Het Brancheloket Apotheken is een samenwerkingsverband van ArboNed

(arbodienstverlening), Keerpunt (re-integratie) en de Amersfoortse

Verzekeringen (inkomensverzekering bij ziekte).

3.3 Mobiliteit op de arbeidsmarkt

De mobiliteit op de arbeidsmarkt is onder te verdelen in verschillende

stromen. Er is mobiliteit door apotheekmedewerkers die instromen in

openbare apotheek (instroom), die van functie veranderen (doorstroom) en

door medewerkers die de openbare apotheek verlaten (uitstroom).

Instroom

Meer dan 2.000 medewerkers stromen jaarlijks in. Dit zijn nieuwe

medewerkers die nog niet bij de openbare apotheek werkten, maar van

ergens anders (bv ziekenhuis) komen of bijvoorbeeld net-gediplomeerd

zijn. Ongeveer 20% bestaat uit herintreders, medewerkers die al eerder bij

de openbare apotheek hebben gewerkt, maar een (korte of lange) periode

elders of niet hebben gewerkt.

Page 30: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

30

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Zoals blijkt uit onderstaande tabel.

Tabel 13 Instroom 18

Instroom in functies

Inst

roo

m

Inst

roo

m

her

intr

eder

s

Tota

al

Inst

roo

m

Inst

roo

m

her

intr

eder

s

Tota

al

2013 2013 2013 2014 2014 2014

Apothekersassistent 340 331 671 442 330 772

Apothekersassistent: Variant Coördinerend Apothekersassistent

0 0 0 0 1 1

Apothekersassistent: Variant Apothekers assistent kwaliteitszorg

0 0 0 0 0 0

Apothekersassistent: Variant Farmaceutische patiëntenzorg

1 0 1 0 0 0

Teamleider 1 2 3 5 4 9

Farmaceutisch consulent 0 3 3 16 3 19

Farmaceutisch manager 8 6 14 6 5 11

Drogisterijmedewerker 24 5 29 29 3 32

Algemeen ondersteunend medewerker/BBL

677 54 731 821 70 891

Bezorger 371 28 399 364 18 382

Schoonmaker 53 2 55 43 1 44

Administratief secretarieel medewerker 20 3 23 18 1 19

Financieel administratief medewerker 14 0 14 11 1 12

Overig 144 24 168 114 8 122

Totaal 1.653 458 2.111 1.869 445 2.314

18 Bron: PMA

Page 31: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

31

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Doorstroom

Jaarlijks wisselen iets meer dan 400 medewerkers bij de openbare apotheek

van functie. Dit zijn met name de algemeen ondersteunend medewerkers die

apothekersassistent worden. Hieronder vallen ook de BBL-leerlingen, die zijn

ingeschaald als algemeen ondersteunend medewerker.

Tabel 14 Doorstroom

Doorstroom in functies interne instroom

interne uitstroom

interne instroom

interne uitstroom

2013 2013 2014 2014

Apothekersassistent 264 58 244 69

Apothekersassistent: Variant Coördinerend Apothekersassistent

9 7 12 11

Apothekersassistent: Variant Apothekersassistent kwaliteitszorg

5 3 10 5

Apothekersassistent: Variant Farmaceutische patiëntenzorg

0 20 5 5

Teamleider 11 4 18 6

Farmaceutisch consulent 11 28 15 7

Farmaceutisch manager 5 5 10 2

Drogisterijmedewerker 9 2 5 8

Algemeen ondersteunend medewerker/BBL

48 183 42 162

Bezorger 8 12 13 13

Schoonmaker 3 9 1 5

Administratief secretarieel medewerker 2 3 8 3

Financieel administratief medewerker 6 5 2 4

Overig 57 99 20 105

Totaal 438 438 405 405

Page 32: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

32

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Uitstroom

Jaarlijks vertrekt 9% van het totaal aantal werkzame medewerkers uit

de openbare apotheek (uitstroom). Een klein deel hiervan (0,6%) zijn

medewerkers die vanwege pensionering hun dienstverband beëindigen. Het

grootste deel verlaat de openbare apotheek om andere nog nader uit te

zoeken redenen.

Tabel 15 Uitstroom

Uitstroom

Pen

sio

en

Ove

rig

Tota

al

Pen

sio

en

Ove

rig

Tota

al

2013 2013 2013 2014 2014 2014

Apothekersassistent 104 828 932 134 787 921

Apothekersassistent: Variant Coördinerend

3 10 13 5 9 14

Apothekersassistent: Variant kwaliteitszorg

0 1 1 1 5 6

Apothekersassistent: Variant FPZ 0 3 3 1 5 6

Teamleider 0 4 4 2 9 11

Farmaceutisch consulent 0 15 15 0 7 7

Farmaceutisch manager 1 12 13 0 17 17

Drogisterijmedewerker 1 34 35 0 38 38

Algemeen ondersteunend medewerker/BBL

4 438 442 4 514 518

Bezorger 1 342 343 0 377 377

Schoonmaker 6 62 68 2 42 44

Administratief secretarieel medewerker 3 14 17 0 34 34

Financieel administratief medewerker 2 15 17 1 28 29

Overig 14 344 358 8 262 270

Totaal 139 2.122 2.261 158 2.134 2.292

Page 33: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

33

HR­instrumenten en Cao Apotheken

De arbeidsmarkt voor apotheekmedewerkers verandert, net als het werk

in de apotheken. Apotheekmedewerkers worden bijvoorbeeld geacht zich

proactiever op te stellen richting cliënten. Denk daarbij aan advisering

en verkoop van middelen in de vrije verkoop. Ook de samenstelling van

apotheekteams verandert: de teams vergrijzen en laten meer diversiteit

zien in leeftijd, culturele achtergrond en levensfasen. Bovendien moeten

medewerkers langer doorwerken tot hun pensioen.

Het wordt steeds belangrijker voor apotheken om inzetbaarheidsbeleid voor

medewerkers te ontwikkelen op basis van een bredere benadering. Dit is

noodzakelijk vanwege de snelle ontwikkelingen voor apotheken (wet- en

regelgeving, relatie zorgverzekeraars en apotheken) en daarmee samenhan-

gende veranderingen in hun bedrijfsvoering. Het inzetbaarheidsbeleid staat

echter nog niet bij alle apothekers even stevig op de agenda.

In dit hoofdstuk brengen wij de inzetbaarheid in beeld op basis van:

• de resultaten uit de Risico Inventarisatie & Evaluatie (paragraaf 4.1);

• het medewerkerstevredenheidsonderzoek (paragraaf 4.2);

• het werkdrukonderzoek (paragraaf 4.3);

• de stand van zaken rondom arbeidsomstandigheden (paragraaf 4.4);

• de Cao Apotheken (paragraaf 4.5).

4.1 Risico Inventarisatie & Evaluatie

De RI&E staat voor het wettelijk verplichte onderzoek en de schriftelijke

vastlegging van veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor medewerkers in een

apotheek. In een RI&E worden risico’s geïnventariseerd en de kans dat de

risico’s zich voordoen geëvalueerd. Ook de ernst van de eventuele gevolgen

staan erin beschreven. De RI&E vormt samen met een plan van aanpak een

belangrijk onderdeel van een goed Arbo- en ziekteverzuimbeleid.

De vijf belangrijkste risico’s binnen apotheken zijn (geclusterd) weergegeven

in tabel 16.19

19 Bron: Risico Inventarisatie en –Evaluatie Apotheken, Stichting Bedrijfsfonds Apotheken 2015

4

Page 34: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

34

Tabel 16 De vijf belangrijkste risico’s binnen apotheken

Onderwerp Risico

1 Arbeids-omstandigheden

De apotheek heeft het beleid en doelstellingen rond arbeidsomstandigheden niet schriftelijk vastgelegd. Arbeidsomstandigheden zijn geen vast agendapunt op het werkoverleg

2 Preventie Medewerkers worden niet in de gelegenheid gesteld om een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) te ondergaan

3 Prikhandelingen Medewerkers zijn niet geschoold in het uitvoeren van zogenoemde prikhandelingen

4 Psychosociale Arbeidsbelasting

Medewerkers klagen over werkdruk, stress of bijbehorende gezondheidsproblemen

5 Agressie en geweld

Binnen de apotheek is geen periodieke evaluatie van het beleid op het gebied van agressie en geweld. Er is geen voorlichting, instructie en/of training over agressie en geweld aan medewerkers. Agressie- en geweldrisico’s worden niet in kaart gebracht.

Deze onderwerpen komen in de volgende paragrafen uitgebreider aan bod

4.2 Medewerkerstevredenheid

Met een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) brengt een apotheek

de verwachtingen, wensen en ervaringen van medewerkers in kaart aan de

hand van vooraf bepaalde onderwerpen. In deze paragraaf presenteren we

de resultaten van het MTO 2014 20. Aan dit onderzoek hebben 216 apotheken

meegedaan. De vragen van het MTO 2014 hadden betrekking op:

• de immateriële kant van het werk (werkzaamheden, communicatie en contact

met cliënten, sfeer en samenwerking, werkdruk);

• de faciliterende kant van het werk (beleid en strategie,

personeelsmanagement en leiderschap, arbeidsvoorwaarden).

Werkzaamheden

Uit het MTO blijken apotheekmedewerkers in 2014 ten opzichte van 2013

minder tevreden te zijn over de werkzaamheden die ze verrichten binnen

de apotheek. Er is meer nadruk komen te liggen op de frontoffice (met

name de balie) en minder op de backoffice. Het aantal taken neemt af of

wordt gesplitst in taken voor niveau 3- of niveau 4-opgeleide medewerkers.

Met name voor niveau 4-opgeleide medewerkers is het werk binnen de

apotheek steeds minder afwisselend. Een deel van de assistenten geeft aan

moeite te hebben om hele dagen achter de balie te staan. Meestal omdat

zij dit zwaarder werk vinden, zowel fysiek als geestelijk. Uit het MTO blijkt

dat dit niet moet worden onderschat: langdurig baliewerk vergroot de

20 Bron: Medewerkerstevredenheidsonderzoek Totaalrapport 2014, Zorg en Innovatiegroep 2015 voor apotheken

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

Page 35: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

35

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

werkdrukbelasting, waardoor de kans op fouten toeneemt. De tevredenheid

van medewerkers over te verrichten baliewerkzaamheden is niet hoog (zie

figuur 11).

Figuur 11 Tevredenheid baliewerkzaamheden MTO 2014

Door taken in te roosteren met een duur van 2 uur, proberen apotheken

roulatie en afwisseling terug te brengen in het werk. Naarmate een

medewerker dezelfde functie langer uitoefent, neemt de tevredenheid met

de werkzaamheden toe.

Communicatie

68% van de apothekersassistenten is tevreden over de manier van

communiceren en het contact met cliënten. 57% van de apothekers-

assistenten is tevreden over het voeren van informatiegesprekken in een

aparte ruimte (zie figuur 12). 72% van de medewerkers vindt het tevens ook

belangrijk dat er aparte ruimtes zijn voor het voeren van deze gesprekken.

Figuur 12 Tevredenheid over het voeren van informatiegesprekken in een aparte ruimte

Page 36: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

36

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

Deze aparte ruimtes ontbreken regelmatig binnen de apotheek. Dit beperkt

het professioneel handelen van de assistent. Naarmate een medewerker

ouder is en meer werkervaring heeft, neemt de tevredenheid over de

communicatie en het contact met cliënten toe.

Sfeer en samenwerking

64% van de apotheekmedewerkers is tevreden over de sfeer en

samenwerking binnen de apotheek. Samenwerking en onderlinge werksfeer

zijn essentieel voor de werkuitvoering. Dit geldt zowel voor informele als

formele samenwerking. Formeel contact in de vorm van werkoverleg draagt

bij aan een goede samenwerking. Medewerkers zijn echter minder tevreden

over de wijze waarop het werkoverleg wordt gevoerd; slechts 51% is (zeer)

tevreden. Het minst tevreden zijn zij over de manier waarop met spanningen

binnen het team wordt omgegaan (zie figuur 13).

Figuur 13 Tevredenheid over de omgang met spanningen binnen het team

Werkdruk

23% van de apotheekmedewerkers ervaart werkdruk. Zij beleven

de werkdruk op verschillende manieren tijdens de uitvoering van

verschillende taken. Toch ervaren zij de werkdruk op dit moment nog

niet als negatief. Apotheekmedewerkers zijn beperkt tevreden over de

bestaande regelmogelijkheden tijdens het uitvoeren van taken. Met meer

regelmogelijkheden binnen het werk, kunnen zij vaker zelf het werk indelen

en vanuit hun eigen expertise (cliënt-) problemen oplossen. Zij ervaren dan

waarschijnlijk minder werkdruk.

Apotheekmedewerkers zijn ontevreden over de tijd die zij hebben om taken

naar behoren te kunnen uitvoeren en de tijd die overblijft om andere taken

op te pakken naast de dagelijkse werkzaamheden (zie figuur 14).

Page 37: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

37

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

Figuur 14 Tevredenheid over de tijd om naast de dagelijkse werkzaamheden andere

taken op te pakken

Beleid en strategie

Rond de 15% van de apotheekmedewerkers vindt dat ze onvoldoende

worden geïnformeerd over het gevoerde beleid en de strategie binnen de

apotheek waar ze werkzaam zijn. Zij zijn ontevreden over de manier waarop

ze op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen die het werk treffen

(zie figuur 15).

Figuur 15 Tevredenheid over de mate waarin men op de hoogte wordt gehouden van

nieuwe ontwikkelingen

Page 38: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

38

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

Denk hierbij aan overheidsbeleid, beleid zorgverzekeraars en nieuwe

medicijnen. Maar ook aan interne zaken die spelen in de apotheek, zoals

samenwerking met andere partijen, inkrimping of uitbreiding. Naarmate de

leeftijd en het aantal jaren werkervaring van een medewerker toenemen,

neemt ook de behoefte toe om op de hoogte te zijn van beleids- en

strategische informatie. Deze informatiebehoefte neemt ook toe naarmate

medewerkers langer in dezelfde apotheek werkzaam zijn.

Personeelsmanagement en Leiderschap

Rond de 11% van de apotheekmedewerkers is niet tevreden over het

gevoerde personeelsmanagement binnen hun apotheek. De mogelijkheden

om een opleiding te volgen en om hun vaardigheden en talenten verder

te ontwikkelen ervaren zij als beperkt (zie tabel 17). In de praktijk blijken

hiervoor twee knelpunten te zijn: kosten en tijd.

Tabel 17 Tevredenheid opleiding en talenten ontwikkelen

Tevredenheid De mogelijkheden om een opleiding te volgen

De mogelijkheden om de vaardigheden en talenten verder te ontwikkelen

Neutraal 25% 23%

Zeer ontevreden 4% 3%

Ontevreden 8% 9%

Niet tevreden/niet ontevreden 19% 22%

Tevreden 28% 30%

Zeer tevreden 15% 13%

Medewerkers zijn ook ontevreden over de manier waarop de functionerings-

en beoordelingsgesprekken worden gevoerd en hoe de teamleden worden

aangesproken op hun functioneren. Ook blijken leidinggevenden ideeën van

het team niet altijd op prijs te stellen. Verder laten zij het team beperkt hun

ideeën zelfstandig uitwerken.

Tot slot stimuleren zij de persoonlijke ontwikkeling niet voldoende in de

richting die medewerkers wensen.

Naarmate de leeftijd en het aantal jaren werkervaring toenemen, neemt

de behoefte aan goed personeelsbeleid toe. Dit geldt ook naarmate

medewerkers langer werkzaam zijn in dezelfde apotheek.

Arbeidsvoorwaarden

Meer dan de helft van de apotheekmedewerkers is overwegend tevreden

over de arbeidsvoorwaarden binnen de apotheek. Dit uit zich met name

in de werktijden (inclusief pauzes) en de mogelijkheid om werktijden aan

te passen aan de privésituatie. Uit het MTO blijkt dat naarmate de leeftijd

Page 39: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

39

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

en het aantal jaren werkervaring toenemen, de behoefte aan goede

arbeidsomstandigheden ook toenemen. Over de tevredenheid over andere

arbeidsvoorwaarden is niets bekend.

Figuur 16 Tevredenheid over de werktijden

4.3 Werkdrukonderzoek

Als een medewerker werkdruk ervaart, dan betekent dit dat zij gedurende

een langere periode het werk niet afkrijgt of dat zij niet de gewenste

kwaliteit kan leveren. Daarbij is zij niet zelf in staat verandering hierin te

brengen. Als gevolg daarvan ontstaat een disbalans tussen stressbronnen die

een medewerker ervaart tijdens het werk en de energiebronnen die het werk

voor haar leuk en uitdagend maken. Door deze disbalans kan de medewerker

haar werk niet goed uitvoeren.

Volgens artikel 16 van de Cao Arbeidsomstandigheden Apotheken moet de

werkgever periodiek een werkdrukmeting uitvoeren om de werkdruk in kaart

te brengen en te kunnen voorkomen. Ook wanneer de Risico Inventarisatie

en -Evaluatie Apotheken hiertoe aanleiding geeft, moet de werkgever

de werkdruk meten. De werkgever kan daarbij gebruikmaken van het

meetinstrument dat voor de branche is ontwikkeld. In 2014 blijken apotheken

onvoldoende gevolg te geven aan deze verplichting. WDO is namelijk

beperkt ingezet. Uit paragraaf 4.2 blijkt dat de factor tijd en het gebrek aan

regelmogelijkheden op termijn de werkdruk kunnen verhogen.

Page 40: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

40

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

4.4 Arbeidsomstandigheden

In deze paragraaf gaan we in op de psychosociaal belastende factoren

waarmee apotheekmedewerkers tijdens het werk te maken krijgen. Denk aan

calamiteiten tijdens de werkuitvoering, prikaccidenten en situaties die zich

voordoen en die besproken worden met een vertrouwenspersoon.

Calamiteitenopvang

Calamiteitenopvang is binnen de branche Openbare Apotheken belegd

bij Stichting Bedrijfsfonds Apotheken in samenwerking met ArboNed.

Een calamiteit is een onverwachte gebeurtenis die niet tot de dagelijkse

werkpraktijk behoort.21 Te denken valt aan een overval, agressie

door cliënten, overlijden of een ongeval op de werkplek. Het doel van

calamiteitenopvang is om een snelle bereikbaarheid en eerste opvang te

realiseren door betrokken medewerker(s) en werkgever te ondersteunen en

adviseren in de ontstane situatie. Het tijdig herkennen en kanaliseren van

stressklachten die veroorzaakt worden door een calamiteit kan (langdurige)

uitval van medewerkers voorkomen.

In 2014 is er geen calamiteitenopvang ingezet op basis van meldingen bij

ArboNed. In 2013 is dit één keer voorgekomen.22

Vertrouwenspersoon

In de Cao Arbeidsomstandigheden Apotheken 2014 zijn een protocol

van Ongewenste omgangsvormen en een protocol Agressie en geweld

opgenomen. Onder de werksfeer van de vertrouwenspersoon vallen:

• ongewenste omgangsvormen seksuele intimidatie;

• agressie en geweld;

• pesten en discriminatie tussen medewerkers onderling.23

Ongewenste omgangsvormen zijn voorvallen waarbij een medewerker

psychisch of fysiek, bedoeld of onbedoeld wordt lastiggevallen, bedreigd of

aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de

werksituatie. Een vertrouwenspersoon adviseert de apotheker over het beleid

ongewenste omgangsvormen. Ook begeleidt de vertrouwenspersoon de

medewerkers die zijn geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen.

In 2014 zijn er 17 meldingen geweest van situaties die zijn behandeld door

een vertrouwenspersoon van ArboNed. In 2013 waren dat er 13. 24

21 Bron: ArboNed, 201422 Bron: Jaarrapportage Vertrouwenspersoon en Calamiteitenopvang 2014, ArboNed 201523 Bron: ArboNed, 201424 Bron: Jaarrapportage Vertrouwenspersoon en Calamiteitenopvang 2014, ArboNed 2015

Page 41: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

41

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

De meldingen zijn onder te verdelen in:

• persoonlijke aard;

• conflict;

• intimidatie;

• werk gerelateerd;

• agressie of geweld;

• pesten;

• juridisch gerelateerd;

• discriminatie.

Prikaccidenten

In de Cao Arbeidsomstandigheden Apotheken 2014 is een protocol

Prikaccidenten opgenomen. Een prikaccident is een verzamelnaam voor prik-,

spat-, snij- en bijtongevallen, waarbij een persoon op een zodanige wijze in

contact komt met menselijk bloed en/of speeksel, dat hij of zij het risico loopt

besmet te worden met hepatitis B, C en/of met hiv.25

In 2014 zijn er 42 meldingen geweest van accidenten, waarvan 41 prik-

accidenten en 1 spataccident. De 42 meldingen zijn terug te herleiden tot

gebrek aan deskundigheid en inrichting van de werkplek. In 2013 waren er 36

prikaccidenten. 26

4.5 Cao Apotheken

De openbare apotheekbranche kent een Cao Apotheken. In deze collectieve

arbeidsovereenkomst zijn de afspraken over de arbeidsvoorwaarden in de

openbare apotheek geregeld. Deze Cao geldt alleen voor de apotheek-

medewerkers (niet de apothekers) van openbare apotheken. De Cao heeft dus

geen betrekking op de apotheekhoudende huisartsen, ziekenhuisapotheken

of apotheken vallend onder een gezondheidscentrum.

Tijdens het schrijven van deze Arbeidsmarktmonitor (mei 2015) waren er nog

geen afspraken over een nieuwe Cao Apotheken 2015. De Cao Apotheken van

2014 was in mei 2015 nog van kracht.

Servicedesk Cao

In de openbare apotheekbranche zijn twee instanties waar de werkgevers

(apothekers) en werknemers (apotheekmedewerkers) een toelichting kunnen

krijgen op de Cao Apotheken. Apothekers kunnen hiervoor terecht bij de

KNMP en apotheekmedewerkers bij de Servicedesk van de SBA. Zij kunnen

via mail en telefonisch uitleg krijgen over de inhoud van de cao. Er wordt

geen juridisch advies gegeven. De meeste van de binnengekomen Cao vragen

25 Bron: Jaaroverzicht Prikpunt 2014, VaccinatieZorg 201526 Bron: Jaaroverzicht Prikpunt 2014, VaccinatieZorg 2015

Page 42: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

42

Hoofdstuk 4 HR­instrumenten en Cao Apotheken

gaan over verlofregelingen, vergoedingen, contracten, arbeidsvoorwaarden,

vakantie-uren en het Jaarurensysteem dat in 2014 is ingevoerd.

Uren in Balans (urenregistratie)

Om de handhaving van de Cao te ondersteunen, is het softwareprogramma

‘Uren in Balans’ (UiB) ontwikkeld.

Het programma is bedoeld voor de planning en urenregistratie van

medewerkers die vallen onder de Cao Apotheken. De verwerking in UiB van

gewerkte uren van apotheekmedewerkers zorgt voor een correcte registratie

van uren, vakantie en verlof volgens de wettelijke en cao-regelgeving.

Daarnaast is het mogelijk om met UiB een werkplanning te maken.

UiB is ontwikkeld en wordt up-to-date gehouden in nauwe samenwerking

tussen de SBA en KNMP, in opdracht van cao-partijen. Het programma

wordt gefinancierd uit de brancheafdracht aan de SBA. Zodoende kan

de SBA het programma zonder extra kosten ter beschikking stellen aan

openbare apotheken (waaronder ook clusterapotheken en ketenapotheken).

Twaalfhonderd apotheken maken gebruik hiervan.

Page 43: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

43

Deskundigheids­bevordering

In dit hoofdstuk staat het volgen van nascholing centraal. In artikel 38

van de Cao Apotheken 2014 is een minimumregeling opgenomen ter

bevordering van scholing van werknemers. Deze regeling bestaat uit een

studiekostenvergoeding per salarisschaal en dienstverband. Bijvoorbeeld:

de studiekosten-vergoeding bij een dienstverband van 24 uur of meer in

salarisschaal 6 is € 750,- per jaar.

Onder studiekosten vallen:

• cursus-, les- of schoolgelden;

• kosten examens;

• kosten boeken en studiemateriaal;

• lesuren buiten werktijd besteed aan studie;.

• bij E-learning worden de studiebelastingsuren (SBU) van door SANA

gecertificeerde cursussen vergoed.

5.1 Nascholing (cursussen)

Tabel 18 laat de verhouding zien tussen klassikale en e-learning cursussen van

verschillende aanbieders.

Tabel 18 Verhouding aangeboden cursussen per thema

Jaar/thema Communicatie/kwaliteit/P&O logistiek

Farmaceutisch inhoudelijk

2014 klassikaal 28% 72%

2014 E-learning 13% 87%

Farmaceutisch inhoudelijke cursussen worden het meest aangeboden.

5

Page 44: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

44

5.2 Aantal uren nascholing

Het aantal cursussen en het gemiddeld aantal studiebelastingsuren per

medewerker zijn de afgelopen jaren toegenomen27. Daarnaast zijn de

cursussen de afgelopen jaren korter (minder uren) geworden. Er is steeds

meer behoefte aan korte cursussen, waarbij een actueel thema wordt belicht.

Tabel 19 Nascholing gevolgd door apothekersassistent

Aantal cursussen per assistent 2014

Aantal cursussen per assistent 2013

Gemiddeld aantal SBU 2014

Gemiddeld aantal SBU 2013

E-learning 3,10 2,65 7,68 7,33

Klassikale nascholing 1,4 1,06 8,79 7,80

Aanbieders van SANA-geaccrediteerde nascholing zijn verplicht om de

behaalde scholingspunten in te voeren. SANA rapporteert jaarlijks over

de totalen. Uit deze cijfers blijkt ook dat de groei van e-learning doorzet

ten opzichte van scholing met fysieke bijeenkomst(en). Van alle uren

geaccrediteerde nascholing, werd in 2014 70% via e-learning of andere

individuele vormen van nascholing behaald. In 2013 was dat nog 67%.28

5.3 KAOF

In het Kwaliteitsregister Apothekersassistenten Openbare Farmacie (KAOF)

kunnen apothekersassistenten zich registeren en hun geaccrediteerde

bijscholing bijhouden. In 2014 hebben bij het KAOF geregistreerde

apothekersassistenten meer nascholing gevolgd dan in 2013. In 2014 hebben

zij in totaal 67.445 uren nascholing gevolgd. Dat is 37% meer dan in 2013 met

49.132 uren nascholing. Deze stijging is deels te verklaren uit het hoger aantal

KAOF-geregistreerden. In 2014 waren er 6.037 geregistreerden, 18% hoger

dan in 2013 met 5.134 geregistreerden.

In 2014 is het gemiddelde aantal uren nascholing voor het eerst in drie jaar

tijd weer gestegen. In 2014 volgden geregistreerden gemiddeld 11,2 uur

nascholing per jaar, terwijl dat in 2013 nog een gemiddelde van 9,6 uur was.

27 Bron: SBA klassikale en E-Studie cursussen 2014 - 201328 Bron: Sanaweb.nl; 7 mei 2015

Hoofdstuk 5 Deskundigheidsbevordering

Page 45: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

45

Hoofdstuk 5 Deskundigheidsbevordering

Hoewel meerdere factoren een rol kunnen spelen (bijvoorbeeld een groter

aanbod van geaccrediteerde nascholing), kunnen we voorzichtig concluderen

dat apotheekmedewerkers weer meer nascholing volgen. De dalende tendens

van de afgelopen jaren lijkt doorbroken te zijn. In het SBA-onderzoek over

nascholing begin 2014 heeft 32% van de respondenten (aantal 255) ook

aangegeven in 2014 meer uren aan nascholing te willen besteden dan in 2013.

Om kwaliteits geregistreerd te blijven in KAOF moeten apothekersassistenten

in totaal 60 tot 80 uren nascholing volgen in vijf jaar tijd.

Figuur 17 Gemiddeld aantal scholingspunten per jaar voor KAOF-geregistreerden

Page 46: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

46

Onderwijs en Arbeidsmarkt

In dit hoofdstuk staan de ontwikkelingen rond de opleiding

Apothekersassistent centraal. We beschrijven de ontwikkelingen van

het aantal studenten en het aantal gediplomeerden, zowel landelijk als

regionaal. Daarnaast gaan we in op de vraag naar en het aanbod van

stagiaires. Het hoofdstuk sluit af met de aansluiting van het onderwijs

op de arbeidsmarkt.

6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

Er is de afgelopen jaren veel veranderd in de openbare apotheek. De

aandacht is verschoven van het bereiden van geneesmiddelen naar het

leveren van farmaceutische zorg. Daarnaast is het steeds belangrijker om

samen te werken met andere zorgverleners en wordt van assistenten een

ondernemende, meer commerciële houding verwacht. Deze ontwikkelingen

vragen om andere competenties en kennis van apothekersassistenten. Dit

heeft invloed op de inrichting van de opleiding Apothekersassistent.

Nieuw kwalificatiedossier

In 2016 gaat het nieuwe kwalificatiedossier29 Apothekersassistent van

kracht, waarin de geschetste ontwikkelingen een plek hebben gekregen. De

grootste verandering in het nieuwe kwalificatiedossier is de verplaatsing van

bereidingsvaardigheden van de beroepsspecifieke basis naar het keuzedeel

‘Bereiden en aseptisch handelen’. Daarmee ontstaat in de beroepsspecifieke

basis vanaf 2016 ruimte voor het vak productzorg: het beschikbaar stellen van

geneesmiddelen en indien nodig deze voor toediening gereed maken.

Met het keuzedeel ‘Bereiden en aseptisch handelen’ kunnen studenten

zich vanaf 2016 voorbereiden op het werk in een bereidende openbare

apotheek, op de bereidingsafdeling van een ziekenhuisapotheek of bij een

doorleverende grootbereider.

29 In het kwalificatiedossier Apothekersassistent zijn de normen vastgelegd, waaraan een startende apothekersassistent moet voldoen. Het onderwijs is gehouden om de norm te realiseren die in het kwalificatiedossier is vastgelegd.

6

Page 47: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

47

Het beroepsgerichte basisdeel van het kwalificatiedossier is opgedeeld

in kerntaken. Aangezien ook in het nieuwe kwalificatiedossier de

terhandstelling van medicijnen centraal staat, is de eerste kerntaak het

verzorgen van medicatiebegeleiding. De tweede kerntaak is het begeleiden

en adviseren van cliënten los van de receptgang. De derde kerntaak is het

bieden van productzorg. En de vierde kerntaak is het werken aan kwaliteit

en deskundigheid.

Communicatie is binnen alle kerntaken de rode draad. Naast de kerntaken

kiezen studenten keuzedelen. De keuzedelen behelzen in totaal 15% van de

totale opleiding.

Studenten kunnen vanaf 2016 kiezen uit de volgende beroepsgerichte

keuzedelen:

• verdieping farmaceutische patiëntenzorg;

• bereiden en aseptisch handelen;

• intra- en transmurale zorg

• eerstelijns- en ketenzorg.

Daarnaast kunnen studenten vanaf 2016 kiezen uit twee niet-beroepsgerichte

keuzedelen:

• Duits in de beroepscontext;

• en doorstroom hbo gezondheidszorg30.

Figuur 18 Keuzedelen

Bron: Pharmaceutisch Weekblad 28 nov. 2014; 149-48, auteur: Marnix Westein

30 Het nieuwe kwalificatiedossier en de keuzedelen zijn beschikbaar via www.kwalificatiesmbo.nl

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

Page 48: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

48

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

6.2 Aantal studenten opleiding apothekersassistent

Het aantal studenten31 dat de opleiding tot apothekersassistent volgt,

schommelt sinds het schooljaar 2009/2010 maar blijft redelijk stabiel. Het

aantal ingeschreven studenten in 2013/2014 is 2.279. Het aantal ingeschreven

studenten is een stuk lager dan 10 jaar geleden, toen er 2.624 studenten

stonden ingeschreven. De exacte studentenaantallen van particuliere

aanbieders zijn niet bekend. In 2014 heeft de SBA een stage- onderzoek

uitgevoerd32, waaraan 1.179 apotheken meewerkten. Daaruit blijkt dat

ongeveer 9,5% van de stagiaires een particuliere opleiding volgen.

Tabel 20 Uitkomsten stage-onderzoek SBA 2014 33

Organisatie Stagiaires (%)

ROC 83%

Particulier 9,4%

Overig 5,4%

Weet niet 2,1%

In figuur 19 is het totaal aantal studenten te zien dat is ingeschreven bij de

opleiding apothekersassistent van een ROC. Ongeveer een derde van deze

studenten volgt het eerste jaar van de opleiding. De meeste studenten die

de opleiding apothekersassistent doen, hebben een vmbo tl-vooropleiding,

gevolgd door vmbo kader. Opvallend is dat het aantal studenten met een

havo-vooropleiding toeneemt.

Figuur 19 Landelijk: totaal aantal studenten en instroompercentage34

31 Als in dit rapport wordt gesproken over studenten, gaat het om studenten aan door de overheid bekostigde onderwijsinstellingen. In dit geval de Roc’s

32 Bron; stage onderzoek SBA 201433 Bron: stage onderzoek SBA 201434 Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

Page 49: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

49

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

Opleidingsvarianten

De opleiding tot apothekersassistent wordt in twee varianten aangeboden op

het ROC:

• de beroeps opleidende leerweg (BOL);

• de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).

Studenten in de BOL-variant zitten vooral op school en lopen een beperkt

aantal dagen stage in de apotheek. BBL-leerlingen hebben een dienstverband

van 24-32 uur in de apotheek en gaan meestal een dag per week naar school.

Verreweg de meeste studenten volgen de BOL-opleiding (zie figuur 20).

Over de afgelopen vijf jaar volgt gemiddeld 85% van de studenten de BOL-

opleiding.

Figuur 20 Verhouding aantal studenten BOL versus BBL

Het aantal apotheken met BBL-leerlingen is in 2011 gehalveerd ten opzichte

van het jaar 2000. Het ontbreekt apotheken aan tijd om BBL-leerlingen te

begeleiden. Daarnaast hebben apotheken steeds minder financiële middelen

ter beschikking om een BBL-leerling in dienst te nemen. Tussen 2008 en

2012 konden apotheken gebruikmaken van een BBL-subsidie35 via de SBA als

tegemoetkoming in de kosten. De subsidieregeling is eind 2012 beëindigd. Dit

verklaart waarschijnlijk de grote toename van instromende studenten in dat

jaar.

Tabel 21 Aantal instromers BBL

2009 2010 2011 2012 2013

instroom BBL 116 106 146 226 100

35 Meer informatie over BBL-subsidie en andere subsidieregelingen is te vinden op www.sbaweb.nl

Page 50: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

50

84% van de gediplomeerden gaat aan het werk

Tussen 2008 en 2013 hebben gemiddeld 675 studenten hun diploma

apothekersassistent gehaald. Het aantal (verwachte) gediplomeerden van

de afgelopen jaren ligt onder dit gemiddelde. De doorstroom naar het

hbo is beperkt. Figuur 21 laat zien dat zo’n 84% van de gediplomeerden

niet doorstroomt en dus gaat werken. Het grootste deel van deze

gediplomeerden gaat werken in de openbare apotheek. Cijfers van het

Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA) laten zien dat in 2013 ‘339’

en in 2014 ‘442’ nieuwe apothekersassistenten zijn ingestroomd. Gemiddeld

stroomt slechts 15% van de gediplomeerden door naar het hbo.

Figuur 21 Gediplomeerden en doorstroom 2008 t/m 2013

* Het aantal gediplomeerden in 2013 is indicatief, is nog niet vastgesteld. Daarom is het aantal doorstromers ook nog niet bekend.36

6.3 Regionale ontwikkelingen opleiding apothekersassistent

Gelet op de bevolkingsdichtheid in de verschillende regio’s, is het aantal

studenten goed verdeeld over de regio’s. De meesten studenten bevinden

zich naar verhouding in de vier grote steden. Daar is de bevolkingsdichtheid

groter en daar zijn ook de meeste apotheken gevestigd. Uit data van

het Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA) blijkt dat de meeste

apothekersassistenten werkzaam zijn in de provincies Noord-Holland, Zuid-

Holland, Gelderland, Utrecht en Brabant.

36 Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

Page 51: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

51

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

Figuur 22 Ontwikkeling leerlingenaantallen per regio

6.4 Vraag en aanbod op de stagemarkt

De SBA heeft in 2014 een onderzoek uitgevoerd naar de stageproblematiek

in de apotheek. Aanleiding hiervoor waren signalen dat de aansluiting

tussen vraag naar en aanbod van stageplaatsen binnen apotheken niet

goed is. ROC’s geven aan dat er te weinig stageplaatsen zijn voor leerlingen

van de opleiding tot apothekersassistent (BOL/BBL) of dat een tekort aan

stageplaatsen dreigt te ontstaan. Deze signalen zijn opmerkelijk, aangezien

er voldoende apotheken aangemerkt zijn als erkend leerbedrijf.

Uitkomsten stage­onderzoek

Uit het onderzoek blijkt de omvang van de vermeende stageproblematiek

mee te vallen. Het tekort aan stageplaatsen is het afgelopen schooljaar

beperkt gebleven tot 2% bij de BOL-leerweg en 5% bij de BBL-leerweg. Het

huidige tekort zit vooral bij de eerstejaars studenten (tekort van 3%). Ook

regionaal lijkt de omvang van de stageproblematiek mee te vallen. Er zijn

minimale regionale verschillen. Dit is opvallend omdat een groot deel van de

ROC’s aangeeft dat het aantal stageplaatsen de afgelopen vier schooljaren is

afgenomen. Hoewel het tekort aan stageplaatsen mee lijkt te vallen, moesten

de ROC’s veel moeite doen om hun studenten in 2014 aan een stageplaats

te helpen. De helft van de ROC’s voorziet voor de lange termijn een

afname van het aantal stageplaatsen. De ROC’s in de Randstad verwachten

verhoudingsgewijs vaker een tekort.

Page 52: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

52

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

Tevredenheid over de kennis en vaardigheden van stagiaires

Het is gebleken dat 53% van de apotheken tevreden is over de kennis en

vaardigheden van de stagiaires. 12% is ontevreden37.

Figuur 23 Uitkomsten stage onderzoek 2014 tevredenheid vakkennis en vaardigheden

Oorzaken afname stageplaatsen

Belangrijke oorzaken voor de afname van stageplaatsen zijn volgens de

ROC’s het gebrek aan capaciteit of tijd om stagiairs te begeleiden in de

apotheek. De bezetting in apotheken staat onder druk door veranderingen

en bezuinigingen en de werkdruk neemt toe (zie paragraaf 4.2). Eén op de

tien apotheken denkt dat zij op de lange termijn minder stageplaatsen zullen

aanbieden. Hierbij noemen de apotheken dezelfde redenen als de ROC’s.

Daarnaast lijkt het erop dat het gemiddeld aantal stagiairs per apotheek

ook zal dalen bij de groep apotheken die tot nu toe trouw stageplaatsen

aanbiedt.

Winst te behalen in de organisatie van de stage

Zowel de ROC’s als de apotheken benoemen verschillende knelpunten

rondom het plaatsen en begeleiden van stagiairs. De belangrijkste

knelpunten zijn vooral de hoeveelheid tijd die het apotheken kost

(voorbereiding, begeleiding, administratieve afhandeling, etcetera) en het

maken van een goede match tussen apotheek en stagiair. ROC’s zeggen

dat het vooral lastig is om eerstejaars te plaatsen. ROC’s en apotheken

hebben dan ook vooral behoefte aan hulpmiddelen om de tijdsbelasting te

minimaliseren en aan meer contactmomenten tussen beide partijen om een

goede match te maken.

37 Bron: stage onderzoek SBA 2014

Page 53: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

53

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

6.5 Opleiding Farmaceutisch consulent en operationeel manager

Opleiding Farmaceutisch consulent

Sinds enkele jaren is er een hbo-opleiding Farmaceutisch consulent. De

opleiding is opgezet omdat er behoefte is aan een schakel tussen apotheker

en apothekersassistenten. Sinds de start van de opleiding hebben in totaal

zo’n 450 studenten hun diploma voor deze opleiding behaald. Niet al deze

afgestudeerden zijn in de branche werkzaam als farmaceutisch consulent.

In 2014 zijn namelijk 121 farmaceutisch consulenten ingeschaald op hun

niveau ten opzichte van 101 in 2013. Deze aantallen geven een enigszins

vertekend beeld, aangezien er ook apothekersassistenten zijn die deels als

farmaceutisch consulent werken. Die aantallen zijn echter niet bekend. Saxion

Next gaat een onderzoek doen naar de verklaring voor de teruglopende

studentenaantallen.

Tabel 22 Instroom en afgegeven diploma’s opleiding Farmaceutisch consulent38

Farmaceutisch consulent 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Instroom 89 29 75 35 37 27

Afgegeven diploma’s 46 65 83 69 41 25

Opleiding Operationeel managers

De meeste Operationeel Managers (OM-ers) die zijn doorgegroeid vanuit een

functie binnen de apotheek, hebben de opleiding Farmakunde gevolgd. Deze

is te volgen aan de Hogeschool Utrecht.

Per jaar stromen er 129 voltijd- en 25 deeltijdstudenten in bij deze opleiding.

Van de voltijd- studenten is bekend dat 49% de studie binnen 5 jaar heeft

afgerond. Van de deeltijd- studenten zijn geen cijfers bekend. Behalve

in apotheken gaan afgestudeerden aan de slag bij groothandels en in de

farmaceutische industrie.

38 Bron: Saxion Next

Page 54: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

54

Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt

6.6 Aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt

Gelet op het aantal vacatures en aantal gediplomeerden, biedt de

arbeidsmarkt goede kansen voor starters. Er zijn meer vacatures dan kunnen

worden ingevuld door starters. De overige vacatures worden ingevuld door

herintreders en medewerkers die van werkgever veranderen.

Figuur 24 Relatie vacatures - gediplomeerden

Page 55: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

55

Bronnenlijst

De volgende bronnen zijn bij het opstellen van deze Arbeidsmarktmonitor

geraadpleegd:

• Arboned 2014

• Arboned 2015: Jaarrapportage Vertrouwenspersoon en Calamiteitenopvang

2014

• Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

• KNMP: Contouren Toekomstvisie Farmaceutische Zorg 2020

• KNMP.nl: Uitwerking van de Toekomstvisie Farmaceutische Patiëntenzorg

2020

• PMA bestand 2014 & 2013

• SANA: Sanaweb.nl; 7 mei 2015

• SBA: Uren in Balans

• SBA: Apotheekwerk

• SBA: Risico Inventarisatie en- evaluatie Apotheken

• SBA: Medewerkerstevredenheidsonderzoek Totaalrapport 2014

• SBA: Klassikale & E-Studie cursussen

• SCP.nl; raming aantal ouderen tot 2030

• SFK.nl

• SBA: stage onderzoek SBA 2014

• Saxion Next

• VaccincatieZorg 2015: Jaaroverzicht Prikpunt 2014

• Zorgatlas.nl: Aantal openbare apotheken per gemeente

Bijlage 1

Page 56: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

56

Bijlage 2Verklarende woordenlijst

Apotheek Apotheek is de naam van de plek waar men medicijnen verkoopt en (tegenwoordig steeds minder) vervaardigt.

Arbeidsjaar Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.

Arbeidsproductiviteit Verwerkingsgraad van het aantal receptregels per fte.

Baanwisselaar Een persoon die vrijwillig van werkgever wisselt.

Beroepsbevolking in de zorg Tot de beroepsbevolking in de zorg worden alle personen tussen de 15 en 65 jaar gerekend die ten minste 12 uur per week werken of willen werken (en actief op zoek zijn naar een baan in de zorg. Zowel werknemers, zelfstandigen en meewerkende gezinsleden tellen mee.

Cohort een groep scholieren die in hetzelfde schooljaar zijn begonnen aan dezelfde opleiding.

Deskundigheidsbevordering Bevordering van iemands deskundigheid d.m.v. (bij)scholing, vakliteratuur, collegiale consultatie enz

Doorstroom Doorstroom betreft wijzigingen in een taak waarbij de persoon een taak blijft uitoefenen in dezelfde functie. Van doorstroom is sprake wanneer een persoon geconfronteerd wordt met (1) uitbreiding of verkleining van een aanstelling of (2) het verloren gaan van een bestaande aanstelling in combinatie met een nieuwe aanstelling of taakuitbreiding elders (zelfde functie) of (3) een additionele aanstelling zonder dat een aanstelling verloren is gegaan.

Flexibele arbeidsrelatie Een baan van een werknemer waarbij sprake is van een arbeidsovereenkomst waarin (i) de afspraak over de arbeidsduur varieert en/of (ii) de duur van de betrekking bepaald is.

FTE Fulltime-equivalent (voltijdbanen). Het is een rekeneenheid waarmee de omvang van een dienstverband of de personeelssterkte kan worden uitgedrukt.

Gewerkte uren Het totaal aantal uren feitelijk gewerkte tijd van iemand die betaalde arbeid verricht.

Instroom De nieuwe instroom van personen op de arbeidsmarkt die eerder nog niet tot de werkzame beroepsbevolking behoorden. Daarbij kan het gaan om gediplomeerde schoolverlaters maar ook om herintreders.

MTO Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Page 57: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

57

Bijlage 2 Verklarende woordenlijst

Onvervulde vraag Het onvervulde deel van de totale vraag. Deze vraag neemt toe als niet volledig in de jaarlijkse vraag naar nieuw personeel kan worden voorzien.

Regio Provincie

RI&E Risico inventarisatie en - evaluatie

Uitbreidingsvraag De groei van de werkgelegenheid in positieve of negatieve zin

Uitstroom Personen die het jaar ervoor in de apotheek werkzaam waren en in het huidige jaar niet meer. Een deel van de uitstroom is definitief (volledig arbeidsongeschiktheid, uittrede naar VUT of pensioen, overlijden).

Uitval Voortijdig schoolverlaten

Vacature Een onbezette arbeidsplaats. Volgens de CBS-definitie is een vacature een arbeidsplaats waarvoor, binnen of buiten een onderneming of instelling, personeel wordt gezocht dat onmiddellijk of zo spoedig mogelijk kan worden geplaatst. Net als een arbeidsplaats kan ook een vacature een deeltijdfunctie betreffen.

Vervangingsvraag Vraag naar personeel als gevolg van uitstroom, functieverkleiningen of functiewijzigingen.

WDO Werkdrukonderzoek

Werkgelegenheid Het totaal aan banen van werknemers en zelfstandigen, plus openstaande vacatures.

Werknemer Mensen die arbeid verrichten tegen loon of salaris. Ook directeuren-grootaandeelhouders horen hiertoe, voor zover ze op de loonlijst van een bedrijf staan.

Werkzame personen (of werkenden)

Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week.

Ziekteverzuim Een werknemer komt als gevolg van ziekte zijn arbeidsovereenkomst niet na.

Page 58: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

58

Bijlage 3 Methodologische verantwoording

De Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA) brengt sinds 2001 iedere twee

jaar een arbeidsmarktmonitor uit. Deze arbeidsmarktmonitor 2015 brengt

de SBA zelf uit, gebaseerd op data die de SBA tot haar beschikking heeft en

externe bronnen.

Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA)

De kwartaalbestanden van PMA bevatten de volgende gegevens van

apotheken die premie afdragen over het brutoloon van de apotheek-

medewerkers niet zijnde apothekers: NAW over de apotheek en PMA

nummer en NAW (meisjesnaam), geboortedatum, geslacht, functie, PMA

nummer en aantal contracturen per week van de apotheekmedewerkers.

Deze gegevens gebruiken we voor de diverse tabellen in het rapport. Door

het ‘opschonen’ van de cijfers wijken zij enigszins af van de SFK cijfers. In de

“schone”cijfers komen geen medewerkers met meerdere contracten voor.

SBA Apotheekwerk

SBA Apotheekwerk is de vacaturebank voor apotheekmedewerkers.

Apotheek werk heeft een marktbereik van 85% voor de gehele apotheek-

branche en 95% in de openbare apotheekbranche. Apotheekwerk is

daarmee een betrouwbare bron voor vacatures die extern zijn uitgezet en

kan vanuit die invalshoek vraag en aanbod op de arbeidsmarkt analyseren.

Apotheekwerk biedt geen informatie over werkgelegenheid die intern wordt

vervuld.

Onderwijsdata

De SBA heeft gebruikgemaakt van gegevens van de Dienst Uitvoering

Onderwijs (DUO) omtrent de instroom leerlingen, doorstroom en diploma-

rendement van leerlingen. Daarnaast heeft de SBA in 2014 een stage

onderzoek gedaan onder 1.179 apotheken en 25 ROC’s, naar de aansluiting

van vraag en aanbod op de stage-markt. Hiermee geeft dit onderzoek een

representatief beeld van de ontwikkelingen op dit terrein in de branche.

Bijlage 3

Page 59: SBA Arbeidsmarktmonitor - SBAweb · 5.1 Nascholing (cursussen) 43 5.2 Aantal uren nascholing 44 5.3 KAOF 44 Hoofdstuk 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt 46 6.1 Ontwikkelingen in het onderwijs

59

Bijlage 3 Methodologische verantwoording

Verzuim

De verzuimcijfers zijn beschikbaar gesteld door Brancheloket Apotheken.

Hierbij zijn 600 apotheken aangesloten, aangevuld met cijfers van openbare

apotheken die niet zijn aangesloten bij Brancheloket maar wel bij Arboned.

Deze cijfers zijn aangeleverd door Arboned.

Stichting Farmaceutische kengetallen (SFK)

De SFK is een stichting die naast de KNMP is opgezet en die zich sinds 1990

bezighoudt met het verzamelen en analyseren van gedetailleerde gegevens

omtrent het geneesmiddelengebruik in Nederland.

RI&E

Voor het overzicht dat is opgesteld is gebruik gemaakt van het kwalitatieve

databestand 2014. Dit bestand is eigendom van Stichting Bedrijfsfonds

Apotheken. De analyse is gemaakt op basis van de risico’s die voortkomen

binnen totaal 210 apotheken. De meest voorkomende meldingen van risico’s

binnen apotheken worden gepresenteerd in de tabel.

MTO

Voor de uitkomsten en conclusies MedewerkersTevredenheidsonderzoek

(MTO) is gebruik gemaakt van het databestand 2014. Dit databestand

is geanonimiseerd ter beschikking gesteld door Zorg en Innovatiegroep

aan Stichting Bedrijfsfonds Apotheken. Bij de gemiddelde waarden van

tevredenheid wordt een normscore gehanteerd van 3,7. Dit betekent dat

medewerkers (zeer) tevreden zijnover de aspecten die hoger scoren dan

de normscore. Aspecten die lager scoren dan de normscores vormen de

prioriteiten voor de korte en langere termijn. Totaal aantal respondenten die

in 2014 het MTO hebben ingevuld betreft 2579.

UiB

Uren in Balans is een urenregistratieprogramma, welke door 1.200 openbare

apotheken wordt gebruikt. In dit programma is de Cao Apotheken verwerkt.

Als de openbare apotheken dit programma goed gebruiken volgen zij de Cao

Apotheken. Het JaarUenSysteem saldo geeft aan het einde van het jaar aan

hoeveel er per saldo is overgewerkt. Dit gegeven is gebruikt voor Hoofdstuk

2 Tabel 6, Gemiddeld aantal overuren versus gemiddeld aantal contracturen

2014. Voor hoofdstuk 2 Tabel 2 Grootte van de apotheken zijn de gegevens

over de apotheken met aantal medewerkers verbonden aan de apotheek uit

UiB gebruikt.