Samenwerking UWV-
Belastingdienst (SUB): Ontwerp Applicatieondersteuning
en Infrastructuur ‘Ontvangen’
Inzending voor het eerste Nederlands Kampioenschap ICT Architectuur
Colophon
Titel : Samenwerking UWV-Belastingdienst (SUB):
Ontwerp Applicatieondersteuning en Infrastructuur ‘Ontvangen’ Datum : 15-10-2004
Auteurs : Henk Jonkers (Telematica Instituut)
Saco Bekius (Belastingdienst/Centrum voor ICT)
Maria-Eugenia Iacob (Telematica Instituut)
V
Inhoudsopgave
1 Inleiding 7 2 Architectuurbeschri jving voor SUB 8 2.1 Procesarchitectuur: Klant-tot-klantprocessen 8 2.2 Procesview – Verwerken PANA-bericht 9 2.3 Applicatieondersteuning deelproces – Ontvangen 10 2.4 ‘Mediumonafhankelijk verwerken’: Applicatietaken en infrastructuur 11 2.5 ‘Ontvangen PANA’ (mediumafhankelijk): Applicatietaken en infrastructuur 12 2.5.1 Ontvangen PANA elektronisch - klein 13 2.5.2 Ontvangen PANA elektronisch - groot 13 2.5.3 Ontvangen PANA papier 14 2.5.4 Ontvangen PANA elektronisch - web 15 2.6 Infrastructuur 16 Appendix A - ArchiMate-notat ie 18
7
1 Inleiding
Het kabinet heeft in het Strategisch Akkoord het voornemen opgenomen de premie-inning
van de werknemersverzekeringen van het UWV uit te besteden aan de Belastingdienst, in
het kader van het wetsvoorstel Walvis (Wet Administratieve Lastenverlichting en
Vereenvoudiging in de Sociale Verzekeringen). Inmiddels is het wetsvoorstel Wet
financiering sociale verzekeringen (Wfsv) ingediend waarin de samenwerking tussen
Belastingdienst en UWV nader wordt geregeld. Het project SUB (Samenwerking UWV-
Belastingdienst) heeft de verantwoordelijkheid om een deel van de administratieve
verwerking voor de UWV te realiseren.
In het kader van de gecombineerde inning van loonbelasting en premies vindt momenteel
bij UWV en Belastingdienst op grote schaal systeemontwikkeling plaats. Bij de Belasting-
dienst betreft dit, naast nieuwbouw, aanpassing van een groot aantal bestaande systemen.
De prestatie-eisen aan de gewijzigde systemen zijn aanzienlijk; het gaat om massale
gegevensstromen met extreme piekbelastingen. Dit maakt het noodzakelijk om een daarop
toegeruste infrastructuur in te richten.
Er is gekozen om, naast de methode die het ontwikkelteam van SUB hanteert, een deel van
het ontwerp van de systemen ‘over te doen’ met de enterprise-architectuurtaal ontwikkeld in
het ArchiMate-project (http://archimate.telin.nl). Hiermee brengen we de bedrijfsprocessen,
ondersteunende applicaties en technische infrastructuur in hun samenhang in kaart.
In Hoofdstuk 2 presenteren we een aantal views op de enterprise-architectuur van SUB,
waarbij we vanuit een globaal overzicht van processen steeds verder inzoomen op
specifieke bedrijfsprocessen, ondersteunende applicaties en technische infrastructuur. We
hebben hier ervoor gekozen om SUB niet in de gehele breedte te modelleren, maar voor
een duidelijk afgebakende selectie ‘de diepte in te gaan’ . De nadruk ligt hierbij op het
deelproces ‘Ontvangen’.
Omdat de applicaties en infrastructuur voor SUB nog volop in ontwikkeling zijn was het niet
mogelijk om steeds van de meest actuele gegevens uit te gaan. De modellen geven daarom
niet de laatste stand van zaken weer, maar een momentopname uit het ontwikkeltraject.
8
2 Architectuurbeschrijving voor SUB
In dit hoofdstuk presenteren we in een aantal ‘views’ het werkgebied van SUB, vanuit het
perspectief van de Belastingdienst. Een overzicht van de gebruikte notatie staat in Appendix
A. Voor een uitgebreidere beschrijving van de ArchiMate-taal verwijzen we naar de
verschillende projectdocumenten op http://archimate.telin.nl. Een goed startpunt is de
ArchiMate Language Primer (Beschikbaar via de website).
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebruikte views met hun belangrijkste
stakeholders. Het betreft hier in de eerste plaats ontwerpviews, met verschillende typen
ontwerpers als de voornaamste belanghebbenden. Ze dienen als basis voor een
gedetailleerder ontwerp, en ter ondersteuning van de communicatie tussen verschillende
ontwerpers. Daarnaast kunnen de modellen, mits voorzien van de benodigde kwantitatieve
invoergegevens, gebruikt worden om een globale analyse uit te voeren van de benodigde
resourcecapaciteiten in de infrastructuur.
VIEW SECTIES BELANGRIJKSTE STAKEHOLDERS
1. Procesoverzicht 2.1 Management; Procesontwerpers
2. Klant-tot-klantproces 2.2 Procesontwerpers
3. Applicatieondersteuning
deelproces
2.3 Procesontwerpers;
Applicatieontwerpers
4. Applicatietaken en
infrastructuur
2.4, 2.5 Applicatieontwerpers;
Infrastructuurontwerpers
5. Infrastructuur met applicaties 2.6 Infrastructuurontwerpers
2.1 Procesoverzicht: Klant-tot-klantprocessen
Het procesoverzicht (Figuur 1) laat de belangrijkste klant-tot-klantprocessen gerelateerd
aan SUB in hun samenhang zien. Per proces wordt aangegeven door welke trigger(s) het
proces wordt opgestart. Dit kunnen tijdstriggers zijn, waarbij een proces periodiek wordt
uitgevoerd; berichtentriggers, waarbij een inkomend bericht aanleiding is voor het uitvoeren
van een proces; of triggers als gevolg van een bepaald signaal. Per trigger geven we aan
met welke frequentie deze ‘vuurt’ (d.w.z., het gemiddeld aantal keren per maand dat de
trigger plaatsvindt en het bijbehorende proces wordt opgestart).
In de procesarchitectuur laten we ook de belangrijkste berichten zien die tussen de klant-
tot-klantprocessen worden uitgewisseld. In ieder geval hoort bij elke berichtentrigger een
inkomend bericht. PANA-berichten (loonaangiftes) en correctieberichten worden op
dezelfde wijze afgehandeld. Een correctiebericht kan daarom als een specialisatie van een
PANA-bericht worden beschouwd. Het donker gekleurde proces wordt hierna in meer detail
uitgewerkt.
9
Uitreiken aangifte/betaal- hulpmiddelen
PANA
Verwerken PANA-bericht
Verwerken betaling
Signalen- en risicoafhandeling
Nominatief narekenen
PanaberichtCorrectie-
verplichting
uitworp
Aangifte-hulpmiddel
Correctie-bericht
Extern signaal
Innings-administratie
F=600 000/mnd
F=60 000/mnd
F=1/mnd
F=1/mnd
(F=360 000/mnd)
(F=60 000/mnd)
OLA
Figuur 1. Overzicht en samenhang klant-tot-klantprocessen
2.2 Procesview – Verwerken PANA-bericht
Elk klant-tot-klantproces uit de procesarchitectuur kan in meer detail worden uitgewerkt
• Uit welke deelprocessen bestaat het proces?
• Welke actoren zijn betrokken bij de uitvoering?
• Wat zijn de inkomende en uitgaande berichten?
• Welke interne administraties worden gebruikt?
In Figuur 2 doen we dit voor het centrale klant-tot-klantproces in SUB, het proces
“Verwerken PANA-bericht” uit Figuur 1. Het model geeft onder meer aan welk deel van het
proces door de Belastingdienst wordt uitgevoerd en welk deel door UWV. Hieruit kunnen
een aantal koppelvlakken tussen beide organisaties worden afgeleid: waar moeten
bijvoorbeeld gegevens worden overgedragen van de Belastingdienst naar UWV?
1 0
Verwerken Panabericht
Keten verwerking panaberichtBelastingdienst
Keten verwerking panaberichtUWV
Panabericht
Correctie-verplichting
Ontvangen
Innings-administratie
Heffings-administratie
Ontvangst-bevestiging
Heffen
Mededelinguitval
Meded.foutieve
nom.aangifte
Belastingdienst
MededelenMassaal
verwerkencorrecties
BvR
Afhandelenontvangst
Panagegevens
Polis-administratie
Herstelverzoek-administratie
Aangifte-plichtige/Consulent
UWV
F=660 000/mnd
Figuur 2. Klant-tot-klantproces: Verwerken PANA-bericht
2.3 Applicat ieondersteuning deelproces – Ontvangen
We modelleren nu het deelproces “Ontvangen” uit Figuur 2, onderdeel van het klant-tot-
klantproces “Verwerken PANA-bericht”, in meer detail.
We onderscheiden de verschillende stromen van PANA-berichten, afhankelijk van medium
en grootte. De activiteiten in dit deelproces worden weergegeven, waarbij we tevens
aangeven welke applicaties hierbij worden gebruikt.
PANA-berichten kunnen aangeleverd worden in twee fysieke vormen: op papier of
elektronisch. Berichten op papier worden via de applicatie DSC (document-scanning) ook
omgezet in elektronische vorm. Bij elektronische PANA-berichten maken we verder
onderscheid tussen berichten die via een webformulier worden aangeleverd (via applicatie
FOL, formulierern online), kleine berichten (< 2 MByte) die via SMTP met applicatie MOS
(message-oriented service) worden ontvangen en grote berichten (> 2 MByte) die via FTP
via applicatie FOS (file-oriented service) worden ontvangen.
Het eerste deel van het proces ‘Ontvangen’ verschilt per medium. De berichten worden
omgezet in een mediumonafhankelijk formaat, dat voor elk bericht op dezelfde manier wordt
verwerkt. Merk op dat de applicatie FOS (intern) wordt gebruikt bij zowel het ontvangen van
grote PANA-berichten als bij het mediumonafhankelijk verwerken van alle PANA-berichten
(bij de activiteit ‘converteren’).
1 1
Ontvangen
Mediumonafhankelijk verwerken
Ontvangen PANA elektronisch
Nominatievegegevens
FOS
MOS Berichten-service
AVANTi
Wacht-bestand
DCS
MededelenFOL
converterenaannemen en
controleren
Behandelen uitval
Ter beschikking
stellen
Bevestigen ontvangst
BvR BBA WGA
Ontvangen PANA papier
Ontvangen PANA doc
Ontvangen PANA klein
Ontvangen PANA groot
Ontvangen PANA web
groot:0,17 %
Scannen document
decoderenklein:
98,10%
web:1,72 %
OB2000
Panabericht
Panapapier
Panaelektronisch
Juridischarchief
F = 22 000/mnd
F = 638 000/mnd
FOSextern
FOSintern
Figuur 3. Detaillering deelproces Ontvangen met applicatieondersteuning
2.4 ‘Mediumonafhankeli jk verwerken’: Appl icatietaken en
infrastructuur
We werken nu eerst voor het deelproces “Mediumonafhankelijk verwerken” uit Figuur 3 de
applicatieondersteuning in meer detail uit. Per applicatie geven we de relevante
applicatietaken weer, evenals welke van deze taken worden gebruikt in het bedrijfsproces.
Mediumonafhankelijk verwerken
MessageStore
FOS Intern
AVANTi
Verwerken PANAStructuurconversie
Converteren Aannemen en controleren
Behandelen uitval
Ter beschikking
stellen
Bevestigen ontvangst
PANABestand
Aannemen bericht
OntvangenPANA
UKV intern bericht
Versturen PANA
PANA-gegevens aanleveren
Versturennominatieve
regels
XML-bericht conv. & splitsen
Opslaanbericht
10%
Verwijderenbericht
Wacht-bestand
Collectiefdeel
Nominatiefdeel
Nominatieveregels
Collectieveregels PANA
mediaonafh.
PANAdata
Figuur 4. Applicatietaken ter ondersteuning van het deelproces ‘Mediumonafhankelijk verwerken’
1 2
Applicatietaken worden ondersteund door infrastructurele voorzieningen. We onderscheiden
drie typen infrastructuurservices: • Verwerkingsservices (bijvoorbeeld geleverd door application-servers, maar ook
message-brokers en berichtenswitches) • Opslagservices/toegang tot data (bijvoorbeeld geleverd door databasesystemen) • Communicatieservices (geleverd door communicatiesoftware zoals MQ) • Communicatieservices worden vaak gebruikt om interacties (communicatie)
tussen applicatietaken mogelijk te maken.
Applicatieservices worden geleverd door systeemsoftwarecomponenten die zijn
toegewezen aan ‘devices’. In het geval van communicatieservices tussen devices gaat het
vaak om een combinatie van systeemsoftwarecomponenten aan beide zijden (bijvoorbeeld
queuemanagers), die samen een ‘channel’ voor communicatie realiseren.
Message-brokers maken gebruik van functionaliteit geleverd door queuemanagers. Dit
wordt weergegeven door een ‘used by’-relatie tussen de systeemsoftwarecomponenten QM
en MB.
AVANTI
FOS Intern
XML-berichtconverteren & splitsen
Aannemen bericht OntvangenPANA
UKV intern bericht
Versturen PANA bericht
DBtoegang
CICS
APFOSU4-FOS intern productie
Unix-cluster: UKV intern Berichtenserver
P-partitie - Mainframe (Exploitatie Particulieren en Ondernemingen)
Ch. FOS ->AVANTi
Ch. AVANTi->UKV
MQmessaging
Berichten- switch
QM
MQmessaging
QMQPE2
QMQPE1QM
XIB
MQmessaging
MB
DB2UAVIDB01
CICSpoort
fabriek
MQ Poort cluster
MessageStore Opslaan
bericht
MQmessaging
DBtoegang
MB
Unix Server - Message
Store
DBMS
QM
Ch.FOS->
Msg. store
Mesg.broker
Mesg.broker
Verwijderenbericht
Ch.AVANTi ->Msg. Store
MQmessaging
Wachtbestand
Collectiefdeel
Nominatiefdeel
Messageadmin. Admin.
Figuur 5. Infrastructuur ‘Mediumonafhankelijk verwerken’
2.5 ‘Ontvangen PANA’ (mediumafhankel i jk): Appl icat ietaken en
infrastructuur
Voor het mediumafhankelijk deel voor het ontvangen van elk van de vier berichtenstromen
werken we nu op dezelfde manier als voor “Mediumonafhankelijk verwerken” de
applicatieondersteuning en infrastructuur preciezer uit.
1 3
2.5.1 Ontvangen PANA elektronisch - klein
Als eerste werken we het ontvangen van kleine PANA-berichten via SMTP/MOS uit.
Ontvangen PANA elektronisch - klein
MOS
MTA in P44 inBAPI
uitpakkenMQ
sturen
Beveiliging en decryptieBehandelen post
Archiveren
Decoderen en autoriseren
Ontvangenbericht
Header en body
Verwerkenbericht
BAPI uitbak
BAPI inbak
MTA inbak
PANA-bericht
F=626 000/mnd
PANA-data
Opvolger OB2000
Sybasetoegang
Ch. MOS->FOS
APMOSU7-MOS productie
SybaseDBMS
BS
App.hosting
Executie-omgeving
QM
APFOSU4-FOS intern productie
QM
FOS intern
PANAmediaonafh.
Berichten-switch
Uitval-administratie
P44 uitval-behandeling
MQmessaging
Figuur 6. Applicatietaken en infrastructuur ter ondersteuning van het deelproces ‘Ontvangen PANA elektronisch - klein’
2.5.2 Ontvangen PANA elektronisch - groot
Voor de grote PANA-berichten via FTP/FOS doen we nu hetzelfde.
1 4
Ontvangen PANA elektronisch - groot
FOS Extern
FOSintern
PESIT in
Archivering
Decomp.&ontvangst
signaal
Decompressie
Behandelen post
Archiveren
Ontvangenbericht Decomprimeren
PANA-bericht
F=1085/mnd
PANAdata
Signaalsturen
Ontvangeninbound
bestanden
Zendeninbound
bestanden
Postbakkenexternepartijen
PANAmediaonafh.
APFOSU4-FOSintern productie,
APFOSU3
XIB
App.hosting
Executie-omgeving
Berichten-switch
APFOSU1- FOS extern productie,
APFOSU2
BS
FBXGateway
Figuur 7. Applicatietaken en infrastructuur ter ondersteuning van het deelproces ‘Ontvangen PANA elektronisch - groot’
2.5.3 Ontvangen PANA papier
Vervolgens doen we hetzelfde voor de PANA-berichten die op papier worden ontvangen en
met DCS worden gescand.
1 5
Ontvangen PANA papier
DCS
MQ sturen
DocumentconversieBehandelen post
ScannenOntvangen
bericht
PANA-bericht
F=22000/mnd
ScannenPanapapier
Panaelektronisch
PANAmediaonafh.
FOS intern
Ch. DCS->FOS
Document Conversie Systeem
APFOSU4-FOS intern productie
MQmessaging
QMQMBS
Berichten-switch
App.hosting
Executie-omgeving
Figuur 8. Applicatietaken ter ondersteuning van het deelproces ‘Ontvangen PANA papier’
2.5.4 Ontvangen PANA elektronisch - web
Tenslotte modelleren we het ontvangen van PANA-berichten via een webformulier, waarbij
de applicatie FOL wordt gebruikt.
1 6
Ontvangen PANA elektronisch - web
FOL
MQ sturen
Behandelen post
Sturen bericht
OntvangenPANA web
PANA-bericht
F=10915/mnd
PANAdata
On-line formulier
ontvangen
FOS intern
PANAmediaonafh.
Ch. FOL->FOS
FOL - Formulieren Online (2 of 3)
APFOSU4-FOS intern productie
MQmessaging
QMQMBS
Berichten-switch
App.hosting
Web Application
server
Figuur 9. Applicatietaken ter ondersteuning van het deelproces ‘Ontvangen PANA elektronisch - web’
2.6 Infrastructuur met applicaties
In de vorige sectie hebben we voor elke berichtenstroom apart de benodigde infra-
structurele faciliteiten geïdentificeerd. Nu geven we een overzicht van de totale SUB-
infrastructuur (Ontvangen).
Vervolgens kunnen we dan aangeven welke applicaties gebruik maken van welke
infrastructurele services. We redeneren nu dus vanuit de infrastructuur “naar boven”, in
tegenstelling tot het voorafgaande, waarvan we vanuit de applicaties “naar beneden” keken.
1 7
DBtoegangCICS
APFOSU4-FOSintern productie,
APFOSU3Unix-cluster: UKV intern
BerichtenserverP-partitie - Mainframe (Exploitatie Particulieren
en Ondernemingen)
Ch. FOS ->Msg. Store
Ch. AVANTi->UKV
MQmessaging
QM
MQmessaging
QMQPE2
QMQPE1QM
XIB
App.hosting
Executie-omgeving
MQmessaging
MB
DB2UAVIDB01
CICSpoort
fabriek
Berichten-switch
MQ Poort cluster
MQmessaging
DBtoegang
MB
Unix Server - Message Store
Messagedatabase
QM
Ch.FOS->Avanti
Mesg.broker
Mesg.broker
APFOSU1- FOS extern productie,
APFOSU2
BS
FBXGateway
MQmessaging
Ch.Avanti ->
Msg. Store
Opvolger OB2000
Sybasetoegang
APMOSU7-MOS productie
SybaseDBMS
BS
App.hosting
Executie-omgeving
Berichten-switch
Ch. MOS->FOS
MQmessaging
QM
Ch. DCS->FOS
Document Conversie Systeem
MQmessaging
QM
BS
Berichten-switch
App.hosting
Executie-omgeving
Ch. FOL->FOS
FOL - Formulieren Online (2 of 3)
MQmessaging
QM
BS
Berichten-switch
App.hosting
Web Application
server
UKV intern bericht
Message store
FOS internMOS AVANTi
FOS ExternDCS
FOL
Uitval-Admin.
Messageadmin.
Admin.
Figuur 10. Gebruik van de SUB-infrastructuur door de applicaties
1 8
Appendix A - ArchiMate-notatie
Basisconcepten
Meaning
Value
Object
Representation
Artifact
Process/function
Process
Function
Service
Activity
Event
Actor
Role
Component
Interface
provided
required
symmetric
Collaboration
Node
Device Systemsoftware
NetworkCommunication
path
Group
Specialisation
Composition
Aggregation
Assignment
Realisation
Triggering
Use
Access
Association
Junction
Product
Gespecialiseerde conceptern
Event
Tijdstrigger Berichten-trigger
Businessobject
Bericht Administratie
Network
LAN WAN
Infrastructureservice
Verwerkings-service
Opslag-service
Communicatie-service
Top Related