Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
RAMPBESTRIJDINGSPLAN Lesli Vuurwerk B.V. Inrichting: Lesli Vuurwerk B.V.,
locatie Heringsaweg 12-14 7134 RC te Vragender
Werkingsgebied: Gemeente Oost Gelre
Aanverwante documenten: Beleidskader rampbestrijdingsplannen VNOG,
30 oktober 2014
Regionaal Crisisplan 2016-2019 d.d. 29 oktober 2015
Veiligheidsrapport Heringsaweg Lesli vuurwerk BV
te Lichtenvoorde, d.d. 1 juni 2013, versie 4.0
Bedrijfsnoodplan: Lesli Vuurwerk B.V., Heringsaweg
12-14, 7134 RC Vragender, Versienummer:4.
Datum: 23 juni 2015
Bijbehorende kaarten: Schermafdrukken A en B, bijlage F.
Vaststelling: vergadering Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Noord-
en Oost-Gelderland d.d. ………… 2018.
Intrekking: Met de vaststelling van dit plan wordt het gemeentelijk
rampbestrijdingsplan vuurwerkopslag Lesli vuurwerk bv,
vastgesteld op 14 december 2009, ingetrokken.
Datum in werking treden: Nader vast te stellen
1
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
2
Inhoud 1 Algemeen ...............................................................................................................................................3
1.1 Doelstelling ....................................................................................................................................3
1.2 Leeswijzer ......................................................................................................................................3
1.3 Onderhoud rampbestrijdingsplan .........................................................................................3
2 Algemeen relatie tussen wettelijke planfiguren en incidentscenario’s ..........................5
2.1 Samenhang wettelijke planfiguren ......................................................................................5
2.2 Regionaal Risicoprofiel ..............................................................................................................5
2.3 Relatie Regionaal risicoprofiel, rampbestrijdingsplan en keuze scenario’s ..........5
2.4 Maatschappelijke impacteffecten bij een incident of crisis .........................................6
3 Algemene multidisciplinaire planvorming ..................................................................................7
3.1 Alarmering en operationele leiding ......................................................................................7
3.2 Crisiscommunicatie en bestuurlijke dilemma’s/aandachtspunten ...........................7
3.3 Risicocommunicatie ...................................................................................................................8
3.4 Multidisciplinaire oefenen ........................................................................................................8
3.5 Borging rampbestrijdingsinformatie in LCMS operationeel ........................................8
4 Aanvullende informatie en thema’s inrichting Lesli ............................................................ 10
4.1 Algemeen .................................................................................................................................... 10
4.2 GRIP opschaling ....................................................................................................................... 10
4.3 Incidenttype brandbare/explosieve stof en gekozen scenario’s ............................ 10
4.4 Impacteffecten bij een incident inrichting Lesli vuurwerk B.V. ............................. 11
4.5 Bestuurlijke aandachtspunten ............................................................................................ 12
4.5.1 Vergunningverlening ...................................................................................................... 12
4.5.2 Rollen burgemeester ...................................................................................................... 12
4.6 Crisis- en risicocommunicatie ............................................................................................. 13
4.6.1 Crisiscommunicatie ......................................................................................................... 13
4.6.2 Risicocommunicatie......................................................................................................... 13
4.7 Multidisciplinair Oefenen ....................................................................................................... 13
4.8 Borging rampbestrijdingsplaninformatie in LCMS operationeel ............................. 13
5 Bijlagen ................................................................................................................................................ 15
A: Burgemeestersrollen en vergunningverlening ................................................................ 16
B: Kader en uitgangspunten gebruik scenario’s Lesli ....................................................... 18
C: Vergunningverlening, toezicht en handhaving Lesli .................................................... 19
D: NL-alert boodschappen beginfase incident bij Lesli ..................................................... 21
E: Operationele informatie in LCMS operationeel ............................................................... 22
F: Schermafdrukken zoals opgenomen in LCMS ................................................................. 25
G: Afkorting en verspreidingslijst.............................................................................................. 27
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
1 Algemeen
1.1 Doelstelling Het hoofddoel van een rampbestrijdingsplan plan is het ondersteunen van de
bestrijding van een multidisciplinair(e) incident of ramp.
In dit rampbestrijdingsplan gaat het om de inrichting Lesli Vuurwerk BV,
locatie Heringsaweg 12-14, 7134 RC te Vragender (hierna Lesli genoemd),
gemeente Oost Gelre.
Met dit rampbestrijdingsplan wordt invulling gegeven aan artikel 17 van de Wet
veiligheidsregio’s (Wvr).
Het plan is opgesteld conform het bestuurlijk vastgestelde beleidskader Ramp- en
incidentbestrijdingsplannen Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) 2014.
Het rampbestrijdingsplan bestaat uit een generiek deel en een deel waarin locatiegerichte
thema’s van toepassing zijn, zoals:
Risico- en crisiscommunicatie;
Formuleren van (bestuurlijke) dilemma’s/aandachtspunten;
Input voor de multi- en monodisciplinaire oefenjaarplannen;
Input voor het herzien van het betreffende risico in het risicoprofiel en risicosturing in de
beleidscyclus en het crisisplan;
Het borgen van informatie in het Landelijke Crisis Management Systeem (LCMS) met als
doel het operationeel optreden en de bestuurlijke besluitvorming rondom een incident of
ramp.
Het rampbestrijdingsplan richt zich vooral op de eerste incidentfase (max. 8 uur) van een
grootschalig incident bij Lesli Vuurwerk BV, locatie Heringsaweg 12-14 te Vragender,
gemeente Oost Gelre.
1.2 Leeswijzer Het rampbestrijdingsplan bestaat uit twee delen. De hoofdstukken één tot en met drie zijn
generieke hoofdstukken. Dat betekent dat deze hoofdstukken ook voor vergelijkbare ramp-
en incidentbestrijdingsplannen gebruikt kunnen worden. Hoofdstuk vier is alleen van
toepassing voor het rampbestrijdingsplan Lesli vuurwerk BV te Vragender. In dit hoofdstuk
zijn ook de uitgevoerde of voorbereide activiteiten, zoals oefeningen, in het kader van het
ontwerpproces opgenomen. De bedrijfsspecifieke gegevens met een vertrouwelijk karakter
zijn niet in dit plan opgenomen, maar worden digitaal ter beschikking gesteld aan het
bestuur en/of de partijen die in het kader van de rampenbestrijding een operationele taak
vervullen.
1.3 Onderhoud rampbestrijdingsplan De VNOG moet conform het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr artikel 6.1.7 lid 2) tenminste
eenmaal per drie jaar bezien of het rampbestrijdingsplan moet worden herzien en
bijgewerkt. Hiertoe wordt jaarlijks de juistheid, de volledigheid en de bruikbaarheid van de
informatie in het rampbestrijdingsplan gecontroleerd en zo nodig bijgesteld. Bij essentiële
wijzigingen stelt het bestuur van de VNOG zo nodig tussentijds een nieuw
rampbestrijdingsplan vast. Na een daadwerkelijke inzet wordt dit rampbestrijdingsplan
geëvalueerd. Hierin neemt de VNOG het initiatief.
Betrokken partners totstandkoming van dit rampbestrijdingsplan Dit rampbestrijdingsplan is tot stand gekomen in samenwerking met Lesli, de Gemeente
Oost Gelre en de VNOG (Brandweer, GHOR, Crisisbeheersing). Het Waterschap ’Rijn en
IJssel’ en de Politie (eenheid Oost-Nederland) zijn op deelaspecten betrokken.
Door deze multidisciplinaire samenwerking hebben diverse partijen samengewerkt aan het
verkrijgen en uitwisselen van kennis van het risico bij het bedrijf Lelsli. Bij de
totstandkoming van dit plan is onder meer gebruik gemaakt van het Veiligheidsrapport
BRZO van Lesli, bedrijfsnoodplan van Lesli en het crisisplan.
3
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
Verspreiding Na bestuurlijke vaststelling wordt het plan door de VNOG aan de in de verspreidingslijst
genoemde diensten en instanties gestuurd (zie bijlage G). Betrokken diensten zijn zelf
verantwoordelijk voor het informeren van hun personeel. Ook bij een tussentijdse bijstelling
of bij de drie jaarlijkse update wordt het plan opnieuw verspreid.
4
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
2 Algemeen relatie tussen wettelijke planfiguren en incidentscenario’s
2.1 Samenhang wettelijke planfiguren Het crisisplan is, volgordelijk, de laatste van de drie wettelijke planfiguren zoals genoemd
in de Wet veiligheidsregio’s. Het crisisplan is leidend voor het rampbestrijdingsplan. De
andere twee wettelijke planfiguren zijn het regionaal risicoprofiel en beleidsplan. De
geïnventariseerde risico’s uit het regionaal risicoprofiel zijn input voor het beleidsplan. Deze
wettelijke planfiguren hebben een beleidscyclus van vier jaar.
Figuur 1: samenhang wettelijke planfiguren volgens Wet Veiligheidregio’s
2.2 Regionaal Risicoprofiel Het regionale risicoprofiel is de basis voor het beleidsplan en crisisplan. In het risicoprofiel
staan de geïnventariseerde regionale risico’s en de prioritering van deze risico’s. Op basis
van het risicoprofiel worden de hoogst geprioriteerde risico’s, of door het bestuur
aangewezen risico’s, gefaseerd verder uitgewerkt.
De VNOG heeft op 15 december 2016 het aangepaste regionaal risicoprofiel vastgesteld.
2.3 Relatie Regionaal risicoprofiel, rampbestrijdingsplan en keuze scenario’s Door het opstellen en uitvoeren van het rampbestrijdingsplan wordt bijgedragen aan het
verkleinen van zowel de waarschijnlijkheid als de impact van het risico in het regionale
risicoprofiel. Het rampbestrijdingsplan en de daarbij uitgevoerde activiteiten dienen bij het
actualiseren van het regionale risicoprofiel te worden meegenomen.
Voor de rampbestrijdingsplannen die de VNOG opstelt wordt gebruik gemaakt van de
maatgevende scenario’s zoals opgesteld in het veiligheidsrapport (op grond van het Besluit
risico’s zware ongevallen (Brzo)) van de betrokken inrichting.
Deze maatgevende scenario’s hebben een impacteffect van binnen de inrichting naar de
omgeving. Hiermee is een directe relatie gelegd tussen het veiligheidsrapport en het
rampbestrijdingsplan.
Het maatgevende scenario wordt ook wel het Meest Geloofwaardige Scenario (MGS) of
Maximum Credible Accident (MCA) genoemd. Dit maatgevende scenario overstijgt het
dagelijkse operationele werk van de Veiligheidsregio en vraagt bestuurlijke bemoeienis
(vanaf GRIP 3) maar is kleiner dan het worse case scenario (WCS).
De keuze voor de maatgevende scenario’s wil niet zeggen dat er geen andere scenario’s
5
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
kunnen optreden. Wel geeft het een “richting’’ en bandbreedte aan voor het opstellen van
het rampbestrijdingsplan waarbij de optredende effecten en crisisprocessen, in meer of
mindere mate grotendeels ook plaatsvinden bij andere potentiele scenario’s.
2.4 Maatschappelijke impacteffecten bij een incident of crisis De effecten bij een incident zijn meer dan alleen brand. De verzameling van mogelijke
effecten wordt de maatschappelijke impactcriteria genoemd.
Landelijk1 wordt de onderstaande onderverdeling gehanteerd:
Vitaal belang Maatschappelijke impactcriteria Territoriale veiligheid -aantasting van de integriteit grondgebied
Fysieke veiligheid -doden -ernstig gewonde en chronisch zieken -lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)
Economische veiligheid -kosten
Ecologische veiligheid -langdurige aantasting milieu en natuur (flora en fauna)
Sociale en politieke stabiliteit
-verstoring dagelijks leven -aantasting van positie lokale en regionale openbare bestuur -sociaal psychologische impact
Veiligheid cultureel erfgoed -aantasting cultureel erfgoed
Figuur 2: Maatschappelijke impacteffecten
Daarnaast kan het eerste effect ook nog vervolgeffecten hebben: de zogenaamde cascade
effecten. Bijvoorbeeld; een brand in de inrichting (1ste orde effect) kan mogelijk tot gevolg
hebben dat het oppervlakte water wordt verontreinigd (2de orde effect).
Voor het rampbestrijdingsplan Lesli is geen fysiek cascade effect te verwachten.
Omgevingsrisico’s die de inrichting kunnen bedreigen Naast de hiervoor genoemde maatgevende scenario’s met effecten van binnen de inrichting
naar de omgeving zijn er ook omgevingsrisico’s die de inrichting van buitenaf kunnen
bedreigen. Deze omgevingsrisico’s zijn voor het merendeel geïnventariseerd bij het
opstellen van het regionale risicoprofiel.
Deze omgevingsrisico’s kunnen de bedrijfscontinuïteit van de inrichting ontregelen en tot
mogelijk bovengemiddelde maatschappelijke impact leiden.
Er zijn geen maatgevende omgevingsrisico’s die een risico vormen voor de inrichting Lesli.
1 Handreiking Regionaal Risicoprofiel, www.regionaal risicoprofiel.nl
6
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
3 Algemene multidisciplinaire planvorming
3.1 Alarmering en operationele leiding De operationele diensten worden conform de standaard procedures gealarmeerd. Het
crisisplan VNOG is van toepassing op dit rampbestrijdingsplan. Voor nadere uitleg van de
crisisorganisatie, crisisprocessen en opschaling wordt dan ook verwezen naar het geldende
crisisplan.
Dit inrichting heeft een rol en eigen verantwoordelijkheid binnen de bestrijding en
beheersing van een mogelijk incident.
De inrichting dient te beschikken over een veiligheidsplan en draagt zorg dat
bedrijfsfunctionarissen met de juiste bevoegdheden aansluiten bij de verschillende
overleggen zoals COPI(Commando Plaats Incident), ROT (Regionaal Operationeel Team) en
Beleidsteam.
Figuur 3: Locaties crisisteams
3.2 Crisiscommunicatie en bestuurlijke dilemma’s/aandachtspunten De crisiscommunicatie is in een GRIP situatie volgens artikel 7 Wet veiligheidsregio’s de
verantwoordelijkheid van de burgemeester en valt daarmee onder de
bevolkingszorgprocessen.
De eerste prioriteit na het begin van een incident is dat de beeldvorming rondom het
incident eenduidig is voor alle betrokken partijen en als eenduidig beeld kan worden
uitgedragen. Goede afspraken en rolverdeling tussen de communicatiefunctionarissen van
de gemeente Oost-Gelre als bevoegd gezag, inrichting Lesli, politie en de VNOG zijn
cruciaal. Dit begint op CoPI niveau tijdens een GRIP 1. Bij een GRIP 2 en 3 gaan
bestuurlijke aandachtspunten een steeds meer zwaarwegende rol spelen. Deze maken ook
onderdeel uit van de crisiscommunicatie.
Ervaringen uit recente incidenten hebben geleerd dat de media snel start. Na het begin2 van
een incident, begint de media vragen te stellen over de oorzaak van het incident en de
mogelijke verantwoordelijken.
Begin 2015 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties3 de
Handreiking “bestuurlijk balanceren met risico’s en verantwoordelijkheden” met
kennisdocumenten gepubliceerd. Uit dit onderzoek is onder andere gebleken dat een aantal
thema’s cruciaal is voor het omgaan met incidenten.
Hoofdthema’s4 zijn:
Directe zorg: De zorg voor slachtoffers en feitelijke communicatie op basis waarvan mensen zichzelf of
anderen kunnen helpen.
Compassie en duiding: Na directe zorg is vooral een reactie van compassie van belang, waarmee wordt bedoeld
het kunnen begrijpen en vertolken van de emoties die leven bij (in)direct betrokkenen.
Zorgvuldig onderzoek en verantwoording Gedegen onderzoek naar de oorzaak van een incident voor een evaluatie van bestaande
veiligheidsmaatregelen mede omdat dit een nadrukkelijke verwachting is van de
Nederlandse burger.
2 Tussen 1 en 8 uur na aanvang van een incident. 3 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kwaliteit-en-integriteit-overheidsinstanties/verantwoord-omgaan-met-risicos 4 Handreiking “bestuurlijk balanceren met risico’s en verantwoordelijkheden’’, blz 39 t/m 43.
Crisisteam Locatie Adres Plaats Gemeentelijk beleidsteam Gemeentehuis Varsseveldseweg 2 Lichtenvoorde
Regionaal beleidsteam VNOG Europaweg 79 Apeldoorn
Regionaal operationeel
team
VNOG Europaweg 79 Apeldoorn
Commando Plaats incident
(CoPI)
Veilige locatie Lesli Vragender
7
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
Zorgvuldige afweging van eventueel aanvullend veiligheidsbeleid Nadat de oorzaak van een incident bekend is, kan een nieuwe afweging nodig zijn om te
bepalen of aanvullende veiligheidsregels/maatregelen redelijk zijn. Bij te snel toezeggen van
extra veiligheidsmaatregelen bestaat de kans op disproportioneel veiligheidsbeleid.
In bijlage A is generieke informatie opgenomen over de rol van de burgemeester en de
relatie met impacteffecten en vergunningverlening. Daarnaast wordt verwezen naar de
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing5.
Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters6,heeft de handreiking “Bestuurlijk
handelen bij crisis” en de mindmap “chemische incidenten’’ ontwikkeld.
3.3 Risicocommunicatie Risicocommunicatie is volgens de Wvr artikel 46 een taak van het bestuur van de
veiligheidsregio’s. In afwijking van wat de Wvr zegt, heeft het algemeen bestuur van de
VNOG op 30 maart 2011, conform beleid- en uitvoeringsplan risicocommunicatie Noord- en
Oost Gelderland besloten risicocommunicatie te beleggen bij zowel de Veiligheidsregio als
bij de gemeenten.
De provinciale risicokaart geeft burgers de mogelijkheid om inzicht op de risico’s in hun
woon- en werkomgeving te verkrijgen.
Voor de vaststelling van het rampbestrijdingsplan wordt de conceptversie ter inzage gelegd
voor de bevolking. Ingebrachte zienswijzen kunnen meegenomen worden in de definitieve
versie van het rampbestrijdingsplan. Vervolgens wordt het rampbestrijdingsplan
vastgesteld door het Algemene bestuur van de VNOG.
3.4 Multidisciplinaire oefenen De monodisciplinaire kolommen (brandweer, GHOR en bevolkingszorg) zijn als onderdeel
van de VNOG, samen met de politie, verantwoordelijk voor de geoefendheid van haar eigen
personeel. De inrichting specifieke thema’s dienen te worden geïntegreerd in het
monodisciplinaire oefenplan. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de kolommen.
Lesli heeft deze verantwoordelijkheid ook naar haar eigen medewerkers.
Het trainen van de multidisciplinaire teams, bestaande uit bovenstaande partners, is de
verantwoordelijkheid van de VNOG. Dit is opgenomen in het multidisciplinaire oefenbeleid
en belegd bij de afdeling crisisbeheersing van de VNOG. Hiermee wordt cyclisch invulling
gegeven aan het multidisciplinaire oefenen. Om te voldoen aan het Besluit veiligheidsregio’s
artikel 6.1.7. lid 1 moet tenminste één maal per drie jaar met de onderdelen van de
hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing een oefening te worden
gehouden waarbij het rampenbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid
wordt getoetst.
3.5 Borging rampbestrijdingsinformatie in LCMS operationeel De informatie uit dit rampbestrijdingsplan wordt geborgd in het Landelijke Crisis
Management Systeem (LCMS) onder het tabblad ‘voorbereide activiteiten’ . De opgeslagen
informatie heeft vooral betrekking op de beginfase (eerste 8 uur) van een incident. In
LCMS-viewer zijn een aantal kaartlagen voorbereid op basis van de gekozen maatgevende
scenario’s die het merendeel van de impacteffecten en operationele dilemma’s omvatten.
Door het prepareren van de informatie uit het rampbestrijdingsplan in LCMS is bij het
opstarten van een GRIP incident bij Lesli de informatie direct beschikbaar voor alle
betrokken hulpdiensten. De hulpdiensten blijven zelf verantwoordelijk voor de
kolomprocessen zoals die zijn benoemd in het vigerende crisisplan.
Wanneer vertrouwelijke gegevens van zowel hulpdiensten als Lesli van toepassing zijn, dan
worden deze wel benoemd maar niet inhoudelijk toegelicht.
5 www.infopuntveiligheid.nl 6 www. burgemeesters.nl
8
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
Cruciaal is dat bij het opstarten van een incident waarvoor GRIP wordt opgestart de CaCo
(signaleringsrol) en de hoogst leidinggevende ter plaatse (de leider CoPI) inzicht en
antwoord krijgen op de volgende twee vragen:
1.Is één van de benoemde maatgevende scenario’s van toepassing?
Zo, ja: dan kan de informatie rechtstreeks worden gebruikt.
Zo, nee: wijkt het daadwerkelijke incident essentieel af van de beschreven scenario’s in dit
rampbestrijdingsplan en heeft dit invloed op de impacteffecten en operationele optreden?
2.Is er een noodzaak om NL Alert te gebruiken?
Door iedere betrokken Officier van Dienst (OvD) kan opdracht worden gegeven aan de
CaCo om NL-Alert berichten te versturen.
9
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
4 Aanvullende informatie en thema’s inrichting Lesli
4.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de specifieke situatie van
Lesli. Verder wordt de relatie beschreven tussen het regionaal risicoprofiel en de
maatschappelijke impact van de scenario’s die betrekking hebben op Lesli.
Het doel is om een indicatief beeld te geven van de verschillende maatschappelijke impact
criteria rondom Lesli. Hiermee worden de beeld-, oordeel- en besluitvorming en de
communicatieprocessen bij een GRIP incident of ramp ondersteunt.
Vergunde hoeveelheden opgeslagen stoffen en kenmerkende risico’s Volgens de vergunning bestaan de locatie gebonden bedrijfsactiviteiten van Lesli Vuurwerk
B.V uit:
Maximaal 3052 ton opslag consumentenvuurwerk gevarenklassen 1.4S en 1.4G, Elke
vuurwerkbunker mag maximaal 50 ton vuurwerk bevatten;
Maximaal 625 ton opslag (vooral tuinmeubilair) van Lesli Living;
De opgeslagen hoeveelheid consumentenvuurwerk en Lesli Living artikelen (tuinmeubilair)
kan sterk variëren en is afhankelijk van de seizoenen.
De kenmerkende risico’s van het opgeslagen consumenten vuurwerk zijn:
Gevoelsbeleving van hulpverleners, burgers en bedrijven in de omgeving van Lesli;
Rookontwikkeling bij brand in compartiment, maar geen explosie.
Het kenmerkende effect van opgeslagen tuinmeubilair Lesli living is vooral de te verwachten
rookontwikkeling bij een brand.
Bij een incident is het, zeker in de eerste fase wanneer niet duidelijk, waar het zwaartepunt
van het incident ligt. Dit kan bij het opgeslagen tuinmeubilair zijn maar ook bij het
kantoorpand of en om de vuurwerkbewaarplaatsen.
4.2 GRIP opschaling Het is niet waarschijnlijk dat voor een incident bij Lesli wordt opgeschaald naar GRIP 2.
De kans op impacteffecten buiten het perceel is behoudens kortstondige rookoverlast
gering. Het is te verwachten dat crisiscommunicatie een belangrijk proces is. Dit komt door
de aard van de inrichting, de beleving en bijbehorende media-aandacht rondom
vergunningverlening, handhaving en toezicht. Om die reden is het inzetten van een zgn.
kern GBT met de focus op crisiscommunicatie, reëel. Dit hoeft niet te leiden tot een hogere
GRIP fase. Een flexibele opschaling, in dit geval specifiek gericht op de crisiscommunicatie,
past hier beter bij en ligt in de lijn van de te verwachten ‘flexibele GRIP’ ontwikkelingen.
4.3 Incidenttype brandbare/explosieve stof en gekozen scenario’s In het regionaal risicoprofiel is het incidenttype brandbare/explosieve stof opgenomen. Lesli
Vuurwerk b.v. is een inrichting dat onderdeel uitmaakt van dit incidenttype.
10
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
Figuur 4: Risicodiagram zoals opgenomen in het regionale risicoprofiel VNOG 2017-2020 Incidenttype brandbare/explosieve stof stationaire inrichting waaronder de inrichting LESLI is aangegeven met
Er is gebruik gemaakt van maatgevende scenario’s7 omdat die meer realistisch zijn dan
worse case scenario’s. De gekozen scenario’s zijn gebaseerd op het Veiligheidsrapport en
BEVI rapportage die zijn opgesteld voor Lesli vuurwerk B.V.
De scenario’s zijn daarnaast besproken en afgestemd met vertegenwoordigers van de
gemeente, Lesli en zijn de basis voor de COPI oefeningen en de bestuurlijke oefening.
De maatgevende scenario’s zoals opgesteld zijn:
Scenario A: Brand in het kantoorgebouw met escalatiemogelijkheden naar de aangrenzende
bewaarplaatsen.
Scenario B: Brand door botsing van heftruck tegen vrachtwagen en overslag naar laad- en
losperron.
Met deze scenario’s wordt het merendeel van de impacteffecten inzichtelijk die zich bij een
incident bij Lesli kunnen voordoen.
4.4 Impacteffecten bij een incident inrichting Lesli vuurwerk B.V. Het is te verwachten dat op basis van de scenario’s de impacteffecten van beide scenario’s
voor de omgeving beperkt zijn. Een incident bij Lesli kan wel tot eigen slachtoffers onder
het Lesli personeel leiden en daarmee (kleine) gevolgen hebben voor de lokale
werkgelegenheid en de betrokkenheid van lokale omgeving.
De impact is niet meer dan bij vergelijkbare bedrijven, qua omvang en omzet die niet onder
het BRZO regelgeving vallen.
Het maatgevende impacteffect is de veiligheidsbeleving rondom de inrichting Lesli vuurwerk
BV.
In deze inrichting wordt vuurwerk opgeslagen en daardoor wordt snel, ten onrechte, de
relatie gelegd met de vuurwerkramp in Enschede in mei 2000.
7 Het maatgevende scenario wordt ook wel het Meest Geloofwaardige Scenario (MGS) of Maximum Credible Accident (MCA) genoemd. Dit maatgevende scenario overstijgt het dagelijkse operationele werk van de Veiligheidsregio, vraagt bestuurlijke bemoeienis (vanaf GRIP 3) maar is kleiner dan het Worse Case Scenario (WCS).
11
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
Bij Lesli wordt echter uitsluitend, volgens de vergunning, consumentenvuurwerk
opgeslagen. De kans op een massaexplosie zoals bij de vuurwerkramp in Enschede is hierbij
te verwaarlozen.
Adequate risico- en crisiscommunicatie is effectief om de veiligheidsbeleving te kunnen
managen.
Risicocommunicatie kan bijdrage aan het algemene beeld over Lesli.
Wanneer echter de crisiscommunicatie tijdens een incident bij Lesli niet, te laat of verkeerd
wordt ingezet, zijn mediavragen zeker te verwachten. Hierdoor kan het gemeentebestuur,
bedrijf en de VNOG in verlegenheid worden gebracht.
Mogelijk kan de beleving van een incident bij Lesli impact hebben bij minder zelfredzame
bewoners en hun verwanten van zorginstellingen in Lichtenvoorde. In het kader van het
aanbieden van verantwoorde zorg ligt de eerste verantwoordelijkheid hiervoor bij betrokken
zorgaanbieder om hier aandacht aan te besteden.
Verder zijn gebruikelijke impacteffecten bij brand zoals rookontwikkeling in de directe
omgeving van Lesli in het benedenwinds gebied te verwachten.
4.5 Bestuurlijke aandachtspunten Bij de inrichting Lesli zijn potentieel twee bestuurlijke aandachtpunten te verwachten.
Ten eerste is het proces van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de
inrichting. Hiervoor is de provincie Gelderland bevoegd gezag.
Ten tweede de beleving van de omgeving en de media over vuurwerkopslag.
Beide zijn speerpunten voor crisiscommunicatie.
De bestuurlijke netwerkkaart nr.1 is van toepassing. (Rampenbestrijding algemeen en
handhaving openbare orde), zie bijlage A (http://www.ifv.nl/kennisplein/Paginas/bestuurlijke-netwerkkaarten-crisisbeheersing-zesde-druk.aspx)
4.5.1 Vergunningverlening De provincie Gelderland is bevoegd gezag voor alle BRZO bedrijven. De provincie heeft de Omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN) gemandateerd voor de
vergunningverlening en toezicht en handhaving.
De ODRN is bereikbaar via het algemene Calamiteitennummer provincie Gelderland voor
klachten/meldingen en incidenten. Dit telefoonnummer is 026-359 99 99. Belangrijk is om
na te gaan dat de melding via het calamiteitennummer daadwerkelijk aankomt bij de ODRN.
De Gemeente Oost Gelre is geen bevoegd gezag. De burgemeester is op basis van de
artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet wel de opperbevelhebber. De kans bestaat dan
ook dat de gemeente, als meest herkenbare bevoegd gezag, hierover toch wordt benaderd.
Het is van belang dat zo snel mogelijk na mediavragen over de vergunningverlening het
verantwoordelijk gezag (provincie Gelderland) informatie geeft over de
vergunningverlening, handhaving en het toezicht bij Lesli.
Mediavragen over het van toepassing zijnde bestemmingsplan of te verwachten ruimtelijke
ontwikkeling zijn in dit geval minder waarschijnlijk omdat de gebruikte effectcirkels bij de
vergunningverlening niet buiten de perceelgrens liggen.
Wanneer bij een incident twijfels ontstaan over de vergunde opslag en de feitelijke opslag
kan dit voor de politie en Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een reden zijn om een
strafrechtelijk onderzoek in te stellen.
4.5.2 Rollen burgemeester Tijdens het incident is het waarschijnlijk dat de rol van de burgemeester vrij snel verandert
naar Burgervader/moeder. Het is te verwachten dat het accent ligt op crisiscommunicatie.
In bijlage A wordt een overzicht van de verschillende rollen gegeven.
12
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
4.6 Crisis- en risicocommunicatie
4.6.1 Crisiscommunicatie Het is van cruciaal belang dat in het begin van een incident bij Lesli een eenduidig beeld
ontstaat van het incident, wat daarna ook eenduidig kan worden uitgedragen.
Het is dan ook van groot belang dat de communicatievoorlichters van betrokken
hulpverleningsdiensten (VNOG en politie) en gemeente elkaar weten te bereiken en kunnen
afstemmen. Dit geldt op alle niveaus (CoPI, ROT en GBT/RBT).
Wanneer een GRIP incident plaatsvindt bestaat de mogelijkheid dat er gebruik gemaakt
gaat worden van NL-Alert. Het meest waarschijnlijk is dat alleen communicatieberichten
nodig zijn die betrekking hebben op rookontwikkeling in het effectgebied.
Omdat de vuurwerkramp in Enschede uit 2000 nog in de beleving meespeelt dient de
crisiscommunicatie vooral te zijn gericht op het ontkrachten van de belevingen van burgers
in de omgeving en de landelijke en regionale media. Immers explosies zijn zeer
onwaarschijnlijk bij de opslag van louter consumentenvuurwerk.
De voorbereide NL-Alert berichten (rookontwikkeling ten gevolge van brand) staan in bijlage
D.
4.6.2 Risicocommunicatie Naast de reguliere risicocommunicatie om de burgers te informeren over een
rampbestrijdingsplan via de lokale media bestaat de mogelijkheid om de (woon)omgeving
specifiek te informeren over het bedrijf Lesli.
Het bedrijf Lesli heeft afgelopen jaren verzoeken voor een rondleiding en presentatie vanuit
de omgeving altijd positief gehonoreerd. Ook toekomstige aanvragen hiervoor worden in
principe positief gehonoreerd. Dit is een vorm van risicocommunicatie. De betrokken
partners, Lesli, de gemeente Oost Gelre en de VNOG hebben afgesproken, hiernaast, geen
extra invulling te geven aan de risicocommunicatie paragraaf.
Doelgroep Informatieverstrekking Eerste verantwoordelijke Burgers Website gemeente
Ter inzage op het gemeentehuis Website VNOG Ter inzage afd. Crisisbeheersing
Gemeente Oost Gelre VNOG
Omgeving bedrijf Lesli Op aanvraag. Bestaand beleid bedrijf continueren.
Bedrijf Lesli
Medewerkers bedrijf Interne communicatie Bedrijf Lesli
Hulpverleningsdiensten Voorlichting + plan Afzonderlijke hulpdiensten
Figuur 5: Informatieverstrekking over het rampbestrijdingsplan
4.7 Multidisciplinair Oefenen Om het voorliggende rampbestrijdingsplan voor Lesli goed in de praktijk te brengen, zijn
vier Commando plaats incident (CoPI) oefeningen georganiseerd in en is er één bestuurlijke
oefening georganiseerd. De opgedane ervaringen uit deze oefeningen zijn verwerkt in het
rampbestrijdingsplan en in LCMS.
4.8 Borging rampbestrijdingsplaninformatie in LCMS operationeel Het LCMS bestaat voor de gebruiker uit twee delen. Dit zijn LCMS-tekst en LCMS-viewer. De
informatie uit dit rampbestrijdingsplan in LCMS is als volgt opgebouwd.
In de operationele LCMS tekst omgeving zijn opgenomen:
o de crisiscommunicatieberichten (bijlage D) voor de beginfase van een incident;
o operationele informatie (bijlage E);
o doorverwijzing naar achterliggende documenten.
De feitelijke beeldvorming tijdens het incident is niet opgenomen. Dit dient door de
hulpdiensten, CoPI, ROT en GBT/RBT te worden ingevuld. Enerzijds is dit gedaan omdat de
feitelijke situatie kan afwijken van de voorbereide situatie en anderzijds omdat bij elk
incident de betrokken functionarissen zich moeten “inleven’’ in het incident.
13
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
In LCMS-viewer zijn de verschillende kaartlagen (o.a. totaalbeelden, bijlage F) opgenomen.
Deze kunnen worden aan of uit worden gevinkt, afhankelijk wat van toepassing is.
De rol van de CaCo is cruciaal bij het opstarten van LCMS en de voorbereide informatie van
Lesli.
14
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
5 Bijlagen
De bijlagen A t/m H die als basis dienen voor het borgen van de informatie in LCMS zijn als
volgt in gedeeld:
Bijlage A: Algemene informatie over vergunningverlening en rollen burgemeester -Bestuurlijke netwerkkaart nr. 1(Rampenbestrijding algemeen en handhaving openbare
orde) Link: (http://www.ifv.nl/kennisplein/Paginas/bestuurlijke-netwerkkaarten-crisisbeheersing-zesde-druk.aspx) -Overzicht mogelijk burgemeesters rollen
-Vergunningsverleningsinformatie over BRZO inrichtingen.
Bijlage B Kader en uitgangspunten gebruik scenario’s Lesli
Bijlage C Specifieke informatie over vergunningverlening, toezicht en handhaving t.b.v.
crisiscommunicatie
Bijlage D: NL-Alert boodschappen beginfase incident
Bijlage E: Operationele informatie in LCMS-tekst
Bijlage F: Schermafdrukken van kaartlagen zoals opgenomen in LCMS-viewer
Bijlage G: Afkortingen en verspreidingslijst
15
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
A: Burgemeestersrollen en vergunningverlening
Bij een incident bij Lesli zijn twee bestuurlijke aandachtspunten te verwachten:
1. De crisiscommunicatie m.b.t. de beleving van incidenten met vuurwerkbedrijven
2. Vragen rondom de vergunningverlening, toezicht en handhaving.
In de bestuurlijke netwerkkaarten wordt een aantal rollen van de burgemeester genoemd.
Naast deze rollen door burgemeesters zijn andere rollen ingevuld tijdens rampen en
crisissen. Deze zijn terug te lezen op de website van het genootschap van burgemeesters
(www.burgemeesters.nl/respons).
Boegbeeld: Het gezicht naar buiten, de media (vergunningverlening). Je bent steeds in
beeld, alle ogen zijn steeds op je gericht.
Burgervader/moeder: het gezicht naar de eigen bevolking: rots in de branding (de arm
om de schouder). Ontfermen over de getroffenen.
Buddy-rol: De burgemeester richt zich hierbij op een subgroep van getroffenen; voorbeeld:
gestrande treinreizigers
Belangenbehartiger: Hierbij gebruikt de burgemeester zijn netwerk om de overlast voor
de burgers zoveel als mogelijk te beperken.
Bruggenbouwer: Dit is de rol waarin de burgemeester én verantwoordelijk is, maar ook te
maken heeft met oplopende emoties onder de bevolking. Belangen van bewoners lopen niet
altijd parallel met de belangen van de overheid.
Hoge collectieve impact
(veel emotie)
Burgervader/moeder Bruggenbouwer
Lage collectieve impact
(weinig emotie)
Buddy Belangenbehartiger
Lage (politieke)
verantwoordelijkheid
Hoge (politieke)
verantwoordelijkheid Figuur 6: Boegbeeldrollen van de burgemeester
Vitaal belang Maatschappelijke impactcriteria
Burgemeestersrol
Territoriale veiligheid aantasting integriteit grondgebied n.v.t.
Fysieke veiligheid doden Burgervader
ernstig gewonde en chronisch zieken
Burgervader
lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften)
n.v.t.
Economische veiligheid kosten (eenmalig en structureel) Beslisser en/of bestuurder
Ecologische veiligheid langdurige aantasting milieu en natuur
n.v.t.
Sociale en politieke stabiliteit verstoring dagelijks leven Burgervader
aantasting van positie lokale en regionale openbare bestuur,
Bestuurder en boegbeeld
sociaal psychologisch incident Burgervader
Veiligheid cultureel erfgebied aantasting cultureel erfgoed n.v.t.
Figuur 7: Maatschappelijke impactcriteria
Vergunningverlening; juridisch kader BRZO inrichtingen Naast dat de provincie Gelderland bevoegd gezag is, is er nog meer regelgeving van
toepassing. Hieronder volgt een opsomming van specifiekere regelgeving:
Het Brzo 2015 is de wettelijke verankering van de zogenoemde Seveso-III-richtlijn8.
8 in de Seveso III-richtlijn wordt aangesloten bij de Europese indeling (classificatie) van gevaarlijke stoffen (CLP).
16
Correcte handhaving van het Brzo 2015 doet recht aan het (Europese) beginsel van
gemeenschapstrouw en betekent tegelijk dat wordt voldaan aan artikel 4 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie, namelijk het doeltreffend toepassen van het
gemeenschapsrecht. Hieraan kan nog worden toegevoegd dat het voor de naleving van
bestuursrechtelijke normen van groot belang is dat deze gehandhaafd worden. Indien
immers niet stelselmatig op de naleving van deze normen wordt toegezien en tegen
overtreding ervan niet consequent wordt opgetreden, verliezen deze normen aan betekenis.
Er zijn diverse (duidelijke) verplichtingen vastgelegd in het Brzo 2015. Zie bijvoorbeeld de
artikelen:
5: de verplichting om maatregelen te treffen om zware ongevallen te voorkomen,
6: De verplichting om het bevoegd gezag aan te geven welke activiteiten worden
Uitgevoerd,
7: De verplichting om een preventiebeleid te hebben inzake de beheersing van risico’s op
zware ongevallen en
9. De verplichting tot het aanpassen van het preventiebeleid bij wijziging van activiteiten.
Artikelen 16 en 17 van het Brzo 2015 wijst de strafbare feiten aan, namelijk handelen of
nalaten in strijd met:
1. het krachtens artikel 48, zesde lid, van de Wet veiligheidsregio’s bepaalde in vier
artikelen van het Brzo 2015;
2. het krachtens artikel 6, eerste lid, tweede zin, van de Arbeidsomstandighedenwet
bepaalde in artikelen van het Brzo 2015.
Via de Wet op de economische delicten is ook het niet voldoen aan voorschriften, gesteld
krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer zoals het Brzo 2015, een strafbaar feit.
Op grond van artikel 5:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bestaat er uitsluitend
een bevoegdheid om bestuursrechtelijk te handhaven als deze bevoegdheid is vastgelegd in
een wet in formele zin buiten de Awb. Het Brzo 2015 is gebaseerd op de
Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), de Wet milieubeheer (Wm, nu: Wabo) en de Wet
veiligheidsregio’s (Wvr). De bestuursorganen die bevoegd zijn op grond van deze drie
onderliggende wetten, kunnen handhaven op het Brzo 2015. In de onderliggende wet is de
handhavingsbevoegdheid toegekend aan het bestuursorgaan. De bevoegdheid voor elk
afzonderlijk bestuursorgaan beperkt zich tot de bepalingen van het Brzo2015 die gebaseerd
zijn op de onderliggende wet.
Per 1 oktober 2010 heeft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de plaats
ingenomen van de Wm voor vergunningverlening en handhaving. De Wabo heeft de
omgevingsvergunning geïntroduceerd. De omgevingsvergunning omvat de milieuvergunning
die op grond van de Wm is verleend.
Voor de goede orde: de betrokken instanties wijzen Brzo-inspecteurs aan als toezichthouder
in de zin van de bijzondere wet (Arbo-wet, Wabo en Wvr). De Brzo-inspecteurs hebben dan
de bevoegdheden die de Awb toekent aan toezichthouders, voor zover deze niet zijn
uitgezonderd in de bijzondere wet.
Opsporing kan plaatsvinden door Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA). De Inspecteurs
van de Inspectie SZW die toezien op naleving van het Brzo 2015 zijn BOA. Gemeenten,
provincies en de veiligheidsregio’s kennen geen of in een enkel geval inspecteurs die BOA
zijn. Voor BOA’s geldt een aparte opleidingseis. Tevens is vereist dat beëdiging van de BOA
heeft plaatsgevonden. De bevoegdheid om te handhaven op het Brzo 2015 verschilt per
artikel(lid) van het Brzo 2015. Er is echter steeds een mogelijkheid om te handhaven op het
Brzo 2015 vanuit het bestuurs- of strafrecht.
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
17
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
B: Kader en uitgangspunten gebruik scenario’s Lesli De scenario’s in het rampbestrijdingsplan zijn in basis gelijk aan de scenario’s die zijn
opgesteld voor de BRZO vergunningsverlening en BEVI advisering.
Op basis van de BRZO rapportages kan worden gesteld dat:
-er geen massaexplosie kan plaatsvinden van het opgeslagen vuurwerk. Het betreft hier
uitsluitend opgeslagen consumentenvuurwerk gevarenklassen 1.4s en 1.4g
-de installatiescenario’s die worden gebruikt in het kader van de BRZO rapportage geen of
nagenoeg geen effecten hebben naar de omgeving en daarom niet relevant zijn voor het
rampbestrijdingsplan.
In deze bijlage zijn de maatgevende scenario’s en specifieke informatie voor de crisis
processen op genomen:
1. Brand in het kantoorgebouw met escalatiemogelijkheden naar de aangrenzende
bewaarplaatsen
2. Brand door botsing van heftruck tegen vrachtwagen en overlag naar laad- en
losperron.
In onderstaand overzicht is opgenomen welke omgevingsrisico’s uit het regionaal
risicoprofiel Lesli vanuit de omgeving bedreigen. Maatgevende geïnventariseerde omgevingsrisico’s uit VNOG RRP
Toelichting Impact effecten Aandachtspunten
Grondwater verontreiniging
Beoordeling VR door waterschap: “Uit de aanvullende gegevens blijkt dat de in 2014 voorziene sloot niet is aangelegd. Gesteld wordt dat het enige oppervlaktewater in de buurt de blusvijver is en in geval van een calamiteit het bluswater gedeeltelijk zal afstromen naar het hemelwaterriool en via de infiltratiepakketten in de bodem wordt geïnfiltreerd. Het overige bluswater infiltreert via de groenvoorzieningen in de bodem. Dit betekent dat er geen afstroomroute van mogelijk verontreinigd bluswater
richting oppervlaktewater is.”. Het bluswater kan zware metalen zoals Strontium, Barium, Koper en Antimoon bevatten.
In principe alleen beperkte milieuschade
Alarmcentrale informeert bij een incident met brand het Waterschap Rijn en Ijssel alarmeren via het calamiteitennummer van de provincie Gelderland (026-359 99 99).
Extreme koude/sneeuw ijzel
Kan het logistieke proces inclusief aan en afvoer vertragen
Alleen tijdelijke economische schade voor de inrichting
Maatregelen benoemen in bedrijfsnoodplan
Extreem neerslag Kan in meest extreme situatie tot gevolg hebben dat de voorraad deels nat wordt.
Alleen tijdelijke economische schade voor de inrichting
Maatregelen benoemen in bedrijfsnoodplan
(Beperkte) uitval elektriciteit
Hierdoor worden de ICT middelen getroffen. Het vertraagt het logistieke proces.
Alleen tijdelijke economische schade voor de inrichting
Maatregelen benoemen in bedrijfsnoodplan
Beperkte) uitval ICT ICT is een ondersteunend proces. Bij uitval ontstaat geen gevaarlijke situatie.
Alleen tijdelijke economische schade voor het bedrijf
Maatregelen benoemen in bedrijfsnoodplan
Terrorisme Niet realistisch. De inrichting slaat alleen consumenten vuurwerk op die niet explosief zijn.
n.v.t n.v.t
Figuur 8: Omgevingsrisico’s
18
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
C: Vergunningverlening, toezicht en handhaving Lesli
De inrichting Lesli valt onder het Besluit risico en zware ongevallen (Brzo) en is hierdoor een
Brzo bedrijf.
Met ingang van 1 januari 2016 is de provincie Gelderland het bevoegd gezag. Voor de
uitvoering van de taken op het gebied van toezicht en handhaving is het mandaat verleent
aan de omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN).
Door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de landelijke
handhavingsstrategie Brzo opgesteld. Deze handhavingsstrategie is door de ODRN
vastgesteld voor bedrijven die vallen onder het Brzo.
Een overzicht van de verantwoordelijkheidsverdeling staat in tabel één.
Het toezicht-model wat van toepassing is staat in tabel twee.
Tabel 1: handhavingsstrategie.
19
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
Tabel 2: toezicht plan Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN)
20
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
D: NL-alert boodschappen beginfase incident bij Lesli
Het maatgevende effect wat te verwachten is bij allebei de scenario’s is een brand met
rookontwikkelingen benedenwinds. Dit is niet anders dan bij andere brandincidenten.
Het accent van de crisiscommunicatie gaat over het managen van de beleving van
incidenten bij vuurwerkinrichtingen bij burgers, media en hulpverleners.
Onderstaande crisisberichten t.b.v. rookontwikkeling kunnen direct worden gebruikt bij een
incident bij Lesli.
Bericht1: NL-Alert: DTG: Brand vuurwerkopslag Heringsaweg Vragender. Ga naar binnen. Sluit ramen, deuren. Ventilatie uit. Meer info volgt op mobiel. Bericht2: NL-Alert: DTG: Brand vuurwerkopslag Heringsaweg Vragender. Meer info op www.oostgelre.nl, twitter @gem_oostgelre. Bericht3: NL-Alert: DTG: Brand vuurwerkopslag Heringsaweg Vragender geblust. Maatregelen ingetrokken. Info via www.oostgelre.nl, twitter @gem_oostgelre.
21
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
E: Operationele informatie in LCMS operationeel De operationele informatie is te vinden in LCMS operationeel onder ‘voorbereidende
activiteiten’ met de activiteit 06-RBP Lesli Lichtenvoorde.
De informatie is opgesplitst in twee delen:
1. Onder tabblad; Attentie Prep-info; Hier staan ook de documenten genoemd die zijn
opgenomen onder ‘informatie’ in het menu.
2. In het menu onder ‘Viewer’ is een plot opgenomen die is opgebouwd uit enkele
lagen.
Opmerking: De impacteffecten van scenario A en B liggen dicht bij elkaar. Daarom is gekozen voor één tabel met de maximale te verwachten impacteffecten.
M ajor incident Voor de actuele voorraad vuurwerk of tuinmeubelen direct de Hoofd of plv BHVer bellen (06-23937026 / 06-22100465) Bij een incident is het, zeker in de eerste fase niet duidelijk waar het accent op ligt, opgeslagen tuinmeubilair wat in brand staat of brand bij, in of rondom de vuurwerkbewaarplaatsen. Scenario A: Brand in kantoorgebouw met escalatiemogelijkheden naar aangrenzende bewaarplaatsen. Scenario B: Brand door botsing van heftruck tegen vrachtwagen en overslag naar laad- en losperron.
E xact Location Lesli Vuurwerk b.v. Heringsaweg 12-14 7134 RC te Vragender, gemeente Oost Gelre Aanwezig aantal personeelsleden:
Maand Aantal medewerkers
Wanneer
Januari 10 ma t/m vrij Februari t/m September*
4 ma t/m vrij
Oktober 6 ma t/m vrij November 15 ma t/m vrij December tot 24 dec.
25 ma t/m Za
December vanaf 24 dec.
40 24 uur elke dag
* vanaf februari tot mei zullen er voornamelijk werkzaamheden worden gedaan voor Lesli Living.
De hoofd BHV-er is bereikbaar via: - mobielnr. 06-23937026 - intern verkort kiesnr. 7040 De plaatsvervangend hoofd BHV-er is te bereiken via - mobielnr. 06-22100465 - intern verkort kiesnr. 7024 of 225 Aan het COPI of ROT overleg nemen een directielid of de hoofd BHVer deel.
T ype of incident Bepalende factoren: -Beeldvorming rondom vuurwerkopslag bedrijven -Mogelijk meer of andere opslag dan waarvoor is vergund
22
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
H azards (risico en gevaren)
Cascade effect: Het meest waarschijnlijke cascade effect is dat de brand overslaat van een vrachtwagen (vuurwerk of tuinmeubelen) naar het laadperron Tijdsindicatie: Brand overslag naar de bewaarplaatsen is niet binnen de 60 minuten te verwachten ivm WBDO Milieu: Geen directe milieuschade te verwachten aan bodem en grondwater. Aandacht voor bluswater
A cces (toegang tot gebied/meteo)
Toegang: -Gebruikelijke toestroom van publiek is te verwachten -Voor omleiding doorgaand verkeer N313 de N313 afsluiten van kruispunt N18-N313 tot kruispunt N313-rotonde Grotenbos. Meteo: Relatie tussen windsnelheid rookontwikkeling in benedenwinds effectgebied
N umber of casualties (slachtoffer beeld)
Kans op slachtoffers is gering. Bij brand in of op een laad- en losperron is er een kans op enkele slachtoffers eigen personeel.
Crisiscommunicatie (NL Alert)
NL Alert voor de woonkernen en industriegebied Lichtenvoorde (Caco en iedere Officier van Dienst, waarbij afstemming tussen de diensten plaatsvindt). Opgestelde crisisberichten kans op rookontwikkeling benedenwinds volgens NL Alert, ook via Twitter (=#) en Omroep Gld:
Bericht1: NL-Alert: DTG. Brand vuurwerkopslag Heringsaweg Vragender. Ga naar binnen. Sluit ramen, deuren. Ventilatie uit. Meer info volgt op mobiel. Bericht2: NL-Alert: DTG. Brand vuurwerkopslag Heringsaweg Vragender. Meer info op www.oostgelre.nl, twitter @gem_oostgelre. Bericht3: NL-Alert: DTG. Brand vuurwerkopslag Heringsaweg Vragender geblust. Maatregelen ingetrokken. Info via www.oostgelre.nl, twitter @gem_oostgelre.
Accent crisiscommunicatie: Het managen de beleving van vuurwerkinrichtingen bij burgers, media en hulpverleners.
E mergency Services
Veiligheid: De kans is gering dat er buiten de perceelgrenzen een direct gevaar is. Het maatgevende benedenwinds effect is de rookontwikkeling. Wanneer de wind uit Noord- Oost tot Zuid Oost komt is de kans aanwezig dat de kern Lichtenvoorde in het effectgebied ligt. Max. GRIP 1 te verwachten met specifiek aandacht voor crisiscommunicatie en vergunningverlening.
Inrichting Lesli -BHV organisatie activeren -Veiligheid personeel en hulpdiensten opvangen door BHV -directielid of HFD BHVer leveren voor COPI of ROT/GBT
Brandweer -Prioriteit ligt branduitbreiding voorkomen en daarna blussen. -Zie LCMS-plot
GHOR -Zie LCMS-plot -Gezondheid BHVers en hulpverleners -Zorg continuïteit borgern van de instellingen in Lichtenvoorde (zie “Witte kaart”)
Politie -Zie LCMS plot -Verkeerscirculatie -Strafrechtelijk onderzoek wanneer er gerede twijfel is over het niet nakomen van de vergunningsverleningsvoorwaarden BRZO
Gemeente -Crisiscommunicatie afstemmen met VNOG, politie en provincie Gelderland voor de vergunningverlening (via omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN) -Accent van de crisiscommunicatie ligt op de beleving van burgers en media rondom vuurwerkincidenten en vergunningverlening.
Provincie Gelderland -Bevoegd gezag voor BRZO inrichting en heeft dit gemandateerd aan de omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN). Via calamiteitennummer provincie Gelderland te bereiken (026-359 99 99)
23
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
In LCMS-tekst is een link opgenomen naar de onderstaande achtergrondinformatie (“blibliotheek”):
A. Bedrijfsnoodplan met plattegrond (vertrouwelijk); B. Stoffenlijst (n.v.t. toepassing Hoofd of plv Hoofd BHv bellen voor actuele voorraden!); C. Vergunningverleningsaspecten ten bate van crisiscommunicatie; D. Rampbestrijdingsplan Lesli zoals is goedgekeurd door het AB van de Veiligheidsregio Noord- en
Oost-Gelderland; E. Tabel METHANE en kolomprocessen: F. Bestuurlijke netwerkkaarten; G. Handreiking toolbox; bestuurlijk balanceren met risico’s en verantwoordelijkheden.
24
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
F: Schermafdrukken zoals opgenomen in LCMS De volgende informatie is in verband met het vertrouwelijke karakter, alleen beschikbaar in
LCMS:
A. De plattegrond van de inrichting Lesli
B. Bedrijfsnoodplan Lesli Vuurwerk BV
De hierna volgende schermafdrukken uit LCMS zijn opgebouwd uit verschillende kaartlagen.
Deze kaartlagen kunnen afzonderlijk worden aan of afgevinkt in LCMS-plot en LCMS-viewer.
Hierna zijn de volgende schermafdrukken pgenomen:
A. Overzicht lagenstructuur en ruimtelijke ordening
B. Opstelplaats COPI en rijroutes
Noot:
Op basis van de verleende vergunningen zijn er geen schadecirkels te verwachten buiten de
perceelgrenzen van Lesli vuurwerk aan de Heringsaweg 12-14 te Vragender.
Schermafdruk A: overzicht lagenstructuur en ruimtelijke ordening
Noot: voor zorginstellingen zie de “Witte kaart”
Schermafdruk B: opstelplaats COPI en rijroutes
25
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
Voor omleiding doorgaand verkeer N313 de N313 afsluiten van kruispunt N18-N313 tot
kruispunt N313-rotonde Grotenbos.
26
Concept rampbestrijdingsplan Lesli, 18 juli 2018
G: Afkorting en verspreidingslijst Afkortingenlijst: Arbo-wet
Arbeidsomstandighedenwet
B&W Burgemeester en Wethouders
BLEVE Boiling Liquid Expanding Vapour (kokende vloeistof-gasexplosie-explosie)
BOA Bijzondere Opsporingsambtenaren
BRZO Besluit Risico’s en Zware Ongevallen
Bvr Besluit Veiligheidsregio’s
Caco Calamiteitencoördinator
CCB Conflict- en Crisisbeheersing
CdK Commissaris der Koning
CoPI Commando Plaats Incident
DTG
FP
Datum Tijd Groep
Functioneel Parket (Openbaar Ministerie)
GBT Gemeentelijk Beleidsteam
GHOR
ILT
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio
Inspectie leefomgeving en transport
Inspectie SZW Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
LCMS Landelijk Crisis Management Systeem
MCA Maximum Credit Accident
MGS Meest Geloofwaardige Scenario
MOTO Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen
ODA Omgevingsdienst Achterhoek
ODRN Omgevingsdienst Regio Nijmegen
PGS Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
PV Proces Verbaal
RBT Regionaal Beleidsteam
ROT Regionaal Operationeel Team
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VNOG Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WCS Worst Case Scenario
Wvr Wet Veiligheidsregio’s
Verspreidingslijst
1. Minister van Veiligheid en Justitie
2. Commissaris van de Koning Provincie Gelderland
3. Burgemeester van de Gemeente Oost Gelre
4. Politieleiding van de politie-eenheid Oost-Nederland, t.bv. afdeling CCB
5. Districtsleiding van de politie-eenheid Oost Nederland
6. Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, t.b.v.directeur en de afdelingshoofden
Crisisbeheersing, Incidentbestrijding brandweer en Risicobeheersing brandweer.
7. Adviseur Bevolkingszorg Gemeente Oost Gelre
8. Waterschap Rijn en IJssel
9. Lesli vuurwerk BV te Vragender
10. GGD Noord- en Oost-Gelderland, t.b.v. het team milieu en gezondheid
11. Gemeenschappelijke Meldkamer Oost-Nederland
12. ProRail
13. Rijkswaterstaat Dienst Oost-Nederland, t.a.v. liaison Veiligheidsregio
14. Omgevingsdienst Regio Achterhoek, t.a.v. hoofd ODA
15. Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), t.a.v. hoofd ODRN
16. Inspectie SZW, directie MHC
27
Top Related