Evidence Based Practice
Onderzoek en Statistiek
in de podotherapie praktijk
20 januari 2012
Houten
Introductie
• Eerste indrukken
• Waarnemen in de praktijk
• Observeren en interpreteren
2
Hebt u enig idee wat u komt doen?
• Feiten en cijfers uit de groep
• Iets met onderzoek gedaan?
• In de podotherapie
• Wetenschap
• Wie heeft er een “goede” vraag?
• Wat verwacht je van de ‘shop’.
3
Doel van de workshop
• Enthousiasmeren voor een ‘wetenschappelijke’ kijk op het werkveld
• Een aanzet geven tot zelf onderzoek uitvoeren
• Het belang van het cijfermatig onderbouwen van effecten van behandeling inzien
• Onderzoeksresultaten beter begrijpen
• Nog meer???
4
Programma
• Intro Carlo en Roel
• Zin en onzin van onderzoek en statistiek
• Evidence based practice: een praktijkvoorbeeld van ‘Meetbare zorg’
• Het onderzoeksproces stap voor stap:
- probleem-, doel- en vraagstelling & hypothese formuleren
- de vragenlijst: vragen, variabelen en meetniveaus
- dataverzameling: steekproef en populatie
- data-analyse: betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
- rapportage: tabellen en grafieken
Ok?
• Vragen
5
Intro
• Carlo & Roel
6
Drs. Carlo M. Buijvoets
Carlo Buijvoets (1954) studeerde na het atheneum
Sociale Geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Tijdens zijn doctoraalopleiding bekwaamde hij zich
vervolgens in sociaal-wetenschappelijk onderzoek,
marktonderzoek en statistische analysetechnieken.
Tijdens zijn studie heeft hij als student-assistent reeds
trainingen SPSS gegeven aan collega studenten. Hij en
SPSS zijn vanaf die tijd een onafscheidelijk duo gebleven.
Hij begon zijn loopbaan in de tachtiger jaren als
toegevoegd onderzoeker bij de Faculteit der Ruimtelijke
Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen.
Vervolgens was hij vijf jaar senioronderzoeker bij DTV
Consultants te Breda, een bureau dat gespecialiseerd is
op de werkterreinen van toerisme en recreatie en verkeer
en vervoer. In deze periode zijn door hem vele en
veelsoortige onderzoeken verricht, vooral op het gebied
van toerisme en recreatie.
Zin en onzin van onderzoek (1)
Wat is statistiek???
Kansberekening!!!
7
Zin en onzin van onderzoek (2)
• Statistiek levert geen bewijzen, geen zekerheden!
• Statistische significantie ≠ werkelijke significantie
(vb. ooievaarstand in relatie tot daling geboortecijfer)
• Noodzakelijke voorwaarden voor causaliteit:
- Oorzaak moet voorafgaan aan gevolg
- Er moet een verband zijn tussen oorzaak en gevolg, gebaseerd op inhoudelijke argumenten
- Verband tussen oorzaak en gevolg mag niet veroorzaakt worden door een derde variabele
8
Zin en onzin (3): Nut van statistiek
• Onzekerheid met betrekking tot de onderzochte materie verkleinen
• In de praktijk van de podotherapie kan het effect van behandelwijzen cijfermatig worden onderbouwd
9
Evidence based practice
• Een praktijkvoorbeeld van meetbare zorg
• Het onderzoek:
- dataverzameling: drie meetmomenten
- gevraagd naar mate van pijn en mate van beperking
- beide variabelen gemeten op een schaal van 1 tot 10
- data-analyse: vergelijking van meting 1 met 2 en 2 met 3
10
Resultaten
Nuttig of niet?
Zijn er al meer dan 30
minuten voorbij? 11
Het onderzoeksproces 1. Hypothese(s) formuleren
2. Vragenlijst maken
3. Data verzamelen
4. Data-analyse
5. Rapportage
12
1: Hypothese(s) formuleren
• Probleem-, doel- en vraagstelling
• Nul-hypothese en alternatieve hypothese
• De nul-hypothese wordt getoetst in het onderzoek: wel of niet significant resultaat
• Deze moet dus wel toetsbaar zijn!
13
Voorbeelden van hypotheses
• Therapie X leidt tot significante pijnreductie ●
• Mijn klanten zijn tevreden ●
• Veel mensen lopen onnodig met zere voeten ●
• Hoe is het gesteld met voetklachten in NL ●
• Is er een relatie tussen bepaald schoeisel en bepaalde klachten ●
14
Opdracht
Formuleer zelf een hypothese die onderzocht kan worden
15
Resultaat
• Heldere probleemstelling
• Heldere vraagstelling
16
2: De vragen(lijst) • Vragenlijst bij onderzoek is meetlat bij timmerman
• Wat bepaalt welke vragen gesteld worden?
• Soorten vragen?
Voorbeeld:
– Vraag: Hoeveel pijn hebt u?
– Antwoord: Veel - Weinig of 1 tot 10
– Vraag = Variabele: pijn
– Antwoord = Waarde
Dus
• Vragen leiden tot variabelen, de antwoorden op de vragen zijn de scores op die variabelen
• Variabelen kennen een bepaald meetniveau
• Hoe hoger het meetniveau, des te krachtiger de beschikbare statistische technieken (kom ik later op terug!!)
17
Vragen: aandachtspunten
• Waar moet je aan denken? – Hebt u een zere voet?
– Doet het daar zeer?
• Dus…. – Kort
– Helder
– Eén tegelijk
– Specifiek
– Niet sturend
18
Open vragen
• Meer kwalitatieve dan kwantitatieve info
• Voordeel: alle informatie kan worden doorgegeven door de respondent
• Voordeel: kan onverwachte informatie opleveren
• Nadeel: beantwoorden kost vaak meer tijd
• Nadeel: erg bewerkelijk voor onderzoeker
19
Gesloten vragen
• Wat zijn het?
• Wanneer open en wanneer gesloten gebruiken??
20
Meetniveaus van numerieke variabelen
• Nominaal (naam): de cijfermatige codes geven geen enkele numerieke informatie (bijvoorbeeld geslacht:
1 = Man; 2 = Vrouw)
– Waarden mag je niet optellen en kennen geen rangorde
• Ordinaal: waarden op de variabele kennen een bepaalde rangorde (bijvoorbeeld inkomensklassen, rapportcijfer-vragen)
– Goed matig slecht…: tevredenheid praktijk (3-punts, 5 punts etc.)
• Metrisch: rekenvariabelen (bijvoorbeeld inkomen, leeftijd, afstand, gewicht, bezoekfrequentie)
21
Resultaat
22
3: Dataverzameling • Steekproef vs. Populatie (deelpopulaties)
• Wijze van steekproeftrekking (a-select, toeval)
• Representativiteit
- betreft samenstelling van de steekproef naar eigenschappen
• Betrouwbaarheid
- betreft omvang van de steekproef
23
Opdracht
Trek een steekproef van vijf personen uit de aanwezigen.
24
Steekproef trekken: wanneer
• Als de populatie te groot is
• Als de populatie te moeilijk te benaderen is
• Kostenaspect
25
Steekproef trekken: omvang
Bron: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/Extra/steekproef.aspx
Bepaal de omvang van de steekproef met behulp van de
steekproefcalculator
26
Dataverzameling: methoden
• Schriftelijke enquêteren
+ via post toegestuurd
+ via internet en uitnodiging per e-mail
+ op locatie na mondeling verzoek
- meeneem-enquêtes
- via internet door verzoek aan bezoekers van een website
• Mondeling enquêteren
+ bij respondenten thuis
+ telefonisch
+ op locatie
27
Resultaat van dataverzameling
28
4: Data-analyse: technieken
• Frequentietabellen: nominale en ordinale variabelen
• Gemiddelde en standaarddeviatie en betrouwbaarheidsintervallen: interval en ratio variabelen
• Toetsen op verschillen tussen variabelen of groepen dmv het vergelijken van gemiddelden (t-toets):
- nominale en ordinale voor het definiëren van de groepen
- interval en ratio voor de berekening van het gemiddelde per groep
• Relaties tussen variabelen - kruistabellen (Chi2): nominale en ordinale variabele
- correlatie en regressie: interval en ratio
29
Frequentietabel
30
Standaarddeviatie
31
Waarnemingen (n=5)
Afwijking van gemiddelde
Gekwadrateerde afwijking
Xi Xi - X (Xi - X )2
2 -2 4
3 -1 1
7 3 9
6 2 4
2 -2 4
Σ = 20 Σ = 0 Σ = 22
𝐗 = 4 Stdv =
𝟏
𝐧−𝟏 ∗ 𝟐𝟐 = 1,2
32 Bron:
http://www.wynneconsult.com/root/HomePageKB01.htm
Resultaat: t-toets
33
Correlatie en Regressie
• Technieken om lineaire (rechtlijnige) verbanden tussen variabelen te onderzoeken
34
Significantie
• De significantie-waarde als uitkomst bij een statistische analyse geeft de kans dat de nul-hypothese waar is
• Het significantie-niveau in statistische analyses is veelal 95%, dwz dat we de nul-hypothese pas verwerpen als de significantie-waarde het niveau 0,05 (= 5%) bereikt
35
Resultaat: Uitkomsten van onderzoek
Conclusie van onderzoek Werkelijke stand van zaken
H0 is juist Ha is juist
H0 wordt geaccepteerd Juiste conclusie Fout van de 2e soort
H0 wordt verworpen Fout van de 1e soort Juiste conclusie
36
5: Rapportage: tabel
37
Rapportage: grafieken
56%
22%
17%
11% 11% 11%
6% 6% 6%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Hardlopen Tennis Wandelen Hockey Squash Veldvoetbal Korfbal Wielrennen Overig
Sporten beoefend door mensen met diagnose G01 (Achillodynie)
38
Rapportage: grafieken
35%
9%
5% 5%
5%
5%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4% 4%
Diagnoses gesteld bij mensen die hockey beoefenen
F02
G01
J05
J03
I08
H08
H03
G14
G08
F10
E12
E11
E02
D14
A09
39
Interessant om….
• Heeft mijn behandeling effect
• Heeft de ene behandeling meer effect dan de ander
• Welke behandeling is het meest effectief bij die klacht
• Voor een professional essentieel…
40
Is het doel bereikt?
Bent u nu?
• Geënthousiasmeerd voor een ‘wetenschappelijke’ kijk op het werkveld
• Bent u nu voornemens…
• Hebt u zicht op het belang van het cijfermatig onderbouwen van effecten van behandeling
• In staat om onderzoeksresultaten beter te begrijpen?
41
Goede voornemens
42
Top Related