1
Parodontologie
Periodiek screenen van de parodontale conditie met de DPSI
De 'gemodificeerde CPITN' wordt DPSI
In januari 1998 is het paroprotocol ingevoerd. Daarbij is ook een screeningsmethode
geïntroduceerd waarmee u op een eenvoudige wijze een indruk kunt krijgen van de
parodontale conditie bij een patiënt. Tevens kan met deze screeningsmethode bepaald
worden bij welke patiënten parodontaal onderzoek (zoals omschreven in het
paroprotocol) geïndiceerd is. Deze index, bij velen van u inmiddels beter bekend als de
'gemodificeerde CPITN', is zeker niet bedoeld om een parodontaal behandelingsplan te
maken. Deze screeningsmethode vormt echter een uitstekende methode om de
parodontale conditie van patiënten periodiek vast te leggen. Ter ondersteuning van het
gemak zijn handige stickers geïntroduceerd, om jaarlijks op de patiëntenkaart te plakken
met daarop de scores per sextant. Om de tandheelkundige professie aan te geven dat
we hier te maken hebben met een unieke index (weliswaar afgeleid van de CPITN), wordt
thans een nieuwe naam van deze screeningsmethode geïntroduceerd, te weten de Dutch
Periodontal Screening Index (DPSI).
Het voorstel om de 'gemodificeerde CPITN' index om te dopen in Dutch Periodontal
Screening Index werd eerder vorig jaar gedaan door prof. U. van der Velden. Tijdens het
NVvP-voorjaarscongres 1998 'Back To Basics' stelde van der Velden dat de nieuwe
screeningsmethode essentieel veranderd is ten opzichte van de traditionele CPITN index.
Er is namelijk een mogelijkheid toegevoegd voor het registreren van aanhechtingsverlies
door middel van scores 3- en 3+. Daarmee is de DPSI een index voor een parodontale
'fullmouth screening' om de behoefte aan verder parodontaal onderzoek bij een
individuele patiënt vast te stellen.
Attenderen op problemen
De DPSI kent (evenals de 'gemodificeerde CPITN') als groot voordeel dat het aantal vast
te leggen metingen (noodzakelijk om tot een indexering te komen) beperkt blijft. Omdat
slechts de ernstigste afwijking per sextant wordt genoteerd, is de hoeveelheid werk die
met het maken van de index gepaard gaat, veel minder in verhouding tot een volledig
parodontaal onderzoek. De DPSI betreft bovendien een meetmethode die alleen
uitgevoerd wordt met een pocketsonde. Aanvullende röntgenfoto's zijn hierbij dus niet
aan de orde.
In de praktijk heeft u als tandarts uw patiënten lange tijd onder controle. Wanneer gaat
het parodontaal gezien mis? De DPSI biedt u een middel om patiënten te waarschuwen
dat de parodontale problemen in aantocht òf reeds aanwezig zijn, en dat nader
onderzoek nodig is.
Hoe werkt de DPSI?
De hantering van de DPSI is exact zoals vorig jaar gepubliceerd: de parodontale
screening vindt plaats bij iedere periodieke controle. Per sextant wordt met spiegel en
pocketsonde de hoogste DPSI-score opgespoord en vastgelegd. De hoogst gemeten
score van de zes sextanten bepaalt of de patiënt wordt ingedeeld in categorie A, B of C.
Deze index geeft richting aan de vervolgroute in het paroprotocol. Ter informatie treft u
hieronder een overzichtelijk schema.
2
De 'Dutch Periodontal Screenings Index (DPSI)'
Categorie A DPSI 0 geen pockets dieper dan 3 mm
geen bloedingen na sonderen
geen tandsteen
geen overhangende restauratie(s)
DPSI 1 idem als bij index 0, maar wèl bloeding
na sonderen
DPSI 2 idem als bij index 1, maar met
tandsteen en/of overhangende
restauratie(s)
Categorie B DPSI 3- pockets van 4-5 mm met bloeding na
sonderen, met tandsteen en/of
overhangende restauratie(s)
ZONDER waarneembare recessie(s)*
t.p.v. de verdiepte pocket(s)
Categorie C DPSI 3+ pockets van 4-5 mm met bloeding na
sonderen, met tandsteen en/of
overhangende restauratie(s)
MET waarneembare recessie(s)* t.p.v.
de verdiepte pocket(s)
DPSI 4 één of meer pockets van tenminste 6
mm diep, met bloeding na sonderen, met
tandsteen en/of overhangende
restauratie(s)
*onder een waarneembare recessie t.p.v. de verdiepte pocket wordt verstaan: het visueel
constateren dat OP DE PLAATS WAAR DE VERDIEPTE POCKET IS GEMETEN een
gingiva-recessie aanwezig is, zodat op die meetplaats de glazuur/dentinegrens zichtbaar
geworden is. Recessiemaat is de meetwaarde in afstand tussen glazuur/cementgrens en
marginale gingivarand.
Voor patiënten die op grond van de DPSI gescreend worden in categorie A is
verdergaande parodontale diagnostiek en behandeling met betrekking tot het parodontale
behandelingsprotocol niet geïndiceerd.
Voor patiënten, gescreend in categorie B en C, is verdergaande parodontale diagnostiek
wèl geïndiceerd om daarmee de daadwerkelijke parodontale behandelingsbehoefte te
kunnen vaststellen.
Gescreend en dan?
Na screening met de DPSI krijgt uw patiëntenbestand de volgende kenmerken:
DPSI categorie screeningsuitkomst
0 1 2 A geen paropatiënt
3
3- B mogelijk paropatiënt
3+ en 4 C paropatiënt
Bij de behandeling van deze patiënten komt de volgende manier van aanpak wellicht van
pas.
Categorie A-patiënten kunt u geruststellend laten weten dat zij momenteel geen
zorgwekkende paroproblemen hebben. U zult in de toekomst regelmatig het tandvlees
controleren, zodat bij het eventueel ontstaan van problemen tijdig verdere diagnostiek en
behandeling kunnen worden gestart.
Patiënten in categorie A met tandsteen of gingivitis geeft u voorlichting mondhygiëne en u
verwijdert eventueel tandsteen. Deze categorie patiënten vergt in feite niet méér
communicatieve benadering dan gebruikelijk. Anders is het bij de patiënten in de overige
categoriëen, die (wellicht voor het eerst!) vernemen dat zij een tandvleesprobleem
hebben. Hoe gaat u daarmee om?
Voorlichten en een nieuwe afspraak
Categorie B- en C-patiënten heeft u ongetwijfeld al laten weten dat zij met
(zorgwekkende) tandvleesproblemen te maken hebben. Ook heeft u hen daarbij in het
kort uitgelegd dat het gaat om een voortschrijdende bacteriële ontsteking waarbij de
gezondheid van het fundament van tanden en kiezen wordt bedreigd. Bij veel patiënten
die voor het eerst met deze informatie worden geconfronteerd, zal dat de vraag oproepen
wat hieraan te doen is. Op dat moment laat u de patiënt weten dat eerst zorgvuldig moet
worden onderzocht hoe uitgebreid en ernstig de situatie is, voordat u daar een afdoende
antwoord op kunt geven. Een aparte afspraak is daarvoor nodig en aan het onderzoek
zijn kosten verbonden.
Indien uw patiënt hier niet op in kan of wil gaan, maak hiervan dan een aantekening op
de patiëntenkaart (bij een volgend periodiek onderzoek zou u de bereidheid van de
patiënt opnieuw kunnen toetsen). Stemt de patiënt daarentegen in met een nader
onderzoek, dan maakt u een nieuwe afspraak voor parodontaal onderzoek, diagnostiek
en behandelingsplanning (zie voor de volledige inhoud van dit onderzoek de Algemene
Bepalingen horend bij het UPT-tarievenboekje). Bij patiënten in categorie B (pockets van
4-5 mm zonder recessies t.p.v. deze pockets) kiest u het Parodontaal Onderzoek met
pocketstatus. En bij een patiënt in categorie C (pockets 4-5 mm met recessies t.p.v. de
verdiepte pockets of pockets dieper dan 6 mm) kiest u het Parodontaal Onderzoek met
parodontiumstatus.
Het parodontaal onderzoek met alle daarbij behorende informatie vormt de basis voor uw
behandelingsplan. Dit plan legt u voor aan de patiënt nadat u hem/haar verteld heeft wàt
parodontitis is en hoe deze infectieziekte zich ontwikkelt. Daarbij kunt u nuttig gebruik
maken van de door de NVvP ontwikkelde voorlichtingsfolder 'Parodontitis'.
Het behandelingsplan leidt tot een kostenbegroting en een tijdsplanning die u uitgebreid
met de patiënt bespreekt. Indien de patiënt hier niet op in kan of wil gaan, maak hiervan
dan een aantekening op de patiëntenkaart. Stemt de patiënt in met behandeling, dan
kunt u een start maken met de initiële parodontale behandeling.
Handig hulpmiddel: de nieuwe NVvP-folder
'Uw tandvlees krijgt een cijfer'
Door de invoering van het paroprotocol is menig algemeen practicus geconfronteerd met
een 'nieuwe' vorm van parodontale screening. Een eventueel probleem kan daarbij voor
4
velen nà de screening ontstaan, wanneer de uitslag van de screening evenals de
verschillende mogelijkheden inzake vervolgtrajecten met de patiënt besproken moeten
worden.
Om de algemeen practicus bij deze communicatie/voorlichting te ondersteunen, heeft de
NVvP een nieuwe consumentenfolder ontwikkeld. Deze folder, getiteld 'Uw tandvlees
krijgt een cijfer', geeft de patiënt een nadere uitleg omtrent de uitgevoerde screening en
vertelt tevens op summiere wijze meer over parodontitis. Vervolgens komen de diverse
mogelijke vervolgtrajecten aan bod, waarbij ook de financiële consequenties worden
toegelicht.
De folder biedt de algemeen practicus derhalve de mogelijkheid om, na de screening,
niet direct een uitgebreid voorlichtingsgesprek te hoeven voeren. De folder biedt immers
een welkome (tijdsbesparende!) tussenstap: de screening heeft plaatsgevonden, de
patiënt krijgt schriftelijke informatie ter 'bestudering' mee naar huis en vervolgens kan één
en ander tijdens een vervolgafspraak in de praktijk nader worden besproken. Het
voordeel van deze werkwijze is het feit dat de patiënt praktisch en goed geïnformeerd in
de praktijk terugkomt. De folder vormt daarbij tevens een goede basis voor een eerste
beslissing bij de patiënt tot (al dan niet) verder onderzoek. Vooral ook gezien vanuit het
mankrachtprobleem vormt deze NVvP-folder dan ook een welkome ondersteuning in de
algemene praktijk.
De folder vormt overigens beslist géén vervanging van de reeds bestaande NVvP-
brochure over parodontitis. Integendeel: de nieuwe folder vormt er eerder een prima
voorloper op. Met beide voorlichtingsmaterialen beschikt de algemeen practicus over
uitstekende hulpmiddelen in de praktijk, die de communicatie met de patiënt over de
DPSI, het paroprotocol en parodontitis aanzienlijk vereenvoudigen.
De nieuwe NVvP-folder 'Uw tandvlees krijgt een cijfer' kost voor NVvP-leden fl. 0,34 per
stuk bij een bestelling van 100 stuks (de prijs voor niet-NVvP-leden bedraagt dan fl. 0,39
per stuk); bij een bestelling van 500 stuks bedraagt de folderprijs fl. 0,22 per stuk (de prijs
voor niet-NVvP-leden bedraagt dan fl. 0,27 per stuk). Naarmate het bestelde aantal
groter wordt, daalt de folderprijs. Voor meer informatie of bestellingen kunt u contact
opnemen met het secretariaat van de NVvP, telefoon 0598-633313, fax 0598-633413.
Top Related