Download - Oude beroepen

Transcript
Page 1: Oude beroepen

Beroepen van vroeger

De plaatjes komen van een kwartetspel uit het eind van de 19e eeuw. Elke afbeelding is voorzien van een rijmpje.

Page 2: Oude beroepen

Smid.

De hoefsmid moet het paard beslaan,opdat het vlug weer voort kan gaan.

Page 3: Oude beroepen

Blikslager.

De blikslager moet het gat solderen, om het lekken verder af te weren.

Page 4: Oude beroepen

Boekbinder.

Een boek zo keurig in te binden,zal ied’re leerling prettig vinden.

Page 5: Oude beroepen

Boekhandelaar.

Tot slot zet dan de boekhandelaarZe in ryen netjes voor u klaar.

Page 6: Oude beroepen

Dokter.

Aan ‘t kloppen

van den pols voelt hyDen toestand van zijn patient hierby.

Page 7: Oude beroepen

Leeraar.

Een ferme tik komt wel te pas,In een ondeugende jongensklas.

Page 8: Oude beroepen

Landbouwer.

De landman maait vol vlyt het kooren,Voor s’menschen voedsel naar behooren.

Page 9: Oude beroepen

Goudsmid.

Hy zal u er niet in doen loopen,als gy een gouden ring wilt koopen.

Page 10: Oude beroepen

Klêermaker.

En krijgt ge een scheur in rok of jas,De klêermaker maakt het weer van pas.

Page 11: Oude beroepen

Hoedenmaker

Een fraaie gevel siert elk huis,Een hoed, die niet past, dat is een kruis.

Page 12: Oude beroepen

Molenaar.

De molen draait lustig in den wind, Opdat de molenaar zijn arbeid vindt.

Page 13: Oude beroepen

Nachtwacht.

Als gy des avonds rustig slaapt,Is‘t de nachtwacht, die uw huis bewaakt.

Page 14: Oude beroepen

Tuinman.

De tuinman is er steeds op uit,op het teelen van groente en van fruit.

Page 15: Oude beroepen

Photograaf.

De photograaf zegt keer op keer:”Nu vriend’lyk kyken,he mynheer”?

Page 16: Oude beroepen

Schilder.

Dat schilderen niet gemakkelyk is, Vertelt de schilder u gewis.

Page 17: Oude beroepen

Straatveger.

Hy zorgt voor orde en netheidSteeds te gelegener tyd.

Page 18: Oude beroepen

Glazenmaker.

Als soms uw ruit gebroken is,Helpt de glazenmaker u gewis.

Page 19: Oude beroepen

Kuiper.

De kuiper werkt aan‘t groote vat,Dat dra zich vult met edel nat.

Page 20: Oude beroepen

Slager.

De slager maakt van ‘t arme dierGebraad en worst, dat ziet ge hier.

Page 21: Oude beroepen

Bakker.

De bakker heeft in den vroegen morgenVoor brood en voor beschuit te zorgen.

Page 22: Oude beroepen

Beeldhouwer.

Een groot kunstenaar vangt het aan, een monument uit steen te slaan.

Page 23: Oude beroepen

Boschwachter.

Hy gaat door veld en bosch,met zyn hond er steeds op los.

Page 24: Oude beroepen

Wijngaarde-nier.

Hy zorgt voor zynen wyngaard-rank,Voor zyne druiven, hem den dank.

Page 25: Oude beroepen

Kapper.

De kapper zorgt op zaterdag,dat hy U knippen en scheren mag.

Page 26: Oude beroepen

Brouwer.

Uit mout en hop maakt de brouwer hierHet donkere en het lichte bier.

Page 27: Oude beroepen

Schoorsteen-veger.

In de week zo zwart gelyk een neger, is hy ‘s zondags blank, de schoorsteen- veger.