Eigen bedrijf Als je een eigen bedrijf start, dan maak je een
ondernemingsplan. Daarin staat welke producten je gaat verkopen,
hoe je die gaat verkopen, wie je doelgroep is, hoe je het bedrijf
gaat financieren etc (moet je geld bij de bank lenen), naam en
ondernemingsvorm Je maakt ook een begroting
Dia 3
Eigen bedrijf Waarom maak je een ondernemingsplan: Je hebt geld
van de bank nodig en bank wil zien of je een haalbaar plan hebt
gemaakt. De bank wil immers het geleende geld wel terug Je wilt
alles wat je moet doen goed plannen en organiseren (vergeet ik
niets, doe ik alles in de juiste volgorde)
Dia 4
Begroting Overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven over
een bepaalde periode (b.v. maand of jaar) Is handig omdat je dan
weet of je winst of verlies gaat maken Een begroting maak je
vooraf, dus voordat je gaat beginnen
Dia 5
Begroting Een bedrijf maakt een begroting Opbrengsten staan
rechts (credit) en noemen we omzet Omzet wordt berekend door de
verkoopprijs te vermenigvuldigen met de afzet (het aantal verkochte
eenheden) Stel Jeansstore verkoopt 1.000 (=afzet) spijkerbroeken
voor 100, dan is de omzet 100.000 ( 100 x 1.000)
inkoopwaarde omzet De spijkerbroeken heb je ook ingekocht Je
hebt de broeken voor 20 ingekocht. Dan is de inkoopwaarde van de
omzet: 20 x 1.000 = 20.000 De inkoopwaarde van de omzet zet je in
de begroting.
Nettowinst Brutowinst is nog niet de echte winst. Er moeten nog
bedrijfskosten vanaf zoals huur van de winkel, energiekosten,
personeel e.d. Deze kosten zijn bij elkaar 60.000 De nettowinst:
brutowinst bedrijfskosten 20.000 = 80.000 - 20.000 De verwachte
nettowinst zet je in de begroting
Nettowinst Brutowinst = omzet inkoopwaarde omzet Nettowinst =
brutowinst kosten Wat kun je doen om de winst te verhogen Meer
klanten (=meer omzet) Hogere prijzen vragen (meer omzet) Goedkoper
inkopen (hogere brutowinst) Lagere kosten (hogere netto winst)
Dia 13
Opdracht Maak in groepjes van vier een begroting voor 2014 van
het ijscomannetje. Teken de begroting op het papier Twee groepen
presenteren de begroting
Dia 14
Opdracht Ijscomannetje verkoopt vier soorten ijs Van de
Magnums, Cornettos en Raketten verwacht hij in 2014 10.000 ijsjes
te verkopen, van het softijs verkoopt hij er 15.000. De
verkoopprijzen zijn als volgt -Magnums voor 2 -Cornettos voor 2
-Raketten voor 1 -Zelfgemaakt softijs voor 1,50
Dia 15
opdracht Hij koopt de Cornettos en de Magnums in voor 0,50 en
de Raketten voor 0,25 De ingredienten voor het softijs (suiker,
melk en slagroom) koopt hij in voor 0,25 per ijsje Hij huurt een
winkel voor 20.000 per jaar en heeft een personeelslid van 15.000
in dienst Verder verwacht hij nog 6.000 aan energie en overige
kosten uit te geven.
Dia 16
Vragen Bereken de verwachte afzet in 2013 Bereken de verwachte
omzet in 2013 Bereken de verwachte inkoopwaarde van de omzet
Bereken de verwachte brutowinst voor 2013 Bereken de verwachte
nettowinst voor 2013. Maak op basis van de bovenstaande gegevens
een begroting.
Jaarrekening Je hebt een begroting gemaakt: wat verwacht je
voor 2013 aan winst of verlies? 2013 is voorbij: je maakt nu een
jaarrekening van wat er echt is gebeurd? Hoeveel winst of verlies
heb ik echt gemaakt? De jaarrekening ziet er hetzelfde uit als de
begroting.
Dia 20
Jaarrekening en begroting Dus: Begroting: vooraf: wat verwacht
je Jaarrekening: achteraf: wat is het werkelijk geworden.
Dia 21
Jaarrekening Ik heb 1.100 broeken verkocht voor 100. Ik had
verwacht er 1.000 te verkopen. Ik heb de 1.100 broeken ingekocht
voor 20. Ik had verwacht er 1.000 te moeten inkopen De kosten
vielen hoger uit: 65.000.
Dia 22
Begroting (2013) Kosten inkomsten Inkoopwaarde omzet (1.000 x
20) 20.000Omzet (1.000 x 100)100.000 Kosten60.000 Nettowinst20.000
totaal100.000totaal100.000
Dia 23
Jaarrekening (2013) Kosten inkomsten Inkoopwaarde omzet (1.100
x 20) 22.000Omzet (1.100 x 100)110.000 Kosten65.000
Nettowinst23.000 totaal110.000totaal110.000
Dia 24
Jaarrekening Mijn winst viel hoger uit dan begroot omdat ik
meer broeken verkoop (100 meer voor 100 = 10.000) en dus meer omzet
maak. Mijn winst is echter niet 10.000 hoger omdat de kosten 5.000
hoger zijn en omdat ik ook 100 broeken extra moet inkopen (100 * 20
= 2.000).
Dia 25
winstmarge Bruto winstmarge: brutowinst uitgedrukt in procenten
van de omzet: 88.000/110.000 x 100% =80% Netto winstmarge :
nettowinst uitgedrukt in procenten van omzet: 23.000/110.000 x 100%
=20,9%
Dia 26
Winst en verlies De hoogte van je winst of verlies hangt dus af
van de omzet (hoeveel stuks verkoop ik en tegen welke prijs) de
inkoopwaarde van de omzet (hoeveel stuks koop ik in en tegen welke
prijs) de hoogte van de kosten
Dia 27
Huiswerk 5.9 t/m 5.16 Computerlokaal werkstuk
Dia 28
Opdracht Jullie hebben vorige les de begroting van het
ijscomannetje gemaakt. Jullie gaan nu een jaarrekening van het
ijscomannetje maken en bekijken waarom hij meer verlies of winst
maakt dan begroot. We verdelen de klas in vier groepen van zes
Dia 29
Opdracht Elke groep van zes maakt drie tweetallen Tweetal 1:
bereken de werkelijke omzet en afzet over 2013 Tweetal 2: Bereken
de werkelijke inkoopwaarde omzet over 2013 Tweetal 3: bereken de
werkelijke kosten over 2013. Als de tweetallen klaar zijn, gaan
jullie met elkaar de volgende opdrachten maken:
Dia 30
Opdracht Met elkaar: Bereken brutowinst Bereken netto winst
Bereken bruto en netto winstmarge Maak en teken een jaarrekening
Bepaal waarom de winst of het verlies afwijkt van de
begroting.
Dia 31
Opdracht Ijscomannetje verkoopt vier soorten ijs Van elke soort
ijs verkoopt hij in 2013 11.000 stuks. De verkoopprijzen zijn als
volgt -Magnums voor 2 -Cornettos voor 2 -Raketten voor 1
-Zelfgemaakt softijs voor 1,70
Dia 32
opdracht Hij koopt de Cornettos en de Magnums in voor 0,50 en
de Raketten voor 0,25 De ingredienten voor het softijs (suiker,
melk en slagroom) koopt hij in voor 0,30 per ijsje De huur van de
winkel en de kosten van het personeel vallen 5% hoger uit dan
begroot. Hij geeft 7.000 aan energie en overige kosten uit.